Dwarrelen

OB-MB-OBS

Een bewegingsliedje over de blaadjes die in de herfst van de boom vallen. we zeggen dan dat de blaadjes dwarrelen. We kunnen zelf ook “dwarrelen” op de muziek. Natuurlijk kunnen we ook mooie kunstwerken maken van blaadjes.

Kijk wat er gebeurt: ieder blad verkleurt.
Ieder blad laat los en valt op het mos.
Alle blaadjes dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen;
herfst in het bos!

Het is herfst

Dit liedje gaat over de herfst. Als het herfst is, vallen de blaadjes van de bomen. De grond wordt bedekt met een kleurige deken. Welke kleuren hebben de blaadjes eigenlijk? Hangt het van de boom af welke kleur ze krijgen? En waarom laten de bomen hun blaadjes vallen?

Allemaal heel goede onderzoeksvragen. Hoe komen we achter de antwoorden?

Bewegen

We kunnen ook acteren en bewegen op de muziek. Bij de eerste woorden van het lied doen we alsof we een boom zijn. Als het moeilijk is, kan de juf of meester het voordoen. Hoeveel ruimte neem jij in? Ben jij een grote of een kleine boom? Hoe ver reiken je wortels? Hoe voelt het als de wind door je takken waait?

We zingen het lied en spelen dat we bomen zijn. Bij het stukje waar de blaadjes dwarrelen, draai je rond… totdat je aan het einde “op het mos” valt.

Kunst maken met blaadjes

Je kan van blaadjes ook prachtige kunstwerken maken. Hier staan veel voorbeelden van op Pinterest. Hieronder vind je wat linkjes. Als je erop klikt, opent er een nieuw tabblad op een bord dat Kzing gemaakt heeft op Pinterest. Daar vind je meer knutselprojecten die mensen daar geplaatst hebben. Hoe leuk is het om eerst met elkaar de bladeren te zoeken en dan samen te gaan knutselen?

Herfstwandeling

OB-MB jongste groep-OBS

Hier vind je een sprookjesachtige acteeroefening die over de herfst gaat. Gebruik je eigen smaak en fantasie. We spelen dat we een herfstwandeling maken. Terwijl iemand het verhaal vertelt (docent/teacher in role), beelden we uit wat er gebeurt. Er zijn ook vragen die tussendoor gesteld kunnen worden. Die gaan over je eigen smaak. Iedereen mag een eigen mening hebben, want smaken verschillen.

De docent kan het verhaal ook voorlezen, terwijl de leerlingen met de ogen dicht luisteren en zich voorstellen dat ze het verhaal meebeleven. Dan is het een soort geleide meditatie.

Herfstwandeling.

  • Ga je mee een wandeling maken?
  • Hou je van wandelen?
  • We lopen over hoge bergen.
  • We wandelen door diepe dalen.
  • Het gaat regenen.
  • Wat vind jij van regen?
  • We doen onze jassen aan.
  • We stampen door de plassen.
  • We komen bij de rand van een bos.
  • Hou je meer van de bos of van de zee? 
  • We lopen het bos in.
  • Snuif de lucht eens op.
  • Wat ruik je? (Mosgeur, geur van gevallen blaadjes etc.)
  • We zien allemaal blaadjes op de grond liggen. Hoe komt het dat die niet aan de bomen zitten?
  • Welk seizoen is het?
  • Bij de blaadjes staan mooie paddenstoelen. Ze zijn rood met witte stippen.
  • Opeens zien we een klein mannetje, met een rood puntmutsje.
  • Wat is dat?
  • Hoe heet hij?
  • Hij zegt: “Kom maar in mijn huisje!”
  • We proberen naar binnen toe te gaan, maar dat past niet, want het is te klein.
  • Het kaboutertje geeft ons een flesje met sap. We draaien de dop eraf en nemen een slokje.
  • We krimpen… krimpen… krimpen…
  • Hoera! We kunnen door het deurtje.
  • Wat zien we in het huisje?
  • Er komt een eekhoorntje op visite. Hij heeft eikeltjes meegenomen.
  • Het kaboutertje zet een kopje eikeltjesthee.
  • We doen er een beetje honing in.
  • Even roeren en dan drinken we hem op.
  • Dan komt er een fee op bezoek.
  • Hoe heet zij?
  • Ze heeft mooie steentjes mee.
  • We mogen er allemaal eentje kiezen.
  • Ze hebben een prachtige kleur.
  • Welke kleur heeft jouw steentje?
  • Er staat ook op geschreven wat je allerbeste eigenschap is.
  • Wat is jouw allerbeste eigenschap? Het is ook een toversteentje, zegt de fee. Als je er drie keer over wrijft, ben je meteen thuis.
  • We wrijven er drie keer over. Een, twee, drie! En dan….
  • We draaien, draaien, draaien…
  • Plotseling merken we dat we in onze eigen tuin staan.
  • Was het nou alleen maar een herfstdroom?

Sint Maarten

Uitgelicht: Het vieren van het Sint Maartenfeest

Met het Sint Maartenfeest beginnen de lichtfeesten aan het einde van het jaar.

Eigenlijk begint de hele periode van elkaar licht brengen en vrijgevig zijn al op 17 oktober. Dat is de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede. Het lied van de Haves en de Have nots past daar in de bovenbouw prima bij.

Het Sint Maarten feest op 11 november

11 november is het Sint Maartensfeest. Het is de naamdag van de heilige Martinus oftewel Maarten van Tours, die later de heilige Maarten werd. Een ander woord voor heilig is “Sint”. “Sint Maarten” betekent dus “heilige Maarten”.

Sint Maarten is altijd een bedelfeest geweest, vaak met een bedeloptocht. Ook heel vroeger al. Dat was voor sommige mensen nodig in de wintermaanden, omdat er in die tijd weinig eten te vinden was. Ook Driekoningen en het Sinterklaasfeest zijn bedelfeesten. Dat zie je nog in Limburg. Daarom was het lang een feest voor de armen. Rijke mensen wilden liever niet dat hun kinderen er aan meededen.

Pas rond 1920/1930 veranderde dat. Toen vonden de mensen dit een mooie traditie en maakten prachtige stadsoptochten. Op sommige plekken gaan kinderen langs de deuren met zelfgemaakte of gekochte lampionnen en zingen liedjes. In ruil voor hun liedje krijgen ze een snoepje.

Een naamdag is niet de verjaardag van een heilige. Meestal is het juist de dag waarop hij of zij doodging. Om die persoon te eren, maakten ze er dan een feest van.

Maarten, een romeins soldaat ….

Maar wie was die Maarten? En waarom vieren we een feest dat zijn naam draagt?

Maarten van Tours werd rond 316 geboren in Hongarije als een zoon van Romeinse ouders. Maarten werd al jong Romeins soldaat.

Toen Maarten 15 was, trok hij als soldaat naar Gallië. Hij ontmoette bij de stadspoort van Amiens een bedelaar. Hij sneed zijn mantel met zijn zwaard doormidden en gaf de bedelaar de helft. Daarom vindt iedereen hem heel vrijgevig.

Voor wie meer info wil over Romeinse soldaten:

Maarten van Tours was een soldaat in het Romeinse leger. Die hadden speciale kleding aan. Maarten bleef niet zijn hele leven een soldaat. In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours tot bisschop verkozen. In 387 stierf hij aan koorts. Hij werd op 11 november begraven in de basiliek in Tours. 11 november is dus niet zijn verjaardag, maar zijn sterfdag. Het gebeurt vaak dat de sterfdag van heilige mensen een feestdag wordt.

Een feest van vrijgevigheid …

Waarom gaf Maarten eigenlijk maar de helft van zijn mantel? Dat was geen kwestie van gierigheid. Maarten kon de andere helft niet geven, want die was niet van hem. Die was namelijk eigendom van Rome. Die betaalde voor de soldaten de helft van hun mantel. De andere helft was van hem zelf, die had hij zelf betaald. Dat moest elke soldaat doen.

Sint Maarten is een vrijgevigheidsfeest. Kinderen gaan daarom langs de deuren als bedelaars en de mensen thuis geven hen iets van hun rijkdom.

Eigenlijk is dit verhaal een Christelijke legende. Het verhaal vertelt dat Jezus ’s nachts in een droom aan Maarten verscheen en hem vertelde dat hij eigenlijk die bedelaar was geweest. Hiernaast vertelt iemand van de Vrije School dat verhaal.

Rituelen ….

Op 11 november lopen kinderen in sommige plekken in Nederland (onder andere in Utrecht, West-Friesland en Limburg) met lampionnen (keuvels) die ze zelf hebben geknutseld. Soms zijn het uitgeholde pompoenen, soms zijn ze van papier en ander materiaal.


Volksliedjes die bij het feest gezongen worden …

De kinderen zingen dan grappige liedjes, waarin ze de mensen om een snoepje vragen. Het zijn echte volksliedjes. Luister maar eens naar twee versies van dit Sint Maartenliedje en vergelijk ze.

Bij volksliedjes worden er steeds teksten bij verzonnen en er ontstaan ook variaties in de melodie. Daarom zijn er heel veel verschillende versies van zo’n liedje. Je kan bij een volksliedje dus niet zeggen “die versie is goed” of “die is fout”. Dit heeft te maken met “overlevering”. Het is net als met woordje doorfluisteren. Halverwege is de tekst veranderd.

Dans met de beren

OB-OBS

Een liedje waarbij je kan musiceren en acteren. Bij het musiceren gaat hem om in de maat lopen en om het beleven van de parameters “zacht en sterk”. Dat kan je uitbouwen met boomwhackers of ritme instrumenten.

Je kan het liedje ook gebruiken bij het sprookje van Goudlokje en de drie beren. Je kan dit verhaal samen naspelen. (Teacher in role). Kijk maar eens naar het filmpje waarop meester Evan dat doet met een groep.

Sluip/ stamp met de beren, dan word je beresterk.
Zet allebei je voeten, maar lekker aan het werk.
Van linksom, rechtsom, linksom, rechtsom
Lekker samen sluipen/stampen, daar houden beren van.

Wat doen we met het lied? 

Je kunt net als de beren meestampen in de maat. Zo kan je goed ervaren wat maat eigenlijk is.

Je kan de parameters zacht en sterk (in de muziek noemen we “hard”, “sterk”.) aanleren. Beren kunnen hard stampen, maar ook zacht stampen. In de muziek heet “hard” “sterk”. Eigenlijk gebruiken we Italiaanse namen zacht is piano, sterk is forte.

Teacher in role

Hier kun je zien hoe meester Evan het verhaal dat eronder staat met de kinderen uitspeelt :

 

Het verhaal

  1. Wie gaat er mee naar het bos? Het is lente! (Iedereen natuurlijk :)) 
  2. We lopen over een hoge heuvel. We lopen de heuvel weer af.  (Doe je)
  3. We lopen over een lange weg.  (Doe je)
  4. Kijk, daar ligt het bos.  (Wijs) 
  5. We lopen het bos in.  (Doe je)
  6. Wat kraakt er zo onder onze voeten? (Wacht antwoord af. Takjes, dennennaalden)
  7. Waar ruikt het in de lente naar?  (blaadjes, bloemen…  )
  8. Wat horen we nou?  (fluiten…. Vogeltje)
  9. Rits rats roets…. Een eekhoorntje klimt de boom in..Wat is het mooi hier hè?
  10. In de verte zien we een heel klein huisje liggen. (Wijs) Zullen we er naar toe gaan?
  11. We lopen er naar toe.  (Doe je)
  12. Het huisje heeft 3 deurtjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  13. We gaan naar binnen. Door welk deurtje ga jij?  (Ieder kind mag door een eigen gekozen maat naar binnen.) 
  14. Wat een gezellig huisje!
  15. Als we binnen zijn, zien we een tafel met drie stoeltjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  16. Op welk stoeltje ga jij zitten?  (Ieder kind gaat op een eigen gekozen formaat stoeltje zitten.) 
  17. Op de tafel staan drie kommejtes pap. Eén hete. Een warme en ééntje met koude pap.
  18. Bij de hete pap ligt een grote lepel. Bij de warme pap een middelgrote lepel en bij de koude pap een klein lepeltje. We gaan van alle bakjes pap even proeven.
  19. Waar smaakt de pap naar? Is het lekker? Een beetje lekker? Of is het vies? Dat moet ik aan je gezicht kunnen zien.
  20. Dan gaan we van onze stoel af. Hoe moet dat? Waar zat je ook al weer op?  (Ieder kind gaat er op de eigen manier vanaf.) 
  21. Hee… er zit ook een trap in het huisje. We klimmen de trap op.  (Doe je)
  22. Er is een gezellig slaapkamertje met drie bedjes. Eén grote, één middelgrote en één kleine.  (Gebaren) 
  23. Oh… wat zijn we moe van de pap en de trap… Waar wil jij in liggen?  (Ieder kind gaat in het eigen formaat bedje liggen.) 
  24. We vallen in slaap. (Doe je)
  25. Plotseling horen we een deurtje. Er klinkt een papastem die zegt: Heee…. Wie heeft er op mijn stoel gezeten? Dan klinkt er een mamastem die zegt…. Huh? Wie heeft er van mijn pap gegeten? Een klein stemmetje zegt: nou moe,  er heeft ook iemand op mijn stoeltje gezeten! En er heeft ook iemand van mijn pap gegeten! (Doe dit met passende stemmetjes) 
  26. Opeens horen we voetstappen op de trap stampen.
  27. Een klein stemmetje zegt: Papa, mama…Er ligt iemand in mijn bedje.
  28. Van wie zijn die stemmen? Ze zijn van de drie beren.
  29.  Beren? (Schrik)  Dan moeten we wegrennen. (Doe je)

Als we spelen dat we op weg zijn, zijn er tussendoor allerlei vragen. Weet-vragen, maar ook fantasie-vragen, waarbij je zelf iets moet bedenken.

Het verhaal speelt zich af in de lente, maar je kan het heel gemakkelijk aanpassen, natuurlijk, zodat je dit sprookje ook in een ander seizoen kan spelen

Een thuis

Een huis is pas een thuis,
als de mensen die er leven,
laten merken dat ze om elkaar geven
en graag samen willen zijn.

Een huis, is pas een thuis,
als je blij bent dat je er heen kan.
als je voelt: hier ben ik nooit alleen, dan
weet je, thuis voel ik me fijn.

Wat maakt jouw thuis nou zo fijn?

Dit liedje is gemaakt voor de Kinderboekenweek. Het gaat over de vraag “Wat maakt een huis tot een thuis?” Je kan het liedje meespelen met de boomwhackers. De kleuren van de boomwhackers staan in de tekst aangegeven. Op dat moment laat je dus die kleur boomwhacker horen. (C, G en F)

Probeer of je de onderstaande ritmes met het liedje kan meetikken. Gebruik ritme-instrumenten of body-percussie. Kun je de ritmes ook door elkaar heen laten horen. De ene groep doet dan bijvoorbeeld het eerste ritme, een andere het tweede en een derde groep het laatste ritme.

ritme

Acteren

Maak groepjes en verzin een verhaal van een kind dat thuiskomt. Hoe reageert de familie? Wat is er bijzonder aan het thuis van dat kind. Zorg dat je verhaal een kop en een staart heeft.

Voor de hele groep

Op deze pagina vind je materiaal dat door het jaar heen te gebruiken is bij gelegenheden die de hele groep aangaan, zoals bijvoorbeeld beginnen, naar huis, een verjaardag vieren, samen de avondvierdaagse lopen of naar gym lopen, praten over pesten etc.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Laatste kusje

OB-OBS

Een liedje om aan alle papa’s en mama’s te laten weten dat de schooldag begint.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Gauw een laatste kusje!
Doe dat nou maar vlug!
Ik moet nu echt werken.
Straks zie je me weer terug.
Dan mag je me halen.
Dus wees nu maar niet bang!
Nu mag jij wel weggaan,
want ik moet aan de gang!

Goede morgen!

OB-MB-BB-OBS-BBS-ML

Als je op school komt, zeg je natuurlijk eerst: “Goede morgen!” Zo hebben we dit liedje dan ook genoemd.

Begin met zingen en samen musiceren als de schooldag begint, terwijl je een Afrikaans liedje leert. Che che kulay is een liedje uit Ghana. Dat is een land in Afrika. Ritme is erg belangrijk in dit liedje. Het is een vraag en antwoord-liedje. Iemand zingt een regeltje voor en een ander zingt het na.

Bij Kzing hebben we er Nederlandse woorden op gemaakt. Het arrangement (de manier waarop we er muziek van hebben gemaakt), is niet Afrikaans. We hebben er een rumba van gemaakt. Dat is een Latijns Amerikaanse dans. Zo is het een heel internationaal liedje geworden.

De meest eenvoudige versie:

Dit is een versie voor jongere leerlingen (onderbouw) of beginners. Dit arrangement sluit aan bij de kleurlijn. Het ritme staat aangegeven in

Iets moeilijker:

Hetzelfde arrangement voor de middenbouw, met andere woorden. Het sluit aan bij de kleurlijn. Het ritme staat aangegeven in vormen.

Nog iets moeilijker:

Een moeilijker arrangement , met ritme in noten. 3 x hetzelfde, lastige, ritme, waar ook rusten inzitten.

Goede morgen. 2 x
Wat gaan we leren? 2 x
Misschien de tafels? ( of: misschien wel topo etc.) 2 x
Ga het proberen. 2 x
Goed je best doen. 2 x
Dan komt het wel goed!

Onder het linkje hiernaast hoor je hoe kinderen de Ghanese woorden zingen en er ritmes bij spelen.  Je kunt met hen meedoen. Als er meer mensen zijn, kun je samen een orkest vormen.

Afrikaanse muziek heeft meestal heel interessante ritmes.

*In plaats van een ritme-eitje, kan je een pak rijst nemen.
*In plaats van een trommel, kan je op een kussen trommelen.
*In plaats van de claves, kun je ook twee potloden nemen.
*Je kunt de ritmes ook klappen en stampen.

Che che kulay schijnt een soort rijmliedje te zijn, maar in het Ghanees (de taal die ze in Ghana spreken) is rijmen wat anders dan in onze taal. Ze vinden dat het rijmen is als je telkens een beetje verandert en door-verzint op de vorige regel. Het is heel moeilijk om dit liedje precies te vertalen, maar het is niet allemaal onzin. De laatste regel schijnt net zoiets te zijn als “hoofd-schouders-knie en teen.”

Ben je net klaar met boek 1: ritme? Ga dan hier verder met de oefeningen van boek 2

Beweeglied

Het beweeglied (handen omhoog) is een bewegingstussendoortje. Je kan lekker even bewegen tussen de lessen door. Dan is je hoofd meteen ook weer lekker leeg en heb je nieuwe energie. Je kan het lied ook op een sportdag zingen, of met de Koningsspelen. Door te bewegen, kan je je hoofd leegmaken en voel je je vrij van zorgen!

Handen omhoog. En handen terug.
Eerst heel langzaam. Dan heel vlug.
Word je moe omdat je zit ?
Lekker bewegen, dan word je fit !

 

Je kan ook lekker mee bewegen met de bewegingstussendoortjes van Cooking Class. We hebben er een paar voorbeelden van. Klik maar op de link hiernaast.

 

Kiekeboe

OB-MB-SO

Een liedje over de zon die je vraagt of je komt buiten spelen.

Kiekeboe, kiekeboe

Kijk, ik schijn, dus kom je nou?

Kiekeboe, kiekeboe.

Want ik schijn speciaal voor jou.

Weet je dat het lente (of zomer) is?

Ook al is het nog wat fris?

Kiekeboe, kiekeboe

Kijk, ik schijn, dus kom je nou?

Kiekeboe, kiekeboe.

Want ik schijn speciaal voor jou.

Nee, je jas hoeft niet meer dicht.

Ik geef jou mijn gouden licht.

Kiekeboe, kiekeboe

Kijk, ik schijn, dus kom je nou?

Kiekeboe, kiekeboe.

Want ik schijn speciaal voor jou. 3 x

Naar buiten!

OB-MB-BB-OBS-BBS

Wat is het fijn om af en toe lekker buiten te spelen. Niet alleen in de lente en zomer, zoals je in de ingezongen versie hoort, maar natuurlijk ook in de herfst en de winter. Daarom hebben we er twee teksten op gemaakt.

Ook zijn er twee arrangementen die je kan vergelijken; een klassiek arrangement en een draaiorgelarrangement. Kan je horen dat het hetzelfde liedje is ? Lukt het om de melodie bij allebei de versies te zingen?

Bij de draaiorgelversie dansen de kinderen alsof ze een draaiorgel zijn.

Onder aan de pagina kan je meer leren over draaiorgels. Draaiorgels horen bij de Nederlandse cultuur.

Ingezongen klassieke versie
Ingezongen draaiorgelversie

De woorden die je in de lente en zomer zingt :

Ga je mee, met mij naar buiten?
Je hoort de merels fluiten; tijd om buiten iets te doen.
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen, want de blaadjes zijn weer groen.

Ik wil niet langer hangen op de bank voor de t.v.,
want buiten roepen vrienden: Sta eens op, ga met ons mee!

Ga je mee, met mij naar buiten?
Ik hoor de merels fluiten; tijd om buiten iets te doen.
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen, want de blaadjes zijn weer groen.

De woorden die je in de herfst en winter zingt:

Ga je mee, met mij naar buiten?
Ik hoor mijn vrienden fluiten.. dat betekent: Kom, we gaan!
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen.. Jongens wacht, ik kom eraan.

Ik wil niet langer hangen op de bank voor de t.v.,
want buiten roepen vrienden: Sta eens op, ga met ons mee!

Ga je mee, met mij naar buiten?
Ik hoor mijn vrienden fluiten.. dat betekent: Kom, we gaan!
Niemand hoeft zich te vervelen.
We kunnen buiten spelen.. Jongens wacht, ik kom eraan.

Dit is de karaoke van de klassieke versie
Dit is de karaoke van de draaiorgelversie

Meer weten over draaiorgels? Kijk dan op deze pagina in de site:

Over draaiorgels

Over de zomer

Op deze pagina vind je informatie over de zomer en ook materiaal dat daarover gaat. De astronomische zomer begint bij ons op het noordelijk halfrond rond 21 juni. In de zomer zijn de dagen best lang. De temperatuur is vaak wat hoger en er is kans op hittegolven. Tegenwoordig is er vaak droogte in de zomer. In de avond is er soms onweer. De zomervakantie valt ook in deze periode.

De zon gaat rond 21 juni door het zomerpunt. Dat noem je de midzomerzonneweide. Op die dag staat de zon het hoogste boven de horizon. Het is het langste lichtmoment van het jaar. Daardoor kan de zon de aarde ook goed verwarmen. Na de zomerzonnewende worden de dagen trouwens steeds een beetje korter. De meteorologische zomer begint trouwens op 1 juni. Hoe dat allemaal zit, kun je horen als je op het linkje hieronder klikt.

Hoe ontstaan seizoenen eigenlijk? Klik op het plaatje voor een les over de seizoenen:

Tegenwoordig kennen we 4 seizoenen: lente, herfst, zomer en de winter. Dat is niet altijd zo geweest. Lang geleden, in de tijd van de Germanen, onderscheidden de mensen maar twee seizoenen: zomer en winter. Het woord komt in veel talen voor en was al in de tijd van de Germanen bekend en in het Oud Noors was het “sumar”. Het was bij ons ook in de middeleeuwen al in gebruik. Het komt van een Oudindisch woord: sama. Dat betekent “jaargetijde”.

Water is een echt zomerthema, denk aan het strand en de zee, rivieren en zwemmen. Die hebben we nog eens apart uitgelicht. Je kan ook aandacht besteden aan de bloeiende natuur; muggen, vliegen, bijen… en aan de zon. Hieronder vind je materiaal dat past bij de zomer:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Een mogelijk weekprogramma:

Voetballen

OB-MB-BB-OBS-BBS

Heerlijk buiten sporten! Wie vindt dat nou niet leuk? Wie houdt er in deze groep van voetballen? Voor die mensen is dit liedje gemaakt.

Wat je ook zegt, voetballen is beter!
Wat je ook zegt, voetballen is cool!
Wat je ook zegt, kom eens in beweging.
Trap gewoon een balletje en
kom eens van je stoel!

Wat je ook zegt, voetballen is leuker.
Wat je ook zegt, voetballen is vet.
Wat je ook zegt, kom eens in beweging.
Voor een potje voetbal, spring ik echt meteen uit bed.

Super mega vet!
Kom eens van je stoel!
Panna en een omhaaltje
en hopla in het doel.
Voetballen is… voetballen is… voetballen is cool!

Wat je ook zegt, voetballen is beter!
Wat je ook zegt, voetballen is cool!
Wat je ook zegt, kom eens in beweging.
Trap gewoon een balletje en kom eens van je stoel!

Ga je mee op reis?

Op deze pagina lichten we materiaal uit dat te maken heeft met vakantie, op reis gaan, vervoersmiddelen en koffers pakken. We beginnen met een liedje over op reis gaan. Onderaan de pagina vind je meer materiaal dat je kan gebruiken bij dit thema.

De ingezongen versie OB-MB-OBS-BBS
De karaoke versie

Ga je mee? Ga je mee?
Ga je mee op reis?
Pak je koffer in.
Goed idee !
Ga je mee? Ga je mee?
Ga je mee op reis?
Maar wat nemen we mee?

Als je naar het filmpje kijkt, kan je op twee dingen letten.

  1. Wat neemt de jongen mee, die zijn koffer inpakt.
  2. Welke vervoermiddelen gebruiken de kinderen als ze reizen?

Wie heeft de meeste dingen onthouden? (Je kan natuurlijk ook gewoon twee keer kijken en op één van de twee dingen letten 😉 ) Wat neem jij eigenlijk mee als je op vakantie gaat?

Verwerking

We doen het spel: ik ga op vakantie en ik neem mee. We zitten in de kring. Iemand begint en zegt: “Ik ga op vakantie en ik neem mee: een hoed.” De volgende zegt dezelfde zin, maar noemt niet alleen de hoed. Hij/zij voegt er iets aan toe. Nou moeten er al twee woorden onthouden worden. Waar loopt het mis? Dan lachen we en beginnen we opnieuw.

Meer vakantiemateriaal:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Ik ben zo blij met mij

OB-MB-BB-OBS-BBS

Je bent goed zoals je bent, dus probeer jezelf ook te waarderen. Haal jezelf niet omlaag en laat je niet door anderen pesten of omlaaghalen. In Nederland en volgens de rechten van de mens, heb je de vrijheid om te zijn wie je bent. Het is goed om zelfrespect te hebben. Jij bent jij en je mag er zijn!

De ingezongen versie
De karaoke versie

Ik ben zo blij met mij, toe, zing dit liedje maar mee.
Ik ben zo blij met mij! Ik vind “mezelluf” oké!
Ik hoef niet aldoor op te letten, wat een ander van mij vindt.
ik hoef mezelf niet te “verg’lijken” met een leuker, beter kind.
Dus wanneer iemand mij wil pesten, kom ik voor “mezelluf”op.
Een beetje plagen is oké, maar als ik stop zeg, is het stop!

Ik ben zo blij met mij, toe, zing dit liedje maar mee.
Ik ben zo blij met mij! Ik vind “mezelluf” oké.
Niet iedereen die vind tmij aardig, maar wat maakt dat uit? Nou en?
Ik ben gewoon de moeite waard en precies goed zoals ik ben.
Dus wanneer iemand mij wil pesten, kom ik voor “mezelluf” op.
Een beetje plagen is oké, maar als ik stop zeg, is het stop!

Ik ben zo blij met mij, toe, zing dit liedje maar mee.
ik ben zo blij met mij! Ik vind “mezelluf” oké…. 4 x

Weerbaarheid

Sta anderen nooit toe om je te pesten, zeer te doen of te kleineren. Kom voor jezelf op. Wees weerbaar. Dat betekent: leer jezelf op de goede manier verweren.

De toverformule !

Probeer dat op een handige manier te doen. Als iemand tegen jou “Stop, hou op!” schreeuwt, heb je ook niet zo’n zin om rekening met die persoon te houden. Begin met het vriendelijk te vragen en leg uit waar je last van hebt en waarom.

Maar als iemand je expres verdriet doet of in de weg zit, zoek dan altijd hulp. Misschien eerst bij je vrienden, maar als dat niet lukt, bij volwassenen. Kom voor jezelf op, totdat het probleem is opgelost!

Wees ook tevreden met wie je bent en wat je kan. Zolang jij je best doet, hoeft niemand lelijk te doen tegen je. Ook jijzelf niet. Je hoeft niet precies zo te zijn als andere mensen. Je mag jezelf zijn. Wees blij met jezelf!

In deze groep…

OB-MB-BB-OBS-BBS

Een liedje over inclusiviteit. bij de refreinen kan mee gestampt worden. Kijk maar in het filmpje. In een grote ruimte kunnen leerlingen dan samen dansen.

De ingezongen versie
De karaoke versie

In deze groep, hoort iedereen erbij.
Het gaat hier niet alleen om jou en niet alleen om mij.
We kunnen altijd samenwerken. Iedereen doet mee.
En iedereen is anders, maar dat vinden we oké.

‘k Dans met jou. ‘k Dans met jou.
‘k Dans met iedereen!
‘k Dans met jou. ‘k Dans met jou.
Niemand danst alleen.

In plaats van “‘k dans met jou”, kan je ook zingen “‘k speel met jou” , of “k leer met jou”

Hoort iedereen er in jullie groep bij?

Bij Kzing vinden we dat iedereen erbij hoort. We houden niet van pesten en pesters. Niemand moet worden buitengesloten. Iedereen mag er zijn. Het maakt niet uit welke huidskleur je hebt, of je wel of geen sproeten hebt, of je dikker of dunner bent, ouder of jonger, of je op jongens of op meisjes valt, of je blond, bruin of rood haar hebt, of je ouders rijk zijn of niet en ga zo maar door! Hoe zou je dat goed kunnen aanpakken?

We hoeven in een groep niet allemaal vrienden te zijn, maar we moeten respect voor elkaar hebben en kunnen samenwerken als collega’s. In een goede groep speelt geen van de kinderen de baas. In een fijne groep krijgen alle kinderen evenveel rechten en worden ze allemaal rechtvaardig behandeld.

Vind jij dat dat zo is in de groepen waar jij komt? En kan jij voor jezelf opkomen als iemand jou vervelend behandelt? Dat heet “weerbaar zijn.” Ben jij weerbaar?

Het is belangrijk om in elke groep samen goede afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat. Als iemand zich gepest voelt, moet hij of zij ook hulp krijgen. Hebben jullie zulke afspraken in jullie groep?

Wij !

OB-MB-BB-OBS-BBS

Ik ben ik; jij bent jij… maar samen zijn we wij! Iedereen mag zichzelf zijn en kiezen wat hij doet. Toch? Maar… als we met elkaar samenleven, wil ik wel eens iets dat jou in de weg zit! En dan? Denk eraan: ik ben ik… jij bent jij…maar als we moeten samenleven zijn we “wij”. “We hoeven niet allemaal vrienden te zijn, maar we moeten wel goede collega’s voor elkaar zijn. het is belangrijk dat iedereen in de groep met plezier naar school toe gaat.

Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.
Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.

Let goed, op wat je doet.
Kijkt de ander nog wel blij?


Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.

Herhaal het lied

Als we met meer mensen samen zijn, moeten we “geven en nemen.” Die uitdrukking betekent dat we niet alleen moeten doen wat we zelf willen. We moeten niet alleen nemen. Nee, we moeten ook om andere mensen denken. We moeten hen ook wel eens wat gunnen. Dat is een beetje “geven.”

Niemand kan helemaal zijn zin krijgen. We moeten samen doen.

Dat geldt niet alleen voor kinderen. In de hele samenleving is dit nodig. We leven nou eenmaal met heel veel mensen op één planeet. Er is een bekende uitdrukking over vrijheid:

Mijn vrijheid eindigt waar de jouwe begint.

Wie dit als eerste gezegd heeft, konden we niet ontdekken, maar het is beslist iets om over na te denken.

Knoop in de kring

Iedereen staat met zijn gezicht naar het midden van de kring. De leerlingen houden elkaars handen vast. Er wordt afgesproken dat iedereen voorzichtig met elkaar doet. De leerlingen mogen nu onder elkaars armen doorlopen, zodat de kring “in de knoop” raakt. Als de leerkracht het aangeeft, mogen de leerlingen (zonder de handen los te laten) samen weer uit de knoop te komen en een mooie ronde kring te vormen. De eerste keer is het handig om de kring niet al te erg in de knoop te laten raken. Kunnen de leerlingen dit ook zonder geluid te maken?

Vertel en lieg

Iedere leerling mag naar voren komen en 3 dingen over zichzelf vertellen. 2 van de 3 zijn waar en één ding is gelogen. De groep moet raden wat gelogen is. Zo leer je elkaar toch weer net wat anders kennen.

Vandaag ben je jarig!

OB-MB-BB-OBS-BBS

Als iemand jarig is, is het feest. Je feliciteert die persoon en je gaat voor hem of haar zingen. Kzing heeft er een liedje voor gemaakt. Natuurlijk hoort ook “Lang zal hij/zij leven” daarbij, want dat is hét Nederlandse lied bij verjaardagen. Je kan iemand ook persoonlijk toezingen. Dan zing je: “Lang zal je leven!” Onderaan de pagina staan nog andere suggesties voor een verjaardagslied.

Vandaag ben je jarig.
Dit lied is voor jou.
We zeggen: “Van harte gefeliciteerd,
hoeveel jaren ben jij nou?
Van je hiep, hiep, hiep, hiep,
hiep, hiep, hoera.
Ben je meer dan…… jaar?
Voortaan antwoord jij met: “Ja!”
Lang zal je leven enz.

Kleine trein van de Caipira

OB-MB-BB-BBS

Er zijn veel muziekjes gemaakt over treinen. Ook Heitor Villa Lobos (5 maart 1887 – 17 november 1959) heeft dit gedaan. Hij schreef er in 1930 een muziekstuk over: De kleine trein van de Caipira. Het gaat over een kleine trein op het Zuid-Amerikaanse platteland. Je hoort de locomotief. Het stuk schept een sfeer. Het komt uit een orkestsuite die Bachians brasileiras heet. Dit is deel 2. Later maakte Vila-Lobos er een stuk van voor cello en piano.

Later heeft hij er ook een lied van gemaakt.

We hebben geprobeerd een goede vertaling te vinden:

Daar gaat de trein met de jongen

Daar rolt het leven door

Daar gaat de Ciranda (de volksmuziek) en zijn lot

De stad draait langzaam naar nacht

Daar gaat de trein zonder bestemming

om een nieuwe dag te vinden

Ga door het land

Ga door de bergen

Ga door de zee

Zingend in de maanvervelichte bergketen

Rennend onder de sterren om te vliegen

in de lucht, in de lucht

Over de componist

Heitors grootouders vluchtten halverwege de negentiende eeuw. Het ene stel uit Spanje en het andere uit Portugal. Ze gingen naar Brazilië. Daar schaften ze 1850 de slavernij af. Pas in 1888 waren de mensen echt vrij, waardoor veel tot slaaf gemaakte mensen naar de stad Rio de Janeiro trokken. Dat was dus een smeltkroes van culturen.Heitors ouders vinden elkaar en trouwen. Zijn vader is cellist, zijn moeder is amateur musicus. In 1887 komt Heitor als tweede kind ter wereld.

In 1889 wordt Brazilië een republiek. Keizer Peter II hield van Europese muziek, maar nu was er plek voor muziek uit het land zelf. Heitors vader heeft commentaar op de nieuwe regering. Hij moet onderduiken op het platteland. Daar maakt Heitor kennis met de volksmuziek van Brazilië.

In 1893 keert Heitors familie terug naar Rio de Janeiro. Hij kan dan al cello spelen, maar hij stapt in 1895 over op de klarinet. In 1899 schrijft Heitor zijn eerste compositie, in het jaar dat zijn vader sterft. Eerst gaat hij nog medicijnen studeren, maar uiteindelijk kiest hij toch voor de muziek. Hij treedt veel op, onder andere in bioscopen.

Hij houdt ook van reizen. Hij reist naar het Amazonegebied en later naar het zuiden. Hij nam altijd de muziek mee uit die gebieden.

In 1923 krijgt hij een beurs om in Parijs te studeren. In 1930 keert hij terug. Hij is dan al erg beroemd. Hij mag het muziekonderwijs in Rio vormgeven. Hij ontwerpt een nieuw onderwijssysteem. Hij maaktdaarbij gebruik van al die volksmuziek. Je hoort aan zijn muziek altijd echt dat het uit Brazilië komt. Hij heeft veel koorwerken voor kinderkoren gemaakt, maar hij componeerde ook voor andere bezettingen. Hij heeft zelfs filmmuziek geshreven.

In 1944 ging hij op reis naar de Verenigde Stagen van Amerika. Hij werd erg beroemd. Er is een museum aan hem opgedragen: het Museau Villa-Lobos in Rio de Janeiro. Kinderen en jonge mensen houden vaak erg van zijn muziek.

Het is moeilijk om één label te plakken op de muziek van Villa-Lobos. Er zitten impressionistische kantjes aan, maar ook expressionistische kanten. Je hoort zelfs elementen uit de barok en uit de klassieke muziek. Hij was van alle markten thuis. In ieder geval is het belangrijkste aspect de aansluiting bij de volksmuziek.

Stop, hou op!

OB-MB

Bij Kzing zijn wij natuurlijk tegen pesten, want pesten is heel gemeen en beschadigt mensen voor hun hele leven. Een beetje plagen, moet kunnen. Maar dan hebben we het over een grapje waar de persoon zelf ook om kan lachen. Pesters hebben geen respect voor de grenzen van andere mensen en luisteren niet naar “Stop, hou op!”

Maar… “Stop, hou op!” klinkt ook niet erg aardig. Hier onder in het filmpje (voor de onderbouw) kan je zien hoe je dat handiger kan aanpakken.

Je kan beter vriendelijk zeggen: “Zou je alsjeblieft willen ophouden met …….., want ik word daar …….. van. ” Bijvoorbeeld: Zou je willen ophouden met je voet tikken, want dan kan ik me niet zo goed concentreren. Of: Zou je mijn naam niet steeds gek willen zeggen, want ik word daar erg verdrietig van. ”

Dan heb je op een duidelijke, positieve manier je grens aangegeven. Als iemand daar dan niet naar wil luisteren, kun je heel precies aan je juf of meester uitleggen wat er aan de hand is. Probeer het eerst zelf op te lossen als iemand over je grenzen heengaat.

Als het je alleen niet lukt, kan je altijd een klasgenoot vragen je te helpen. Als jullie er samen niet uitkomen, kan je het beste naar een volwassene gaan.

Wordt er bij jullie in de groep gepest? Ben jij dan heldhaftig genoeg om iemand te helpen?

Stop, hou op


Pesten is geen grapje. Pesten is gemeen.
Zien we iemand pesten, roepen we meteen:
Effe niet zo gek doen. Hou eens even op.
Wat is er niet duidelijk aan “Stop, hou op!” ?

Stop, hou op. Stop, hou op. Stop hou op! 2 x


Pesten is geen grapje. Pesten is gemeen.
Zien we iemand pesten, roepen we meteen:
Effe niet zo gek doen. Hou eens even op.
Wat is er niet duidelijk aan “Stop, hou op!” ?

Stop, hou op. Stop, hou op. Stop hou op! 4 x

De karaoke versie:

Een lied voor Vaderdag

OB-MB-BB-BBS

Op deze pagina vind je informatie over Vaderdag, maar er staat ook een speciaal Vaderdaglied op deze pagina.

We beginnen met twee korte podcasts over Vaderdag. De eerste is bedoeld voor de onderbouw en de tweede voor de midden- en bovenbouw.

Een podcast van 1.30 voor de onderbouw en de jongste groep van de middenbouw. Er wordt wat informatie gegeven over Vaderdag.
Dit is een podcast van 4 minuten met informatie over Vaderdag. Hij is bedoeld voor de hogere groepen van de middenbouw en voor de bovenbouw.

Luister nu hieronder naar het Vaderdaglied

Papa, papa, wat ik je zeggen wou.
Je bent echt mijn held, dus dit lied is voor jou.
Ik zeg: “De allerbeste vader van de wereld ben jij.
Dank je wel, lieve papa, voor wat jij doet voor mij. “

Hieronder vind je de karaokeversie

Vaderdag is een feestdag waarbij we onze vaders eren. Als je iemand eert, laat je je bewondering voor iemand merken. Op Vaderdag hoeven vaders niets te doen en krijgen ze vaak een knutsel of een cadeautje van hun kinderen. Kinderen zeggen op die manier als het ware dankjewel voor alles wat hun vaders voor hen doen.

Vaderdag wordt in veel landen gevierd, maar niet overal op dezelfde datum. In Nederland vieren we dat de derde zondag in juni.

Als jij een lieve vader hebt, is het leuk om aandacht te besteden aan Vaderdag. Maar niet iedereen heeft of kent zijn of haar vader. Sommige mensen hebben twee vaders, of een bonusvader of een pleegvader.

Toch heeft bijna iedereen wel een man in zijn of haar leven die als een vader is. En daar hebben we dit speciale Vaderdaglied voor gemaakt. En als je dat niet hebt, kan je dit lied natuurlijk ook zingen voor je moeder, want in dat geval doet zij alles wat een moeder én wat een vader doet.

Er wordt gezegd dat Vaderdag in 1909 is bedacht door Sonora Smart Dodd, uit Washington. Zij wilde haar vader William eren, die een veteraan was uit de Amerikaanse burgeroorlog. Zijn vrouw stierf bij de geboorte van hun zesde kind. William zorgde goed voor zijn kinderen en was een echte doorzetter. Daarom wilde zijn dochter hem eren met een speciale dag. Een jaar eerder had Anna Jarvis Moederdag bedacht. Het leek mevr. Smart-Dodd een goed idee ook zo’n dag voor vaders in het leven te roepen.

De eerste Vaderdag was in 1910, maar het duurde lang voor het een officiële feestdag was. Het feest werd in de Verenigde Staten pas erkend in 1972.

In Nederland sloeg het feest veel eerder aan. Vaderdag wordt hier al vanaf 1937 gevierd.

In die tijd hoefden mannen meestal nog geen huishoudelijke taken te doen, behalve dan natuurlijk op Moederdag. Op Vaderdag hoefden ze dat natuurlijk ook niet. Maar mannen hadden ook in die tijd wel de taak het hele inkomen te verdienen en de kinderen mee op te voeden.

Vroeger waren het de vaders die meestal wat meer avontuurlijk waren en kinderen uitdaagden om te stoeien, sporten en de wereld in te trekken. De moeders zorgden voor het eten, de was, het huis en de knuffels.

Ook toen waren mannen en vrouwen samen een team, maar de rolverdeling was anders dan in deze tijd.

Tegenwoordig verdelen vaders en moeders de taken meestal op een manier die goed bij hun eigen karakter en aanleg past. Dat kan net zo zijn als vroeger, maar het is heel gewoon als het anders is. Tegenwoordig koken vaders, strijken ze, brengen vaders hun kinderen naar bed, helpen ze met hun huiswerk.. Dat waren vroeger taken van vrouwen. Een man die zoiets deed, vond men een beetje een sukkel. Dat is gelukkig nu heel anders.

Het is wetenschappelijk bewezen dat het voor kinderen heel belangrijk is dat hun vaders echt betrokken zijn bij hen. En de meeste vaders zijn dit ook.

Aan wie of wat denk jij bij het woord “vader”? Zou je daar een tekening over kunnen maken? Misschien kan je die op Vaderdag aan iemand geven die voor jou zorgt.

Wij wensen iedereen een heel goede Vaderdag!

Meer Vaderdagmateriaal

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het grote wandellied

OB-MB-BB-BBS

Wandelen is ook een sport. Het is zelfs een heel gezonde sport!

Dit is een lied dat je bij elke wandeling kan zingen. Zo’n lied staat natuurlijk in een tweetelsmaat. Je telt steeds: links, rechts, links, rechts. Vooral als je moe bent, helpt het om te zingen. Je kan het ook zingen bij de Avondvierdaagse.

Je kan in verschillende landschappen wandelen. Waar wandel jij graag? In het bos, op het strand, door de bergen of in een winkelstraat? Of is er nog een andere plek waar jij graag wandelt?

Maak eens een tekening van het landschap waar jij graag doorheen wandelt.

Ik zet de ene voet voor de andere.
Waar gaan we dan naartoe?
We zijn op weg naar nergens en
ik ben nog lang niet moe.
Ik loop alleen maar om te lopen en niet om er te zijn.
Alleen de watjes hoor je zeuren:

  1. “Mijn voeten doen me pijn.”
    2.”Mijn kuiten doen me pijn.”
    3.”Mijn stem-ban-den doen pijn!”

Moederdag en Vaderdag

OB-MB-ML

Op deze pagina vind je een liedje en een gedichtje voor Moederdag en Vaderdag. Als je geen moeder of vader in de buurt hebt, kan je het lied natuurlijk gewoon voor iemand anders spelen die goed voor je zorgt. Gebruik toetsen, boomwhackers, melodica’s of een ander instrument.

In de jaren 60 leerden de kinderen op school een “wensje” voor Moederdag. Ze maakten er een mooie knutsel bij. Je maakte een mooie buiging, dan begon je: “Lieve mama…” en daarna zei je het versje op dat je uit je hoofd had geleerd. Hieronder staat een voorbeeld van zo’n wensje.

Lieve ……

Een vader/moeder kun je zelf niet kiezen,
maar als dat zo zou gaan,
dan had jij op mijn lijstje
vast bovenaan gestaan!

Lieve …

Jij staat altijd klaar…
Met je zorg
En je lach
Bedankt lieve …
Fijne Moeder.Vaderdag !

Een ouderwets moederdaggedichtje……..

De 2e zondag in mei,
vieren we feest en zijn we blij.
Dan eten we taartjes en gebak.
en moeder doet niets, die houdt haar gemak.

Wie zorgt voor de koffie, wie voor de thee?
En wie voor het eten? Het valt niet mee!
Het is maar het beste dat MAMA het doet.
Dan weten we zeker: dan gaat alles goed!!!

Zoiets doen we tegenwoordig meestal niet meer. Maar het is misschien best een leuk idee om voor Moederdag een mooie knutsel voor je moeder te maken.

Je zou bijvoorbeeld tijdschriften kunnen pakken en er plaatjes uitknippen van alle dingen die jij de belangrijke persoon in je leven graag zou willen geven. Die plaatjes kan je dan op een papier plakken en de pagina verder nog versieren.

Je kan natuurlijk ook dit lied voor hen spelen, als je zelf een instrument hebt. Als je het ingestudeerd hebt, kan je het als cadeautje laten horen. Mooie tekening erbij met de woorden erop en.. klaar is Kees… en Trang, Marietje… Tineke… Ahmed… .. of hoe jij ook heet.

Hip hop happy birthday

OB-MB-BB-ML

Samen een verjaardag vieren? Dan zing je een lied! Maar wil je eens iets anders doen dan met elkaar zingen? Luister dan eens naar dit liedje in hip hop style.

Hip hop is een manier van leven. Hip hoppers willen de mensen in de samenleving laten zien en horen wat er aan de hand is. Sommige dingen vinden ze oneerlijk. Daar maken ze teksten over. Bijvoorbeeld over de armoede die sommige mensen hebben.

Daar hoort ook een muziekstijl bij. Die is ontstaan in in de jaren zeventig van de vorige eeuw in New York, en vooral in de wijk the Bronx, waar veel arme mensen wonen. Veel mensen waren van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse afkomst.

Vaak is er een rapper of een MC  (Master of Ceremonies) de artiest. Soms zingen ze niet, maar praat-zingen ze. Graffiti (letters en beelden met verf op muren en hekken zetten) en breakdance horen er bij.

Van harte gefeliciteerd van Kzing!

Berenklapspelletje

OB-MB-OBS

Dit versje is eigenlijk een spelletje om op te zeggen tijdens het touwtje springen. Twee kinderen draaien een lang springtouw. De rest springt in en springt uit. Iedere leerling krijgt de kans om alle opdrachten te doen. Wie kan het liedje af springen?

Dat is best moeilijk. Daarom hebben we er bij Kzing een gewoon klapspelletje van gemaakt. Leerlingen kunnen 2 aan 2 tegenover elkaar staan en klappen terwijl ze het versje opzeggen. Na elke regel voeren ze de opdracht uit.

Beertje, beertje, draai eens rond.
Beertje, beertje, tik de grond.
Beertje, beertje, stamp erbij.
Beertje, beertje, handen in je zij.

Beertje, beertje, handjeklap.
Beertje, beertje, zet een stap.
Beertje, beertje, kijk eens raar.
Beertje, beertje, zwaaien (of rusten*) maar !

  • Klap het liedje. Wat je hoort is het ritme. 
  • Klap het liedje, terwijl je de woorden zegt.
  • Stamp het ritme, terwijl je de woorden zegt.
    • Duren de woorden allemaal even lang?
    • Klap het ritme heel zacht.
    • Klap het ritme heel sterk. (In de muziektaal is het tegenovergestelde van zacht “sterk” en niet “hard.”_
    • Klap het ritme heel langzaam. Je hebt nu het tempo veranderd.
    • Klap het ritme heel snel. Je hebt nu het tempo veranderd.
  • Ga tegenover elkaar staan. Je klapt eerst in je eigen handen en dan klap je met de handen tegen de handen van je overbuurman. Na elk regeltje doe je wat je gezegd hebt.
  • Als je dit kan, kan je ook proberen “schuin over”  te klappen. 

In de herfst kan je zeggen “rusten maar…” en op je hurken gaan zitten.

*Een beer gaat eigenlijk niet in winterslaap. Hij neemt wel winterrust. Als het kouder wordt, zoeken ze een hol en daar gaan ze rusten. Beren houden niet echt een winterslaap. Er zijn wel dieren die in winterslaap gaan. Die zie je de hele winter niet. Dat zijn meestal kleine zoogdieren. Die kunnen hun lichaamstemperatuur zover laten zakken dat die gelijk is als de omgeving. Je zou dan een eekhoorn kunnen vinden die helemaal bevroren lijkt, maar als je het beestje langzaam opwarmt, is hij nog levend. Beren laten hun lichaamstemperatuur maar met 5 graden dalen. Dat grote lijf moet snel opgewarmd kunnen worden om te kunnen vluchten als er gevaar is. Ook moet de beer af en toe wakker worden om even een klein hapje te eten.

Schepje

OB-OSO

Een bewegingsliedje dat bij de zomer hoort. Lekker naar de zee en het strand toe met papa of mama om daar zandkastelen te bouwen.Echt iets voor de zomervakantie. In het filmpje zie je welke bewegingen je erbij kunt maken.

Het liedje gezongen door Club So
De karaoke versie van het liedje

Met mijn schepje, met mijn emmertje ,
ga ik met papa naar het strand, naar het strand.
Met mijn schepje, met mijn emmertje,
bouw ik kastelen in het zand.

Als ik wegga en weer terugkom,
zie ik mijn kasteel niet staan!
En dat heeft de zee dan stiekem,
met haar eb en vloed gedaan.

Stoute, stoute, stoute zee!

Met mijn schepje, met mijn emmertje ,
ga ik met papa naar het strand, naar het strand.
Met mijn schepje, met mijn emmertje,
bouw ik kastelen in het zand.

Mee naar de zee

OB-MB-BB-BSO-ML

Veel mensen worden geïnspireerd door de zee. Dat is altijd al zo geweest. Charles Trenet maakte er een mooi chanson over. Mr. Bean werd hierdoor geïnspireerd en maakte er een heel mooi, zonnig, vakantie-achtig filmpje bij over naar de zee en het strand toegaan. Dat filmpje is ook leuk als je wat jonger bent. Ook al is het lied in het Frans, iedereen snapt precies wat er bedoeld wordt. Hieronder staat een ruwe vertaling.

Kan je herkennen dat het in het Frans gezongen wordt? Als meer begaafde leerlingen het een mooie taal vinden, kun je hen een les laten doen met Duo lingo.

De zee La mer
Die men ziet dansen Qu’on voit danser
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
Heeft zilveren reflecties A des reflets d’argent
De zee La mer
Reflecties veranderen Des reflets changeants
Onder de regen Sous la pluie

De zee La mer
die in de zomerse lucht verwart Qu’au ciel d’été confond
Zijn witte schaapjes Ses blancs moutons
Met de engelen zo puur Avec les anges si purs
De zee La mer
Azuurblauwe herderin, oneindig Bergère d’azur, infinie

Zie je wel Voyez
In de buurt van de vijvers Près des étangs
Deze grote natte rietstengels Ces grands roseaux mouillés
Zie je wel Voyez
Deze witte vogels Ces oiseaux blancs
En deze roestige huizen Et ces maisons rouillées

De zee La mer
heeft ze gewiegd Les a bercés
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
En een liefdeslied Et d’une chanson d’amour
De zee La mer
Heeft mijn hart voor het leven gewiegd A bercé mon cœur pour la vie

En daarna nog wat herhalingen ;

Mr. Bean

De Engelse komiek Rowan Atkinson speelde vaak het personage Mr. Bean. Dat is een onhandige, egoïstische man die in grappige situaties terechtkomt als hij iets heel gewoons moet doen. Hij is ook sociaal onhandig. Mensen vinden hem raar. Om uit de problemen te komen moet hij steeds allerlei oplossingen verzinnen. Hij heeft vaak een teddybeertje bij zich.

Rowan Atkinson zegt dat hij nu te oud is om zo kinderachtig te doen en heeft aangekondigd nooit meer Mr. Bean te spelen.

Chanson

Chanson is het Franse woord voor lied. Maar het is niet zomaar een liedje. De Nederlander Ernst van Altena bedacht het woord “luisterliedje”.

In Frankrijk hebben artiesten de kunst van het zingen van een lied geperfectioneerd. Ze begonnen dan ook al vroeg met het maken en zingen van chansons.

In de Middeleeuwen had je de troubadours en hun liederen werden ook al chansons genoemd. Het onderwerp was vaak liefde. Maar dan het soort liefde waar een mens een ander mens bewondert van een afstandje. Dat noem je: hoofse liefde.

In de Renaissance werd het lied polyfoon. Dat wil zeggen dat er meerdere stemmen door elkaar klonken. Men gebruikte graag woorden die klanken uitbeeldden. Dat noem je onomatopeeën. Bijvoorbeeld: de wind zucht en steunt; de kassa rinkelt; Het huis kraakt in zijn voegen..; de bijen zoemen er vrolijk op los… Mensen doen dat ook wel eens bij kinderen. Ze noemen een auto dan een toet-toet, bijvoorbeeld. Zo gebruik je woorden om een soort schilderij te maken. Dat is nog steeds een beetje zo in chansons. Er wordt vaak gebruik gemaakt van poëtische teksten. Die kan je niet zomaar heel plat zingen. Daar heb je een echt goede zanger of zangeres voor nodig.

Een chansonnier is iemand die kunst van het zingen van een chanson beheerst. Je moet niet zomaar de woorden zingen… je draagt het lied bijna voor.

Chansonniers zingen allemaal in hun heel eigen stijl.

Vaak wordt een traditioneel chanson begeleid door een accordeon.

Charles Trenet (1913-2001)

Louis Charles Auguste Claude Trenet, noemde zichzelf Charles. Hij was een Franse singer-songwriter en acteur. Als kind was hij lang ziek en moest veel tijd thuis doorbrengen. Hij raakte toen geïnteresseerd in kunst. In 1928 ging hij met zijn moeder naar Berlijn en kwam in contact met poëzie en theater. In Parijs studeerde hij architectuur en vormgeving. Hij ontmoette Johnny Hess, de pianist. Ze werden een beroemd duo. Maar Charles moest in dienst en daardoor stopte hun samenwerking.

In dienst schreef Charles ook al liedjes. Yá d’la joie is heel bekend. Dat werd een grote hit door Maurice Chevalier. In de oorlog speelde Charles ook in films.

Hij werkte vanaf 1930 tot de jaren 90 van de vorige eeuw. Omdat hij zo’n grappig hoedje droeg, noemde mensen hem wel eens “De zingende gek”. In het Frans is dat : “Le fou chantant.”

In Frankrijk hoort hij bij het rijtje grote namen: Edit Piaf en Charles Aznavour.

Na de oorlog ging hij naar de V.S.. Hij werd een groot succes in New york. In 1951 ging hij terug naar Frankrijk. Het ging niet altijd goed met zijn carrière. Hij nam een paar keer afscheid maar keerde steeds terug. Hij overleed op 87 jarige leeftijd. Er is een klein museum waar de originele teksten van zijn liedjes te zien zijn en zijn piano.

Bob Scholte (1902-1083)

Bob Scholte is een groot Nederlands artiest uit de tijd rond de Tweede Wereldoorlog en daarna. Hij werd in 1902 geboren in Amsterdam als Hijman Scholte. Zijn vader was een diamantbewerker. Hij wilde dat zijn zoon voorzanger zou worden in de synagoge. Dat is een gebouw waar Joodse mensen hun geloof vieren. Na zijn basisschool volgde Hijman daarom lessen op het Joods Seminarium. Maar Bob wilde operazanger worden.

In 1916 ontdekte Jules Monas, een dansleraar, hem en kreeg hij een kinderrol aangeboden in de operette De Marskramer, in het theater van Nap de la Mar. Hij speelde al met Fien de la Mar in Carré. Hij trad veel op in het Tip Top Theater, een Joods familietheater in de Jodenbreestraat in Amsterdam.

Hij veranderde zijn naam naar Bob.

In 1931 werd hij echt artiest, bij de AVRO. Hij zong liedjes die nu nog bekend zijn, zoals “Een huis met een tuintje”. In die tijd was de radio ontzettend populair. Er was één programma waar iedereen naar luisterde: “De Bonte Dinsdagavondtrein”.

In de Tweede Wereldoorlog kwam de familie van Bob om in het concentratiekam Auschwitz. Bob overleefde dat als enige.

Na de oorlog zong hij vooral Joodse liederen en hij deed mee aan het programma “Waar blijft de tijd” van Wim Ibo.

In 1966 kreeg hij de Gouden Harp uitgereikt. Er is ook een prijs naar hem genoemd: de Bob Scholte ring. Daarmee werden Nederlandstalige zangers en zangeressen geëerd.

Bah… Zee…

OB-jongste groep MB-BBS-ML

Dit is een gedichtje van juf Ellis. Luister er maar eens naar. Kan jij vertellen over wie dit gaat? Is dat dan perse juf Ellis? Of kan een schrijfster ook over iets schrijven dat helemaal niet waar is? Wat vind jij?

 

Nee, nee, ik ga niet mee.
Ik wil niet met je naar de zee!
Laat me raden… Pootjebaden..
Dat vind ik een stom idee!
Nee! Neehee! Ik ga niet mee.
Zand en strand: niet oké!
Zeker vallen in de kwallen…
Hè bah. Gatsie. Nee!

Het gedichtje gaat ervoer dat niet iedereen het leuk vindt op het strand. Het spreekwoord zegt: smaken verschillen. Wat wordt daar mee bedoeld?

Hou jij van naar het strand toegaan? Sommige mensen houden meer van het bos, of van de stad en weer anderen houden meer van een berglandschap. Waar ga jij graag heen in de vakantie?

Leer het gedichtje uit je hoofd. Kun je het opzeggen?

De zinnen in gedichtjes hebben (net zoals liedjes) een ritme. Sommige woorden of lettergrepen duren langer en sommige duren korter. Kun je horen waar je een woord wat langer moet aanhouden? Korte en lange klanken samen maken een ritme.

Het telkuiken

OB-OBS-SG

We gaan vandaag rekenen. We gaan eieren tellen. Of… tellen we nou juist kuikens? Kijk maar eens naar het filmpje. Tel je mee? En kan je de cijfers al schrijven? Onder het lied vind je materiaal om samen te tellen.

Hier kan je horen hoe je het liedje moet zingen
De karaoke versie van het liedje

Krak, krak, krak…. Brak het ei.
Piep, piep, piep. Kuiken erbij.
Weet je wat dat kuiken zei?
Ik kan tellen net als jij.

Kijk, als je door scrollt, komt er telkens 1 kuiken bij. Je doet eigenlijk een plus som. Je bent aan het optellen. Er komt steeds 1 kuiken bij. Erbij.

Nu halen we er steeds 1 af. Je bent aan het aftrekken. Je maakt een min som. Min 1.

Kuikentjes in de lente

OB

Deze muziek is bijna 150 jaar geleden gemaakt door meneer Modest Moessorgski. Hij woonde in Rusland en schreef prachtige muziek.

Modest ging naar een museum. Weet je wat dat is?

In het museum hingen de schilderijen van zijn vriend Viktor Hartmann.

Modest vond ze erg mooi. Hij maakte bij elk schilderij een muziekstuk en hij maakte ook nog een muziekje voor het wandelingetje dat hij tussen elk schilderij maakte.

Deze muziek maakte hij bij een schilderij van kuikentjes die uit het ei komen.

Wat vind je van de muziek? Kan jij horen dat het over kuikentjes gaat? Wat vind je van het schilderij?

Maak een tekening over kuikentjes en stuur hem naar ons toe! Wie weet, stellen we je gedicht wel tentoon in ons museum!

Pasen

OB

Luisterliedje en gedichtje over Pasen. Kippetje Ukkepuk en Paashazen

Hebben jullie al paaseieren geverfd? Welke kleuren hebben jullie gebruikt? Zing dit paasliedje maar mee.

Het wordt gezongen door Bert en Ernie. Met Pasen gaat het vooral over twee dieren: kippen en hazen.

Hieronder staat een versje uit de oude doos. Je maakt er de bewegingen bij die opgenoemd worden.

Kippetje Ukkepuk

Het kleine kippetje Ukkepuk
heeft het altijd vreselijk druk.
Op maandag moet ze dweilen,
op dinsdag nageltjes vijlen.
Op woensdag houtjes hakken;
op donderdag wormpjes bakken.
Op vrijdag kippepap roeren;
op zaterdag kuikentjes voeren.
Alleen op zondag heeft zij vrij,
dan legt ze een gespikkeld ei!

Bij Pasen horen eieren. Dat vinden Bert en Ernie ook! Ze noemen de namen van de kleuren die de eieren krijgen. Vind je dat ze alle kleuren goed noemen? Ik weet het niet…. maar het blijft een leuk filmpje.

We wensen jullie heel fijne Paasdagen!

De paashaas



OB-MB-BB-BBS-ML

Een liedje over Pasen, om op toetsen van een keyboard of melodica te spelen, of samen… op de boomwhackers. Het gaat om lijnnoten op de bovenste notenbalk. De akkoordsymbolen staan eronder, zodat je linkerhand een begeleiding kan spelen.

Kijk, de paashaas legt de eitjes in het groene gras.
Rode, blauwe… O, ik wou zeg dat het Pasen was.

Leerlingen uit de onderbouw kunnen naar de kleuren van de letters kijken en het liedje op die manier spelen. De middenbouw en bovenbouw kunnen dit lied gebruiken om te leren noten lezen.

Door elke noot van dit liedje, loopt een lijntje. De c heeft een hulplijntje. Dat is een klein lijntje, dwars door zijn lijf. Je zet je duim van rechts (de nummer 1) op de c

e staat door de eerste lijn van de notenbalk. Dat betekent: de eerste lijn van de bovenste notenbalk, gaat dwars door het lijf van de e. Je zet je middelvinger van rechts (je nummer 3) op de e.

g staat door de 2e lijn van de notenbalk. Dat betekent: de tweede lijn van de bovenste notenbalk, gaat dwars door het lijf van de g. Je zet je pink van rechts ( je nummer 5) op de g.

Op de onderste notenbalk staat de begeleiding.

Met je linkerhand speel jij, of iemand anders een losse c. Die houd je telkens 4 tellen ingedrukt.

Je kan ook een c, samen met een g laten klinken. De c ligt onder. De g ligt erboven. Dit doe je ook telkens 4 tellen. Deze begeleiding heet: een doedel. Een chique woord hiervoor is bourdon-kwint. Een bourdon is een doedelzak… vandaar het woord doedel.

Of: je speelt met je linkerhand een c akkoord. Dan speel je een c, e en g tegelijk. Die houd je telkens 4 tellen ingedrukt.

Kijk, twee haasjes !

OB-OBS-SG

Dit versje leent zich natuurlijk goed voor de Paastijd. Het is een variatie op een traditioneel handspelletje dat met peuters en kleuters gedaan kan worden, maar in groep 3 vinden veel kinderen het af en toe ook nog leuk. Eigenlijk is het een ouderwets spelletje dat aan tafel gespeeld kan worden, net zoals “In de maneschijn.”

We hebben het iets meer educatief gemaakt voor groepen die iets meer aankunnen, door het versje uit te breiden met een stukje waarin de kleuren geoefend kunnen worden. Ook de letter waarmee de kleur begint, staat in het ei.

Helemaal onderaan de pagina staat oefenmateriaal.

Dit is een klein stukje van het versje.
Hiermee kan begonnen worden.
Dit is de uitgebreide versie van het versje, waarmee ook kleuren en de beginletters van de kleuren geoefend kunnen worden.

Je maakt met beide handen een v van de wijsvinger en middelvinger. Deze twee dubbele v’s, lijken op haasjes. Je houdt ze onder tafel, of achter je rug.

Kijk, daar komen twee haasjes aan.

(Laat één v zien)

De één heet Mo.

(Laat de andere v zien)

De ander Daan

(Haal haasje Mo is weg of stop hem weer achter je rug)

Dag Mo.

(Haal de v die haasje Daan is weg)

Dag Daan !

En tussen de wortels in de wei

Bij de puntjes wijs je een kleur aan van een kledingstuk van een kind. Kennen de kinderen die kleur? Zijn er meer kinderen die die kleur dragen?

zie ik opeens een mooi ………. ei

r

b

g

g

o

w

z

b

r

p

l

Miekes lammetje gab

Wie houdt er niet van een volksliedje? Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers g, a en b, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen! Volg de kleuren maar. Oefen eerst de langzame versie. Speel daarna de snelle versie met de muziek mee.

Dit is de korte versie zonder dat er meegespeeld wordt.
Deze versie kan je meespelen op de muziek. Hij gaat wel wat sneller.
  • g, a, b
  • We hebben dit liedje al twee keer eerder gespeeld. Eerst op e in c. Daarna op a, in f.
  • Nu transponeren we het liedje nog een keer. We beginnen op b, maar eindigen op g. De vingerzetting kan nog steeds hetzelfde blijven.
  • G is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon.
  • Je zegt dan: dit liedje staat in g.

Miekes lammetje cde

c,d,e

Wie houdt er niet van een volksliedje? Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers e, d en c, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen! Volg de kleuren maar. C is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon. We zeggen dan: het liedje staat in c.

Ik wil een wereld..

OB-MB-BB-OBS-BBS

“Ik wil een wereld waar je mens kunt zijn!” is één van de belangrijkste liedjes van Kzing. Het wordt het hele jaar gezongen, bij verschillende gelegenheden. Bijvoorbeeld met Kerstmis, of wanneer het gaat over inclusiviteit. Dat betekent: dat iedereen erbijhoort. Het liedje gaat over respect voor elkaar. We moeten elkaar helpen en niet pesten.

De onderbouw kan alle refreinen meezingen.

Het maakt niet uit hoe iemand eruitziet, hoe iemands lijf eruitziet, wat voor kleur die persoon heeft, of die persoon op meisjes of jongens valt, of iemand zich een uitgesproken meisje of jongen voelt, of dat dat anders zit en wat iemands geloof is. Elk mens mag er zijn! Jij mag er zijn!

Laten we respectvol zijn naar elkaar.

Ik wil een wereld waar je mens kunt zijn,
waar liefde straalt als zonneschijn.
Waar iedereen in vrede leeft;
een ander gunt, al wat hij heeft.
Een plek een plek waar jij mag zijn.
Respect, respect, Voor groot en klein.

Ik wil een wereld waar de duisternis,
geen toekomst is, geschiedenis;
waar niemand ooit nog onrecht kent
en waar je altijd welkom bent.
Een plek, een plek, waar jij mag zijn.
Respect, respect, voor groot en klein.

Al is de wereld soms wat kil,
het wordt wel warm, met goede wil.
En sprookjesland is soms dichtbij.
Begint bij jou, begint bij mij.

Een plek, een plek, waar jij mag zijn.
Respect, respect, voor groot en klein.
Een plek, een plek, waar jij mag zijn.
Respect, respect, voor groot en klein.

Miekes lammetje fga

OB-MB-BB-ML

  • f, g, a
  • We hebben dit liedje al eens gespeeld. Toen begonnen we op e.
  • Nu verplaatsen we het liedje. Dat heet transponeren. We beginnen op a, maar eindigen op f. De vingerzetting blijft hetzelfde: rechts 3, 2 1 en links 1,2,3.
  • F is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon.
  • Je zegt dan: dit liedje staat in f.

Sprookjesboek

OB-MB-SO-ML

Word jij wel eens voorgelezen uit een sprookjesboek? Of lees je wel eens zelf in een sprookjesboek? Hier is er een liedje dat gaat over voorgelezen worden uit een sprookjesboek.

Sprookjesboek ingezongen
De karaoke versie

Als het bedtijd wordt, voor ik slapen ga,

dan leest mama mij nog voor,

uit het grote, enge, dikke, vette sprookjesboek

en dat vind ik spannend, hoor.

Want in bijna alle sprookjes,

zit iets spannend of iets geks.

Zoals reuzen, boze dwergen,

veertig rovers, hele erge,

of een grote griezelheks.

UItwerking

Van wat voor verhalen hou jij? Wat lezen je ouders je voor? Lees je ook al zelf? Hoor je wel eens een sprookje? Wat is je favoriete sprookje en waarom? Wat vind je het engste sprookje en waarom? Hou je van sprookjes? Waarom of waarom niet?

Vouw een tekenblad in twee stukken. Aan de ene kant teken je het begin van het sprookje. Aan de andere kant het einde van het sprookje.

Matrozen

OB-SO

Een liedje en groepsdansje over matrozen.

Hier hoor je hoe kinderen het liedje zingen. Let op… ze zingen één regel een klein beetje anders. 😉
De karaoke versie van het liedje

Wij zijn matrozen. We varen op de zee.

Spring in ons bootje en vaar maar met ons mee.

Ga je mee, ga je mee? Heel ver weg van Nederland.

Ga je mee, ga je mee? Naar de overkant.

Papegaai!

OB-MB-BBS

In de musical “Naar Toen en Verweggistan”, die over Hoorn in de 17e eeuw en over de Halve Maen ging, had de kapitein van het schip een papegaai. Zo’n papegaai werd dan vaak op de schouder gedragen, maar zat (heel dieronvriendelijk) vaak wel aan een ketting. We hebben een lied over deze papegaai. Op één van de filmpjes kan je het dansje zien dat erbij hoorde.

Ingezongen met film van papegaaien
karaoke met papegaaien in beeld
Met een stukje toneel. Uit de voorstelling “Naar Toen en naar Verweggistan”. Dansje is te zien.

Iedereen wil een papegaai, van je lorre en koppie krauw.
Maar oh, la, la… hij praat je na. Je denkt: “Wat zeg ik nou?”
En als je denkt: “Nou let ik op, bij alles wat ik zeg!”
dan snavelt hij je woorden na en dan heb je vette pech!

Koppie krauw
Kontje blauw
Lekker zeg!
Vette pech…
Ahah…. Ahah… Ahah….

Iedereen wil een papegaai, van je lorre en koppie krauw.
Maar oh, la, la… hij praat je na. Je denkt: “Wat zeg ik nou?”
En als je denkt: “Nou let ik op, bij alles wat ik zeg!”
dan snavelt hij je woorden na en dan heb je vette pech!

************************************************************************

Dit lied is gezongen in de musical “Naar Toen en naar Verweggistan”. Die ging over een schoolklas die op een schoolreisje naar het schip de Halve Maen ging.

De leerlingen verdwaalden in de tijd en kwamen terecht in de tijd van de V.O.C.; de tijd dat Nederland heel grote schepen naar verre landen stuurde om peper, foelie en kaneel te halen.

In de musical maakten de kinderen op het schip kennis met de koopman Jacob Lemaire en zijn papegaai, Dodo. Jacob Lemaire heeft echt bestaan. Hij zocht een nieuwe manier om naar dat verre land te reizen. Of hij echt een papegaai had en of juffrouw Didi echt bestaan heeft, weten we niet.

Vier seizoenenspel

OB-MB-OSO

Dit is een liedje over de vier seizoenen. Soms noemen mensen het ook wel eens de vier jaargetijden. Kennen jullie de vier seizoenen? Je hebt de lente. Je hebt de zomer. Je hebt de herfst. Je hebt de winter.

Verwerking

  • in dit liedje zit een quiz verstopt. Luister eerst het liedje en kijk goed naar de plaatjes. Daarna bekijk je plaatje voor plaatje. Bij welk seizoen hoort elk plaatje?
  • Je kan er ook een soort “Ren je rot-spel” van maken. De kinderen die “ja” zeggen, komen aan de ene kant staan en de kinderen die “nee” zeggen aan de andere kant van de leerkracht.
  • Ieder seizoen heeft bijzondere feesten. Vertel eens welke feesten je kent die bij een speciaal seizoen passen?
  • Je kiest één jaargetijde uit. Bijvoorbeeld de lente. Welke lentewoorden ken je allemaal? Kijk maar eens bij deze filmpjes waarin je woordenschat wordt geoefend.

Hieronder staan de vragen van het ren je rot spel voor de herfst in quizvorm. Het is heel simpel: hoort het plaatje bij de herfst, vul je ja in… Hoort het er niet bij vul je nee in. Als je honderd procent goed hebt, heb je alles goed. Als je een paar kleine foutjes hebt gemaakt, komen de goede antwoorden na afloop ook in beeld.

4
Created on By admin

Wat hoort er bij de herfst?

Kijk naar het plaatje. Hoort het bij de herfst? Dan zeg je ja. Hoort het niet bij de herfst, dan vul je nee in.

1 / 17

Is dit in de herfst?

2 / 17

Is dit in de herfst?

3 / 17

Is dit in de herfst?

4 / 17

Is dit in de herfst?

5 / 17

Is dit in de herfst?

6 / 17

Is dit in de herfst?

7 / 17

Is dit in de herfst?

8 / 17

Is dit in de herfst?

9 / 17

Is dit in de herfst?

10 / 17

Is dit in de herfst?

11 / 17

Is dit in de herfst?

12 / 17

Is dit in de herfst?

13 / 17

Is dit in de herfst?

14 / 17

Is dit in de herfst?

15 / 17

Is dit in de herfst?

16 / 17

Is dit in de herfst?

17 / 17

Is dit in de herfst?

Your score is

The average score is 100%

0%

Als het geen herfst is, kan je dit spel ook doen. Hieronder vind je een quiz waarbij je kan uitproberen of je goed weet wat er in elk seizoen gebeurt. Fouten maken, is natuurlijk helemaal niet erg. Samen met de groep kom je er vast wel uit.

3
Created on By admin

Raad het seizoen

Je ziet steeds een plaatje. In welk jaargetijde is die foto genomen?

1 / 17

In welk seizoen is dit?

2 / 17

Welk seizoen is het hier?

3 / 17

Welk seizoen is het hier?

4 / 17

Welk seizoen is het hier?

5 / 17

Welk seizoen is het hier?

6 / 17

Welk seizoen is het hier?

7 / 17

Welk seizoen is het hier?

8 / 17

Welk seizoen is het hier?

9 / 17

Welk seizoen is het hier?

10 / 17

Welk seizoen is het hier?

11 / 17

Welk seizoen is het hier?

12 / 17

Welk seizoen is het hier?

13 / 17

Welk seizoen is het hier?

14 / 17

Welk seizoen is het hier?

15 / 17

Welk seizoen is het hier?

16 / 17

Welk seizoen is het hier?

17 / 17

Welk seizoen is het hier?

Your score is

The average score is 98%

0%