Dwarrelen

OB-MB-OBS

Een bewegingsliedje over de blaadjes die in de herfst van de boom vallen. we zeggen dan dat de blaadjes dwarrelen. We kunnen zelf ook “dwarrelen” op de muziek. Natuurlijk kunnen we ook mooie kunstwerken maken van blaadjes.

Kijk wat er gebeurt: ieder blad verkleurt.
Ieder blad laat los en valt op het mos.
Alle blaadjes dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen;
herfst in het bos!

Het is herfst

Dit liedje gaat over de herfst. Als het herfst is, vallen de blaadjes van de bomen. De grond wordt bedekt met een kleurige deken. Welke kleuren hebben de blaadjes eigenlijk? Hangt het van de boom af welke kleur ze krijgen? En waarom laten de bomen hun blaadjes vallen?

Allemaal heel goede onderzoeksvragen. Hoe komen we achter de antwoorden?

Bewegen

We kunnen ook acteren en bewegen op de muziek. Bij de eerste woorden van het lied doen we alsof we een boom zijn. Als het moeilijk is, kan de juf of meester het voordoen. Hoeveel ruimte neem jij in? Ben jij een grote of een kleine boom? Hoe ver reiken je wortels? Hoe voelt het als de wind door je takken waait?

We zingen het lied en spelen dat we bomen zijn. Bij het stukje waar de blaadjes dwarrelen, draai je rond… totdat je aan het einde “op het mos” valt.

Kunst maken met blaadjes

Je kan van blaadjes ook prachtige kunstwerken maken. Hier staan veel voorbeelden van op Pinterest. Hieronder vind je wat linkjes. Als je erop klikt, opent er een nieuw tabblad op een bord dat Kzing gemaakt heeft op Pinterest. Daar vind je meer knutselprojecten die mensen daar geplaatst hebben. Hoe leuk is het om eerst met elkaar de bladeren te zoeken en dan samen te gaan knutselen?

Herfstwandeling

OB-MB jongste groep-OBS

Hier vind je een sprookjesachtige acteeroefening die over de herfst gaat. Gebruik je eigen smaak en fantasie. We spelen dat we een herfstwandeling maken. Terwijl iemand het verhaal vertelt (docent/teacher in role), beelden we uit wat er gebeurt. Er zijn ook vragen die tussendoor gesteld kunnen worden. Die gaan over je eigen smaak. Iedereen mag een eigen mening hebben, want smaken verschillen.

De docent kan het verhaal ook voorlezen, terwijl de leerlingen met de ogen dicht luisteren en zich voorstellen dat ze het verhaal meebeleven. Dan is het een soort geleide meditatie.

Herfstwandeling.

  • Ga je mee een wandeling maken?
  • Hou je van wandelen?
  • We lopen over hoge bergen.
  • We wandelen door diepe dalen.
  • Het gaat regenen.
  • Wat vind jij van regen?
  • We doen onze jassen aan.
  • We stampen door de plassen.
  • We komen bij de rand van een bos.
  • Hou je meer van de bos of van de zee? 
  • We lopen het bos in.
  • Snuif de lucht eens op.
  • Wat ruik je? (Mosgeur, geur van gevallen blaadjes etc.)
  • We zien allemaal blaadjes op de grond liggen. Hoe komt het dat die niet aan de bomen zitten?
  • Welk seizoen is het?
  • Bij de blaadjes staan mooie paddenstoelen. Ze zijn rood met witte stippen.
  • Opeens zien we een klein mannetje, met een rood puntmutsje.
  • Wat is dat?
  • Hoe heet hij?
  • Hij zegt: “Kom maar in mijn huisje!”
  • We proberen naar binnen toe te gaan, maar dat past niet, want het is te klein.
  • Het kaboutertje geeft ons een flesje met sap. We draaien de dop eraf en nemen een slokje.
  • We krimpen… krimpen… krimpen…
  • Hoera! We kunnen door het deurtje.
  • Wat zien we in het huisje?
  • Er komt een eekhoorntje op visite. Hij heeft eikeltjes meegenomen.
  • Het kaboutertje zet een kopje eikeltjesthee.
  • We doen er een beetje honing in.
  • Even roeren en dan drinken we hem op.
  • Dan komt er een fee op bezoek.
  • Hoe heet zij?
  • Ze heeft mooie steentjes mee.
  • We mogen er allemaal eentje kiezen.
  • Ze hebben een prachtige kleur.
  • Welke kleur heeft jouw steentje?
  • Er staat ook op geschreven wat je allerbeste eigenschap is.
  • Wat is jouw allerbeste eigenschap? Het is ook een toversteentje, zegt de fee. Als je er drie keer over wrijft, ben je meteen thuis.
  • We wrijven er drie keer over. Een, twee, drie! En dan….
  • We draaien, draaien, draaien…
  • Plotseling merken we dat we in onze eigen tuin staan.
  • Was het nou alleen maar een herfstdroom?

Sint Maarten

Uitgelicht: Het vieren van het Sint Maartenfeest

Met het Sint Maartenfeest beginnen de lichtfeesten aan het einde van het jaar.

Eigenlijk begint de hele periode van elkaar licht brengen en vrijgevig zijn al op 17 oktober. Dat is de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede. Het lied van de Haves en de Have nots past daar in de bovenbouw prima bij.

Het Sint Maarten feest op 11 november

11 november is het Sint Maartensfeest. Het is de naamdag van de heilige Martinus oftewel Maarten van Tours, die later de heilige Maarten werd. Een ander woord voor heilig is “Sint”. “Sint Maarten” betekent dus “heilige Maarten”.

Sint Maarten is altijd een bedelfeest geweest, vaak met een bedeloptocht. Ook heel vroeger al. Dat was voor sommige mensen nodig in de wintermaanden, omdat er in die tijd weinig eten te vinden was. Ook Driekoningen en het Sinterklaasfeest zijn bedelfeesten. Dat zie je nog in Limburg. Daarom was het lang een feest voor de armen. Rijke mensen wilden liever niet dat hun kinderen er aan meededen.

Pas rond 1920/1930 veranderde dat. Toen vonden de mensen dit een mooie traditie en maakten prachtige stadsoptochten. Op sommige plekken gaan kinderen langs de deuren met zelfgemaakte of gekochte lampionnen en zingen liedjes. In ruil voor hun liedje krijgen ze een snoepje.

Een naamdag is niet de verjaardag van een heilige. Meestal is het juist de dag waarop hij of zij doodging. Om die persoon te eren, maakten ze er dan een feest van.

Maarten, een romeins soldaat ….

Maar wie was die Maarten? En waarom vieren we een feest dat zijn naam draagt?

Maarten van Tours werd rond 316 geboren in Hongarije als een zoon van Romeinse ouders. Maarten werd al jong Romeins soldaat.

Toen Maarten 15 was, trok hij als soldaat naar Gallië. Hij ontmoette bij de stadspoort van Amiens een bedelaar. Hij sneed zijn mantel met zijn zwaard doormidden en gaf de bedelaar de helft. Daarom vindt iedereen hem heel vrijgevig.

Voor wie meer info wil over Romeinse soldaten:

Maarten van Tours was een soldaat in het Romeinse leger. Die hadden speciale kleding aan. Maarten bleef niet zijn hele leven een soldaat. In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours tot bisschop verkozen. In 387 stierf hij aan koorts. Hij werd op 11 november begraven in de basiliek in Tours. 11 november is dus niet zijn verjaardag, maar zijn sterfdag. Het gebeurt vaak dat de sterfdag van heilige mensen een feestdag wordt.

Een feest van vrijgevigheid …

Waarom gaf Maarten eigenlijk maar de helft van zijn mantel? Dat was geen kwestie van gierigheid. Maarten kon de andere helft niet geven, want die was niet van hem. Die was namelijk eigendom van Rome. Die betaalde voor de soldaten de helft van hun mantel. De andere helft was van hem zelf, die had hij zelf betaald. Dat moest elke soldaat doen.

Sint Maarten is een vrijgevigheidsfeest. Kinderen gaan daarom langs de deuren als bedelaars en de mensen thuis geven hen iets van hun rijkdom.

Eigenlijk is dit verhaal een Christelijke legende. Het verhaal vertelt dat Jezus ’s nachts in een droom aan Maarten verscheen en hem vertelde dat hij eigenlijk die bedelaar was geweest. Hiernaast vertelt iemand van de Vrije School dat verhaal.

Rituelen ….

Op 11 november lopen kinderen in sommige plekken in Nederland (onder andere in Utrecht, West-Friesland en Limburg) met lampionnen (keuvels) die ze zelf hebben geknutseld. Soms zijn het uitgeholde pompoenen, soms zijn ze van papier en ander materiaal.


Volksliedjes die bij het feest gezongen worden …

De kinderen zingen dan grappige liedjes, waarin ze de mensen om een snoepje vragen. Het zijn echte volksliedjes. Luister maar eens naar twee versies van dit Sint Maartenliedje en vergelijk ze.

Bij volksliedjes worden er steeds teksten bij verzonnen en er ontstaan ook variaties in de melodie. Daarom zijn er heel veel verschillende versies van zo’n liedje. Je kan bij een volksliedje dus niet zeggen “die versie is goed” of “die is fout”. Dit heeft te maken met “overlevering”. Het is net als met woordje doorfluisteren. Halverwege is de tekst veranderd.

Dans met de beren

OB-OBS

Een liedje waarbij je kan musiceren en acteren. Bij het musiceren gaat hem om in de maat lopen en om het beleven van de parameters “zacht en sterk”. Dat kan je uitbouwen met boomwhackers of ritme instrumenten.

Je kan het liedje ook gebruiken bij het sprookje van Goudlokje en de drie beren. Je kan dit verhaal samen naspelen. (Teacher in role). Kijk maar eens naar het filmpje waarop meester Evan dat doet met een groep.

Sluip/ stamp met de beren, dan word je beresterk.
Zet allebei je voeten, maar lekker aan het werk.
Van linksom, rechtsom, linksom, rechtsom
Lekker samen sluipen/stampen, daar houden beren van.

Wat doen we met het lied? 

Je kunt net als de beren meestampen in de maat. Zo kan je goed ervaren wat maat eigenlijk is.

Je kan de parameters zacht en sterk (in de muziek noemen we “hard”, “sterk”.) aanleren. Beren kunnen hard stampen, maar ook zacht stampen. In de muziek heet “hard” “sterk”. Eigenlijk gebruiken we Italiaanse namen zacht is piano, sterk is forte.

Teacher in role

Hier kun je zien hoe meester Evan het verhaal dat eronder staat met de kinderen uitspeelt :

 

Het verhaal

  1. Wie gaat er mee naar het bos? Het is lente! (Iedereen natuurlijk :)) 
  2. We lopen over een hoge heuvel. We lopen de heuvel weer af.  (Doe je)
  3. We lopen over een lange weg.  (Doe je)
  4. Kijk, daar ligt het bos.  (Wijs) 
  5. We lopen het bos in.  (Doe je)
  6. Wat kraakt er zo onder onze voeten? (Wacht antwoord af. Takjes, dennennaalden)
  7. Waar ruikt het in de lente naar?  (blaadjes, bloemen…  )
  8. Wat horen we nou?  (fluiten…. Vogeltje)
  9. Rits rats roets…. Een eekhoorntje klimt de boom in..Wat is het mooi hier hè?
  10. In de verte zien we een heel klein huisje liggen. (Wijs) Zullen we er naar toe gaan?
  11. We lopen er naar toe.  (Doe je)
  12. Het huisje heeft 3 deurtjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  13. We gaan naar binnen. Door welk deurtje ga jij?  (Ieder kind mag door een eigen gekozen maat naar binnen.) 
  14. Wat een gezellig huisje!
  15. Als we binnen zijn, zien we een tafel met drie stoeltjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  16. Op welk stoeltje ga jij zitten?  (Ieder kind gaat op een eigen gekozen formaat stoeltje zitten.) 
  17. Op de tafel staan drie kommejtes pap. Eén hete. Een warme en ééntje met koude pap.
  18. Bij de hete pap ligt een grote lepel. Bij de warme pap een middelgrote lepel en bij de koude pap een klein lepeltje. We gaan van alle bakjes pap even proeven.
  19. Waar smaakt de pap naar? Is het lekker? Een beetje lekker? Of is het vies? Dat moet ik aan je gezicht kunnen zien.
  20. Dan gaan we van onze stoel af. Hoe moet dat? Waar zat je ook al weer op?  (Ieder kind gaat er op de eigen manier vanaf.) 
  21. Hee… er zit ook een trap in het huisje. We klimmen de trap op.  (Doe je)
  22. Er is een gezellig slaapkamertje met drie bedjes. Eén grote, één middelgrote en één kleine.  (Gebaren) 
  23. Oh… wat zijn we moe van de pap en de trap… Waar wil jij in liggen?  (Ieder kind gaat in het eigen formaat bedje liggen.) 
  24. We vallen in slaap. (Doe je)
  25. Plotseling horen we een deurtje. Er klinkt een papastem die zegt: Heee…. Wie heeft er op mijn stoel gezeten? Dan klinkt er een mamastem die zegt…. Huh? Wie heeft er van mijn pap gegeten? Een klein stemmetje zegt: nou moe,  er heeft ook iemand op mijn stoeltje gezeten! En er heeft ook iemand van mijn pap gegeten! (Doe dit met passende stemmetjes) 
  26. Opeens horen we voetstappen op de trap stampen.
  27. Een klein stemmetje zegt: Papa, mama…Er ligt iemand in mijn bedje.
  28. Van wie zijn die stemmen? Ze zijn van de drie beren.
  29.  Beren? (Schrik)  Dan moeten we wegrennen. (Doe je)

Als we spelen dat we op weg zijn, zijn er tussendoor allerlei vragen. Weet-vragen, maar ook fantasie-vragen, waarbij je zelf iets moet bedenken.

Het verhaal speelt zich af in de lente, maar je kan het heel gemakkelijk aanpassen, natuurlijk, zodat je dit sprookje ook in een ander seizoen kan spelen

Een thuis

Een huis is pas een thuis,
als de mensen die er leven,
laten merken dat ze om elkaar geven
en graag samen willen zijn.

Een huis, is pas een thuis,
als je blij bent dat je er heen kan.
als je voelt: hier ben ik nooit alleen, dan
weet je, thuis voel ik me fijn.

Wat maakt jouw thuis nou zo fijn?

Dit liedje is gemaakt voor de Kinderboekenweek. Het gaat over de vraag “Wat maakt een huis tot een thuis?” Je kan het liedje meespelen met de boomwhackers. De kleuren van de boomwhackers staan in de tekst aangegeven. Op dat moment laat je dus die kleur boomwhacker horen. (C, G en F)

Probeer of je de onderstaande ritmes met het liedje kan meetikken. Gebruik ritme-instrumenten of body-percussie. Kun je de ritmes ook door elkaar heen laten horen. De ene groep doet dan bijvoorbeeld het eerste ritme, een andere het tweede en een derde groep het laatste ritme.

ritme

Acteren

Maak groepjes en verzin een verhaal van een kind dat thuiskomt. Hoe reageert de familie? Wat is er bijzonder aan het thuis van dat kind. Zorg dat je verhaal een kop en een staart heeft.

Voor de hele groep

Op deze pagina vind je materiaal dat door het jaar heen te gebruiken is bij gelegenheden die de hele groep aangaan, zoals bijvoorbeeld beginnen, naar huis, een verjaardag vieren, samen de avondvierdaagse lopen of naar gym lopen, praten over pesten etc.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Laatste kusje

OB-OBS

Een liedje om aan alle papa’s en mama’s te laten weten dat de schooldag begint.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Gauw een laatste kusje!
Doe dat nou maar vlug!
Ik moet nu echt werken.
Straks zie je me weer terug.
Dan mag je me halen.
Dus wees nu maar niet bang!
Nu mag jij wel weggaan,
want ik moet aan de gang!

Goede morgen!

OB-MB-BB-OBS-BBS-ML

Als je op school komt, zeg je natuurlijk eerst: “Goede morgen!” Zo hebben we dit liedje dan ook genoemd.

Begin met zingen en samen musiceren als de schooldag begint, terwijl je een Afrikaans liedje leert. Che che kulay is een liedje uit Ghana. Dat is een land in Afrika. Ritme is erg belangrijk in dit liedje. Het is een vraag en antwoord-liedje. Iemand zingt een regeltje voor en een ander zingt het na.

Bij Kzing hebben we er Nederlandse woorden op gemaakt. Het arrangement (de manier waarop we er muziek van hebben gemaakt), is niet Afrikaans. We hebben er een rumba van gemaakt. Dat is een Latijns Amerikaanse dans. Zo is het een heel internationaal liedje geworden.

De meest eenvoudige versie:

Dit is een versie voor jongere leerlingen (onderbouw) of beginners. Dit arrangement sluit aan bij de kleurlijn. Het ritme staat aangegeven in

Iets moeilijker:

Hetzelfde arrangement voor de middenbouw, met andere woorden. Het sluit aan bij de kleurlijn. Het ritme staat aangegeven in vormen.

Nog iets moeilijker:

Een moeilijker arrangement , met ritme in noten. 3 x hetzelfde, lastige, ritme, waar ook rusten inzitten.

Goede morgen. 2 x
Wat gaan we leren? 2 x
Misschien de tafels? ( of: misschien wel topo etc.) 2 x
Ga het proberen. 2 x
Goed je best doen. 2 x
Dan komt het wel goed!

Onder het linkje hiernaast hoor je hoe kinderen de Ghanese woorden zingen en er ritmes bij spelen.  Je kunt met hen meedoen. Als er meer mensen zijn, kun je samen een orkest vormen.

Afrikaanse muziek heeft meestal heel interessante ritmes.

*In plaats van een ritme-eitje, kan je een pak rijst nemen.
*In plaats van een trommel, kan je op een kussen trommelen.
*In plaats van de claves, kun je ook twee potloden nemen.
*Je kunt de ritmes ook klappen en stampen.

Che che kulay schijnt een soort rijmliedje te zijn, maar in het Ghanees (de taal die ze in Ghana spreken) is rijmen wat anders dan in onze taal. Ze vinden dat het rijmen is als je telkens een beetje verandert en door-verzint op de vorige regel. Het is heel moeilijk om dit liedje precies te vertalen, maar het is niet allemaal onzin. De laatste regel schijnt net zoiets te zijn als “hoofd-schouders-knie en teen.”

Ben je net klaar met boek 1: ritme? Ga dan hier verder met de oefeningen van boek 2

Beweeglied

Het beweeglied (handen omhoog) is een bewegingstussendoortje. Je kan lekker even bewegen tussen de lessen door. Dan is je hoofd meteen ook weer lekker leeg en heb je nieuwe energie. Je kan het lied ook op een sportdag zingen, of met de Koningsspelen. Door te bewegen, kan je je hoofd leegmaken en voel je je vrij van zorgen!

Handen omhoog. En handen terug.
Eerst heel langzaam. Dan heel vlug.
Word je moe omdat je zit ?
Lekker bewegen, dan word je fit !

 

Je kan ook lekker mee bewegen met de bewegingstussendoortjes van Cooking Class. We hebben er een paar voorbeelden van. Klik maar op de link hiernaast.

 

Kiekeboe

OB-MB-SO

Een liedje over de zon die je vraagt of je komt buiten spelen.

Kiekeboe, kiekeboe

Kijk, ik schijn, dus kom je nou?

Kiekeboe, kiekeboe.

Want ik schijn speciaal voor jou.

Weet je dat het lente (of zomer) is?

Ook al is het nog wat fris?

Kiekeboe, kiekeboe

Kijk, ik schijn, dus kom je nou?

Kiekeboe, kiekeboe.

Want ik schijn speciaal voor jou.

Nee, je jas hoeft niet meer dicht.

Ik geef jou mijn gouden licht.

Kiekeboe, kiekeboe

Kijk, ik schijn, dus kom je nou?

Kiekeboe, kiekeboe.

Want ik schijn speciaal voor jou. 3 x

Naar buiten!

OB-MB-BB-OBS-BBS

Wat is het fijn om af en toe lekker buiten te spelen. Niet alleen in de lente en zomer, zoals je in de ingezongen versie hoort, maar natuurlijk ook in de herfst en de winter. Daarom hebben we er twee teksten op gemaakt.

Ook zijn er twee arrangementen die je kan vergelijken; een klassiek arrangement en een draaiorgelarrangement. Kan je horen dat het hetzelfde liedje is ? Lukt het om de melodie bij allebei de versies te zingen?

Bij de draaiorgelversie dansen de kinderen alsof ze een draaiorgel zijn.

Onder aan de pagina kan je meer leren over draaiorgels. Draaiorgels horen bij de Nederlandse cultuur.

Ingezongen klassieke versie
Ingezongen draaiorgelversie

De woorden die je in de lente en zomer zingt :

Ga je mee, met mij naar buiten?
Je hoort de merels fluiten; tijd om buiten iets te doen.
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen, want de blaadjes zijn weer groen.

Ik wil niet langer hangen op de bank voor de t.v.,
want buiten roepen vrienden: Sta eens op, ga met ons mee!

Ga je mee, met mij naar buiten?
Ik hoor de merels fluiten; tijd om buiten iets te doen.
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen, want de blaadjes zijn weer groen.

De woorden die je in de herfst en winter zingt:

Ga je mee, met mij naar buiten?
Ik hoor mijn vrienden fluiten.. dat betekent: Kom, we gaan!
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen.. Jongens wacht, ik kom eraan.

Ik wil niet langer hangen op de bank voor de t.v.,
want buiten roepen vrienden: Sta eens op, ga met ons mee!

Ga je mee, met mij naar buiten?
Ik hoor mijn vrienden fluiten.. dat betekent: Kom, we gaan!
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen.. Jongens wacht, ik kom eraan.

Dit is de karaoke van de klassieke versie
Dit is de karaoke van de draaiorgelversie

Meer weten over draaiorgels? Kijk dan op deze pagina in de site:

Over draaiorgels

Over de zomer

Op deze pagina vind je informatie over de zomer en ook materiaal dat daarover gaat. De astronomische zomer begint bij ons op het noordelijk halfrond rond 21 juni. In de zomer zijn de dagen best lang. De temperatuur is vaak wat hoger en er is kans op hittegolven. Tegenwoordig is er vaak droogte in de zomer. In de avond is er soms onweer. De zomervakantie valt ook in deze periode.

De zon gaat rond 21 juni door het zomerpunt. Dat noem je de midzomerzonneweide. Op die dag staat de zon het hoogste boven de horizon. Het is het langste lichtmoment van het jaar. Daardoor kan de zon de aarde ook goed verwarmen. Na de zomerzonnewende worden de dagen trouwens steeds een beetje korter. De meteorologische zomer begint trouwens op 1 juni. Hoe dat allemaal zit, kun je horen als je op het linkje hieronder klikt.

Hoe ontstaan seizoenen eigenlijk? Klik op het plaatje voor een les over de seizoenen:

Tegenwoordig kennen we 4 seizoenen: lente, herfst, zomer en de winter. Dat is niet altijd zo geweest. Lang geleden, in de tijd van de Germanen, onderscheidden de mensen maar twee seizoenen: zomer en winter. Het woord komt in veel talen voor en was al in de tijd van de Germanen bekend en in het Oud Noors was het “sumar”. Het was bij ons ook in de middeleeuwen al in gebruik. Het komt van een Oudindisch woord: sama. Dat betekent “jaargetijde”.

Water is een echt zomerthema, denk aan het strand en de zee, rivieren en zwemmen. Die hebben we nog eens apart uitgelicht. Je kan ook aandacht besteden aan de bloeiende natuur; muggen, vliegen, bijen… en aan de zon. Hieronder vind je materiaal dat past bij de zomer:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Een mogelijk weekprogramma:

Voetballen

OB-MB-BB-OBS-BBS

Heerlijk buiten sporten! Wie vindt dat nou niet leuk? Wie houdt er in deze groep van voetballen? Voor die mensen is dit liedje gemaakt.

Wat je ook zegt, voetballen is beter!
Wat je ook zegt, voetballen is cool!
Wat je ook zegt, kom eens in beweging.
Trap gewoon een balletje en
kom eens van je stoel!

Wat je ook zegt, voetballen is leuker.
Wat je ook zegt, voetballen is vet.
Wat je ook zegt, kom eens in beweging.
Voor een potje voetbal, spring ik echt meteen uit bed.

Super mega vet!
Kom eens van je stoel!
Panna en een omhaaltje
en hopla in het doel.
Voetballen is… voetballen is… voetballen is cool!

Wat je ook zegt, voetballen is beter!
Wat je ook zegt, voetballen is cool!
Wat je ook zegt, kom eens in beweging.
Trap gewoon een balletje en kom eens van je stoel!

Ga je mee op reis?

Op deze pagina lichten we materiaal uit dat te maken heeft met vakantie, op reis gaan, vervoersmiddelen en koffers pakken. We beginnen met een liedje over op reis gaan. Onderaan de pagina vind je meer materiaal dat je kan gebruiken bij dit thema.

De ingezongen versie OB-MB-OBS-BBS
De karaoke versie

Ga je mee? Ga je mee?
Ga je mee op reis?
Pak je koffer in.
Goed idee !
Ga je mee? Ga je mee?
Ga je mee op reis?
Maar wat nemen we mee?

Als je naar het filmpje kijkt, kan je op twee dingen letten.

  1. Wat neemt de jongen mee, die zijn koffer inpakt.
  2. Welke vervoermiddelen gebruiken de kinderen als ze reizen?

Wie heeft de meeste dingen onthouden? (Je kan natuurlijk ook gewoon twee keer kijken en op één van de twee dingen letten 😉 ) Wat neem jij eigenlijk mee als je op vakantie gaat?

Verwerking

We doen het spel: ik ga op vakantie en ik neem mee. We zitten in de kring. Iemand begint en zegt: “Ik ga op vakantie en ik neem mee: een hoed.” De volgende zegt dezelfde zin, maar noemt niet alleen de hoed. Hij/zij voegt er iets aan toe. Nou moeten er al twee woorden onthouden worden. Waar loopt het mis? Dan lachen we en beginnen we opnieuw.

Meer vakantiemateriaal:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Ik ben zo blij met mij

OB-MB-BB-OBS-BBS

Je bent goed zoals je bent, dus probeer jezelf ook te waarderen. Haal jezelf niet omlaag en laat je niet door anderen pesten of omlaaghalen. In Nederland en volgens de rechten van de mens, heb je de vrijheid om te zijn wie je bent. Het is goed om zelfrespect te hebben. Jij bent jij en je mag er zijn!

De ingezongen versie
De karaoke versie

Ik ben zo blij met mij, toe, zing dit liedje maar mee.
Ik ben zo blij met mij! Ik vind “mezelluf” oké!
Ik hoef niet aldoor op te letten, wat een ander van mij vindt.
ik hoef mezelf niet te “verg’lijken” met een leuker, beter kind.
Dus wanneer iemand mij wil pesten, kom ik voor “mezelluf”op.
Een beetje plagen is oké, maar als ik stop zeg, is het stop!

Ik ben zo blij met mij, toe, zing dit liedje maar mee.
Ik ben zo blij met mij! Ik vind “mezelluf” oké.
Niet iedereen die vind tmij aardig, maar wat maakt dat uit? Nou en?
Ik ben gewoon de moeite waard en precies goed zoals ik ben.
Dus wanneer iemand mij wil pesten, kom ik voor “mezelluf” op.
Een beetje plagen is oké, maar als ik stop zeg, is het stop!

Ik ben zo blij met mij, toe, zing dit liedje maar mee.
ik ben zo blij met mij! Ik vind “mezelluf” oké…. 4 x

Weerbaarheid

Sta anderen nooit toe om je te pesten, zeer te doen of te kleineren. Kom voor jezelf op. Wees weerbaar. Dat betekent: leer jezelf op de goede manier verweren.

De toverformule !

Probeer dat op een handige manier te doen. Als iemand tegen jou “Stop, hou op!” schreeuwt, heb je ook niet zo’n zin om rekening met die persoon te houden. Begin met het vriendelijk te vragen en leg uit waar je last van hebt en waarom.

Maar als iemand je expres verdriet doet of in de weg zit, zoek dan altijd hulp. Misschien eerst bij je vrienden, maar als dat niet lukt, bij volwassenen. Kom voor jezelf op, totdat het probleem is opgelost!

Wees ook tevreden met wie je bent en wat je kan. Zolang jij je best doet, hoeft niemand lelijk te doen tegen je. Ook jijzelf niet. Je hoeft niet precies zo te zijn als andere mensen. Je mag jezelf zijn. Wees blij met jezelf!

In deze groep…

OB-MB-BB-OBS-BBS

Een liedje over inclusiviteit. bij de refreinen kan mee gestampt worden. Kijk maar in het filmpje. In een grote ruimte kunnen leerlingen dan samen dansen.

De ingezongen versie
De karaoke versie

In deze groep, hoort iedereen erbij.
Het gaat hier niet alleen om jou en niet alleen om mij.
We kunnen altijd samenwerken. Iedereen doet mee.
En iedereen is anders, maar dat vinden we oké.

‘k Dans met jou. ‘k Dans met jou.
‘k Dans met iedereen!
‘k Dans met jou. ‘k Dans met jou.
Niemand danst alleen.

In plaats van “‘k dans met jou”, kan je ook zingen “‘k speel met jou” , of “k leer met jou”

Hoort iedereen er in jullie groep bij?

Bij Kzing vinden we dat iedereen erbij hoort. We houden niet van pesten en pesters. Niemand moet worden buitengesloten. Iedereen mag er zijn. Het maakt niet uit welke huidskleur je hebt, of je wel of geen sproeten hebt, of je dikker of dunner bent, ouder of jonger, of je op jongens of op meisjes valt, of je blond, bruin of rood haar hebt, of je ouders rijk zijn of niet en ga zo maar door! Hoe zou je dat goed kunnen aanpakken?

We hoeven in een groep niet allemaal vrienden te zijn, maar we moeten respect voor elkaar hebben en kunnen samenwerken als collega’s. In een goede groep speelt geen van de kinderen de baas. In een fijne groep krijgen alle kinderen evenveel rechten en worden ze allemaal rechtvaardig behandeld.

Vind jij dat dat zo is in de groepen waar jij komt? En kan jij voor jezelf opkomen als iemand jou vervelend behandelt? Dat heet “weerbaar zijn.” Ben jij weerbaar?

Het is belangrijk om in elke groep samen goede afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat. Als iemand zich gepest voelt, moet hij of zij ook hulp krijgen. Hebben jullie zulke afspraken in jullie groep?

Wij !

OB-MB-BB-OBS-BBS

Ik ben ik; jij bent jij… maar samen zijn we wij! Iedereen mag zichzelf zijn en kiezen wat hij doet. Toch? Maar… als we met elkaar samenleven, wil ik wel eens iets dat jou in de weg zit! En dan? Denk eraan: ik ben ik… jij bent jij…maar als we moeten samenleven zijn we “wij”. “We hoeven niet allemaal vrienden te zijn, maar we moeten wel goede collega’s voor elkaar zijn. het is belangrijk dat iedereen in de groep met plezier naar school toe gaat.

Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.
Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.

Let goed, op wat je doet.
Kijkt de ander nog wel blij?


Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.

Herhaal het lied

Als we met meer mensen samen zijn, moeten we “geven en nemen.” Die uitdrukking betekent dat we niet alleen moeten doen wat we zelf willen. We moeten niet alleen nemen. Nee, we moeten ook om andere mensen denken. We moeten hen ook wel eens wat gunnen. Dat is een beetje “geven.”

Niemand kan helemaal zijn zin krijgen. We moeten samen doen.

Dat geldt niet alleen voor kinderen. In de hele samenleving is dit nodig. We leven nou eenmaal met heel veel mensen op één planeet. Er is een bekende uitdrukking over vrijheid:

Mijn vrijheid eindigt waar de jouwe begint.

Wie dit als eerste gezegd heeft, konden we niet ontdekken, maar het is beslist iets om over na te denken.

Knoop in de kring

Iedereen staat met zijn gezicht naar het midden van de kring. De leerlingen houden elkaars handen vast. Er wordt afgesproken dat iedereen voorzichtig met elkaar doet. De leerlingen mogen nu onder elkaars armen doorlopen, zodat de kring “in de knoop” raakt. Als de leerkracht het aangeeft, mogen de leerlingen (zonder de handen los te laten) samen weer uit de knoop te komen en een mooie ronde kring te vormen. De eerste keer is het handig om de kring niet al te erg in de knoop te laten raken. Kunnen de leerlingen dit ook zonder geluid te maken?

Vertel en lieg

Iedere leerling mag naar voren komen en 3 dingen over zichzelf vertellen. 2 van de 3 zijn waar en één ding is gelogen. De groep moet raden wat gelogen is. Zo leer je elkaar toch weer net wat anders kennen.

Vandaag ben je jarig!

OB-MB-BB-OBS-BBS

Als iemand jarig is, is het feest. Je feliciteert die persoon en je gaat voor hem of haar zingen. Kzing heeft er een liedje voor gemaakt. Natuurlijk hoort ook “Lang zal hij/zij leven” daarbij, want dat is hét Nederlandse lied bij verjaardagen. Je kan iemand ook persoonlijk toezingen. Dan zing je: “Lang zal je leven!” Onderaan de pagina staan nog andere suggesties voor een verjaardagslied.

Vandaag ben je jarig.
Dit lied is voor jou.
We zeggen: “Van harte gefeliciteerd,
hoeveel jaren ben jij nou?
Van je hiep, hiep, hiep, hiep,
hiep, hiep, hoera.
Ben je meer dan…… jaar?
Voortaan antwoord jij met: “Ja!”
Lang zal je leven enz.

Kleine trein van de Caipira

OB-MB-BB-BBS

Er zijn veel muziekjes gemaakt over treinen. Ook Heitor Villa Lobos (5 maart 1887 – 17 november 1959) heeft dit gedaan. Hij schreef er in 1930 een muziekstuk over: De kleine trein van de Caipira. Het gaat over een kleine trein op het Zuid-Amerikaanse platteland. Je hoort de locomotief. Het stuk schept een sfeer. Het komt uit een orkestsuite die Bachians brasileiras heet. Dit is deel 2. Later maakte Vila-Lobos er een stuk van voor cello en piano.

Later heeft hij er ook een lied van gemaakt.

We hebben geprobeerd een goede vertaling te vinden:

Daar gaat de trein met de jongen

Daar rolt het leven door

Daar gaat de Ciranda (de volksmuziek) en zijn lot

De stad draait langzaam naar nacht

Daar gaat de trein zonder bestemming

om een nieuwe dag te vinden

Ga door het land

Ga door de bergen

Ga door de zee

Zingend in de maanvervelichte bergketen

Rennend onder de sterren om te vliegen

in de lucht, in de lucht

Over de componist

Heitors grootouders vluchtten halverwege de negentiende eeuw. Het ene stel uit Spanje en het andere uit Portugal. Ze gingen naar Brazilië. Daar schaften ze 1850 de slavernij af. Pas in 1888 waren de mensen echt vrij, waardoor veel tot slaaf gemaakte mensen naar de stad Rio de Janeiro trokken. Dat was dus een smeltkroes van culturen.Heitors ouders vinden elkaar en trouwen. Zijn vader is cellist, zijn moeder is amateur musicus. In 1887 komt Heitor als tweede kind ter wereld.

In 1889 wordt Brazilië een republiek. Keizer Peter II hield van Europese muziek, maar nu was er plek voor muziek uit het land zelf. Heitors vader heeft commentaar op de nieuwe regering. Hij moet onderduiken op het platteland. Daar maakt Heitor kennis met de volksmuziek van Brazilië.

In 1893 keert Heitors familie terug naar Rio de Janeiro. Hij kan dan al cello spelen, maar hij stapt in 1895 over op de klarinet. In 1899 schrijft Heitor zijn eerste compositie, in het jaar dat zijn vader sterft. Eerst gaat hij nog medicijnen studeren, maar uiteindelijk kiest hij toch voor de muziek. Hij treedt veel op, onder andere in bioscopen.

Hij houdt ook van reizen. Hij reist naar het Amazonegebied en later naar het zuiden. Hij nam altijd de muziek mee uit die gebieden.

In 1923 krijgt hij een beurs om in Parijs te studeren. In 1930 keert hij terug. Hij is dan al erg beroemd. Hij mag het muziekonderwijs in Rio vormgeven. Hij ontwerpt een nieuw onderwijssysteem. Hij maaktdaarbij gebruik van al die volksmuziek. Je hoort aan zijn muziek altijd echt dat het uit Brazilië komt. Hij heeft veel koorwerken voor kinderkoren gemaakt, maar hij componeerde ook voor andere bezettingen. Hij heeft zelfs filmmuziek geshreven.

In 1944 ging hij op reis naar de Verenigde Stagen van Amerika. Hij werd erg beroemd. Er is een museum aan hem opgedragen: het Museau Villa-Lobos in Rio de Janeiro. Kinderen en jonge mensen houden vaak erg van zijn muziek.

Het is moeilijk om één label te plakken op de muziek van Villa-Lobos. Er zitten impressionistische kantjes aan, maar ook expressionistische kanten. Je hoort zelfs elementen uit de barok en uit de klassieke muziek. Hij was van alle markten thuis. In ieder geval is het belangrijkste aspect de aansluiting bij de volksmuziek.

Stop, hou op!

OB-MB

Bij Kzing zijn wij natuurlijk tegen pesten, want pesten is heel gemeen en beschadigt mensen voor hun hele leven. Een beetje plagen, moet kunnen. Maar dan hebben we het over een grapje waar de persoon zelf ook om kan lachen. Pesters hebben geen respect voor de grenzen van andere mensen en luisteren niet naar “Stop, hou op!”

Maar… “Stop, hou op!” klinkt ook niet erg aardig. Hier onder in het filmpje (voor de onderbouw) kan je zien hoe je dat handiger kan aanpakken.

Je kan beter vriendelijk zeggen: “Zou je alsjeblieft willen ophouden met …….., want ik word daar …….. van. ” Bijvoorbeeld: Zou je willen ophouden met je voet tikken, want dan kan ik me niet zo goed concentreren. Of: Zou je mijn naam niet steeds gek willen zeggen, want ik word daar erg verdrietig van. ”

Dan heb je op een duidelijke, positieve manier je grens aangegeven. Als iemand daar dan niet naar wil luisteren, kun je heel precies aan je juf of meester uitleggen wat er aan de hand is. Probeer het eerst zelf op te lossen als iemand over je grenzen heengaat.

Als het je alleen niet lukt, kan je altijd een klasgenoot vragen je te helpen. Als jullie er samen niet uitkomen, kan je het beste naar een volwassene gaan.

Wordt er bij jullie in de groep gepest? Ben jij dan heldhaftig genoeg om iemand te helpen?

Stop, hou op


Pesten is geen grapje. Pesten is gemeen.
Zien we iemand pesten, roepen we meteen:
Effe niet zo gek doen. Hou eens even op.
Wat is er niet duidelijk aan “Stop, hou op!” ?

Stop, hou op. Stop, hou op. Stop hou op! 2 x


Pesten is geen grapje. Pesten is gemeen.
Zien we iemand pesten, roepen we meteen:
Effe niet zo gek doen. Hou eens even op.
Wat is er niet duidelijk aan “Stop, hou op!” ?

Stop, hou op. Stop, hou op. Stop hou op! 4 x

De karaoke versie:

Een lied voor Vaderdag

OB-MB-BB-BBS

Op deze pagina vind je informatie over Vaderdag, maar er staat ook een speciaal Vaderdaglied op deze pagina.

We beginnen met twee korte podcasts over Vaderdag. De eerste is bedoeld voor de onderbouw en de tweede voor de midden- en bovenbouw.

Een podcast van 1.30 voor de onderbouw en de jongste groep van de middenbouw. Er wordt wat informatie gegeven over Vaderdag.
Dit is een podcast van 4 minuten met informatie over Vaderdag. Hij is bedoeld voor de hogere groepen van de middenbouw en voor de bovenbouw.

Luister nu hieronder naar het Vaderdaglied

Papa, papa, wat ik je zeggen wou.
Je bent echt mijn held, dus dit lied is voor jou.
Ik zeg: “De allerbeste vader van de wereld ben jij.
Dank je wel, lieve papa, voor wat jij doet voor mij. “

Hieronder vind je de karaokeversie

Vaderdag is een feestdag waarbij we onze vaders eren. Als je iemand eert, laat je je bewondering voor iemand merken. Op Vaderdag hoeven vaders niets te doen en krijgen ze vaak een knutsel of een cadeautje van hun kinderen. Kinderen zeggen op die manier als het ware dankjewel voor alles wat hun vaders voor hen doen.

Vaderdag wordt in veel landen gevierd, maar niet overal op dezelfde datum. In Nederland vieren we dat de derde zondag in juni.

Als jij een lieve vader hebt, is het leuk om aandacht te besteden aan Vaderdag. Maar niet iedereen heeft of kent zijn of haar vader. Sommige mensen hebben twee vaders, of een bonusvader of een pleegvader.

Toch heeft bijna iedereen wel een man in zijn of haar leven die als een vader is. En daar hebben we dit speciale Vaderdaglied voor gemaakt. En als je dat niet hebt, kan je dit lied natuurlijk ook zingen voor je moeder, want in dat geval doet zij alles wat een moeder én wat een vader doet.

Er wordt gezegd dat Vaderdag in 1909 is bedacht door Sonora Smart Dodd, uit Washington. Zij wilde haar vader William eren, die een veteraan was uit de Amerikaanse burgeroorlog. Zijn vrouw stierf bij de geboorte van hun zesde kind. William zorgde goed voor zijn kinderen en was een echte doorzetter. Daarom wilde zijn dochter hem eren met een speciale dag. Een jaar eerder had Anna Jarvis Moederdag bedacht. Het leek mevr. Smart-Dodd een goed idee ook zo’n dag voor vaders in het leven te roepen.

De eerste Vaderdag was in 1910, maar het duurde lang voor het een officiële feestdag was. Het feest werd in de Verenigde Staten pas erkend in 1972.

In Nederland sloeg het feest veel eerder aan. Vaderdag wordt hier al vanaf 1937 gevierd.

In die tijd hoefden mannen meestal nog geen huishoudelijke taken te doen, behalve dan natuurlijk op Moederdag. Op Vaderdag hoefden ze dat natuurlijk ook niet. Maar mannen hadden ook in die tijd wel de taak het hele inkomen te verdienen en de kinderen mee op te voeden.

Vroeger waren het de vaders die meestal wat meer avontuurlijk waren en kinderen uitdaagden om te stoeien, sporten en de wereld in te trekken. De moeders zorgden voor het eten, de was, het huis en de knuffels.

Ook toen waren mannen en vrouwen samen een team, maar de rolverdeling was anders dan in deze tijd.

Tegenwoordig verdelen vaders en moeders de taken meestal op een manier die goed bij hun eigen karakter en aanleg past. Dat kan net zo zijn als vroeger, maar het is heel gewoon als het anders is. Tegenwoordig koken vaders, strijken ze, brengen vaders hun kinderen naar bed, helpen ze met hun huiswerk.. Dat waren vroeger taken van vrouwen. Een man die zoiets deed, vond men een beetje een sukkel. Dat is gelukkig nu heel anders.

Het is wetenschappelijk bewezen dat het voor kinderen heel belangrijk is dat hun vaders echt betrokken zijn bij hen. En de meeste vaders zijn dit ook.

Aan wie of wat denk jij bij het woord “vader”? Zou je daar een tekening over kunnen maken? Misschien kan je die op Vaderdag aan iemand geven die voor jou zorgt.

Wij wensen iedereen een heel goede Vaderdag!

Meer Vaderdagmateriaal

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het grote wandellied

OB-MB-BB-BBS

Wandelen is ook een sport. Het is zelfs een heel gezonde sport!

Dit is een lied dat je bij elke wandeling kan zingen. Zo’n lied staat natuurlijk in een tweetelsmaat. Je telt steeds: links, rechts, links, rechts. Vooral als je moe bent, helpt het om te zingen. Je kan het ook zingen bij de Avondvierdaagse.

Je kan in verschillende landschappen wandelen. Waar wandel jij graag? In het bos, op het strand, door de bergen of in een winkelstraat? Of is er nog een andere plek waar jij graag wandelt?

Maak eens een tekening van het landschap waar jij graag doorheen wandelt.

Ik zet de ene voet voor de andere.
Waar gaan we dan naartoe?
We zijn op weg naar nergens en
ik ben nog lang niet moe.
Ik loop alleen maar om te lopen en niet om er te zijn.
Alleen de watjes hoor je zeuren:

  1. “Mijn voeten doen me pijn.”
    2.”Mijn kuiten doen me pijn.”
    3.”Mijn stem-ban-den doen pijn!”

Moederdag en Vaderdag

OB-MB-ML

Op deze pagina vind je een liedje en een gedichtje voor Moederdag en Vaderdag. Als je geen moeder of vader in de buurt hebt, kan je het lied natuurlijk gewoon voor iemand anders spelen die goed voor je zorgt. Gebruik toetsen, boomwhackers, melodica’s of een ander instrument.

In de jaren 60 leerden de kinderen op school een “wensje” voor Moederdag. Ze maakten er een mooie knutsel bij. Je maakte een mooie buiging, dan begon je: “Lieve mama…” en daarna zei je het versje op dat je uit je hoofd had geleerd. Hieronder staat een voorbeeld van zo’n wensje.

Lieve ……

Een vader/moeder kun je zelf niet kiezen,
maar als dat zo zou gaan,
dan had jij op mijn lijstje
vast bovenaan gestaan!

Lieve …

Jij staat altijd klaar…
Met je zorg
En je lach
Bedankt lieve …
Fijne Moeder.Vaderdag !

Een ouderwets moederdaggedichtje……..

De 2e zondag in mei,
vieren we feest en zijn we blij.
Dan eten we taartjes en gebak.
en moeder doet niets, die houdt haar gemak.

Wie zorgt voor de koffie, wie voor de thee?
En wie voor het eten? Het valt niet mee!
Het is maar het beste dat MAMA het doet.
Dan weten we zeker: dan gaat alles goed!!!

Zoiets doen we tegenwoordig meestal niet meer. Maar het is misschien best een leuk idee om voor Moederdag een mooie knutsel voor je moeder te maken.

Je zou bijvoorbeeld tijdschriften kunnen pakken en er plaatjes uitknippen van alle dingen die jij de belangrijke persoon in je leven graag zou willen geven. Die plaatjes kan je dan op een papier plakken en de pagina verder nog versieren.

Je kan natuurlijk ook dit lied voor hen spelen, als je zelf een instrument hebt. Als je het ingestudeerd hebt, kan je het als cadeautje laten horen. Mooie tekening erbij met de woorden erop en.. klaar is Kees… en Trang, Marietje… Tineke… Ahmed… .. of hoe jij ook heet.

Hip hop happy birthday

OB-MB-BB-ML

Samen een verjaardag vieren? Dan zing je een lied! Maar wil je eens iets anders doen dan met elkaar zingen? Luister dan eens naar dit liedje in hip hop style.

Hip hop is een manier van leven. Hip hoppers willen de mensen in de samenleving laten zien en horen wat er aan de hand is. Sommige dingen vinden ze oneerlijk. Daar maken ze teksten over. Bijvoorbeeld over de armoede die sommige mensen hebben.

Daar hoort ook een muziekstijl bij. Die is ontstaan in in de jaren zeventig van de vorige eeuw in New York, en vooral in de wijk the Bronx, waar veel arme mensen wonen. Veel mensen waren van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse afkomst.

Vaak is er een rapper of een MC  (Master of Ceremonies) de artiest. Soms zingen ze niet, maar praat-zingen ze. Graffiti (letters en beelden met verf op muren en hekken zetten) en breakdance horen er bij.

Van harte gefeliciteerd van Kzing!

Berenklapspelletje

OB-MB-OBS

Dit versje is eigenlijk een spelletje om op te zeggen tijdens het touwtje springen. Twee kinderen draaien een lang springtouw. De rest springt in en springt uit. Iedere leerling krijgt de kans om alle opdrachten te doen. Wie kan het liedje af springen?

Dat is best moeilijk. Daarom hebben we er bij Kzing een gewoon klapspelletje van gemaakt. Leerlingen kunnen 2 aan 2 tegenover elkaar staan en klappen terwijl ze het versje opzeggen. Na elke regel voeren ze de opdracht uit.

Beertje, beertje, draai eens rond.
Beertje, beertje, tik de grond.
Beertje, beertje, stamp erbij.
Beertje, beertje, handen in je zij.

Beertje, beertje, handjeklap.
Beertje, beertje, zet een stap.
Beertje, beertje, kijk eens raar.
Beertje, beertje, zwaaien (of rusten*) maar !

  • Klap het liedje. Wat je hoort is het ritme. 
  • Klap het liedje, terwijl je de woorden zegt.
  • Stamp het ritme, terwijl je de woorden zegt.
    • Duren de woorden allemaal even lang?
    • Klap het ritme heel zacht.
    • Klap het ritme heel sterk. (In de muziektaal is het tegenovergestelde van zacht “sterk” en niet “hard.”_
    • Klap het ritme heel langzaam. Je hebt nu het tempo veranderd.
    • Klap het ritme heel snel. Je hebt nu het tempo veranderd.
  • Ga tegenover elkaar staan. Je klapt eerst in je eigen handen en dan klap je met de handen tegen de handen van je overbuurman. Na elk regeltje doe je wat je gezegd hebt.
  • Als je dit kan, kan je ook proberen “schuin over”  te klappen. 

In de herfst kan je zeggen “rusten maar…” en op je hurken gaan zitten.

*Een beer gaat eigenlijk niet in winterslaap. Hij neemt wel winterrust. Als het kouder wordt, zoeken ze een hol en daar gaan ze rusten. Beren houden niet echt een winterslaap. Er zijn wel dieren die in winterslaap gaan. Die zie je de hele winter niet. Dat zijn meestal kleine zoogdieren. Die kunnen hun lichaamstemperatuur zover laten zakken dat die gelijk is als de omgeving. Je zou dan een eekhoorn kunnen vinden die helemaal bevroren lijkt, maar als je het beestje langzaam opwarmt, is hij nog levend. Beren laten hun lichaamstemperatuur maar met 5 graden dalen. Dat grote lijf moet snel opgewarmd kunnen worden om te kunnen vluchten als er gevaar is. Ook moet de beer af en toe wakker worden om even een klein hapje te eten.

Schepje

OB-OSO

Een bewegingsliedje dat bij de zomer hoort. Lekker naar de zee en het strand toe met papa of mama om daar zandkastelen te bouwen.Echt iets voor de zomervakantie. In het filmpje zie je welke bewegingen je erbij kunt maken.

Het liedje gezongen door Club So
De karaoke versie van het liedje

Met mijn schepje, met mijn emmertje ,
ga ik met papa naar het strand, naar het strand.
Met mijn schepje, met mijn emmertje,
bouw ik kastelen in het zand.

Als ik wegga en weer terugkom,
zie ik mijn kasteel niet staan!
En dat heeft de zee dan stiekem,
met haar eb en vloed gedaan.

Stoute, stoute, stoute zee!

Met mijn schepje, met mijn emmertje ,
ga ik met papa naar het strand, naar het strand.
Met mijn schepje, met mijn emmertje,
bouw ik kastelen in het zand.

Mee naar de zee

OB-MB-BB-BSO-ML

Veel mensen worden geïnspireerd door de zee. Dat is altijd al zo geweest. Charles Trenet maakte er een mooi chanson over. Mr. Bean werd hierdoor geïnspireerd en maakte er een heel mooi, zonnig, vakantie-achtig filmpje bij over naar de zee en het strand toegaan. Dat filmpje is ook leuk als je wat jonger bent. Ook al is het lied in het Frans, iedereen snapt precies wat er bedoeld wordt. Hieronder staat een ruwe vertaling.

Kan je herkennen dat het in het Frans gezongen wordt? Als meer begaafde leerlingen het een mooie taal vinden, kun je hen een les laten doen met Duo lingo.

De zee La mer
Die men ziet dansen Qu’on voit danser
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
Heeft zilveren reflecties A des reflets d’argent
De zee La mer
Reflecties veranderen Des reflets changeants
Onder de regen Sous la pluie

De zee La mer
die in de zomerse lucht verwart Qu’au ciel d’été confond
Zijn witte schaapjes Ses blancs moutons
Met de engelen zo puur Avec les anges si purs
De zee La mer
Azuurblauwe herderin, oneindig Bergère d’azur, infinie

Zie je wel Voyez
In de buurt van de vijvers Près des étangs
Deze grote natte rietstengels Ces grands roseaux mouillés
Zie je wel Voyez
Deze witte vogels Ces oiseaux blancs
En deze roestige huizen Et ces maisons rouillées

De zee La mer
heeft ze gewiegd Les a bercés
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
En een liefdeslied Et d’une chanson d’amour
De zee La mer
Heeft mijn hart voor het leven gewiegd A bercé mon cœur pour la vie

En daarna nog wat herhalingen ;

Mr. Bean

De Engelse komiek Rowan Atkinson speelde vaak het personage Mr. Bean. Dat is een onhandige, egoïstische man die in grappige situaties terechtkomt als hij iets heel gewoons moet doen. Hij is ook sociaal onhandig. Mensen vinden hem raar. Om uit de problemen te komen moet hij steeds allerlei oplossingen verzinnen. Hij heeft vaak een teddybeertje bij zich.

Rowan Atkinson zegt dat hij nu te oud is om zo kinderachtig te doen en heeft aangekondigd nooit meer Mr. Bean te spelen.

Chanson

Chanson is het Franse woord voor lied. Maar het is niet zomaar een liedje. De Nederlander Ernst van Altena bedacht het woord “luisterliedje”.

In Frankrijk hebben artiesten de kunst van het zingen van een lied geperfectioneerd. Ze begonnen dan ook al vroeg met het maken en zingen van chansons.

In de Middeleeuwen had je de troubadours en hun liederen werden ook al chansons genoemd. Het onderwerp was vaak liefde. Maar dan het soort liefde waar een mens een ander mens bewondert van een afstandje. Dat noem je: hoofse liefde.

In de Renaissance werd het lied polyfoon. Dat wil zeggen dat er meerdere stemmen door elkaar klonken. Men gebruikte graag woorden die klanken uitbeeldden. Dat noem je onomatopeeën. Bijvoorbeeld: de wind zucht en steunt; de kassa rinkelt; Het huis kraakt in zijn voegen..; de bijen zoemen er vrolijk op los… Mensen doen dat ook wel eens bij kinderen. Ze noemen een auto dan een toet-toet, bijvoorbeeld. Zo gebruik je woorden om een soort schilderij te maken. Dat is nog steeds een beetje zo in chansons. Er wordt vaak gebruik gemaakt van poëtische teksten. Die kan je niet zomaar heel plat zingen. Daar heb je een echt goede zanger of zangeres voor nodig.

Een chansonnier is iemand die kunst van het zingen van een chanson beheerst. Je moet niet zomaar de woorden zingen… je draagt het lied bijna voor.

Chansonniers zingen allemaal in hun heel eigen stijl.

Vaak wordt een traditioneel chanson begeleid door een accordeon.

Charles Trenet (1913-2001)

Louis Charles Auguste Claude Trenet, noemde zichzelf Charles. Hij was een Franse singer-songwriter en acteur. Als kind was hij lang ziek en moest veel tijd thuis doorbrengen. Hij raakte toen geïnteresseerd in kunst. In 1928 ging hij met zijn moeder naar Berlijn en kwam in contact met poëzie en theater. In Parijs studeerde hij architectuur en vormgeving. Hij ontmoette Johnny Hess, de pianist. Ze werden een beroemd duo. Maar Charles moest in dienst en daardoor stopte hun samenwerking.

In dienst schreef Charles ook al liedjes. Yá d’la joie is heel bekend. Dat werd een grote hit door Maurice Chevalier. In de oorlog speelde Charles ook in films.

Hij werkte vanaf 1930 tot de jaren 90 van de vorige eeuw. Omdat hij zo’n grappig hoedje droeg, noemde mensen hem wel eens “De zingende gek”. In het Frans is dat : “Le fou chantant.”

In Frankrijk hoort hij bij het rijtje grote namen: Edit Piaf en Charles Aznavour.

Na de oorlog ging hij naar de V.S.. Hij werd een groot succes in New york. In 1951 ging hij terug naar Frankrijk. Het ging niet altijd goed met zijn carrière. Hij nam een paar keer afscheid maar keerde steeds terug. Hij overleed op 87 jarige leeftijd. Er is een klein museum waar de originele teksten van zijn liedjes te zien zijn en zijn piano.

Bob Scholte (1902-1083)

Bob Scholte is een groot Nederlands artiest uit de tijd rond de Tweede Wereldoorlog en daarna. Hij werd in 1902 geboren in Amsterdam als Hijman Scholte. Zijn vader was een diamantbewerker. Hij wilde dat zijn zoon voorzanger zou worden in de synagoge. Dat is een gebouw waar Joodse mensen hun geloof vieren. Na zijn basisschool volgde Hijman daarom lessen op het Joods Seminarium. Maar Bob wilde operazanger worden.

In 1916 ontdekte Jules Monas, een dansleraar, hem en kreeg hij een kinderrol aangeboden in de operette De Marskramer, in het theater van Nap de la Mar. Hij speelde al met Fien de la Mar in Carré. Hij trad veel op in het Tip Top Theater, een Joods familietheater in de Jodenbreestraat in Amsterdam.

Hij veranderde zijn naam naar Bob.

In 1931 werd hij echt artiest, bij de AVRO. Hij zong liedjes die nu nog bekend zijn, zoals “Een huis met een tuintje”. In die tijd was de radio ontzettend populair. Er was één programma waar iedereen naar luisterde: “De Bonte Dinsdagavondtrein”.

In de Tweede Wereldoorlog kwam de familie van Bob om in het concentratiekam Auschwitz. Bob overleefde dat als enige.

Na de oorlog zong hij vooral Joodse liederen en hij deed mee aan het programma “Waar blijft de tijd” van Wim Ibo.

In 1966 kreeg hij de Gouden Harp uitgereikt. Er is ook een prijs naar hem genoemd: de Bob Scholte ring. Daarmee werden Nederlandstalige zangers en zangeressen geëerd.

Bah… Zee…

OB-jongste groep MB-BBS-ML

Dit is een gedichtje van juf Ellis. Luister er maar eens naar. Kan jij vertellen over wie dit gaat? Is dat dan perse juf Ellis? Of kan een schrijfster ook over iets schrijven dat helemaal niet waar is? Wat vind jij?

 

Nee, nee, ik ga niet mee.
Ik wil niet met je naar de zee!
Laat me raden… Pootjebaden..
Dat vind ik een stom idee!
Nee! Neehee! Ik ga niet mee.
Zand en strand: niet oké!
Zeker vallen in de kwallen…
Hè bah. Gatsie. Nee!

Het gedichtje gaat ervoer dat niet iedereen het leuk vindt op het strand. Het spreekwoord zegt: smaken verschillen. Wat wordt daar mee bedoeld?

Hou jij van naar het strand toegaan? Sommige mensen houden meer van het bos, of van de stad en weer anderen houden meer van een berglandschap. Waar ga jij graag heen in de vakantie?

Leer het gedichtje uit je hoofd. Kun je het opzeggen?

De zinnen in gedichtjes hebben (net zoals liedjes) een ritme. Sommige woorden of lettergrepen duren langer en sommige duren korter. Kun je horen waar je een woord wat langer moet aanhouden? Korte en lange klanken samen maken een ritme.

Het telkuiken

OB-OBS-SG

We gaan vandaag rekenen. We gaan eieren tellen. Of… tellen we nou juist kuikens? Kijk maar eens naar het filmpje. Tel je mee? En kan je de cijfers al schrijven? Onder het lied vind je materiaal om samen te tellen.

Hier kan je horen hoe je het liedje moet zingen
De karaoke versie van het liedje

Krak, krak, krak…. Brak het ei.
Piep, piep, piep. Kuiken erbij.
Weet je wat dat kuiken zei?
Ik kan tellen net als jij.

Kijk, als je door scrollt, komt er telkens 1 kuiken bij. Je doet eigenlijk een plus som. Je bent aan het optellen. Er komt steeds 1 kuiken bij. Erbij.

Nu halen we er steeds 1 af. Je bent aan het aftrekken. Je maakt een min som. Min 1.

Kuikentjes in de lente

OB

Deze muziek is bijna 150 jaar geleden gemaakt door meneer Modest Moessorgski. Hij woonde in Rusland en schreef prachtige muziek.

Modest ging naar een museum. Weet je wat dat is?

In het museum hingen de schilderijen van zijn vriend Viktor Hartmann.

Modest vond ze erg mooi. Hij maakte bij elk schilderij een muziekstuk en hij maakte ook nog een muziekje voor het wandelingetje dat hij tussen elk schilderij maakte.

Deze muziek maakte hij bij een schilderij van kuikentjes die uit het ei komen.

Wat vind je van de muziek? Kan jij horen dat het over kuikentjes gaat? Wat vind je van het schilderij?

Maak een tekening over kuikentjes en stuur hem naar ons toe! Wie weet, stellen we je gedicht wel tentoon in ons museum!

Pasen

OB

Luisterliedje en gedichtje over Pasen. Kippetje Ukkepuk en Paashazen

Hebben jullie al paaseieren geverfd? Welke kleuren hebben jullie gebruikt? Zing dit paasliedje maar mee.

Het wordt gezongen door Bert en Ernie. Met Pasen gaat het vooral over twee dieren: kippen en hazen.

Hieronder staat een versje uit de oude doos. Je maakt er de bewegingen bij die opgenoemd worden.

Kippetje Ukkepuk

Het kleine kippetje Ukkepuk
heeft het altijd vreselijk druk.
Op maandag moet ze dweilen,
op dinsdag nageltjes vijlen.
Op woensdag houtjes hakken;
op donderdag wormpjes bakken.
Op vrijdag kippepap roeren;
op zaterdag kuikentjes voeren.
Alleen op zondag heeft zij vrij,
dan legt ze een gespikkeld ei!

Bij Pasen horen eieren. Dat vinden Bert en Ernie ook! Ze noemen de namen van de kleuren die de eieren krijgen. Vind je dat ze alle kleuren goed noemen? Ik weet het niet…. maar het blijft een leuk filmpje.

We wensen jullie heel fijne Paasdagen!

De paashaas



OB-MB-BB-BBS-ML

Een liedje over Pasen, om op toetsen van een keyboard of melodica te spelen, of samen… op de boomwhackers. Het gaat om lijnnoten op de bovenste notenbalk. De akkoordsymbolen staan eronder, zodat je linkerhand een begeleiding kan spelen.

Kijk, de paashaas legt de eitjes in het groene gras.
Rode, blauwe… O, ik wou zeg dat het Pasen was.

Leerlingen uit de onderbouw kunnen naar de kleuren van de letters kijken en het liedje op die manier spelen. De middenbouw en bovenbouw kunnen dit lied gebruiken om te leren noten lezen.

Door elke noot van dit liedje, loopt een lijntje. De c heeft een hulplijntje. Dat is een klein lijntje, dwars door zijn lijf. Je zet je duim van rechts (de nummer 1) op de c

e staat door de eerste lijn van de notenbalk. Dat betekent: de eerste lijn van de bovenste notenbalk, gaat dwars door het lijf van de e. Je zet je middelvinger van rechts (je nummer 3) op de e.

g staat door de 2e lijn van de notenbalk. Dat betekent: de tweede lijn van de bovenste notenbalk, gaat dwars door het lijf van de g. Je zet je pink van rechts ( je nummer 5) op de g.

Op de onderste notenbalk staat de begeleiding.

Met je linkerhand speel jij, of iemand anders een losse c. Die houd je telkens 4 tellen ingedrukt.

Je kan ook een c, samen met een g laten klinken. De c ligt onder. De g ligt erboven. Dit doe je ook telkens 4 tellen. Deze begeleiding heet: een doedel. Een chique woord hiervoor is bourdon-kwint. Een bourdon is een doedelzak… vandaar het woord doedel.

Of: je speelt met je linkerhand een c akkoord. Dan speel je een c, e en g tegelijk. Die houd je telkens 4 tellen ingedrukt.

Kijk, twee haasjes !

OB-OBS-SG

Dit versje leent zich natuurlijk goed voor de Paastijd. Het is een variatie op een traditioneel handspelletje dat met peuters en kleuters gedaan kan worden, maar in groep 3 vinden veel kinderen het af en toe ook nog leuk. Eigenlijk is het een ouderwets spelletje dat aan tafel gespeeld kan worden, net zoals “In de maneschijn.”

We hebben het iets meer educatief gemaakt voor groepen die iets meer aankunnen, door het versje uit te breiden met een stukje waarin de kleuren geoefend kunnen worden. Ook de letter waarmee de kleur begint, staat in het ei.

Helemaal onderaan de pagina staat oefenmateriaal.

Dit is een klein stukje van het versje.
Hiermee kan begonnen worden.
Dit is de uitgebreide versie van het versje, waarmee ook kleuren en de beginletters van de kleuren geoefend kunnen worden.

Je maakt met beide handen een v van de wijsvinger en middelvinger. Deze twee dubbele v’s, lijken op haasjes. Je houdt ze onder tafel, of achter je rug.

Kijk, daar komen twee haasjes aan.

(Laat één v zien)

De één heet Mo.

(Laat de andere v zien)

De ander Daan

(Haal haasje Mo is weg of stop hem weer achter je rug)

Dag Mo.

(Haal de v die haasje Daan is weg)

Dag Daan !

En tussen de wortels in de wei

Bij de puntjes wijs je een kleur aan van een kledingstuk van een kind. Kennen de kinderen die kleur? Zijn er meer kinderen die die kleur dragen?

zie ik opeens een mooi ………. ei

r

b

g

g

o

w

z

b

r

p

l

Miekes lammetje gab

Wie houdt er niet van een volksliedje? Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers g, a en b, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen! Volg de kleuren maar. Oefen eerst de langzame versie. Speel daarna de snelle versie met de muziek mee.

Dit is de korte versie zonder dat er meegespeeld wordt.
Deze versie kan je meespelen op de muziek. Hij gaat wel wat sneller.
  • g, a, b
  • We hebben dit liedje al twee keer eerder gespeeld. Eerst op e in c. Daarna op a, in f.
  • Nu transponeren we het liedje nog een keer. We beginnen op b, maar eindigen op g. De vingerzetting kan nog steeds hetzelfde blijven.
  • G is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon.
  • Je zegt dan: dit liedje staat in g.

Miekes lammetje cde

c,d,e

Wie houdt er niet van een volksliedje? Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers e, d en c, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen! Volg de kleuren maar. C is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon. We zeggen dan: het liedje staat in c.

Ik wil een wereld..

OB-MB-BB-OBS-BBS

“Ik wil een wereld waar je mens kunt zijn!” is één van de belangrijkste liedjes van Kzing. Het wordt het hele jaar gezongen, bij verschillende gelegenheden. Bijvoorbeeld met Kerstmis, of wanneer het gaat over inclusiviteit. Dat betekent: dat iedereen erbijhoort. Het liedje gaat over respect voor elkaar. We moeten elkaar helpen en niet pesten.

De onderbouw kan alle refreinen meezingen.

Het maakt niet uit hoe iemand eruitziet, hoe iemands lijf eruitziet, wat voor kleur die persoon heeft, of die persoon op meisjes of jongens valt, of iemand zich een uitgesproken meisje of jongen voelt, of dat dat anders zit en wat iemands geloof is. Elk mens mag er zijn! Jij mag er zijn!

Laten we respectvol zijn naar elkaar.

Ik wil een wereld waar je mens kunt zijn,
waar liefde straalt als zonneschijn.
Waar iedereen in vrede leeft;
een ander gunt, al wat hij heeft.
Een plek een plek waar jij mag zijn.
Respect, respect, Voor groot en klein.

Ik wil een wereld waar de duisternis,
geen toekomst is, geschiedenis;
waar niemand ooit nog onrecht kent
en waar je altijd welkom bent.
Een plek, een plek, waar jij mag zijn.
Respect, respect, voor groot en klein.

Al is de wereld soms wat kil,
het wordt wel warm, met goede wil.
En sprookjesland is soms dichtbij.
Begint bij jou, begint bij mij.

Een plek, een plek, waar jij mag zijn.
Respect, respect, voor groot en klein.
Een plek, een plek, waar jij mag zijn.
Respect, respect, voor groot en klein.

Miekes lammetje fga

OB-MB-BB-ML

  • f, g, a
  • We hebben dit liedje al eens gespeeld. Toen begonnen we op e.
  • Nu verplaatsen we het liedje. Dat heet transponeren. We beginnen op a, maar eindigen op f. De vingerzetting blijft hetzelfde: rechts 3, 2 1 en links 1,2,3.
  • F is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon.
  • Je zegt dan: dit liedje staat in f.

Sprookjesboek

OB-MB-SO-ML

Word jij wel eens voorgelezen uit een sprookjesboek? Of lees je wel eens zelf in een sprookjesboek? Hier is er een liedje dat gaat over voorgelezen worden uit een sprookjesboek.

Sprookjesboek ingezongen
De karaoke versie

Als het bedtijd wordt, voor ik slapen ga,

dan leest mama mij nog voor,

uit het grote, enge, dikke, vette sprookjesboek

en dat vind ik spannend, hoor.

Want in bijna alle sprookjes,

zit iets spannend of iets geks.

Zoals reuzen, boze dwergen,

veertig rovers, hele erge,

of een grote griezelheks.

UItwerking

Van wat voor verhalen hou jij? Wat lezen je ouders je voor? Lees je ook al zelf? Hoor je wel eens een sprookje? Wat is je favoriete sprookje en waarom? Wat vind je het engste sprookje en waarom? Hou je van sprookjes? Waarom of waarom niet?

Vouw een tekenblad in twee stukken. Aan de ene kant teken je het begin van het sprookje. Aan de andere kant het einde van het sprookje.

Matrozen

OB-SO

Een liedje en groepsdansje over matrozen.

Hier hoor je hoe kinderen het liedje zingen. Let op… ze zingen één regel een klein beetje anders. 😉
De karaoke versie van het liedje

Wij zijn matrozen. We varen op de zee.

Spring in ons bootje en vaar maar met ons mee.

Ga je mee, ga je mee? Heel ver weg van Nederland.

Ga je mee, ga je mee? Naar de overkant.

Papegaai!

OB-MB-BBS

In de musical “Naar Toen en Verweggistan”, die over Hoorn in de 17e eeuw en over de Halve Maen ging, had de kapitein van het schip een papegaai. Zo’n papegaai werd dan vaak op de schouder gedragen, maar zat (heel dieronvriendelijk) vaak wel aan een ketting. We hebben een lied over deze papegaai. Op één van de filmpjes kan je het dansje zien dat erbij hoorde.

Ingezongen met film van papegaaien
karaoke met papegaaien in beeld
Met een stukje toneel. Uit de voorstelling “Naar Toen en naar Verweggistan”. Dansje is te zien.

Iedereen wil een papegaai, van je lorre en koppie krauw.
Maar oh, la, la… hij praat je na. Je denkt: “Wat zeg ik nou?”
En als je denkt: “Nou let ik op, bij alles wat ik zeg!”
dan snavelt hij je woorden na en dan heb je vette pech!

Koppie krauw
Kontje blauw
Lekker zeg!
Vette pech…
Ahah…. Ahah… Ahah….

Iedereen wil een papegaai, van je lorre en koppie krauw.
Maar oh, la, la… hij praat je na. Je denkt: “Wat zeg ik nou?”
En als je denkt: “Nou let ik op, bij alles wat ik zeg!”
dan snavelt hij je woorden na en dan heb je vette pech!

************************************************************************

Dit lied is gezongen in de musical “Naar Toen en naar Verweggistan”. Die ging over een schoolklas die op een schoolreisje naar het schip de Halve Maen ging.

De leerlingen verdwaalden in de tijd en kwamen terecht in de tijd van de V.O.C.; de tijd dat Nederland heel grote schepen naar verre landen stuurde om peper, foelie en kaneel te halen.

In de musical maakten de kinderen op het schip kennis met de koopman Jacob Lemaire en zijn papegaai, Dodo. Jacob Lemaire heeft echt bestaan. Hij zocht een nieuwe manier om naar dat verre land te reizen. Of hij echt een papegaai had en of juffrouw Didi echt bestaan heeft, weten we niet.

Vier seizoenenspel

OB-MB-OSO

Dit is een liedje over de vier seizoenen. Soms noemen mensen het ook wel eens de vier jaargetijden. Kennen jullie de vier seizoenen? Je hebt de lente. Je hebt de zomer. Je hebt de herfst. Je hebt de winter.

Verwerking

  • in dit liedje zit een quiz verstopt. Luister eerst het liedje en kijk goed naar de plaatjes. Daarna bekijk je plaatje voor plaatje. Bij welk seizoen hoort elk plaatje?
  • Je kan er ook een soort “Ren je rot-spel” van maken. De kinderen die “ja” zeggen, komen aan de ene kant staan en de kinderen die “nee” zeggen aan de andere kant van de leerkracht.
  • Ieder seizoen heeft bijzondere feesten. Vertel eens welke feesten je kent die bij een speciaal seizoen passen?
  • Je kiest één jaargetijde uit. Bijvoorbeeld de lente. Welke lentewoorden ken je allemaal? Kijk maar eens bij deze filmpjes waarin je woordenschat wordt geoefend.

Hieronder staan de vragen van het ren je rot spel voor de herfst in quizvorm. Het is heel simpel: hoort het plaatje bij de herfst, vul je ja in… Hoort het er niet bij vul je nee in. Als je honderd procent goed hebt, heb je alles goed. Als je een paar kleine foutjes hebt gemaakt, komen de goede antwoorden na afloop ook in beeld.

4
Aangemaakt op Door admin

Wat hoort er bij de herfst?

Kijk naar het plaatje. Hoort het bij de herfst? Dan zeg je ja. Hoort het niet bij de herfst, dan vul je nee in.

1 / 17

Is dit in de herfst?

2 / 17

Is dit in de herfst?

3 / 17

Is dit in de herfst?

4 / 17

Is dit in de herfst?

5 / 17

Is dit in de herfst?

6 / 17

Is dit in de herfst?

7 / 17

Is dit in de herfst?

8 / 17

Is dit in de herfst?

9 / 17

Is dit in de herfst?

10 / 17

Is dit in de herfst?

11 / 17

Is dit in de herfst?

12 / 17

Is dit in de herfst?

13 / 17

Is dit in de herfst?

14 / 17

Is dit in de herfst?

15 / 17

Is dit in de herfst?

16 / 17

Is dit in de herfst?

17 / 17

Is dit in de herfst?

Uw score is

De gemiddelde score is 100%

0%

Als het geen herfst is, kan je dit spel ook doen. Hieronder vind je een quiz waarbij je kan uitproberen of je goed weet wat er in elk seizoen gebeurt. Fouten maken, is natuurlijk helemaal niet erg. Samen met de groep kom je er vast wel uit.

3
Aangemaakt op Door admin

Raad het seizoen

Je ziet steeds een plaatje. In welk jaargetijde is die foto genomen?

1 / 17

In welk seizoen is dit?

2 / 17

Welk seizoen is het hier?

3 / 17

Welk seizoen is het hier?

4 / 17

Welk seizoen is het hier?

5 / 17

Welk seizoen is het hier?

6 / 17

Welk seizoen is het hier?

7 / 17

Welk seizoen is het hier?

8 / 17

Welk seizoen is het hier?

9 / 17

Welk seizoen is het hier?

10 / 17

Welk seizoen is het hier?

11 / 17

Welk seizoen is het hier?

12 / 17

Welk seizoen is het hier?

13 / 17

Welk seizoen is het hier?

14 / 17

Welk seizoen is het hier?

15 / 17

Welk seizoen is het hier?

16 / 17

Welk seizoen is het hier?

17 / 17

Welk seizoen is het hier?

Uw score is

De gemiddelde score is 98%

0%

 

Snapje over hoe het dag en nacht wordt en hoe de seizoenen werken. MB

Typ het woordje “zomer” in het zoekvenster en vind meer zomermateriaal!

Li la lente

OB-MB

Lied, gezongen door meester Evan. Hij zingt dat hij zin heeft in de lente.

Waar denk jij aan als je aan de lente denkt? Wat gebeurt er dan in de natuur? Welke lentedingen komen er voor in het filmpje.

Hier zie je hoe de leerlingen van Kzing het liedje zingen en dansen.

Li-la lente!

Refrein:

Ik heb zin in li-la li-la lente!

Wi-wa-winter, weet je wat ik wou?

Neem de rest van je sni-sna-sneeuw mee!

Weg die ki-ka-kou! (tussenstukje)

Li-la-lente… Li-la-lente… Li-la-lente… Gi-ga-gauw!

Refrein

En alle ki-ka-kalf-jes..

En alle bli-bla-bloemetjes..

Die roepen: ni, na, nou!

Refrein

En alle li-la-lammetjes…

En alle ki-ka-kindertjes…

Die roepen: ni, na, nou!

Refrein.

Daarna:

Li-la-lente… Li-la-lente… Li-la-lente… Gi-ga-gauw!

Li-la-lente… Li-la-lente… Li-la-lente… Gi-ga-gauw!

Schrijf een lentegedicht en stuur het naar ons toe! Wie weet, stellen we je gedicht wel tentoon in ons museum!

Je hebt het liedje nou zo vaak gehoord, dat je vast met de karaoke mee kan zingen:

Bloemen dansen

OB-MB -SO–ML

Van dit lentefilmpje word je helemaal blij. Het is lente. De bloemen steken hun kopjes boven de grond. Zie je hoe ze dansen op deze mooie sprookjesachtige muziek van onze tijdgenoot Paul Reeves?

Deze componist komt uit het Verenigd Koninkrijk.

Dansende bloemen

Als je meer over Paul Reeves wil leren, moet je op zijn site kijken.

Dans de lente 2

Hieronder vinden jullie het liedje van de lente, maar nu zijn er drie coupletjes. De eerste keer zing je het woordje: zing… de tweede keer het woordje: klap en de derde keer het woordje: dans. In het stukje zonder woorden, kan je zelf dansen of bewegen. Je vindt hier ook materiaal om de boomwhackers bij dit lied te gebruiken. En… wat zie je eigenlijk allemaal in dit filmpje?

Vind je het lied te moeilijk… kijk dan eerst bij “Dans de lente 1”

Hier zingt Lara het liedje voor jullie
Dit is de karaokeversie

Zing/ Klap/ Dans de lente, doe maar met ons mee!

Dans de lente, doe maar met ons mee!

Dans de lente, doe maar met ons mee!

Dans de lente. Goed idee!

Het lied begeleiden met ritme-instrumenten

Als je ritme-instrumenten gebruikt, kan je overal het ritme meespelen. Als je boomwhackers gebruikt als ritme-instrument, kan je de f en de d boomwhackers de eerste drie regels laten meespelen. De laatste regel staat in een andere harmonie, dus daar moeten alle boomwhackers dan eigenlijk stil zijn, om geen dissonant te horen. Dat is een mooie oefening in wachten, maar als dat niet lukt, is het niet erg.

Een harmonische begeleiding spelen

Als je boomwhackers gebruikt om de onderstaande harmonische begeleiding te spelen:

Geef een aantal leerlingen een f boomwhacker

en een aantal leerlingen een d boomwhacker

Geef een paar leerlingen die kunnen wachten een a boomwhacker, of bespeel deze zelf. De a komt namelijk maar een paar keer voor.

Zorg dat de leerlingen met dezelfde boomwhackers in groepjes bij elkaar zitten. Als leerlingen Wijs zelf aan welk boomwhacker groepje aan de beurt is. Kinderen kunnen meelezen wanneer ze aan de beurt zijn op het onderstaande blad:

De melodie-versie

Tot slot vind je hieronder de volledige versie van de melodie. Je kan hem spelen op toetsen of boomwhackers. Nodig zijn:

c boomwhacker (die komt weinig voor!)

d boomwhacker

e boomwhacker

f boomwhacker

Lenteliedje

OB-MB

’t Is lente is een lenteliedje van Kzing. Hou jij ook zo van de lente? Alle bloemen die gaan bloeien, maken de wereld toch een beetje fleuriger. Er is nog een ander woord voor lente: “voorjaar”. Heb je dat woord wel eens gehoord?

Welke lentebloemen zie jij in het filmpje? Maak een tekening van jouw lievelingsbloem, of teken een heel lenteboeket. Stuur je je tekening naar ons toe? De mooiste tekeningen plaatsen we in het Kzing-museum.

Zie je nog meer dingen in het filmpje die echt bij de lente horen?

Ingezongen versie
De karaoke versie

’t Is lente, ’t is lente, de zon die komt eraan.

’t Is lente, ’t is lente. Ik wil naar buiten gaan.

‘k Wou dat het lente was.

Duizend bloemen in het gras.

Krokus, tulp en een narcis.

Weet je dat het lente is……

Lentestemmen

OB-MB-BB -ML

We gaan luisteren naar een lentemuziekje dat gemaakt is door Johann Strauss de 2e. (Zijn vader was namelijk Johann Strauss de 1e). Luister naar de drie verschillende versies en kies welke jou het meeste aanspreekt.

Bij de lente hoort een sprookjesachtig lentemuziekje! Dat vond Johann Strauss junior ook al. Johann leefde heel lang geleden, in de 19e eeuw. Zeg maar de tijd van de opa van je opa. Hij leefde in Oostenrijk.

Daarom schreef hij in 1882 “Frühlingsstimmen.” Dat betekent: stemmen van de lente. Hij wilde laten horen hoe fijn alles weer voelde, als de lente terug kwam.

Welke uitvoering vind je het mooiste?

Als je het mooie muziek vindt, kun je er dan een tekening bij maken. Als je hem naar ons toestuurt, hangen we hem misschien wel in het Kzing museum. Kun jij een tekening maken bij deze muziek van Johann Strauss?

De tekst voor de solo was van Richard Genée. Hier lees je wat er ongeveer in het eerste couplet gezongen werd..

De leeuwerik zweeft in de blauwe lucht.
Het zachte windje waait mild en zijn lieve adem kust het veld.
Lente in al haar pracht wordt verwacht.
Ach… alle narde dingen zijn voorbij.
Zorgen worden milder.
Goede verwachtingen.
Het geloof in geluk keert terug.
Zonneschijn, je verwarmt ons.
Ach.. alles lacht… o, o, wordt wakker!
Dit gevoel willen wij nu ook wel weer hebben.

Johann Strauss II (1825- 1899) was een Oostenrijks violist en componist. Zijn vader, die zelf ook componist was, wilde eigenlijk niet dat hij musicus zou worden. Daarom ging hij stiekem op les. Zijn broers componeerden ook. Maar “Schani” was de beste van hen allemaal.

Bij de première was het lentestuk geen succes, maar uiteindelijk werd de wals heel beroemd. Later voegde hij er ook een solo-stem aan toe, voor de beroemde zangeres Bianca Bianchi.Soms gebruiken ze het stuk wel eens als een tussendoor-aria in de operette Die Fledermaus .

Johann kon zo goed walsen componeren, dat hij de bijnaam “De Koning van de wals” kreeg. Heb je wel eens gehoord van de Weense wals? Dat is een muziekstuk in driekwartsmaat. Dat betekent dat je steeds telt: 1,2,3, 1,2,3,1,2,3, enz.

Het is een dans voor orkest die in zijn tijd veel gedanst werd in grote danszalen in Wenen. Johann leefde ook in Wenen. Daar werden soms bals gehouden, waar prachtig geklede dames en heren bij elkaar kwamen om samen te dansen.

Stel je het verhaal van Assepoester er maar bij voor. Dames in mooie wijde jurken, mannen strak in het pak. Ze buigen en knikken en zwieren over de dansvloer. Natuurlijk dansen ze vaak een wals. Bekijk het filmpje maar eens.

Johann kon zo goed walsen componeren dat hij ervoor zorgde dat walsen niet alleen maar te horen waren in danszalen op bals, maar ook in concertzalen.

Beroemde componisten zoals Brahms bewonderden Johann.

Dolle lentedag

OB-MB-SO

21 maart begint de lente. De zon laat zich al een beetje zien. Tijd om een lekkere wandeling maken. Niet echt… maar we doen alsof. Op onze wandeling komen we veel geluiden tegen. Die kunnen we goed nadoen.

Maar eerst kijken we naar een stukje uit een film van Disney: Mary Poppins.

Laten we nu zelf een lentewandeling gaan maken! Doe je ogen maar dicht, terwijl de juf of meester vertelt. Kun je de geluiden maken waarover gesproken wordt?

We wandelen samen door de straten van de stad. Om ons heen horen we het verkeer.

Hoe klinkt een auto? Hoe klinkt een brandweerauto? En een ziekenwagen? We horen een heimachine.

We lopen weer verder en laten de stad een beetje achter ons. Opeens veranderen de geluiden.

We horen kikkertjes kwaken.

We horen een lammetje blaten.

We horen een kalfje loeien.

We horen biggetjes knorren.

We horen hoe het paard hinnikt en hoe het paard briest.

We horen de haan kraaien.

We horen de kippen tokken.

En we horen ook hoe de kuikentjes piepen.

We horen bijtjes zoemen.

We horen een hond blaffen, op het erf van een boerderij.

We wandelen weer verder. Plotseling zien we een bos. We besluiten het bos in te lopen.

We horen vogeltjes fluiten.

We horen een specht.

We horen een uil.

Dan zien we een mooi plekje in het gras, onder hoge bomen. Daar gaan we even liggen.

Langs ons kabbelt een beekje.

We vallen in slaap.

Hoor je hoe we snurken?

We slapen lekker, terwijl het zonnetje zacht schijnt. Maar dan valt de avond.

In de verte klinkt een kerkklok, die boven in een toren hangt.

We rennen heel hard naar huis.

We zijn nog net op tijd voor het heel hard gaat onweren.

Dat was een fijne wandeling!

Kriebelbeestje

OB-MB-OSO

Wies is er bang voor kriebelbeestjes? Dat is toch helemaal niet nodig. Jij bent veel groter dan zij zijn. Die beestjes zijn trouwens heel belangrijk voor de natuur. Soms ruimen ze rommel op. Soms helpen ze om plantjes te bestuiven. Soms geven ze ons iets, bijvoorbeeld honing.

De ingezongen versie van het liedje
Dit is de karaoke versie van het liedje

Kriebelbeestje in het groen…
Niet zo bang, echt ik zal je niks doen.
Want ik weet.
(echo)
Hoe je heet.
(echo)
Je bent een ……

Ken jij deze kriebelbeestjes?

Het rupsje/ De vlinder

OB-MB-ML

Luister naar een gedichtje en leer iets over gedichten, luister naar muziek uit de Romantiek van Edvard Grieg, acteer en kijk naar een natuurfilmpje. Eerst hoor je een gedichtje van juf Ellis dat gaat over een rupsje dat opeens verandert in een vlinder. Hij verbaast zich daar erg over.

Dit gedichtje is een “metafoor”. Dat betekent dat je iets vergelijkt met iets anders. In dit geval vergelijkt de dichter een rupsje met een mens. Die kan ook denken dat hij maar lelijk en niks is.. maar dan groeit hij/zij. en dan denkt hij/zij opeens: “Hee, ik ben eigenlijk heel erg veranderd… ik ben toch wel mooi!” Je moet altijd met zelfrespect naar jezelf kijken. Elk mens is mooi.

Er kroop een rupsje in het gras.
Hij vond dat hij héél lelijk was.
En daarom zei hij zacht: “Pardon,
ik kruip maar gauw in mijn cocon.”

Daar zat hij met een groen gezicht
te wachten op een sprankje licht.
En toen, opeens, zonder geluid,
kwam hij er als een vlinder uit.

“Ik wist niet dat ik vleugels had!”
dacht hij, verbaasd
en streek ze glad

“Dus rups zijn, was pas het begin.”
zei hij
en vloog de zomer (lente) in.

Dieren: vlinders

In de zomer zie je vaak mooie vlinders fladderen. Je denkt er dan niet altijd aan dat zo’n prachtige vlinder eerst een rupsje was. Wat kan jij over rupsjes en vlinders vertellen?

Rijm

  • In dit filmpje hoor je een versje, of … met een mooi woord “een gedicht.”
  • Ken je nog meer gedichtjes? Wat is eigenlijk een versje?
  • Eigenlijk is een versje een soort liedje zonder melodie.
  • Heel vaak rijmen woorden op elkaar. Wat is dat, rijmen?
  • Rijmt “lucht” op “zucht”? En rijmt “tak” op “dak”? En “tuin” op “huis”? En “kijk” op “lijf”?

Sommige woorden rijmen alleen aan de binnenkant, zoals “rijm” op “lijf”… er is een ij aan de binnenkant. Maar er zijn ook woorden die van binnen en aan het einde rijmen. “Rijm” rijmt helemaal op “slijm”. “Dak” rijmt helemaal op “Tak”. Soms hebben versjes coupletjes. Dat zijn een paar regeltjes die bij elkaar horen.

De vorm van een gedichtje

Koekjes bakken doe je met een vormpje. Gedichtjes hebben ook een vorm.

Ze hebben vaak een paar coupletjes. Dat zijn regeltjes die bij elkaar horen. In versjes horen er heel vaak 4 regeltjes bij elkaar.

Sonnet

Maar in dit versje zijn er eerst twee coupletjes van 4 regels en dan twee coupletjes van 3 regels. Dat heet met een mooi woord “een sonnet.”

Kunnen jullie met elkaar ook een versje maken? Het hoeft niet perse een sonnet te zijn, hoor. Een gedichtje met een coupletje van vier regeltjes is ook prima!

Acteren (teacher in role)

  • Beeld eens uit hoe het rupsje door het gras kruipt.
  • Hij eet een lekker blaadje.
  • Er komt een lieveheersbeestje aan. Het rupsje kijkt ernaar en denkt: “Die ziet er veel mooier uit dan ik.”
  • Het rupsje voelt zich heel lelijk.
  • Hij kruipt in elkaar van dat nare gevoel. Hij wordt heel klein.
  • Er komen allemaal draadjes om hem heen. Hij hangt in een cocon te wiebelen. Daar is het héél stil.
  • Plotseling scheurt de cocon een beetje en ziet hij weer wat licht.
  • Hij friemelt zich uit de cocon. Plotseling kriebelt er iets op zijn rug.
  • Hij kijkt eens goed. Wat is dat nou? Zijn dat nou zijn vleugeltjes? Hij had toch helemaal geen vleugeltjes?
  • Hij fladdert er eens mee… en plotseling merkt hij dat hij kan vliegen.
  • Het vlindertje vliegt en vliegt. Hij vliegt zelfs over het water.
  • Daar ziet hij zichzelf…
  • nou vindt hij zichzelf héél erg mooi. Wie had dat nou kunnen denken?

Beestjes van Mr. Luca

OB-MB-ML

Jazzmuziek over kriebelbeestjes waarop je vrij kan bewegen. Je leert hier ook improviseren met jabbertalk.

Mr. Luca maakt, samen met een aantal andere vaders, jazzliedjes voor kinderen. “Jazz” betekent “muziek met héél veel energie!” Als jij in de groep zit te wiebelen, zou juf of meester ook kunnen zeggen: “Zit niet zo te jazzen!” Als je naar het filmpje kijkt en luistert, hoor je dan die energie? En heb je ook zin om zelf op die muziek te bewegen?

Op deze muziek van Mr. Luca kan iedereen even lekker bewegen. Luister er eerst maar even naar.

Beestjes van Mr. Luca

Heb je al meegedanst? Laten we dat nog eens doen. Dan doen we eerst allemaal alsof er een kriebelbeestje op onze voeten loopt.

Dan dansen we er nog een keer op, maar nu doen we alsof we zelf kriebelende, kruipende beestjes zijn!

In het liedje hoor je de meneer gekke woordjes zeggen. Die betekenen niets. Dat heet “scatten.” Kunnen jullie ook scatten? Jullie kunnen zelf ook een scatliedje zingen:

Scatten en jabberen

Scatten lijkt wel een beetje op jabberen. Weet je niet wat jabberpraat is? Jibber jabber is een neptaal. Je speelt toneel en doet alsof je in een gekke taal spreekt. De woorden verzin je zelf.

Luister hier maar eens naar:

De Zweedse chef jabbert er op los. Uit de Muppetshow.

Kan jij dat ook? Misschien doet je juf of meester het wel voor. Misschien stelt ze je wel een jabbervraag. Wie durft er een jabberantwoord te geven?

Misschien kunnen middenbouwers die dit al eens gedaan hebben daarna samen in een groepje van 4 zelf een toneelstukje verzinnen. Daarin moeten ze in jabbertalk spreken.

1 iemand is de chef. 1 iemand is het hulpje van de chef. 1 iemand is de ober. 1 iemand is een klant die in het restaurant komt eten. Niemand spreekt normaal, iedereen jabbert.

Speel het verhaaltje daarna voor de rest van de groep. Zorg dat je verhaaltje een begin en een eind heeft. Ga niet met je billen naar het publiek staan en jabber luid en duidelijk.

Over jazz

Jazz is een muziekstijl die begonnen is met gewoon lekker zelf verzinnen. Dat noem je improviseren. Sommige mensen vinden dat jazz grotemensenmuziek is. Mr. Luca vindt dat kinderen niet alleen maar naar kindermuziek hoeven te luisteren. Vinden jullie dat ook? Luisteren jullie wel eens naar “grote mensen muziek?” Welke muziek is dat dan?

De muziek is beïnvloed door de ritmes uit West Afrika. De jazz is ontstaan in New Orleans, doordat Ragtime, Blues, Folk, Negro spirituals en Franse marsmuziek samensmolten. In het begin vonden ze deze muziek niet netjes.

Later, vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw, werd jazz heel populair, maar in de jaren vijftig werden er weer minder jazzplaten verkocht. Dat kwam omdat de jazz “aparter” begon te klinken, door het geëxperimenteer.

Bovendien werden de mensen toen enthousiaster van rock”n’roll dansmuziek.

Maar jazz is niet verdwenen en ook vandaag de dag is er nog jazz.

Boerderijgeluiden

OB-MB-BB-S)

Op deze pagina vind je de geluiden van een aantal boerderijdieren. Als je op de plaatjes klikt, kom je op YouTube waar je filmpjes met de geluiden vindt.

De vraag…

OB-MB-OBS-ML

Hou jij ook van dingen onderzoeken? Daar leer je heel veel van en dan weet je dingen. Onderzoeken zorgt ervoor dat we “wetenschap” krijgen. Meester Evan zegt altijd: “Mijn leerlingen zijn een team van onderzoekers en uitvinders. Ik hoor daar zelf ook bij!” Niemand hoeft alles te weten. Domme vragen bestaan niet. Op elke vraag kan je samen een antwoord vinden; soms zelfs meerdere. En ook voor problemen is altijd wel een oplossing te vinden, als je goed samenwerkt. Daarom hebben we een lied gemaakt over “De vraag van vandaag”. Je kan een dagelijks terugkerend ritueel van maken van “De vraag van vandaag”.

Welke vraag stellen jullie vandaag? Als je het antwoord vindt, heb je “wetenschap” gevonden.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Professor Hoedan heeft een vraag.
Wie denkt er met haar mee vandaag?
Wie vindt het uit of zoekt het op?
Gebruik vandaag je knappe kop.

De vraag van vandaag

Het is erg leuk om samen naar antwoorden en oplossingen te zoeken. Daarom hebben we bij Kzing “De vraag van vandaag…” bedacht.

De “vraag van vandaag” kan een vast onderdeel van de kring worden. Als iemand tijdens een les een vraag heeft die onderzoek nodig heeft, kan iedereen die dag en avond op zoek gaan naar het antwoord. Dat kan dan de volgende ochtend in de kring besproken worden. De vraag van vandaag kan ook op het bord worden geschreven.

De vragen kunnen over de natuur gaan, over techniek, over taal, over rekenen, over de maatschappij, over gevoelens… en ga zo maar door. er zijn verschillende soorten vragen.

Soms is “de vraag van vandaag” een ja-nee vraag, of een korte opzoekvraag.

Maar soms is het een vraag waar je wat onderzoek naar moet doen, of waar je wat langer over moet nadenken. Er zijn vragen waar een wetenschappelijk antwoord op kan komen. Ooit wordt er op iedere wetenschappelijke vraag een goed antwoord gevonden.

Naast wetenschappelijke vragen, zijn er ook filosofische vragen. Het antwoord daarop vind je niet op Wikipedia, in een boek of in een encyclopedie. Er zijn meestal meerdere antwoorden mogelijk. Het is ook niet meteen duidelijk in welke richting het antwoord moet gaan. Er wordt namelijk niet naar de werkelijkheid gevraagd, maar naar een mogelijkheid.

Je kan samen alle vragen die bij de leerlingen opkomen, met sticky notes op de deur laten plakken. Dat is een goede start voor onderzoek. Verzamel bijvoorbeeld alle vragen die gij de leerlingen leven over de natuur, of die over gezondheid gaan. Daarna kan je samen bekijken wat voor vraag elke vraag is. Ontzettend leerzaam!

Als je zelf af en toe “De vraag van vandaag” in je kring wil inbrengen, kan je gebruik maken van onderstaande plaatjes.

Als jullie goede ideeën hebben voor “De vraag van vandaag…” kunnen jullie die naar ons toesturen.

Als je meer s over onderzoeken wil leren, klik dan op de linkjes hieronder:

Valentijnsliedje

OB-MB-BB-SO

Met Valentijnsdag kan je iemand die je aardig vindt een kaart of een cadeautje geven. Dat hoeft heus niet altijd iemand te zijn op wie je verliefd bent. Je kan op deze dag ook aan je goede vrienden laten weten dat je blij bent dat je vrienden bent. Daarom hebben we een vriendschaps-valentijnliedje gemaakt. Onderaan deze pagina vind je ook een filmpje met woorden die bij “vriendschap” horen.

Lied

Het liedje
De karaoke versie van het liedje

Kijk een hart, voor Valentijn,
omdat wij beste vrienden zijn.
Ik wil jou nooit meer kwijt.
Beste vrienden voor altijd.

Praatplaatje

Woordenschat

Zinnen
Losse woorden

Knutselen

Hieronder staan wat ideetjes van Pinterest, rond het thema Valentijn, die naar de schoolsituatie vertaald kunnen worden. Bekijk gerust de linkjes:

Hartjesbingo

Rommelvrij hartjes verven

Hartjes drukken met een wc-rol

Gekleurde draadjes om een kartonnen hart met inkepingen

Mieke

OB-MB-BB-SO-ML

Wie houdt er niet van een volksliedje?

Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen!

Volg de kleuren maar.

Oefen eerst de langzame versie.

Speel daarna de snelle versie met de muziek mee.

Dit is de korte versie zonder dat er meegespeeld wordt.
Deze versie kan je meespelen op de muziek. Hij gaat wel wat sneller.

Dansstijlen

We lichten een aantal dansstlijlen uit

Er zijn verschillende manieren waarop mensen dansen. Dat noem je stijlen van dansen. Soms hoort een bepaalde dansstijl bij een bepaalde muziekstijl. Op hiphop muziek kan je ook hiphop dansen. Ballet doe je vaak op klassieke muziek.

Maar…. eigenlijk mag je zelf weten hoe je beweegt op muziek. Behalve natuurlijk als iemand een mooie dans bedacht heeft en precies heeft opgeschreven wat je moet doen. Dat heet dan een choreografie. Dan moet je precies doen wat de choreograaf bedacht heeft.

Hieronder staan wat filmpjes van dansstijlen. Probeer maar eens mee te doen. Als je niet in een grote zaal bent, kun je op je plaats rennen.

Landen en hun folklore

OB-MB-BB-OBS-BBS- ML

Ben je aan vakantie toe? Kzing neemt je mee. Op deze pagina kan je kijken naar folkloristische dansen uit de hele wereld. De fragmenten zijn soms erg lang. Je hoeft de filmpjes natuurlijk niet af te kijken.

Folklore is een verzamelnaam voor alles wat een volk maakt. Het maakt gebruik van de dingen die mensen echt bij hun eigen cultuur vinden passen. Je kan dan denken aan hun levensbeschouwing (hoe ze over het leven denken), hun gevoelens en de idealen die ze hebben.

Het is de bedoeling dat je zorgt dat je een wereldkaart hebt, waar je het land van de dans kan opzoeken. Je kunt ook met elkaar bespreken wat je van dat land weet.

Dag 1

We beginnen in Nederland en gaan verder in Europa. Folkloristische dansgroepen maken gebruik van de muziek die van oorsprong in hun land thuishoorde.

Dag 2

Door naar folkloristische dansen te kijken, maak je kennis met muziek en dans uit verschillende landen. . We geven op deze pagina geen uitleg bij de folklore van elk land, maar toch kun je veel leren over elk land, als je goed kijkt en luistert.

De ene dans spreekt je meer aan dan de andere. Door naar muziek uit andere landen te luisteren, ontwikkel je je smaak.

Dag 3

Een belangrijk element van folkloredans is de kleding die de dansgroepen dragen. Dat is vaak kleding zoals die vroeger in dat land gedragen werd.

Je ziet hier natuurlijk maar dansgroepen uit één bepaalde streek. Er is dus nog veel meer moois te ontdekken. YouTube kan je hier enorm bij helpen.

Dag 4

Je krijgt door te kijken en te luisteren dus een indruk van de geschiedenis van een bepaald land, de kleding die er ooit gedragen werd, de muziekinstrumenten die oorspronkelijk bij dat land horen en de soort muziek die er klonk . Je moet wel bedenken dat landen bestaan uit verschillende streken. Vaak had elke streek nog eens speciale dingen in zijn folklore.

Dag 5

Leerlingen die tijd over hebben na hun werk, kunnen een werkstuk maken over een land dat hen aanspreekt.

Dag 6

Sommige dansen horen een beetje bij de folklore van een land, maar zijn ontstaan vanuit de levensovertuiging van bepaalde volkeren. Het is interessant om op het internet te zoeken naar de gedachten die de volkeren hieronder bij hun dansen hebben.

Dag 7

Vond je het leuk om met ons mee op reis te gaan? Welke dans vond jij het leukste en waarom sprak die dans je het meeste aan?

Van welk land zou jij graag een dans zien? Stuur gerust een mailtje naar brievenbus@kzing.tv. Je kan ook op de brievenbus hieronder drukken.

Stuur een mail!

Sprookjes en zo

Uitgelicht: het thema Sprookjes

Hieronder wat tips voor materiaal rondom dat thema. Klik op de link voor het liedje en de les die erbij hoort. Je kan natuurlijk ook altijd de zoekterm “Sprookjes” in het zoekveld invullen en kijken wat er nog meer te vinden is.

Misschien vindt iemand het leuk om een werkstuk te maken over sprookjes, of over één bepaald sprookje. Zorg dat je een duidelijke onderzoeksvraag stelt. Gebruik hierbij het vragenmachientje.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Sprookjesland, Wonderland, Alice in Wonderland

Assepoester, Doornroosje, heksen, draken

Sprookjesbos en kabouters

Elfjes en betoverde poppen

Beren en wolven

De vogeltjes

OB-MB-BB

Dit is een gezellig winterliedje met bewegingen van Kzing, dat je ook heel goed in de Kersttijd kan zingen. De tekst is misschien erg makkelijk voor de bovenbouw, maar als je het met de hele school zingt, vindt iedereen dit geweldig om te zingen en te dansen. Het is één van de hitliedjes van Kzing. Er horen bewegingen bij. Als je die bewegingen maakt, ontstaat er een soort dansje.

Denk in de winter aan de vogeltjes.

De meeuw en de spreeuw en de kleine bruine mus.

De reiger, de eend en de pimpelmees,

die zijn nog nooit zo blij geweest

met wat pinda’s en water en stukjes brood,

want de kou is zo koud en hun honger zo groot.

Denk in de winter aan de vogeltjes.

De meeuw en de spreeuw en de kleine bruine mus.

Toe, geef hen wat water en een mezenbol, dan eten zij hun buikjes vol.

Geef hen pinda’s en water en stukjes brood,

want de kou is zo koud en hun honger zo groot.    

  • Bij de eerste regel beweeg je je armen, die als driehoekje gevouwen zijn, op en neer.
  • Bij de tweede regel strek je je armen uit en fladder je op en neer.
  • Bij het woordje “reiger” ga je op 1 been staan. Bij het woordje “eend” schud je je billen. Bij “pimpelmees” doe je alsof je een lasso draait.
  • Bij het woordje “blij” doe je alsof je “hoera’ roept. Bij de volgende regel maak je drie keer een gebaar alsof je iets gooit bij “Pinda’s”, “water” en “een stukje brood.”
  • Bij: “Want de kou is zo koud”, kruis je je handen op je bovenarmen en wrijft. En bij: “Hun honger is zo groot” wrijf je over je buik.
  • Het tweede couplet kan op dezelfde manier gedanst worden  

Sneeuwpop hiphop

OB-MB-BB

Lekker, sneeuw! Wie danst er met ons mee om lekker warm te worden? Eigenlijk is de sneeuwpop hiphop geen hiphop. Het is een dansje op een discomuziekje. Maar wel héél leuk om te doen. Meester Evan leert hem je stap voor stap aan. Veel plezier ermee!

Zijn jullie klaar voor de sneeuwpop-hiphop?

Doe maar met me mee en let maar goed op.

Pak wat sneeuw van de grond.

Maak er een bal van, wit en rond.

Veeg wat sneeuw bij elkaar.

Rollen, rollen, rollen maar.

Doe dat nog een tweede keer

Rol die bal maar heen en weer.

Zet die bal er maar gauw bovenop.

Koude handen. Coole pop.

Zij lacht om jouw hiphop pasje.

Maar wanneer de zon schijnt,

wordt ze weer een plasje.

Wil je alleen het liedje en dansje zien en horen?

Heb je het dansvoorbeeld niet meer nodig? Hier heb je de gezongen versie.

Zijn jullie klaar voor de sneeuwpop-hiphop?

Doe maar mee en let maar goed op.

Pak wat sneeuw van de grond.

Maak er een bal van, wit en rond.

Veeg wat sneeuw bij elkaar.

Rollen, rollen, rollen maar.

Doe dat nog een tweede keer.

Rol die bal maar heen en weer.

Zet die bal er bovenop.

Koude handen. Coole pop.

Zij lacht om jouw hiphop pasje.

Als de zon schijnt,

wordt ze weer een plasje.

Teacher in role

Teacher in role is een spelvorm bij acteren, oftewel bij toneelspelen. Een spelvorm is de manier waarop je toneelspeelt. Je kan bijvoorbeeld improviseren, een uitgeschreven tekst uitspelen, (panto)mime spelen, een tableau vivant neerzetten, maar je kan dus ook een teacher in role spel doen.

In een teacher in role spel speelt de leerkracht zelf mee in een bepaalde rol en stimuleert de leerlingen om mee te spelen, mee te denken en mee te acteren.

Lees verder onder het aangebonden materiaal.

Hieronder is materiaal te vinden waarbij teacher in role spel aan bod komt:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Teacher in role spel is vooral in de onderbouw goed te gebruiken. Jonge kinderen spelen immers al heel vaak een rollenspel. Ze spelen bijvoorbeeld dat zij de ouders zijn en dat het kleine zusje dan “het kind” is. Ook ouders en grootouders doen al vaak mee met dit spel. Je ziet dat bijvoorbeeld bij samen winkeltje spelen. Papa is de klant en koopt iets bij het kind. Als papa dan wat sturing geeft aan het verhaal, is dat eigenlijk een teacher in role spel.

De simpelste vorm van teacher in role is misschien nog wel voor- en nadoen. In dat geval speelt de leerkracht dezelfde rol als de leerlingen. bijvoorbeeld: “nu gaan we allemaal springen als kikkers”, of “we kijken allemaal heel boos”. De leerkracht doet het voor… iedereen doet mee. Dit is een veilige manier voor kinderen om te acteren. Ze weten dat ze niets fout doen en het vraagt ook nog geen eigen initiatief.

Bij wat meer uitgewerkte teacher in role spelen, fantaseren de leerlingen zelf mee. Dan heeft de leerkracht een andere rol dan de leerlingen. Meestal is de leerkracht in ieder geval de verteller die richting geeft aan het verhaal dat uitgespeeld wordt. De leerkracht is bijvoorbeeld de hoofdpiet die de pietjes (de leerlingen) een taak geeft. Een leerkracht kan ook meerdere rollen spelen. Bijvoorbeeld zichzelf, maar ook de grote boze wolf. Het helpt om het andere personage dan iets van kostuum, of rekwisieten te geven, om de herkenbaarheid te vergroten.

Bij nog meer uitgebreide teacher in role spelen, hebben de leerlingen steeds meer een persoonlijke eigen inbreng. Er kunnen antwoorden gegeven worden, geïmproviseerd etc. Het verhaal kan zelfs samen vormgegeven worden, waardoor verschillende groepen tot een verschillend verhaal komen. Dit is een goede manier om samen te oefenen in “meegaan tijdens het improviseren, in plaats van tegenwerken.” Het brengt leerlingen ook verder in de activiteit samenwerken.

Het is belangrijk dat iedereen weet dat je niets “fout” kan doen, hoewel je een verhaal natuurlijk best bij mag sturen als er bijvoorbeeld iets gewelddadigs verzonnen wordt.

Leer de leerlingen meteen “groot” te spelen. Grote gebaren, duidelijke mimiek, flinke bewegingen, duidelijke klanken.

Sneeuwvlok

OB-MB jongste groep

Dit is een vrolijk winterliedje van Kzing. Er hoort ook een dansje bij.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok. Glinsterende sneeuwvlok.

Val maar op mijn wangen, val maar zacht op mijn hand.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok. Glinsterende sneeuwvlok.

Zeg me dat het winter wordt in Nederland.

Als ik door mijn raampje kijk, dan zie ik jou.

Wit en koud en glanzend breng je winterkou-hou.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok; glinsterende sneeuwvlok.

Val maar op mijn wangen, val maar zacht op mijn hand.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok. Glinsterende sneeuwvlok.

Zeg me dat het winter wordt in Nederland.

Duizend pieten

OB-MB

Sinterklaas heeft 1000 pieten. Een liedje en dansje van Kzing.

Sinterklaas heeft duizend pieten.

Duizend pieten, heeft Sinterklaas.

Sinterklaas heeft duizend pieten,

maar de hoofdpiet is de baas.

Doe haar maar na.

Dan is er een dansje:

Stap en tik en een klap beneden

Dan aan de andere kant.

Vervolgens stap en tik hoog.

En stap en tik hoog, de andere kant op.

Dan komt het coupletje weer

Vervolgens komt het dansje terug, maar nu ga je eerst doen alsof je via een touw de schoorsteen inkruipt.

Dan doe je dat de andere kant op.

Daarna draai je een rondje en klapt

en dan het rondje terug en klapt.

Hier vind je de karaoke versie:

Zoals je weet, heeft Sinterklaas meer dan duizend pieten. En natuurlijk zou bijna ieder kind later wel piet willen worden, want het is een geweldig beroep. Misschien is het niet zo leuk om door schoorstenen te klimmen, maar het is wel geweldig om kinderen blij te maken.

Soms heeft Sint wel eens even te weinig pieten. Dan vraagt hij sommige volwassenen om even hulppiet te zijn. Dat is een heel grote eer! Een piet is toch een soort superman.

Of…. supervrouw, want er zijn natuurlijk ook veel vrouwelijke pieten. Soms zijn zij zelfs hoofdpiet.

Omdat piet zo’n geweldig beroep is, verkleden heel veel kinderen zich in de Sinterklaastijd en ze spelen dan dat ze zo’n geweldige piet zijn! Heb jij dat ook wel eens gedaan?

Schaatsenrijderswals

OB-MB-BB-ML

De schaatsenrijderswals heet in de Franse taal: les pâtineurs . Het is een wals die in 1882 gemaakt is door meneer Emile Waldteufel. (1837-1915)

OB-MB-BB-ML De schaatsenrijderswals van Waldteufel uitgevoerd door André Rieu
De schaatsenrijderswals uitgevoerd door het orkest van André Rieu

Ëmile Waldteufel werd in 1882 in Duitsland geboren, maar in 1842 gingen zijn ouders naar Parijs. Zijn moeder was muziekdocente. Ook zijn broer was heel muzikaal. Het orkest van zijn vader was één van de bekendste in Parijs. Dat orkest was heel beroemd en werd druk bezocht. Emile studeerde zelf aan het Parijse conservatorium. Na zijn studie werkte hij bij een pianobouwer, gaf pianoles en hij speelde op muziekavondjes.

In 1857 werd hij de hofpianist van de vrouw van Napoleon. Hij maakte concertreizen naar Londen en Berlijn. Soms speelde hij ook op bals. Zijn compositie “Les pâtineurs” ontstond toen hij had gekeken naar een cirkel van schaatsenrijders in het Bois de Boulogne, een park in Parijs. Het stuk werd een enorme hit. Het werd vaak in films en revues gebruikt. Het is ook gebruikt in Downton Abbey, maar ook in Pingu en ook bij Winnie the Pooh.

Het is ook opgenomen in Nintendogs and cats en het werd gebruikt in Maria Mix.

Andere componisten stopten soms stiekem stukjes van dit werk in hun stukken.

Alle bekende Sintliedjes

OB-MB-BB-OBS-BBS

Op deze pagina vind je eerst een karaokemedley van allerlei bekende Sinterklaasliedjes. De tekst staat in beeld, terwijl de muziek klinkt. De medley duurt ongeveer 18 minuten, maar je kan hem natuurlijk ook eerder afbreken. Onder de medley staan alle liedjes apart, zodat je ze één voor één kan oefenen en daarna natuurlijk voor Sint kan zingen!

Hieronder vind je de liedjes van de medley als aparte karaoke liedjes. Oefen elke dag een liedje. De dag voordat Sinterklaas komt, oefen je ze allemaal achter elkaar en dan….. optreden voor Sint.

21 november
22 november
23 november
24 november
25 november
26 november
27 november
28 november
29 november

Donderdag

30 november
1 december
2 december
3 december

Ozosnel

OB-MB-BBS

Ozosnel is natuurlijk héél belangrijk voor Sinterklaas. Nog belangrijker dan jullie wel weten. Soms is Sint een beetje bang om het dak op te gaan. Hij is ook al een jaartje ouder!

De Sint die is soms bang..
daarboven op het dak.
Het is ook best wel hoog!
Stel, dat de Sint iets brak.


Hij zegt: “Olé, olé, olé!
Ik weet wel dat het moet.
Oké, oké, oke’.
Ik durf het niet zo goed.”

Maar wie komt er dan aan?
Zijn paardje Ozosnel.
Die zegt: “Klim op mijn rug,
want samen lukt het wel”

Hij zegt: “Olé, olé, olé!
We doen gewoon wat moet.
Oké, oké, oke’.
En samen gaat hel goed.”

herhaal

Hieronder vind je de karaoke versie

Kleren van de Sint

Iedereen heeft wel eens gehoord van de mantel van de Sint, maar hoe heten de andere kledingstukken nou?

Iedereen weet.. Iedereen weet…
Iedereen weet, hoe de Sint zich kleedt.
Maar niemand weet, echt niemand weet,
niemand weet hoe dat allemaal heet.

Sint die heeft een albe. Die albe die is wit.
Sint heeft ook een clingel, die om zijn middel zit.
Sint heeft ook een rok aan. ’n Mantel maakt het af.
Op zijn hoofd een mijter. Een stola en een staf.

Sint Maarten vieren

OB-OBS

In dit filmpje kan je zien en horen hoe sommige kinderen het Sint Maartenfeest vieren door langs de deuren te gaan voor een snoepje of stukje fruit. Het is een soort podcast met filmmateriaal erbij.

Als je alleen het geluid laat horen, kan je ondertussen uitbeelden wat er gebeurt. Het is dan een teacher in role spel.

Bos

OB-MB Een liedje over een bos.

In alle jaargetijden heeft het bos een sprookjesachtige sfeer. Zeker wanneer er een straaltje zon door de donkere takken schijnt.

Het liedje, ingezongen
De karaoke versie

Zon valt in streepjes en vlekjes van licht,
dwars door de blaadjes, zo in mijn gezicht.
Duizend geheimen van takjes en mos.
Groen is de wereld. Ik ben in het bos.

O wat groen, o wat mooi, ik geniet.
Wees maar stil en let op wat je ziet.
Luister goed naar het bos en zijn lied.
Ook al zijn de kabouters er niet.

Een beekje dat kabbelt. Een vogel die fluit.
Eekhoorntjes vluchten. Het bos maakt geluid.
Duizend geheimen van takjes en mos.
Groen is de wereld. Ik ben in het bos.

O wat groen, o wat mooi, ik geniet.
Wees maar stil en let op wat je ziet.
Luister goed naar het bos en zijn lied.

Over het bos

Ben jij daar wel eens geweest? Het is een beetje sprookjesachtig. Je verwacht er zo een kabouter te zien.

  • Wat kun je allemaal horen in het bos?
  • Wat kun je allemaal ruiken in het bos?
  • Welke dieren wonen er in het bos?
  • Hoeveel bomen heb je nodig om iets een bos te noemen?
  • Wat is het verschil tussen een bos en een park?

Maak een herfstknutsel

Hier staan een aantal herfstknutsels op onze pinterestpagina

Als de kerstboom…

OB-MB-BB-OBS-BBS

Dit kerstliedje van Kzing is leuk om met elkaar te zingen bij het versieren van de kerstboom. Je kan het bijvoorbeeld zingen bij een kerstviering. Eigenlijk is het een liedje voor jongere leerlingen, maar als je samen het kerstfeest viert, zingen bovenbouwers dit natuurlijk mee!

Misschien kan iemand de kerstboom spelen en groene kleren aandoen. Er zijn ook kant- en klare kerstboompakken. Andere kinderen kunnen dan zelf gemaakte versieringen aan die kledinghangen met veiligheidsspelden.

Als de kerstboom wordt versierd, hang ik er van alles in.

Duizend ballen en een slingertje. Nou, is dat geen goed begin?

Doe maar mee.. doe maar mee.. doe maar met ons mee.

Doe maar mee.. doe maar mee.. doe maar met ons mee.

Als de kerstboom wordt versierd, hang ik er van alles in.

Duizend sterren en een engeltje. Nou, is dat geen goed begin?

Doe maar mee.. doe maar mee.. doe maar met ons mee.

Doe maar mee.. doe maar mee.. doe maar met ons mee.

Hieronder vind je de karaoke versie van het liedje:

O dennenboom

OB-MB-BB-BBS

Lied: een traditioneel kerstlied. De onderbouw kan het refrein meezingen. 

Dit is een van de bekendste kerstliedjes. Het is eigenlijk een Duits liedje. Bij Kzing hebben we een beetje een ander ritme gebruikt, om het liedje wat interessanter te maken. Ook hebben we er een stukje in het midden bijgemaakt. 

Dit keer staat er alleen een karaoke versie. Als je de woorden eronder volgt, kan je zo mee zingen! 

Veel plezier! 

O dennenboom, o dennenboom,
wat zijn je takken mooi versierd, wat zijn ze wonderschoon. 2 x
Ik heb je laatst een keer in ’t bos zien staan.
Toen zat er nog geen enkel kaarsje aan.
O dennenboom, o dennenboom,
wat zijn je takken mooi versierd, wat zijn ze wonderschoon.

Ik zoek een boom die groen blijft en de mensen echt laat zien,
dat bij het kleinste sprankje leven er nog hoop is en misschien
dat het donker dan weer licht wordt; dat is wat ik g’loof en vier.
Ik zoek de allermooiste kaarsen, waar ik jou dan mee versier.

O dennenboom, o dennenboom, wat zijn je takken mooi versierd,
wat zijn ze wonderschoon. 2 x

O Tannenbaum. Luister op YouTube naar de Duitse versie.

Al rond 1864 was er een Duits gedicht waarin woorden zaten die ook in dit liedje voorkomen. De melodie zou van een volksliedje uit Silezië zijn, van de componist Melchior Franck (1579-1639). 

Een andere meneer, Joachim August Zarnack, schreef er woorden op. De spar (in het Duits is dat “Tannenbaum”) werd gebruikt als voorbeeld van betrouwbaarheid. 

In 1824 was er een leraar in leipzig (1780-1861) die Ernst Anschütz heette. Hij hield de woorden van het eerste vers van Zarnack, maar voegde er nog twee coupletten aan toe. Die gingen over kerstbomen. In die tijd waren kerstbomen namelijk heel populair geworden. Hij gebruikte wel een andere melodie, ook gepikt van een volksliedje. 

Alle landen pikten het liedje. Ook Nederland. We namen het woord “den” over, terwijl een kerstboom eigenlijk een spar is. We zouden dus moeten zingen “O sparreboom, o sparreboom…” 

Het melodietje is zo populair, dat er vaak ook andere woorden op gemaakt worden. 

Van het ene feest…

OB-MB-BB-BBS

Het is altijd goed om stil te staan bij de diversiteit aan culturen die er zijn. Op heel veel verschillende plekken op de wereld maken mensen de “donkere dagen voor kerst” gezellig door veel feesten te vieren. Halloween, Sint Maarten, Sinterklaas, Advent, Kerst, Oud- en nieuw zijn een paar bekende feesten die in Nederland gevierd worden. In Amerika vieren ze bijvoorbeeld Thanksgiving.

Samen een feest vieren, zorgt ervoor dat je je met elkaar verbonden voelt. Bijna alle mensen vieren wel één of een paar grote feesten per jaar. Groepen mensen hebben samen een taal, tradities en opvattingen. Dat noem je samen: hun cultuur. In iedere cultuur worden feesten gevierd. Daar gaan deze liedjes ove

Omdat we in Nederland met mensen uit allerlei culturen samenleven, is het belangrijk om belangstelling en respect te hebben voor elkaars feesten. Vandaar dit liedje.

We hebben een korte en een lange versie gemaakt. Kies zelf welke versie haalbaar is.

We kunnen het erover hebben dat dit een hele gezellige tijd is met veel feesten en tradities. Welke feesten worden er bij jullie op school en thuis gevierd?

De ingezongen eenvoudigere versie

De eenvoudigere karaoke versie

Van het ene feest naar het andere feest. We vieren zoveel feesten met elkaar.
Ik ben benieuwd. Hoe is jouw feest geweest? Elk feestje is een hoogtepunt in ’t jaar.

Dan gaan we lekker eten en maken we plezier.
Misschien wil jij wel weten hoe ik een feestje vier….

Van het ene feest naar het andere feest. We vieren zoveel feesten met elkaar.
Ik ben benieuwd. Hoe is jouw feest geweest? Elk feestje is een hoogtepunt in ’t jaar.
Elk feestje is een hoogtepunt in ’t jaar.

Voor groepen die wat meer aankunnen, is het liedje iets langer.

Je ziet en hoort over een feest in het Christendom, de Islam en de Joodse cultuur, Je ziet ook nog foto’s van Divali en van Loi Krathong. Kan je raden welk rapstukje bij welk feest hoort? Waarom zijn er twee raps over kerstmis? Hebben de mensen uit de eerste Kerst-rap dezelfde traditie als de mensen uit de laatste Kerst-rap? Welke feesten en feestelijke tradities hebben jullie thuis?

De ingezongen versie voor de bovenbouw
De karaoke versie voor de bovenbouw

Refrein:
Van het ene feest naar het andere feest. We vieren zoveel feesten met elkaar.
Ik ben benieuwd. Hoe is jouw feest geweest? Elk feestje is een hoogtepunt in ’t jaar.
1e coupletrap:
Dan gaan we lekker eten en maken we plezier.
Misschien wil jij wel weten hoe ik een feestje vier….
Van het ene feest naar het andere feest. We vieren zoveel feesten met elkaar.
Ik ben benieuwd. Hoe is jouw feest geweest? Elk feestje is een hoogtepunt in ’t jaar.

2e coupletrap:
Wij gaan dan naar de kerk toe en daar hoor ik het verhaal
van het Kerstkind in de kribbe en dat maakt mijn Kerst speciaal.

3e coupletrap:
Met de Ramadan dan vast ik. En als dat is geweest,
dan gaan we samen eten. Zo vier ik het Suikerfeest.

4e coupletrap
Wij branden heel veel kaarsen. Ik eet dan Soefgania.
Soms draaien we de dreidel. Ik vier heel graag Hanukkah.

5e coupletrap
Mijn oma bakt een tulband. De kerstboom wordt versierd.
Dan gaan we lekker eten, zo wordt Kerst bij mij gevierd.

Bijna iedere cultuur kent grote feesten

Het Suikerfeest is een feest dat aan het einde van de vastenperiode wordt gevierd. Dat is niet altijd op dezelfde datum. Soms valt dit in de zomer.

De andere feesten zijn allemaal feesten die te maken hebben met de komst van het licht. en die vallen aan het einde van het jaar.

Vaak is “licht” daarbij heel belangrijk. We zitten natuurlijk ook in de donkerste tijd van het jaar. De dagen werden steeds korter en de donkere tijd (de nacht) steeds langer. Maar 21 december komt daar verandering in. In die tijd valt de kortste dag en de langste nacht. Daarna zullen de dagen langer worden.

Dat hebben mensen altijd gevierd. Ze noemden en noemen dat: Midwinter, hoewel het niet in het midden van de winter is, natuurlijk. Het is juist het begin van de winter. Maar het voelt wel zo, omdat vanaf die dag de dagen langer worden. Dat geeft je het gevoel dat je al weer half op weg bent naar de lente.

Andere namen voor Midwinter zijn Winterzonnewende of Joel (Yule). Dit feest werd al bij de Germanen gevierd. Ze vierden dan 12 dagen feest.

Ook de Romeinen vierden 12 of 13 dagen feest om het wintersolstitium te vieren. Solstitium betekent zonnestilstand.

Bijna alle volkeren probeerden en proberen in die tijd aandacht aan hun God of goden te besteden. Maar niet alleen aan de goden. Ook aan familie en aan mensen die het nodig hebben.

Ook andere culturen kennen lichtfeeesten.

Joodse mensen vieren Hanukkah. Hindoes vieren Divali. Boeddhisten vieren Loi Krathong, waarbij ze Thaise lampionnen loslaten en zo zijn er nog veel meer feesten. Misschien best leuk om een keer een werkstuk over te maken.

Pinguïn

OB-MB

Lied

Lekker zingen en dansen! Een winterliedje van Kzing dat over dieren gaat: pinguïns. Er hoort ook een dansje bij. Wat is er nou fijner dan lekker bewegen op de muziek? 

Pinguïn

Als ik een pinguin op de Zuidpool was,
Dan droeg ik een wit hemdje en een zwarte jas.
Mijn mutsje was oranje wat me super stond.
Ik wiebelde en waggelde de Zuidpool rond.

Grijp je wiebel, je wiebel, je wiebelkans.
Doe de wiebel, wiebel, wiebel, wiebel, wiebel…..
Doe de wiebeldans…..

Als ik een pinguin op de Zuidpool was,
Dan droeg ik een wit hemdje en een zwarte jas.
Mijn mutsje was oranje wat me super stond.
Ik wiebelde en waggelde de Zuidpool rond.

Gedichtwoord

OB-MB-ML-BBS

In deze podcast vertelt juf Ellis iets over gedichten en woorden die goed in gedichten passen.

Na afloop van de podcast kies je zelf een gedichtwoord uit en gaat daar een kunstwerk van maken.

Dat kunstwerk kan in het Kzingmuseum komen te hangen. Dat zouden meester Evan en juf Ellis erg leuk vinden. Je kunt het versturen via de brievenbus.

Lampionnendans

OB-MB-BB-OBS-BBS

Met Sint Maarten mag je langs de deuren gaan. In ruil voor een liedje, krijg je wat lekkers. Maar waarom zou je alleen maar zingen? Je kan er ook een beetje bij bewegen. Dan krijg je het ook niet koud! Doe gewoon wat er in het liedje gezongen wordt. Je doet je lampionnenstok omhoog, opzij, omlaag. En bij het laatste regeltje, doe je je open tas naar voren.

Het liedje is nog nieuw. We hebben nog geen ingezongen versie. Als je dat graag wil, stuur dan een mailtje naar info@kzing.nl. Dan zorgen we dat dat ook voor elkaar komt.

De karaoke versie

Lampion omhoog.
Lampion opzij.
Lampion omlaag
Zeg, wat geeft u mij?
Jee, wat lekker zeg.
Ik heb nu al zin.
Dank u wel.
Doe het hier maar in.

Weetjes 7: Dynamiek

Klanken kunnen zacht en hard klinken, maar in de muziek gebruiken we het woord “hard” niet. We noemen dat sterk. Klanken kunnen zacht of sterk zijn, maar geluid kan ook sterker en zachter worden. Hier vind je wat materiaal om dat mee te oefenen.

Weetjes 6: harmonie

Als er 2 of meer tonen samenklinken, noemen we dat een harmonie. Dat komt van het Griekse woord “harmonia”, dat “samenvoeging, verbinding, afspraak, samenhang” betekent.

Interval

Als er 2 klanken samenklinken, noemen we dat een interval. Een afstand tussen 2 tonen.

Akkoorden

Misschien ken je het woord akkoord, wel. Dat komt van het Latijnse “ad cor”, tot het hart. Klanken (of mensen, want mensen kunnen ook tot een akkoord komen) zijn het met elkaar eens. Als 3 of meer klanken het met elkaar eens zijn en samenklinken (of dat nou mooi of minder mooi klinkt), noemen we dat een akkoord.

Spoekies, the movie

Op deze pagina vind je een film van de voorstelling “Spoekies”. Die is 9 oktober 2022 gespeeld door Club La van Kzing. Helaas kreeg één van de spelers die ochtend Corona. Evan heeft toen in een half uur de hele rol geleerd, terwijl hij valse wimpers kreeg opgeplakt. Vandaar dat Smeralda in deze film een baard heeft. De voorstelling werd erg goed ontvangen en kreeg een lovende recensie. We hopen van harte dat je genieten zult van de hele cast van Spoekies! Dan kun je nu kijken naar: Spoekies, the movie. (Okee, dibbediedee!)

Gedicht leren

OB-MB-BB

Kan jij een gedicht uit je hoofd leren? Een mooi woord hiervoor is memoriseren. Probeer het uit met dit gedicht:

Hier hoor je het gedicht en zie je er plaatjes bij

Winter

Koude voeten. Koude oren.

Zelfs mijn neus is half bevroren.

Dikke wanten. Twee paar sokken.

Maar waar blijven nou die vlokken?

Wit en blauwe sneeuwkristallen,

die maar dwarrelen en vallen

op mijn wimpers… in mijn dromen.

Wanneer zou de sneeuw toch komen?

Copyright Evan Castenmiller info@kzing.nl

Hier draagt meester Evan zijn gedicht voor

Sommige mensen vinden het moeilijk om zélf een kunstwerk te bedenken en maken. Soms zeggen die mensen: “Ik ben niet zo creatief.”

Maar dat hoeft niet waar te zijn. Je kan op veel manieren creatief zijn. Je kunt bijvoorbeeld ook creativiteit stoppen in het uitvoeren “van kunstwerken die andere mensen bedacht hebben.

Componisten schrijven soms een lied dat later door héél veel andere mensen gespeeld wordt. De mensen die hun werk uitvoeren, zijn dan toch bezig met kunst. Zij bedenken, hoe ze dat lied van iemand anders het mooiste kunnen laten horen en daar oefenen ze ook heel veel voor.

Soms lezen mensen verhalen voor uit boeken die andere mensen geschreven hebben. Ze lezen het zo goed mogelijk voor. Af en toe gebruiken ze er zelfs verschillende stemmetjes bij. Er worden zelfs wel eens voorleeswedstrijden gehouden.

Je kan ook met kunst bezig zijn door een gedicht van een ander voor te lezen, of uit je hoofd te leren en op te zeggen.

Je doet dat natuurlijk zo goed mogelijk, zodat iedereen hoort dat je het gedicht echt begrepen hebt. Je zegt de woorden niet saai op, maar je spreekt rustig, gebruikt klemtonen bij belangrijke woorden en af en toe neem je pauzes. je kan zelfs je mimiek (zijn gezichtsuitdrukkingen) gebruiken, om de betekenis van het gedicht over te brengen op andere mensen.

Dit heet: “een gedicht voordragen”, of “een gedicht declameren”, of “een gedicht ten gehore brengen”.

Waarom zou je dit nou eigenlijk doen?

1.Je vindt het leuk. (Dat is de belangrijkste reden!)

Kunst maken, is net als spelen. Je probeert van alles uit en het is super leuk om te doen.

2.

Je traint je geheugen er mee.

Dat is altijd handig. Zeker als je naar een middelbare school gaat, waar je soms rijtjes, of heel veel woordjes uit je hoofd moet leren.

3.

Je leert presenteren.

Je leert hoe je iets op een goede manier aan mensen kan laten zien en horen. Dat heet: “presenteren”. Het woord “presenteren”, betekent letterlijk “aanbieden”. Als je een gedicht voordraagt, presenteer je het gedicht, maar je presenteert ook jezelf. Je laat zien en horen hoe mooi dat gedicht is, maar ook jezelf. Mensen kunnen zien en horen dat je rustig praat, het gedicht snapt en dat op andere mensen kan overbrengen. Je laat je talent zien.


Die vaardigheid kan je gebruiken als je een spreekbeurt moet doen, of later… als je solliciteert.

Waar leer je declameren?

Je hoeft niet naar een school en je hoeft ook geen dure cursus te doen om met deze kunstvorm bezig te zijn. Je kan het gewoon thuis doen. Er zijn heel veel gedichten die het waard zijn om uit je hoofd te leren.

Wij gaan oefenen met declameren

1.

Je leert het gedicht uit je hoofd. Je memoriseert het.

2.

Je draagt het gedicht voor, voor een publiek. Je voert het uit. Je declameert het.

Zoek uit hoe jij het gedicht het beste uit je hoofd kan leren.

1 Leer door te luisteren

Je kan luisteren en luisteren hoe iemand anders het doet, tot je het weet. Voor sommige mensen werkt het het beste als ze met hun ogen dicht luisteren. Wie goed kan leren door te luisteren leert “auditief.” Zo heet dat.

2. Leer door er ook naar te kijken

Gedichten declameren is een kunst met klank, net zoals muziek. Je hebt je oren dus nodig. Maar ook je ogen kunnen je helpen. Sommige mensen hebben juist plaatjes nodig, om iets goed te onthouden. Die mensen leren “visueel”; dat betekent door te kijken. Je kan steun hebben aan de plaatjes bij het gedicht.

3. Leer door te doen

Sommige mensen zijn doeners. Die leren beter door actief te zijn.

Ze kunnen bijvoorbeeld meteen de woorden hardop mee te zeggen die ze al kennen.

Vind je het moeilijk om de zinnen meteen helemaal te onthouden? Probeer dan eens eerst de laatste woorden aan te vullen.

Sommige mensen helpt het om er gebaren bij te maken. Kies passende gebaren uit, die bij het gedicht passen.

4. Alles ineens, of stap voor stap?

Sommige mensen proberen alles tegelijk te onthouden. Sommige mensen zijn hier goed in. Dan is dat geen probleem.

Anderen leren beter door het stap voor stap te doen. Als je iemand bent die op die manier leert, leer je eerst 1 regel uit je hoofd. Als je die goed kent, doe je er een regel bij. Herhaal regel 1 en 2. Als die twee echt zitten, voeg je er weer een regel aan toe en zo ga je door. Je kan dit ook op verschillende dagen doen.

Het ene is niet beter dan het andere. Je moet uitzoeken wat voor jou werkt.

Zoek publiek.

Voor wie wil jij het gedicht opzeggen? Die persoon (of personen) is/zijn je publiek. Kies je publiek goed uit.

1.

Kies iemand die van gedichten houdt.

2.

Kies iemand die van jou houdt en het leuk vindt dat jij met zulke dingen bezig bent.

3.

Kies iemand die vindt dat mensen die nieuwe dingen leren, niet meteen super goed in iets moeten zijn. Zoek iemand uit die complimentjes geeft, maar ook durft te vertellen wat je nog kan verbeteren. Zoek iemand die tips geeft, geen trappen.

4.

Ga naar die persoon toe als hij of zij tijd heeft. Misschien is je moeder wel je trouwste fan en vindt ze het superleuk dat je dit doet, maar heeft ze net een zoom-meeting en echt geen tijd voor een voordracht. Kies je moment goed uit.

Laat ons eens horen of het je gelukt is om het gedicht te memoriseren. Klik op de brievenbus en stuur ons een berichtje.

Bodypercussie regen

OB-MB-BB

Luister eerst met je ogen dicht naar het onderstaande geluidsfragment. We geven nog even geen informatie. Wat hoor je? 

Perpetuüm jazzile laat een bodypercussie horen

Je hoorde een bodypercussie waarmee je de regen werd uitgebeeld. Bodypercussie komt van twee Engelse woorden. Het woord “body”, dat is het Engelse woord voor lichaam en het woord “percussie”. Dat is het Engelse woord voor slagwerk. Bodypercussie gaat dus om geluiden maken op en met je lijf. Je gebruikt je lichaam als instrument. Je knipt met je vingers, klapt in je handen, stampt, veegt je handen over elkaar, maakt plopgeluidjes met je lippen etc.

Dit was een bodypercussie van Perpetuum Jazzile. Dat is een muziekgroep uit Slovenia. Zij zijn bekend geworden via YouTube, door hun vertolking van het nummer “Africa” van de band Toto.

We gaan deze oefening zelf ook doen, als opwarmer.

Als je goed geluisterd hebt, hoor je dat de groep werkt met dynamiek. Dynamiek gaat over zachte muziek en sterke muziek, zachtere en sterkere muziek. Je hoort dat de percussie zacht begint, steeds harder wordt (dat noemen we crescendo) en dan keihard wordt… en dan?

Luister het fragment nog maar eens.

Regen-akkoord

Dit liedje kan je spelen op boomwhackers, metallofoons, tafelbellen of op de toetsen. Er zitten steeds 2 tellen in elke maat.

Als je het lied kan spelen, kan je iemand vragen om hetzelfde ritme op e te spelen. Dan klinkt er een interval. Dat is al harmonie. Er klinkt iets samen.

Als dat met twee mensen lukt, kan je het ook met 3 mensen doen. Je vraagt de 3e persoon om het ritme op g te spelen.

Als jullie het tegelijk doen, klinkt er een akkoord.

Liedboek 1

Liedjes 1 hoort bij lesboek 2

Je leert de namen van de toetsen kennen met een liedje in de 2 telsmaat

In dit eerste liedjesboek leer je alle toetsen kennen. Je speelt het liedje van de kraan op alle toetsen. Het liedje staat in een 2 telsmaat. Het ritme is ook overal hetzelfde.

Bouw een drumstel!

OB-MB-BB

Maak samen met meester Evan je eigen drumstel, dan kan je ritmes spelen. Je kan alles wat om je heen is gebruiken.

Zin om samen te musiceren? Drum mee met meester Evan op zijn eigengemaakte drumstel.

Meester Evan heeft een drumstel gebouwd, van spullen uit zijn kamer. Daar gaat hij ritmes op drummen. Doe mee!

Kijk maar eens goed in de kamer. Waar zou je een ritme op kunnen tikken? Kies maar liever geen dingen die al te veel herrie maken, want nu iedereen thuis werkt, moeten we elkaar geen overlast bezorgen. Denk aan een kussen van de bank, een boek, een houten lepel… Of rammel met een dicht pak macaroni. En je kan natuurlijk ook gewoon in je handen klappen.

Als je drumstel klaar is en je met meester Evan hebt geoefend, kun je ook proberen de ritmes uit het liedje “Drumstel” mee te drummen op je eigen instrument.

Veel plezier!

Drumstel (copyright Ellis Castenmiller)

Ik heb een drumstel gebouwd, want ik zat me te vervelen.

‘k Heb een drumstel gebouwd, waar ik ritmes op kan spelen.

Met een multomap en wat dingen uit mijn la,

drum ik nou de coolste ritmes. Luister goed en doe me na!

Kranen in een akkoord

We hebben een liedje gemaakt voor al het water dat uit de kraan komt. We spelen eerst het liedje van de kraan met rode boomwhackers, of op de toets c. Je hoort alleen maar 1 liedje. Er is geen begeleiding bij. Dat heet: unisono.

We horen nóg een kraan druppen. De eerste kraan speelt het liedje, de tweede speelt een begeleiding. Als er meer klanken tegelijk klinken, noem je dat een harmonie.

Als de kranen precies tegelijk druppen (dus als de leerlingen het liedje tegelijk spelen), klinkt er een interval. Een interval is een afstand tussen twee tonen. De afstand van c tot e heet een terts.

Je kan ook drie kranen tegelijk laten drjuppen: de c-kraan, de e-kraan en de g-kraan. De harmonie die je dan hoort, heet een akkoord. Omdat de c-klank de onderste is van het akkoord, noemen we het een

c akkoord.

Welke toon die klinkt, is hoger? De C, de E of de G ? Er zijn twee rode boomwhackers, een lange en een korte. Welke klinkt hoger? Waarom heet hij dan toch de c ?

Over water

Water is heel belangrijk voor mensen. Gelukkig hebben we in ons land goed kraanwater. Dat kan je rustig drinken. Het wordt gecontroleerd. Water drinken, is gezond. Veel gezonder dan allerlei sapjes. Van water maak je ook andere dranken; thee en koffie bijvoorbeeld. Lust jij water? Je hebt ook water nodig om andere dingen te maken: soep, om aardappelen te koken enzovoort. En we maken ook schoon met water. We maken zelfs onszelf schoon met water. Omdat water zo belangrijk is, moeten we het niet verspillen.

Drumstel

OB-MB-BB-BBS

Dit lied kun je meezingen, maar er worden ook ritmes in gespeeld, die je na kan tikken, of na kan klappen. Je kan het op je gehoor doen, of naar het notenbeeld kijken. Lukt het je? Je kan ook een eigen “drumstel” bouwen, van spullen in huis.. dan kan je daarop musiceren. Misschien kun je er nog andere instrumenten bij gebruiken….

Ik heb een drumstel gebouwd,
want ik zat me te vervelen.
‘k Heb een drumstel gebouwd,
waar ik ritmes op kan spelen.
Met een multomap en wat dingen uit mijn la,
drum ik nou de coolste ritmes.
Luister goed en doe me na!

Een ritme is wat er overblijft van een liedje als je het klapt en niet zingt. Zeg vader Jacob maar eens op. Dan hoor je dat sommige klanken langer zijn dan andere.Bij “slaapt gij nog” , duurt het woordje “nog” veel langer. Alle lettergrepen van “al-le klok-ken” zijn nog korter. Door kortere en langere klanken, ontstaat er ritme.

Als je de ritmes uit dit liedje na wil “drummen”, moet je natuurlijk wel zelf eerst een “drumstel” bouwen! Kijk maar eens goed in de kamer. Waar zou je een ritme op kunnen tikken? Kies maar liever geen dingen die al te veel herrie maken, want we moetene elkaar geen overlast bezorgen. Denk aan een kussen van de bank, een boek, een metalen vaas… Of rammel met een dicht pak macaroni. En je kan natuurlijk ook gewoon in je handen klappen.

Kleine heks

OB-OSO

Op deze pagina staan liedjes en een bewegingstussendoortje over heksen. In het liedje van Kzing krijgt iemand een heksenhoed. Dan is die persoon de heks (of tovenaar.. maar in het liedje zingen we heks) en kan die persoon kiezen waarin de rest van de leerlingen betoverd wordt.

De ingezongen voorbeeldversie
Jonge kinderen laten zien hoe je dit liedje kan uitspelen

Ik zie een kleine heks. Die heks die zegt iets geks:

Van je hocus pocus pilates pas.. Ik wou dat jij een zwemmer was.

Een zwemmer die doet zo… Een zwemmer die doet zo… Zo doet een zwemmer dus.

Een zwemmer die doet zo… Een zwemmer die doet zo… Zo doet een zwemmer dus.

Aanwijzingen bij het liedje

In sprookjes komen vaak heksen voor. Sommige zijn aardig en sommige een beetje gemeen. Stel je eens voor dat je zelf een heks was… In het liedje van de kleine heks, worden wat voorbeelden gegeven van dingen waarin de toverheks je kan veranderen, maar natuurlijk kunnen jullie ook zelf iets verzinnen.

Per liedje zijn er 3 heksen (of tovenaars. Zij mogen met hun toverstaf zwaaien en vertellen waar de rest van de groep in verandert.

De andere kinderen gaan in het tweede stukje van het liedje ook doen alsof ze dat ook echt zijn. (Als kikkers springen, als koningen zwaaien, als standbeeld stilstaan etc.)

Maar let op: bij het tussenmuziekje moet je weer gauw gewoon doen, want dan gaat de volgende heks je in iets veranderen.

De laatste keer komen alle dingen nog één keer voorbij, in omgekeerde volgorde.

Hieronder staat bewegingstussendoortje van Cooking class. Zij maken heel goede bewegingstussendoortjes en combinerendrama met bewegen. Het begin van het filmpje is een beetje griezelig. Het is wel fijn dat je weet dat dit geen echte heks is, maar een verkleed persoon.

Bewegingstussendoortje van Cookingclass

Tot slot nog een liedje over heksen uit Sesamstraat. Je leert hier achteruit tellen.

Zes heksen bij elkaar, uit Sesamstraat. Je leert achteruit tellen.

Toen onze Mop

OB-MB jongste groepen-OBS

Toen je oma en je opa en hun vader en moeder klein waren, werden er natuurlijk ook al liedjes gezongen. Sommige van die liedjes hebben ze misschien aan jullie geleerd. Zo’n doorgeefliedje, heet een volksliedje. Dit is het bekende liedje van het verwende hondje Mopje. Hij wil niet eten wat hij krijgt.

Bij Kzing vonden we de woorden té ouderwets. We hebben er dus andere woorden op gemaakt. Maar de melodie is hetzelfde gebleven.

Toen onze Mop een Mopje was,
was hij schattig om te zien.
Nu bromt hij alle da-ha-gen.
Zeg, hoor jij hem misschien?
Waf woef, waf woef, waf woef, waf, woef, zeg, hoor jij hem misschien?
Nu bromt hij alle da-ha-gen; zeg, hoor jij hem misschien?

Bewegen bij het lied

Je kunt er gebaren bij maken:

  • Toen onze Mop:  handen aaien een grote hond
  • een Mopje was: handen aaien een klein hondje
  • was hij schattig om te zien , handen naast het gezicht en kijken of je iets heel schattig vindt.
  • Nu bromt hij alle dagen: boos kijken
  • Zeg, hoor jij hem misschien: hand bij het oor.
  • Waf, woef enz. : met beide handen gebaar van mond die dicht en open gaat, maken.

Verwerkingsopdracht : woordje doorfluisteren

Zo’n liedje dat “doorgegeven” wordt, heet een volksliedje. Dat wij de tekst veranderd hebben, past eigenlijk heel goed in de gedachte van “het volkslied”, want dat verandert meestal door overlevering.

Fluister maar eens in een kring een woordje door. Dan zie je dat het woord aan het einde vaak veranderd is.

Over het liedje

Toen onze Mop is eigenlijk een vertaling van een oud lied uit Duitsland van meneer Hoffmann von Fallersleben. Jan Goeverneur bedacht heel lang geleden de Nederlandse woorden. Toen werd het op muziek gezet door Johannes Worp.

Soms zijn de woorden in zo’n liedje wel een beetje ouderwets, omdat die liedjes al zo oud zijn. Wij zeggen over een puppy niet meer dat hij “aardig om te zien” is. Wij zeggen dan dat zo’n hondje “schattig” is.

Kan je zelf een woord verzinnen dat jullie kleinkinderen later gebruiken voor “schattig”?

Vroeger zongen ze:

Toen onze Mop een Mopje was, was hij aardig om te zien.

Nu bromt hij alle da-ha-gen en bijt nog bovendien.

Waf woef, waf woef, waf woef, waf woef en bijt nog bovendien.

Nu bromt hij alle da-ha-gen en bijt nog bovendien.

Jij bent een recht bedorven dier, eerst nam je wat ik bood.

Nu wil je lekk’re beetjes en lust niet eens meer brood.

Waf woef, waf woef, waf woef, waf woef en lust niet eens meer brood.

Nu wil je lekk’re beetjes en lust niet eens meer brood.

De mop zei hierop tot de knaap: “Hoe dwaas praat gij daar toch.

Had gij mij niet bedorven, ‘k was een lief Mopje nog.

Waf woef, waf woef, waf woef, waf woef, ‘k was een lief Mopje nog.

Had gij mij niet bedorven, ‘k was een lief Mopje nog.

Welke woorden kende jij niet?

Het liedje was eigenlijk bedoeld om aan kinderen te vertellen: kinderen die niet eten wat er op tafel staat (vroeger zeiden ze “wat de pot schaft”) , zijn verwende kinderen. Denk maar niet dat ze dan iets anders voor jou gingen maken, hoor.

Hoe is dat bij jullie thuis? Moet je alles eten? Wat lust je echt niet?

De dierentuin

OB- MB de jongste groep

We zingen over de dierentuin, maken dierengeluiden, doen een dierengeluidenquiz doen en spelen een verhaal.

Kijk en luister en raad de dieren

Hieronder staat een muzikale praatplaat, met daarin alvast de muziek van het liedje van de dierentuin. Er komen veel dieren voorbij. Let goed op. Vertel na afloop welke dieren je hebt gezien.

Onderzoeksvraag: wat is het verschil tussen zoogdieren, amfibiën, reptielen, insecten etc.

Wie gaat er mee naar de dierentuin? Want daar is zoveel te zien.
Ik wed dat jij heel veel dieren kent, maar weet jij ook heel misschien…
welk dier dit is? Welk dier dit is? Welk dier dit is? Welk dier dit is?
Heb jij het goed of heb je het mis?

Kan je ook meezingen met het karaoke filmpje?

Raad het dieren geluid

 

Raad het dierengeluid.

Hier staat een linkje naar YouTube. Je kan er luisteren naar dierengeluiden. Doe je ogen eerst dicht en luister.Kun je raden welk dier je hoort?

Weet je wat de wilde dieren zijn? Is een schaap een wild dier? Is een beer een wild dier? Is een paard een wild dier? Waarom heet het ene dier nou een wild dier en het andere niet?

Sommige dieren zijn wilde dieren. Andere diersoorten zijn door de mens tam gemaakt om hen bij de mensen te kunnen laten wonen. Ze hebben gezorgd dat het huisdieren werden. Dat heet “domesticeren”, dat komt van het Latijnse woord “domus” dat “huis” betekent. Domesticeren betekent dus “huisdier maken”.

Mensen doen dat om verschillende redenen. Soms omdat ze van het gezelschap van dieren houden. Honden en poezen zijn bijvoorbeeld gezelschapsdieren. Vaak ook omdat ze eigenschappen van dieren willen gebruiken. Paarden zijn bijvoorbeeld sterk en dus laten mensen hen karren trekken. Maar er zijn ook in het wild levende paarden.

Sommige dieren zijn proefdieren. Ratten werden gebruikt om gas op te sporen.

Er zijn zelfs honden naar de maan geweest!

Wat vind jij ervan dat mensen dieren leren om hen te helpen ?

3. Hoe doet een?
 
Kun je de dieren die hier onder staan, nadoen? Je kunt je lijf gebruiken en geluiden maken.
 
  • * Hoe doet een papegaai?
  • * Hoe doet een gorilla?
  • * Hoe doet een leeuw?
  • *Hoe doet een Tarantula?
  • * Hoe doet een krokodil?
  • * Hoe doet een flamingo?
  • * Hoe doet een giraffe?
  • * Hoe doet een slang?
  • * Hoe doet een pinguïn?
  • *Hoe doet een haai?

4. Vertel eens?

Wie is er wel eens naar de dierentuin geweest? Wat is je lievelingsdier? Waarom vind je dat dier zo leuk?

8. Speel het verhaal na

Iemand (bijvoorbeeld een juf, meester, broer of moeder) vertelt het verhaal en speelt zelf dat ze/hij naar de dierentuin gaat. De andere mensen die er zijn (bijvoorbeeld de leerlingen) spelen de dieren. Ieder dier wordt uitgebeeld en er mogen de goede geluiden bij gemaakt worden.

  1. Het was een leuke dag, vandaag, want ik ging op bezoek. Nee… niet bij mensen… Ik ging op bezoek bij dieren. Waar kan je op bezoek gaan bij dieren? Inderdaad, in de dierentuin.In de verte zag ik het poortje al. Ik kocht een kaartje aan het loket en toen mocht ik naar binnen.
  2. Mteen werd ik begroet door een dier. Het was een vogel. Hij zat op een stokje en hij had prachtige veren. Het was een papegaai. Hij hield zijn kopje scheef en riep: “Koppie krauw… koppie krauw…”
  3. Ik kocht wat pinda’s en die gaf ik aan de papegaai. Die was daar zo blj mee, dat hij nog eens riep: “Koppie krauw… koppie krauw…” Daarna ging ik op weg.De giraffen stonden al klaar. Ze staken hun lange nek uit, om mij goed te kunnen zien. Af en toe aten ze een blaadje van de bomen.
  4. Vlug liep ik door. De dieren die ik het liefste wilde zien, waren de apen. Daar zaten ze. Met zijn allen op rotsen. Sommige slingerden tussen de bomen. Ze maakten allemaal apengeluiden en apenbewegingen.
  5. De gorilla was heel groot. Hij trommelde eens stevig op zijn borst, omdat hij zichzelf heel stoer vond.
  6. Toen ik uitgekeken was bij de apen, liep ik door naar het aquarium. Oei… daar zwommen enge vissen… Ze lieten hun tanden zien en zwommen eng in het rond. Ja, dat waren gemene haaien.
  7. Ik ging op weg naar de leeuwen, maar eerst kwam ik langs een groep roze vogels, die op één been stonden. Ze bewogen hun vleugels. Wat waren ze mooi. Het waren de flamingo
  8. In een kooi zaten uilen op een tak. Ze konden hun hoofden heel ver draaien. Ze keken met hun grote ogen wat ik aan het doen was en ze riepen: oehoe…, oehoe….
  9. Nadat ik een tijdje gelopen had, kwam ik aan bij de leeuwen. Die lagen eerst te slapen, maar toen ze mij zagen, stonden ze op en begonnen ze te grommen.

9.Kunstzinnig verwerken

Maak een mooie tekening, gedicht, knutsel, muurkrant, groepstekening of verhaal over je lievelingsdier.

Kleuren hier en daar

OB-MB-OBS-SG

In dit liedje leer je de namen van alle kleuren. In spelgroepen kan dit liedje gezongen worden om kleuren te leren. In kleutergroepen natuurlijk ook. In groep 3 kennen leerlingen de kleuren al lang al, maar… kunnen ze de namen ook schrijven? je kan dit lied ook als dictee gebruiken.

Dit liedje is ook heel goed bruikbaar met Koningsdag, op 27 april. Oranje is immers de kleur van de koning en van alle Nederlanders. Veel landen hebben een kleur (of meerdere kleuren) die belangrijk voor hen zijn. Vaak hangen die samen met de kleuren van hun vlag. Hieronder leggen we uit waarom de kleur oranje zo belangrijk is voor veel Nederlanders.

Hier kan je luisteren hoe het liedje moet klinken
De karaoke versie van het liedje

Kleuren. Kleuren.
Kleuren hier en daar.
Weet je welke kleur dit is?
Zeg het maar !

Waarom is oranje zo’n belangrijke kleur voor Nederlanders?

Oranje is de familienaam, zeg maar de achternaam, van de Nederlands koninklijke familie. Ze horen, als je het deftig wil zeggen, tot “het Huis van Oranje-Nassau”. Dat komt doordat hun voorvader Willem van Oranje heette. Ze noemen hem ook wel de stichter van Nederland, of de Vader des vaderlands.

Veel Nederlanders vinden dat deze kleur van ons allemaal samen is en zijn er trots op. Als je deze kleur draagt, laat je zien dat we bij elkaar horen. Daarom zie je ook allemaal oranje spullen als er sportwedstrijden zijn. Daarmee zeggen we: wij horen bij Nederland en bij elkaar en bij deze fantastische sporters.

We dragen deze kleur ook vaak op Koningsdag. Dat is de verjaardag van de koning van Nederland: Willem-Alexander. Hij viert zijn verjaardag op 27 april. Omdat dit een koning is die sporten erg belangrijk vindt, is er ook altijd veel aandacht voor bewegen.

Kleurenleer

OB-MB-

Deze les kan met Pasen gegeven worden, als het gaat over het kleuren van eieren, maar de les past ook heel goed rondom het thema pride, in de breedste zin van het woord: trots zijn op onze eigen kleur.

In deze podcasts vertellen meester Evan en juf Ellis iets over kleuren en hoe je ze kan mengen. Alle podcasts samen duren ongeveer 10 minuten, maar je kan er ook elke dag een paar minuten mee bezig zijn. Een docent zou b.v. ’s ochtends in de kring de eerste podcast kunnen luisteren, tijdens de lunch de tweede en in de middag aan de opdracht gaan werken. Of je kan de info over 3 dagen verdelen.

Dag 1

De eerste podcast kan je gewoon beluisteren, terwijl je naar de plaatjes kijkt. De podcast duurt 2 minuten en 32 seconden. Je hebt er niets voor nodig. Je kan na afloop samen nog even praten over het schilderij. Wat vind je ervan? Zou je het thuis aan de muur hangen? Welke vormen worden erin gebruikt?

Dag 2

De tweede podcast is ook om te bekijken en te beluisteren. Deze podcast duurt bijna 3 minuten. Je hebt verder niets nodig. Na afloop kan je samen napraten over het schilderij van Chagall. Wat zie je er allemaal nog meer op? Wat is het grootste verschil tussen het schilderij van Mondriaan en het schilderij van Chagall? Waar hou jij meer van? Welke manier van kleuren gebruiken, vind jij mooier?

Podcast 2

Dag 3: de dag van de onderzoekjes.

Nu gaan we onderzoekjes doen met verf. Dit wordt in de podcast uitgelegd. Deze opdrachten moeten achter elkaar gedaan worden.

Wat je nodig hebt:

Kranten om onder je schilderij te leggen.

Rode verf.

Gele verf.

Blauwe verf.

Kwast

Papier

De eerste podcast duurt 1 minuut en 33 seconden.

Podcast 3a

De uitleg in de volgende podcast duurt 1 minuut en 16 seconden. Voor dit onderzoekje heb je ook nodig:

Witte verf

Zwarte verf

Podcast 3 b

In de laatste opdracht mag je alle kleuren mengen en zelf mooie kleuren maken. Met die mooie kleuren maak je een abstract schilderij. Dat betekent dat het niets hoeft voor te stellen. Je mag de kleuren ook een eigen naam geven. De uitleg duurt 1 minuut en 25 seconden.

Podcasts 3 c

Als je schilderij mooi is geworden, kan je er een foto van maken. Dan kan je die foto sturen naar brievenbus@kzing.tv

Stuur je brief naar dit mailadres. Klik maar op de brievenbus!

Carnaval der dieren

OB-MB-BB-ML

Met carnaval en dierendag raden we je aan weer eens te luisteren naar het Carnaval der dieren.

We weten niet precies wanneer het feest Carnaval is ontstaan. Maar het is waarschijnlijk dat dit feest al gevierd werd voordat het door Christenen gevierd werd, voorafgaand aan Pasen. Het is waarschijnlijk altijd een feest geweest waarin door gekkigheid de boze geesten van de winter verdreven werden, zodat er ruimte kwam voor al het nieuwe leven in de lente.

Hier vind je een filmpje waar een orkest het Carnaval der dieren speelt. Je ziet er een filmpje bij. Dit muziekstuk gaat over verschillende dieren. (Alleen komen er nou net geen honden in voor…dus dat hoedje hadden jullie wel thuis kunnen laten, jongens!) Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Het carnaval der dieren.

Het muziekstuk is gecomponeerd door Camille Saint Saens. (1835-1921) Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw.

Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Pas in 1922 werd het stuk voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair. De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit. Daardoor is het een beetje “satirisch”…. een beetje “goedmoedig spottend”… zeg maar. Daarom past het ook goed bij Carnaval. dat is ook een soort “spotfeest” waarin dingen uitvergroot en gek worden gemaakt.

Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist.

De andere delen:

De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano.

Kippen en hanen.

Muilezels of snelle dieren. (heel snel)

Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.

Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.

Kangoeroes.

Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)

Personages met lange oren.

De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.

de volière. Je herkent meteen de vogeltjes.

Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.

Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.

De zwaan.

Finale

Spinnenwebben

OB-MB-BB-OBS-BBS

Een lied en een dans over de webben die spinnen weven. Spinnen zijn wel kriebelbeestjes, maar het zijn geen insecten.

Ingezongen versie
De karaoke versie

Spinnen weven witte webben. Wat is dat een mooi gezicht!
Druppels dauw met kleine glinsters. Het is net een herfstgedicht.
Pak je een takje en kun je hem buigen, vang je een web en dan heb je een droom.
Weeft de spin een wollen truitje voor de arme, kale boom.

Spinnenwebben

Vind jij spinnenwebben ook zo mooi? Vooral als er dauwdruppeltjes aan hangen… of kleine regendruppeltjes…  Wie van jullie is er bang voor spinnen? Zijn er in Nederland ook giftige spinnen? En… hoe maken spinnen die webben eigenlijk? Misschien kunnen jullie je eens verdiepen in spinnen. In de herfst zijn er genoeg te zien!

Hier staat een link naar Pinterest, waar je heel ideeën vindt voor kastanjewebben

Op de muziek van het liedje kan ook gedanst worden:

Het gaat dan om een heel rustige, simpele, bijna meditatieve,  kringdans.

  • De groep staat hand in hand in een kring.
  • Spinnen weven witte webben: de kinderen lopen naar het middelpunt van de kring. De armen gaan naar voren de lucht in.
  • Wat is dat een mooi gezicht!: de kinderen lopen terug naar de grote kringvorm. Dus de kring gaat uit elkaar. Armen gaan ook terug.
  • Druppels dauw met kleine glinsters: de kring danst rechtsom.
  • Het is net een herfstgedicht: de kring danst linksom.
  • Pak je een takje en kun je hem buigen: kinderen lopen weer naar het middelpunt van de kring. Armen gaan naar achteren de lucht in.
  • Vang je een web en dan heb je een droom: de kinderen lopen terug naar de grote kringvorm. de armen gaan terug.
  • Weeft de spin een wollen truitje: de kring danst rechtsom.
  • Voor de arme kale boom?: de kring danst linksom.

Zomerquiz en zomeracteren

OB-MB-OSO

Op deze pagina vind je een zomerquiz en je vindt een teacher in role-spel. De leerkracht vertelt het verhaal en speelt het uit en de leerlingen doen het na. Veel zomerplezier!

9
Aangemaakt op Door admin

Wat hoort bij de zomer?

1 / 19

Is dit een zomerplaatje?

2 / 19

Is dit een zomerplaatje?

3 / 19

Is dit een zomerplaatje?

4 / 19

Is dit een zomerplaatje?

5 / 19

Is dit een zomerplaatje?

6 / 19

Is dit een zomerplaatje?

7 / 19

Is dit een zomerplaatje?

8 / 19

Is dit een zomerplaatje?

9 / 19

Is dit een zomerplaatje?

10 / 19

Is dit een zomerplaatje?

11 / 19

Is dit een zomerplaatje?

12 / 19

Is dit een zomerplaatje?

13 / 19

Is dit een zomerplaatje?

14 / 19

Is dit een zomerplaatje?

15 / 19

Is dit een zomerplaatje?

16 / 19

Is dit een zomerplaatje

17 / 19

Is dit een zomerplaatje?

18 / 19

Is dit een zomerplaatje?

19 / 19

Is dit een zomerplaatje?

Uw score is

De gemiddelde score is 77%

0%

  • We beelden de zomer uit:
  • We doen zonnebrand op.
  • We gaan fietsen. We gaan naar de speeltuin.
  • We zetten onze fiets op slot.
  • We gaan naar de wip wap.
  • We gaan op het klimrek klimmen.
  • We gaan schommelen.
  • We eten een ijsje.
  • We gaan zwemmen.
  • We gaan kamperen en zetten een tentje neer. Sla de haringen maar in de grond.
  • We gaan voetballen.
  • We gaan tafeltennissen.
  • We gaan dansen op een feestje.
  • We gaan kersen plukken.
  • We eten aardbeien met slagroom.
  • We gaan marshmallows roosteren in een vuurtje.
  • We gaan lekker koud douchen.
  • We zijn verbrand en smeren aftersun op.
  • We gaan slapen, maar er is een mug.
  • We vallen in slaap, maar het dekbed is te warm.

We maken een fietstochtje.

De poppenkraam

OB-MB

We kijken naar een dansje en doen een bewegingsspelletje. Het is een klapspelletje op een heel ouderwets gedichtje. Een ander woord voor gedichtje is “versje”. Maar eerst gaan we luisteren en kijken hoe een popje tot leven komt. Natuurlijk geen echt popje, maar we zien een kindje dat danst alsof het een popje is. Het lijkt wel wat op het verhaal van Pinokkio. Het popje danst eerst als een pop, maar dan krijgt het een levend hartje.

Daarna danst het op Mariage d’amour, van Richard Claydermann. De dans is een beetje modern (het begin), maar er zitten ook heel veel echte balletpassen in.

Er danst een popje.

Dan gaan we nu het klapspelletje op het versje leren. Het wordt ook wel eens gezongen, maar als klapspelletje is het eigenlijk leuker. Je moet wel goed kunnen samenwerken. Het is een leuk klapspelletje om aan het begin van het schooljaar te doen.

Eerst leren we het versje:

Ik stond laatst voor een poppenkraam.
Daar zag ik zoveel poppen staan.
Ik zei: “Wat doen die poppen hier?
Die poppen drinken poppenbier.
Die poppen drinken poppenwijn.
Wat zullen die poppen vrolijk zijn!”

Je gaat tegenover iemand staan.

Jullie klappen “schuin over”, maar bij het woordje “poppen”, moet je juist recht voor je uit klappen.

Let op dat je precies klapt in het ritme van het versje. Begin met een niet al te snel tempo, want anders ga je zeker de mist in met het klappen.

Veel plezier!

Luistertips:

Stil in mij

OB-MB-BB-OBS-BBS

Dit liedje kan gebruikt worden in de periode waarin toegeleefd wordt naar het Kerstfeest. Na alle drukte en uitbundigheid rondom het Sinterklaasfeest, worden we weer even wat rustiger. Op sommige scholen wordt aandacht besteed aan de Advent. Dan wordt er in stilte gewacht op het kerstkindje dat geboren wordt.

Het liedje kan ook gebruikt worden in het thema ontspannen. De tijd tussen de Sinterklaasactiviteiten en de Kerstactiviteiten kan hiervoor goed gebruikt worden, maar ook voorafgaand aan de laatste citotoetsen kunnen we aandacht besteden aan ontspannen.

Weet je wat “ontspannen” betekent? Soms is het goed om even stil te staan. Het leven is soms erg druk. Er komen veel dingen op je af. Soms voel je veel stress. Dat betekent dat je heel gespannen wordt van alle indrukken of al het werk. Ken je het spreekwoord “De boog kan niet altijd gespannen staan”? Dat wil zeggen dat het goed is dat je de dingen ook af en toe een beetje loslaat.

We hebben speciaal voor jullie een liedje gemaakt om bij weg te dromen. Je kan je ogen lekker dicht doen, maar je mag ook naar het filmpje kijken.

Ingezongen
Karaoke versie

Stil, stil.. Stil in mij.
Stil, stil… Even vrij.
Stil, stil….alles goed.
Niets dat hoeft en niets dat moet.

Stil, stil… Stil in mij.
Stil, stil… Even vrij.
Stil, stil… Geen geluid.
Adem in en adem uit.

muziekje om bij te ontspannen

Stil, stil… Stil in mij.
Stil, stil… Even vrij.
Stil, stil… Geen geluid.
Adem in en adem uit.

Ontspannen is niet voor iedereen even gemakkelijk. Niet iedereen kan zichzelf kalmeren. Hoe goed ben jij in ontspannen?

Je kan op veel manieren weer “tot jezelf komen”, “relaxen”, “je rust pakken” oftewel: “ontspannen”. De ene mens gaat lezen, even lekker Netflixen, gamen, tekenen, sporten, breien, borduren, buiten spelen… Sommige mensen gaan in een warm bad liggen, andere gaan naar de sauna en weer andere mensen doen aan yoga. Er zijn ook mensen die mediteren. Welke manieren werken voor jou?

Lijkt het je leuk om een geleide meditatie te doen? Luister dan maar eens naar het volgende YouTube filmpje.

Een meditatie van 13 minuten. Aan het einde klinkt er muziek. Daar kan de muziek eventueel ook weggedraaid worden als de tijd in de klas op is.

Er is ook een bovenbouwles over stilte. Daar vind je voor iedere dag van de week een stilteactiviteit en bovendien nog een ander liedje. Klik maar op het plaatje

Een ketting rijgen

OB-MB-OBS

Heb je wel eens een ketting van kralen geregen? Heel lang geleden zongen de kinderen van de “grote school”, oftewel de basisschool daar een liedje over waar een spelletje bij hoorde. Dit is dus een traditioneel volksliedje. Door het spelletje wende je eraan dat je dichtbij elkaar stond en moest samenwerken.

‘k Zou zo graag een ketting rijgen,
Maar ik kon de draad niet krijgen.
Ha, ha. Victoria !
Ha, ha. Victoria !

Hier zie je hoe het spelletje gaat. Dit opent in een nieuw tabblad.

Hoe het spelletje gaat

  • Alle kinderen staan hand in hand in een rij.
  • Eén kind houdt een muurtje vast.
  • De laatste in de rij loopt (terwijl het liedje gezongen wordt) aar het gat tussen de muur en het eerste kind. De laatste kruipt door het poortje en de rest van het rijtje gaat achter hem aan.
  • Dan gaat de ketting verder… en gaat de laatste door het op een na laatste poortje.
  • Je gaat door totdat de ketting geregen is. Je mag natuurlijk niet loslaten, want dan breekt de ketting!

Sterretjes

OB-MB-BB

Lied: Alle sterretjes die stralen

Dit liedje kan je zingen en dansen met kerstmis, maar ook als je een project over de ruimte of het heelal hebt, of over respect, of gevoelens. Het grappige van dit liedje is dat er metaforen in staan. Weet je wat dat zijn?

Luister eerst maar eens naar het liedje en vertel dan waar het over gaat.

Alle sterretjes die stralen

Alle sterretjes die stralen. Weet je wat ik zeggen wou?

In het donker zijn er lichtjes. En die schijnen ook voor jou.

 Wil je stralen, maar je kan niet…. heb je veel te veel verdriet?

Zoek dan even in het donker, tot je sterren ziet. 

Sprinkelesprank…licht is zo ver.  Als je een wens doet, dan valt er een ster.

Ik ben je lichtje wel, dat vind ik fijn. Iedereen kan toch een sterretje zijn!

 

Alle sterretjes die stralen. Weet je wat ik zeggen wou?

In het donker zijn er lichtjes. En die schijnen ook voor jou.

Wil je stralen, maar je kan niet…. heb je veel te veel verdriet?

Zoek dan even in het donker, tot je sterren ziet. 

Sprinkelesprank…licht is zo ver.  Als je een wens doet, dan valt er een ster.

Ik ben je lichtje wel, dat vind ik fijn. Iedereen kan toch een sterretje zijn!

 

Alle sterretjes die stralen. Weet je wat ik zeggen wou?

In het donker zijn er lichtjes en die schijnen ook voor jou!

Je kan taal heel letterlijk gebruiken of figuurlijk. Letterlijk betekent dat het precies waar is wat er gezegd of geschreven wordt. Stel dat er een appel uit een boom valt. Dan kan je zeggen: “De appel valt uit de boom.” Dat is helemaal echt waar.

Figuurlijke taal is taal die iets uitbeeldt. Als een kind in een bepaald opzicht heel erg op de moeder of vader lijkt, kun je zeggen: “De appel valt niet ver van de boom.” Er valt niet echt een appel… maar je vergelijkt de appel met een kind en de boom met een vader en moeder. Dan gebruik je figuurlijke taal.

Spreekwoorden en gezegdes gebruiken vaak figuurlijke taal. In dit liedje gebruiken we ook figuurlijke taal. We vergelijken iets (sterretjes) met iets anders (mensen.)

Bij een metafoor vergelijk je een vieze kamer bijvoorbeeld met een zwijnenstal. Maar je zegt niet: je kamer is net zoals een zwijnestal. Dat is een gewone vergelijking. Nee, je zegt: “Ik ga die zwijnenstal van jou niet in!”

Als iemand wil zeggen dat je heel veel kansen op werk hebt, als je een bepaald diploma haalt, kan hij zeggen: “Met zo’n diploma gaan alle deuren voor je open.” Hij vergelijkt dan de kans op werk met het opengaan van deuren. Er gaan natuurlijk niet echt deuren open.

Het grappige van dit liedje is dat het zowel letterlijk als figuurlijk klopt.

Alle sterretjes stralen, dat klopt. (Al stralen piepjonge sterren trouwens alleen nog maar infrarood straling uit, die je niet zien kan. Pas als sterren ouder zijn, kan je hun lichtje zien.) In het donker schijnen er letterlijk lichtjes.

Maar in het tweede gedeelte van het liedje merk je dat het liedje toch als metafoor bedoeld is. Sterren worden met mensen vergeleken.

“Wil je stralen, maar je kan niet… Heb je veel te veel verdriet…”

Het advies van het liedje is om dan naar de echte sterren te kijken, want dat zijn lichtpuntjes in donkere (een metafoor voor moeilijke) tijden.

In dit liedje kan je de taal letterlijk én figuurlijk gebruiken. De meeste we het woord “sterretje” als metafoor. Het klopt: alle sterren stralen. (Al stralen piepjonge sterretjes alleen nog maar infrarode straling uit en geen licht dat je kan zien.)

Hieronder staat de karaoke versie van het liedje

Twinkel, twinkel.

OB- jongste groep MB-OBS

Lied: Twinkel, twinkel, kleine ster is een traditioneel liedje, daarom hebben we het niet ingezongen, maar alleen een karaoke versie geplaatst. We hebben het liedje vertaald en er wat woorden bij gemaakt. Je kunt het goed zingen met Kerstmis en met oud- en nieuw, maar ook als je een project over ruimtevaart hebt.

 


Twinkel, twinkel, kleine ster.
Hemeltje, wat sta je ver.
Twinkel, twinkel, kleine ster.
Hemeltje, wat sta je ver.

Jij straalt als een diamant,
heel ver weg, in Sterrenland.
Twinkel, twinkel, kleine ster.
Hemeltje, wat sta je ver.

Twinkel, twinkel, kleine ster.
Hemeltje, wat sta je ver.
Twinkel, twinkel, kleine ster.
Hemeltje, wat sta je ver.

Het is net alsof jij lacht,
in de koude winternacht.  (in de mooie sterrennacht) 
Twinkel, twinkel, kleine ster.
Hemeltje, wat sta je ver.

Clowns

OB-MB-OSO

Op deze pagina vind je een liedje over clowns. Er is een makkelijke en een moeilijke versie. Ook vind je hier filmpjes waar je naar clowns kan kijken, een bewegingstussendoortje en een acteeropdracht over clowns.

Dit is een eenvoudigere versie. Hier wordt alleen het couplet twee keer gezongen, met het muziekje waarop kinderen kunnen doen alsof ze clown zijn ertussen.

De eenvoudige versie

De eenvoudige versie couplet-uitbeeldmuziekje-couplet
De karaoke versie van het eenvoudigere lied

‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi, ‘k Hou van ho-ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show.

Moeilijkere versie:

Het ingezongen lied, uitgebreide versie
UItgebreide karaoke versie

Het uitgebreide liedje dat hierboven staat, heeft een refrein en een couplet. Tussendoor hoor je een muziekje. Daar kunnen de leerlingen uitbeelden wat clowns doen.

‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi, ‘k Hou van ho-ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show.
Lachen is gezond. Lachen maakt je blij.
Lach maar om mijn grapjes en doe maar vrolijk mee met mij…..
‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi. ‘k Hou van ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show!

Bewegingstussendoortje van cooking class over clowns

Een bewegingstussendoortje van Cooking Class

Over clowns

We gaan het hebben over clowns. Zijn er alleen maar vrolijke clowns? Waar vind je clowns? Wat zijn Cliniclowns? Ben je wel eens in het circus geweest? En heb je daar ook clowns gezien? Wat waren dat voor clowns en wat deden ze?

Kijk maar eens naar dit filmpje van clowns. Let op: de acts met de ballonnen moet je nooit thuis doen, want als je zoiets over je hoofd doet, krijg je geen lucht! Dit zijn natuurlijk speciale ballonnen.

Clowns zijn artiesten die mensen vaak aan het lachen willen maken. Dat doen ze door dingen “groter” te spelen. “Groter spelen” wil zeggen: overdrijven.

Clowns doen dan bijvoorbeeld of ze héél erg schrikken van een knal. Ze vallen om, of doen hun ogen héél wijd open. Of ze doen alsof ze ontzettend dom zijn en de simpelste dingen niet snappen.

Mensen vinden dat vaak grappig om naar te kijken. Zo wekken clowns lachlust op. Lachlust betekent “zin om te lachen”. Lachlust kan je opwekken. Daar komt het woord “lachwekkend” vandaan.

Bij een clown denk je vaak aan iemand in een te grote broek, met veel kleuren, raar haar en heel veel kleurige schmink. Maar clowns kunnen er ook héél anders uitzien.

Een heel beroemde clown van eind 19e begin 20e eeuw, was Charlie Chaplin.

Sommige mensen zijn dol op clowns, maar er zijn ook mensen die er bang voor zijn.

Charlie Chaplin was een bijzondere clown. Hij had bijvoorbeeld wel grote schoenen, maar verder geen schmink. Toch vertoonde hij clownsgedrag en moesten mensen erg om hem lachen. Hij speelde een soort zielig mannetje, waarin iedereen zich wel herkende.

Ook Stan Laurel en Oliver Hardy (ze worden ook wel de dikke en de dunne genoemd) waren een soort clowns. In het filmpje kun je zien dat ze groot acteren.

Pas na 1927 werd het mogelijk om geluid bij film te laten horen. De films van voor die tijd waren “stomme” films. Ze bedoelen niet dat ze niet leuk waren, maar dat er niet gepraat werd. In die tijd werd natuurlijk veel mime gebruikt. Dat is toneelspelen door mimiek, grote gebaren en lichaamstaal. Dat ziet er al gauw clownesk uit.

Soms waren er films waarin lichamelijke acties heel belangrijk waren, zoals vechtpartijen, achtervolgingsscènes, valpartijen, rare gezichten trekken en dergelijke. De ene na de andere grappige situatie komt voorbij. Denk maar eens aan mensen die over een bananenschil uitglijden, of die met taarten gooien, of mensen die ladders dragen, die omdraaien en tegen iemands hoofd stoten. Dat soort films noem je slapstick. Het woord komt van een houten ritme instrument. Als je het gebruikt klinkt er een enorme klap, zonder dat er veel kracht voor nodig is.

Ook vandaag de dag zijn er nog artiesten die clownerie gebruiken. Denk bijvoorbeeld eens aan Mr. Bean. Dat is een personage uit een strip, die meesterlijk op de planken is gebracht door Rowan Atkinson. Let maar eens op dat ook hier nauwelijks gesproken wordt.

Oefening 1: teacher in role

Als je als een clown wil kunnen acteren (toneelspelen), moet je een goede mimiek (gebruik van je gezichtsuitdrukkingen) hebben en duidelijke lichaamstaal kunnen spreken. Je moet dus overdrijven. Wij gaan ook eens proberen om “groot” te spelen. Daarom gaan we even met ons lijf en gezicht oefenen:

  1. We draaien ons hoofd van links naar rechts en doen net alsof we aan die kant iets heel raars zien.
  2. We doen ons hoofd omhoog alsof we een vogel zien vliegen en daarna omlaag omdat er een hoopje poep op de stoep ligt.
  3. We bewegen onze heupen van links naar rechts en dan andersom, om ze los te maken
  4. We gaan buikdansen. Daarna gaan we buikdansen met onze handen in de lucht
  5. We trekken onze knieën om de beurt héél hoog op
  6. We gaan door de ruimte lopen met stappen waarbij we onze knieën heel hoog optrekken
  7. We gaan in slow motion door de ruimte lopen
  8. We gaan juist met piepkleine pasjes door de ruimte lopen
  9. We gaan overdreven door de ruimte lopen, alsof er een grote hond achter ons aan zit. We grijpen met onze handen naar onze broek, terwijl we “au, au, au” roepen.
  10. We komen op onze plaats staan en we gebruiken onze handen om een gekke bek te trekken
  11. We trekken een gekke bek zonder onze handen te gebruiken
  12. We gaan door de ruimte lopen en tegelijkertijd gekke bekken trekken
  13. We doen alsof er een emmer water omvalt. Het water gaat over ons hoofd heen. We schrikken heel overdreven en gaan dan overdreven huilen
  14. Wie kan er nog meer clowns scenario’s bedenken? Een scenario is een soort script. Een voorschrift van wat je gaat spelen.

Oefening 2: Speel en maak het grappig:

Je kan de volgende opdracht als een mime-opdracht doen. Dan mag je er niet bij praten en alleen gebaren maken. Je kan ook afspreken dat je er wél geluid bij mag maken.

  1. Je heet Bozo en je bent een clown die heel vlug, héél boos wordt. Je loopt met grote clownsstappen. Plotseling pikt iemand je clownshoed van je af. Hoe reageer je als Bozo, de boze clown?
  2. Je heet Pipo en je bent een heel blije clown. Je loopt met grote, blije clownsstappen. Dan zie je een héél mooi meisje. Hoe doet Pipo? Pipo tovert een bloem tevoorschijn en maakt een mooie buiging voor het meisje.
  3. Je heet Neppie en je bent een clown die altijd pech heeft. Je loopt met grote, voorzichtige clownsstappen door de ruimte. Plotseling valt er een emmer water over je hoofd. Hoe reageer je als Neppie, de clown die een pechvogel is?

Verzin zelf je verhaal, samen met iemand:

  1. Verzin eerst zelf wat voor clown je bent. Ben je een vrolijke, blije clown, of een clown die altijd pech heeft? Of een heel grappig boze clown?
  2. Wat is je clownsnaam?
  3. Hoe zie je eruit?
  4. Waar werk je? Ben je een cliniclown? Of ben je een circusclown? Of treed je op op partijtjes?
  5. Je komt de andere clown tegen. Verzin een grappige ontmoeting.
  6. Wat gebeurt er dan? Maak je verhaaltje grappig.

Wat vind jij van clowns?

Zou jij een clown willen zijn en als je dat wil, zou je het kúnnen zijn?

Bestaan er clownsscholen?

Over de rode loper 1

OB-MB-BB-OSO-BBS

Als je beroemde mensen wil zien, kun je eens gaan kijken naar een plek waar beroemdheden over de rode loper lopen. De mensen die in beeld komen, zijn voorbeelden van een bepaald groep. Het gaat dus om hun beroep, niet om de naam van die personen. Hoewel de bovenbouw het liedje misschien wat simpel vindt, kan het wel even snel gezongen worden als introductie van de acteerles.

Een ingezongen versie van het lied

Over de rode loper.
Ben ik goed te zien?
Klik, klak, een foto.
Ken je mij misschien?

De karaoke versie van het liedje

Waar komt het gebruik van lopen over de rode loper vandaan?

Het is niet helemaal zeker waar het gebruik van “de rode loper” vandaan komt. Er wordt beweerd dat er een “purperen loper” voorkwam in een Grieks toneelstuk uit 458 voor Christus. Dat stuk heette Agamemnon. Die koning was steeds in oorlog met andere volkeren, tijdens de Trojaanse oorlogen. Zijn vrouw baalde daar van. Zij zat steeds alleen thuis. Om te zorgen dat hij weer kon varen en wind in zijn zeilen kreeg, offerde hij zijn dochter op aan de goden. Om het nog erger te maken nam Agamemnon een van zijn liefjes (Cassandra) mee naar huis. Clytaimnestra was er klaar mee. Ze rolde een donkerrode loper uit… zo rood als bloed en vermoordde haar man en zijn minnares.

In 1821 zou President Monroe van de V.S. van een boot stappen, op een rode loper. Dat vond het publiek prachtig.

In 1902 leidden de spoorwegen van New York belangrijke mensen naar hun wagon over een rode loper.

De rode loper werd vanaf die tijd gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen zich bijzonder voelden.

Vanaf 1922 gebeurde dat in Hollywood het eerst voor de premère van de film Robin Hood. Vanaf die tijd bracht de rode loper glitter en glamour in Hollywood. Dat paste natuurlijk ook goed in Hollywood.

Mensen vonden het leuk om naar zo’n rode loper gebeurtenis te gaan, want daar kon je beroemdheden zien.

In 1961 ging men de rode loper gebruiken bij het uitreiken van de filmprijzen; de Oscars.

Tegenwoordig wordt de rode loper heel vaak uit de kast gehaald. Bijvoorbeeld bij bruiloften, of bij eindexamengala’s.

Kijk eens naar dit filmpje en bedenk wat voor soort mensen over de rode loper lopen.

Voor het acteer-gedeelte van deze les, kun je op deze pagina kijken:

Over de rode loper, acteren

Over de rode loper 2

Een voorbeeld van een acteeroefening van Kzing. Dit soort materiaal is onder andere op Kzing.tv te vinden. Dat is de meer uitgebreide onderwijssite van Kzing.

De rode loper

Wie loopt er allemaal over een rode loper? Ja, inderdaad, filmsterren, rockstars, bruiden, koningen en koninginnen… Beroemde mensen! Daar hebben we een leuke acteeroefening bij verzonnen.

Als je samen “doet alsof”, leer je elkaar goed kennen en vertrouwen. Het is daarom leuk om aan het begin van een schooljaar samen wat acteeroefeningen te doen. Zeker deze oefening, waarin jij jezelf kan voorstellen.

Heronder vind je een podcast, waarin deze acteeroefening stap voor stap wordt uitgelegd. Onderaan de pagina kan je de tekst van de podcast ook lezen.

In de onderbouw kan de juf of meester steeds het voorbeeld geven (teacher in role) en in de hogere groepen kunnen jullie je eigen fantasie gebruiken en zelf improviseren.

De tekst:

We gaan vandaag toneelspelen, of… met een mooi woord: acteren. Dat is een ander woord voor doen alsof. Als je acteert, speel je een rol. Je bent dus niet jezelf, maar je speelt dat je iemand anders bent. We gaan doen alsof we over een rode loper lopen. Die ligt er natuurlijk niet echt, dus we moeten doen alsof.

En vandaag spelen we mensen die over een rode loper lopen. Het is een serie oefeningen die we vaak doen bij Kzing. Veel leerlingen vinden het leuk om dit te doen. We hopen dat jullie er ook van genieten. Je hebt wel ruimte nodig voor deze oefening.

Om een rol goed te spelen, moet je je fantasie en je verstand gebruiken. Je moet nadenken hoe je die andere persoon gaat uitbeelden. Hoe kijkt iemand? Dat heet mimiek. Hoe beweegt iemand? Dat is iemands lichaamstaal. Hoe spreekt iemand? Dat is iemands dictie. Je fantaseert hoe jouw personage is en doet.

Om te acteren, moet je dus wel een beetje gek durven doen. Soms moeten andere mensen lachen, omdat ze het grappig vinden hoe jij iemand nadoet. Dat moet je eigenlijk niet kunnen schelen, want het betekent dat jij het heel goed doet.

Nou, genoeg gepraat. We gaan beginnen. Laten we dat doen met een simpele oefening. We doen alsof er een rode loper uitgerold is. Die loopt van de ene kant van de ruimte naar de andere.

Weet je wat een rode loper is? Dat is een soort lang, smal tapijt dat je uit kunt rollen.

Weet jij wanneer en waarom mensen een rode loper uitleggen? Dat doen ze vaak op een bijzonder moment, om belangrijke personen welkom te heten. Mensen die over de rode loper heengaan, zijn op dat moment belangrijk.

Het kunnen koningen of koninginnen zijn, of een bruid en een bruidegom. Want als zij trouwen, zijn zij die dag de belangrijkste personen. De rode loper wordt ook vaak uitgelegd voor filmsterren, als de eerste uitvoering van een film plaatsvindt. Dat heet “een première”. Dan staan er allemaal fotografen langs de kant die foto’s maken.

Zo, nu weten jullie genoeg en is het tijd voor opdracht 1

Opdracht 1

Stel je voor dat er in het lokaal waar jullie zijn een rode loper ligt, die van de ene kant van de zaal naar de andere is uitgerold. Ga allemaal achter elkaar in een rij staan. Zet deze podcast even stop en loop er achter elkaar overheen, op een gewone manier. Daarna luister je verder.

Opdracht 2

Hebben jullie dat gedaan? Dat was niet erg moeilijk, toch? Loop er nu Dan nog een keer overheen, maar dan allemaal op een grappige manier. Met een huppeltje, of een grappig loopje. In de onderbouw kan de juf of meester vooroplopen en het voordoen. De leerlingen kunnen achter juf of meester aangaan en de bewegingen nadoen. Maar in de hogere groepen kunnen jullie waarschijnlijk zelf wel verzinnen hoe je over de rode loper gaat. Wees creatief! Tot straks.

Opdracht 3

Hallo. Dat was nog niet zo lastig, toch? Omdat er nog geen publiek was, werd je nog niet zo bekeken. Maar…als je toneelspeelt, moet je er aan wennen dat je bekeken wordt. Dat vinden sommige mensen heel leuk, maar andere mensen vinden dat een beetje spannend. Dat geeft niet. Jij kan er echt wel aan wennen dat je bekeken wordt. Daar heb je heel veel aan. Want dan wordt het houden van een spreekbeurt, of een nieuwe groep binnenlopen, veel gemakkelijker voor je.

Nou, ik vertel de opdracht. De hele groep gaat nu zitten als publiek. Ze kijken dus naar de rode loper. Jullie gaan nu niet achter elkaar, maar één voor één over de rode loper, terwijl de rest kijkt. Je loopt heel rustig tot halverwege de rode loper.

Daar draai je je om naar je publiek en je zegt: Ik ben … dan noem je je naam. Je draait je weer terug en loopt heel rustig de rode loper af. Let op: niet rennen. En… eerst stilstaan voor je wat zegt. Kijk je publiek aan en praat rustig en duidelijk. Probeer het maar. Tot zo.

Opdracht 4

Lukte het? Waren er geen mensen die heel hard de loper afrenden? Durfde iedereen heel luid en duidelijk de eigen naam te noemen? Erg knap! Dit is de volgende opdracht. Je loopt op dezelfde manier over de rode loper, terwijl de rest toekijkt. Maar nu sta je halverwege de rode loper stil, je noemt je naam en je zegt daarna: “En dit is mijn voorkant…. waarbij je op je voorkant wijst”. Dan draai je je rustig om, zodat je met je achterkant naar je publiek staat. Dan zeg je: “En dit is mijn achterkant.” Vervolgens loop je weer rustig de rode loper af.

Ik zou dan dus zeggen: “Ik ben juf Ellis…” Dit is mijn voorkant. En dit is mijn achterkant.

Het is niet gek als je dit een beetje spannend vindt, hoor. Bijna iedereen vindt het niet prettig als hij niet ziet wat mensen doen. Toch is dit een belangrijke oefening. Tot zo!

Opdracht 5:

De volgende oefening is voor de onderbouw. De bovenbouwers mogen deze opdracht overslaan, behalve als jullie het leuk vinden om deze oefening ook te doen.

Eén kind loopt achter de leerkracht aan en doet hem of haar na. De rest van de kinderen is het publiek. Juf of meester gaat als verschillende dieren over de rode loper, bijvoorbeeld als beer, kikker, olifant, kangoeroe.. Het kind doet de juf of meester na. De andere kinderen klappen, als hun collega klaar is. Het is erg knap om dit te doen! Veel succes!

Opdracht 6.

Hai, hoe ging het? Durfde iedereen het? Heeft iedereen dit gedaan? Dat vinden wij sowieso al heel knap! De volgende oefeningen worden moeilijker. Misschien vindt de onderbouw het nu wel spannend genoeg geweest. Dan kan jullie juf of meester nu met deze podcast stoppen, hoor.

Tot slot gaan we er nu een spel van maken, door de oefening uit te breiden. Je doet alles wat we tot nu toe deden, maar je als je op de rode loper staat en je voor- en achterkant hebt laten zien ga je 3 dingen over jezelf vertellen.

Twee van die drie dingen moeten waar zijn en één heb je verzonnen. Bijvoorbeeld: -ik ben in 2012 geboren, -ik mis mijn achterste kies, doordat ik een keer van de fiets ben gevallen, -mijn konijn heet Flappie. Leerlingen die denken dat ze weten welke van die drie dingen niet waar is, steken hun vinger op. Jij geeft iemand een beurt en die mag zeggen wat hij denkt. Degene die het goed geraden heeft, mag daarna over de rode loper.

Zo leren jullie elkaar goed kennen!

Opdracht 7:

Voor dappere acteurs gaan we nog een stapje verder. We gaan op verschillende manieren over de rode loper lopen. Daar moet je je eigen fantasie bij gebruiken.

Iedereen kan bijvoorbeeld als fotomodel over de rode loper. Of je loopt als Sinterklaas over de rode loper. Of misschien wel als voetballer die het EK heeft gewonnen. De rest van de groep speelt fotograaf en maakt foto’s, met flitslicht. Luister je straks nog naar de laatste opdracht?

Veel plezier met de acteeroefeningen!

Lekker doen alsof

OB-MB-BB-SO

Acteren is een ander woord voor “doen alsof”. Je kan dat natuurlijk op een echt podium doen, maar je kan het ook gewoon lekker thuis doen. Jongere kinderen spelen wel eens dat ze “zogenaamd” iemand zijn. Dat is ook acteren. Als je acteert, stel je je voor hoe het is om iemand anders te zijn. Je doet net alsof je die persoon bent. Daar leer je heel veel van.

Lekker doen alsof. Zogenaamd iemand zijn.

Dus niet echt. Alleen maar voor de lol.

Laat zien wat je voelt en wat je bedoelt.

Luister.. ik fluister… je rol.

Uitwerking

Je zingt het lied. In de tussenstukjes beeld je iets uit. Misschien de voorbeelden van het liedje, maar misschien ook wel iets of iemand anders.

Misschien kunnen jullie er een raadspel van maken. Iemand speelt een bepaalde rol en de rest moet raden wie dat kind uitbeeldt. De leerling die een rol gespeeld heeft, mag nu in het oor van de volgende leerling fluisteren wat of wie die leerling moet uitbeelden. In de bovenbouw kan je ervoor kiezen om beroemdheden uit te beelden. Een leerkracht kan ook namen op kaartjes schrijven.

De regen, Joe Hisaishi

OB-MB-BB-SO-ML

Deze prachtige muziek is gecomponeerd door de eigentijdse componist Joe Hisaishi. (1950- …) die in Nagano in Japan geboren werd. Eigenlijk heet hij Mamoru Fujisawa. Hij is een beroemde Japanse componist, arrangeur en dirigent en hij schrijft ook nog eens. Hij maakt muziek in heel veel verschillende genres. Moderne genres zoals minimalistische en elektronische muziek, maar ook nieuwe klassieke muziek en filmmuziek.

Misschien heb je zijn muziek wel eens gehoord in tekenfilms van Studio Ghibli. Zijn muziek is heel beeldend en wordt juist daarom vaak in films gebruikt.

We laten hier “La pioggia” horen. Dat betekent: de regen. Het komt waarschijnlijk uit “Het dagboek van een vroege winterregen”. Informatie over dit stuk was lastig te achterhalen. Er werden verschillende dingen verteld. Maar het is hoe dan ook een prachtig stuk muziek !

Zomer met Joe Hisaishi

OB-MB-BB- SO-ML

Deze zomermuziekjes zijn gecomponeerd door de eigentijdse componist Joe Hisaishi. (1950- …) die in Nagano in Japan geboren werd. Eigenlijk heet hij Mamoru Fujisawa. Hij is een beroemde Japanse componist, arrangeur en dirigent en hij schrijft ook nog eens. Hij maakt muziek in heel veel verschillende genres. Moderne genres zoals minimalistische en elektronische muziek, maar ook nieuwe klassieke muziek en filmmuziek. Misschien heb je zijn muziek wel eens gehoord in tekenfilms van Studio Ghibli.

Zijn muziek is heel beeldend en wordt juist daarom vaak in films gebruikt. We laten hier twee composities horen. Misschien kan jij daar zelf een film bij bedenken?

Je kan de stukken zelf spelen op toetsen, aan de hand van twee synthesia.

Zomer van Joe Hisaishi

Het vrolijke nummer hierboven heet “Zomer”. Hoewel het niet perse bedoeld is als programmamuziek, zeggen veel mensen dat ze er een zonnige dag in hun jeugd in horen. Kinderen die op warme dagen lekker rondrennen, terwijl ouders in tuinen praten en er al eten gekookt wordt. Herken jij die beelden? Of roept de muziek andere gevoelens bij jou op?

Een eenvoudige synthesia van dit nummer
Een zomerdag van joe Hisaishi

Deze muziek komt uit de wereldberoemde anime “spirited away”, de reis van Chihiro, van de beroemde Studio Ghibli.

Chihiro en haar ouders nemen een verkeerde afslag. Ze komen terecht in een geestenwereld. Chihiro maakt daar allerlei avonturen mee.

Welke beelden zie jij bij deze muziek?

Wil je deze muziek zelf spelen? Kijk dan of dat lukt met deze synthesia.
Deze versie is nog iets eenvoudiger

Inspiratie door kunst

OB-MB-BB-SO-ML

Het woord ‘inspiratie‘ komt van het Latijnse woord ‘in spirare’. Dat betekent “inademen”, of “inblazen”. , Er wordt je dus een idee “ingeblazen”. Je kijkt naar iets, of je hoort iets… en dan krijg je zelf een idee om iets nieuws te maken. Vandaag gaan we kijken hoeveel inspiratie jullie hebben.

Hieronder staan een aantal beroemde schilderijen. Ze komen uit verschillende periodes in de geschiedenis. Leerlingen kunnen in groepjes verdeeld worden. Ieder groepje kiest één schilderij. Ze kunnen op opgevouwen papiertjes in een bak zitten. Ieder groepje pakt er dan één uit.

Ieder groepje laat zich inspireren door het kunstwerk. De groep mag er een Tableau vivant bij maken ( b.v. 3 foto momenten), een mime stuk bij spelen (zonder te praten), een toneelstuk bij verzinnen, of er een Jabbertalk toneelstuk (zelf klanken bij verzinnen) bij maken.

Zorg dat het verhaal een kop en een staart heeft. Sta niet met je rug naar het publiek. Als je mag praten, doe het dan luid en duidelijk en articuleer goed. Gebruik lichaamstaal en mimiek (grote gezichtsuitdrukkingen).

Je mag er ook een gedicht bij maken, of een muziekstuk bij maken.

Na enige tijd laten de groepjes aan elkaar zien en horen wat ze gemaakt hebben. Mensen kunnen elkaar tips en tops geven.

1
2
3
4
5
6
7
  1. Prehistorische grotschildering ongeveer 40.000 jaar oud
  2. Engelen, stukje uit de Sixtijnse Madonna, Rafael 1513-1514

3. Schepping handen, stukje uit een plafondschildering van de Sixtijnse kapel. Hand van God en van Adam. Michel Angelo Buonarotti

4. Het vrolijke huisgezin, Jan Steen , 1668

5. Treurende oude man, Van Gogh

6. De Schreeuw, Edvard Munch, Noors 1893

7. Vlinderboot, Dali 1937

8. Peoples, Karel Appel 1969

Onderzoeksopdracht

Als je meer wil weten over een van de schilderijen, of over een van de kunstenaars, kun je dat zelf gaan opzoeken.

Kleine draak

OB-SO

Dit is het liedje van de kleine draak. De kleine draak kan geen mensentaal spreken. Maar hij voelt natuurlijk wel allemaal dingen. Soms lijkt kleine draak boos.. maar eigenlijk is hij dan bijvoorbeeld verdrietig. Als kleine draak aan Joris uitlegt hoe hij zich voelt, kan Joris hem helpen en dan wordt kleine draak weer een blije draak.

Ingezongen liedje
De karaoke versie van het liedje

Kleine draak is niet blij.

Blaast een vlam naar mij.

Zeg me, wat is er dan?

Zodat ik jou helpen kan.

Acteren

Joris heeft een kleine draak gevonden. Hij heeft hem meegenomen naar huis en net zolang bij zijn moeder gezeurd tot de draak mocht blijven, hoewel de draak heel veel hondenbrokjes eet. Maar met draken moet je wel oppassen. Voor je het weet hebben ze je kamer in brand gezet. Gelukkig is de draak van Joris meestal lief en spuugt hij geen vlammen uit.

Hoe komt het dat de kleine draak boos doet? Is hij ergens boos over? Of is hij verdrietig? Welke gevoelens kan de kleine draak nog meer hebben?

Leerlingen kunnen uitbeelden hoe kleine draak zich voelt. Ze kunnen dat zonder woorden doen (mime) of ze kunnen het in jibber jabbertaal vertellen. Jabbertalk is neptaal. Je kan alle klanken gebruiken die je leuk vindt.

Je kan een leerling iets vragen. Die moet dan antwoorden in Jabbertaal.

Teachter in role. Pantomime. Jibber/jabber.

Kabouters

OB-OSO

Dit liedje gaat over de kabouters. In sommige sprookjes wordt er verteld dat kabouters en dwergen in donkere tunnels graven naar goud. In het eerste stukje van het liedje (dat noem je het voorspel), kunnen leerlingen spelen dat ze kabouter zijn. Ze lopen gebogen en dragen hun hakbijlen op hun rug.

Het liedje wordt voorgezongen
De karaoke versie van het liedje

Wie weet waar de kabouters wonen?
Wie weet waar ze zijn?
Wie weet waar de kabouters wonen.
Hun huisjes zijn zo klein.
Diep in het bos, tussen het mos,
zie je ze, misschien.
Diep in het bos, tussen het mos,
Er wonen er wel tien.
1,2,3,4,5,6,7,8,9, 10 !

In plaats van hakbijlen, kunnen de leerlingen ook boomwhackers dragen. De “kabouters” lopen in de maat op. Als ze in een rij staan, laten ze zich zien aan het publiek en tikken in de maat mee. Na afloop gaan ze één voor één af; terwijl ze tellen.

Wonderland

OB-MB jongste groep

Een liedje, een teacher in role spel en een rijmpje/klapspelletje, die allemaal gaan over Alice, die in Wonderland terecht komt.

Hier hoor je hoe het liedje moet klinken
Dit is de karaoke versie

Wie wil er wel naar Wonderland?

Wie wil er met me mee?

Volg dan de haas die haast heeft

en drink vlug een kopje thee.

Samen, samen, samen hand in hand.

Samen, samen, in een wonderland.

Uitwerking: maak een tekening

Ken je het verhaal van Alice in wonderland? Eigenlijk is dit geen sprookje, maar een verhaal dat door meneer Lewis Carroll bedacht is.

Lewis vertelde het aan een klein meisje, dat écht Alice heette en aan haar familie. Maar het verhaal lijkt wel op een sprookje.

Het gaat over de avonturen van een klein meisje dat door een gat in de grond valt naar Wonderland toe. Dat is een soort sprookjesland.

Zou jij een tekening kunnen maken van jouw sprookjesland? We kunnen samen spelen dat we naar Wonderland toegaan. Doe je mee?

Uitwerking: teacher in role

We vallen door een donkere tunnel.

We staan in een heel bijzonder land. Het gras is blauw, de lucht is groen… (verzin zelf ook eens hoe het eruit ziet!)

Heee. wat zie ik daar? (Een klein bloemetje. Pluk het.)

Het is je lievelingskleur. (Wat is dat?)

Er hangt een klein flesje aan. Heel schattig. Er hangt een briefje bij waarop iets geschreven staat. Wat denk je dat er op staat?

Er staat op: “Drink me.”

Dat doen we. Wat gebeurt er?

We groeien….. groeien… (Beeld uit.)

O jee……. Hoe worden we weer klein? (Vraag)

We zien een briefje aan een tak van een hele hoge boom hangen, naast een paars appeltje. (Uitrekken)

Wat staat er op?

Er staat op: eet mij. Wat zou er gebeuren? .

We krimpen…. Krimpen… (Beeld uit)

Plotseling komt er een haas aan lopen. Hij heeft een horloge bij zich. Hij heeft blijkbaar heel erge haast. (Wat is haast?)

(Wat doe je als je haast hebt?) Hij loopt heel hard. Hij roept: Opzij, opzij… ik heb haast…

We rennen achter hem aan:

de heuvel op,

de heuvel af,

we springen over een plas,

we rennen verder en

door een poort gaan we naar een tuin.

We komen op een plek waar allemaal mensen samen thee zitten te drinken. We gaan zitten. We zien gekke mensen en diertjes zitten.

We zien een gekke koningin. Ze wuift.

We zien een hoedenmaker, met een hele hoge hoed. Hij schenkt thee in.

We drinken onze thee. We doen suiker in de thee en roeren.

We zien Twiedeldie en Twiedeldum. Ze zien er uit als een paasei en ze hebben ook een grote zaak met chocolade-eitjes bij zich. Daarna mag iedereen een (paas) eitje kiezen. Ze zijn verpakt in allerlei verschillende kleurtjes papier. Welke kleur papier kies jij?

De hartenvrouw komt langs. Ze vertelt dat ze een schaal met hartjeskoekjes had, maar iemand heeft de koekjes opgegeten.

De koningin wordt woedend: Wie heeft een koekje van de koekjesschaal gepakt?

Versje: (dit zeg je op terwijl je steeds eerst met twee handen op je knieën slaat en daarna in je handen klapt. Degene van wie de naam genoemd is, mag de volgende persoon kiezen die van de koekjesschaal gesnoept zou hebben.)

Wie nam een koekje van de koekjesschaal?

Ellis nam een koekje van de koekjesschaal.

Wie ik?

Ja man!

Ikke niet.

Wie dan?

Haas pakt zijn horloge. Het is al heel laat.

We lopen de weg terug, in omgekeerde volgorde:

door de poort,

ver de plas,

heuvel op,

heuvel af,

voorbij het bloemetje tot we weer bij het

gat zijn.

We klimmen omhoog en we zijn weer terug.    

Spillebeen

OB-OBS

Lied: Op een grote paddenstoel, traditioneel

Dit is een liedje over een kabouter die niet stil kan zitten. Dit liedje zongen je opa en oma ook al. Het is een volksliedje, of een traditional.

Bij Kzing hebben we er een nieuw muziekje bij gemaakt. Als je ergens een muziekje bij maakt en verzint door welke instrumenten het gespeeld moet worden, heet dat arrangeren. We hebben het liedje dus opnieuw gearrangeerd.

Omdat iedereen dit liedje bijna kent, hebben we er geen ingezongen versie van gemaakt. Als jullie dat graag willen, kunnen jullie een mailtje sturen naar info@kzing.nl, dan doen we dat alsnog.

Alleen een karaoke versie,
omdat haast iedereen dit liedje kent

Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen,
zat kabouter Spillebeen heen en weer te wippen.
“Krak!” zei de paddenstoel; met een diepe zucht,
vloog kabouter Spillebeen, hoepla in de lucht.

Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen,
op een nieuwe paddenstoel, rood met witte stippen.
Daar kwam vader Langbeen aan en die zei toen luid:
“Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen, kijk uit!”

Je kan ook makkelijk dansen bij dit liedje.

Iedereen zoekt een collega om mee te dansen. Je gaat tegenover elkaar staan en pakt elkaars handen kruislings vast.

Bij regel 1: Op een…… dans je samen in het rond. De armen zijn gestrekt

Bij regel 2: Zat kabouter… Om de beurt omlaag en omhoog

Bij regel 3: Krak zei de ….. maak je een “pomp” beweging. Heen en weer trekken.

Bij regel 4: dat doe je nog steeds tot: hoepla in de lucht. Daar laat je de handen los, doet ze omhoog en omlaag.

Bij het tweede couplet zijn de bewegingen hetzelfde.

Doornroosje

OB-MB-BB-SO-ML

Hou je van een sprookje? Luister dan eens naar deze bijzondere muziek. Er zit een mooi filmpje bij. Herken je het verhaal?

De Pavane van Doornroosje

Je hoorde de Pavane van Doornroosje van Maurice Ravel. Wat vind je van de muziek?

Maurice Ravel was een Frans componist die van 1875 tot 1937 leefde. Die periode heet in de muziekgeschiedenis “modern.” Ravel maakte tonaal moderne muziek. “Tonaal” betekent dat de muziek echt mooi en begrijpelijk klinkt.

Ravel schreef dit stuk tussen 1907 en 1910 voor de twee kinderen van vrienden, als quatre mains. (voor vier handen) Later maakte hij er voor een vriend een solostuk van. In 1911 maakte hij er een orkestversie van en nog een jaar later een ballet suite. Hij schreef er nog wat stukjes bij.

Hij maakte vooral “impressionistische” muziek. (Net als de beroemde inpressionistische componist Claude Debussy.)

Een pavane is een langzame dans. Dit stuk is een deel uit de suite Moeder de Gans. Een suite is een verzameling stukken, die in dit geval de sprookjes van Moeder de Gans als inspiratiebron hebben. Impressionisme is een muziekstuijl die je een indruk van de sfeer geeft. In dit geval gaat het om de sfeer van het slapende Doornroosje.

De onderdelen van de suite zijn:

1. Pavane van Doornroosje, die in het bos slaapt

2. Klein Duimpje

3. Laideronette, de lelijke heks, keizerin van de pagoden.

4. Het gesprek tussen Belle en het Beest

5. De feeërieke tuin. (De betoverende tuin.)

Nog wat meer informatie over Maurice Ravel

De moeder van Ravel was Spaans en zijn vader een Zwitser. De familie verhuisde naar Parijs. Ravel kreeg vanaf 7 jarige leeftijd pianoles. Hij is naar het conservatorium van Parijs gegaan. Zijn pianistenopleiding maakte hij niet af, maar later ging hij compositielessen volgen bij Gabriel Faure. Hij schreef veel pianostukken, maar later ook héél veel orkestmuziek. Uit veel van zijn muziek blijkt dat hij dol was op Spanje.

Ravel heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog als chauffeur gewerkt voor het leger. In 1916 ging hij ziek naar huis. Hij is nooit getrouwd en kreeg geen kinderen, maar hij schreef wel voor kinderen. Niet alleen de sprookjes van moeder de gans, maar ook het kind en de tovenarijen.  Hij bleef wonen in het huis van zijn moeder en reisde niet veel.

Wel reisde hij in 1928 voor concerten door de Verenigde Staten en Canada. Toen maakte hij zijn bekendste stuk: De Bolero. Hij kreeg een ziekte waardoor hij niet meer kon schrijven en stierf op 62 jarige leeftijd in Parijs.

Hij schreef veel prachtige muziek. Er is nog een dans van hem die wereldberoemd is geworden. Dat is de Boléro. Die staat hieronder.

Bolero van Ravel

Zeg Roodkapje

OB-MB-BB-ML

Hier vind je bladmuziek om het liedje “Zeg Roodkapje, waar ga jij henen” met boomwhackers te spelen.

Je kan het natuurlijk ook op toetsen spelen. Zet je duim dan op c, je wijsvinger op e, je ringvinger op g en je pink op a. De d speel je ook met je wijsvinger.

Dag en doei

OB-MB-BB

Een liedje om samen afscheid te nemen van het schooljaar en voor leerlingen van groep 8 zelfs van school! Wie heeft er zin in grote vakantie?

Zeg maar dag en doei, de vakantie komt eraan.

Straks schijnt de zon en zijn we vrij; we kunnen op vakantie gaan.

Hee bedankt en tot ziens. ’t Is de hele zomer feest.

Geef mij een boks en een high five; het is een prachtig jaar geweest.

Elke klas is leeg.

Nergens brandt het licht.

Wij doen lekker niks.

Deze school is dicht.

Zeg maar dag en doei, etc.

Begin met Beethoven

OB-MB-BB-OBS-BBS

Op deze pagina staat een stuk van Beethoven: Ode an die Freude (ode to joy). Een loflied op de blijheid. we gaan ernaar luisteren, we gaan het spelen en we kunnen wat leren over Beethoven. We raden je aan om eerst naar de verschillende versies te luisteren, voor je het gaat spelen.

Iedereen die is hier aardig.
Niemand doet een ander pijn,
want wij moeten samenwerken,
omdat wij collega’s zijn.

Als we zorgen dat het hier goed gaat,
dan wordt het vast een heel leuk jaar.
Wees maar zuinig op de spullen
en respectvol naar elkaar.

Als je het stuk liever van een synthesia speelt, kun je hier kijken: 

Tutorial met synthesia, very easy 

Je kan het ook van noten lezen:

Hier zie je het stuk genoteerd in noten. De letters die eronder staan, zijn doedels of akkoorden. Zo kan je het met een hele groep spelen.

Ode an die Freude is misschien wel het bekendste muziekstuk dat Beethoven ooit gemaakt heeft. Deze muziek heeft heel veel muzikanten geïnspireerd om een eigen versie te maken; een eigen arrangement. Luister maar eens naar wat verschillende arrangementen, in verschillende stijlen.

Hier hoor je de orkestversie

Dit is is een flashmob-versie 

Hier hoor je het verschil tussen twee versies: klassiek/jazz

Wat vind jij van deze techno-versie? 

Dit is een fusion versie, waarbij een Indiase speler het thema speelt, met gebruik van Indiase invloeden

Welke versie vind jij mooi? Kan je ook uitleggen waardoor dat komt? Misschien kan je het wel opschrijven in een paar woorden!

We hebben er nieuwe woorden op gemaakt, die passen bij het begin van het schooljaar. We gaan het samen spelen (bijvoorbeeld op de boomwhackers of op toetsen waar de stickers opzitten) en zingen en naar de vorm kijken. Het lied is langzaam ingezongen, zodat je het gemakkelijk mee kan spelen. Volg de boomwhackerkleuren. Als je niet weet hoe je dit moet spelen, kan je kijken bij de muziekmethode. Voor dit lied heb je c d e f en g nodig.

De onderbouw kan er eventueel voor kiezen om alleen het eerste gedeelte van het lied te spelen.

Wie was Beethoven?

Beethoven is een componist die in 1770 in Bonn, in Duitsland, werd geboren. Hij overleed in 1827 in Oostenrijk. Hij leefde in de periode van de Romantiek. Dat is ongeveer de 19e eeuw. Hij maakte muziek voor orkest, maar ook voor piano. Hij werd doof. Dat is natuurlijk heel naar voor een musicus. Je ziet zijn hoofd wel eens op een piano staan. Natuurlijk niet zijn echte hoofd, maar een beeld van zijn hoofd.

De woorden die bij dit muziekstuk horen, zijn geschreven door Friedrich von Schiller. Hij was een dichter uit Duitsland. Hij schreef het in 1785 en paste het in 1803 een beetje aan. De woorden van het gedicht zijn best ingewikkeld. Eigenlijk zegt Schiller dat blijheid ervoor zorgt dat mensen als broers en zussen met elkaar omgaan.

Freude, schöner Götterfunken,      Vreugde, prachtige vonk van de goden
Tochter aus Elisium,                         Dochter van het Elysium *
Wir betreten feuertrunken,            Wij betreden, dronken van passie, 
Himmlische, dein Heiligthum.        hemselse, jouw heiligdom. 
Deine Zauber binden wieder,         Jouw magie herenigt weer
Was die Mode streng getheilt,        wat men scheidde. 
Alle Menschen werden Brüder,      Alle mensen verbroederen
Wo dein sanfter Flügel weilt.         waar jouw zachte vleugel zich welft.

*De Romeinen dachten dat de mensen die zich heel gelukkig voelden op de Elysische velden woonden.

Het gedicht is heel bekend geworden, doordat Beethoven  het in zijn negende symfonie gebruikte als eindstuk. Een eindstuk waarbij een koor de tekst zingt. Dat heet een koorfinale. Hij schreef dit stuk in 1823.

Tijdens de Olympische spelen van 1956, 1960 en 1964 werd deze koorfinale al als volkslied voor het Duitse team gespeeld.

In 1972 koos de Raad van Europa het lied uit als volkslied. En in 1985 werd het door alle staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie officieel uitgekozen als volkslied van de Europese Unie.

Dat komt natuurlijk vooral door de regel: Alle Menschen werden Brüder. Dat betekent: alle mensen worden broeders. Dus: alle mensen zijn goed met elkaar.

Vormanalyse

Leerlingen die al wat meer gewend zijn aan luisteren, kunnen het stuk nog eens beluisteren. Nu moeten ze letten op de vorm. Dat heet “vormanalyse”. Je luistert en bedenkt of je er patronen in kan ontdekken. Komen er regels terug? Zij die precies gelijk, of net even anders? Hoe is het muziekstuk opgebouwd? Lijken sommige stukjes op elkaar? Wordt alles even sterk gespeeld?

Regel 1,2 en 4 lijken erg op elkaar. Alleen hoor je bij regel 1 dat de muziek nog niet echt is afgelopen.

Bij regel 2 en 4 klinkt het echt afgelopen. Die zijn echt hetzelfde.

Alleen het derde stukje is héél anders.

De vorm is A-A*-B-A3

Muziekpraatplaat, lied, muziek Fruithap: c d e f g

OB-MB-BB-ML

Fruithapje is een liedje om te zingen tijdens het fruit eten, of om mee te spelen op boomwhackers, toetsen of metallofoon. Als je in de bovenbouw zit, vind je het misschien geen leuk lied om te zingen, maar wel om als oefening te spelen.

Kijk eerst welk fruit de kinderen eten en luister naar het liedje.
Kun je raden welk fruit dit is?

Peer, peer, vol van sap. 

Peer, peer, hap, hap, hap. 

Appel, appel, vol van sap. 

Appel, appel, hap, hap, hap.

Kersen, pruimen, bramen, bessen, vol van sap. 

Kersen, pruimen, bramen, bessen, hap, hap, hap!

 

Je kan de ritmes van de verschillende coupletten vergelijken. Het ritme van de liedjes is drie keer anders. Je kan het op toetsen spelen, of op boomwhackers of metallofoons.

Een rondje is 1 tel. Een ovaaltje 2 tellen.

De twee kleine puntjes krijgen elk een halve tel. Ze moeten samen dus één tel delen. Ze passen samen in één rondje.

Eet gezond

OB-MB-BB-SO

Samen aan tafel… dat vindt bijna iedereen gezellig. De meeste mensen in Nederland hebben de mogelijkheid om goed en voldoende te eten. Helaas nog niet iedereen. Goed eten is wel erg belangrijk.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Eet gezond !

Stop niet alles in je mond.

Niet te vet. (Niet te veel) (Niet te zout)

Niet te zoet.

Dan doe je het goed !

Wat vind jij gezonder en waarom?

Praatje over gezond eten

Maar wat is nou eigenlijk gezond eten? Daar zijn de experts het nog niet over eens. En de rest van de mensen ook niet.

Sommige mensen vinden dat groente, fruit, aardappelen, rijst, vetten en vlees bij een gezond leefpatroon horen.

Sommige mensen eten geen vlees. Je noemt die mensen vegetariërs.

Mensen die helemaal geen dierlijke producten eten en drinken (dus bijvoorbeeld ook geen eieren of melk) noem je veganisten.

Andere mensen vinden dat je niet teveel koolhydraten moet eten (dat zit in granen en aardappels bijvoorbeeld).

Er zijn ook mensen die een dieet moeten volgen, omdat ze voor sommige producten allergisch zijn. Sommige mensen verdragen geen zuivel, geen noten of geen gluten.

Over een paar dingen zijn de meeste mensen het wel eens: teveel eten is niet goed voor je én teveel suikers zijn niet goed voor je. De meeste mensen vinden ook dat je genoeg groente moet eten en ook regelmatig fruit.

Maar… als iets niet gezond is, mag je het dan nooit eten of drinken?

Koken en bewegen

OB-MB-SO

Cooking Class maakt hele leuke bewegingstussendoortjes. De leerlingen in de groep van meester Evan doen deze oefeningen best vaak tussen de lessen door. Dan zijn ze daarna weer fit genoeg om goed op te letten.

Deze bewegingsoefening past goed bij

De appelboom

OB-MB-BB-ML

Een traditioneel Engels volksliedje. Er horen bewegingen bij.

Bewegen: je kan het als een klapspelletje spelen. Als je het zingt, sta je tegenover elkaar en klapt schuin over. Bij de woorden “één voor jou” of in het Engels: “one for you” stop je met klappen; je wijst de ander aan. En bij de woorden “een voor mij” oftewel “one for me”, wijs je jezelf aan.

Je kan het ook spelen op bijvoorbeeld toetsen of boomwhackers. : c d e f g a

Ga er eerst maar eens naar luisteren.

Schud, schud de appelboom. Mooie rode appels.

Schud, schud de appelboom. Mooie rode appels.

Eén voor jou, één voor mij. Schud, schud de appelboom. 

Eén voor jou, één voor mij. Appels voor allebei. 

Eigenlijk is dit een Engels liedje. Bovenbouwers kunnen het liedje ook in het Engels zingen.

Shake, shake the appletree.. apples red and rosy.

Shake, shake the appletree.. apples red and rosy.

One for you. One for me.

Shake, shake the appletree.

One for you. One for me.

Shake, shake the appletree.

We hebben het ritme iets eenvoudiger gemaakt. Zo kan het goed op toetsen of boomwhackers gespeeld worden. Zeker in de herfst.

Als je het stukje op toetsen speelt, zet je je duim op c. Op elke toets staat dan een vinger.

In de derde regel schuift je hand op. De pink van je rechterhand staat dan op de hogere a.

In de vierde regel schuif je terug.

Hieronder staat het stukje in letters genoteerd. Je kan het ritme nu niet meer zien, maar dat heb je boven al geoefend.

Wel kan je in dikke letters de namen van de doedels, of akkoorden zien die er mooi bij klinken.

Je kan een vriend of vriendin vragen om dit te spelen, of je kan proberen om het zelf te doen met je linkerhand.

De tekst is een klein beetje anders, maar dat maakt niet uit voor het liedje.

Succes!

Mozart

OB-MB-BB-OSO-BBS-ML

Wolfgang Amadeus Mozart (Salzburg 1756-Wenen 1971) was een componist in de klassieke tijd. Hij hoort tot het groepje van drie klassieke componisten die altijd genoemd worden: Mozart, Hayden en Beethoven in zijn jonge jaren. Ze noemden dat clubje “De eerste Weense School”.

Mozart was een wonderkind en kon op bijzonder jonge leeftijd al viool, klavecimbel en orgel spelen. Ook componeerde hij toen al. Hij heeft allerlei muziek geschreven, voor heel veel verschillende instrumenten. Denk dan aan symfoniën, serenades, divertimenti, sococoncerten, pianosantes, strijkkwartetten, strijkkwintetten en nog veel meer. Ook heeft hij opera’s en missen gemaakt.

Mozart heeft een stuk geschreven en daar een heleboel variaties op gemaakt. Zo’n muziekstuk heet een variatievorm.

Een variatievorm is een muziekstuk waarbij je eerst een thema hoort en daarna hetzelfde thema met heel wat veranderingen erbij.

Luister maar eens naar dit thema. Ken jij het?

Nu spreken mensen dus over de …….-variaties. Maar het is eigenlijk andersom. Mozart maakte de muziek en mensen gingen er woorden op maken.

Er is ook een heel bekend ander liedje dat deze woorden gebruikt. Weet jij welk liedje?

Maanlicht, Debussy

OB-MB-BB-OBS-BBS-ML

Clair de lune, oftewel maanlicht, is een gedeelte uit een muziekstuk van Claude Debussy dat de suite Bergamasque heet. Een suite is een verzameling van verschillende muziekstukken, die bij elkaar horen. Het is heel “verstilde” muziek. Als je luistert, begrijp je meteen wat er met dit woord bedoeld wordt.

Deze versie waarbij beelden van Disney te zien zijn, is goed bruikbaar voor een les over stilte, of over de natuur. Welke vogels komen er in voor? Kijk maar eens.

Een film van Disney, op muziek van Debussy.

Claude Achille Debussy werd in 1862 in Frankrijk geboren. In zijn gezin werd niets aan muziek gedaan, maar toch ontdekte men zijn talent. Hij mocht naar het conservatorium van Parijs. Daar kreeg hij heel goede lessen. Later kreeg hij ook lessen om muziek te componeren. Hij heeft ook in andere landen gewerkt en gestudeerd en hij is ook recensent geweest. Dat is iemand die naar uitvoeringen van anderen gaat en daar dan een stukje over schrijft in de krant. Hij overleed in 1918.

Zijn muziek zorgde ervoor dat de klassieke muziek helemaal veranderde.

Debussy is één van de componisten uit de periode die we “Tonaal modern” noemen.  “Tonaal” betekent dat de muziek wel echt een melodie heeft die je kunt volgen, hoewel Debussy soms zelfs a-tonale muziek maakte.  “Modern” betekent dat het muziek uit de 20e eeuw is.

Debussy’s muziek is in de impressionistische stijl gecomponeerd. Dat betekent dat deze muziek de sfeer van iets weergeeft. In die tijd was “impressionistisch” een soort scheldwoord. Men vond de muziek te vaag en te zweverig. Claude kon hier heel kwaad om worden. Hij probeerde gewoon de muziektaal te vernieuwen.

Zijn muziek was heel anders dan de muziek die men toen gewoon vond. Spaanse en Javaanse muziek inspireerden hem, bijvoorbeeld. Hij gebruikte heel andere toonreeksen. Daardoor klonk de muziek heel apart. Het had hele aparte klankcombinaties en samenklanken. De muziek die hij maakte, werd weggelachen en mensen wilden het niet uitvoeren. Tegenwoordig is dat wel anders. Heel veel van zijn muziek is vaak te horen. Zijn pianomuziek, maar ook orkeststukken.  

Hij heeft prachtige pianomuziek geschreven. Soms zijn er ook orkestversies van. Eén van die stukken is een soort prentenboek van verschillende muziekstukken. Het heet: De suite bergamasque. “Clair de lune” oftewel: “maanlicht”, is één van die delen uit de suite bergamasque. Disney heeft er een prachtige animatie (filmpje) bij gemaakt.

Een paar andere werken van Claude Debussy:

Prélude à l”après-mide dún faune (1894)

Pelléas et Mélisande (1902)

La Mer (1903-1905)

Ibéria (1908)

Jeux (1913)

 

De sneeuw danst

OB-MB-BB

Luister eens naar deze muziek van Claude Debussy. Waar zou het over gaan? 

De sneeuw danst

Dit muziekstuk is geschreven in 1908 door door Claude Achille Debussy, voor zijn dochtertje Chou chou. Het komt uit een serie stukken die heet “Children’s corner” oftewel “Kinderhoekje.” Elk stuk gaat over dingen die voorkomen in de kinderspeelhoek. In dit stuk gaat het over een jongetje in een sneeuwbol. 

Wat vond je van de muziek? 

Claude Achille Debussy werd in 1862 in Frankrijk geboren. Hij overleed in 1918. Zijn muziek zorgde ervoor dat de klassieke muziek helemaal veranderde. Debussy is één van de componisten uit de periode die we “Tonaal modern” noemen.  “Tonaal” betekent dat de muziek wel echt een melodie heeft die je kunt volgen, hoewel Debussy soms zelfs a-tonale muziek maakte.  “Modern” betekent dat het muziek uit de 20e eeuw is.

De muziek van Debussy noemen we ook wel eens “impressionistisch.” Dat betekent dat deze muziek de sfeer van iets weergeeft. In die tijd was “impressionistisch” een soort scheldwoord. Men vond de muziek te vaag en te zweverig. Claude kon hier heel kwaad om worden. Hij probeerde gewoon de muziektaal te vernieuwen. Zijn muziek was heel anders dan de muziek die men toen gewoon vond.

Spaanse en Javaanse muziek inspireerden hem, bijvoorbeeld. Hij gebruikte heel andere toonreeksen. Daardoor klonk de muziek heel apart. Het had hele aparte klankcombinaties en samenklanken. De muziek die hij maakte, werd weggelachen en mensen wilden het niet uitvoeren. Tegenwoordig is dat wel anders. Heel veel van zijn muziek is vaak te horen. Zijn pianomuziek, maar ook orkeststukken.  

In zijn gezin werd niets aan muziek gedaan, maar toch ontdekte men zijn talent. Hij mocht naar het conservatorium van Parijs. Daar kreeg hij heel goede lessen. Later kreeg hij ook lessen om muziek te componeren. Hij heeft ook in andere landen gewerkt en gestudeerd en hij is ook recensent geweest. Dat is iemand die naar uitvoeringen van anderen gaat en daar dan een stukje over schrijft in de krant.

Luister nu nog eens naar dit muziekstuk. Vind jij het ook vage muziek, of vind je dat hij juist een goede sfeer neerzet?

Een paar andere belangrijke stukken van hem zijn:

·         Prélude à l’après-midi d’un faune (1894)
·         La Mer (1903-1905)
·         Ibéria (1908)

 

Leer: Luister naar alle versies. Kies er één uit die je het mooiste vindt en één die je het minst mooi vindt. Vertel wat de verschillen zijn en waarom je de een leuker vindt dan de ander.

 

 

 

 

 

 

·         Prélude à l’après-midi d’un faune (1894)

·         Pelléas et Mélisande (1902)

·         La Mer (1903-1905)

·         Ibéria (1908)

·         Jeux (1913)

Gymnopedies (Satie)

OB-MB-BB-ML

Muziek van Satie en impressionistische schilderijen van Cortes. Die passen allebei goed bij de herfst!

Erik Satie was een heel aparte man. Hij wilde ook heel bijzondere muziek maken.

Zijn muziek hoort bij de klassieke muziek van de 20e eeuw. Deze stijl heet: tonaal modern. De muziek is dus wel modern, maar heeft wel een echte melodie.

Er staan in de gymnopédies ook geen maatstrepen genoteerd. Het is waarschijnlijk de bedoeling dat je niet al te duidelijk laat horen wat tel 1 is… om het doorgaande gevoel te benadrukken. Maar om eerlijk te zijn… je hoort wel echt een maat. Luister maar eens, of je een cadans kan ontdekken.

Erik zou het trouwens helemaal niet leuk hebben gevonden dat zijn muziek bij impressionistische schilderijen zou worden gebruikt, ook al klinkt het best een beetje zweverig. Hij had zelf namelijk een hekel aan de impressionistische muziek van bijvoorbeeld Debussy. Hij vond die muziek nou juist te zweverig en hij vond dat de componisten arrogant waren en hun stukken te rare titels gaven. Om daar gekheid mee te maken, gaf hij zijn stukken soms ook hele rare namen. Zoals: vier stukken in de vorm van een peer.

Satie was de voorloper en de mentor van een groepje van zes componisten. De Groupe des six. Die wilden dat hun muziek niet impressionistisch was, maar speels en simpel.

De gymnopédies zijn misschien wel de bekendste stukken van Satie. Je kan ze bij rampen vaak op tv horen. Niemand weet trouwens zeker waarom hij die naam voor zijn stukken koos. Er zijn verschillende ideeën over.

De gymnopaedia was de belangrijkste dans van de Lacedaemonians. Die dans waarbij gezongen werd, werd ieder jaar op de markt in Sparta uitgevoerd door meisjes. Het leek waarschijnlijk een beetje op gymnastiek van nu.

Maar mensen denken ook dat het een grapje van Satie is. Mensen vroegen of hij componist was. Dat wilde hij niet zijn, want hij was een beetje een dwarskikker. Dus zei hij: nee, ik ben een gymnopedist.

Maar het kan ook zijn dat hij het uit een gedicht van Latour heeft gehaald. Andere mensen zeggen juist weer dat Latour de woorden van Satie heeft gepikt.

Satie vond het in ieder geval lekker geheimzinnig klinken. Dat is gelukt.

Hier vind je nog een andere versie van de Gymnopédies

Vergelijk de twee uitvoeringen eens met elkaar. Wat is er hetzelfde en wat is er anders? De tweede uitvoering is van Reinbert de Leeuw, die bekend staat om de manier waarop hij Satie speelt.

De Gymnopedies kan je best snel spelen als piano leerling. Er staan allemaal grappige opmerkingen bij zijn pianomuziek over hóe je de muziek moet spelen. Bijvoorbeeld: doe je hoofd open. Of: alsof je op het punt staat om een idee te krijgen.

Het is heel rustige, kalmerende muziek, waar je goed naar kan luisteren terwijl je een ander werkje doet.

Erik Satie

Erik Satie leefde rond 1920 in Frankrijk, in Parijs, in een wijk die Montmartre heette. Daar woonden veel kunstenaars, acrobaten, kunstschilders, muzikanten en schrijvers.

Hij verdiende geld bij als barpianist in een heel beroemd café. Dat heette: “De zwarte kat” en er traden allerlei beroemde mensen op.

Doordat hij van die aparte muziek maken, kwamen er steeds meer mensen die van die bijzondere muziek gingen bedenken.

Een muziekstuk voor typemachine en orkest

Zo maakte hij bijvoorbeeld ook een muziekstuk voor typemachine en orkest. Ook maakte hij muziek voor een heel bijzonder ballet, waarin de schilderijen van meneer Picasso tot leven kwamen. Dat ballet heette Parade.

Het ballet parade

Wat vinden jullie van deze muziek?

En wat vinden jullie van de schilderijen van Parijs? Die zijn trouwens gemaakt door meneer Edouard Cortes.

Op het filmpje zie je schilderijen van Cortes. Dat is een impressionistische schilder. Impressionisten keken heel goed naar iets en schilderden dan de indruk die het op hen maakte. Wat vinden jullie van die schilderijen?

Kan jij zelf misschien een impressionistisch kunstwerk maken over de herfst in je eigen stad?

 Misschien kunnen jullie zélf een impressionistisch kunstwerk maken over de herfst in hun eigen stad.

Meer leren over Erik Satie:

Satie

Erik Satie leefde van 1866 tot 1925 in Frankrijk. Hij heette eigenlijk Eric, Alfred, Leslie Satie. Hij had het niet gered op het conservatorium, maar bleef wel met muziek bezig. Op een gegeven moment leefde hij in Parijs, in de artistieke wijk Montmartre. Daar waren veel cafés en cabarets en er woonden heel veel kunstenaars, acrobaten, kunstschilders, muzikanten en schrijvers. Hij leefde er in armoede en verdiende wat geld als barpianist, onder andere in het beroemde cabaret “Le chat noir.”

Erik was een apart iemand. Hij wilde op niemand lijken en origineel zijn.  Hij hoorde bij voorlopers in de kunst. Dat noem je de “avant-garde” van de kunst. Ze zeggen ook wel eens dat Satie een “bohemien” was. Dat betekent letterlijk “iemand uit Bohemen”… een soort Roma (een oud en niet zo netjes woord voor deze mensen is zigeuners.) Het woord “bohemien” wordt gebruikt voor kunstenaars of slimme mensen die anders willen leven dan alle burgerlijke mensen. Ze zijn altijd een beetje afwijkend.. een beetje hip… Eric daagde de mensen altijd een beetje uit, hij wilde anders zijn en zijn eigen zin doen. 

Poster van Le Chat Noir

Satie ging vaak naar het café Le Chat Noir. Hij schijnt zichzelf daar eens een gymnopédiste genoemd te hebben, omdat hij het niet leuk vond om componist genoemd te worden. We weten niet precies waarom hij zichzelf zo noemde. Een gymnopède was een dans uit de Griekse oudheid.. een soort gymoefening op muziek. Het kan ook zijn dat hij het uit een gedicht heeft gehaald. Deze naam komt terug in het muziekstuk dat je onder de link kunt vinden: de Gymnopédies.

Wat vind je van deze muziek? Welk instrument hoor je? Wat is de sfeer?

Cortes

Als je op de link klikt, hoor je een versie, waar je ook mooie schilderijen van Parijs in de herfst kunt zien. Die zijn gemaakt door Edouard Cortès (1882-1969)  een belangrijke Franse kunstschilder. Edouard maakte neo impressionistische kunst. Neo betekent nieuw. Impressionistisch schilderen doe je als je ergens naar kijkt en dan de indruk die het jou geeft op papier zet. Je probeert het dus niet zo écht mogelijk te laten lijken, maar de sfeer van wat je ziet aan andere mensen te laten zien in je schilderij. Dit past goed bij de muziek van Erik Satie, die immers in Parijs woonde en ook bij de herfst. Hij wil met zijn muziek ook een sfeertje neerzetten. 

Satie was een voorloper van verschillende andere muziekstijlen die later hip werden, zoals minimalisme, repetitieve muziek en absurdistisch theater. Hij kende veel componisten die later beroemd werden, zoals Debussy, Ravel, Milhaud, Varèse en Poulenc. Er was zelfs een groepje van zes componisten (Milhaud, Poulenc, Tailleferre, Honegger, Auric en Durey) die door het publiek gezien werden als zijn leerlingen. De mensen noemden hen: de groupe des six, de groep van zes. Ook maakte hij later indruk op de componist John Cage, die minimalistische muziek maakte.

Satie maakte expres heel erg andere muziek dan de muziek uit zijn tijd, die nogal deftig wilde doen. Hij maakte bijvoorbeeld heel andere muziek dan Richard Wagner. Erik werd beïnvloed door de middeleeuwse muziek en bouwkunst en hij noemde zichzelf een fono-metrograaf, oftewel iemand die klanken meet en opschrijft. Dat vond hij een beter woord dan musicus. Hij bouwde muziek alsof hij met stenen huizen bouwde. Hij reeg die muzikale bouwstenen aan elkaar tot er een soort klankketting ontstond. Hij was daardoor een van de eersten die de manier van componeren gebruikte, die later de modernen gebruikte.

Hij werd ook vrienden met de schrijver Cocteau, die toneelstukken maakte. Satie maakte er toneelmuziek voor. Dat was muziek die alleen maar een klankachtergrond wilde zijn die de sfeer van een scène overbracht. Denk maar aan de manier waarop dat nu in een film gebeurt.

Satie schreef het ballet Parade,  samen met Cocteau en Picasso (die de decors ontwierp)  voor de beroemde danser Djagilev. Die kwam uit het Ballets Russes, het Russische ballet. De eerste uitvoering (de muziek was eigenlijk geschreven voor orkest en typemachine) zorgde voor een schandaal. Meteen kende iedereen Erik Satie. 

Kijk en luister hier naar de muziek van Satie en de decors en kostuums zoals ze door Picasso zijn bedacht. 

Kijk en luister hier naar het muziekstuk waarin de typemachine gebruikt werd als instrument. 

In Nederland was het Reinbert de Leeuw (musicus, componist en dirigent) die het werk van Satie onder de aandacht bracht. Deze muziek kun je best snel spelen als piano leerling. Er staan geen maatstrepen in genoteerd. Ook staan er allemaal grappige opmerkingen bij zijn pianomuziek over hóe je de muziek moet spelen. Bijvoorbeeld: doe je hoofd open. Of: alsof je op het punt staat om een idee te krijgen.

Aan het einde van zijn leven, liep Satie elke morgen van zijn huis 10 kilometer naar zijn studio, om muziek te maken. Daarna liep hij eer terug. Hij heeft nooit iemand in dat huis ontvangen. Eric was een heel aparte man. 

 

 

 

 

Satie en zijn Parade

OB-MB-BB-ML

Luister en kijk naar de bijzondere muziek van meneer Erik Satie, een Frans componist uit de 20e eeuw.

Erik Satie was een heel aparte man. Hij wilde ook heel bijzondere muziek maken.

Zijn muziek hoort bij de klassieke muziek van de 20e eeuw. Deze stijl heet: tonaal modern. De muziek is dus wel modern, maar heeft wel een echte melodie.

Eriks muziek kun je niet impressionistisch noemen. Hij had namelijk een heel erge hekel aan die stijl.

Satie wilde aparte en bijzondere muziek maken. Hij was dan ook een bijzondere man. Luister maar eens hoe hij de typemachine als instrument in een orkest gebruikt.

Vind jij dat een typemachine gebruikt kan worden in een orkest?

Welk voorwerp zou jij graag eens willen horen gebruiken in een orkest?

Hoe vind je dit muziekstuk?

Op het conservatorium was Erik Satie de slechtste leerling van de klas. Hij was ook nog eens heel erg lui. Hij droeg altijd een bolhoed, een paraplu en hij had een puntig sikje.

Satie zwierf altijd door de uitgaansbuurt in Parijs. Hij was vrienden met beroemde schilders zoals Pablo Picasso.

Pablo Picasso ontwierp de decors en kleding voor het muziekstuk Parade. En de beroemde dichter Jean Cocteau schreef het scenario. Dat betekent het muziekverhaal. Zo ontstond een heel bijzonder ballet, waarin de schilderijen van Picasso tot leven kwamen. Dat ballet heette “Parade”, oftewel “optocht.”

Het muziekstuk Parade werd voor het eerst opgevoerd in mei 1917. De mensen vonden het heel stom. Hij gebruikte in het stuk “instrumenten” die niet eens instrumenten waren: een schrijfmachine, een sirene en een rad van fortuin. Hij probeerde een beetje de draak te steken met het impressionisme, omdat hij dat zo zweverig vond. Om die componisten te plagen gebruikte hij ook rare titels voor zijn muziekstukken. Zo schreef hij: drie stukken in de vorm van een peer.

De storm, Beethoven

OB-MB-BB-ML

Soms maken mensen muziek waar geen verhaaltje of plaatje bij hoort, maar soms bedenken ze muziek die, -net zoals sommige schilderijen- een verhaaltje vertelt. Een ander woord daarvoor is: programmamuziek.

Ken je Beethoven? Je ziet zijn warrige hoofd wel eens als een soort beeld op de piano staan.

Ludwig van Beethoven  was een Duitse componist (1770-1827) die veel mooie muziek schreef voor orkesten, maar ook voor de piano.

In zijn jeugd schreef Beethoven klassieke muziek, net zoals Hadyn en Mozart. De muziek die Beethoven maakte toen hij wat ouder was, noemen we muziek uit de Romantiek. De Romantiek is een stijlperiode in de muziek, die ongeveer samenvalt met de 19e eeuw.

Beethoven was eigenlijk een man waar je medelijden mee kon hebben. Hij voelde zich nogal eenzaam. Hij had ook niet echt een relatie, maar hij was best wel vaak verliefd op vrouwen. Soms schreef hij muziek voor hen. Denk maar eens aan het stuk Für Elise, dat hij schreef voor een piano leerling.

Op latere leeftijd werd hij ook nog eens doof en je snapt wel dat dat voor een componist en musicus heel naar is. 

Luister maar eens naar de muziek. Welke instrumenten kun jij horen?

Niet al zijn muziek is programmamuziek, maar de Pastorale wel. Eigenlijk heet het de Pastorale symfonie. Dat betekent een symfonie die ons doet denken aan het leven op het platteland. Het roept een gevoel op dat we herders zijn, die rustig met onze schapen door het platteland trekken.

De Pastorale symfonie vertelt het verhaal van een soort picknick, die verstoord wordt door een storm. Die storm kun je ook echt in de muziek horen. Probeer eens uit te zoeken welke instrumenten de donder laten horen.

Vind je dit mooie muziek? Zou je het zelf luisteren?

De Voelbus

OB-MB jongste groep

De Voelbus is een liedje met een acteerspelletje erbij. Het gaat om het uitbeelden van verschillende gevoelens.

We staan hier met z’n allen. De Voelbus komt eraan.

Wat zullen wij straks voelen, als wij naar binnen gaan?

Voel jij je blij of droevig, of bang, of boos, misschien…

We voelen met je mee; laat je gevoel maar aan ons zien!

Hieronder staat de karaoke

Wat zijn gevoelens?

Weet jij wat gevoelens zijn? We hebben het natuurlijk niet over zoiets als pijn. Het gaat hier meer om emoties. Welke gevoelens kan jij opnoemen? Bang, boos, blij, droevig, teleurgesteld, chagrijnig, verliefd, jaloers…. Ken jij er nog meer?

Iedereen heeft gevoelens. We moeten natuurlijk goed opletten dat niemand in de groep nare gevoelens heeft. Het is niet leuk als wij iets doen dat een ander bang of boos maakt. En het is juist wel fijn als wij rekening houden met elkaars gevoelens.

Acteerspelletje in de klas, op de eigen plek

Je kán dit spelletje gewoon aan tafel doen. Iedereen kijkt naar het filmpje bij het liedje en zingt alles mee. Als de woorden ophouden, worden er emoties uitgebeeld.

Op het moment dat de auto’s voor de eerste keer gaan rijden, beeldt iedereen de eerste emotie uit.

Als de 1e toeter heeft geklonken, beeldt iedereen het eerste gevoel nog groter uit. Dat betekent nóg duidelijker, nóg meer overdreven.

Nadat de woorden voor de tweede keer zijn gezongen, beeldt iedereen het volgende gevoel uit. En nadat de woorden voor de derde keer zijn gezongen, beeldt iedereen een derde gevoel uit. Als je het nog eens doet, kan je voor 3 nieuwe gevoelens kiezen.

Je kan ervoor kiezen om de emoties uit te beelden die in het liedje op de plaatjes staan, maar jullie kunnen ook 3 andere emoties kiezen.

Bewegingsspelletje in een grotere ruimte

Als je dit spelletje in een zaal wil doen, kunnen er drie plekken in de zaal worden aangewezen. Dat zijn de haltes, waar groepjes kinderen staan te wachten. Ieder groepje kiest in overleg een gevoel dat de leerlingen willen uitbeelden.

Eén kind is de buschauffeur. Hij gaat rijden en na het eerste couplet “stapt de eerste groep in de bus”. Dat betekent dat al die kinderen een rij vormen achter de buschauffeur. Terwijl de rij “rijdt” (de kinderen lopen), beelden de passagiers en de chauffeur het eerste gevoel uit, terwijl de bus “rondjes rijdt. Ook de kinderen bij de haltes beelden dat gevoel uit.

Na de eerste toeter speelt iedereen de emotie nog groter uit.

Na het tweede couplet pikt de buschauffeur de 2e groep uit. Die spelen weer een andere emotie. Alle kinderen nemen die emotie over.

Bij het derde couplet pikt de buschauffeur de 3e groep op. Die spelen wéér een ander gevoel. Dan nemen alle kinderen dát gevoel weer over.

We eten fruit

OB-MB-BB

Een acteeroefening over fruit.

Een boomgaard…

Welke soorten fruit ken jij? Hoe groeien die soorten fruit?

Wat eet je het liefste en waarom? En wat vind je niet lekker en waarom?

We wandelen door een boomgaard.

Wat is dat?

In Hoorn heb je de Kersenboogerd. Het woord “boogerd” is een verbastering van “boomgaard.” Wat is een boomgaard?

Daar zien we fruitbomen.

Hoe groeit fruit eigenlijk?

We zien hoge appelbomen en lage appelbomen.

We pakken een ladder en zetten die tegen de hoogste boom.

Plotseling zegt de boom: als je mijn allerhoogste appel plukt, heb ik een verrassing.

We klimmen op de ladder en plukken de appel die het hoogste hangt.

De boom zegt: “Het is een toverappel. Als je hem vast hebt, krijgt hij je lieverlingskleur.”

Wat is jouw lievelingskleur?

“Eet hem maar op.” zegt de appel. En dan mag je een wens doen. Dan zorg ik dat die wens uitkomt.

Als de boom dat tegen jou zou zeggen, wat zou jij dan wensen?

We eten de appel op. Het sap druipt langs onze kin.

De boom vraagt:

“Hoe eet je druiven?

Hoe eet je pruimen?

Hoe eet je een mandarijntje?

Hoe eet je een banaantje?

Als we dat allemaal hebben laten zien, geven we de boom een knuffel.

We klimmen de ladder af.

Nou maar hopen dat onze wens werkelijkheid wordt!

Naar groep 3!

OB

Een liedje voor alle grote kinderen die afscheid nemen van groep twee en het komende schooljaar naar groep drie gaan.


Ik ken de namen van alle kleuren.

Kan bij de klinken van de meeste deuren.

Ben je trots op mij? Ik ben trots op mij!

‘k Ken al wat cijfers; kan m’n naam al schrijven.

’t Heeft echt geen zin om in groep 2 te blijven.

Ben je trots op mij? Ik ben trots op mij!

’t Was een heel gezellig jaar,

maar nu is het bijna klaar.

Dag, groep 2, nu moet ik gaan.

Hee, groep 3, ik kom eraan.

Dit zing je 2 keer.

Aan het eind herhaal je: “Ik kom eraan.”

Zo’n zomer

OB-MB-BB-OBS-BBS-ML

Een praatplaat over de zomer

Een praatplaat over de zomer, een liedje over de zomer, een luisterfragment met vakantiemuziek van de Severac en een acteeropdracht die erbij past, want het is alweer bijna grote vakantie. Daar hebben we allemaal natuurlijk heel veel zin in! Bij Kzing wensen we jullie een heel fijne vakantie toe.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Weet je wat ik je wens?
Zo’n hele mooie zomer.
Zo’n zomer die je nooit vergeet.
Niet te nat, maar ook niet te heet.
Lekker liggen op je rug en
heel veel ranja, weinig muggen
en de lucht oneindig blauw.
Ja, zo’n zomer,
ja, zo’n zomer,
zo’n zomer wens ik jou !

Een Franse componist, Deodat de Severac, heeft in 1912 muziek geschreven die vakantie heet. Die muziek vind je ook hier.

Teacher in role: We beelden de zomer uit:

We doen zonnebrand op.

We gaan fietsen.

We eten een ijsje.

We gaan zwemmen.

We gaan kamperen en zetten een tentje neer. Sla de haringen maar in de grond.

We gaan naar de speeltuin. Daar gaan we op de wip wap.

Daarna gaan we klimmen op het klimrek.

We gaan voetballen.

We gaan tafeltennissen.

We gaan dansen op een feestje.

We gaan kersen plukken.

We eten aardbeien met slagroom.

We gaan marshmallows roosteren in een vuurtje.

We gaan lekker koud douchen.

We zijn verbrand en smeren aftersun op.

We gaan slapen, maar er is een mug.

We vallen in slaap, maar het dekbed is te warm.

Bij Kzing hebben we ook een vakantieliedje gemaakt. Dat kun je meezingen.

Rust goed uit, dan zien we jullie in het nieuwe schooljaar weer fris terug, klaar om samen te zingen, te dansen, muziek te maken, te luisteren en te acteren.

Info Moederdag

OB-MB-BB-BBS-ML

Waarom vieren we eigenlijk Moederdag? Juf Ellis vertelt erover.

Deze podcast is voor de onderbouw en de middenbouw.
Deze podcast is voor de bovenbouw.

Als bovenbouwers de informatie liever zelf lezen, kunnen ze de tekst hieronder gebruiken.

Moederdag

Moederdag wordt in veel landen gevierd, maar niet altijd op dezelfde datum. In Nederland vieren we het op de tweede zondag in mei. In veel katholieke landen vieren ze het bijvoorbeeld op een feestdag van Maria, de moeder van Jezus.

Het gebruik komt uit de Verenigde Staten en het ontstond rond 1925. In die tijd waren het de moeders die thuis alles deden. Vanaf het einde van de achttiende eeuw, bedacht met feesten voor een deel van de bevolking. Daar paste Moederdag goed bij. Het schijnt dat Anna Jarvis in 1907 het initiatief nam om Moederdag te gaan vieren.

Haar moeder had zich erg ingezet voor beter moederschap en betere huizen. De moeder van Anna zamelde in de Amerikaanse burgeroorlog medicijnen en voeding in voor moeders die het moeilijk hadden. Anna ging dit ook doen, ter herinnering aan haar moeder en bedacht om op de eerste zondag na het overlijden van haar eigen moeder (de tweede zondag in de mei) altijd aan haar moeder te denken. Het feest sloeg meteen aan en werd al snel op heel veel plekken gevierd.

In 1914 werd in de V. S. een wet aangenomen die er een officiële burgerlijke feestdag van maakte.

Europa kende toen nog geen Moederdag. De Eerste Wereldoorlog had ervoor gezorgd dat het gebruik niet was overgewaaid uit de V.S.

Vanaf 1924 hield de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij van Landbouw een campagne. Ze stuurden brieven naar scholen en vroegen of onderwijzers er aandacht aan wilden besteden. Ze hoopten daardoor meer bloemen te verkopen. En dat gebeurde hen ook.

Ook de bakkers deden eraan mee. Ze hadden borden op hun bakkerskarren met “Viert Moederdag!” en ze verkochten lekkere dingen. De Koningin kreeg altijd een grote taart op Moederdag.

Maar in de Tweede Wereldoorlog vond Hitler het een heel goed idee. Hij maakte er een dag van voor de Duitse Moeders. Omdat Hitler dit gedaan had was Moederdag in die tijd niet zo populair in Nederland. Maar na een tijdje vergat men dat Hitler het in Europa had “bedacht” en gingen ze het feest toch weer vieren. Vaak heel uitgebreid. Op scholen werd er altijd aandacht aan besteed.

Moederdag is in Nederland altijd bedoeld als een bedankje. Een dag waarop de kinderen eens voor de moeder doen, wat die moeder voor hen doet. Ze brengen ontbijt op bed en geven haar cadeautjes. De oma’s worden natuurlijk niet vergeten. Vaak worden er ook bloemen gegeven. Dat dateert al uit de tijd van Anna Jarvis. Haar moeder was er dol op.

Om eerlijk te zijn, is Moederdag soms ook wel een beetje feest voor winkeliers, omdat zij dan veel mooie cadeautjes voor de moeders verkopen. Anna Jarvis vond het niet goed dat het feest door handelaars “gepikt” werd. Daar ging het haar natuurlijk niet om. Het is vooral erg leuk als kinderen zelf iets moois voor hun moeder maken.

In de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw, waren mensen soms een beetje tegen Moederdag. De vrouwen werden “geëmancipeerd”. Het woord “emancipatie” komt uit het Latijn. Emancipatio betekent dat mensen die achtergesteld worden in de samenleving er actief hun best voor gaan doen om dezelfde rechten te krijgen en een volwaardige plek in de samenleving.

Vrouwen waren in veel opzichten nog achtergesteld bij hun mannen. Een aantal vrouwen vormden samen een feministische beweging. Dat wil zeggen, een beweging die voor gelijke rechten voor de vrouw opkwamn.

Hoewel moeders tegenwoordig ook veel buitenshuis werken en in veel gezinnen iedereen een taak heeft, wordt het feest in Nederland nog steeds gevierd. Het is immers ook een feest om je moeder te laten weten hoeveel je van haar houdt. Sommige kinderen doen dat ook op Valentijnsdag.

De vrouwen wilden dezelfde rechten als de mannen. Ze wilden kunnen werken. Ze wilden de zorg voor hun kinderen met hun mannen delen. Ze wilden de baas zijn over hun eigen lijf. Moederdag vonden ze maar een zoethoudertje van één dag, voor een heleboel dagen ongelijke rechten.

De vrouwen in Nederland hebben tegenwoordig gelijke rechten als de mannen.

Er zijn tegenwoordig ook veel soorten gezinnen. Het is niet altijd één man, één vrouw en kinderen. Vrouwen kunnen tegenwoordig ook met vrouwen trouwen en mannen met mannen. Zo komt het dat sommige kinderen twee moeders hebben en andere kinderen geen. Van sommige kinderen is de moeder overleden. Andere kinderen hebben weer een bonusmoeder, of stiefmoeder….

Hoe het thuis bij jou ook is… jij kent vast wel een persoon die jij op die dag graag in het zonnetje zou willen zetten omdat hij/zij veel voor jou betekent als opvoeder. Die persoon vindt zo’n gedichtje, briefje of muziekstuk vast heel attent!

Fijne Moederdag.

Fijne moederdag

OB-MB-BB-BBS-ML

In deze les leert meester Evan jullie zijn “Fijne Moederdag!” lied. Dit lied is bedoeld voor alle lieve vrouwen die voor ons zorgen.

Fijne Moederdag.
Fijne Moederdag.
Fijne, fijne, fijne, fijne, fijne, fijne Moederdag.
Fijne Moederdag.
Fijne Moederdag.
Zonder jou, was ik er niet.

Veel kinderen hebben wel een zorgzame vrouw in de buurt, die hen helpt. Meestal is dat hun moeder, maar soms ook een bonusmoeder, stiefmoeder, pleegmoeder, of oma. Kies zelf maar uit wie jij op Moederdag in het zonnetje zou willen zetten.

Meester Evan heeft het in dit lesfilmpje over verschillende parameters: zacht, sterk, langzaam, snel, staccato en legato.

Ook heeft hij het over verschillende stijlen (Metal, Country, Flamenco, Opera). Veel plezier!

Wil je meer weten over de achtergrond van Moederdag? Klik dan op de onderstaande link.

Meer informatie over Moederdag

Vogelvakantie

OB-MB-BB-OBS-BBS

Vogeltrek. Vogel. Vakantie. Voorbij. Voor. Het zijn allemaal woorden met de letter V. Dit is een liedje dat je goed kan zingen in de periode van de vogeltrek.

De ingezongen versie
De karaoke versie

Duizend vogels gaan op reis; kunnen hier niet blijven.
Zie je welke letter zij in de hemel schrijven?
’t Is de V Van Vakantie.
Alle Vogels zijn Vrij.
Maar ook de V Van Voor je het weet
is de winter weer Voorbij.

De vogeltrek

De vogeltrek is een periode van juli tot en met november waarin sommige vogels “op vakantie gaan” en vertrekken naar warmere landen, om daar te overwinteren.

In juli gaan de eerste vogelsoorten, al richting zuiden.

In september is de najaarstrek al in volle gang. Begin september valt het aantal nog mee, maar naarmate de maand vordert, worden het er steeds meer. Dat hangt een beetje af van de vraag of het goed vliegweer is. (Wat is goed vliegweer?… Zoek het op!)

In het voorjaar komen zij weer terug.

Dit herfstliedje past ook heel goed bij de herfstvakantie. Wie heeft er al zin in de herfstvakantie? Ga je dan ook op reis? Of lekker binnen op de bank met een boek? Wie weet, ga je wel lekker naar het bos, of buiten in de plassen stampen. Veel plezier!

Verdieping

  • Welke woorden kennen jullie nog meer met de letter v? Kunnen jullie een tafelgroepjes wedstrijd doen? Welk groep je kan er het meeste opschrijven?
  • Misschien kun je uitzoeken welke vogels in september op reis gaan? Dit is een goede opzoek-vraag voor “de vraag van vandaag”. Kun je ook een onderzoeksvraag over dit onderwerp bedenken? Misschien is dit een leuke aanleiding voor een onderzoeksopdracht. Gebruik het vragenmachientje!

Yellow submarine

MB-BB-ML

Yellow submarine is een lied van The Beatles. Het gaat over een onderzeeboot, onder water. Het stond op hun album dat hetzelfde heette. Beatle-fans vinden het een van hun zwakste albums. Het nummer is geschreven door Paul Mc. Cartney en officieel ook door John Lennon.  Ringo Starr zong de lead vocals.

The Beatles waren een heel bekende popgroep uit de Engelse stad Liverpool. De band bestond uit John Lennon, Pasul McCartney, George Harrison en Ringo Starr.  Ze waren zo populair dat jonge tienermeisjes tijdens concerten flauwvielen en heel hard gilden. Hun muziek was gebaseerd op Amerikaanse rhythm-and-blues-muziek. 

De groep was samen van 1960 to 1970. Daarmee hoorden ze echt bij de hippie-cultuur. Veel mensen vinden het de belangrijkste band uit de geschiedenis van de popmuziek. Door hen nam de popmuziek namelijk echt een vlucht. Ze namen hun nummers op in een geluidsstudio en deden dat heel erg goed. Het is de band die het beste verkocht heeft in de geschiedenis. Ze verkochten meer dan 600 miljoen platen over de hele wereld. 

McCartney zegt dat hij in zijn bed lag en bedacht dat een kinderlied wel een goed idee was. Hij dacht aan de kleur geel en toen aan een onderzeeboot en water.  Het was de inspiratie voor een tekenfilm, die ook zo heette. 

Wintercanon

OB-MB-BB-ML

Een canon is een muziekstuk waarbij de zangers of spelers in groepen zijn gedeeld. Iedere groep zingt of speelt het hele muziekstuk, maar de groepen beginnen niet op hetzelfde moment. Je kan dit stuk op toetsen spelen. Je kan het als canon spelen, met een vriend of vriendin. De ene speler speelt dan hoger dan de andere.

Je kan het stuk ook met boomwhackers spelen. Groep 1 zet eerst in. Als die groep op een bepaalde plek is gekomen, begint groep 2 aan het stuk. Groep 1 zingt ondertussen door. Als groep 2 weer op die plek is gekomen, begint groep 3 mee te doen. En zo voort.

Voor de onderbouw hebben we er een Nederlandse tekst op gemaakt.

De middenbouw en bovenbouw kunnen de canon ook in het Engels zingen. In het Engels heet een canon een “round”. Dit is dus een winterround:

De sneeuwman (film)

OB-MB-BB-OBS-SG-ML

Op deze pagina vind je de film “De sneeuwman”. Onderaan de pagina vind je een link naar de hele film; zowel de originele niet-ingesproken versie, als een ingesproken versie van deze film.

De sneeuwman komt uit een film zonder woorden. Dit liedje is het enige liedje waar wél woorden bij zijn.
Dit is een pianoversie zonder woorden.

Vinden jullie het mooi?

Wat gebeurt er in het filmpje?

Wat denken jullie… zouden we woorden voortaan gewoon weg kunnen laten uit boeken en films?

De sneeuwman is een Engelse kinderfilm uit 1982. Het is het verhaal van het boek van Raymond Briggs uit 1978.

In het boek en in de film wordt geen taal gebruikt. Het beeld en de muziek vertellen het verhaal.

Daardoor kunnen alle mensen van de wereld het begrijpen.

Er is maar één liedje met woorden in de film. “Walking in the Air.” Dat betekent: “lopen in de lucht”.

De muziek is van Howard Blake en werd uitgevoerd door Peter Auty.

Er wordt bijna op een klassieke manier gezongen.

Hoewel de film eigenlijk zonder woorden is, heeft Sien (van Sesamstraat) er toch een keer bij verteld. Het liedje wordt hier ook in het Nederlands gezongen. Deze film duurt ongeveer een half uurtje. Veel plezier!

De sneeuwman, origineel: niet ingesproken
De sneeuwman, dezelfde film, maar nu ingesproken

Dit is een vervolg op het verhaal van de sneeuwman. De sneeuwman en de sneeuwhond.

De sneeuwman (Sia)

OB-MB-BB

Luister een lied (Sia)

Sia, een Australische artiest, heeft een mooi  liedje geschreven over een sneeuwman.

Het is een popliedje. 

Iemand anders heeft er een prachtig filmpje bij gemaakt. Daarin wordt het verhaaltje in het liedje wel een beetje anders uitgelegd. Kijk maar eens naar het filmpje… waar gaat het volgens jou over?

Denk jij dat vriendschap voor altijd is, of smelt vriendschap weg… net als sneeuw?

De sneeuwman, Sia

Weetjes 2: maat

Boek 2a van de kleurenlijn legt uit wat maat is en gaat in het bijzonder in op de 2-telsmaat.

  • Je leert de 2-telsmaat kennen
  • Daarna kan je de liedjes spelen uit Liedjes 1

De bellen

OB-MB-BB

Wat roept er nou meer een kerstgevoel op dan belletjes? Zeker als die klokken vertellen dat er sneeuw aankomt.

Ik droom van de bellen.
Je hoort ze ieder jaar.
Ze praten, vertellen
geheimpjes aan elkaar.

Van ring tingeling, van ring tingeling
Straks komt de nieuwe dag.
Dan ligt er misschien een deken van sneeuw,
waarmee je spelen mag.

De klokken die zingen
“Ik heb een goed idee!
Vergeet alle dingen
en doe maar lekker mee!”

Refrein.

Refrein.

Kerstman

OB-MB-BB-OBS-BBS

Dit is een gezellig kerstliedje om te zingen en te dansen. Bij Kzing doen alle groepen dan mee, van jong tot oud.

In heel veel landen komt niet Sinterklaas langs om de cadeautjes te brengen, maar de Kerstman. Die heet trouwens bijna hetzelfde: Santa Claus. In sommige Franstalige landen heet hij Père Noël, vadertje Kerstmis. De kleding die hij draagt, is bedacht voor een reclame voor Coca Cola. Voor die tijd droeg de kerstman een veel langere jas, met een koord eromheen.

De kerstman woont op de Noordpool. Hij wordt geholpen door elfen, die de kerstcadeautjes voor hem maken.

In het tweede gedeelte moet je met een raar stemmetje zingen, omdat je dan net doet alsof je een elf bent, die graag de kerstman wil zijn.

Als ik toch de kerstman was, rode muts en rode jas.                   

Vloog ik in mijn arrenslee naar de Noordpool. Hupsakee.

Doe me na.  Doe me na. Ha ha ha. Ha ha ha.

Ho ho ho. Ho ho ho. Elke kerstman die doet zo.

 

Als ik toch de kerstman was, rode muts en rode jas.

Maar ik kan geen kerstman zijn. Veel te dun en veel te klein.

Doe me na.  Doe me na. Ha ha ha. Ha ha ha.

Ho ho ho. Ho ho ho. Elke kerstman die doet zo. 2x


 

Familietradities

OB-MB-BB-BBS- ML

Hier vind je een linkje naar een filmpje waarin Olav uit Frozen zingt over tradities:

Olav zingt over tradities: Die tijd van het jaar.

Bijna in elk land, in elke stad of dorp, in elke familie hebben mensen hun eigen tradities. Een traditie is een gebruik dat meestal al héél lang (soms zelfs meer dan 100 jaar) bij een bepaalde groep mensen hoort. Suikerfeest vieren, is bijvoorbeeld een gebruik dat bij de Islam hoort. Met Pasen eieren verstoppen, is voor veel mensen ook een traditie. Elkaar cadeautjes geven met Sinterklaas of Kerst is een traditie. Lang zal ze leven zingen, als iemand jarig is, is een traditie. En zo zijn er nog véél meer tradities.

Sommige families hebben hun eigen tradities gemaakt. Misschien is het in jullie familie wel traditie om met Oud- en nieuw geen oliebollen, maar pizza te eten. Of misschien is het bij jullie wel traditie om op tweede Kerstdag in je pyjama te lopen. Misschien is het wel traditie in jouw familie dat iemand die jarig is, mag kiezen wat er gegeten wordt.

Met Kerstmis zijn er veel tradities.:

  • Sommige mensen hebben een adventskalender. Elke dag mag er een deurtje open en dan zit er een chocolaadje achter het deurtje. Als alle deurtjes open zijn, is het Kerstmis.
  • Sommige mensen hebben een adventskrans. Vier weken voor Kerst mag de eerste kaars aan, drie weken voor Kerst de tweede, enzovoort. Als alle vier de kaarsen branden, wordt het Kerstmis.
  • Veel mensen zetten een Kerstboom neer met Kerstmis. Die versieren ze mooi.
  • Met Kerst leggen sommige mensen wat pakjes onder de boom.
  • Sommige mensen gaan in de Kerstnacht naar de nachtmis. Dat is een kerkdienst.
  • Veel mensen luisteren met Kerstmis naar speciale kerstmuziek, of zingen zelf kerstliedjes.
  • Sommige mensen sturen andere mensen een kerstkaartje. Of ze sturen een kerst-appje.

Alsjeblieft, dankjewel

OB-MB-OSO-SG

Dit liedje gaat over alsjeblieft en dankjewel zeggen.

Wanneer je iemand iets geeft, zeg je alsjeblieft. Als je iets van iemand krijgt, zeg je dankjewel. Dat is een soort afspraak van mensen. Als je je aan die afspraak houdt, ben je beleefd. Mensen houden niet van onbeleefd gedrag bij andere mensen.

Je doet dit niet alleen als je een cadeautje krijgt, maar ook als je iemand iets aangeeft, of als je iets aanpakt van iemand.

De ingezongen versie
De karaoke versie

Alsjeblieft. Dankjewel. Als iemand iets geeft.
Alsjeblieft. Dankjewel. Want dat is beleefd.

We gaan toneelspelen dat we een cadeautje krijgen. Eén iemand speelt dat hij een cadeautje in handen heeft, of een kopje thee. Die persoon geeft het en zegt “Alsjeblieft.” De persoon die het ontvangt neemt het aan en zegt: “Dank je wel!” Dan wisselen we de rollen om.

Je kan dit natuurlijk ook in een grote kring doen. Pak een nep cadeautje in en geef het door, terwijl je alsjeblieft en dankjewel zegt.

Wintermuziek.

OB-MB-BB-ML

Zelf iets maken

Kinderen van groep 1 tot en met 8 kunnen hier leren hoe ze zelf een kunstwerk kunnen bedenken en maken nadat ze geluisterd hebben naar muziek. Stuur je creatie naar brievenbus@kzing.tv. Je kan ook op de gele brievenbus hieronder drukken; dan kom je meteen bij het mailadres. Vraag of het mag van je ouders.


Meester Evan legt de opdracht uit. Volg de linkjes van boven naar beneden. Begin bij filmpje 1: Meester Evan zegt hallo.

Filmpje 1:

Filmpje 2:

Klik op het plaatje.

Luister naar de muziek van Einaudi. (1955) Klaaglied voor de polen. Luister zolang je kan. Leerlingen uit groep 7 en 8 kunnen het hele fragment wel beluisteren, denken wij.

Filmpje 3:

Meester Evan vertelt hoe hij iets bij het vorige muziekje verzon.

Hier zie je wat voorbeelden van kinderen van Jenaplanschool De Tandem en OBS De Flierefluiter. Een groot compliment voor de kunstenaars!

Filmpje 4:

Meester Evan legt jullie opdracht uit.

Hieronder staan nog wat meer voorbeelden van tekeningen die bij de muziek gemaakt zijn.

Filmpje 5:

Klik op het plaatje.

Luister naar “De winter”, een muziekstuk van Alexander Litvinovsky. Luister zolang je kan. Leerlingen uit groep 7 en 8 kunnen het hele fragment wel afluisteren, denken wij.

Filmpje 6:

Klik op het plaatje.

Luister naar een muziekstuk van Sergej Prokofiev, die ook Peter en de wolf maakte. Luister zolang je kan. Leerlingen uit groep 7 en 8 kunnen het hele fragment wel afluisteren, denken wij.

Wat stuurt de onderbouw ons?

Kies voor “De winter” of voor “Troika” en maak bij één van de twee muziekjes een eigen kunstwerk. Stuur dat naar ons toe.

Kies maar:

Een tekening

Een gedicht (het hoeft niet te rijmen)

Een verhaal van minstens 8 regels.

Een legowerk dat er bij past. (Daar kan je dan een foto van opsturen.)

Of een andere creatie.

In groep 1 en 2 mag een groot mens je helpen. Een tekening kan je zelf maken.

De onderbouw is daarna klaar en kan het werk opsturen.

Filmpje 7 voor de bovenbouw:

Meester Evan geeft de bovenbouw nog 2 extra opdrachten.

Wat stuurt de bovenbouw ons ?

De bovenbouw stuurt ons het eigen kunstwerk bij één van de twee muziekjes.

De bovenbouw schrijft in een goede zin op wat zij van de muziekjes vinden en waarom.

De bovenbouw schrijft op welke instrumenten ze gehoord hebben in de muziekjes.

De bovenbouw stuurt het eigen verhaal, gedicht of tekening en de vragen bij de opdrachten op naar brievenbus@kzing.tv? Je kan ook de gele brievenbus gebruiken.

Wie heeft nog energie over?

Extra opdracht voor wie nog niet genoeg heeft van de Kzingles: Wil je het gedicht van meester Evan uit je hoofd leren? Klik dan op deze link.

Een groot compliment voor alle kunstenaars!

In het museum van Kzing

Sint in de trein

OB-MB-BB

Lied: Sinterklaas gaat met de trein.

Meestal komt Sint met de stoomboot, maar soms gaat dat niet. Dan moet Sint een ander vervoermiddel kiezen. De trein bijvoorbeeld.

Mensen die in de onderbouw zitten, kunnen het refrein mee zingen. Bij een Sinterklaasfeest kan dit lied gezongen worden.

Bij het refrein kun je dan in polonaise gaan lopen. Dat betekent: allemaal achter elkaar. Normaal doe je dan de handen op elkaars schouders. In dit geval houdt iedereen de handen naast zijn lijf. De hele sliert kinderen doet alsof ze een trein zijn. Met de armen kun je dan net doen alsof je de wielen van de trein nabootst.

Sinterklaas gaat met de trein.

Sinterklaas staat op de kade; kijkt verschrikt, de lucht is zwart.

En het blijft maar stormen, stormen. Windkracht 20 is te hard.

Hoe moet hij in Holland komen? Hij moet er 5 december zijn.

Dan opeens heeft hij besloten: “Sinterklaas gaat met de trein!”

1e REFREIN:

Sinterklaas gaat met de trein.

(tjoeke tjoeke, tjoeke tjoeke, honderdduizend prentenboeken)

Zal hij er de 5e zijn?

(tjoeke tjoeke, tjoeke tjoeke, tjonge wat een taaie koeken!)

Niet met het vliegtuig, niet met de boot.

’t Is te gevaarlijk, het risico te groot.

Sinterklaas gaat met de trein.

Help die gorte pakken pakken; sjouw ze maar naar het station.

Games en barbies gaan logeren in de goederenwagon.

Sint, z’n staf, z’n paard, z’n mijter, op spoor 5 daar moet je zijn.

Intercity Spanje-Holland.

Sinterklaas gaat met de trein.

2e REFREIN

Sinterklaas gaat met de trein.

(tjoeke tjoeke, tjoeke tjoeke, zoek maar goed in alle hoeken!)

Zal hij er de 5e zijn?

(Tjoeke tjoeke, tjoeke, tjoeke tjoeke heel hard zingen en niet vloeken)

Niet met het vliegtuig. Niet met de boot.

t’ is te gevaarlijk, het risico te groot.

Sinterklaas gaat met de trein.

Tjoeke-tjoek, de trein gaat rijden. Tjoeke-tjoek, de trein rijdt door.

Langs de sinaasappelbomen, helemaal naar Holland’s spoor.

Alle mensen komen kijken, omdat ze er bijna zijn.

Zwaaien, zwaaien, jongens, zwaaien!

Sinterklaas komt met de trein.

1e REFREIN.

2e REFREIN

Stap in de trein met Sint dit jaar;

Allemaal aan boord en dan: rijen maar…

1e REFREIN.

Sinterklaas klassiek 2

OB-MB-BB-ML

Het is weer bijna St. Nicolaas. Dan zingen we alle bekende Sinterklaasliedjes weer. Soms wordt de tekst wat aangepast, omdat de woorden wel héél ouderwets zijn.

De melodietjes van deze Sinterklaasliedjes zijn niet altijd speciaal bedacht voor die woorden. Vaak zijn er woorden gemaakt op muziek van klassieke componisten.

De Duitse componist Schumann (1810-1856) leefde in de 19e eeuw. Hij maakte muziek die toen in was. Die periode in de klassieke muziek heet “De Romantiek”

Schumann schreef mooie pianomuziek, ook speciaal voor kinderen. Hij heeft er een boek vol van geschreven. Eén van zijn nummers heet De vrolijke landman. Het gaat over een vrolijke boer die op het land werkt.

Wij gebruiken zijn melodie voor een Sinterklaasliedje. Luister maar eens. Weet je welk liedje het is? De oplossing staat in het filmpje ernaast of in het filmpje hieronder.

Hij komt, hij komt, gezongen door Monique Smit

Er zijn ook klassieke componisten geweest die speciaal voor het Sinterklaasfeest muziek componeerden. De Oostenrijkse componist Haydn schreef de Missa Sancti Nicolai en de Engelse componist Benjamin Britten schreef in 1948 de Sint Nicolaas cantate. Als je er interesse in hebt, kun je die muziek opzoeken op You Tube.

Sint op het witte paard

OB-MB-BB-ML

c d e

Voor dit Sinterklaasliedje heb je maar een paar toetsen, klankstaven of boomwhackers nodig: c, d,e en f. Zet je duim op c. Toch is het best een lastig liedje… Het ritme versnelt namelijk bij “op het”… Dan zitten er ineens 2 lettergrepen op 1 tel. Die moeten de tel samen delen… dus die woorden gaan wat sneller…

Welk liedje is dit?

OB-MB-BB-ML

Je gebruikt c d e f g a

Dit bekende liedje kan je spelen op toetsen, metallofoons of boomwhackers, maar dan moet je eerst wel even uitzoeken welk liedje het is.

De melodie kan over verschillende spelers verdeeld worden, maar je kan de melodie ook in je eentje op toetsen spelen, of op de klankstaven van een metallofoon.

Aan het vormpje kan je zien hoe lang een klank moet duren. Een bolletje duurt 1 tel. Je gebruikt niet alleen maar klanken die 1 tel duren. Er zijn ook klanken van een 2 tellen bij. Die ovaaltjes klinken dus langer door. Je zegt dan: ze duren langer. Probeer daar goed op te letten.

Sint Maartenliedje

OB-MB-BB-OBS-BBS

Ben je op zoek naar een nieuw Sint Maartenliedje? Misschien is dit liedje van Kzing iets voor je. Het is niet te kort en niet te lang. Je kan het ook in de klas zingen. Dan is het leuk om er ritme-instrumenten bij te gebruiken. Jullie kunnen ook als een drumband door een zaal lopen, terwijl jullie het lied zingen. Probeer dan in de maat te lopen!

De karaoke versie
 

‘k Moet door de straten gaan.
Overal daar bel ik aan.
Als uw deur maar opengaat,
ook al is het best wel laat.
Ik zing een lied voor u.
Luister maar, dat doe ik nu.
En vindt u mijn lied oké,
geef mij dan een snoepje mee!

Wat vind jij het lekkerste om te krijgen, als Sint Maarten traktatie? Vind je dat mensen ook gezonde dingen moeten/kunnen uitdelen? Wat krijg jij liever? Maak een tekening van je favoriete Sint Maarten traktatie.

Een stoomboot…

OB-MB-BB

Lied: er is een stoomboot aangekomen

Dit is een traditioneel Sinterklaasliedje, dat de meeste mensen wel kennen. We hebben het daarom niet voor jullie ingezongen. . Maar sommige woorden van het liedje waren een beetje ouderwets. Daar hebben we bij Kzing andere woorden voor bedacht. Nu is het weer een Sinterklaasliedje dat leuk is om te zingen!

Sinterklaas komt trouwens tegenwoordig niet altijd met de boot. We hebben er daarom ook woorden op gemaakt voor als Sint met de trein komt.

Er is een stoomboot aangekomen, al over de grote zee.
Daar is de Sint mee aangekomen. De pieten kwamen mee.
En het hele schip is volgeladen; ‘k denk dat er wel duizend pakjes zijn.
Die zitten allemaal vol speelgoed en snoepjes voor groot en klein.

Er is een stoomtrein aangekomen, al over het lange spoor.
Daar is de Sint mee aangekomen. De trein reed lekker door.
De wagonnen meer dan volgeladen; ‘k denk dat er wel duizend pakjes zijn.
Die zitten allemaal vol speelgoed en snoepjes voor groot en klein.

Dakpiet

MB-BB

Dit liedje gaat over een dakpiet die pakjes rond brengt. Dat heet een pakjespiet. Het is een meisje en ze houdt ervan om helemaal in haar eentje op het dak te zijn. Lekker rustig!

In de zwarte nacht daar loopt een pakjespiet.
Maar jij hebt de gordijnen dicht; je ziet haar niet.
Het regent maar zij let niet op de “herrufstkou”
Ze brengt alle cadeautjes toe naar mij en jou.

Jij ligt al te slapen in je warme bed.
Je droomt van Sinterklaas; je hebt je schoen gezet.
Dus klimt piet door een schoorsteen doet ze extra zacht,
want anders word je wakker, midden in de nacht.

Refr:

En de nacht is van Piet alleen.
Duisternis en stilte, even niemand om je heen.
Lekker in je eentje, zonder mensen, echt niet een,
Met je zak op het dak.
Duisternis en stilte etc.

Lig je in je bed, hoor jij een raar geluid?
Kom, draai je lekker om en ga je bed niet uit!
Ga echt niet stiekem kijken, want dat wil zij niet.
De nacht die is alleen van haar, van Pakjespiet.

Een kind begrijpt dat Piet gewoon gelukkig is,
wanneer de maan weer oplicht in de duisternis.
Want alles is dan rustig en bedaard en stil,
precies zoals een pakjespiet het hebben wil.

Want de nacht is van Piet alleen. Etc.

Want de nacht is van Piet alleen.
Duisternis en stilte, even niemand om je heen.
Lekker in je eentje, zonder mensen, echt niet een,
met je zak op het dak.
Duisternis en stilte, even niemand om je heen.
Lekker in je eentje, zonder mensen, echt niet 1,
lekker in je uppie, lekker helemaal alleen,
met je zak op het dak.

Hier vind je de karaoke versie van het liedje:

Weeetjes 5: transponeren

We kunnen een liedje op elke toon laten beginnen. Het verplaatsen van liedjes heet transponeren. Dat is handig als je met andere mensen samen wil spelen. Stel je voor dat een zangeres zegt “Ik kan die hoge tonen niet zingen.” Dan zet je gewoon het hele stukje omlaag.

Weetjes 3: omhoog en omlaag op allerlei manieren

Weetjes 3 van de kleurlijn gaat over omhoog en omlaag. Welke kant gaan we op? En doen we dat in stapjes of in sprongetjes? Een sprongetje is het als je een stapje overslaat.

In boek 4 van de kleurlijn laten we niet meer zien of iets omhoog en omlaag gaat. Je moet de kleurtjes net zo lezen als een boek:

1. De toonladder op c omhoog en omlaag

Het liedje hieronder staat in een 4-telsmaat. Je speelt van de lage c, stap voor stap, naar de hogere c. Dat noem je een toonladder. De toonladder op/ van c.

OB-MB-BB-ML Een liedje waarin je de toonladder van c leert spelen; omhoog én omlaag

.

Ladder op en af

c d e

  • We gebruiken c, d en e.
  • Rechts: Je duim (je eerste vinger) staat op c, je wijsvinger (de tweede vinger) staat op d en je middelvinger van rechts (je derde vinger) staat op e.
  • Links: Je kan het liedje ook met je linkerhand spelen. Zet dan je middelvinger op c, je wijsvinger op d en je duim op e.
  • Zet nu allebei je duimen op c en speel het liedje “in spiegelbeeld”. Als je rechts omhoog gaat, ga je links omlaag.

c

d

e

’t Schip moet zeilen

Je kan dit liedje spelen, zingen en dansen. Laten we er eerst eens naar luisteren.

Dit is een karaoke versie van het liedje. Daar kan je zelf bij zingen en dansen.

’t Schip moet zeilen. Scheepje ligt aan wal.
’t Schip moet zeilen. Scheepje ligt aan wal.
We zeilen ja, we zeilen ja, van 1 2 3.
We zeilen ja, we zeilen ja, van 1 2 3.
En alle scheepjes zeilen ja, van 1 2 3

We kunnen het lied ook op toetsen of boomwhackers spelen

  • Weer een toon meer: c d e en f
  • Rechts: 4 3 2 1
  • Links: 1 2 3 4
  • Als je beide handen apart hebt geoefend, probeer het dan eens samen

Zo kan je het beginnetje spelen:

Marcheren.. een mars…

OB-MB-BBS

Weet je wat marsmuziek is? Dat is muziek waarop mensen kunnen marcheren. Marcheren is: in de maat lopen. Je hebt het misschien wel eens gezien van soldaten. Ze lopen in de maat en soms roepen ze erbij: links, rechts, links, rechts. Dat klopt, want je hebt een linkerbeen en een rechterbeen. Je hoort dan dus een 2-telsmaat. Je kan ook tellen: 1, 2, 1, 2, 1, 2…. Tel 1 klinkt iets sterker.

Samen marcheren

Om samen als soldaten te kunnen marcheren, moet je goed kunnen samenwerken. Misschien kunnen jullie dat eens met jullie groep proberen. Lukt het om niet tegen elkaar aan te botsen? Je moet de ruimte dan goed gebruiken.

Kijk maar eens naar het filmpje van Disney. Mowgli komt de kleine olifant Hathi juniortegen. Die marcheert mee met de grote olifanten.

Uit Het Junglebook
  • Kan je de maat meeklappen?
  • En kan je dan op je eigen plek mee stampen?
  • Daarna kan meester of juf door een zaal marcheren. Telkens tikt hij of zij iemand aan. Die mag dan mee marcheren.
  • Misschien mag je er wel Orff instrumenten bij gebruiken.
  • Ken je alle namen van de instrumenten? Weet je hoe je ze moet bespelen?

Over olifanten

Misschien denk je dat het een grapje is dat olifanten marcheren, maar in het echte leven trekken olifanten er ook soms op uit.

In 2021 heeft een groep van vijftien olifanten die in een natuurreservaat in China woonden, besloten dat het tijd was om op reis te gaan. Ze zijn meer dan een jaar aan de wandel geweest. Ze trokken door bossen en over bergen. Als het nodig was, zwommen ze zelfs rivieren over. Soms kwamen ze zelfs in dorpen.

Mensen hebben geprobeerd ervoor te zorgen dat ze geen ongelukken veroorzaakten. Ze lieten voedsel achter op wegen waar de olifanten geen schade konden aanrichten. Daar Het zijn er vijftien – vooral volwassen zwaargewichten plus drie jonkies – en het zijn onderhand vedettes geworden in de Chinese media.

Mensen hebben de olifanten zo lang laten lopen, omdat wetenschappers dan konden bestuderen waarom de olifanten aan het verhuizen waren. Als ze hen verdoofd hadden en teruggebracht naar het reservaat, waren de olifanten waarschijnlijk wéér aan de wandel gegaan.

De dieren moeten een reden gehad hebben om op reis te gaan. Waarschijnlijk voelden ze zich niet thuis in het gebied, of ze voelden zich bedreigd.

Wil je zelf ook eens marcheren? Doe dat dan eens op deze muziek.

De showband OB-MB

Jingle bells: c d e f g

OB-MB-BB-ML

Dit bekende kerstliedje kan je ook op toetsen, metallofoons of boomwhackers spelen.

Het is een Amerikaans liedje, dus we hebben echte Amerikaanse uitvoeringen voor jullie gezocht, waar jullie naar kunnen luisteren, voordat jullie het zelf gaan spelen.

Croonen betekent “kreunen, kermen, klagen”. Een crooner is een zanger (meestal een man) die heel ontspannen en lief zingt. Hij zingt met een zachte, lage stem en probeert een sentimenteel sfeertje op te roepen.

We gaan het lied ook spelen. De melodie kan over verschillende spelers verdeeld worden.

Begeleiders krijgen ieder 2 boomwhackers

Speler 1:

donkerblauwe en

1 donkergroene

Twee personen spelen de middelste partij:

Speler 2

geel en

groen,

Speler 3:

ook geel

maar ook roze

Degene die de onderste partij speelt (speler 4)

rood

en oranje

Je kan dit liedje ook leren van een synthesia op YouTube. Klik op de link hiernaast.

Jingle bells is één van de bekendste niet gelovige kerstliedjes ter wereld. Eigenlijk heet het liedje “One horse open sleigh”. Het is in 1857 al geschreven door de Amerikaan James pierpont. Hij leefde van 1822 tot 1893. Eigenlijk was het niet eens een kerstliedje. Het werd voor Thanksgiving geschreven.

Thanksgiving is een feestdag in (onder andere) de Verenigde Staten van Amerika. Ze vieren dan de goede oogst. Ze eten speciaal eten en reizen ver om het met familie te kunnen vieren. Het is ook het begin van de kerstperiode.

Voor oudere leerlingen die er iets meer over willen weten

Het liedje kwam in 2017 onder vuur te liggen.(Mevr. Kyna Hamill (een wetenschapper) deed onderzoek. Er was namelijk ruzie tussen twee plaatsen: Medford in Massachusetts en Savannah in Georgia. Die plaatsen dachten allebei dat het lied bij hen geschreven was. Mevr. Hamill ging onderzoeken wie er gelijk had.

Ze kwam er toen achter dat het liedje voor het eerst werd opgevoerd tijdens een “minstrel show” in de Ordway Hall van Boston. September 1857.

Een minstrel show is een soort kunst van lang geleden, die nu niet meer geaccepteerd is. In die tijd waren er namelijk witte zangers die shows maakten waarin ze grapjes maakten over mensen van kleur, met name de Afro-Amerikanen. Ze schminkten zichzelf zwart en speelden een rol als iemand van kleur. Ze deden net alsof deze mensen heel dom waren en lachten om het feit dat deze mensen tot slaaf gemaakt waren. Eigenlijk is het lied dus gebruikt in een heel racistische show. Deze shows mogen natuurlijk tegenwoordig niet meer op de planken gebracht worden.

James Pierpont schreef het lied omdat hij dringend werk nodig had. In die tijd waren de minstrelshows heel populair en hij dacht dat hij op die manier wel succes zou hebben.

Toen die mevrouw dit verhaal publiceerde, waren de Amerikaanse mensen niet blij met haar. Ze zeiden dat het lied helemaal niet racistisch was en dat Mevr. Hamill kerstmis wilde verpesten voor de kinderen.

Mevr. Hamill zei dat ze niet zei dat het lied racistisch was, maar dat het een racistische oorsprong had. Toch ontving zij heel veel haatmails. Het liedje wordt nog steeds heel veel gecoverd, door mensen van elke kleur. Gelukkig zingt niemand dit lied tegenwoordig met racistische bedoelingen!

Vakantie-heimwee

MB-BB-BBS

De scholen gaan weer beginnen. Vaak is het dan nog heel mooi weer buiten. Je denkt met heimwee terug aan alle vrijheid die je had. Hier zie je een liedje dat daarover gaat. Er hoort ook een dansje bij. Kijk maar eens.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Had ik maar vakantie, maar dat heb ik niet.
Ik moet weer naar school, helaas, tot mijn verdriet.
Wat jammer. Wat jammer. Wat jammer!
Optellen en delen. Wat kan mij dat schelen?
‘k Mag niet buiten spelen…..
Wat jammer.

Ik zit in de klas, maar ik val haast in slaap.
Juf zegt: “Let eens op!” precies terwijl ik gaap.

Zonlicht door de ramen. Wat heb ik eraan?
Ik maak stomme sommen. ‘k Wil naar buiten gaan.
Wat jammer. Wat jammer. Wat jammer!
Ik moet leren spellen. Dat is met twee ellen.
Ja, dat weet ik wel en…
Wat jammer, wat jammer, wat jammer!

 

Hieronder staat de karaokeversie

1. Toetsen en tonen

Toetsinstrumenten zijn muziekinstrumenten waar geluid uitkomt, als je op een toets drukt. Op een toetsenbord van een piano, orgel, melodica of keyboard, zie je toetsen. Dat zijn die witte en zwarte indruk-dingen. Alle toetsen samen noem je het toetsenbord. Een ander woord hiervoor is klavier.

  • Soms noemen mensen die witte en zwarte dingen de noten. Maar dat is niet het goede woord. Dit zijn toetsen.
  • Noten zijn bolletjes die op notenbalken staan. Ze vertellen welke toon er moet klinken.
  • Je hebt ook tonen. Tonen zijn klanken, die klinken. Tonen zijn trouwens niet zomaar klanken… tonen zijn klanken op een speciale toonhoogte.

Iedere toets heeft een naam. We gebruiken de namen van letters daarvoor. Zelf hebben wij iedere naam een eigen kleur gegeven. We gebruiken daarvoor de kleuren van de boomwhackers.

Mocht je die namen en kleuren niet weten, klik dan hier.

We zullen wat voorbeelden van toetsinstrumenten geven:

Toch wordt het geluid bij deze drie instrumenten niet op dezelfde manier gemaakt.

  • Bij de melodica moet je lucht blazen.
  • Een keyboard wordt elektronisch aangestuurd.
  • Toch zijn het allemaal toetsinstrumenten. In het onderstaande filmpje laat ik ze zien.

Voor wie het leuk vindt: een onderzoek

Als jullie op school ook een toetsinstrument hebben, kunnen jullie de toetsen tellen.

  • Hoeveel witte toetsen heeft jouw instrument?
  • Hoeveel zwarte toetsen heeft jouw instrument?
  • Hoeveel toetsen heeft jouw instrument in het totaal? Schrijf het aantal in cijfers op.

Iets meer over de piano

Bij de piano slaat een hamer tegen een snaar. Piano is eigenlijk maar de helft van de naam van het instrument. Een piano heet eigenlijk een piano-forte. Dat woord bestaat uit twee Italiaanse woorden: piano… dat betekent zacht en forte, dat betekent sterk.

Wist je trouwens dat we iets in de muziek niet hard noemen, maar sterk? Dus in de muziek is het tegenovergestelde van zacht, sterk… Het is gewoon een ander woord voor hard, maar het is nu eenmaal zo afgesproken. Een piano heet in het Nederlands dus een zacht-sterk. Dat lijkt een gekke naam, maar de piano was het eerste toetseninstrument waarop mensen zachter en sterker konden spelen.

Dynamiek

Het verschil tussen zacht en sterk noem je de dynamiek van muziek. Hier vind je een oefening met dynamiek

Pannenkoeken

OB-MB

Dit lied gaat over Pannenkoeken. Als je naar het filmpje kijkt, kan je ook zien welk dansje je erbij kan doen.

Pannenkoeken zijn erg lekker. Weet jij hoe je pannenkoeken bakt? Welke ingrediënten heb je ervoor nodig?

Je kan hartige en zoete pannenkoeken eten. Wie kan uitleggen wat het woord “hartig” betekent. Welke hartige pannenkoeken eet jij wel eens? En als je zoete pannenkoeken eet, wat doe je er dan op?

Vind jij pannenkoeken gezond eten, of niet?

Mama, ik ben op dieet.

Weet je wat ik voortaan eet?

Pannenkoeken. Is dat goed?

Lekker hartig of lekker zoet.

Pannenkoek met spek. Pannekoek met kaas.

Pannenkoek met suiker, maar dan zit ik vol, helaas.

Hieronder vind je de karaokeversie

Hieronder vind je het recept voor pannenkoeken:

De ingrediënten:

  • 2 eieren
  • 250 gr bloem
  • 500 ml melk
  • snufje zout
  • boter of margarine om in te bakken
  • sommige mensen doen ook een heel klein beetje suiker in het beslag van zoete pannenkoeken, maar suiker is niet zo gezond voor je. Je kan het prima weglaten.

Meng de eieren, de bloem, melk en een snufje zout tot een super glad beslag.

Als alle klontjes zijn verdwenen, kunnen de pannenkoeken gebakken worden.

Verwarm een beetje boter of margarine in een pan.

Wacht even totdat de pan goed warm is, en verdeel dan met bijvoorbeeld een soeplepel wat beslag in het midden van de pan.

Beweeg je pan een beetje heen en weer zodat het beslag over de hele pan verdeeld is.

Bak de pannenkoek ongeveer 2-3 minuten totdat de bovenkant droog is.

Draai de pannenkoek om en bak de pannenkoek nog ongeveer 1-2 minuten aan de andere kant.

Schrik niet als de eerste pannenkoek mislukt. Dat gebeurt zelfs bij ervaren koekenbakkers. Als je pan heter is, zal het beter gaan!

Als je beslag klaar is, kan je er ook fijngesneden uitjes en geraspte aardappel doorheen doen. Als je dat beslag bakt, krijg je aardappelpannenkoekjes. Vlak voordat ze klaar zijn, kan je daar ook wat kaas op laten smelten.

Weet je wat je ook op een pannenkoek kan doen?

  • kaas
  • ham
  • ham en kaas
  • spek
  • stroop
  • chocoladepasta
  • jam
  • (poeder)suiker en kaneel
  • plakjes banaan en chocoladepasta
  • aardbeien en ijs

Smakelijk eten!

Sporten

OB-MB

We gaan lekker even sporten… nou ja… acteren alsof we sporten, natuurlijk.

Het is tijd voor een bewegingstussendoortje van Cooking Class. Dan bewegen we wel lekker een minuut of 2! Dat is fijn als je al een hele tijd hebt moeten stilzitten.

Cooking Class heeft héél veel leuke bewegingstussendoortjes. Kijk maar eens op hun YouTubekanaal.

De leerlingen in de klas van meester Evan genieten er altijd heel erg van.

Niet verliefd..

OB-MB-BB

De middenbouw en bovenbouw kunnen het helemaal zingen. De onderbouw kan het refrein leren.

Dit liedje is voor alle mensen die heel blij zijn met hun goede vrienden.


Wat heb je lieve ogen!
Echt meteen toen ik je zag
dacht ik: die vind ik aardig.
En je hebt zo’n lieve lach.

Ben niet verliefd, maar ik vind je leuk.
Ben niet verliefd, maar ik vind je leuk.
Ben niet verliefd, maar ik vind het fijn,
om jouw vriend te zijn.

Alles is samen leuker.
Ik wil jou echt nooit meer kwijt.
Wat anderen ook zeggen….
wij zijn vrienden voor altijd

refrein

Hieronder staat de karaokeversie, zonder enige stem

Hieronder staat de karaokeversie met tweede en derde stem

Dit liedje gaat over vriendschap.

Vrienden zijn is wat anders dan collega’s zijn. Collega’s werken op een prettige manier samen. Maar vriendschap gaat verder.

Soms kan je het heel goed vinden met iemand en vind je het ook leuk om buiten school of werk met elkaar om te gaan. Misschien heb je dezelfde interesses, of misschien kan je samen veel lachen.. Misschien vind je het juist leuk dat iemand zo anders is dan jij.

Vrienden zijn is ook anders dan verliefd zijn. Maar echte vrienden zijn wel heel trouw aan elkaar. Ze lachen elkaar niet uit, pesten niet, helpen elkaar en staan voor elkaar klaar.

Echte vriendschappen kunnen heel lang duren. Vaak nog langer dan verliefdheden.

Heb jij echte vrienden? Hoe word je eigenlijk vrienden met elkaar?

Zomernachtstuk, Yiruma

OB-MB-BB-ML

Luister naar een muziekstuk van de Koreaanse componist Yiruma. Dit is zijn artiestennaam, eigenlijk heet hij Lee Ru-Ma. Deze Koreaanse componist en pianist is wereldberoemd. Mensen vinden zijn muziek vaak rustgevend en romantisch. Luister er zelf maar eens naar en bedenk dan maar of je het met die omschrijving eens bent.

Nocturne 1 in c
Zomernocturne
luisteren
OB-MB-BB-ML

Kent iemand dit stuk? Op welk instrument wordt deze muziek gespeeld? Waar gaat het over denk je? Heb je al meer van Yiruma gehoord?

Welke woorden zouden jullie voor deze muziek gebruiken? Kun je een tekening, of een gedicht maken bij deze muziek?

Yiruma is dan wel een eigentijdse componist, maar hij componeert zoals de klassieke componisten dat deden. Hij schrijft veel voor piano.

Het stuk heet Zomernachtstuk. Het woord nocturne, betekent stuk voor de nacht. En nummer 1, omdat het de eerste nocturne van deze componist is. Waarom zou het “Zomernachtsctuk” heten?

Toen Yiruma jong was, leerde hij in Korea pianospelen. In 1988 verhuisde hij naar Engeland. Hij eeft en componeert nog steeds. Veel piano- en keyboardleerlingen spelen zijn muziek graag. Soms leren ze dat via een synthesia en er is ook veel bladmuziek te vinden van zijn stukken.

Gratis bladmuziek van dit stuk

Zou je er tegen kunnen als deze muziek als achtergrondmuziek zou klinken?

Hiernaat vind je een ander stuk van Yiruma.

Rits, roets…

OB-MB-OBS

Dit is een herfstliedje van Kzing over een eekhoorntje dat nootjes zoekt. Zo legt het beestje in de herfst een voorraad aan, zodat het in de winter geen honger heeft.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Rits roets door de takken,
zie je alle eekhoorns gaan.
Zoeken, zoeken, zoeken naar nootjes,
want de winter komt eraan.

Wind waait door het bos.
Regen op het mos.
Maar al is het fris,
kijk, hoe druk hij is.
Als je in de herfst niet je best doet,
heb je honger als het winter is.

Rits roets door de takken,
zie je alle eekhoorns gaan.
Zoeken, zoeken, zoeken naar nootjes,
want de winter komt eraan.

Rits roets door de takken,
zie je alle eekhoorns gaan.
Zoeken, zoeken, zoeken naar nootjes,
want de winter komt eraan.

Hier vind je een filmpje op You Tube, waarin je een eekhoorn in actie kan zien.

Verwerking

Iedere leerling krijgt aan het begin van de les een tekenblad en moet dat in tweeën vouwen.

Voordat het liedje gezongen wordt, kan je leerlingen vragen om te tekenen hoe zij denken dat een eekhoorn eruitziet.

Daarna bekijk je het filmpje van de eekhoorn en mogen de leerlingen het diertje opnieuw tekenen. Wat zijn de verschillen?

Er zijn allerlei boekjes over eekhoorns. Voor elke leeftijd is er wel iets te vinden. In de onderbouw kunnen leerkrachten bijvoorbeeld het boekje Twee vechtende eekhoorntjes voorlezen.

Troika

OB-MB-BB-ML

Sergej Prokofiev 1891-1953

Troika is een muziekstuk van meneer Sergej Sergejovitsj Prokofiev. 1891- 1953 Sommige mensen schrijven: Prokofjev.

Misschien vind je het genoeg om te weten dat een troika een slee uit Rusland was.

Kun je in de muziek horen dat het om een slee gaat?

Kun je horen dat de muziek uit Rusland komt?

Ken je instrumenten die op het filmpje te zien en te horen zijn?

Wat vind je van de muziek en waarom?

Misschien vind je het leuk om meer te leren over dit muziekstuk en de componist die het gemaakt heeft. Dan kun je lezen wat hieronder staat.

Het woord troika betekent drietal. In dit muziekstuk is het een rijtuig of een slee die getrokken werd door drie paarden. Omdat het in Rusland in sommige gebieden ijskoud is, was het vaak een slee.

Het middelste paard loopt in draf en is aangespannen. De andere twee die erbuiten zijn, galopperen. Er gaan twee teugels naar het middenpaard en twee naar de buitenkant van de zijpaarden.

Dit vervoermiddel werd veel gebruikt in Rusland. Eerst voor postkoetsen. Later gebruikte iedereen het en nog later werden er wedstrijdjes mee gehouden.

De regering van de Sovjet-Unie dwong Prokofiev soms om muziek te maken waarin hij liet horen hoe geweldig hun land was. Dat vond hij niet altijd leuk. Ook dit muziekstuk ontstond zo. Het hoort bij de filmmuziek voor de film Luitenant Kijé.

Sergej kreeg in 1933 de opdracht om filmmuziek te schrijven over een soldaat, Luitenant Kijé. Misschien is het verhaal echt gebeurd… Door een foutje in de papieren werd een niet bestaande soldaat bevorderd tot luitenant en later tot generaal. Hij bestond niet, maar leidde een leger, trouwde met een prinses. Toen wilde de tsaar (de hoogste baas) deze bijzondere man ontmoeten. Maar die bestond natuurlijk niet, dus ging hij zogenaamd dood. Niemand wilde dat de tsaar erachter kwam.

Dit muziekstuk gaat dus over een sleetocht in de film, in een troika.

Troika, van Sergej Prokofiev

Wat vind je van de muziek? En waarom vind je dat?

Herken je muziekinstrumenten in de muziek?

Sergej werd geboren op een landgoed in de Oekraïne. Zijn moeder nam hem vaak mee naar de opera. Zo kreeg hij liefde voor de muziek. Hij ging dan ook naar het conservatorium van Sint-Petersburg. Hij had les van beroemde componisten zoals Rimski-Korsakov en Ljadov. Hij werd een pianist en dirigent.

In 1918 vluchtte hij naar de Verenigde Stagen, maar daar woonde al een andere Russische componist, Rachmaninov en die vonden de mensen daar beter. Toen ging hij maar naar Parijs. In Parijs zat een anderee Russische componist die in de weg : Stravinsky.

Zo kwam hij in 1927 terug in de sovjet-Unie. De regering daar haalde hem over om daar te blijven. Dat klinkt wel leuk, maar in die tijd was die regering erg gericht op hun eigen land en de manier waarop er daar geregeerd werd: het communisme.

Prokofiev overleed in 1953. En zelfs op de dag van zijn overlijden had hij last van een ander bekend iemand… de politicus Stalin. Die overleed op dezelfde dag. En toen kon het lichaam van Prokofiev niet eens het huis uit om begraven te worden.

Een heel bekend muziekstuk van Prokofiev is het sprookje Peter en de wolf. Maar hij schreef veel meer. Pianoconcerten, vioolconrten, symfonieën, opera’s. Hij schreef balletmuziek voor Romeo en Julia, filmmuziek voor de film Alexander Nevski…

De muziek van Prokofiev hoort bij de stroming Tonaal modern. Sergej was niet echt een vernieuwende componist. Hij maakte muziek zoals veel klassieke componisten dat voor hem hadden gedaan. Af en toe hoor je wel dat zijn muziek niet echt klassiek is, door de manier waarop hij samenklanken (harmonie) gebruikt en de manier waarop hij dissonanten (“valse” klanken) gebruikt. Maar meestal klinkt zijn muziek toch herkenbaar, net als de klassieke muziek.

Te laat voor school

OB-MB

Kijk eens naar dit filmpje. Wat gebeurt erin? Het wordt gezongen in een andere taal. Welke taal is dat? Kan je al woorden verstaan? Hoe kan het dat je dit verhaaltje begrijpt, ook als je de woorden niet verstaat?

Hurry to school (alleen het eerste nummer kijken)

Wat betekent hurry?

Wat betekent: “I can’t find it.”

Wat betekent: “We are late?”

Was is het Engelse woord voor jurk?

Wat is het Engelse woord voor lunch. ( 🙂 )

Wat zou de “fridge” zijn? En wat is “the kitchen” ?

Welke andere dingen vergeet het meisje en wat zijn de Engelse woorden daarvoor?

Gebeurt dit ook wel eens bij jullie thuis?

Kinderdisco

OB-MB

Ga je wel eens naar de kinderdisco om jemoves te laten zien? Je kan nu natuurlijk wel een stapje verder gaan dan bouncen. We doen er een stap-tik pas bij. Je stapt naar rechts, tikt je voet aan en dan doe je hetzelfde links.

Yeah, ik ga naar de kinderdisco      (Springen met armen in de lucht) 
Stap en tik en één en twee    (Stap en tik, heen en weer) 
Yeah, ik ga naar de kinderdisco  (Springen met armen in de lucht) 
Bounce en bounce en doe maar mee.  (Bouncen) 
Blijf niet zitten op je stoel.  (Dansen als een Teletubbie. Armen in de lucht. Rondje)
Wie kan dansen, die is cool.  (Alsof je rapt) 
Alle voetjes van de vloer!   (Dansen als een Teletubbie. Armen in de lucht. Rondje.) 
Dansen dat is reuze stoer.  (Alsof je rapt) 
Yeah, ik ga naar de kinderdisco (bewegingen vanaf hier hetzelfde) 
Stap en tik en één en twee
Yeah, ik ga naar de kinderdisco
Bounce en bounce en doe maar mee.
Blijf niet zitten op je stoel. Wie kan dansen, die is cool.
Alle voetjes van de vloer! Dansen dat is reuze stoer.
Yeah, ik ga naar de kinderdisco. Stap en tik en één en twee.
Yeah, ik ga naar de kinderdisco. Bounce en bounce en doe maar mee.
Doe maar mee. Doe maar mee.

Madurodam

OB-OBS-SG

Dit liedje gaat over een schoolreisje naar Madurodam. De leerlingen die het hier zingen en rappen, zitten nu al op de middelbare school. Misschien kunnen jullie met het filmpje meezingen, meerappen en meedansen?

Wij gaan naar Madurodam. Wij gaan naar Madurodam. 2x
Daar voel ik me reuze blij. Niets is daar te groot voor mij.
Ben je mini piep of klein, wil je daar het liefste zijn!
Wij gaan naar Madurodam. Wij gaan naar Madurodam.

Over Madurodam

Madurodam is te vinden in Den Haag. Het is een soort pretpark, waar allerlei gebouwen van Nederland in het klein te vinden zijn. In Madurodam kan je zien hoe Nederland er in het klein uitziet. Zelf ben je dan natuurlijk veel groter. Het park is genoemd naar meneer George Maduro, uit Curacao. Hij overleed in een concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog. Zijn ouders gaven geld, zodat er een monument voor hun zoon werd opgericht. Dat monument is Madurodam. Wie is er wel eens geweest?