Verhaaltje van toen

Verhaaltje van Toen. Een schip vaart op zee.
De Hoorn van Eendracht. ga jij met ons mee?
Avonturen en spanning daar houden we van.
Er valt zoveel te zien. Er valt zoveel te leren,
wanneer je een weg zoekt, naar Toen en naar Verweggistan.
Naar Verweggistan….. 3 x

Dwarrelen

OB-MB-OBS

Een bewegingsliedje over de blaadjes die in de herfst van de boom vallen. we zeggen dan dat de blaadjes dwarrelen. We kunnen zelf ook “dwarrelen” op de muziek. Natuurlijk kunnen we ook mooie kunstwerken maken van blaadjes.

Kijk wat er gebeurt: ieder blad verkleurt.
Ieder blad laat los en valt op het mos.
Alle blaadjes dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen;
herfst in het bos!

Het is herfst

Dit liedje gaat over de herfst. Als het herfst is, vallen de blaadjes van de bomen. De grond wordt bedekt met een kleurige deken. Welke kleuren hebben de blaadjes eigenlijk? Hangt het van de boom af welke kleur ze krijgen? En waarom laten de bomen hun blaadjes vallen?

Allemaal heel goede onderzoeksvragen. Hoe komen we achter de antwoorden?

Bewegen

We kunnen ook acteren en bewegen op de muziek. Bij de eerste woorden van het lied doen we alsof we een boom zijn. Als het moeilijk is, kan de juf of meester het voordoen. Hoeveel ruimte neem jij in? Ben jij een grote of een kleine boom? Hoe ver reiken je wortels? Hoe voelt het als de wind door je takken waait?

We zingen het lied en spelen dat we bomen zijn. Bij het stukje waar de blaadjes dwarrelen, draai je rond… totdat je aan het einde “op het mos” valt.

Kunst maken met blaadjes

Je kan van blaadjes ook prachtige kunstwerken maken. Hier staan veel voorbeelden van op Pinterest. Hieronder vind je wat linkjes. Als je erop klikt, opent er een nieuw tabblad op een bord dat Kzing gemaakt heeft op Pinterest. Daar vind je meer knutselprojecten die mensen daar geplaatst hebben. Hoe leuk is het om eerst met elkaar de bladeren te zoeken en dan samen te gaan knutselen?

Ik zou willen varen

Ik zou willen va-ha-ren,
‘k zou matroos willen zijn.
Op de woelige baren,
joh, dat lijkt me zo fijn.
Ik droom van een heel ver land,
ver weg over zee.
Als ik groot ben dan vaar ik daar naar toe,
wie gaat met me mee?
Als ik groot ben dan vaar ik daar naar toe.
Vaarwel en tabeh!

refrein
Wacht dan op ’t Houten Hoofd.
Ik kom t’rug, dat is beloofd.
Ik neem peper voor je mee,
nootmuskaat en zwarte thee.
Foelie, zijde en kaneel.
Niet zo’n beetje, maar heel veel.
Zeven jaar gaan echt heel vlug.
Ik ben zo bij jou terug!

De zee roept me: Kom maar gauw!
Heb je mij wel gehoord?
Want mijn water is woest en grauw.
Zoek een schip. Klim aan boord!
Ik breng je het avontuur.
Zeg niet langer nee-hee,
want een scheepsjongen van de V O C
die maakt heel wat mee.
Als ik groot ben dan vaar ik ver van hier,
vaarwel en tabeh!

refrein 

Spelen met een script

Spelen met een script is één van de vele theatervormen die er bestaan. Je kan ook improviseren, een teacher in role spel doen, jibberen, of mimen, enz.

Bij musical,  toneelstukken, films en soms zelfs bij videogames, is van te voren opgeschreven (script komt uit het Latijn en betekent eigenlijk ook opgeschreven) wat de acteurs moeten zeggen, zingen, dansen, hoe ze moeten bewegen, hoe ze moeten kijken, van welke kant ze opkomen. Dat staat allemaal in hun script. De dingen die ze moeten doen, staan daar ook in. Dat noem je: regieaanwijzingen. Er is een regisseur die oplet of de acteurs precies doen wat er voorgeschreven is.

Je kan naar een beroepsopleiding gaan om acteur, filmacteur, musicalacteur, regisseur, productieleider dramaturg, kostuumontwerper, lichttechnicus, geluidstechnicus, enz. te worden. 

Je kan er ook voor kiezen om je aan te sluiten bij een amateurvereniging, zoals Kzing. Amateur betekent niets negatiefs. Het woord betekent letterlijk: liefhebber. Je doet het dan voor je hobby. Op Nederlandse basisscholen wordt vaak in groep 8 een musical uitgevoerd. Op Vrije Scholen worden veel toneelstukken gespeeld.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Jibber jabber

Jibber jabber is een techniek die je kan gebruiken bij het acteren. Je kan het goed gebruiken bij improviseren, maar het kan ook in een toneelstuk of musical voorkomen.

Jibber jabber is een soort fantasietaal. Het is een soort klanktaal, waarin je niet echt woorden kan horen. Je drukt uit wat je wil “zeggen” door af te wisselen in de hoogte van de klank, de sterkte van de klank, de duur van de klank, het gebruik van zachte klinkers, of juist harde of zachte medeklinkers, Je kan zelfs in een bepaalde taalkleur jibberen. Dan lijkt het alsof je Duits of Frans praat. Lichaamstaal en mimiek ondersteunen wat je wil zeggen.

Het woord ook wel “jabbertalk”, “Gibberish” en “Gromelot” genoemd. Je kan deze taal goed gebruiken bij improvisaties en opwarmingsoefeningen, maar soms wordt de taal ook wel in voorstellingen gebruikt. 

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Tableau vivant

Een tableau viviant is een spelvorm bij acteren, oftewel bij toneelspelen. Een spelvorm is de manier waarop je toneelspeelt. Je kan bijvoorbeeld improviseren, een uitgeschreven tekst uitspelen, mime spelen, maar je kan ook een of meer tableaux neerzetten. 

Tableau is het franse woord voor schilderij. Vivant is het franse woord voor levend. Een tableau vivant is dus een levend schilderij. Het is een soort bevroren beeld. Een foto. 

De theatervorm komt uit de 18e en 19e eeuw en werd door arbeidersbewegingen gebruikt tijdens feestavonden en bijeenkomsten van politieke partijen. Achter een gesloten gordijn gingen de mensen klaarstaan. Vaak werden er decorstukken gebruikt. Als iedereen goedstond, ging het gordijn open. Het publiek mocht dan een minuut of twee kijken. Vaak werd er een maatschappelijk probleem uitgebeeld in twee tableaux. De eerste gaf aan hoe de situatie nu was, de tweede wat de oplossing was.

Ook nu is het nog een leuke theatervorm. Het lijkt op foto’s maken. Je kan bijvoorbeeld afspreken dat elk groepje drie foto’s laat zien.

De acteurs beelden een momentopname of gebeurtenis van een belangrijk moment uit, terwijl zij stilstaan. Zij gebruiken hiervoor hun houding en mimiek en de manier waarop zij zichzelf neerzetten ten opzichte van elkaar. Er wordt geen geluid gemaakt. e houding wordt een bepaalde tijd vastgehouden. De leerlingen “freezen” dus voor een bepaald tijdje.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Fantaseren en verzinnen

Fantaseren en verzinnen kan een op zichzelf staande werkvorm bij acteren zijn, maar het kan ook een vaardigheid zijn die in alle acteer werkvormen en in het dagelijks leven gebruikt kan worden. In alle kunstvormen (muziek, beeldend, acterend, schrijvend, etc.) is het belangrijk om zelf dingen te kunnen bedenken. Je noemt dat “verzinnen”, of “fantaseren”.

Wat dat is, is niet zo gemakkelijk uit te leggen. Toch doen veel kinderen dat vaak wel als ze bijvoorbeeld samen schooltje spelen. Ze verzinnen een verhaal, terwijl ze een rol spelen. Als het verhaal niet bevalt, geven ze er opeens een andere draai aan. Ze zijn lekker aan het fantaseren. Soms zegt iemand: “Stel je eens voor dat ….”  Wat daarna komt, is vaak een fantasie van die persoon. Liegen is een negatieve manier van fantaseren.

Verzinnen is dus je manier van denken gebruiken om je iets voor te stellen of te vertellen. Vaak is het leuk als dat anders is dan je normaal verwacht of wat iemand anders al had bedacht.

Fantaseren kan je leren. Het is een vaardigheid die je kan trainen door het veel te doen. Je wordt er handiger in.

Onder het materiaal staat nog meer uitleg over fantaseren en verzinnen.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Je leert veel van verzinnen en fantaseren. Onder andere leer je je inleven in andere mensen en hun redenen om dingen te doen. Van fantaseren word je ook flexibeler. Je leert dat er meer manieren dan één zijn om iets aan te pakken of te voelen. Verzinnen en fantaseren is ook super leuk. Als je niet in slaap kan vallen, kan je lekker gaan liggen fantaseren. Je kan een verhaal bedenken, of je kan bedenken hoe het zal zijn als jij later volwassen bent…

Denk eens expres het omgekeerde van wat je normaal doet of denkt. Begin te bedenken hoe het normaal is en keer dan dingen om. Je kan bijvoorbeeld de twee personen uit een verhaal omkeren. Of je kan ze iets anders laten doen dan ze eigenlijk deden.

Lees een stukje van een verhaal en stop halverwege. Verzin dan zelf minstens drie eindes aan het verhaal.

Je kan ook samen met een groep iets verzinnen. Je zit in een kring. Iedere keer vertelt één persoon een regel van het verhaal. Zo ontstaat er een heel ander verhaal, dan wanneer jij het alleen verzonnen zou hebben.

 

 

Materiaal dat altijd te gebruiken is

Hier vind je uitgelicht materiaal dat in elk seizoen te gebruiken is:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Uitgebreid zoeken

1. Typ een zoekterm in en filter daarna door:

 

Kind wijst mini
Filter op onderwerp
zoek op Muzikale onderwerpen
Filter op doelgroep
Filter op activiteit

2.Zoek uitgelicht seizoensmateriaal:

Uitgelicht 200
1: Wij gaan weer naar school
2: Herfst
3: Winter
Lente
Zomer
Materiaal dat altijd te gebruiken is

3.Snuffel bij de muziekpraatplaten, podcasts, lesfilmpjes, liedjes:

Kind tada mini
Muziekpraatplaten van Kzing
Podcasts van Kzing
Lesfilmpjes van Kzing

4.Luister naar materiaal uit de muziekgeschiedenis

Geschiedenis van de muziek 500
Muziekgeschiedenis van de Westerse Kunstmuziek en de muziekvormen die daarbij horen. Soms noemt men dit: klassieke muziek, maar die term is niet helemaal juist
Met lichte muziek bedoelt men vaak alle muziekstijlen die niet tot de Westerse Kunstmuziek horen

5. Kijk eens bij het materiaal om samen met de groep te musiceren:

samen musiceren mini
Musiceren zonder notatie
Stap voor stap leren omgaan met muzieknotatie in de kleuren van de boomwhackers, ook te gebruiken voor klankstaven of toetsen
Als je bekend bent met het lezen van kleuren en vormen, kan je ook gewoon stap voor stap de liedjes gaan spelen. Je kan natuurlijk ook een lied kiezen bij een thema.

Uitgebreid zoeken 2

Filter op onderwerp
zoek op Muzikale onderwerpen
Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Dierendag

Op deze pagina vind je materiaal dat je kan gebruiken rondom het thema dierendag.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

FF sociaal allemaal 11 : Even samen napraten

Les 11: Even samen napraten over het schooljaar. Te gebruiken in de laatste maand van het schooljaar.

Praatposters 22 en 23

Praatposter 22: bespreek de vragen op de poster met elkaar.
Praatposter 23: Waar kijk jij het meeste naar uit? Wat is voor jou belangrijker: dat school stopt, dat je weggaat, dat je lekker thuis kan rommelen….? Hoe denk je over het volgende schooljaar?

Het boekje blz. 4 en 5:

Les 1: Wij gaan beginnen

Praatposters:

Onze suggestie:

Meer materiaal voor deze periode

Einde schooljaar

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Grote vakantie:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

FF sociaal 8 : Wij zijn onderzoekers

Les 2: Iedereen hoort erbij

Praatposters 16, 17 en 18:

Praatposter 16: Welke eigenschappen heb je nodig om iets te onderzoeken? Wat is het verschil tussen een onderzoeksvraag en een opzoekvraag? Eventueel: vragenmachientje.
Praatposter 17: Meestal werken onderzoekers in een team. Hoe werk je goed in een team? Hoe sta jij tegenover hulp krijgen en hulp geven? Heb je er ervaringen mee? Waren die goed of onprettig?
Praatposter 18: Wat is een doorzetter? Ben jij een doorzetter?

Het boekje blz. 16, 17, 18, 19, 20 :

Onze suggestie:

Meer materiaal dat bij dit thema past:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

FF sociaal allemaal 5 : Wij leven met elkaar mee

Wij leven met elkaar mee in vreugde en verdriet:

Praatposter 13

Het boekje blz. 12

Praatposter 13: We vieren samen feest, maar we leven ook met iemand mee die verdriet heeft. Hoe vier je samen iets? Hoe help je iemand die verdriet heeft?

Onze suggestie:

Materiaal dat hier bij past:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Wij leven met elkaar mee in verdriet:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Les 1: Wij gaan beginnen

Praatposters:

FF sociaal allemaal les 4 : Problemen lossen we samen op

Omgangsvormen op school:

Praatposters 9, 10, 11, 12:

Praatposter 9: Hoe vraag je iemand om te stoppen met gedrag waar jij last van hebt. Is het altijd terecht dat je een ander vraagt te stoppen?
Praatposter 11: Welke vragen stellen jullie aan jezelf en elkaar, wanneer jullie er samen uit proberen te komen?
Praatposter 10: Welke stappen zijn er bij het oplossen van problemen?
Praatposter 12: Welke woorden ken jij om gevoelens te beschrijven? Kun je een tekening maken van het gevoel dat je het meeste hebt?

Het boekje blz. 8, 9, 10. 11

Onze suggestie:

Meer materiaal dat je kan gebruiken:

Omgangsvormen

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Problemen rondom pesten:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Gevoelens rondom school

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Voor de hele groep

Op deze pagina vind je materiaal dat door het jaar heen te gebruiken is bij gelegenheden die de hele groep aangaan, zoals bijvoorbeeld beginnen, naar huis, een verjaardag vieren, samen de avondvierdaagse lopen of naar gym lopen, praten over pesten etc.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Bos

Op deze pagina vind je uitgelicht materiaal over het bos.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

FF sociaal allemaal les 2 : Iedereen hoort erbij

Les 2: Iedereen hoort erbij

Praatposters 5 en 6:

Praatposter 5 In een goede groep voelt iedereen zich prettig. Voel jij je prettig in deze groep?
Praatposter 6 Niet ieder mens is hetzelfde. Dat is juist leuk. Waarin verschil jij van anderen? Wat is jouw verhaal?

Het boekje blz. 4 en 5:

Een suggestie:

Meer materiaal dat je kan gebruiken:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Lposters:

FF sociaal allemaal les 1 : Wij gaan beginnen

Les 1: Wij gaan beginnen

Praatposters 1, 2, 3 en 4:

Praatposter 1 Bespreek hoe de vakantie was en vraag of de leerlingen er alweer aan toe waren om naar school toe te gaan. Hoe hebben ze geslapen? Vinden ze het spannend? Leuk spannend, of eng spannend?
Praatposter 2 Schrijf hier de naam van de groep op en de naam van de leerkrachten waarmee de leerlingen te maken krijgen
Praatposter 3 Bespreek wat de leerlingen verwachten dat zij zullen leren dit schooljaar, wat hun persoonlijke leerdoelen zijn en wat zij geacht worden te leren
Praatposter 4 Iedereen vult de eigen naam in op de poster. De leerkracht maakt een foto en plakt die bovenaan.

Het boekje voorkant, blz 1, 2 en 3:

Een suggestie:

Meer materiaal dat je kan gebruiken

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Blues en zo

Op deze pagina wordt de muzikstijl “blues” uitgelicht, maar ook de stijlen die er uit voort zijn gekomen. Je hebt vast wel eens van de muziekstijl “blues” gehoord. Het woord “blue” betekent: “verdrietig”. Dit begrip komt uit de scheepvaart van de zeilboten. Als een kapitein van een schip overleed, werd de vlag in de mast vervangen door een blauwe vlag. Soms werd er ook een blauwe band rond het hele schip geschilderd. Als het schip de haven binnenliep, wist iedereen dat er verdriet aan boord was.

Om een eerste indruk van de blues te krijgen, kun je luisteren naar deze muziek van Memphis Slim.

De blues is ongeveer tussen 1860 en 1900 ontstaan in de USA.

In die tijd kwamen tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika in het zuiden van de Verenigde Staten terecht. Eerst bracht men hen naar de West-Indische eilanden, maar veel van hen werden van daaruit verkocht naar New Orelans.

De mensen woonden dus vooral in het gebied rond Memphis. De Afrikaanse mensen die tot slaaf gemaakt werden, namen hun eigen muziek mee. Die kenmerkte zich door sterke ritmes en lekker vrij improviseren.

Zo is rondom die plantages de bluesmuziek ontstaan. Ze moesten daar vreselijk hard werken en hun leven was erg zwaar. Om het harde leven te kunnen verdragen zongen ze hun religieuze liederen zoals gospels en spirituals. Daaruit is de muzieksoort die we blues noemen, ontstaan.

De melodie werd in Afrikaanse muziek vaak gemaakt door 5 tonen te gebruiken. Dat noem je pentatoniek. In c mineur was dat bijvoorbeeld c, es, f, g, bes.

In New Orelans speelden er bands op straat. De zwarte mensen dansten op de muziek. De muziek vermengde zich met de muziek van Europese mensen. In cafétjes stond vaak een oude piano. Daar werd Honky Tonk muziek gespeeld. Dat was ragtime muziek. Allebei de handen spelen dan lastige ritmes.

Ook zongen ze liedjes onder het werken: work songs. In hun liedjes gebruikten ze soms woorden die hun opzichters niet kenden. Daar konden ze dan stiekem mee uitdrukken hoezeer ze die mensen haatten.

Vaak maakten ze samen ook gezellige muziek als het werk eindelijk eens klaar was. Mensen uit andere culturen brachten hun eigen instrumenten mee. Zo kreeg de blues soms een cajun- tintje. Soms waren die instrumenten niet beschikbaar en maakte men zelf instrumenten.

Op een gegeven moment brak er een oorlog uit tussen het Noorden en Zuiden van Amerika. In het Noorden mochten mensen van kleur vrij zijn, maar in het Zuiden werden de mensen als slaaf beschouwd. Veel tot slaaf gemaakte mensen zijn toen gevlucht. De blues heeft hen hierbij geholpen. Kijk en luister maar eens naar de les over de Freedomtrain die hierboven genoemd staat.

Rond de Eerste Wereldoorlog trokken veel mensen weg vanuit het zuiden. De mensen waren nu meestal vrij en wilden weg van de plantages waar ze zo waren uitgebuit. Ze trokken naar steden in het noorden van Amerika, zoals Chicago en Detroit. De muziek reisde mee. Die ging ook stadser/stedelijker klinken. Eind jaren dertig kwamen de elektrisch versterkte instrumenten erbij. Ook alle jazzstijlen zijn beïnvloed door de blues.

De muziek werd elektronischer, maar ook sneller. Dat noem je “up tempo”. Deze muziekstijl maakte de weg vrij voor rhythm and blues en rock ’n roll. Eerst werden die stijlen zo populair dat de blues leek te verdwijnen. Maar bluesmuziek is muziek die uit het hart komt. Het zijn eigenlijk vaak ook levensliederen. Dus de stijl leefde weer op doordat muzikanten uit Engeland in die stijl gingen spelen.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Ga je met me mee op reis/ Advocaatje ging op reis

De woorden van dit liedje zijn gemaakt op de melodie van het oude kinderliedje
“Advocaatje ging op reis”. We gebruiken de boomwhackerkleuren en de boomwhackervormen, maar we zetten ze op een echte notenbalk.

Een notenbalk heeft 5 lijnen. Vooraan staat een mooi teken. Dat teken heet g-sleutel. Hij begint bij het bolletje op de plek van de g. Kan je aan de noten zien of de melodie omhoog of omlaag gaat?

Kan je het liedje op boomwhackers of toetsen spelen?

De woorden van het traditionele kinderliedje, dat soms ook wel als klapspelletje op het schoolplein gezongen en geklapt werd, kan je er natuurlijk ook op zingen. We hebben ze hieronder neergezet. In de echte versie van het liedje loopt het niet zo goed af met het advocaatje. Weet je wat een advocaat is?

Advocaatje ging op reis, tiereliereliere
Advocaatje ging op reis, tierelierelom

Met zijn hoedje op zijn arm, tiereliereliere
Met zijn hoedje op zijn arm, tierelierelom

Bij een herberg bleef hij staan, tiereliereliere
Bij een herberg bleef hij staan, tierelierelom

Met zijn hoedje op zijn arm, tiereliereliere
Met zijn hoedje op zijn arm, tierelierelom

Stokvis kreeg hij bij ’t ontbijt, tiereliereliere
Stokvis kreeg hij bij ’t ontbijt, tierelierelom

Met zijn hoedje op zijn arm, tiereliereliere
Met zijn hoedje op zijn arm, tierelierelom

’t Graatje schoot hem in zijn keel, tiereliereliere
’t Graatje schoot hem in zijn keel, tierelierelom

Met zijn hoedje op zijn arm, tiereliereliere
Met zijn hoedje op zijn arm, tierelierelom

Dokter was nog net op tijd, tiereliereliere
Dokter was nog net op tijd, tierelierelom

Tierelierelom

Tierelierelom

Er horen bewegingen bij dit liedje

Met zijn (klap in je handen)

hoedje (rechterhand op je hoofd)

in zijn (klap in je handen)

arm (rechterhand op je linkerarm)

Tiereliereliere: rondjes draaien met je handen.

Met zijn (klap in je handen)

hoedje (rechterhand op je hoofd)

in zijn (klap in je handen_

arm (rechterhand op je linkerarm)

Tierelierelom. (rondens draaien met je handen)

Good king Wenceslas

MB-BB-BBS-ML

Dit lied is in 1853 (De periode die in de muziekgeschiedenis “Romantiek” heet) geschreven door John Mason Neale. We zien het voor het eerst staan in Carols for Christmas-Tide. Een carol is een engelse naam voor kerstliedje. De melodie is gepikt van een lenteliedje in het Latijn uit de 13e eeuw (Een periode die in de muziekgeschiedenis Middeleeuwen heet): Tempus adest floridum.

Het lied gaat over Wenceslas die op tweede kerstdag (het feest van de heilige Stefanus) een man ziet, die aan het hout sprokkelen is. Hij wil hem een aalmoes geven. Zijn page (hulpje) wil eigenlijk naar huis, hij heeft het koud, maar hij volgt de heilige die beslist de arme man wil helpen.

Good King Wenceslas looked out
on the Feast of Stephen
When the snow lay round about,
deep and crisp and even
Brightly shone the moon that night
though the frost was cruel
When a poor man came in sight
gathering winter fuel

Good King Wenceslas looked out
on the Feast of Stephen
When the snow lay round about,
deep and crisp and even
Brightly shone the moon that night
though the frost was cruel
When a poor man came in sight
gathering winter fuel

Hither, page, and stand by me,
if thou knowst it, telling
Yonder peasant, who is he?
where and what his dwelling?
Sire, he lives a good league hence,
underneath the mountain
Right against the forest fence
by Saint Agnes fountain.

Tempus adest floridum, surgent namque flores
Vernales in omnibus, imitantur mores
Hoc quod frigus laeserat, reparant calores
Cernimus hoc fieri, per multos labores.

Sunt prata plena floribus, iucunda aspectu
Ubi iuvat cernere, herbas cum delectu
Gramina et plantae hyeme quiescunt
Vernali in tempore virent et accrescunt.

Haec vobis pulchre monstrant Deum creatorem
Quem quoque nos credimus omnium factorem
O tempus ergo hilare, quo laetari libet
Renovato nam mundo, nos novari decet.

Terra ornatur floribus et multo decore
Nos honestis moribus et vero amore
Gaudeamus igitur tempore iucundo
Laudemusque Dominum pectoris ex fundo.

We proberen een stukje te vertalen:

De tijd voor bloemen is gekomen, ze rijzen al op.
Lente is in alle dingen, die doen wat natuur zegt
Alles wat door ijs was aangevallen, heeft weer vuur/warmte hersteld
Winter huilt om de grote werken van de lente

Je ziet dat het liedje eigenlijk een lenteliedje is.

Bring me flesh and bring me wine
bring me pine logs hither
Thou and I shall see him dine
when we bear them thither.
Page and monarch, forth they went
forth they went together
Through the rude winds wild lament
and the bitter weather

Sire, the night is darker now
and the wind blows stronger
Fails my heart, I know not how
I can go no longer.
Mark my footsteps, good my page
tread thou in them boldly
Thou shall find the winters rage
freeze thy blood less coldly.

In his masters step he trod
where the snow lay dinted
Heat was in the very sod
which the Saint had printed
Therefore, Christian men, be sure
wealth or rank possessing
Ye, who now will bless the poor
shall yourselves find blessing.

Wie was die Wenceslas nou eigenlijk?

Koning Wenceslas de heilige (waarschijnlijk 905-935) was de hertog van Bohemen. Dat is het huidige Tsjechië. In de katholieke kerk is hij heilig verklaard. Hij is dus een “Sint”.

Hij was de zoon van Vratislav de eerste van Bohemen. Zijn oma heette Ludmilla en zij voedde hem christelijk op. Wenceslas was heel gelovig.

Zijn moeder was niet christelijk. Men noemde dat toen: heidens. Toen de vader van Wenceslas overleed, ging zijn moeder regeren. Zij was tegen de christenen. Het volk van Bohemen smeekte Wenceslas, of Wenceslaus, om de macht van haar over te pakken. Rond 925 deed hij dat. Hij zorgde dat Bohemen bij het Duitse rijk kwam. De kerkdienst werd toen in het Latijn.

Zijn moeder en broer, die Boleslav heette, vermoordden hem op 28 september 935. Ze hakten zijn lichaam in stukjes. Zijn broer kreeg spijt en zorgde ervoor dat de lichaamsdelen van Wenceslas overgebracht werden naar de Sint-Vituskerk in Praag.

Wenceslas is de beschermheilige van Bohemen en Tjechië. Zijn herdenkingsdag is: 28 september.

Muziek maken met drumstokken of ritmestokjes

We lichten hier uit hoe je met drumstokjes, ritmestokjes, handen of zelfs pennen op een tafelblad mee kan spelen met al dan niet bekende muziek.

Ritme is wat er overblijft van een liedje als je de melodie weglaat en het alleen meeklapt. Soms hoef je niet het hele ritme te spelen, maar kan je een ritme kiezen dat leuk klinkt bij de muziek.

Je kan ervoor kiezen om mee te klappen, het ritme met bodypercussie te laten horen, of ritme-instrumenten te gebruiken. Het is ook erg leuk om drumstokken te gebruiken.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Musical

We hebben een sterretje gezet bij de filmfragmenten die met jonge groepen bekeken kunnen worden

Musical is een theatervorm waarin gewerkt wordt met een script. Er is voorgeschreven hoe de liedjes, dialogen, muziek en dans gebruikt worden om een verhaal te vertellen. Het kan gaan om een toneeluitvoering, maar ook om een film. Beroemde musicals gaan vaak de hele wereld over. Verschillende landen maken eigen vertalingen.

Er zijn speciale grote theaters voor deze kunstvorm, waar een musical heel lang kan spelen. In Engeland heb je West End in Londen. In de V.S. gaat het om Broadway, in New York. In Nederland hebben we bijvoorbeeld het Circustheater in Scheveningen.

Er zijn professionele opleidingen om musicalacteur te worden.

Een voorbeeld van een moderne Disney musical:
Beauty and the beast *
Uit de musical Revue, revue, revue, van Kzing

Maar er zijn ook veel kleine theaters waar musicals worden opgevoerd, zowel door professionals als door amateurs. Ook Kzing houdt zich bezig met het uitvoeren van musicals met kinderen en jongeren.

Basisscholen studeren ook vaak een musical in. Ze doen dat in groep acht.

Musical een heel toegankelijk genre.

Uit de musical Spring, van Kzing*

Het begin

We weten natuurlijk niet of er in heel oude culturen al theaters waren waar stukken met muziek werden uitgevoerd, maar van de oude Grieken weten we dat ze al muziek gebruikten in hun tragedies en komedies. Daarin waren woorden en liederen. er was een grote groep mensen (het koor) dat hun mening zong.

Muziek bleef altijd belangrijk in het theater. \In opera’s zongen de mensen het hele verhaal. Je had aria’s en recitatieven. In de aria’s werd meestal een gevoel verduidelijkt en in de recitatieven ging het verhaal verder.

De muziek van operettes was wat lichter. Daar werden de teksten gesproken en er waren aria’s die gezongen werden.

Je had ook vaudeville en revueshows. Die waren vrolijk en het was de bedoeling dat het publiek vermaakt werd.

Op weg

Sinds het begin van de twintigste eeuw noemen we muzikale theaterstukken: musicals. Het genre werd enorm populair bij het grote publiek. Dat ging heel geleidelijk.

Al heel vroeg had je in Engeland het duo Gilbert en Sullivan. Zij stonden aan de wieg van de kunstvorm musical. H.M.S. PInafore (1878) en The Mikado (1885).

In Nederland werd in 1920 een muzikaal toneelstuk uitgevoerd, dat daarna nog vele keren op de planken is gebracht: De Jantjes.

Dat was een naam voor de Nederlandse mariniers, de zeesoldaten. Het stuk is heel vaak uitgevoerd en wordt nog steeds op de planken gebracht. In 2012 zong Willeke Alberti er nog mee. Het ging over de Jordaan, een plek in Amsterdam. Nog steeds worden er veel liedjes uit die musical gezongen, zoals bijvoorbeeld: Bij ons, in de Jordaan.

De mensen zochten afleiding voor de ellende die ze meemaakten in de Eerste Wereldoorlog. Economisch gezien ging het ook niet zo goed. Populaire voorstellingen met liederen van George en Ira Gershwin, Irving Berlin, Cole Porter en Rogders en Hart boden afleiding. Er zaten elementen in uit de Vaudeville en de music hall entertainment. De nadruk lag op dansen met een groot gezelschap. Populaire liedjes werden gebruikt en gemaakt. Maar…. er was nog niet echt een doorlopend verhaal.

Dat veranderde door een muzikaal theaterstuk van Jerome Kern en Oscar Hammerstein: Show boat, naar aanleiding van een roman van de Amerikaanse schrijver Edna Ferber. (1927) Je zou kunnen zeggen dat dat de eerste musical was. Het doorlopende element uit de opera en de operette werd gecombineerd met het Vaudeville en cabaret achtige.

Show boat had bovendien een zeer maatschappelijk betrokken verhaal (een verhaal met diepgang in muzikaal theater was nog niet voorgekomen) dat doorliep, maar het werd omlijst door dansen en populaire muziek.

Verfilmingen van musicals

In 1929, 1936 en 1951 werd de musical Showboat verfimd. Dat hoort ook echt bij het genre. Goede producties worden vaak ook verfilmd, terwijl daar de liedjes ook gewoon in te horen zijn. Ook vandaag de dag vind je toneelvoorstellingen en filmvoorstellingen. Het zijn twee heel andere belevingen. De film is vaak gelikter, maar het theater kan soms meer gevoel bij je oproepen.

De ontwikkeling tot volledige musical was klaar met hun musical Oklahoma! uit 1943. Die musical had een duidelijke verhaallijn, liedjes die zorgden dat het verhaal verder ging, dansen die uitbeelden wat de personen meemaakten. Ook in de Verenigde Stagen waren mensen aan de gang gegaan met het genre.In de V.S. was het Hart.

Het genre krijgt vorm: de jaren twintig tot vijftig

We noemen wat musicals uit die tijd: Carousel (1945), South Pacific (1949), The King and I (1951) en The Sound of Music (1959). Irving Berlin maakte “Annie get Your Gun” in 1946.

Het ging er in deze musicals niet meer om dat mooie meisjes hun benen in de lucht gooiden om het publiek te vermaken. Maatschappijbetrokkenheid zag je ook in de opera “Porgy and Bess” en in die tijd maakte Kurt Weill zijn Driestuiveropera.

De jaren vijftig tot negentig: ontwikkeling tot steeds meer maatschappijbetrokken musicals

We noemen hier enkele musicals uit die periode die nog steeds gewaardeerd worden: My fair Lady (1956) West Side Story (1957), The Fantasticks (1960) ,

In Nederland maakten we in de jaren vijftig kennis door de musicals uit Amerika. Ze werden vertaald en op de planken gebracht in Nederlandse theaters. Annie M.G. Schmidt schreef samen met Harry Banningk de eerste origineel Nederlandstalige musicals: Heerlijk duurt het langst (1965) en En nu naar bed (1971).

Er is in Nederland nog een genre dat zich in af en toe een beetje vermengt met musical: dat is kleinkunst. Liedjes uit musicals worden soms op kleine podia gezongen en omgekeerd worden mooie kleine liedjes wel gebruikt in musicals. Annie M.G. Schmidt heeft ook veel prachtige liedjes geschreven die zich daarvoor lenen.

Fiddler on the roof ( 1964), Hello Dolly (1964), Funny girl (1963) Hair, dat was de eerste rockmusical, (1967), A Chorus Line (1975), Les Misérables (1985), The Pahntom of the Opera (1986), Wicked (2003) en Hamilton (2015).

Die maatschappijbetrokkenheid ontwikkelde zich nog verder in de jaren vijftig tot negentig.

De langstlopende musical, “Les Misérables” die in 1980 in première ging, is een goed voorbeeld van een maatschappijbetrokken musical.

In de jaren zeventig waren het Jos Brink en zijn man Frank Sanders die veel deden voor hen genre. Hun musical Maskerade werd een grote hit. Nederland heeft veel bijzondere musicalsterren (gehad): Conny Suart, Willem Nijholt, Karin Bloemen, Chantal Janzen…

De thema’s werden steeds maatschappelijker. Ze gingen over de tweede wereldoorlog en over de drooglegging in Chicago, over moorden, enzovoort. Na Hair werden er meer musicals gemaakt waarin de hedendaagse rockmuziek verwerkt werd: Jesus Christ Superstar, The Rocky Horror Show, Evita en Tommy. Ze waren heel bombastisch.

Stephen Sondheim verdient een speciale vermelding. Hij wordt wel genoemd als de beste musicalmaker van alle tijden. Ze waren “echter”. Rauwer, de muziek was moeilijker, mensen herkenden de gevoelens van de spelers. Hij verzon ook een ander concept: een musical zonder verhaallijn, met een verbindend thema. We noemen wat musicals: Sweeney Todd (1979), Sunday in the Park with George (1984) en Into the Woods (1987)

Ook Andrew Lloyd Webber was geweldig populair als musicalcomponist. Hij schreef de muziek voor Jesus Christ Superstar (1970), Cats (1981), The Phantom of the Opera (1986) en Sunset Boulevard (1993).

In de tachtiger jaren bestond het theater Carré honderd jaar. Ze vierden dat met de musical Cats. Het werd zo’n succes dat Joop van den Ende grote musicals ging produceren. Hij bracht Les Misérables, The Phantom of the Opera en Cabaret. Hij opende grote musicaltheaters zoals het Circustheater in Scheveningen en het Beatrixtheater in Utrecht. Daar kunnen musicals heel lang blijven draaien. Het nieuwe DeLaMar theater is in 2010 opengegeaan.

Er kwamen Afro-Amerikaanse invloeden in de musicals, met musicals zoals Dreamgirls, Purlie en The Wiz.

De jaren negentig

In 1991 produceerde Joop Van den Ende Cyrano de Bergerac, de eerste eigen musical. Andere bekende Nederlandse producties waren: Wat zien ik, Doe Maar! en Ciske de Rat.

Disney ging musicalversies maken van zijn films. Denk aan Beauty and the Beast, The Lion King en Aida. Naast grote musicals, ontstonden ook kleine producties. Denk aan Little Shop of Horrors en Bloedbroeders.

Joop van den Ende was er als de kippen bij. Hij sloot een deal met Disney theaterproducties en mocht de Disney producties in Nederland produceren. Denk aan: Aida(2001), The Lion King (2004), Beauty and the Beast (2005) , Tarzan (2007) , Hight School Musical (2009) , Mary Poppins (2010), The little mermaid (2012) en Aladdin (2021).

De eenentwintigste eeuw: herkenbaarheid versus originaliteit

Er zijn meer producenten: Stage Enterggainment, BOS Theaterproducties, De Graaf & Cornelissen Entertainment, Albert Verlinde Entertainment, Theater Alliantie, Studio 100 en MediaLane. Ook in Vlaanderen werden er veel grote musicals opgevoerd, maar in 2003 werden de subsidies voor musical geschrapt. Dat had natuurlijk veel invloed.

Nederland is best een groot musicalland. Het genre leeft hier nog steeds wel, zowel in professionele gezelschappen als bij amateurverenigingen. Musicals zijn altijd erg pobpulair in Nederland, maar na 2005 zijn er wel wat minder bezoekers.

De eerste liedjes van Kzing die in het onderwijs gezongen werden, kwamen uit de musicals die we voor kinderen hadden geschreven en gecomponeerd. Hoewel de musicals van Kzing niet op de grote podia te zien zijn, maken we bij Kzing altijd nieuw, origineel materiaal.

We sluiten wel aan bij de traditie van maatschappijbetrokkenheid, maar de verhalen ontstaan door de samenwerking tussen de musicalleerlingen en de schrijver/componist. Zo zijn er veel meer kleine productiehuizen die zelf musicals schrijven en het genre gebruiken om echt een verhaal te brengen.

Op de grote podia gaat het er anders aan toe. Er is op het moment erg veel herhaling. Mensen houden ervan om dingen terug te zien. Ze willen dingen herkennen. Daarom worden veel grote musicals steeds opnieuw geproduceerd en verhalen worèden steeds bewerkt.

Lessen van Kzing over musical materiaal:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

We will rock you

BB-BBS-ML

We will rock you is een nummer van Queen. Iedereen kent het, dankzij het opzwepende ritme. Wij hebben het ritme ook gebruikt in het lied Boos.

We will Rock you, gaat over een man. Het eerste couplet gaat erover dat hij een straatjongen is. Hij heeft weinig kansen, maar hij is optimistisch over de toekomst. Het tweede couplet is hij volwassen, maar hij leeft nog steeds in armoede. Toch is hij nog steeds positief. Het derde coupolet is hij een oude man, maar hij leeft nog steeds op straat. Hij lijkt niet veel verder gekomen dan in zijn jeugd. Eigenlijk lijkt het erop dat hij een beetje mislukt is. Het nummer lijkt erover te gaan dat het geen zin heeft om ambitie te hebben.

Maar de muziek is helemaal niet depressief of treurig. Het nummer is wat betreft ritme juist heel positief en opzwepend. Het nummer wordt vaak gezongen om mensen aan te moedigen. Bijvoorbeeld wanneer ze sporten en een prestatie moeten neerzetten.

Hieronder zie je dat je steeds tot 4 telt. De nadruk valt op tel 1. De eerste tel is sterk. Dan komen er nog 3 iets zachtere tellen. Ieder blokje van 4 tellen heet een maat. Het is een 4-telsmaat.

Tips voor de verwerking:

  • Je kan een bodypercussie maken bij het lied
  • Leerlingen kunnen twee aan twee meeklappen met het ritme
  • Het is ook leuk om mee te drummen met drumstokken te doen, bij dit lied. Dat kan ook bij het lied Boos.
  • Je zou emoties kunnen lopen, in stappen.
  • Je zou een zin kunnen zeggen, met verschillende emoties.

Over Rockmuziek

Rockmuziek is een muziekgenre uit de “lichte muziek”. Vaak is er sprake van bandmuziek waarbij een gitaar, basgitaar en drums te horen zijn, meestal aangevuld met zang en soms met andere instrumenten. Het genre werd heel populair in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Dit gebeurde in de Verenigde Stagen van Amerika. Het ontstond uit andere genres, zoals rhythm-and-blues en countrymuziek. Eerst was er rock-‘n-roll en Rockabilly, maar later werd het heel anders van karakter.

Het werd ingevoegd in veel andere stijlen, zodat je veel verschillende mix-genres kreeg. Er is hele zoete rock, maar er is ook harde rock. Er zijn zelfs rock opera’s. In de jaren zestig leerde de rest van de wereld deze muziek ook kennen. Er ontstonden genres als: psychedelische rock, hardrock en later punk. De stijl ontwikkelde verder tot new wave, heavy metal en grunge.

Rock is waarschijnlijk het meest beluisterde muziegenre, op dit moment.

Queen

De band werd in 1970 opgericht door gitarist Brain May, drummer Roger Taylor en de beroemde zanger Freddie Mercury. In 1971 kwam de bassist John Deacon erbij. Queen heeft heel veel hits gehad en was erg succesvol. De band heeft veel albums verkocht.

De muziek was ook van een hoog niveau. Freddie had een muziekopleiding gehad en hij wist veel over harmonie (samenklanken) en muziekleer. Daarom is de muziek best heel intelligent.

Queen is ook erg beroemd door heel goede live optredens. Het optreden tijdens Live Aid (1985) werd later uitgekozen tot het allerbest liveoptreden van alle tijden.

Bijna iedereen kent het nummer “Bohemian Rhapsody” en veel mensen kunnen meezingen met “I want to break free…”

In 1991 overleed Freddie Mercury. Af en toe komen sommige leden van de band bij elkaar en spelen ze oude nummers. In 2014 werd er een album uitgebracht waar ook twee niet uitgebrachte nummers opstonden. Eén ervan is een duet tussen Freddie Mercury en Michael Jackson.

Knikkeren

OB-MB-BB-OBS-BBS

Vroeger liep er niemand met een mobieltje op een schoolplein. Er werd ook weinig “gechild”. Er werd vooral veel bewogen. Daar waren allerlei spelletjes voor. Elke periode van het jaar had zijn eigen spelletjes. Als iedereen opeens met elastiek liep, wist je dat het tijd was om te elastieken. Als er druk werd geknikkerd en er werden knikkers geruild, was het knikkertijd. Kijk maar eens naar dit oude filmpje

Zullen we een potje knikkeren?
Of heb jij geen tijd?
Ik heb alleen maar mijn “Mega” mee,
En die raak ik liever niet kwijt.

Hou nou maar op met zeuren,
Ik zeg je: Stop!
Mijn “Mega” doe ik toch niet op.
Want dan heb ik vanavond ontzettend spijt.
Dan ben ik nog mijn “Mega” kwijt!

Zullen we een potje knikkeren?
Of heb jij geen tijd?
Ik heb alleen maar mijn “Mega” mee,
En die raak ik liever niet kwijt.

Nee, heus niet voor ’t echie
Niet voor de nep.
Ben zo blij dat ik een “Mega” heb.
Ik heb de mooiste knikkers, maar knikker niet.
Verliezen doet teveel verdriet!

Knikkeren was één van die ouderwetse spelletjes. Er zijn nog steeds allerlei knikkers te krijgen. Kijk maar eens bij de Kikkerprins.com. Kinderen verzamelden knikkers en droegen ze meestal bij zich in een mooie knikkerzak. Soms droegen ze de knikkers gewoon in een washandje.

Er waren allerlei spelletjes die je met knikkers kon doen. Maar knikkeren was ook een handelsspel. Knikkers hadden een bepaalde waarde en werden onderling geruild. Dan werd er druk onderhandeld over de waarde van de knikkers.

De namen die bij het spel “knikkeren” horen, zijn vaak per gebied verschillend. In Hoorn noemden we rond 1970 het kuiltje waar de knikkers in moesten: “de koet”. Meestal maaktje je gewoon een kuiltje met je vingers in de modder. Soms waren er stopetegels met een speciaal gat erin.

Je sprak samen af hoeveel knikkers je “opdeed”. Het ging dan om de waarde. Dat moest je samen afspreken.

Je had uppies, bonken en megabonken.

En dan hadden die nog vaak een speciale naam. Dat is nu ook nog zo. Een “Marvel” is een blauwe knikker. Je hebt ook “Galaxy’s”

In de jaren ’50 van de vorige eeuw had je ook: kalkedotjes (die waren van klei) en Looien detten (die waren van metaal). Rond 1970 hadden sommige kinderen dit soort knikkers geërfd van hun oudere broers en zussen of hun ouders. Er werden allerlei namen bij gemaakt. Rond 2000 had je knikkers met Engelse namen: “Big mama’s” bijvoorbeeld.

Het kon zo zijn dat iemand één van jouw bonken zo mooi vond, dat hij er veel meer voor over had dan de twee uppies die hij eigenlijk waard was. Hij deed je het voorstel om je bonk te spelen tegen zeven uppies. Jij mocht dan beslissen of je het dat waard vond.

Je kon ook afspreken om niet “voor het echie” maar “voor het neppie” te spelen. Dan speelde je om de eer en hield iedereen de eigen knikkers.

Ook werden er afspraken gemaakt over wat je deed bij “ketsen”. Dat betekende dat een knikker hard tegen een andere knikker stootte. Soms moest het dan “over”. Dan werden knikkers teruggelegd.

“Met terugleg”.

Over alle situaties werd van te voren onderhandeld.

Dan werd er opgegooid. Soms deed je een aftelspelletje om te kijken wie het eerst mocht opgooien. Je sprak ook af hoeveel je er opgooide. Bijvoorbeeld 3. Dan gooide speler één drie uppies op. Daarna speler twee. Daarna speler 3, 4, 5, 6 enz.

Samen ging je kijken wie er “lag”. Dat betekende: wiens knikker het dichtste bij de koet lag. Die mocht als eerste proberen alle knikkers in de koet te schuiven met zijn vinger. Als een knikker niet in de koet rolde, mocht de volgende speler het proberen, etc. Als iedereen geweest was, begon de ronde weer van voren af aan. Het was het belangrijkste wie de allerlaatste knikker in de koet kreeg, want die had de hele pot gewonnen. Die kreeg alle knikkers. Behalve als je van te voren afgesproken had dat je voor “het neppie” speelde.

Er waren nog veel meer knikkerspelletjes.

Rock en zo

Rockmuziek is een muziekgenre uit de “lichte muziek”. Het ontstond uit andere genres, zoals rhythm-and-blues en countrymuziek. Er was een radio-DJ (hij was blank) die voor het eerst het woord Rock-‘n-Roll gebruikte als hij muziek draaide van zwarte bluesmuzikanten.

Vaak is er bij Rock sprake van bandmuziek waarbij een gitaar, basgitaar en drums te horen zijn, meestal aangevuld met zang en soms met andere instrumenten. Het genre werd heel populair in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Dit gebeurde in de Verenigde Stagen van Amerika. Eerst was er rock-‘n-roll en Rockabilly, maar later werd het heel anders van karakter.

Het werd ingevoegd in veel andere stijlen, zodat je veel verschillende mix-genres kreeg. Er is hele zoete rock, maar er is ook harde rock. Er zijn zelfs rock opera’s. In de jaren zestig leerde de rest van de wereld deze muziek ook kennen. Dat kwam doordat er een nieuwe generatie muzikanten kwam, vooral vanuit Centraal Engeland. Zij maakten: Merseybeat.

In de jaren zestig werden de Beatles populair. Daardoor ontstond: de Britse invasie. Andere landen leerden de Engelstalige muziek kennen

Er ontstonden genres als: psychedelische rock, waar de Beatles ook gebruik van maakten. Pink Floyd, The Doors, Jefferson Airplane en de beroemde gitarist imi Hendrix.

Een ander subgenre was Folkrock. Bob Dylan gebruikte dit. Hij maakte ook politiek betrokken muziek. Andere artiesten: Neil Young, The Byrds, The Band en Simon &Garfunkel.

De Beatles waren niet de enige populaire band. Je had ook The Rolling Stones. Zij gaven optredens met heel veel energie. Die muziek leidde tot hardrock en punkbands. De stijl ontwikkelde verder tot new wave, heavy metal en grunge.

In 1969 werd de eerste Rockopera geschreven: Tommy.

Rock is waarschijnlijk het meest beluisterde muziekgenre, op dit moment.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Kaatsebal liedjes

MB-BB-BBS

Vroeger liep er niemand met een mobieltje op een schoolplein. Er werd ook weinig “gechild”. Er werd vooral veel bewogen. Daar waren allerlei spelletjes voor. Elke periode van het jaar had zijn eigen spelletjes. Als iedereen opeens met elastiek liep, wist je dat het tijd was om te elastieken. Als er druk werd geknikkerd en er werden knikkers geruild, was het knikkertijd. Kijk maar eens naar dit oude filmpje:

Kaatseballen

Vroeger speelden kinderen buiten vaak met kleurige, niet al te harde ballen. Die ballen heetten: kaatseballen. Je weet wel, uit het Sinterklaasliedje: “Drie kaatseballen in een net…”

  • Je kon kaatseballen met 1, 2, 3, 4 en soms zelfs met 5 ballen.
  • Je kon de ballen met beide handen vangen, of met één hand.
  • Kinderen gooiden de ballen in de lucht, als jongleurs, of tegen de muur.
  • Je kon onderhands gooien, of bovenhands.
  • Vaak zei je er een versje bij op.
  • Soms moest je ondertussen ook nog opdrachten uitvoeren.
  • Je kon het alleen spelen, om te oefenen, maar jee kon het ook met meerdere mensen spelen. Meestal speelde je om beurten. Vaak was het een wedstrijdje: wie het verste kwam zonder de bal(len) te laten vallen, was de winnaar.

Misschien wil je het zelf ook eens proberen. Je kan het eerst eens met één bal en twee handen proberen. Daarna kan je het proberen met één bal en met één hand. Daarna zou je het eens met twee ballen kunnen spelen en wie weet, lukt het je zelfs met drie ballen.

Omdat de versjes mondeling werden doorverteld van ouders naar kinderen, ontstonden er heel veel variaties op de teksten. Kinderen pasten de teksten ook zelf aan.

Een bekend kaatsebalversje is:

  • Karel 1 brak zijn been (1x hinken)
  • Karel 2 sprong over de zee (2x springen) (sommigen zongen drinkt een kopje thee)
  • Karel 3 had een drieling op zijn knie (rechterknie optillen en 3x aantikken)
  • Karel 4 dronk 4 glazen Amstelbier (4x hand naar mond)
  • Karel 5 sloeg zijn wijf (5x op borst slaan)
  • Karel 6 stampte de kurk op de fles (6x stampen)
  • Karel 7 wachtte even (dan moest je even wachten en om je heen kijken)
  • Karel 8 stond op wacht, schopte steentje in de gracht (8x over grond schoppen)
  • Karel 9 voeten vegen (voeten vegen)
  • Karel 10 kuste zijn vrouw in een vliegmachien (10x kus op hand)
  • Karel 11 ben ik zelf (11x borst aantikken)
  • Karel 12 sloeg klok, bovenop het kippenhok van 1 tot 12 tellen, eerst onderhands gooien, dan bovenhands etc. 12x

Een ander bekend versje:

Kaatsebal (gooi)
Ik vang je al (gooi nog eens)
Met de ene hand (gooi rechts)
Met de andere hand (gooi links)
Op mijn rechterbeen (gooi terwijl je op je rechterbeen staat)
Op mijn linkerbeen (gooi terwijl je op je linkerbeen staat)
Spring maar door het straatje heen. (gooi terwijl je springt)

Nog één versje.

Alles wat je zegt moet je doen, tussen het opgooien en het vangen van de bal.

Juffrouw Katrijntje
zat achter het gordijntje
Wat deed ze daar?
Zij kamde haar haar.
Ze poetste haar tandjes.
En waste haar handjes.
Zij droogde ze af
en stak ze in haar zij.
Ze knielde er bij.

Bubbels

OB-MB-(BB)-OBS

Kijk eens naar het filmpje. Wat zie je?

Heb je wel eens bellen geblazen? Hoe doe je dat? Waar zijn die bellen van gemaakt?

Wat kan je doen om sterke bellen te krijgen? Hoe kan het dat er zoveel kleuren in die bellen te zien zijn?

De bovenbouw vindt het liedje waarschijnlijk kinderachtig. Maar zelf een bellenblaas maken die grote bellen oplevert (zie filmpje) is misschien wel een leuke uitdagende opdracht voor meerkunners.

Praatplaat bubbels

Ik houd van zeepsop.
Ik ben er dol op.
Ik blaas er bellen van.
Die zijn zo zacht en rond en klein.
En al die bellen
willen vertellen,
hoe mooi de wereld is,
omdat er zoveel mooie kleuren zijn.

Rode bubbels, gele bubbels,
groene bubbels, blauwe bubbels.
En soms kan je een oranje
Of een paarse bubbel zien.
Roze bubbels, bruine bubbels,
Witte bubbels. Wat een bubbels.
Pak die bubbels. Zoveel bubbels.
O, het zijn er meer dan tien.

Over jazz

Hier, bovenaan deze pagina, vind je materiaal dat je op deze site kan beluisteren. Daaronder vind je een beknopte geschiedenis van de ontwikkeling van de jazzmuziek, met luistervoorbeeden van YouTube.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

De geschiedenis van de jazzmuziek

Het woord jazz komt van het woord “jass”, dat niet meer gebruikt wordt. Het was een niet zo net woord voor “elkaar versieren” en werd gebruikt in de sloppenwijken in het zuiden van de Verenigde Staten. Jazzmuziek kon je beluisteren in niet zulke nette café’s. De muziek was duidelijk voor mensen die een beetje maling hadden aan hoe het hoorde

.

Ook ritme was belangrijk. Jazzmuziek heeft een bepaalde “feel”, dat wil zeggen dat je het meteen herkent aan sommige dingen. Het ritme valt op. Jazz swingt meestal. Er word “rond” gespeeld. Niet alle klanken duren even lang. Vaak is er een klank die twee tellen duurt, die gevolgd wordt door een klank van één tel. Je telt alles “in triolen”. De muziek wordt vaakwel als twee tellen opgeschreven.

In de jazz gebruikt men vaak de kerktoonladders en heel ingewikkelde akkoorden. Een simpel akkoord met de grondtoon, terts en kwint komt bijna niet voor. Je ziet dat door alle toevoegingen die naast de akkoorden staan aangegeven naast de akkoordsymboen.

De muziekstijl is zich blijven ontwikkelen en is nog steeds populair. Er zijn allerlei fusion stijlen uit voorgekomen, zoals acid jazz, afrobeat, bluegrass, bossanova, jamband, jazzpunk, jazzrock, jazzfunk, jazzrap, kwela, jazzmamabo Manila sound, skajazz, smooth jazz, yé-y é en folkjazz. Het is een voorloper van rhtthm -and-blues, swing, rock, pop, soul, funk en ska.

Een kenmerk van jazzmuziek was dat de muzikanten graag improviseerden op thema’s en dat men het niet erg vond om andere muziekstijlen in de jazz te verweven. Zo ontstonden fusion-stijlen, oftewel mix-stijlen.

Het begin: de blues

De wortels van de jazz kun je vinden in de blues. Dus om de jazz goed te begrijpen, moet je eigenlijk beginnen met het hoofdstuk over dat genre.

In het begin vonden “fatsoenlijke”mensen de muzieksoort niet okee, omdat ze de dansbewegingen die erop gemaakt werden, niet netjes vonden. Jonge mensen vonden dat leuk. Ze vonden het ook toen al leuk om tegen hun ouders in te gaan.

Vaudeville, Ragtime en Honkytonk

De blues van de stad vermengde zich met de blues van het platteland. De banjo kwam erbij. Er waren invloeden van variétéshows, brassbands die heel sterk ritmisch speelden en van de ragtime muziek (sterk ritmische pianomuziek waar je op kon dansen.)

In cafétjes en nachtclubs (die noemde men vaak “honky tonks” en ook de wijk waar ze stonden, werd vaak zo genoemd) stond vaak een oude, niet al te zuivere piano. Daar werd Honky Tonk muziek gespeeld. Dat was ragtime muziek. Allebei de handen spelen dan lastige ritmes die tegen elkaar ingingen. Soms was er geen orkest, soms niet eens een pianist. Dan gebruikte men een piano waar je een rol in kon doen. Net zoals bij een draaiorgel. Dat zijn van die “spookpiano’s” die zelf kunnen spelen.

Uit het Afrikaanse ritme pikte men de syncope. Dat is het verschuiven van een accent. Dat vond men gemakkelijker dan twee verschillende ritmes tegen elkaar in te zingen/spelen. Dat noem je polyritmiek. Dat was eigenlijk echt Afrikaans. Door de syncope komt er iets swingends aan de jazzmuziek. Je kon er dus ook lekker op dansen.

In de jazz kan je veel verschillende instrumenten gebruiken. Je gebruikt wat er te vinden is. Sommige instrumenten werden beroemd door hun goede spelers. Die instrumenten lijken dan erg bij de jazz te horen. Vanaf 1900 kun je denken aan de piano, de saxofoon, de trompet, de trombone, de klarinet en de tuba. Voor de ritmes gebruikte men slagwerk (trommels etc) , maar ook de banjo. Die liet niet alleen harmonieën horen. Je kan er ook ritmisch op spelen.

In de eerste jazzbands werden ragtime gespeeld en blues. In Storyville New Orleans konden jazzmuzikanten goed geld verdienen met het spelen in een jazzorkest. Daardoor werd de stijl populair.

Na 1917 verdwenen de muzikanten naar Chicago, omdat de muziek in Storyville verboden werd. Daardoor ontstond de New Orleans Jazz.

Jelly Roll Mortons carrière begon in Storyville. Hij trok vanaf 1904 rond met zijn Vaudeville shows. In 1905 componeerde hij de “Jelly Roll Blues”. Het is het eerste gedrukte jazz muziekstuk. Hij beschouwde zichzelf als de uitvinder van de jazzmuziek, wat misschien een beetje overdreven is, hoewel hij veel voor de muziekstijl betekende.

New Orelans jazz en Dixieland

Rond 1920 had je twee soorten jazz: New Orleans jazz, was zwarte jazz en Dixieland was witte jazz. In 1936 speelde Teddy Wilson als eerste zwarte muzikant mee in een blanke band. Dat was de band van Benny Goodman. Die heeft er veel aan gedaan om ervoor te zorgen dat jazz aanvaard werd door meer mensen in de samenleving.

In Chicago kon je King Oliver vinden en Louis Armstrong. Nadat die enige tijd New Orleansmuziek had gemaakt, ging hij over naar de swingmuziek, hoewel hij later weer terug ging naar zijn roots.

Rond 1925-1930 gingen mensen de linkerhand van de piano ritmischer gebruiken. Ze maakten patroon die klonken als een rol, inplaats van als een sprong. Ze gebruikten ook kleine stukjes die heel herkenbaar waren. Dat is de boogie-woogie muziek. Eigenlijk ging men al een beetje op weg naar de swingmuziek.

In 1930 was er een erge economische crisis in de V.S. Er was ook een drankverbod. Het uitgaansleven kreeg een klap. De burgemeester van Kansas City wilde niet meedoen aan het verbieden van drank. Daardoor trok iedereen daar naartoe. Het muziekleven werd belangrijk, maar ook de misdaad bloeide er op.

Toch bleef jazz overal populair. Inmiddels waren de radio en de grammofoonspelers gemeengoed geworden, dus iedereen kon blijven luisteren.

Swing

Rond 1940 waren er heel veel bands in de Verenigde staten waarin zwarte en witte musici samenspeelden. Toch was er rassenongelijkheid. De jazzmusici moesten vaak naar aparte toiletten en mochten soms niet door dezelfde ingang naar binnen. Het nummer “Strange fruit” gezongen door Billy Holiday liet zien wat mensen van kleur mee moesten maken.

Hoewel witte mensen in het dagelijks leven geen vermenging wilden tussen witte en zwarte mensen, luisterden ze maar al te graag naar jazzmuziek. Het was de tijd van de swing. Je had een zwaar maatdeel op tel een en op tel 3. De rest was licht. Daardoor krijg je het gevoel dat je moet dansen. Er waren veel dansorkesten en showorkesten. Er ontstonden hele grote bands met tien of zelfs twintig musici, zoals het orkest van Count Basie. Blazers zaten bij elkaar. Soms deden er zangers mee. Zangeres Billy Holiday had juist een klein ensemble.

Swing bleef populair. Ook toen Bebop opkwam. Ook nu is het nog een populair genre. In Nederland kennen we de Dutch Swing College Band.

Harlem Jump

Swingmuziek nodigde uit om te dansen. Op een gegeven moment werd New York het centrum van de jazzmuziek. In Harlem, waar de gekleurde bevolking van New York woonde, werd een nieuwe dans populair: de Lindy hop. Die was genoemd naar LIndberg die met zijn vliegmachine had gevlogen. In aangepaste versie kwma hij bij de witte mensen terecht. Toen werd de dans meestal jitterbug genoemd.

Bebop

Na de swing kreeg je de Bebop. Op het podium proberen de artiesten er interessant uit te zien met zonnebrillen, baardjes. De podiumact is nu ook grilliger; petten en zonnebrillen en sikjes.

Het woord bebop doet de klank na van een rif , waarbij “be” de hoogste toon is. Zoiets noem je een onomatopee. Begin jaren ’40 wilde men meer experimenteren met de klanken in de jazzmuziek. Men wilde moeilijke harmonieën, moeilijkere ritmes. Ook ging men niet meer zwaar-licht spelen, maar ging men meer in vieren tellen. De muziek ging meer door. Er hoefde ook niet meer perse op gedanst te worden. De muziek klonk wat grilliger. Eind jaren 1940 werden ook Cubaanse elementen in de bebop opgenomen.In Europa had je de gitarist Django Reinhardt, die de bebop oppakt. Ook: Thelonious Monk, Dizzy Gillespie en Charlie Parker.

Revival van oude jazz

Zwarte mensen konden al die ontwikkelingen in de muziek in het algemeen nog wel volgen, maar veel witte mensen haakten af. Dus toen midden jaren 40 de jive en de rock’n-roll opkwamen, vonden ze dat leuker. Die waren ontstaan uit de Harlem jump.’Ook grepen mensen terug op de eerste jazz. Louis Armstrong werd opnieuw populair. Sommige musici grepen terug op de New Orleans jazz en Frisco jazz greep terug op de Ragtime.

Cool jazz en West Coast

Cooljazz was een reactie op bebop. De muziek is serieuzer. Denk aan mensen als Miles Davis. Omdat de meeste musici die cooljazz speelden uit Los Angeles kwamen, werd cooljazz ook wel met de term West Coast aangegeven. . Als tegenhanger werd in met name New York de lijn van de bebop verder voortgezet. De muziek zou uiteindelijk uitmonden in hardbop.Wat er precies gebeurt in de muziek is best moeilijk uit te leggen. De muziek is serieuzer en minder grillig. Namen: Chet Baker, Dave Brubeck, en in Nederland Rita Reys. Als er langere melodielijnen zijn en polyfonie, is er meer sprake van Westcoast. Hier zijn meer witte musici mee bezig.

Hard bop en East Coast

Halverwege de jaren vijftig ontstond dan weer de Hard Bop. In de filmstudio’s van Los Angeles was de cooljazz populair. Daardoor hadden de jazzmusici in New York weinig werk. Ze verzonnen een nieuwe, beetje wildere jazzstijl, vol gevoelens. Er werd teruggegrepen op bluesschema’s, ze gingen het shuffleritme gebruiken en ze gingen een beetje “lenen” uit de Gospeltraditie.

Namen als: Art Blakey en zijn Jazz Messengers, Horace Silver, Clifford Brown, Miles Davis, John Coltrane, Cannonball Adderley, Sonny Stitt, Donald Byrd, Sonny Clark, Lou Donaldson, Kenny Drew, Benny Golson, Dexter Gordon, Joe Henderson, Andrew Hill, Freddie Hubbard, Jackie McLean, Charles Mingus, Blue Mitchell, Hank Mobley, Thelonious Monk, Lee Morgan, en Sonny Rollins.

Souljazz

Souljazz ontwikkelde zich aan het einde van de jaren vijftig en bleef populair tot eind jaren zestig. Het ontstond uit de hardbop. Er waren blues, gospel en r&b invloeden. Er werd gespeeld in kleine gezelschappen. Grooves komen steeds terug. De muziek en improvisaties zijn minder ingewikkeld. Een vaak gebruikt instrument is het hammondorgel. Daar werden tenorsaxofoons en drums aan toegevoegd. Er zijn veel beroemde organisten, saxofonisten en gitaristen. Souljazz heeft geleid tot de jazzfunk van de jaren zeventig.

Free jazz

Free jazz gaat over improviseren in alle vrijheid. Alles was toegestaan.Het ontstond eind jaren vijftig en was er ook in de jaren zestig. Net zoals het in de klassieke muziekgeschiedenis was gegaan, wilde men nu ook af van vaste regels. Alle regels over opvolgingen van akkoorden en tonaliteit, harmonieën, metrum, tempo werden losgelaten. Free jazz is daardoor best moeilijk te volgen voor mensen die niet bekend zijn met jazz. Het klinkt nogal dissonant, men is helemaal vrij… daardoor herken je niet echt melodieën…Het zijn vaak kleine stukjes, die door mensen herhaald worden. De piano werd eerst weggelaten, omdat dat juist het instrument was dat de akkoorden speelde. Je snapt dat deze muziek niet zo goed verkocht.

Als alles is toegestaan in de muziek, herken je er ook niet goed een stijl in. Dat had een nadeel (je wist niet goed of het nou jazz, pop, of klassiek was, waar je naar luisterde) maar ook een voordeel: de stijlen konden gemixt worden. Je hoefde niet alleen maar freejazz te spelen, of alleen hardbop… en je mocht het zelfs mixen met andere stijlen. Zo onstonden stijlen die wel goed lagen bij het pubiek. Die muziek noemde je fusion.

Fusion

In deze tijd was men het er niet helemaal over eens wat nou “echte jazzmuziek” was. Moest je improviseren? Moest het harmonisch ingewikkeld zijn, of juist niet? Er was zoiets ontstaan als

Eind jaren zestig ging Miles Davis jazz mengen met rock. Zo ontstond jazzrock. Er ontstonden allerlei fusiongroepen. Artiesten: John McLaughlin, Herbie Hancock, Chick Corea, Joe Zawinul, Tony Williams. Fusion bleef in de jaren 70 populair. Er waren veel grote jazzmuzikanten: Grappelli, Charles Minugs, Toots Thielemans, Chet Baker

Jazz vanaf de jaren zestig

De jazz heeft zich sinds de jaren zestig met de popmuziek vermengd. Er ontstonden allerlei mixstijlen. Denk aan: neo-bop, nu jazz, acid jazz en freejazz. Niet al die jazz lijkt op elkaar, zoals dat in het begin wel was. De jazzmuziek ontwikkelt zich ook nog steeds. Er zijn mixen met pop, soul, funk, rock, latin en wereldmuziek. Daardoor is het niet meer één soort muziek. Inmiddels kan je aan conservatoria ook echt jazz studeren.

Aan het einde van de jaren 80 was men wel een beetje klaar met al die expressie en vrijheid. In de klassieke muziek kreeg je ook andere soorten muziek zoals minimalisme en neoklassieke muziek, (Steve Reich, Arvo Pärt, Samuel Barber.) In de jazz wordt de muziek ook rustiger.

Werken er nog mensen in de oude jazz stijl?

Het is niet zo dat veel mensen nu nog die “ouderwetse jazz” maken zoals New Orleans jazz en Dixieland, maar er is wel veel bewaard gebleven op geluidsdragers. Daardoor leren jonge mensen wel de oude nummers spelen. Veel mensen vinden het ook nog leuk om te luisteren.

Jazz blijft

In principe is jazz muziek van het moment – er worden op elk moment nieuwe muzikale keuzes gemaakt die tot aan de vorm en alle op dat moment spelende musici reiken (zie de genoemde jazzstromingen hieronder) waardoor een persoonlijke en intensieve muziekbeleving ontstaat. In klassieke muziek en popmuziek is deze eigenschap nagenoeg afwezig. In de jazz wordt een thema of kleine compositie of een afspraak alleen gebruikt als basis voor improvisatie. Door deze eigenschap raakt jazz als stijl veel andere stromingen zoals blues, (pop)world, folk, heavy metal, funk, soul, klassiek en oude muziek en er zijn dan ook vele mengvormen ontstaan.

Tegenwoordig worden er ook stukjes jazz in popmuziek verwerkt. (Lounge). Zo komen jongere mensen ook in aanraking met jazz. Doordat jazz nu vaker opgenomen en afgespeeld wordt, wordt er minder geïmproviseerd. Toch zijn er ook mensen die willen dat jazz dansbaar blijft. Sommige mensen vragen zich af of je dit allemaal nog wel echt jazz kan noemen.

Jantje lacht, Jantje huilt (Wat is er met me aan de hand)

OB-MB-OBS

Een praatplaat, liedje en acteeropdracht.

Hiernaast vind je de praatplaat die hoort bij het liedje “Jantje lacht, Jantje huilt”. Dat is een spreekwoord waarmee iemand bedoeld wordt die snel van stemming wisselt.

Jantje komt van de naam Janus. Janus was een koning bij de oude Romeinen die geholpen werd door de (zonne)god Saturnus. Er werd gezegd dat Janus twee gezichten had. Hij kon naar het verleden en naar de toekomst kijken.

Als Janus richting de winter keek huilde hij. Het werd namelijk kouder. De zonnetijd wordt in die tijd minder. Daarom heet de maand januari ook naar hem.

Als Janus in de richting van de zomer keek, was hij een Jantje lacht. Het wordt dan namelijk warmer. Er is meer zonnetijd.

Er waren ook munten van Jantje huilt, Jantje lacht.

Praatplaat Jantje lacht, Jantje huilt

Welke emoties/gevoelens zie je in het filmpje?

Blij/vrolijk

verdrietig/droevig

Welke soorten lachen zijn er? Slappe lach, giechel, grinnik, schaterlach…

Hebben mensen die verdrietig zijn altijd tranen?

Kan je ook tranen hebben als je lacht?

De karaoke versie

Wat is er met me aan de hand?
Wat is er met me aan de hand?
De liedjes in mijn hart, die klinken toch zo vrolijk.
Wat is er met me aan de hand?

Wat is er met me aan de hand?
Wat is er met me aan de hand?
De liedjes in mijn hart, klinken zo verdrietig.
Wat is er met me aan de hand?

Acteeropdracht 1

We gaan emoties lopen in stappen.

Alle leerlingen gaan aan één kant van een lokaal staan. We kiezen samen een emotie uit: Blij, verdrietig, chagrijnig, jaloers, verliefd, geschrokken, boos, etc.

Bij de eerste stap is iedereen nog neutraal. Bij stap 1 laat iedereen een klein beetje van de emotie zien. Bij stap 2 wat meer. Bij 3 nog meer, enz. Uiteindelijk laat iedereen zien hoe iemand doet die die emotie heel erg ervaart. We gebruiken mimiek (het gezicht doet mee), lichaamstaal en mogen er klanken bij maken.

Acteeropdracht 2

Wanneer er geen ruimte is, of de groep nog te jong is voor de opdracht hierboven, kan je er ook voor kiezen om een voor- en nadoen spel te doen. De leerkracht beeldt een emotie uit. De groep zegt welke emotie het is. Vervolgens beeldt iedereen de emotie uit.

Acteeropdracht 3

We kiezen een neutraal zinnetje en gaan dat zinnetje op verschillende manieren zeggen. We zeggen het bijvoorbeeld eerst boos, dan verdrietig, etc. We gebruiken ook mimiek.

Buiten spelen

Op deze pagina wordt materiaal uitgelicht dat gaat over buiten spelen

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Muzikale praatplaten

Op deze pagina vind je:

  • muziekpraatplaten waarover je met minder verbaal ontwikkelde leerlingen kan praten om hun woordenschat te vergroten
  • materiaal dat gebruikt kan worden om bij te fantaseren
  • korte liedjes die zelfstandig te bekijken en beluisteren zijn
  • en voorbeelden van materiaal waarmee je lesmomenten kan invoegen.
Een praatplaat over samen dingen doen 1.42
Een praatplaat over de dierentuin 6.37. Ook in twee keer te bekijken….
Hoe verloopt een bezoek aan de supermarkt? 2.48
Beelden van de lente 2.27
Praatplaat over de zomer 1.47
Wat zie je als je naar de zee en het strand gaat? 3.05
Praatplaat over boos zijn ongeveer 2 minuten
Praatplaat over bellen blazen 2.19

Om lekker te kunnen slapen … 5.00 Misschien minder om over te praten, dan om bij te slapen ….
Beelden van kappersbezoek 1.35
Een bezoekje aan het circus 2.47
Even rustig zitten en je huisdier aaien … 2.52
Beelden van mensen die vrienden zijn 2.38

Ingezongen liedjes die ook zelfstandig bekeken kunnen worden:

Ingezongen versie van het lied zo’n zomer
Ingezongen versie van het liedje boos
Verjaardagsliedje
Het liedje dat bij de praatplaat hoort
Alsjeblieft en dankjewel zeggen, hoort erbij
Samen delen, samen spelen …
Aan het werk gaan …
Mama, of papa gaat weg …
Kleuren oefenen …
Samen tellen …
Lenteliedje
Het liedje dat bij de praatplaat hoort
Kleuren oefenen …
Een liedje over groen ..
Hoe maak je vrienden?
De showband
Dierentuin
Het liedje dat bij de praatplaat hoort
Zelf fietsen
Kabouters …
Traditioneel liedje
Traditioneel liedje
Even uitrusten….
Winterliedje…
Film over Wolletje die iets stouts heeft gedaan en niet snapt dat hij sorry moet zeggen …

LUisteren en kijken

Hieronder vind je materiaal dat te gebruiken is, onder leiding van een leidster of leider

Filter op onderwerp
Filter op doelgroep

Muziekpraatplaten zonder tekst die zelfstandig bekeken kunnen worden. De meeste muziekpraatplaten duren 2.30 minuut.

Muziekgeschiedenis

Op deze pagina gaat het over muziekgeschiedenis, muziekstijlen en muziekvormen.

Waar ben je naar op zoek? Kies tussen de Westerse kunstmuziek (klassieke muziekgeschiedenis) en de lichte muziekstijlen en vormen. Van daaruit kan je verder …

1. verschillende periodes van de muziekgeschiedenis van de Westerse kunstmuziek. Klik hier om de stijlperiodes te ontdekken die er in de Westerse kunstmuziek waren/zijn.

Als we over muziek praten, hebben we vaak de behoefte om muziek in te delen. Muziek heeft vaak kenmerken waardoor je weet naar wat voor “soort” muziek je luistert. Je herkent muziek aan bepaalde elementen.

Je zegt bijvoorbeeld “dat is typisch muziek uit de Romantiek… ik denk dat het Chopin is… ” Je bent dan bezig met de muziekgeschiedenis van de Westerse kunstmuziek. Het gaat dan om muziek hier uit het westen. Het gaat dus niet over de klassieke Aziatische muziek, of klassieke Afrikaanse muziek. Kunstmuziek betekent: muziek die bedacht is door componisten.

Mensen noemen dit ook wel eens de geschiedenis van de “klassieke” muziek. Maar die term is verwarrend. De term “klassieke muziek” wordt niet alleen gebruikt voor Westerse kunstmuziek, maar ook voor een specifieke periode in die geschiedenis: 1750-1820. Daarom zeggen we liever: de Westerse kunstmuziek.

Soms luister je naar muziek die daar niet in thuis hoort. Het kan bijvoorbeeld gaan om volksmuziek (niet door een componist bedacht), of om eigentijdse muziek, zoals pop, rap, het Nederlandse levenslied, rap, jazz of punk….

Bij beide muzikale indelingen kan je ook kijken naar de vorm van een muziekstuk. Want is altijd in een soort vorm gegoten. Is het een lied, of een rap? Loopt het door of heeft het coupletten, etc. In bepaalde periodes gebruikten ze graag een bepaalde vorm. In de Romantiek schreven de componisten graag pianoconcerten, bijvoorbeeld. In de volksmuziek wordt vaak de liedvorm gebruikt.

Dit zijn natuurlijk niet de enige manieren waarop je muziek kan indelen. Hieronder vind je nog wat mogelijkheden:

  • Je kan kunstmuziek (gecomponeerde, bedachte muziek) tegenover volksmuziek (die als het ware onder het volk is ontstaan en verder verzonnen) zetten.
  • Je kan kerkelijke muziek tegenover wereldlijke muziek zetten. Je kan dan ook naar de functie kijken: amusementsmuziek, meditatieve muziek, actergrondmuziek etc.
  • Je kan muziek sorteren, luisterend naar de plek op de wereld waar het vandaan komt. (Fado, tango, saudades, country and western, etc.)
  • Je kan muziek die bij elkaar hoort een naam geven. Denk aan:
  • Dansmuziek, luistermuziek, kerkmuziek, koormuziek, filmmuziek, musicalmuziek, operamuziek, operettemuziek, etc.

“Lichte” muziekstijlen en muziekvormen

Als we praten over “lichte” muziek bedoelen we niet dat het onbelangrijke muziek is, die nikst betekent. Het is een naam die gegeven is aan alle muziek die niet hoort tot de Westerse Kunstmuziek. Dat is natuurlijk een heel grote vergaarbak, met heel veel verschillende muzikale stijlen en vormen. Er staan er hier al een paar, maar in het schooljaar 2023-2024 zullen we aan heel veel stijlen en vormen aandacht besteden. Dan komen er hieronder nog veel meer linkjes bij.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

We hebben het een beetje georganiseerd:

Volksmuziek en zo

  • Uit de overlevering
  • Het levenslied
  • Nederlandstalig
  • Chansons
  • Protestsongs

Blues en zo

  • Worksongs
  • Spirituals
  • Gospels
  • Folk van voor de oorlog
  • City Blues
  • Boogiewoogie
  • Rhythm and blues

Country en Americana

  • Country muziek
  • City Blues
  • Hillbilly muziek
  • Americana

Jazz en zo

  • Ragtime
  • Jazz
  • Scat

Pop en rock en zo

  • Rockabilly
  • Rock’n roll
  • Pop
  • Synth pop
  • Ska
  • Reggae
  • Skiffle
  • Beat
  • Folk
  • Rock, Glamrock, Hardrock
  • Disco, funk
  • Punk

Hiphop en zo

  • Rap

Mellow en zo

  • Easy listening
  • New age

Invloeden van buitenaf en zo

  • Fusion styles
Als je hier klikt, kom je op een pagina in Wikipedia waar je heel veel verschillende stijlen en muzikale vormen kan vinden.
  • Je kan kunstmuziek (gecomponeerde, bedachte muziek) tegenover volksmuziek (die als het ware onder het volk is ontstaan en verder verzonnen) zetten.
  • Je kan kerkelijke muziek tegenover wereldlijke muziek zetten. Je kan dan ook naar de functie kijken: amusementsmuziek, meditatieve muziek, actergrondmuziek etc.
  • Je kan de muziek sorteren op de periode in de geschiedenis waarin het is ontstaan.
  • Je kan muziek sorteren, luisterend naar de plek op de wereld waar het vandaan komt. (Fado, tango, saudades, country and western, etc.)
  • Je kan muziek die bij elkaar hoort een naam geven. Denk aan:
  • Dansmuziek, luistermuziek, kerkmuziek, koormuziek, filmmuziek, musicalmuziek, operamuziek, operettemuziek, etc.
  • Je kan “klassieke” muziek tegenover “lichte” muziek zetten. (Romantiek, Barok etc… Maar ook: pop, funk, blues, rock, heavy metal etc.
  • Je kan muziek ook indelen op vorm. Is het een lied, een sonate, een ballade, een rap, etc. Soms heeft een stijl voorkeur voor een bepaalde vorm van muziek. Zo schreven ze in de romantiek best veel pianoconcerten en in de Middeleeuwen was er veel kerkmuziek.

Eten op mijn bord

Vandaag lichten we voedsel uit. Andere woorden voor voedsel zijn: voeding en eten. We hebben voedsel nodig. Mensen eten allerlei soorten voedsel. Al die etenswaren komen ergens vandaan. Ieder eten dat jij op je bord krijgt, is daar terechtgekomen doordat veel mensen er werk voor hebben verzet en er liefde in hebben gestopt. Het is niet erg aardig en netjes om je neus op te halen voor eten.

We beginnen met een lied over het eten op je bord. Onderaan vind je nog meer materiaal dat je kan gebruiken in een project over voeding.

Ingezongen versie
OB-MB-BB-BBS

Eten ! Eten op je bord.
Proef maar hoe dat smaakt.
En bedenk bij elke hap
Aan de reis die het heeft gemaakt.

Aan de mens die het zaait,
Die het oogst, die het slacht,
Die het inpakt, vervoert,
Het recept heeft bedacht.
Dus als jij iets niet graag lust.
Wacht dan eventjes een tel.
Dan….
Dank je wel.

Eten ! Eten op je bord.
Proef maar hoe dat smaakt.
En bedenk bij elke hap,
Aan de reis die het heeft gemaakt.

Aan de de mens die het koopt,
Het betaalt en het bakt.
Er is heel wat gebeurt
Voordat jij ervan pakt.
Dus als jij iets niet graag lust.
Wacht dan eventjes een tel.
Dan….
Dank je wel.

Waar komt het eten op je bord eigenlijk vandaan?

Dat is een goede onderzoeksvraag! Soms zijn het producten uit ons eigen land en soms komen de levensmiddelen uit andere landen. Soms zijn ze direct klaar om op te eten, maar soms moet het eten nog bewerkt worden. Het eten moet vaak vervoerd worden. Soms ligt het op veilingen. Soms kan je de voedingsmiddelen bij de boer zelf kopen, maar vaak moet je naar een speciale winkel. Dat kan een supermarkt zijn of een speciaalzaak.

Hoe eet je…… Een acteeropdracht.

Hoe dan ook…Natuurlijk zijn er best dingen die je niet lust. Kun jij dingen opnoemen? Wat vind je er niet fijn aan? De geur? De smaak? Het mondgevoel? Probeer jij altijd alles? Toon Hermans laat zien hoe je een perzik eet. Hij gebruikt mime. Hij praat niet, maar beeldt het gewoon uit. Laten wij dat ook proberen.

  • Hoe eet je een augurk?
  • Hoe eet je patatjes?
  • Hoe eet je een stukje vis?
  • Hoe eet je een rauwe haring?
  • Hoe eet je een stokje saté?
  • Hoe eet je een boterham?
  • Hoe eet je een appel?
  • Hoe eet je rozijntjes?
  • Hoe eet je een lolly?
  • Hoe eet je spaghetti?
  • Hoe eet je pap?
  • Hoe eet je een ijsje?

Acteeropdracht 2: spreekwoorden en gezegden uitbeelden.

Spreekwoorden en gezegden gebruiken figuurlijke taal. Ken je het verschil tussen figuurlijk (symbolisch) of letterlijk (helemaal echt)? De volgende spreekwoorden en gezegden gaan over eten. We gaan ze uitbeelden alsof het letterlijk (dus alsof het echt) gebeurt. Dat kunnen we klassikaal doen, terwijl we in de kring staan. Alle spreekwoorden kunnen opgeschreven worden en in een doos gedaan worden. Telkens pakt iemand een spreekwoord uit de doos en probeert dat uit te beelden. Kennen mensen dat spreekwoord? Wat wordt er met elk spreekwoord bedoeld?

Uitbeelden gezegden (letterlijk en figuurlijk):

  • De appel valt niet ver van de boom
  • Eten als een varken
  • Hij laat zich de kaas niet van het brood eten.
  • Hij moet droog brood eten.
  • Roet in het eten gooien.
  • Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
  • Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
  • Ik heb honger als een paard.
  • Met iemand een appeltje te schillen hebben
  • Door de zure appel heen bijten
  • Met de gebakken peren zitten
  • Dat is mosterd na de maaltijd
  • Een vinger in de pap hebben
  • Roet in het eten gooien
  • Met je neus in de boter vallen
  • Het is weer koek en ei
  • Iets voor een appel en een ei kopen
  • Er geen kaas van gegeten hebben
  • Peentjes zweten
  • Op eieren lopen
  • Iemand stroop om de mond smeren
  • Dat is gesneden koek
  • De krenten uit de pap vissen
  • De soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend
  • Iets met een korreltje zout nemen
  • Dat is in de soep gelopen

Meer materiaal over eten

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Nederlandse levenslied en zo

MB (soms)-BB-BBS-ML

Op deze pagina vind je een grappig lied over een zanger van vrolijke levensliedjes. Dat lied komt uit de musical Snap Face. Het vertelt ook meteen dat veel mensen neerkijken op dit genre. Maar eigenlijk is dat onterecht. Er worden heel veel mooie levensliedjes gemaakt. Dat kan je horen als je naar het materiaal daaronder kijkt.

Ik ben een fan van Gekke Henkie.
Die zingt beter dan Borsato en Frans Bauer; buiten kijf!
En al zijn hits die staan op Youdoebiedoep.
Bij zijn stemgeluid loopt er een kouwe rilling door m’n lijf.
Wat Gekke Henkie zingt, dat is pas “zallef voor m’n ziel!”
Meteen toen ik hem hoorde, wist ik dat ie me beviel…

Hatsekiedo. Hatsekiedee.
Daar is geen letter Frans aan, dat zingt iedereen zo mee.
Hatsekiedee, hatsekiedo.
Hij zingt misschien niet zuiver maar z’n repertoire is zó!

Ik ben een fan van Gekke Henkie.
Om zijn liedjes te begrijpen hoef je niet te denken, man.
Ik had ze zelf wel kunnen schrijven.
Zijn refreintjes zijn zo simpel dat een kip ze zingen kan.

Refrein

Wanneer ik voor u zing dan komt er passie in de zaal.
Geen mens die houdt ’t stil, wanneer ik roep: “Nu allemaal!”

Refrein

Mijn buurman lacht hem uit, noemt Henkie “echt zo’n simpel type!”
Ik laat hem lekker lullen. Henkies teksten zijn zo diep.

Refrein. (Aan het eind een beetje anders.)

Wat is nou eigenlijk een levenslied?

Een levenslied is een lied waarin mensen vertellen over alles wat er kan gebeuren in het leven. Vaak gaat het over droevige dingen en ook heeft het heel vaak een “moraal”. Dat betekent: je krijgt een boodschap mee. Bijvoorbeeld: “Wees je ouders dankbaar…”, of “alcohol maakt meer lief dan je weet”…

De vorm van het lied

Meestal zijn er simpele coupletten, met simpele teksten en melodie, met daartussen refreinen die iedereen mee kan zingen. Veel mensen voelen zich verbonden met de tekst. Ze kunnen het mee-voelen.

De dievenwagen is een voorbeeld van zo’n levenslied met moraal. Het werd onder andere gezongen door iemand wiens naam voor altijd verbonden zal zijn met het levenslied: Willy Alberti. Een zanger uit de Jordaan. Dat is een wijk in Amsterdam waar veel volkszangers vandaan komen. Ze zingen met de bekende “snik” in hun stem.

Oorsprong

Het woord “levenslied” werd bedacht door één van de twee belangrijkste mensen die het gebruikten: Jean- Louis Pisuisse ( Kijk bij: Mens durf te leven), of Max Blokzijl. Zij zochten iets dat leek op het Franse chanson. Beroemde vertolkers van het levenslied voor de Tweede Wereldoorlog waren Speenhoff, Louis Davids en Wilile Derby.

Een smartlap is een levenslied waarbij een verhaal verteld wordt. Dat begint bij het begin en loopt heel vaak slecht af. Een smartlap wordt vaak gezongen met een “snik”. Dat is om aan te geven dat het lied recht uit het hart komt.

Na de oorlog werd de Vlaming Bobbejaan Schoepen er beroemd mee. In Nederland was het genre ook populair in de jaren’50 tot ’80. Toen leefden er nog veel mensen die niet zo goed Engels spraken. Die draaiden op de radio graag Nederlandstalige levensliederen. Beroemde Nederlandse namen zijn:

Willy Albertie (de vader van Willeke Alberti) en Willeke zelf ook. Ze zongen ook samen. Zij kwamen uit de Jordaan. Die wijk in Amsterdam staat bekend om grote vertolkers van het levenslied. Denk aan “Tante Leen” en “Johnny Jordaan “.

Producers als Pierre Kartner (die zelf dus ook dit genre zong) en Johnny Hoes brachten veel artiesten die het levenslied zongen: De zangeres zonder naam, Jantje Koopmans, Corry en de Rekels, Koos Alberts, Frans Bauer, Corry Konings, Marianne Weber, Jan Smit….

We zien dat er ook nieuwe vertolkers van het levenslied opstaan, zoals Jannes, John de Bever en Thomas Berge.

Langzamerhand zijn Engelstalige liedjes heel erg populair geworden. Vaak hoor je dat het levenslied in het Nederlands “raar” klinkt. Het genre is ook een beetje opgegaan in de singer-songwritermuziek, met pop-invloeden en rap-invloeden etc. Toch zijn er nog steeds mensen die het Nederlandse levenslied ten gehore brengen.

Uitgelichte thema’s

Op deze pagina vind je linkjes naar themapagina’s. Op die pagina’s vind je materiaal waar in een bepaalde periode (bijvoorbeeld gedurende één week) speciale aandacht aan kan worden besteed. Je kan een keuze maken uit het materiaal.

Uitgelicht materiaal voor periode 2: Herfst!

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Uitgelicht materiaal voor periode 3: Winter!

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Uitgelicht materiaal voor periode 4: Lente!

Algemeen uitgelicht materiaal:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Uitgelicht materiaal voor periode 1: Wij gaan weer naar school

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Uitgelicht materiaal voor periode 5: Zomer!

Filter op doelgroep
Filter op activiteit
Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Al het uitgelichte materiaal:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het grote opscheplied/kijk even naar mij !

OB-MB-OBS

Je hebt alle reden om heel trots te zijn op jezelf! Je hebt heel veel geleerd dit schooljaar en je goed ontwikkeld. Wat zijn jouw grootste talenten?

Kijk eens joh, hoe goed ik ben. Iedereen hier is mijn fan.
Ben je trots. Gaat het o.k.? Nou, ik doe tenminste mee.
Dit is echt zo supercool. Weet je wat ik voel?

Kijk even naar mij! Kijk even naar mij!
Kijk eens wat ik kan, joh.. Kom eens even dichterbij.
Kijk even naar mij. Kijk even naar mij!
Af en toe mislukt het, maar dat hoort er immers bij.
Later jongen, later, treed ik op in het theater.
Sta je voor een kaartje zeven dagen in de rij…

Tjonge zeg, wat kan ik veel. Ben een beest op het toneel.
Ben je trots? Gaat het o.k.? Nou, ik doe tenminste mee.
Dit is echt zo superchill.. Weet je wat ik wil?

Kijk even naar mij! Kijk even naar mij!
Kijk eens wat ik kan, joh.. Kom eens even dichterbij.
Kijk even naar mij. Kijk even naar mij!
Af en toe mislukt het, maar dat hoort er immers bij.
Later jongen, later, treed ik op in het theater.
Sta je voor een kaartje zeven dagen in de rij…

Verwerking

Acteeropdracht 1:

Iemand stapt in het midden van de kring. De hele groep geeft die persoon heel uitbundige complimenten.

Acteeropdracht 2:

Ga een halve minuut voor de groep staan en schep eens even lekker op over alles waar jij heel goed in bent.

Tem de leeuwen

BB

Iedereen is wel eens ergens bang voor. Daar gaat dit circuslied over. Probeer als een leeuwentemmer je angsten te temmen. Tem je leeuwen ! Dan ben jij ook een held.

Overal loert het gevaar
en overal de geur van bloed.
Overal zijn wilde dieren,
die je dapper temmen moet.

Niet zo schreeuwen, tem de leeuwen!
Hoofd omhoog en in die kooi!
Wie zijn angst niet aan durft kijken
en niet temt, is zelf de prooi.
Wie zijn angst niet aan durft kijken
en niet temt, is zelf de prooi.

Wie beweert dat hij niet bang is,
kent zichzelf nog niet zo goed.
Pak je zweep. Kijk vastberaden.
Tem jezelf. Toon heldenmoed!

Niet zo schreeuwen, tem de leeuwen!
Hoofd omhoog en in die kooi!
Wie zijn angst niet aan durft kijken
en niet temt, is zelf de prooi.
Wie zijn angst niet aan durft kijken
en niet temt, is zelf de prooi.

Bedankt lieve ouders en andere liedjes van Pierre Kartner

MB-BB-BBS

Hieronder hoor je een lied van Pierre Kartner. (Elst 1935- Breda 2022) Hij was een Nederlandse artiest die ook wel bekend stond onder zijn artiestennaam: Vader Abraham. Die naam hield hij over aan een liedje dat hij zong dat dezelfde tekst had.

Waar mijn wiegje heeft gestaan, is niet ver hier vandaan
heeft geluk me omringd al die jaren.
Tussen bloesem en bomen kon ik zorgeloos dromen
en geluk kon ik daar al gaan sparen
Het was op een heel klein station waar mijn leven toen begon;
ik leerde daar van mijn ouders toen lopen.
Daar vertrok toen mijn trein; ik moet er dankbaar voor zijn.
Nu ben ik groot maar eens was ik klein

refrein
Bedankt lieve ouders,bedankt voor het leven
bedankt lieve ouders voor wat u mij hebt gegeven
ik begrijp nu pas goed wat u voor mij hebt gedaan
bedankt dat mijn wiegje in uw huis een mocht staan

U had om mij wel eens verdriet, maar dat weet een ander niet.
Toch bleef u van mij altijd houden.
Ik kreeg van God een lieve vrouw en een kind waar ik veel van hou
waar ik samen mijn leven mee bouwde.
Ik denk weer terug aan dat station waar mijn leven toen begon;
waar de trein voor het eerst toen ging rijden.
We kenden vreugde en pijn maar ik zal er dankbaar voor zijn
nu ben ik groot maar eens was ik klein

refrein nog een paar keer

Als achtjarige won Pierre Kartner een talentenjacht. Toch werd hij eerst banketbakker. Hij werd in de jaren zestig artiest in groepen en platenplugger en producers. Als artiest werd hij pas rond 1970 echt bekend, met het lied “Vader Abraham en zijn zeven zonen.” Ook “Het smurfenlied” kent bijna iedereen. Een andere hit van hem is “Het kleine café aan de haven”. Dat lied gaat over Café de Volendammer in Hoorn. Het lied wordt over de hele wereld gezongen.

Tegenwoordig wordt er neergekeken op het genre “levenslied”, maar in cafe’s zingen mensen nog steeds al te graag alle levensliedjes mee. Wat vind jij van de levensliederen van Vader Abraham?

Maar hij brak echt door met een compositie voor Corry en de Rekels. “Huilen is voor jou te laat”. Hij schreef echte smartlappen, zoals “Manuela” voor Jacques Herb en “Zou het erg zijn lieve opa” voor Wilma. Hij schreef ook het lied “De clown” voor Ben cramer. Soms maakte hij politieke liedjes.

Waar is het land

BB-ML

“Waar is het land? ” is een lastig lied met veel moeilijke woorden. Het wordt gezongen door de oudste groep van Club Kzing. Toch is het de moeite van het beluisteren en zingen zeker waard, ook al moeten er misschien veel woorden uitgelegd worden. Onze theaterleerlingen zingen het graag. Het lied gaat over de vrijheden die wij in ons land zo vanzelfsprekend vinden. Zeker in deze tijd, waarin sommige mensen niet mogen zeggen wat ze denken en niet mogen laten zien wie ze eigenlijk zijn, is het een duidelijk lied.

Ingezongen versie
De karaoke versie

Waar is het land waar de mensen wonen,
die samen werken aan vrede en recht?
Waar is het land waar de oorlog geen kans krijgt;
waar een conflict al meteen wordt beslecht?
Waar is het land waar de mensen delen,
niemand vergeefs om verbroedering vraagt?
Waar is het land waar de kinderen spelen
en waar geen kind ooit een wapen draagt?

Waar de vrede echt is, daar waar geen gevecht is,
gun ik ieder ruimte… een plek onder de zon.

Welke god jouw God is. Welk lot jouw lot is.
Waar maar 1 gebod is: We delen uit de bron.

Waar is ’t land waar de leiders leren:
“Wie uit de pas loopt, die hoort er toch bij.”
Waar ze alleen voor de vrede marcheren.
Iedereen anders, maar iedereen vrij.
Waar is het land waar de mensen zicht richten,
op wat we delen en wat ons verbindt?
Waar een balans is in rechten en plichten.
Waar wij beschermen het kwetsbare kind.

Als er goede wil is, daar waar een geschil is,
vind je altijd ruimte… Je zoekt het goede woord.
“Kain speelt met Abel”, werk’lijkheid, geen fabel.
En uit naam van vrede, wordt niemand meer vermoord.

Waar is het land waar de akkers groen zijn
en niet bevlekt door het bloed en geweld?
Waar is het land waar beschaving wil wonen,
waar ook het recht van de zwakkere geldt.

Waar is het land waar de mensen delen;
niemand vergeefs om verbroedering vraagt?
Daar waar het lam met de wolf durft te spelen
En waar geen kind ooit de wapenrok draagt.

Helden van toen en nu

Onderaan de pagina vind je muziekmateriaal dat te maken heeft met helden.

Wat is een held?

Een held of heldin is een dapper mens. In verhalen is de held een persoon (echt bestaand, bedacht, of uit de geschiedenis) die bereid is om zichzelf op te offeren voor een grote zaak. Dat doet de held zelfs als hij gevaar tegenkomt, of het heel moeilijk heeft. De held hoeft niet altijd sterk te zijn. Iemand die zwak is, kan ook heldhaftig gedrag vertonen.

Helden, antihelden en schurken

Meestal is de hoofdpersoon van een verhaal iemand die goede eigenschappen heeft, tegen het kwade vecht en naar een nobel doel streeft. Denk bij die eigenschappen aan: dapper, sterk, knap, slim, edelmoedig, enz.

Antihelden zijn personen van wie je door diens eigenschappen niet zou verwachten dat hij de redder in het verhaal is. Hij kan laf zijn, of zwak, juist helemaal niet edelmoedig of iemand die stiekem is. Daardoor heb je sneller sympathie voor die persoon. Het lijkt een echter mens. Het is iemand op wie jij zou kunnen lijken.

Een antiheld is niet de schurk uit het verhaal. De schurk in een verhaal is de vijand van een held. Hij/zij is écht slecht. Je wil niet op de schurk lijken, behalve natuurlijk als het je eigen droom is om een enorme slechterik te zijn.

Oorsprong van het woord held

Het is niet helemaal zeker waar het woord “held” vandaan komt. In de Middeleeuwen bestond het al wel. Men had het rond 1250 over “die helde cone”, wat betekent: “de koene (dappere) held”. Mogelijk heeft het een Germaanse oorsprong in het woord “halep”, dat zoiets betekent als vrije man. Het begrip “held” was eerst vooral mannelijk. Dat heeft natuurlijk te maken met het beeld van de vrouw in die tijd. De mannen waren degenen die erop uittrokken en avonturen beleefden.

Toch waren er ook vroeger wel vrouwelijke helden. (Men gebruikt ook wel het woord heldinnen). Denk bijvoorbeeld maar eens aan koningin Boudica uit Britannia. Ze was de vrouw van een Keltische koning. Ze leidde de moedige opstand tegen de Romeinen die haar land wilden bezetten. Hoewel dit niet helemaal lukte, is haar naam verbonden met dapperheid.

Vandaag de dag zijn er natuurlijk ook nog genoeg helden, zowel mannelijke als vrouwelijke. Kan jij iemand noemen?

Onderzoeksvragen en opdrachten

Kies één van de volgende opdrachten uit:

  • Wie vind jij een held en waarom? Schrijf een gedicht over die persoon.
  • Zoek een vrouwelijke held en schrijf een essay/werkstuk over haar leven en haar daden. Klik op deze link als je geen vrouwelijke helden kan verzinnen.
  • Kies een held/heldin van kleur en schrijf een werkstuk over het leven van die persoon. Een paar voorbeelden: Mahatma Gandhi, Martin Luther King, Rosa Perks, Harriët Tubman.
  • Schrijf een zelfbedacht heldenverhaal, waarin een antiheld de hoofdrol speelt.
  • Teken een stripverhaal, waarin een held en een antiheld strijden om de eer.
  • Schrijf een verhaal waarin je vertelt waarom jij wel of niet een goede held zou zijn.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Free

MB- B-BBS

Een Engelstalig liedje over vrijheid. Het liedje is een tribute (dat wil zeggen”: “eerbetoon”) aan Freddie Mercury en Queen. Als je goed luistert, kan je horen dat de melodie een beetje lijkt op het lied: “I want to break free” van Queen.

Er is nog geen ingezongen versie van dit nummer. Als je dat graag wil, stuur ons dan een mail.

De karaoke versie

I want to be free.
Free as a plain in the air.
Free as if I didn’t care.
That’s what I want to be.
I want to be free.
Free as a bird in the sky.
Spreading my wings, flying high.
Please, don’t bother me.
I want to be free.

De rockgroep Queen schreef in 1983 het nummer I want to break free. Er werd een grappige videoclip bij gemaakt, waarbij de bandleden een soort toneelstuk spelen van een huisgezin. Zo je een ouderwetse huisvrouw, op pantoffels, met krulspelden balen van het huishouden. De tekst van het lied van Queen werd geschreven door de bassist John Deacon. Freddie Mercury zei in een interview dat de tekst gaat over iemand die een hard leven heeft en graag weg wil uit zijn problemen.

In de clip van de originele versie van Queen komen wat filmbeelden voor die wat minder netjes zijn. We laten het aan de leerkracht zelf over, of daarnaar gekeken kan worden. Naar de muziek luisteren, kan natuurlijk altijd.

De tekst:

I want to break free, I want to break free
I want to break free from your lies
You’re so self-satisfied I don’t need you
I’ve got to break free
God knows, God knows I want to break free

I’ve fallen in love
I’ve fallen in love for the first time
This time I know it’s for real
I’ve fallen in love, yeah
God knows, God knows I’ve fallen in love

It’s strange but it’s true, hey
I can’t get over the way you love me like you do
But I have to be sure when I walk out that door
Oh, I want to be free, baby
Oh, how I want to be free
Oh, I want to break free
But life still goes on

I can’t get used to living without, living without
Living without you by my side
I don’t want to live alone, hey
God knows, got to make it on my own
So, baby, can’t you see I’ve got to break free?

I’ve got to break free
I want to break free, yeah
I want, I want, I want
I want to break free

Muziekpraatplaat en medley van slaapliedjes

OB-MB-OBS-SG

Op deze pagina vind je een medley van slaapliedjes. Een medley is een aantal nummers, die als vanzelf in elkaar doorlopen. De slaapliedjes die gebruikt zijn, zijn:

Een medley van verschillende slaapliedjes …

De slaapliedjes die je kan horen zijn:

  • Schlafe mein Prinzchen..
  • Guten Abend..
  • Fait dodo…
  • Slaap kindje slaap
  • En nogmaals: Schlafe mein Prinzchen

  1. Schlafe mein Prinzchen

Het eerste nummer kennen we van speeldoosjes. De tekst is van Friedrich Wilhelm Gotter 1746–1797. We hebben het eerste couplet hertaald. Er staat dus niet precies hetzelfde als in het Duits, maar het geeft wel de sfeer weer.

Slaap maar mijn kindje, ’t is nacht.
Vogeltjes, schaapjes.. slaap zacht.
Zoem maar niet meer, kleine bij.
Stil zijn de tuin en de wei.
Ik neurie zachtjes je naam.
Maantje kijkt vlug door het raam.
Zilver straalt zij als ze lacht.
Slaap maar mijn kindje, ’t is nacht.

Slaap zacht, mijn lieveling, slaap zacht.

Schlafe, mein Prinzchen, schlaf ein,
Schäfchen ruhn und Vögelein,
Garten und Wiese verstummt,
auch nicht ein Bienchen mehr summt,
Luna mit silbernem Schein
gucket zum Fenster herein,
schlafe bei silbernem Schein,
schlafe, mein Prinzchen, schlaf ein…

Schlafe ein, mijn liebling schlafe ein.

Er werd lang gezegd dat het door Mozart 1761-1791 gecomponeerd werd, maar tegenwoordig denkt men dat het waarschijnlijk Friedrich Fleischmann 1766-1798 was die het liedje bedacht. Er zijn ook mensen die zeggen dat Bernhard Flies 1770- ? de melodie bedacht heeft.

Het kliko-lied en een les over vuilnis ophalen

OB-MB-BB-OBS-BBS

Als we leven, gebruiken we spullen. Daarbij maken we troep. Een mooi woord voor “troep” is “afval”. We hebben in Nederland een regeling voor het ophalen van het afval. Er zijn mensen die dit voor hun beroep doen. Vroeger was het lichamelijk heel zwaar om dit werk te doen. Daarom deden vooral mannen dit werk. We noemden hen “vuilnismannen”. Maar tegenwoordig werken de mensen bij de reinigingsdienst met apparaten. Daarom kan nu iedere volwassene dit werk doen. Misschien moeten we spreken over “vuilnismensen”.

Het lied is eenvoudig. Maak het voor de oudere groepen interessanter door mee te spelen met boomwhackers en ritme instrumenten en door de eerste stem te zingen, terwijl de tweede stem klinkt.

Het kliko lied, eenstemmig gezongen
De karaoke versie

Zie je al die kliko’s staan?
De vuilniswagen komt eraan.
De bakken die staan voor de deur
en elke bak die heeft een kleur.
Moet dit hierin, pap?
Moet dit hierin, mam?
Let goed op in welke bak je rommel gaat.
In de groene bak…
… of de zwarte bak?
Welke kliko zet ik buiten op de straat?

Het kliko lied, tweestemmig

Hieronder zie je muziek die je mee kan spelen op boomwhackers, tafelbellen of toetsen. Je hebt de d nodig, de e en de a die hoger ligt.

Als je op het linkje klikt, kun je kijken naar een theater- en percussiegroep die uit Engeland komt: Stomp. (Dat is het Engelse woord voor “stamp”.) Gewoon drummen, vinden ze saai. Ze gebruiken hun lijf, voorwerpen en afvalom een voorstelling te maken met ritme, dans en grapjes. Ze doen veel aan bodypercussie. Ze maken van alles een muziekinstrument. Hier zien je een voorstelling met vuilnisbakken.

Teacher in role:

• We sorteren ons afval (wat waarin?) en zetten de bakken buiten
• Daarna wassen we onze handen
• Daar komt de vuilniswagen aan
• De vuilnisvrouwen en mannen zwaaien en roepen ons
• We mogen helpen
• We sjouwen de bakken naar de wagen
• We zorgen dat hij geleegd wordt
• We rijden het af val naar….
• Dan brengt de vuilnisvrouw ons weer thuis
• We zwaaien

Wat betekenen de kleuren van de kliko’s?

• In de groene bak: gekookte en ongekookte etensresten, groenteresten, fruitresten en klein tuinafval.
• In de oranje bak (of de zwarte met oranje deksel): verpakkingen van plastic, blik en drinkpakken
• In de donkergrijze bak: afval dat je niet kan scheiden
• Verder bewaren we papier apart en elektrische spullen.
• Hele grote dingen moeten naar het grofvuil.

Onderzoeksopdracht

• Zoek uit wat er gebeurt met het afval nadat het is opgehaald.

Muziekpraatplaat: zee en strand

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG

Een muziekplaat waarmee we de zee in onze omgeving kunnen brengen. Er wandelt een mevrouw over het strand. Wat ziet en hoort zij allemaal? Je hoort de golven van de zee ruisen en zelfs een knapperend vuurtje op het strand. Je kan de zee bijna ruiken.

Je kan met je groep acteren, naar aanleiding van dit filmpje. Of je laat kinderen samen met jou, of zelf een strandverhaal verzinnen. Dat kan in de vorm van een stelopdracht, maar je kan er ook een samenwerkingsopdracht van maken. Samen een verhaal verzinnen en uitspelen.

Teacher in role: we gaan naar het strand

  • We pakken onze tas in om naar het strand en de zee te gaan. Denk aan het zonnebrandmiddel. We smeren ons thuis alvast een keer in.
  • We lopen naar de trein.
  • We stappen in de trein. De trein komt op gang. (Maak geluid) Wat zien we?
  • We stappen uit en lopen naar het strand. Pfoe, het is erg warm.
  • We horen de zee al ruisen. Hoe klinkt dat?
  • Daar is het strand al. We rennen de trappen af.
  • Op het zand aangekomen, trekken we onze schoenen en sokken uit. We wiebelen met onze tenen. Wat voelen we?
  • We lopen door het zand. Dat is zwaar.
  • We lopen wel om de kwallen heen.
  • We gaan eerst schelpen zoeken. Als we er een vinden, houden we hem tegen ons oor. We horen de zee ruisen!
  • We lopen ook een beetje door het water. Dat heet “pootjebaden”. Lekker koud, dat water.
  • Laten we het water ingaan!
  • We rennen naar een golf toe, maar als hij achter ons aankomt, rennen we weg….
  • Het is koud. We gaan het water uit en drogen ons af. Natuurlijk smeren we ons ook nog een keer in en we doen een shirtje aan, om ervoor te zorgen dat we niet verbranden. We zetten ook een zonnehoed op.
  • Laten we een zandkasteel bouwen.
  • We krijgen een glaasje limonade van onze vrienden.
  • Dan gaan we een spelletje doen. Beachvolleybal, of badminton…
  • We hebben eigenlijk wel trek in een ijsje. Dus dat gaan we kopen en opeten.
  • Opeens zien we dat het al best laat is. We worden geroepen om te komen eten. Er is toestemming om een vuurtje op het strand te bouwen.
  • We zitten rond een knapperend vuurtje, met een marshmellow aan een stokje.
  • Het wordt al een beetje donker. We moeten opruimen en terug naar huis.
  • We kleden ons aan.
  • We lopen naar de trein.
  • In de trein vallen we bijna in slaap.
  • Wat een heerlijke dag!

Muziekpraatplaat: naar de supermarkt

OB-MB-OSO-SG

Op dit filmpje kan je zien wat er allemaal in een supermarkt gebeurt. Het is een bewegende praatplaat. De muziek die eronder staat, is gemaakt in de stijl van “easy listening” muziek. Dat betekent: “gemakkelijk om naar te luisteren”.

In supermarkten en andere winkels wordt vaak muziek gedraaid. Soms is het bekende muziek. Het lijkt dan net of de mensen van de supermarkt toevallig de radio hebben aangezet. Dat is niet altijd waar. In winkels worden vaak geluidsbanden gedraaid, die gemaakt zijn door mensen die die muziek speciaal uitkiezen.

Vaak is het tempo van de muziek (hoe snel of langzaam de muziek is) belangrijk. Bij snelle muziek, ga je sneller lopen. Dan kijk je minder goed naar de spullen en koop je minder.

Die muziek is altijd op de achtergrond aanwezig, want het publiek wil ook aandacht over houden voor de aankopen die er gedaan moeten worden. Het moet ook niet al te sombere muziek zijn, want dan kom je niet in de stemming om te kopen.

Zo gebruiken mensen muziek als marketing strategie. Dat wil zeggen: als manier om ons meer te verkopen.

Mogelijke verwerking

  1. Praat samen over wat er te zien is op het filmpje. Is iemand al eens in een supermarkt geweest?
  2. Wat kosten producten tegenwoordig?
  3. Heeft iemand wel eens naar de muziek in winkels geluisterd. Wat vindt men ervan? Wie zou er liever in stilte boodschappen doen?
  4. Maak een tekening over de supermarkt.
  5. Teacher in role spel

Pannenkoeken bakken (teacher in role)

  • We willen pannenkoeken bakken. Wat hebben we nodig?
  • We kijken in de kast. De eieren zijn op.
  • We moeten naar de supermarkt.
  • We stappen op de fiets. We trappen naar de supermarkt.
  • We doen onze fiets op slot en bergen het sleuteltje op in onze broekzak.
  • We gaan een draaideur door.
  • We pakken een mandje/karretje.
  • We rijden langs de schappen. Wat zien we allemaal?
  • In welke volgorde staan de producten en waarom?
  • We komen ook dingen tegen die we niet nodig hebben. Nemen we die mee of niet? Wat is er gezond en wat niet?
  • We kiezen iets lekkers uit. Wat is dat? Kies je altijd voor gezond?
  • We kunnen de eieren niet vinden en vragen het aan een meneer die er werkt. We rijden naar de kassa/ we gaan naar de zelfscan kassa. We betalen. We stoppen alles in onze fietstas. Het past maar net. We fietsen naar huis. We gaan pannenkoeken bakken.

Mee naar de zee

OB-MB-BB-BSO-ML

Veel mensen worden geïnspireerd door de zee. Dat is altijd al zo geweest. Charles Trenet maakte er een mooi chanson over. Mr. Bean werd hierdoor geïnspireerd en maakte er een heel mooi, zonnig, vakantie-achtig filmpje bij over naar de zee en het strand toegaan. Dat filmpje is ook leuk als je wat jonger bent. Ook al is het lied in het Frans, iedereen snapt precies wat er bedoeld wordt. Hieronder staat een ruwe vertaling.

Kan je herkennen dat het in het Frans gezongen wordt? Als meer begaafde leerlingen het een mooie taal vinden, kun je hen een les laten doen met Duo lingo.

De zee La mer
Die men ziet dansen Qu’on voit danser
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
Heeft zilveren reflecties A des reflets d’argent
De zee La mer
Reflecties veranderen Des reflets changeants
Onder de regen Sous la pluie

De zee La mer
die in de zomerse lucht verwart Qu’au ciel d’été confond
Zijn witte schaapjes Ses blancs moutons
Met de engelen zo puur Avec les anges si purs
De zee La mer
Azuurblauwe herderin, oneindig Bergère d’azur, infinie

Zie je wel Voyez
In de buurt van de vijvers Près des étangs
Deze grote natte rietstengels Ces grands roseaux mouillés
Zie je wel Voyez
Deze witte vogels Ces oiseaux blancs
En deze roestige huizen Et ces maisons rouillées

De zee La mer
heeft ze gewiegd Les a bercés
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
En een liefdeslied Et d’une chanson d’amour
De zee La mer
Heeft mijn hart voor het leven gewiegd A bercé mon cœur pour la vie

En daarna nog wat herhalingen ;

Mr. Bean

De Engelse komiek Rowan Atkinson speelde vaak het personage Mr. Bean. Dat is een onhandige, egoïstische man die in grappige situaties terechtkomt als hij iets heel gewoons moet doen. Hij is ook sociaal onhandig. Mensen vinden hem raar. Om uit de problemen te komen moet hij steeds allerlei oplossingen verzinnen. Hij heeft vaak een teddybeertje bij zich.

Rowan Atkinson zegt dat hij nu te oud is om zo kinderachtig te doen en heeft aangekondigd nooit meer Mr. Bean te spelen.

Chanson

Chanson is het Franse woord voor lied. Maar het is niet zomaar een liedje. De Nederlander Ernst van Altena bedacht het woord “luisterliedje”.

In Frankrijk hebben artiesten de kunst van het zingen van een lied geperfectioneerd. Ze begonnen dan ook al vroeg met het maken en zingen van chansons.

In de Middeleeuwen had je de troubadours en hun liederen werden ook al chansons genoemd. Het onderwerp was vaak liefde. Maar dan het soort liefde waar een mens een ander mens bewondert van een afstandje. Dat noem je: hoofse liefde.

In de Renaissance werd het lied polyfoon. Dat wil zeggen dat er meerdere stemmen door elkaar klonken. Men gebruikte graag woorden die klanken uitbeeldden. Dat noem je onomatopeeën. Bijvoorbeeld: de wind zucht en steunt; de kassa rinkelt; Het huis kraakt in zijn voegen..; de bijen zoemen er vrolijk op los… Mensen doen dat ook wel eens bij kinderen. Ze noemen een auto dan een toet-toet, bijvoorbeeld. Zo gebruik je woorden om een soort schilderij te maken. Dat is nog steeds een beetje zo in chansons. Er wordt vaak gebruik gemaakt van poëtische teksten. Die kan je niet zomaar heel plat zingen. Daar heb je een echt goede zanger of zangeres voor nodig.

Een chansonnier is iemand die kunst van het zingen van een chanson beheerst. Je moet niet zomaar de woorden zingen… je draagt het lied bijna voor.

Chansonniers zingen allemaal in hun heel eigen stijl.

Vaak wordt een traditioneel chanson begeleid door een accordeon.

Charles Trenet (1913-2001)

Louis Charles Auguste Claude Trenet, noemde zichzelf Charles. Hij was een Franse singer-songwriter en acteur. Als kind was hij lang ziek en moest veel tijd thuis doorbrengen. Hij raakte toen geïnteresseerd in kunst. In 1928 ging hij met zijn moeder naar Berlijn en kwam in contact met poëzie en theater. In Parijs studeerde hij architectuur en vormgeving. Hij ontmoette Johnny Hess, de pianist. Ze werden een beroemd duo. Maar Charles moest in dienst en daardoor stopte hun samenwerking.

In dienst schreef Charles ook al liedjes. Yá d’la joie is heel bekend. Dat werd een grote hit door Maurice Chevalier. In de oorlog speelde Charles ook in films.

Hij werkte vanaf 1930 tot de jaren 90 van de vorige eeuw. Omdat hij zo’n grappig hoedje droeg, noemde mensen hem wel eens “De zingende gek”. In het Frans is dat : “Le fou chantant.”

In Frankrijk hoort hij bij het rijtje grote namen: Edit Piaf en Charles Aznavour.

Na de oorlog ging hij naar de V.S.. Hij werd een groot succes in New york. In 1951 ging hij terug naar Frankrijk. Het ging niet altijd goed met zijn carrière. Hij nam een paar keer afscheid maar keerde steeds terug. Hij overleed op 87 jarige leeftijd. Er is een klein museum waar de originele teksten van zijn liedjes te zien zijn en zijn piano.

Bob Scholte (1902-1083)

Bob Scholte is een groot Nederlands artiest uit de tijd rond de Tweede Wereldoorlog en daarna. Hij werd in 1902 geboren in Amsterdam als Hijman Scholte. Zijn vader was een diamantbewerker. Hij wilde dat zijn zoon voorzanger zou worden in de synagoge. Dat is een gebouw waar Joodse mensen hun geloof vieren. Na zijn basisschool volgde Hijman daarom lessen op het Joods Seminarium. Maar Bob wilde operazanger worden.

In 1916 ontdekte Jules Monas, een dansleraar, hem en kreeg hij een kinderrol aangeboden in de operette De Marskramer, in het theater van Nap de la Mar. Hij speelde al met Fien de la Mar in Carré. Hij trad veel op in het Tip Top Theater, een Joods familietheater in de Jodenbreestraat in Amsterdam.

Hij veranderde zijn naam naar Bob.

In 1931 werd hij echt artiest, bij de AVRO. Hij zong liedjes die nu nog bekend zijn, zoals “Een huis met een tuintje”. In die tijd was de radio ontzettend populair. Er was één programma waar iedereen naar luisterde: “De Bonte Dinsdagavondtrein”.

In de Tweede Wereldoorlog kwam de familie van Bob om in het concentratiekam Auschwitz. Bob overleefde dat als enige.

Na de oorlog zong hij vooral Joodse liederen en hij deed mee aan het programma “Waar blijft de tijd” van Wim Ibo.

In 1966 kreeg hij de Gouden Harp uitgereikt. Er is ook een prijs naar hem genoemd: de Bob Scholte ring. Daarmee werden Nederlandstalige zangers en zangeressen geëerd.

Over West-Friesland

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Pasen

Op deze pagina vind je materiaal uitgelicht dat goed te gebruiken is in de Paastijd.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Twee leugens en één waarheid

Dit is een bekende improvisatieopdracht:

Alle leerlingen bedenken drie feiten over zichzelf. Twee ervan zijn waar. Eén ervan is een leugen. Telkens komt er een leerling voor de groep staan. Die vertelt die drie feiten. De groep moet raden welke twee dingen waar zijn en wat de leugen is.

Dit spel is erg geschikt om aan het begin van het schooljaar samen te spelen. Je leert elkaar goed kennen!

Het West-Friese Volkslied, of toch niet?

MB-BB-BBS-ML

Je bent een West-Fries als je binnen de omringdijk geboren bent. Hoe schrijf je West-Friesland nou eigenlijk, Westfries of West-Fries? Volgens de officiële spelling heet de regio West-Friesland, de mensen die er wonen West-Friezen en is het bijvoeglijk naamwoord West-Fries. Dat is pas in 1996 de officiële spelling geworden. Daardoor zijn er nog steeds woorden in gebruik die anders gespeld zijn. Zoals: de Westfriese Omringdijk en het Westfries Genootschap.

In Corona-tijd hebben we bij Kzing een fotowedstrijd uitgeschreven. Wie de mooiste foto van Westfriesland maakte, kreeg een taart. Zo probeerden we mensen aan te moedigen lekker naar buiten te gaan, want dat mocht toen wel weer. Uiteindelijk kregen alle deelnemers een taart. Die mooie foto’s hebben we onder het lied gezet. Het lied wordt gezongen door juf Ellis en door Lara. Ze zongen het allebei thuis is, omdat de Covid maatregelen golden. Ellis heeft het thuis gemixt en het filmpje gemaakt. Herken je plekken?

Meerstemmig
Alleen de melodie beluisteren
De karaoke versie



Waar de golfjes kabb’len langs het IJsselmeer
hurken achter dijken vele dorpjes neer.
Daar ligt ons West-Friesland, ’t land van veld en wei,
waar de bollen groeien in een bonte rij.
Ja, daar wil ik wonen, land van sloot en riet.
Dat is ons West-Friesland, dat vergeet ik niet!

Waar de leeuwerik zijn schoonste zangen zingt,
waar des avonds zacht en teer het Ang’lus klinkt.
Dat is ons West-Friesland met zijn bonte vee,
waar de bollen bloeien als een lentefee.
Hier en daar een molen als een wachter staat.
Dat is ons West-Friesland, dat ik nooit verlaat!

Waar de winter alles hult in witte sneeuw,
waarin wiekend zacht en teer een zilvermeeuw.
Waar langs gladde banen jong West-Friesland zwiert
langs de kale (ook wel: dode) akker waar geen plant (ook wel: bloem) meer tiert.
In het schone schijnsel, mooier nog dan ooit.
Dat is ons West-Friesland, dat vergeet ik nooit!

Als men West-Friese mensen als groep beschrijft, wordt er gezegd dat ze er trots op zijn echt West-Fries te zijn. Je bent een West-Fries als je binnen de omringdijk geboren bent. Men beweert dat West-Friezen erg gesteld zijn op hun zelfstandigheid. Ze laten zich niks zeggen. Men zegt dat ze nuchter zijn, een klein beetje stug en niet erg praterig. Maar als ze je eenmaal mogen, zijn ze trouw en gezellig en kan je met hen lachen. Er valt natuurlijk veel te vertellen over de West-Friese volksaard… Herken jij deze eigenschappen bij West-Friese mensen?

Verwerkingsopdracht

Maak een foto, verhaal, gedicht of tekening over iets dat jij heel erg West-Fries vindt.

Info over de herkomst van het lied

Sommige mensen noemen dit lied wel “Het West-Friese volkslied”, maar er zijn meer liederen waar dat van beweerd wordt. Het is wel duidelijk dat het een lied is dat veel (oudere) West-Friezen kennen. Het werd veel gezongen op bruiloften bijvoorbeeld. Het lied is een loflied op West-Friesland. Dat betekent dat het vertelt hoe mooi West-Friesland is. En dat is natuurlijk ook zo 🙂

Eigenlijk is het een gedicht van de Duitse schrijfster Marthe Müller- Grählert, uit Zingst. Het ging niet over het Ijsselmeer maar over de Oostzee. Ze schreef van jongs af aan gedichten. Ze werd juf. In 1898 verhuisde ze naar Berlijn en werkte er bij een krant. Ze had heimwee naar haar thuisplaats. Daarom schreef ze dit gedicht. In 1911 verhuisde ze met haar man naar Japan. Na de Eerste Wereldoorlog keerde ze terug. Ze scheidde en werd arm. In 1924 verhuisde ze terug naar Zingst. Ze gaf poëzieavondjes en hield leesavonden. Maar rijk werd ze er niet van. Ze slaagde er steeds maar niet in om de auteursrechten voor haar gedicht te krijgen.

In Zúrich was er een dirigent die het op muziek zette als het Nordseewellenlied, of het Frisenlied. Het werd een wereldhit. In veel gebieden paste men de tekst aan: de Friezen, de Nederlanders en de Vlamingen zingen over de golven van de Noordzee, de Oost-Pruisen zingen over de golven van Haffes. In de Fassa-vallei, zingen ze het over welanden die met bloemen bedekt zijn.

In 1936 was het dan eindelijk zover. Marta en Simon ontvingen de rechten van het lied en de muziek. Maar Marta heeft er niet veel meer aan gehad.


Blij met mijn lijf

OB-MB-BB-OBS-BBS

In Nederland leven we in vrijheid. Vrijheid betekent ook dat iedereen blij mag zijn met het eigen lichaam. Het maakt niet uit hoe het eruitziet. Iemand anders belachelijk maken om diens lichaam, noemen we “bodyshamen” en dat is niet oké. Je moet ook jezelf niet steeds bekritiseren om je eigen lijf. Het maakt niet uit of er misschien een klein (of groot 😉 ) dingetje is dat je graag anders zou zien. Het is jouw lijf en het zorgt ervoor dat je het leven kan beleven.

In de reclames wordt vaak gedaan alsof je lijf en leven perfect zou moeten zijn. Mode wordt soms ontworpen voor hele magere modellen. Foto’s van mensen die iets hebben dat “men” minder mooi vindt, worden bijgewerkt en veranderd.

Dat is toch jammer! Bij Kzing vinden we dat we beter kunnen vieren dat al onze lijven mooi zijn ! We konden helaas geen “Blij met jezelf-dag” vinden. Kzing stelt voor om dat op 25 januari te vieren. Januari is immers een nogal saaie maand, met weinig feesten.

  • Hebben jullie een idee wat je allemaal zou kunnen doen op “Blij met jezelf-dag” ?
  • Wat maakt dat jij blij bent met jezelf? Je moet minstens 10 goede dingen van jezelf opnoemen, waarvan er 5 over je lichaam moeten gaan.

Maak een positief zelfportret van jezelf. Schrijf er veel complimenten op.

karaoke
Karaoke met klanken en 2e stem

Ik heb een lijf.
Ik ben er blij mee.
Het is een goed lijf.
Zoals je ziet.
Het past me goed.
Ik voel me happy.
Vindt u iets anders?
Dat boeit me niet.

Ik heb voeten. Ik heb tenen.
Ik heb billen. Ik heb benen.
Ik heb schouders. Ik heb armen.
En een maag, lever en darmen.

Ik heb een lijf.
Ik ben er blij mee.
Het is een goed lijf.
Zoals je ziet.
Het past me goed.
Ik voel me happy.
Vindt u iets anders?
Dat boeit me niet.

Heb een neus en tong en tanden.
Heb een hart. En ik heb handen.
Ik heb kladden, ik heb lurven.
En precies de goede curve.

Ik heb een lijf.
Ik ben er blij mee.
Het is een goed lijf.
Zoals je ziet.
Het past me goed.
Ik voel me happy.
Vindt u iets anders?
Dat boeit me niet.

Seizoenen indelen

MB-BB-BBS

Waarom zijn er seizoenen?

Weet je dat de aarde een beetje scheef staat en in een jaar een heel rondje om de zon draait? Daardoor schijnen de stralen van de zon niet recht op de aarde. Daardoor ontstaan de seizoenen. Wil je daar meer over weten, of vraag je je af wat nou eigenlijk zomertijd en wintertijd is? Luister en kijk dan naar deze filmpjes.

Astronomische seizoenen

Eerst keken mensen naar de lucht om te kijken welk seizoen het was. Men keek vooral naar de stand van de sterren. Daarom noemen we dat de “astronomische” indeling, waar het Griekse woord “astere” in voorkomt. Dat betekent “ster”. Zij keken dus al naar de sterren en probeerden logica te ontdekken.

Er wordt wel gedacht dat de oude Romeinen de allereersten waren die die vier seizoenen benoemden. Ze hadden wel een andere indeling dan wij.

Aan het begin van een astronomisch seizoen is er een speciale gebeurtenis:

  1. In de winter: de winterzonnewende. Als de winter begint, is de dag het kortste. Vanaf die dag worden de dagen steeds langer. Midwinter is dus niet in het midden van de winter, maar aan het begin van de winter. Dan is de kortste dag van het jaar op ons noordelijk halfrond. Daarna worden de dagen langer en langer. In de winter rust de natuur uit.Alles is kaal en dor. Tenminste… dat lijkt zo… onder de grond gebeurt er van alles. Veel dieren houden een winterslaap.
  2. In de lente: de lente equinox, oftewel het lentepunt. De nacht en de dag zijn precies even lang. De zon staat loodrecht boven de evenaar. Daarna worden de dagen steeds langer, oftewel het is langer licht. Daardoor is alles ook wat warmer. In de lente komen er blaadjes aan de bomen en wordt de wereld groener. Vogels gaan dan nestjes bouwen en ook andere dieren durven het aan om jongen te krijgen.
  3. In de zomer: de zomerzonnewende. Als de zomer begint is de dag op zijn langst. Vanaf dat moment worden de dagen dus (gek genoeg) steeds korter. In de zomer komt alles tot bloei. Veel dieren worden volwassen en “vliegen uit”.
  4. In de herfst: de herfst equinox, oftewel het herfstpunt. De dag en de nacht zijn precies even lang. De zon staat loodrecht boven de evenaar. De dagen worden nog korter en de nachten langer.

Op het zuidelijk halfrond gaat dit alles precies omgekeerd. Kerst valt voor hen in de zomer en Pasen in de herfst.

Die wisselende data zijn super onhandig voor klimatologen en mensen die het weer voorspellen.De speciale gebeurtenissen vallen namelijk niet steeds op dezelfde dag. Daarom hebben we afgesproken dat we gewoon zeggen dat een nieuw seizoen op de 21e begint, hoewel dat soms ook de 23e kan zijn, bijvoorbeeld.

Meteorologische seizoenen

Omdat de astronomische indeling eigenlijk niet goed klopte en de seizoenen niet altijd precies op de 21e begonnen, besloot een weerorganisatie al in in 1780 om “meteorologische” seizoenen in te voeren.

Ze werkten niet met één vaste datum, maar gingen uit van de algemene weersomstandigheden in een bepaalde periode. Een lastiger woord hiervoor is: meteorologische omstandigheden. Zo bepalen ze de meteorologische winter. Ze kwamen erachter dat

  • het in de maanden maart, april en mei, meestal lenteweer is. Dus lieten ze de lente 1 maart beginnen.
  • het in de maanden juni, juli en augustus meestal zomerweer is. Dus lieten ze de lente op 1 juni beginnen.
  • het in de maanden september, oktober en november meestal herfstweer is. Dus lieten ze de herfst op 1 september beginnen.
  • het in de maanden december, januari en februari meestal winterweer is. Dus lieten ze de winter op 1 december beginnen.

Winter

Midwinter is eigenlijk niet in het midden van de winter, maar aan het begin van de winter. Dan is de kortste dag van het jaar op ons noordelijk halfrond. Daarna worden de dagen langer en langer.

Lente

Meestal begint de astronomische lente bij ons, op het noordelijk halfrond, o in de buurt van 21 maart. Dan gaat de zon bij ons, in Europa, op het noordelijk halfrond, door het lentepunt. In de lente komen er blaadjes aan de bomen en wordt de wereld groener. Vogels gaan dan nestjes bouwen en ook andere dieren durven het aan om jongen te krijgen.

In de lente bereiken de stralen van de zon ons al veel sneller dan aan het begin van de winter. Als de lente begint zijn de dag en nacht ongeveer even lang. Vanaf dat moment worden de dagen echt langer dan de nachten. Het is dus langer licht en daardoor ook wat warmer.

Zomer

21 juni is bij ons de zomerzonnewende. Dan begint de zomer en is de dag het langste. Het is dus heel gek, maar als de zomer begint, leven we eigenlijk al weer toe naar de winter.

Herfst

Maar eerst moeten we nog voorbij het herfstpunt. Dan is de nacht even lang als de dag. Daarna worden de dagen korter.

Op het zuidelijk halfrond gaat dit alles precies omgekeerd. Kerst valt voor hen in de zomer en Pasen in de herfst.

Soms rekenen mensen het begin van een seizoen anders uit. Dan nemen ze niet 1 vaste datum, maar dan kijken ze naar de weersomstandigheden. Een lastiger woord hiervoor is: meteorologische omstandigheden. Zo bepalen ze de meteorologische winter. De meteorologische lente begint op 1 maart.

Op de boerderij

OB-MB-SO

Ben je wel eens op een boerderij geweest? Vast wel. Misschien wel op een kinderboerderij. Daar kunnen mensen naar dieren komen kijken en komen leren wat er op een boerderij gebeurt.

Ben je ook wel eens op een “echte” boerderij geweest? Was het een boerderij waar ze dingen verbouwden? Wat oogstten de mensen daar?

Of was het een boerderij waar dieren werden gehouden? Welke dieren waren dat dan? Waarom hielden de boeren juist díe dieren?

In de lente worden er veel jonge dieren geboren. Dat zie je natuurlijk ook op de boerderij. We hebben er een liedje over gemaakt.

Dit is de ingezongen versie van dit liedje
Dit is de karaokeversie van dit liedje

Op de boerderij, zijn alle dieren blij.

Hoera! Mama …… heeft een …… erbij.

Waar de stippeltjes staan kan je de naam van een dier zingen en de naam van het kind van dat dier. Bijvoorbeeld: schaap-lammetje.

Boerderijgeluiden

OB-MB-BB-S)

Op deze pagina vind je de geluiden van een aantal boerderijdieren. Als je op de plaatjes klikt, kom je op YouTube waar je filmpjes met de geluiden vindt.

Vrijheidsmuziek

BB-ML

Vrijheid is mensen heel veel waard. Er zijn veel groepen mensen geweest die geen vrijheid kenden en ervoor gevochten hebben of er op dit moment nog voor vechten. Dat kan je bijvoorbeeld zien aan de mensen uit Ukraine. Er werd en wordt op veel verschillende manieren naar vrijheid gestreefd. Soms met wapens, maar soms ook met woorden, of langs de politieke weg.

Belangrijke groepen die naar vrijheid hebben gestreefd en streven zijn:

  • Joodse mensen, die vaak vervolgd werden vanwege hun geloof.
  • Mensen van kleur, die zelf, of van wie de voorouders door andere mensen tot slaaf gemaakt waren. Zij probeerden en proberen gelijke rechten te krijgen.
  • Mensen van wie het land afgepakt werd door kolonisten die besloten dat zij recht hadden op de rijkdom van een ander land
  • Mensen die vervolgd werden of worden vanwege hun geaardheid of gender

Muziek speelt altijd een grote rol bij vrijheidsbewegingen. Samen zingen, versterkt het groepsgevoel. Hieronder vind je wat vrijheidsmuziek:

John Lennon: Give peace a chance. Deze muziek vertolkt het gedachtgegoed van de hippies. Jonge mensen dachten heel anders dan hun ouders, in de jaren 60, en emancipeerden.

Hieronder vind je een een heel erg vrije vertaling. Het is niet letterlijk vertaald, maar zo verteld dat je het lied in het Nederlands kan meezingen. Een letterlijke vertaling was in dit geval erg lastig, doordat Nederlandse woorden heel anders zijn dan Engelse.

1 2 – 1 2 3 4 3 4


Iedereen die heeft het over
oorlog en vrede en heden, verleden
en zus is het, zo is het,
dit is het, dat is het
is het is het is het is.


Al wat we zeggen:
“Geef vrede een kans.” 2x

Iedereen die praat over
De oorlog, raketten, milieu en de wetten
ministers de koning en nergens een woning
te weinig beloning.


Al wat wij zeggen:
“Geef vrede een kans!” 2 x

Iedereen die praat over
Online en bekend zijn, en niets en niks meer gewend zijn
En lui zijn en blij zijn en lekker vrij zijn net als wij zijn

karaoke versie

One, two, one-two-three-four!
Ev’rybody’s talking ‘bout
Bagism, Shagism, Dragism, Madism, Ragism, Tagism
This-ism, that-ism, is-m, is-m, is-m
All we are saying is give peace a chance
All we are saying is give peace a chance
Hit it

C’mon, ev’rybody’s talking about
Ministers, sinisters, banisters and canisters
Bishops and Fishops and Rabbis and Popeyes and bye-bye, bye-byes
All we are saying is give peace a chance
All we are saying is give peace a chance

Ev’rybody’s talking ‘bout
John and Yoko, Timmy Leary, Rosemary, Tommy Smothers, Bobby Dylan, Tommy Cooper
Derek Taylor, Norman Mailer, Alan Ginsberg, Hare Krishna, Hare, Hare Krishna
All we are saying is give peace a chance
All we are saying is give peace a chance

Oh, freedom, Oh, freedom
Oh freedom over me
And before I’d be a slave
I’d be buried in my grave
And go home to my Lord and be free 2 x

No more weepin’, (don’t you know), no more weepin’
No more weepin’ over me
And before I’d be a slave
I’d be buried in my grave
And go home to my Lord and be free

We shall overcome

Ga, gedachte
Ga, gedachte, op gouden vleugels;
Ga en zet je op kliffen, op heuvels
waar zoel en zacht geurt
de zoete lucht van het moederland!
Begroet de oevers van de Jordaan
en van Zion de neergehaalde torens.
Oh, mijn vaderland zo mooi en verloren!
Oh, herinnering zo dierbaar en gedoemd!

Gouden harp van de profetische barden,
waarom hang je verstomd aan de wilg?
Wakker de herinneringen aan in het hart.
Vertel ons van vroeger tijd!
O, om het lot van Solima
laat een klank van bitter klagen horen,
O, mag de Heer u aanzetten tot een harmonie
die daarmee kracht in het lijden zal geven!

Je leeft maar heel kort,
Maar een enkele keer.
En als je straks anders wilt kun je niet meer.
Mens, durf te leven.
Vraag niet elke dag,
Van je korte bestaan.
Hoe hebben m’n pa of mijn grootpa heeftt gedaan.
Hoe doet er m’n neef of hoe doet er m’n vriend.
En wie weet hoe of dat dan de buurman weer vindt.
En wat heeft het fatsoen voor geschreven.
Mens, durf te leven.


De mensen bepalen de kleur van je das,
De vorm van je boek,
En de snip van je jas.
En van je leven.
Ze wijzen de paadjes waar langs je mag gaan.
En ze roepen; ga door, als je even blijft staan.
Ze kiezen je toekomst, ze kiezen je werk.
En ze zoeken een kroeg voor je uit en een kerk,
En wat je aan de armen moet geven.
Mens, is dat leven?


De mensen ze schrijven je leefregels voor,
Ze geven je raad en ze roepen in koor:
Zo, moet je leven.
Met die mag je omgaan,
Maar die? Die is te link.
En die moet je trouwen al heb je geen zin.
En daar moet je wonen dat eist je fatsoen.
En je wordt genegeerd als je ’t anders zou doen.
Alsof je iets ergs had misdreven.
Mens, is dat leven?


Het leven is heerlijk,
Het leven is mooi.
Maar vlieg uit in de lucht,
En kruip niet in een kooi.
Mens, durf te leven.
Met je kop in de hoogte,
En neus in de wind.
En lap aan je laars
Wat een ander dan vindt.
Houd een hart vol van warmte,
En van liefde in je borst.
Maar wees op je vierkante meter een vorst.
Wat je zoekt kan geen ander je geven.
Mens, durf te leven.
Mens, durf te leven

Het gekke is, dat we onszelf soms ook geen vrijheid gunnen. We proberen te voldoen aan wat andere mensen van ons verwachten. Op het internet lees je vaak de volgende quote:

You’ve gotta dance like no one is watching,
love like you’ve never been hurt.
sing like no one is listening
and live like it’s heaven on earth.]

De quote wordt aan een Amerikaanse pedagoog en schrijver toegeschreven: William Watson Purky

Vrijheid is ook lastig om te bereiken. De vrijheid van de ene mens stopt waar de vrijheid van de ander begint.

Iedereen verdient een Valentijn

OB-MB-BB-OBS-BBS-ML

Een liedje over Valentijnsdag. Iedereen verdient iemand die op die dag aan hem, haar, hen denkt. Het liedje is ingezongen door Stella Schaper.

De ingezongen versie.
Je hoort Stella Schaper zingen.
De karaoke versie

Iedereen verdient een Valentijn.
Zelfs de allergrootste chagrijn.
Je hoeft niet perse ongetrouwd
of mooi, of lief te zijn.
Iedereen verdient een Valentijn!

De muziekstijl waarin dit kleine, grappige liedje is gearrangeerd, heet “Cumbia”. Deze muziek- en dansstijl komt uit het Caraïbische gedeelte van Colombia.

Cumbiamuziek is een mix van inheemse Colombiaanse, Spaanse en Afrikaanse muziek. De Afrikaanse muziek werd meegenomen door mensen die tot slaaf gemaakt werden. Men vermoedt dat de dans die erbij hoort uit het Afrikaanse Guinee komt. Er wordt gezegd dat die dansstijl uitbeeldt dat een man een vrouw probeert te versieren. In het filmpje zie je dat terug. Maar het is wat ons betreft natuurlijk ook prima als meisjes jongens vragen, of meisjes meisjes, of jongens jongens etc. En je kan iemand trouwens ook prima een Valentijnsgroet sturen als je gewoon vrienden bent, want dat was de originele betekenis van het Valentijnsfeest.

Oorspronkelijk werd het alleen maar zang en ritme-instrumenten gespeeld en werd erbij gedanst. Daarom kan je dit lied rustig gewoon zingend, met instrumenten door de gangen zingen. Tegenwoordig worden er ook blaasinstrumenten in de muziekstijl gebruikt.

Je kan de opvallende ritmes meespelen :

Kijk hier eens hoe een paar samen een Colombiaanse Cumbia danst.

Soms lees je ook andere (minder fijne) verklaringen voor de danspasjes. Namelijk dat de pasjes van de mannen uitbeelden hoe mensen die tot slaaf gemaakt waren, proberen te dansen met ketens om hun enkels. Dat is natuurlijk wel heel erg.

Rond 1940 verspreidde deze muziek zich van het platteland naar de stad. Daar onderging het de invloed van andere muziek en dans. Zoals bijvoorbeeld de samba. In de jaren 50 was de muziek super populair. Later werd het ook een hit in Mexico en Peru. Daar vind je zelfs speciale Cumbia bands, zoals bijvoorbeeld Corazón Serrano. Er is zelfs een radiostation dat alleen maar Cumbia muziek uitzendt. Die zender heet: Radio Karibeña.

Ook in Suriname kent met de Cumbia als dans.

De muziek en dans van de Cumbia zijn eigenlijk over de hele wereld populair geworden en soms ook wat “moderner” gemaakt. Kijk hier maar eens naar kinderen die Cumbia dansen. Misschien kan je meedoen? Waar komen deze kinderen vandaan?

Bij Kzing proberen we niet te doen alsof het onze eigen muziekstijl is. We gebruiken de stijl in een liedje om bekendheid te geven aan allerlei muzikale stijlen. Daarmee willen we de originele makers eren en aangeven dat wij blij zijn met de multiculturele invloeden in de muziek. Muziek en dans verenigen ons!

Onderzoekend leren

Er zijn veel manieren waarop je nieuwe dingen kan leren. Je kan dingen uit je hoofd leren. Je kan informatie opzoeken. Je kan leerstof trainen door te herhalen. Je kan je laten overhoren. Je kan mindmaps maken. Je kan uittreksels maken, enz.

Iets onderzoeken, is ook een manier om dingen te leren. Misschien is het leuk om dat eens uit te lichten. Hieronder vind je materiaal over wat onderzoekend leren is:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Hieronder vind je themapagina’s met onderwerpen waar je een onderzoeksvraag over kan stellen en pagina’s waar een interessant onderwerp op staat:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Er blinkt een hartje in mijn ogen

MB-BB-BBS

Een liedje dat is geschreven in samenwerking met de theaterleerlingen van Kzing. Zij wilden een echt liefdesliedje zingen. Juf Ellis heeft hen gevraagd wat “verliefd” dan eigenlijk voor hen betekende. Die dingen heeft ze in een liedje verwerkt. Dit filmpje is geschreven vanuit het perspectief van een jongen die op een meisje valt, maar jullie weten natuurlijk allang al dat ook meisjes verkering kunnen vragen en dat er ook andere combi’s mogelijk zijn dan jongetje/meisje.

De leerlingen gaven aan dat ze verkering vragen heel eng vonden, omdat het niet leuk is als de ander dan niet verliefd op jou is. Wat vind jij daarvan? Durf jij het te vertellen als je verliefd bent op iemand?

Er blinkt een hartje in mijn ogen.
Ik voel de vlinders in mijn buik.
Ik hoor de zee en zie de sterren,
het is alsof ik rozen ruik.

Vergeet mijn voetbal en mijn vrienden,
ik denk alleen nog maar aan jou.
Ik durf het jou niet te vertellen…
Je ogen zijn zo prachtig blauw.

En ik weet niet of ik het durf, dus houd ik wat ik voel maar stil,
want ik weet niet hoe ik kan zeggen..dat ik verkering.. met je wil.

Teken hartjes en pijltjes en fluister je naam.
Maar hardop dat gaat niet, omdat ik me schaam…

Wanneer jij zegt: “Ik vind je aardig,
maar nee, verkering liever niet”
dan zou ik nachten liggen huilen..
dan breekt mijn hart echt van verdriet..

Daarom trek ik dus aan je haren.
Dat wil ik eigenlijk niet doen.
Ik zou verkering willen vragen..
En ik droom stiekem van een zoen….

Ons land, over volksliederen en zo

OB-MB-BB-OBS-BBS

Elk land heeft een heleboel liedjes die door het volk gezongen worden. Dat noem je volksliedjes. Maar ieder land heeft één super belangrijk lied. Dat is een lied dat gekozen is als het belangrijkste lied van dat land: HET volkslied. In andere talen heet het wel: anthem.

In een volkslied bezingen mensen hun liefde voor hun eigen land. Vaak wordt er iets verteld over de eigen volksaard en wordt de schoonheid van het land bezongen. Meestal is de muziek een beetje deftig en gedragen. Dat betekent: langzaam en slepend. Een hele grote groep mensen moet het immers tegelijk kunnen zingen en zo’n grote groep gaat niet zo snel.

Misschien doen jullie op school wel een project waarbij je je eigen land mag ontwerpen. Daar hoort natuurlijk ook een eigen volkslied bij. Daarom heeft juf Ellis zelf een volkslied gecomponeerd.

Dit is de korte versie van het lied:

karaoke versie

Ons land, ons Waterland
dat groen is, ruim en vrij.
Waar rust en vrede heerst.
Daar wonen en werken wij.
Zolang het water zachtjes zingt,
telt iedereen hier mee.
Omdat ons lied in vrijheid klinkt:
Hoezee, hoezee!

De filmbeelden komen uit Nederland, maar als jullie mooie tekeningen van je eigen land maken, wil juf Ellis die ook wel boven de muziek zetten. Stuur ons dan maar een mailtje.

Informatie over volksliederen van verschillende landen

Je mag nooit meezingen met het volkslied van een ander land. In sommige landen houden mensen hun hand op hun hart bij het zingen van het volkslied. In Nederland doen we dat niet. Nederland heeft “Het Wilhelmus”. Frankrijk “Allons enfants de la patrie”, Amerika “The star spangled banner”, Engeland heeft “God save the king”, België de Brabançonne. Hieronder vind je een aantal volksliederen uit verschillende landen.

Laat de vlaggen wapperen!

MB-BB-BBS

Als mensen duidelijk willen maken dat ze bij elkaar horen, kiezen ze soms samen een vlag. Een vlag is een stuk stof met een bepaalde kleur of kleuren, of met bepaalde vormen of symbolen erop. Die kleuren, vormen en symbolen betekenen iets voor de mensen die die vlag kiezen. Onderaan de pagina kan je daar meer over lezen. In het onderstaande lied komen veel vlaggen voorbij. Ken je die allemaal?

Dit liedje is pas 2 februari gemaakt. Er is nog geen karaoke versie van.

Vlaggen die vertellen
in hun vlaggentaal
over de geschiedenis
Kijk naar hun verhaal.
Als iemand zijn vlag ziet,
weet hij: dit zijn wij.
Laat de vlaggen wapperen!
Iedereen is vrij!

Als je wil weten welke vlaggen je gezien hebt, kun je naar dit filmpje kijken:

Hier kan je zien van welke landen deze vlaggen zijn

Zoals we boven al zeiden, kiezen mensen die zich samen een groep voelen vaak een vlag uit als symbool van hun saamhorigheid.

Dat kan zijn omdat ze samen bij dezelfde voetbalclub horen… Kijk hier maar eens naar 2 voorbeelden:

, omdat ze samen aandacht willen vragen voor een bepaald onderwerp:

Vlag van de vrede
Regenboogvlag van de lhbtiq+ gemeenschap

Ook Gemeenten hebben vaak een eigen vlag, omdat de inwoners zich samen één voelen.

Vlag Hoorn
Vlag Enkhuizen

En vlaggen zijn vooral bekend als symbool van de eenheid van het volk van een land. Een volk is een groep mensen. Die mensen wonen samen in een bepaald land. In Nederland woont het Nederlandse volk. Ze hebben samen een vlag. Die ken je wel, die is rood, wit en blauw. We weten niet helemaal zeker wat de kleuren betekenen. Mogelijk staat het voor de opbouw van de bevolking in de tijd dat de vlag gekozen werd. Het rood staat voor het volk, het wit voor de mensen van de kerk en het blauw voor de edellieden.

De eerste keer dat de vlag genoemd wordt, is in 1572, hoewel de kleuren rood, wit en blauw al eerder in de geschiedenis genoemd worden. In 1579 werd de Unie van Utricht gesloten. Toen werd de prinsenvlag oranje-blanje-bleu (let op: het rood was toen oranje) de officiële vlag. Later is het oranje weer rood geworden. Je kan hier meer over lezen op

Over de vlag van Nederland

Er zijn regels voor hoe en wanneer je vlagt. In Nederland mag de vlag alleen gehesen worden tussen zonsopgang en zonsondergang. Als er ook andere vlaggen hangen, moet de Nederlandse vlag het beste plekje krijgen. Je mag vlaggen als er iemand jarig is of trouwt of als iemand voor een examen geslaagd is. Op Koningsdag en verjaardagen van leden van de koninklijke familie, hang je er nog een oranje wimpel bij. dat is bepaald toen het Verenigd Koningrijk der Nederlanden ontstond.

Als landen vlaggen hebben die op elkaar lijken, hebben die landen vaak iets met elkaar te maken. Aan de andere kant is het ook zo dat landen die vroeger gekoloniseerd waren door een land en nu vrij zijn, vaak voor een heel andere vlag kiezen; zo maken zij zich nog meer los.

Rood, blauw, wit zijn kleuren die je veel ziet. In communistische landen zie je ook veel rood. Je ziet vaak sterren, manen, kruisen. Al die dingen hebben betekenis. Vind je dit een leuk onderwerp? Houd er dan een spreekbeurt over.. of maak er een werkstuk over.

Dichters op vrije voeten

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen

Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk

Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen

Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter

Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan

Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Meer leren over gedichten?

 

Gedichten hebben ook een vorm

 

Elfje
Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

limerick
Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Haiku
De boom heeft het koud.
Maar eigen schuld dikke bult.
Hou je jas dan aan.

Er zijn nog meer vormen, zoals een sonnet en een Flarf.

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googlet wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Het bekendste gedicht van Nederland is “doorgecomponeerd”. Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat.

Er is wel sprake van volrijm. Het is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Dichten kan een leuke hobby zijn, die niet veel geld kost. Je hebt er ook niet veel voor nodig. Een potlood en een opchrijfboekje, of je toetsenbord en Word zijn al voldoende.

Maak zelf eens een Flarf!

 

Opdracht: Schrijf een elfje over Seikilos.

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Er zijn verschillende soorten gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Wat is poëzie

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen

Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk

Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen

Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter

Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan

Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Meer leren over gedichten?

Gedichten hebben ook een vorm

Er zijn verschillende soorten vormen in gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Elfje
Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

limerick
Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Haiku
De boom heeft het koud.
Maar eigen schuld dikke bult.
Hou je jas dan aan.

Er zijn nog meer vormen, zoals een sonnet en een Flarf.

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googlet wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Het bekendste gedicht van Nederland is “doorgecomponeerd”. Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat.

Er is wel sprake van volrijm. Het is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Dichten kan een leuke hobby zijn, die niet veel geld kost. Je hebt er ook niet veel voor nodig. Een potlood en een opchrijfboekje, of je toetsenbord en Word zijn al voldoende.

Maak zelf eens een Flarf!

Opdracht: Schrijf een elfje over Seikilos.

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Er zijn verschillende soorten gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!
Wat is poëzie

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen

Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk

Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen

Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter

Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan

Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Meer leren over gedichten?

Gedichten hebben ook een vorm

Er zijn verschillende soorten vormen in gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Elfje
Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

limerick
Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Haiku
De boom heeft het koud.
Maar eigen schuld dikke bult.
Hou je jas dan aan.

Er zijn nog meer vormen, zoals een sonnet en een Flarf.

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googlet wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Het bekendste gedicht van Nederland is “doorgecomponeerd”. Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat.

Er is wel sprake van volrijm. Het is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Dichten kan een leuke hobby zijn, die niet veel geld kost. Je hebt er ook niet veel voor nodig. Een potlood en een opchrijfboekje, of je toetsenbord en Word zijn al voldoende.

Maak zelf eens een Flarf!

Opdracht: Schrijf een elfje over Seikilos.

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Er zijn verschillende soorten gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Wat is poëzie

Valentijnsdag

14 februari is het Valentijnsdag. Laten we de vriendschap en de liefde uitlichten! Onder de liedjes vind je meer informatie over Valentijnsdag.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Al héél lang geleden, in 496 na Christus, riep Paus Gelasius de eerste deze dag uit tot dag van de Heilige Valentijn. Eigenlijk weten we niet veel zeker over Valentijn. Er zijn namelijk meerdere heilige martelaren die Valentijn heetten. Er waren er al twee die in de 3e eeuw ter dood werden veroordeeld… Eén van hen was een priester in Rome en een andere was een bisschop van Terni. Misschien waren die twee Valentijns zelfs dezelfde persoon. Er is weinig duidelijk.

Er zijn wel veel legendes, oude volksverhalen, over Sint Valentijn. In de “Gouden legendes” werd Valentijn om zijn geloof vervolgd. De toenmalige keizer Claudius de tweede, probeerde Valentijn over te halen tot het heidense geloof. Maar Valentijn weigerde dat en probeerde de keizer over te halen om Christen te worden. Hij werd ter dood veroordeeld. Vlak voor zijn dood zou hij de blinde dochter van de cipier hebben genezen. Daarom is hij heilig verklaard.

Er zijn een heleboel mooie, verzonnen verhalen over Sint Valentijn. Van niet al die verhalen weten we zeker of ze kloppen, maar ze zijn wel leuk om te horen.

Eigenlijk ging het bij de feestdag van Valentijn eerst niet om op wie je verliefd was. Het ging niet om romantische liefde, maar om de liefde in zijn algemeenheid. Dus bijvoorbeeld de liefde voor alle mensen.

Later ging het lange tijd wél vooral om romantische liefde. Er was in de 14e eeuw een dichter, Geoffrey Chaucer, die in 1382 in een van zijn gedichten schreef: … Want dit was op Sint Valentijnsdag, als iedere vogel daar een liefje komt kiezen.

In de Verenigde Staten was Valentijnsdag vanaf het begin een groot succes. Vooral voor de winkeliers. Iedereen wil/de degene van wie hij houdt iets leuks geven: bloemen, bonbons, een kaart… Vaak werd er geen naam op de kaart gezet, zodat iemand moet raden van wie die komt.

Tegenwoordig worden er ook niet-romantische Valentijn cadeautjes gegeven en kaarten gestuurd naar bijvoorbeeld familie.

Jouw grens

MB-BB-BBS

Dit liedje gaat over je persoonlijke ruimte. Ieder mens (en dier) heeft behoefte aan een bepaalde hoeveelheid ruimte om zich heen.

Als je het gevoel hebt dat iemand te dichtbij is, kan je zelf wat afstand nemen. Als iemand dan alsnog dichter bij komt staan, kan je op een vriendelijke manier vragen om wat meer ruimte. Je wil de ander ook niet kwetsen, maar je mag opkomen voor wat jij wil. Daar gaat het volgende liedje over.

Een mens is bijna nooit alleen.
Miljoenen mensen om je heen.
En ieder mens heeft een grens,
wil wat ruimte om zich heen.

Als iemand zegt: “Tot hier en stop.”
… vat ik het niet persoonlijk op.
Zijn lijf. Zijn wens.
Zijn grens.

Dus komt iemand echt veel te dichtbij.
Denk jij: “Ik voel me niet meer vrij.”
… stel dan een grens, ieder mens
mag dat vragen, dus ook jij.

En als jij zegt: “Tot hier en stop.
vat ik het niet persoonlijk op.
Jouw lijf, jouw wens.
Jouw grens.

Als iemand zegt: “Tot hier en stop.”
… vat ik het niet persoonlijk op.
Zijn lijf. Zijn wens.
Zijn grens.

Mensen met wie je vertrouwd bent, mogen vaak wel wat dichter bij je komen dan onbekende mensen. Maar soms, als je moe bent, kan je de nabijheid van mensen helemaal niet zo goed verdragen. Mensen die bepaalde soorten van autisme hebben, vinden de nabijheid of aanraking van andere mensen soms onverdraaglijk onprettig.

In het sociale leven houden we rekening met het feit dat ieder mens behoefte heeft aan persoonlijke ruimte. We letten goed op of iemand niet ongemakkelijk wordt van onze afstand.

Je kan dit zelf ook een beetje regelen. Als je je hand uitsteekt, krijg je een hand en geen zoen. Als je je hand omhoog doet, krijg je een high five…

Vlaggen hier en daar

OB-MB-OBS-MBS

In dit filmpje zie je allerlei vlaggen voorbijkomen. Weet je bij welke landen ze horen? Als je het niet weet, kan je spieken bij het tweede filmpje.

Vlaggen zijn stukken stof in bepaalde kleuren. Mensen die samen een groep vormen, gebruiken die om te laten zien dat ze bij elkaar horen. Ze gebruiken de vlaggen als het feest is, of juist bij verdrietige momenten. Dan hangen ze de vlag halfstok. In Nederland hangen ze soms ook een oranje wimpel aan de vlaggenstok. Dat komt door ons koningshuis. Dat heet “Het huis van Oranje”. Kan je de Nederlandse vlag tekenen?

In het onderstaande filmpje zie je veel vlaggen. Ken je die allemaal? De blauwe vlag die je tussendoor steeds ziet is de vlag van de Verenigde Naties. Dat is een club van alle landen samen. Je ziet ook nog een vlag waarop alle vlaggen staan. Als één van de vlaggen die jij belangrijk vindt niet in het filmpje staan, staat hij misschien wel op die vlag.

De karaoke versie
In dit filmpje kan je zien van welk land de vlaggen zijn

Vlaggen, vlaggen.
Vlaggen hier en daar.
Weet je welke vlag dit is?
Zeg het maar.

Het melodietje van dit liedje kan je bekend voorkomen. We hebben het eerder gebruikt voor het liedje over kleuren. Als je dat nog nooit gezongen hebt, kan je hier luisteren hoe het moet klinken. Je hoeft alleen het woordje “kleuren” door “vlaggen” te vervangen en je kan het lied zingen.

Dit ben ik

Laten we onszelf eens uitlichten. Wat een goed idee om heel veel dingen te leren die met jezelf te maken hebben. Er zitten zoveel verschillende kanten aan mensen.

Prettig kennis te maken

Lijf en zintuigen

Rust

Gevoelens

Beperkingen en talenten

Winterweerwar

MB-BB-BBS

Liedjes over de winter gaan meestal over sneeuw en ijs. Maar eigenlijk is dat tegenwoordig helemaal niet meer het weer dat het meeste voorkomt in de winter. Hoe komt dat toch? Dat is een leuke onderzoeksvraag voor bijvoorbeeld een plusgroep.

Winterweerwar ingezongen

We wachten en we wachten op het koude winterlied.
Maar weer is in de war en winter komt voorlopig niet.
Ik loop hier in December nog op hele blote voeten.
De vogels blijven fluiten en een paddenstoel die groeit.
Het weer is in de war en waarom is er nergens ijzel?
Er liggen bruine blaadjes, maar de rozenstruik die bloeit.

De maan is zilver, rond en vol en heel de wereld wacht.
Wanneer wervelt de wintersneeuw? Nu niet. Niet deze nacht.
Ik loop hier in December nog op hele blote voeten.
De vogels blijven fluiten en een paddenstoel die groeit.
Het weer is in de war en waarom is er nergens ijzel?
Er liggen bruine blaadjes, maar de rozenstruik die bloeit.

Charlie Chaplin en Pantomime

Uitgelicht: Charlie Chaplin

We willen het hebben over één van de grootste artiesten ooit: de acteur, regisseur, componist en komiek Charles Spencer Chaplin, beter bekend als Charlie Chaplin. (1889-1977)

Hij werd in Londen geboren. Hij deed aan pantomime en vaudeville. Pantomime is spelen zonder te praten. Vaudeville is muziektheater dat een beetje op veriété lijkt. Een soort voorloper van cabaret en stand-upcomedy. Charlie Chaplin is waarschijnlijk één van de beroemdste filmsterren ter wereld geweest, is heel rijk geworden en heeft heel veel onderscheidingen gehad.

Maandag

Kom, we spelen cinema.

Doen we Charlie Chaplin na.

Wandelstok en een bolle hoed.

Doe wat Charlie doet.

In de loop van de week gaan we een invulling bedenken voor het tussenstukje, waar alleen muziek klinkt. Vandaag mag je er gewoon naar kijken en luisteren.

Vervolgens zing je het couplet weer

Dinsdag

Opdracht

Leer Charlie Chaplin kennen. Kijk goed naar zijn bewegingen, zijn stil spel, zijn mimiek in de filmpjes hieronder…

Woensdag

Opdracht

1. Herhaal het liedje van maandag nog eens

2. Kijk naar het filmpje hieronder en probeer mee te doen

Hier zie je hoe iemand Charlie Chaplins bewegingen nadoet.
Let goed op! Doe mee, waar het kan.

Opdracht

Bedenk in een groepje van 3 personen een heel korte scène voor in een stomme film. Bij dat toneelstukje mag niet gepraat worden. Je doet alsof je zelf in een stomme film speelt. Eén van de personen speelt Charlie Chaplin. Wanneer je niet in groepjes kan werken, kan je ook met de hele groep afspreken welke gebaren van Charlie Chaplin je kan uitbeelden.

Donderdag

Opdracht

Herhaal het liedje van maandag.

Kort het toneelstukje zover in dat je het kan spelen op de plek waar alleen muziek klinkt.

Vrijdag

Over Charlie Chaplin

Charles had niet zo’n leuke jeugd. Zijn ouders waren reizende toneelspelers, maar gingen na zijn geboorte snel uit elkaar. Zijn moeder deed haar kinderen in het armenhuis en later kwam hij in een soort weeshuis terecht. Zijn vader stierf aan de alcohol en zijn moeder werd opgenomen in een huis voor mensen met geestesziekte. Later bleek dat ze nog een broertje hadden.

In 1910 emigreerde Charlie naar de V.S. Charlie Chaplin was tegen racisme. Hij was heel erg tegen antisemitisme. Doordat hij zo opkwam voor armere groepen, werd hij ervan beschuldigd dat hij communist was. Dat vonden Amerikanen niet zo leuk.

Hij werd wereldberoemd door zijn bekendste rol: de zwerver (The Tramp). Dat was een simpel mannetje met een klein snorretje, een strak zwart jasje, een rotan wandelstok en een bolhoedje, die altijd op een bepaalde, grappige, manier liep. Men noemde dat “toffeehakken”. Hij is altijd degene die de underdog is, maar hij weet altijd te overwinnen.

Deze rol speelde hij van 1914 tot 1936 in heel veel films. Dat waren vooral stomme films. Dat betekent niet dat het geen goede films waren, maar dat betekent dat het films waren waarin niet gesproken werd, omdat de geluidstechniek nog niet zover was. Juist omdat Charlie zo goed was in pantomime werd hij zo’n beroemde filmster. Hij was super goed in stil spel.

Hij trouwde vier keer, had ook nog heel veel vriendinnen ernaast en kreeg een aantal kinderen.

Hij overleed in 1977, op 88 jarige leeftijd. Zijn lichaam werd gestolen, omdat men losgeld wilde eisen. Maar dit plannetje mislukte. De dieven werden gearresteerd.

Werken met een script

MB-BB

Op sommige scholen wordt er regelmatig een toneelstuk of musical uitgevoerd. Dan werk je met een script. Dat is een boekje waarin precies staat wat iedereen zegt en wat iedereen doet.

Meestal staat iemands naam er, met daar dubbele puntjes achter. Daarna staat dan wat er gezegd moet worden.

Er staan ook regieaanwijzingen in je script. Ze zijn vaak schuin gedrukt, of dik gedrukt. Je zegt die niet hardop, maar diee vertellen je wat je moet doen (bijvoorbeeld: kijkt verdrietig) en wanneer je op of af moet. Dat betekent: wanneer je op het podium moet zijn en wanneer je eraf moet.

Als je af bent, sta je meestal in de coulissen. Dat is een plek tussen de zij-doeken. Daar moet je erg stil zijn, want anders hoort het publiek je.

Als je een nieuw stuk gaat leren, krijg je je boekje.

Hoe pak je het leren van je tekst aan?

  • Gebruik een markeerstift om je eigen tekst(en) mee te kleuren in het script.
  • Maak een lijstje van de scènes waar je in speelt, zodat de docent kan zeggen: alle mensen van scène 5 zijn nodig.
  • Noteer in je script wanneer je af moet, op moet en van welke kant.
  • Zorg dat je in de repetities een potlood bij je hebt, om aantekeningen te maken.
  • Noteer in je script ook als je een speciale plek krijgt toegewezen: b.v. je staat in die rij naast Pietje en Klaasje, links naast het bankje.
  • Schrijf het ook op als je je moet omkleden.
  • Als je veel tekst hebt, kun je dat niet in de laatste weken leren. Begin op tijd!
  • Oefen de teksten die opgegeven zijn als huiswerk erg goed thuis, anders is het oefenen in de les saai, omdat iedereen moet wachten op de mensen die hun tekst niet kennen.
  • Leg je script onder je hoofdkussen en oefen voor je gaat slapen nog even. 
  • Als je moeite hebt met het onthouden van de teksten, vraag dan je ouders of andere familieleden of zij je willen helpen. Dat kan bijvoorbeeld door je te overhoren. Zij zeggen de regels die aan jouw tekst voorafgaat en jij moet het aanvullen.
  • Vraag of je ouders de voorbeeldzinnen willen inspreken op je telefoon. Dan kan je ook oefenen zonder dat zij iedere keer hetzelfde hoeven te zeggen.
  • Denk na over je personage: hoe oud is hij/zij, is hij arm of rijk, waar woont hij, etc.
  • Denk na over je lichaamstaal: hoe loopt, eet, zit, spreekt het personage dat je speelt?
  • Denk na over de momenten waarop je op het podium bent, maar geen tekst hebt. Welk stil spel speel jij dan?

Teacher in role

Teacher in role is een spelvorm bij acteren, oftewel bij toneelspelen. Een spelvorm is de manier waarop je toneelspeelt. Je kan bijvoorbeeld improviseren, een uitgeschreven tekst uitspelen, (panto)mime spelen, een tableau vivant neerzetten, maar je kan dus ook een teacher in role spel doen.

In een teacher in role spel speelt de leerkracht zelf mee in een bepaalde rol en stimuleert de leerlingen om mee te spelen, mee te denken en mee te acteren.

Lees verder onder het aangebonden materiaal.

Hieronder is materiaal te vinden waarbij teacher in role spel aan bod komt:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Teacher in role spel is vooral in de onderbouw goed te gebruiken. Jonge kinderen spelen immers al heel vaak een rollenspel. Ze spelen bijvoorbeeld dat zij de ouders zijn en dat het kleine zusje dan “het kind” is. Ook ouders en grootouders doen al vaak mee met dit spel. Je ziet dat bijvoorbeeld bij samen winkeltje spelen. Papa is de klant en koopt iets bij het kind. Als papa dan wat sturing geeft aan het verhaal, is dat eigenlijk een teacher in role spel.

De simpelste vorm van teacher in role is misschien nog wel voor- en nadoen. In dat geval speelt de leerkracht dezelfde rol als de leerlingen. bijvoorbeeld: “nu gaan we allemaal springen als kikkers”, of “we kijken allemaal heel boos”. De leerkracht doet het voor… iedereen doet mee. Dit is een veilige manier voor kinderen om te acteren. Ze weten dat ze niets fout doen en het vraagt ook nog geen eigen initiatief.

Bij wat meer uitgewerkte teacher in role spelen, fantaseren de leerlingen zelf mee. Dan heeft de leerkracht een andere rol dan de leerlingen. Meestal is de leerkracht in ieder geval de verteller die richting geeft aan het verhaal dat uitgespeeld wordt. De leerkracht is bijvoorbeeld de hoofdpiet die de pietjes (de leerlingen) een taak geeft. Een leerkracht kan ook meerdere rollen spelen. Bijvoorbeeld zichzelf, maar ook de grote boze wolf. Het helpt om het andere personage dan iets van kostuum, of rekwisieten te geven, om de herkenbaarheid te vergroten.

Bij nog meer uitgebreide teacher in role spelen, hebben de leerlingen steeds meer een persoonlijke eigen inbreng. Er kunnen antwoorden gegeven worden, geïmproviseerd etc. Het verhaal kan zelfs samen vormgegeven worden, waardoor verschillende groepen tot een verschillend verhaal komen. Dit is een goede manier om samen te oefenen in “meegaan tijdens het improviseren, in plaats van tegenwerken.” Het brengt leerlingen ook verder in de activiteit samenwerken.

Het is belangrijk dat iedereen weet dat je niets “fout” kan doen, hoewel je een verhaal natuurlijk best bij mag sturen als er bijvoorbeeld iets gewelddadigs verzonnen wordt.

Leer de leerlingen meteen “groot” te spelen. Grote gebaren, duidelijke mimiek, flinke bewegingen, duidelijke klanken.

Toujours l’amour

BB-ML

Dit is een kerstliedje van Kzing. Eigenlijk is het een soort kerstgroet van Kzing aan jullie allemaal. Op deze pagina vind je ook informatie over het gebruik van elkaar kussen onder de mistletoe.

In Frankrijk is “altijd”: “toujours”. En liefde is “amour”. Toujours l’amour betekent dus: altijd de liefde… Met dit liedje wordt bedoeld dat liefde het belangrijkste is in het leven. En dan praten we niet perse over liefde die een stelletje voor elkaar voelt. Het kan ook gaan om de liefde tussen ouders en kinderen, broers en zussen, grootouders en kleinkinderen. Liefde is er in vele vormen.

Het is een oude speeldoos, die steeds hetzelfde speelt.
Wat gek toch dat dat liedje, de mensen nooit verveelt.
Je ruikt de geur van vroeger. Je hoort het “Ho-ho-ho.’
En je kust je allerliefste: onder de Mistletoe.

Refrein:
Toujours, toujours l’amour, l’amour toujours, ca c’est comme un rève.
Toujours, toujours l’amour, l’amour toujours, car la vie est brève.

Je ruikt een kerstig luchtje. Je hoort een oud verhaal.
Je ziet een zoete film. We dromen allemaal,
van warmte, sneeuw en lichtjes. Dat is nou eenmaal zo.
En je kust je allerliefste: onder de Mistletoe.

Toujours, toujours l’amour, l’amour toujours, ca c’est comme un rève.
Toujours, toujours l’amour, l’amour toujours, car la vie est brève.

Dit lied gaat niet alleen over l’amour van de Fransen, maar ook over een gebruik uit Engeland en Amerika: elkaar met kerstmis kussen onder de maretak. Het Engelse woord voor maretak is mistletoe. Dat is een plant die groen blijft. Hij komt uit de sandelhoutfamilie. De plant leeft bovenop bomen. Hij wordt ook wel vogellijm genoemd. Het woord komt van het Angelsaksische woord “mistel”, wat “mest” betekent en het woord “tan”. Dat betekent “takje.” Eigenlijk heet het dus: Poeptakje.

Waarom zouden we elkaar nou kussen onder een poeptakje? Dat komt doordat deze tak bij de Kelten en Germanen een heilige plant was. Het was het symbool voor vruchtbaarheid. Een druïde sneed bij het midwinterfeest met een gouden sikkel een maretak uit de heilige eik, waar men bij elkaar kwam. Er werd vaak een dier geofferd. Dat offer was bestemd voor de godin Freya. Baldr werd bovendien gedood door een pijlpunt, gemaakt van maretak. Daarna deed met de mistletoe in water. Dat water werd gebruikt als beschermdrankje tegen ziekte en nare dingen.

Mistletoe is een symbool van vrede en liefde. Als vijanden elkaar onder een maretak ontmoetten, moesten ze hun wapens neerleggen en voor een dag een wapenstilstand houden. Daar komt de gewoonte vandaan om mistletoe aan je plafond te hangen en elkaar eronder te zoenen. In films zie je het gebruik best vaak. Meestal gaat het dan om een romantische film, maar eigenlijk is het meer een teken van vriendschap…

Toen de Christenen naar Europa kwamen, vonden ze dit gebruik heidens. Maar het lukte maar niet om de mensen er vanaf te brengen. Toen hebben ze het gebruik maar overgenomen. Er waren zelfs kerken waar Mistletoe diensten waren. Criminelen konden in die kerkdiensten vergeving krijgen.

In Engeland bleef het gebruik populair. Eerst moest je eigenlijk een besje van de mistletoe plukken, voor je elkaar mocht kussen. Maar dat hoeft tegenwoordig niet meer.

In Nederland is het gebruik nooit erg populair geweest.

Niet gevonden wat je zocht? Voer een nieuwe zoekterm in. Als je een lied rond een bepaald thema zoekt, stuur dan een mail naar info@kzing.nl

Donkere dagen

MB-BB

In de winter is het nog donker, als je wakker wordt. Wanneer je dan opstaat, heb je soms geen zin in de dag. Maar als je naar de sterren kijkt, voel je je weer geïnspireerd.

Gezongen, met filmbeelden
Karaoke versie
Lied, gezongen in de show

Als de wekker gaat,
denk ik: “Ik wil niet, Is het al zo laat?”
Moet ik nu echt naar buiten gaan?
Maar dan zie ik opeens de sterren staan.

En plotseling krijg ik er zin in,
om iets te vieren in plezier en in een hele nieuwe start.
Al is het donker in de winter,
er stralen sterren in mijn hart.

Ik moet hier door het donker gaan.
Maar in de huizen gaan de lichten aan.
En als ik in de nacht verdwijn,
dan wandel ik waar ook de sterren zijn.

En “zellufs” op de kortste dag,
verstopt het licht zich niet!

En plotseling krijg ik er zin in,
om iets te vieren in plezier en in een hele nieuwe start.
Al is het donker in de winter,
er stralen sterren in mijn hart. Refrein 2 x

Sommige mensen zijn ochtendmensen. Zij worden vroeg wakker en springen meteen fit uit bed. Vaak zijn die mensen ’s avonds wat sneller moe en toe aan slapen.

Andere mensen zijn meer avondmensen. Zij hebben moeite met uit hun bed opstaan. Maar in de avond zijn ze eigenlijk best “wakker”. Als je als kind een avondmens bent, is dat soms lastig. Voor kinderen is het namelijk best goed om veel te rusten.

Meestal moeten kinderen redelijk op tijd naar bed. Hoe is dat bij jou? Hoe laat moet/mag jij naar bed. Wat is je avondritueel? Slaap je goed? Droom je ook wel eens. En… de allerbelangrijkste vraag: word jij ’s ochtends uitgerust wakker en heb je dan zin om allerlei dingen te doen en te leren?

Wanneer het wintertijd wordt, is het plotseling veel eerder donker. Hoe kan dat nou?

Is dat in de winter voor jou anders dan in de zomer?

Teken jezelf en hoe jij ’s ochtends uit bed opstaat.

Wat is Kerstmis?

BB

Overal in de wereld worden in deze tijd van het jaar lichtfeesten gevierd. Eén van de bekendste lichtfeesten is Kerstmis. 24 december is het Kerstnacht, 25 december is het eerste Kerstdag en 26 december tweede Kerstdag.

Iedereen viert dit feest op zijn eigen manier, met eigen tradities. Mensen die in Jezus geloven, vieren het bijvoorbeeld anders dan mensen die niet gelovig zijn.

Het feest wordt al heel lang gevierd. Ook in de tijd dat de vader en moeder van je opa en oma leefde… en nog veel langer. Kijk hiernaast maar eens hoe Kerstmis in 1947 werd gevierd.

Op YouTube vonden we dit filmpje van Het Klokhuis, waarin uitgelegd wordt waar Kerst vandaan komt.

Geen zin of tijd om te kijken? Lees dan gewoon de informatie die verderop op deze pagina staat.

Met Kerstmis vieren we eigenlijk de geboorte van Jezus van Nazareth. Gelovige mensen noemen hem ook wel “Christus” of “Jezus Christus”. Mensen die in Jezus geloven, noemen we dan ook Christenen.

Natuurlijk werd het Kerstfeest al vele eeuwen eerder gevierd, maar gek genoeg niet meteen na de geboorte van Jezus. Dat zou je wel denken. Onze jaartelling heeft immers te maken met de geboorte van Jezus. Mensen dachten dat ze precies wisten wanneer Jezus geboren was en toen begonnen ze te tellen. Ook mensen die niet gelovig zijn, gebruiken deze jaartelling.

Het vieren van het Kerstfeest ontstond pas in de vierde eeuw na Jezus’ geboorte. Het ontstond tegelijk in Rome en in Jerusalem. In Rome vierde men het op 25 december en in Jerusalem op 6 januari. Tegenwoordig vieren we op 6 januari het feest van Driekoningen. In een aantal culturen is juist dát feest belangrijk.

Het woord “Kerstmis” betekent eigenlijk “Christus-mis”. Een mis is een kerkdienst. Dus: kerkdienst over Christus. Christus is een speciale naam voor Jezus. Christus betekent: de gezalfde. Vroeger werd iemand gezalfd, als hij heel belangrijk was. Voor veel mensen in de wereld is Jezus heel speciaal. Met kerst vieren ze zijn geboorte.

Er is ook heel veel muziek geschreven om te beluisteren bij dit feest. We willen jullie daar wat voorbeelden van laten horen.

In Argentinië is Kerstmis een belangrijk feest. De componist Ariel Ramírez (1925-2009) maakte samen met Felix Luna een kerstcantate (dat is een verzameling liederen) “Navidad nuestra”. dat betekent: Onze geboorte…Ze bedoelen: hoe wij Kerstfeest vieren. Er worden Argentijnse ritmes en instrumenten gebruikt. worden Argentijnse ritmes en Argentijnse instrumenten gebruikt.

Elk deel beschrijft een stukje Kerstverhaal, maar ze doen alsof het kerstverhaal zich in Argentinië afspeelt. Dit gebeurt ook vaak bij schilderijen over de geboorte van Jezus. Eigenlijk zou Jezus waarschijnlijk iemand van kleur zijn, maar hij wordt meestal blank/wit afgebeeld. Dit nummer gaat over de herders.

De schrijver situeert de herders in het dorpje Aimogasta in de provincie Rioja in een sfeer waarin het chayafeest in de olijfboomgaarden van deze regio gevierd wordt. Het gebruikte ritme is ook de chaya.


Hiernaast staat een oud drie koningen lied

We three kings of Orient are
Bearing gifts we traverse afar
Field and fountain, moor and mountain
Following yonder star

O Star of wonder, star of night
Star with royal beauty bright
Westward leading, still proceeding
Guide us to thy Perfect Light

Glorious now behold Him arise
King and God and Sacrifice
Alleluia, Alleluia
Earth to heav’n replies

O Star of wonder, star of night
Star with royal beauty bright
Westward leading, still proceeding
Guide us to Thy perfect light

Uit “Navidad nuestra” het nummer “Los pastores”, d.w.z. de herders.

“‘We trekken met de chaya en gitaren zingend door de olijfboomgaarden’. ‘Terwijl de maan van La Rioja sterft van de zin om mee te doen’. ‘Basilicum en citroenverbena, tijm en laurier, dat het Kind pas inslaapt bij de dageraad’

Nog voor dag en dauw komen de herders en brengen kaarsen en bloemen. Ze trekken zingend en spelend op gitaren door de olijfboomgaarden. De maan sterft van de zin om mee te doen. We ruiken basilicum, citroenverbena, tijm en laurier. Het kindje slaapt pas bij de dageraad. “
We three kings… gezongen door de Mediaeval baebes

Wij zijn drie koningen uit het Oosten.
We dragen geschenken en komen van ver.
Veld en bron en Field and fountain, moor and mountain
We volgen gindse ster

Ster van verwondering, ster van de nacht
Ster met koninklijke heldere schoonheid
Je leidt ons westwaarts, zegt dat we door moeten reizen
je leidt ons naar het perfecte licht.

Glorieus zien we hem verschijnen
Een koning en god, die zich opoffert
Alleluia, Alleluia
De aarde geeft de hemel antwoord

O Ster van verwondering, ster van de nacht
Ster met koninklijke heldere schoonheid
Je leidt ons westwaarts, zegt dat we door moeten reizen
je leidt ons naar het perfecte licht.

We vertellen in het kort het verhaal dat bij het Christelijke Kerstfeest hoort:

De bewoners van Israël waren in de tijd van Jezus niet zelf de baas in hun land. De Romeinen waren op heel veel plekken in de wereld de baas. De belangrijkste man was de eerste echte romeinse keizer: Augustus. Hij regeerde van 27 voor Christus, tot 14 na Christus. De maand augustus is naar hem vernoemd.

Augustus kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn. Hij hadt in elk land koningen die voor hem werkten. In Israël was dat koning Herodus.

Keizer Augustus wilde weten hoeveel mensen er in zijn grote rijk woonden. Hij besloot ze te gaan tellen. Zoiets noem je een volkstelling. Omdat het lastig is om te tellen als iedereen steeds ergens anders is, moest iedereen terug naar het gebied waar hij ooit geboren was. Voor Jozef en zijn vrouw Maria was dat de plaats Bethlehem.

Dat was voor hen een naar bericht, want ze woonden in Nazareth en dat was daar nogal een eind vandaan. Bovendien was Maria in verwachting. Die tocht was dus eigenlijk te zwaar voor haar. Maria mocht daarom op de rug van een ezel rijden.

De reis duurde lang. Er waren veel mensen op weg, in verband met die volkstelling. Toen Jozef en Maria in Bethlehem aankwamen, waren daardoor ook alle hotels en herbergen al vol. Ze konden dus geen slaapplaats vinden. Uiteindelijk had één herbergier medelijden met hen en gaf hen toestemming om in de dierenstal achter zijn herberg te gaan slapen. Daar werd het kindje Jezus geboren.

Er wordt wel verteld dat een grote ster koningen en herders (dus rijke mensen en arme mensen) samen naar de stal leidde en dat de engelen zongen.

Waarom was deze geboorte nou zo belangrijk?

Als ergens een nieuwe baby geboren wordt, krijgt iedereen sowieso weer hoop op een betere wereld. Voor Christenen is de geboorte van Jezus helemaal belangrijk, omdat hij voor hen een profeet werd. Een profeet is iemand in wiens woorden en daden je gelooft; iemand wiens voorbeeld je wil volgen. Jezus kwam namelijk altijd op voor de zieken, armen en onderdrukten. Jezus wilde ook graag vrede. Later in zijn leven heeft Jezus heel belangrijke dingen gedaan. Daarom zeggen de Christenen wel eens: Jezus is het licht van de wereld.

Ook de mensen die moslim zijn, kennen Jezus. Hij is voor hen ook een profeet, maar niet hun belangrijkste profeet, want dat is voor hen Mohammed. Joodse mensen geloven ook dat Jezus bestaan heeft, maar voor hen is hij geen profeet. Ook zij gaan met Kerstmis graag naar familie of doen gezellige dingen. Het is immers een vakantiedag voor iedereen!

Er zijn ook veel mensen die niet in God geloven, maar die tóch Kerstmis vieren. Hoe kan dat dan? Dat komt doordat mensen die het Christelijke geloof gingen brengen, hun kerkelijke feesten lieten samenvallen met de traditionele feesten van de oorspronkelijke inwoners. Kerstmis valt dus ongeveer gelijk met de Midwinterfeesten. Bij die feesten vierden men dat de donkerste dagen weer voorbij waren. Men vierde daar dus eigenlijk de geboorte van het licht. Dat paste goed bij het Kerstfeest. Daardoor stribbelden de mensen die niet in God geloofden niet zo erg tegen en zo namen ze zonder veel mopperen het Kerstfeest over.

Het kerstfeest is de laatste jaren wel een beetje veranderd, doordat steeds minder mensen de Christelijke tradities volgen, maar sommige dingen zijn ook hetzelfde gebleven. Er wordt nog steeds veel gezongen, lekker gegeten, er worden kerstbomen neergezet die versierd worden en we denken aan andere mensen.

O dennenboom

OB-MB-BB-BBS

Lied: een traditioneel kerstlied. De onderbouw kan het refrein meezingen. 

Dit is een van de bekendste kerstliedjes. Het is eigenlijk een Duits liedje. Bij Kzing hebben we een beetje een ander ritme gebruikt, om het liedje wat interessanter te maken. Ook hebben we er een stukje in het midden bijgemaakt. 

Dit keer staat er alleen een karaoke versie. Als je de woorden eronder volgt, kan je zo mee zingen! 

Veel plezier! 

O dennenboom, o dennenboom,
wat zijn je takken mooi versierd, wat zijn ze wonderschoon. 2 x
Ik heb je laatst een keer in ’t bos zien staan.
Toen zat er nog geen enkel kaarsje aan.
O dennenboom, o dennenboom,
wat zijn je takken mooi versierd, wat zijn ze wonderschoon.

Ik zoek een boom die groen blijft en de mensen echt laat zien,
dat bij het kleinste sprankje leven er nog hoop is en misschien
dat het donker dan weer licht wordt; dat is wat ik g’loof en vier.
Ik zoek de allermooiste kaarsen, waar ik jou dan mee versier.

O dennenboom, o dennenboom, wat zijn je takken mooi versierd,
wat zijn ze wonderschoon. 2 x

O Tannenbaum. Luister op YouTube naar de Duitse versie.

Al rond 1864 was er een Duits gedicht waarin woorden zaten die ook in dit liedje voorkomen. De melodie zou van een volksliedje uit Silezië zijn, van de componist Melchior Franck (1579-1639). 

Een andere meneer, Joachim August Zarnack, schreef er woorden op. De spar (in het Duits is dat “Tannenbaum”) werd gebruikt als voorbeeld van betrouwbaarheid. 

In 1824 was er een leraar in leipzig (1780-1861) die Ernst Anschütz heette. Hij hield de woorden van het eerste vers van Zarnack, maar voegde er nog twee coupletten aan toe. Die gingen over kerstbomen. In die tijd waren kerstbomen namelijk heel populair geworden. Hij gebruikte wel een andere melodie, ook gepikt van een volksliedje. 

Alle landen pikten het liedje. Ook Nederland. We namen het woord “den” over, terwijl een kerstboom eigenlijk een spar is. We zouden dus moeten zingen “O sparreboom, o sparreboom…” 

Het melodietje is zo populair, dat er vaak ook andere woorden op gemaakt worden. 

Hallo Piet, traditioneel

Dit is een bekend Sinterklaasliedje en het is daardoor gemakkelijk te spelen. Let wel op:

In het tweede hokje (de tweede maat) zie je kleinere stipjes staan. Dat zijn vluggere klanken. Twee van die kleine stipjes zijn samen één tel. Ze moeten de tel delen. ook in de derde maat komt dat voor. Waarschijnlijk vind je het niet zo moeilijk als je het liedje kent.

Verzin een griezelverhaal

MB-BB-BBS

Het is weer tijd om samen lekker te griezelen. Allerheiligen, Allerzielen, Halloween, Dia de los Muertos…

Soms komen de geesten ons plagen, zoals bij Halloween en soms gedenken we op een vrolijke manier onze lieve overleden voorouders die ons gezellig komen bezoeken, zoals op de Dia de los Muertos.

Samen een beetje griezelen, kan heel leuk zijn. Daarom gaan jullie zelf, of in groepjes, een griezelverhaal verzinnen. Maar…. we geven je wel wat opdrachten.

Kies waar jullie verhaal zich afspeelt:

Spookachtig bos met volle maan
Oud huis met Halloweenversiering
Oud kasteel

Kies op welk tijdstip jullie verhaal zich afspeelt (kan ook een langere tijd zijn, bijvoorbeeld “een dag”):

Ochtend
Avond
Nacht

Kies welke personen in jullie verhaal een rol spelen:

Detective
Verkleed persoon
Kind met pop

Kies wat er voor engs gaat gebeuren en bedenk of jullie verhaal goed afloopt, slecht afloopt of een open einde heeft.

Alle groepjes vertellen hun verhaal aan de rest van de groep

Geef elkaar na afloop tips en tops.

Je mag alles natuurlijk aanvullen. Bedenk het verhaal samen en oefen samen om het verhaal te vertellen. Bedenk wie wat vertelt.

Sterren 3 tegelijk: akkoord

We spelen het liedje van de sterren nu met 3 kleuren tegelijk. We kiezen een c een e en een g toets, of spelen met c, e en g toetsen. Die klinken tegelijk. Dan is het niet alleen een melodie met hoog en laag, maar ook een harmonie. Dat betekent: er klinken klanken tegelijkertijd.

Als er 3 of meer tonen samenklinken, noemen we dat een akkoord. Het woord akkoord is afgeleid van het Latijnse woorden: ad cor, tot aan het hart. Dat betekent dat je een afspraak maakt waar je op kan vertrouwen. Dat je het eens bent met elkaar. De klanken c, e en g zijn het ook met elkaar eens. Ze klinken mooi samen. Akkoorden hoeven trouwens niet altijd “mooi” te klinken, als ze maar samen klinken. Als c, e en g samenklinken, noem je dat een c akkoord.

De pianoforte

De piano is een heel bijzonder instrument. Het is zowel een snaarinstrument (chordofoon), als een toetsinstrument, als een slaginstrument. Je kan er heel hoge klanken, maar ook heel lage klanken mee maken.

Onder andere daardoor is het een populair instrument. Het instrument wordt ook vandaag de dag nog in veel muziekstijlen gebruikt, van klassieke muziek tot popmuziek. Het wordt als solo instrument gebruikt, maar ook wel als begeleidingsinstrument.

Een piano is een soort houten kist, die rond een klankbord is gebouwd. In de kist zitten metalen snaren. Tegenwoordig zijn die op een metalen frame gespannen. Soms moeten die snaren gestemd worden. Dat doen de pianisten meestal niet zelf. Ze laten een pianostemmer komen, die daarvoor geleerd heeft. Die draait aan de stemknoppen en zorgt ervoor dat alle snaren zuiver genoeg klinken en bij elkaar passen.

Je hebt staande en liggende piano’s. De liggende noem je vleugels. De staande heten buffetpiano’s.

Je speelt op een piano door op de toetsen van een toetsenbord te drukken. Dat zijn een rij witte en zwarte indruk-dingen. De witte toetsen waren vroeger van ivoor en de zwarte van ebbenhout. Maar tegenwoordig zijn de toetsen meestal van kunststof. Je speelt er op met alle vingers van je handen.

Die toetsen brengen hamertjes in beweging. De hamerkopjes slaan tegen snaren. Sommige hamers slaan tegen 1 snaar, sommige tegen 2 en sommige tegen een snarenkoor van 3 snaren. Tegenwoordig zijn er ook elektrische piano’s. Dat zijn eigenlijk een soort computers. De makers hebben ervoor gezorgd dat er een opname klinkt van een pianoklank, als je op een toets drukt. Deze piano’s hebben dus geen snaren en hamers.

De vleugel, de liggende piano, is tussen 1698 en 1709 uitgevonden. Waarschijnlijk door Bartolomeo Cristofori, die in Florence woonde. Hij noemde zijn instrument eigenlijk pianoforte. In die tijd waren er alleen klavecimbels. Die konden maar 1 toonsterkte laten horen. De piano kon sterk (hard) en zacht. Cristofori wilde meer dynamiek en verzon een instrument dat zachter en sterker kon spelen. Daarom noemde Cristofori het instrument: pianoforte.

De snaren worden hard, of zacht… (dat ligt eraan hoe hard je op de toetsen drukt) geraakt door houten hamers. Die zijn bekleed met een zacht materiaal. Tegenwoordig is dat wolvilt.

Een piano heeft ook pedalen. Een sustain pedaal, waarmee je het geluid een beetje kan dempen en een sostenuto pedaal, waarmee de klanken blijven doorklinken.

Een vleugel is een liggende piano. De snaren staan niet rechtop. Tegenwoordig staan de snaren van een piano trouwens ook niet rechtop. Ze zijn schuin over elkaar heen gekruist.

In de tijd van Mozart (tussen 1790 en 1860) veranderde het instrument steeds.

Aan de binnenkant van een p

Eind 19e eeuw ontstonden er ook automatisch spelende piano’s; de pianola.

Instrument

Het verticale binnenwerk van de buffetpiano werd in 1826 in Londen, Engeland uitgevonden door Robert Wornum en de staande modellen werden het meest populaire pianomodel. De buffetpiano was voor de mensen die de ruimte of het geld er niet hadden voor een vleugel.Toetsen, met blauw de middelste C en geel de middelste A.

De meeste moderne piano’s hebben een rij van 88 zwarte en witte toetsen, 52 witte toetsen voor de noten van de C majeur toonladder (C, D, E, F, G, A en B) en 36 kortere zwarte toetsen, die boven de witte toetsen en verder terug op het toetsenbord.

Gebruik

Piano’s kom je ook tegen in bars en kroegen (zoals in een Western film). Tegenwoordig staan ze ook op de grotere treinstations, waarop men gratis mag spelen. De soms wat vals klinkende piano’s in bijvoorbeeld saloons worden ook wel honky-tonk piano’s genoemd.

MB-BB-ML-BBS

Iets meer over de piano

Bij de piano slaat een hamer tegen een snaar. Piano is eigenlijk maar de helft van de naam van het instrument. Een piano heet eigenlijk een piano-forte. Dat woord bestaat uit twee Italiaanse woorden: piano… dat betekent zacht en forte, dat betekent sterk.

Wist je trouwens dat we iets in de muziek niet hard noemen, maar sterk? Dus in de muziek is het tegenovergestelde van zacht, sterk… Het is gewoon een ander woord voor hard, maar het is nu eenmaal zo afgesproken. Een piano heet in het Nederlands dus een zacht-sterk. Dat lijkt een gekke naam, maar de piano was het eerste toetseninstrument waarop mensen zachter en sterker konden spelen.

Dynamiek

Het verschil tussen zacht en sterk noem je de dynamiek van muziek. Hier vind je een oefening met dynamiek

Iets meer over de piano

Bij de piano slaat een hamer tegen een snaar. Piano is eigenlijk maar de helft van de naam van het instrument. Een piano heet eigenlijk een piano-forte. Dat woord bestaat uit twee Italiaanse woorden: piano… dat betekent zacht en forte, dat betekent sterk.

Wist je trouwens dat we iets in de muziek niet hard noemen, maar sterk? Dus in de muziek is het tegenovergestelde van zacht, sterk… Het is gewoon een ander woord voor hard, maar het is nu eenmaal zo afgesproken. Een piano heet in het Nederlands dus een zacht-sterk. Dat lijkt een gekke naam, maar de piano was het eerste toetseninstrument waarop mensen zachter en sterker konden spelen.

Dynamiek

Het verschil tussen zacht en sterk noem je de dynamiek van muziek. Hier vind je een oefening met dynamiek

Wereldmeisjesdag

MB-BB-ML

11 oktober is het Internationale Meisjesdag. We luisteren daarom naar twee toepasselijke songs. Ook verwijzen we jullie naar een lied van Kzing dat bij dit onderwerp past. Dat kunnen jullie zelf zingen.

Vinden jullie eigenlijk dat er zo’n meisjesdag nodig is?

We willen jullie graag eerst laten luisteren naar het One Voice Childrens Choir dat een lied zingt van Imagine Dragons, een Rockband uit Las Vegas. Wij vinden de tekst en de uitvoering erg goed passen bij het thema Wereldmeisjesdag. Hoe wordt dit nummer gezongen en gedanst? Welke sfeer spreekt eruit?  Waarom vinden wij dat nummer zo goed bij het thema passen? 

11 oktober 2012 was het voor de eerste keer Wereldmeisjesdag. Wereldmeisjesdag ( 11 oktober) is ooit begonnen als een project van Plan International, het vroegere Foster Parents Plan. Deze internationale dag is uitgeroepen door de Verenigde Naties. Zij vonden het dringend nodig om aandacht te vragen voor de kansen voor meisjes, want op veel plekken in de wereld krijgen meisjes minder kansen dan jongens. Ze hebben vaak minder kansen op onderwijs, voeding, medische zorg. Soms worden ze gedwongen om te trouwen met oudere mannen.

In veel ontwikkelingsplannen worden de problemen die meisjes ondervinden niet genoemd. Hun problemen blijven daardoor “onzichtbaar.” In de hele wereld moeten meisjes tussen de 5 en 14 jaar meer uren aan huishoudelijke taken besteden dan jongens van die leeftijd. Wereldwijd is 1 van de 4 meisjes al getrouwd voor ze 18 is.

Emma Watson (Hermelien, uit Harry Potter) is Ambassadeur van de Verenigde Naties, op Meisjesdag 2016 heeft zij landen en families wereldwijd aangespoord om het kindhuwelijk af te schaffen. In 2017 hadden meer dan 62 miljoen meisjes op de wereld geen toegang tot het onderwijs.

Een dapper en belangrijk meisje dat veel heeft gedaan voor de gelijke rechten van meisjes is Malala Yousafzai. Zij strijdt actief om ervoor te zorgen dat meisjes (maar ook jongens die geen onderwijs krijgen)  naar school mogen.


In 2009 werd ze bekend toen ze onder het pseudoniem Gul Makai (Korenbloem) een weblog bijhield op de website van de BBC. Ze schreef een dagboek over het geweld van de Taliban in de Swatvallei. Sinds 2007 mochten meisjes daar niet meer naar school. Zij bleef gewoon gaan.

9 oktober 2012 keerde ze terug met de bus van school en een Talibanstrijder pleegde heel bewust een aanslag op haar.

Ze raakte zwaargewond door een kogel in haar hoofd en hals. Artsen hebben haar gered, maar de Taliban bleef haar bedreigen. Op 15 oktober werd ze naar Engeland overgevlogen en beter behandeld in het ziekenhuis. Ze werd ook beschermd tegen aanslagen van de Taliban. Haar vader en haar gezin mochten mee. Haar schedel werd gerepareerd en ze kreeg een hoor-implantaat.

Ze bleef vechten voor onderwijs voor meisjes. Ze heeft veel beroemde mensen gesproken. Bijvoorbeeld Barack Obama. Ze heeft ook heel veel belangrijke vredesprijzen gekregen. Er is zelfs een planeet naar haar genoemd. De Nationale Jeugdvredesprijs werd ter ere van haar hernoemd naar de Nationale Malala-Vredesprijs.

10 november 2012 werd de Dag van Malala. Dan wordt aandacht gevraagd voor de miljoenen meisjes en jongens in de wereld die geen basisonderwijs krijgen.

Malala kreeg in 2014 de Nobelprijs voor de Vrede. Dat is de aller-allerbelangrijkste prijs op dit gebied. Ze is één van de 100 personen die het meeste invloed op de wereld heeft.

Ondanks de kogels door haar hoofd en alle bedreigingen, spreekt Malala nog steeds uit dat er recht gedaan moet worden aan alle meisjes en jongens die geen toegang hebben tot onderwijs.

Dat is de reden dat wij het nummer “Believer/Thunder” zo bij het thema vinden passen. Luister en kijk er nog maar eens naar. De tekst is natuurlijk belangrijk, maar de sfeer van de muziek en de dans ook. Vinden jullie ook dat het bij het thema past? Of hebben jullie andere muziek die er beter bij zou passen? Het lied van Barry Manilow (de link staat hiernaast) bijvoorbeeld? 

Malala durfde het om haar stem te laten horen. Durven jullie je eigen mening te geven, als de rest iets zegt dat je oneerlijk vindt? Bijvoorbeeld als iemand gepest wordt? Of als iemand gediscrimineerd wordt?

Hieronder geven we een paar feiten. Er is meer te lezen op de site van Plan International.

Onderwijs voor meisjes zorgt dat de kindersterfte afneemt met 49 procent.

Je kan kindersterfte het meeste laten afnemen als je meisjes naar school laat gaan.  Als alle meisjes in ontwikkelingslanden de middelbare school zouden afmaken, daalt de kindersterfte met 49 procent. Ze verdienen meer, zijn beter geïnformeerd over ziektes en maken beter gebruik van medische hulp. (Bron: Borgenproject, 2017)

Van alle ondervoede mensen is 60 procent meisje of vrouw

In veel landen mogen vrouwen en meisjes pas eten nádat hun mannelijke familieleden zijn uitgegeten. Deze vorm van discriminatie kan chronische ondervoeding en een slechte gezondheid veroorzaken. (Bron: World Hunger, 2016)

Wereldwijd heeft 1 op de 3 vrouwen geen toegang tot een veilige wc

Het gebrek aan veilige, schone en aparte wc’s voor meisjes en vrouwen brengt hen wereldwijd in onveilige situaties. Met name de 526 miljoen meisjes en vrouwen die helemaal geen toegang hebben tot een wc en buiten moeten poepen en plassen, lopen een groot risico op ziektes, intimidatie en fysiek geweld. (Bron: Wateraid, 2013)

Gelijke rechten van de vader en moeder helpt zonen en dochters

Zowel jongens als meisjes hebben meer kansen in hun leven als hun moeder naar school is geweest en hun vader meer betrokken is bij het gezin. Als een moeder onderwijs heeft gehad, stuurt ze haar kinderen ook vaker naar school. En wanneer de vader betrokken is bij het gezin, tonen hun zonen minder agressief gedrag en gaan hun dochters op latere leeftijd gezondere relaties aan met partners. (Bron: Plan Canada, 2011)

Wat vinden jullie nóu van Internationale Meisjesdag? 

Misschien kennen jullie dit lied van Kzing nog?

Bij Kzing willen we graag een wereld waarin iedereen gelijke rechten heeft en mee mag doen. Een mooi woord hiervoor is “inclusiviteit”.

Info over Dierendag

OB-MB-BB

Dierendag is in 1929 ontstaan. Mensen van de dierenbescherming vonden dat er aandacht moest zijn voor het welzijn van de dieren. Dat betekent dat we moeten opletten of dieren zich wel fijn voelen.

Ze kozen er een speciale dag voor uit. Dat werd 4 oktober, omdat dat de sterfdag was van de heilige Franciscus van Assisi. Dat was een manier die zich bekommerde om het lot van arme mensen, melaatsen, natuur en dieren.

4 oktober 1930 was het voor het eerst zover. Wij vieren dierendag vaak door ons huisdier iets lekkers, of leuks te geven. Maar het is natuurlijk nog veel belangrijker om iedere dag goed voor je dieren te zorgen.

Hebben jullie thuis dieren? Wie zorgt daarvoor? Hoe zorg je voor jouw dier? Wat eet het? Wat drinkt het dier? Hoe speelt het dier?

Er is heel veel materiaal over dieren op deze website.

Spinnenwebben

OB-MB-BB-OBS-BBS

Een lied en een dans over de webben die spinnen weven. Spinnen zijn wel kriebelbeestjes, maar het zijn geen insecten.

Ingezongen versie
De karaoke versie

Spinnen weven witte webben. Wat is dat een mooi gezicht!
Druppels dauw met kleine glinsters. Het is net een herfstgedicht.
Pak je een takje en kun je hem buigen, vang je een web en dan heb je een droom.
Weeft de spin een wollen truitje voor de arme, kale boom.

Spinnenwebben

Vind jij spinnenwebben ook zo mooi? Vooral als er dauwdruppeltjes aan hangen… of kleine regendruppeltjes…  Wie van jullie is er bang voor spinnen? Zijn er in Nederland ook giftige spinnen? En… hoe maken spinnen die webben eigenlijk? Misschien kunnen jullie je eens verdiepen in spinnen. In de herfst zijn er genoeg te zien!

Hier staat een link naar Pinterest, waar je heel ideeën vindt voor kastanjewebben

Op de muziek van het liedje kan ook gedanst worden:

Het gaat dan om een heel rustige, simpele, bijna meditatieve,  kringdans.

  • De groep staat hand in hand in een kring.
  • Spinnen weven witte webben: de kinderen lopen naar het middelpunt van de kring. De armen gaan naar voren de lucht in.
  • Wat is dat een mooi gezicht!: de kinderen lopen terug naar de grote kringvorm. Dus de kring gaat uit elkaar. Armen gaan ook terug.
  • Druppels dauw met kleine glinsters: de kring danst rechtsom.
  • Het is net een herfstgedicht: de kring danst linksom.
  • Pak je een takje en kun je hem buigen: kinderen lopen weer naar het middelpunt van de kring. Armen gaan naar achteren de lucht in.
  • Vang je een web en dan heb je een droom: de kinderen lopen terug naar de grote kringvorm. de armen gaan terug.
  • Weeft de spin een wollen truitje: de kring danst rechtsom.
  • Voor de arme kale boom?: de kring danst linksom.

Uilen en Hedwig

BB-BSB-ML

Vandaag gaan we luisteren naar Hedwig’s song. Dat is het leitmotiv van de uil Hedwig, uit de films van Harry Potter.

Bosuilen beginnen eind augustus al aan de vestiging van hun territorium. De mannetjes proberen door het roepen een vrouwtje te lokken. De vrouwtjes reageren eerst nog niet, je hoort alleen de mannetjes: de bekende “bibberende” uilenroep: hoehoehoehoe. Pas weken later gaan de vrouwtjes antwoorden, met een langgerekte, hoge toon. De paarvorming vindt in de herfst plaats en de bosuilen gaan vaak al in januari broeden. Als holenbroeder zijn ze niet zo afhankelijk van de buitentemperatuur. ‘s Avonds als de uilen actief worden begint het mannetje te roepen om het territorium af te bakenen. ‘s Nachts jagen ze en zijn ze meestal stil omdat ze anders hun prooi zouden alarmeren. Maar in de baltsperiode roepen ze vaak wel de gehele nacht door. Tegen de morgen beginnen de mannetjes opnieuw te roepen om het territorium af te bakenen.

Uw privacy/ AVG

Privacyverklaring Kzing voor persoonlijke abonnees van de website kzing.tv. en voor organisaties die een abonnement afnemen.

Sinds 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht. Kzing voldoet aan de aanwijzingen van de AVG. In deze privacyverklaring staat hoe Kzing met uw privacy omgaat. Wij geven aan:

De contactinformatie van Kzing
Welke persoonsgegevens we verwerken
De reden voor die verwerking
Hoe lang we ze bewaren en waarom voor die termijn is gekozen
Welke rechten u heeft ter zake van uw door ons bewaarde persoonsgegevens en hoe u ons kan bereiken

  1. Contactinformatie van Kzing

• KVK 51571870
• NL 30 ASNB 0267 1750 94
• Ellis Castenmiller-Westheim
• info@kzing.nl
• Telefoon: 0229-234141

  1. Persoonsgegevens

Van onze abonnees leggen we bij inschrijving het volgende vast:
De naam van degene die de verantwoording draagt voor het aangaan van het abonnement/de contactpersoon
Indien van toepassing: de naam van de organisatie
Het mailadres van de contactpersoon
De naam van docenten die een account hebben
De mailadressen van de docenten die een account hebben
Door het aangaan van het abonnement wordt er toestemming gegeven de ingevulde persoonsgegevens te gebruiken zoals in deze verklaring uiteengezet.

Aarzel niet contact met het ons op te nemen als u vragen over deze privacyverklaring heeft. Dit kan via info@kzing.nl , of telefonisch 0229-234141

  1. De redenen voor de manier waarop wij onze administratie voeren

We bewaren de originele formulieren 7 jaar. Dit doen we in verband met de verplichtingen die de Belastingdienst iedere ondernemer oplegt. Een financiële administratie moet 7 jaar bewaard worden en die termijn houden wij dan ook aan.

  1. Uw rechten

a. Verzoek om wijziging

Via ons mailadres, info@kzing.nl, kunt u uitleg vragen over de verwerking van uw gegevens , of ons benaderen om bepaalde informatie te verwijderen of aan te passen.
U kunt verzoeken uw gegevens te verwijderen, voor zover verwijdering van gegevens niet conflicteert met andere verplichtingen.
b. Klachten

Mocht u een klacht of vraag hebben over de verwerking van uw persoonsgegevens, dan vragen wij u hierover direct contact met ons op te nemen. Dit kan via info@kzing.nl of telefonisch: 0229-234141
U heeft altijd het recht een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is de toezichthoudende autoriteit op het gebied van privacybescherming.
Tot slot: al onze medewerkers zijn zich bewust van het vertrouwelijke karakter van persoonsgegevens en doen er al het mogelijke aan de privacy van abonnees zo goed mogelijk te beschermen.

Let op: privé muziekleerlingen die gebruik mogen maken van het materiaal op deze site, hebben hun eigen privacyverklaring: Die vindt u onder deze link: Privacyverklaring voor privé muziekleerlingen.

Stichting Acting4kids

Kzing wordt regelmatig gefaciliteerd door Stichting Acting4kids. Deze stichting heeft als doelstelling:

culturele zelfontwikkeling bij kinderen en jongeren te stimuleren. 

De stichting zorgt ervoor dat leuke, leerzame initiatieven, op het gebied van jezelf durven presenteren, daadwerkelijk door kunnen gaan. Zij zorgt voor de organisatie, publiciteit en het realiseren van de projecten van de betrokken groepen. Neem alleen al alle musical voorstellingen van Kzing. En ook workshops die bij een project horen, worden door Acting4kids gefaciliteerd. 

In het kader van de digitalisering, die hoort bij een eigentijds cultureel klimaat,  ondersteunt Acting4kids Kzing bij het professionaliseren van de websites. Die zorgen ervoor dat er een online podium is voor de leerlingen, maar ook dat leerlingen van scholen in Hoorn een muzisch aanbod tot hun beschikking hebben. 

De stichting neemt daarbij een deel van de kosten voor haar rekening. Zij moet natuurlijk ergens het inkomen vandaan halen om dat te doen. Kaartverkoop is hiervoor één van de  belangrijke inkomstenbronnen, naast eventuele subsidies en een eigen bijdrage die er van de organisaties waar zij voor faciliteren verwacht wordt.

Kzing is de mensen in het bestuur van Acting4kids enorm erkentelijk voor het werk dat zij voor hen verzetten!

Het bestuur bestaat op dit moment uit: 

Mevr. M. van der Veer, voorzitter

Dhr. P. Kieftenburg, penningmeester

Mevr. M. Bosch, algemeen bestuurslid

Inspiratie door kunst

OB-MB-BB-SO-ML

Het woord ‘inspiratie‘ komt van het Latijnse woord ‘in spirare’. Dat betekent “inademen”, of “inblazen”. , Er wordt je dus een idee “ingeblazen”. Je kijkt naar iets, of je hoort iets… en dan krijg je zelf een idee om iets nieuws te maken. Vandaag gaan we kijken hoeveel inspiratie jullie hebben.

Hieronder staan een aantal beroemde schilderijen. Ze komen uit verschillende periodes in de geschiedenis. Leerlingen kunnen in groepjes verdeeld worden. Ieder groepje kiest één schilderij. Ze kunnen op opgevouwen papiertjes in een bak zitten. Ieder groepje pakt er dan één uit.

Ieder groepje laat zich inspireren door het kunstwerk. De groep mag er een Tableau vivant bij maken ( b.v. 3 foto momenten), een mime stuk bij spelen (zonder te praten), een toneelstuk bij verzinnen, of er een Jabbertalk toneelstuk (zelf klanken bij verzinnen) bij maken.

Zorg dat het verhaal een kop en een staart heeft. Sta niet met je rug naar het publiek. Als je mag praten, doe het dan luid en duidelijk en articuleer goed. Gebruik lichaamstaal en mimiek (grote gezichtsuitdrukkingen).

Je mag er ook een gedicht bij maken, of een muziekstuk bij maken.

Na enige tijd laten de groepjes aan elkaar zien en horen wat ze gemaakt hebben. Mensen kunnen elkaar tips en tops geven.

1
2
3
4
5
6
7
  1. Prehistorische grotschildering ongeveer 40.000 jaar oud
  2. Engelen, stukje uit de Sixtijnse Madonna, Rafael 1513-1514

3. Schepping handen, stukje uit een plafondschildering van de Sixtijnse kapel. Hand van God en van Adam. Michel Angelo Buonarotti

4. Het vrolijke huisgezin, Jan Steen , 1668

5. Treurende oude man, Van Gogh

6. De Schreeuw, Edvard Munch, Noors 1893

7. Vlinderboot, Dali 1937

8. Peoples, Karel Appel 1969

Onderzoeksopdracht

Als je meer wil weten over een van de schilderijen, of over een van de kunstenaars, kun je dat zelf gaan opzoeken.

Kleine draak

OB-SO

Dit is het liedje van de kleine draak. De kleine draak kan geen mensentaal spreken. Maar hij voelt natuurlijk wel allemaal dingen. Soms lijkt kleine draak boos.. maar eigenlijk is hij dan bijvoorbeeld verdrietig. Als kleine draak aan Joris uitlegt hoe hij zich voelt, kan Joris hem helpen en dan wordt kleine draak weer een blije draak.

Ingezongen liedje
De karaoke versie van het liedje

Kleine draak is niet blij.

Blaast een vlam naar mij.

Zeg me, wat is er dan?

Zodat ik jou helpen kan.

Acteren

Joris heeft een kleine draak gevonden. Hij heeft hem meegenomen naar huis en net zolang bij zijn moeder gezeurd tot de draak mocht blijven, hoewel de draak heel veel hondenbrokjes eet. Maar met draken moet je wel oppassen. Voor je het weet hebben ze je kamer in brand gezet. Gelukkig is de draak van Joris meestal lief en spuugt hij geen vlammen uit.

Hoe komt het dat de kleine draak boos doet? Is hij ergens boos over? Of is hij verdrietig? Welke gevoelens kan de kleine draak nog meer hebben?

Leerlingen kunnen uitbeelden hoe kleine draak zich voelt. Ze kunnen dat zonder woorden doen (mime) of ze kunnen het in jibber jabbertaal vertellen. Jabbertalk is neptaal. Je kan alle klanken gebruiken die je leuk vindt.

Je kan een leerling iets vragen. Die moet dan antwoorden in Jabbertaal.

Teachter in role. Pantomime. Jibber/jabber.

Wonderland

OB-MB jongste groep

Een liedje, een teacher in role spel en een rijmpje/klapspelletje, die allemaal gaan over Alice, die in Wonderland terecht komt.

Hier hoor je hoe het liedje moet klinken
Dit is de karaoke versie

Wie wil er wel naar Wonderland?

Wie wil er met me mee?

Volg dan de haas die haast heeft

en drink vlug een kopje thee.

Samen, samen, samen hand in hand.

Samen, samen, in een wonderland.

Uitwerking: maak een tekening

Ken je het verhaal van Alice in wonderland? Eigenlijk is dit geen sprookje, maar een verhaal dat door meneer Lewis Carroll bedacht is.

Lewis vertelde het aan een klein meisje, dat écht Alice heette en aan haar familie. Maar het verhaal lijkt wel op een sprookje.

Het gaat over de avonturen van een klein meisje dat door een gat in de grond valt naar Wonderland toe. Dat is een soort sprookjesland.

Zou jij een tekening kunnen maken van jouw sprookjesland? We kunnen samen spelen dat we naar Wonderland toegaan. Doe je mee?

Uitwerking: teacher in role

We vallen door een donkere tunnel.

We staan in een heel bijzonder land. Het gras is blauw, de lucht is groen… (verzin zelf ook eens hoe het eruit ziet!)

Heee. wat zie ik daar? (Een klein bloemetje. Pluk het.)

Het is je lievelingskleur. (Wat is dat?)

Er hangt een klein flesje aan. Heel schattig. Er hangt een briefje bij waarop iets geschreven staat. Wat denk je dat er op staat?

Er staat op: “Drink me.”

Dat doen we. Wat gebeurt er?

We groeien….. groeien… (Beeld uit.)

O jee……. Hoe worden we weer klein? (Vraag)

We zien een briefje aan een tak van een hele hoge boom hangen, naast een paars appeltje. (Uitrekken)

Wat staat er op?

Er staat op: eet mij. Wat zou er gebeuren? .

We krimpen…. Krimpen… (Beeld uit)

Plotseling komt er een haas aan lopen. Hij heeft een horloge bij zich. Hij heeft blijkbaar heel erge haast. (Wat is haast?)

(Wat doe je als je haast hebt?) Hij loopt heel hard. Hij roept: Opzij, opzij… ik heb haast…

We rennen achter hem aan:

de heuvel op,

de heuvel af,

we springen over een plas,

we rennen verder en

door een poort gaan we naar een tuin.

We komen op een plek waar allemaal mensen samen thee zitten te drinken. We gaan zitten. We zien gekke mensen en diertjes zitten.

We zien een gekke koningin. Ze wuift.

We zien een hoedenmaker, met een hele hoge hoed. Hij schenkt thee in.

We drinken onze thee. We doen suiker in de thee en roeren.

We zien Twiedeldie en Twiedeldum. Ze zien er uit als een paasei en ze hebben ook een grote zaak met chocolade-eitjes bij zich. Daarna mag iedereen een (paas) eitje kiezen. Ze zijn verpakt in allerlei verschillende kleurtjes papier. Welke kleur papier kies jij?

De hartenvrouw komt langs. Ze vertelt dat ze een schaal met hartjeskoekjes had, maar iemand heeft de koekjes opgegeten.

De koningin wordt woedend: Wie heeft een koekje van de koekjesschaal gepakt?

Versje: (dit zeg je op terwijl je steeds eerst met twee handen op je knieën slaat en daarna in je handen klapt. Degene van wie de naam genoemd is, mag de volgende persoon kiezen die van de koekjesschaal gesnoept zou hebben.)

Wie nam een koekje van de koekjesschaal?

Ellis nam een koekje van de koekjesschaal.

Wie ik?

Ja man!

Ikke niet.

Wie dan?

Haas pakt zijn horloge. Het is al heel laat.

We lopen de weg terug, in omgekeerde volgorde:

door de poort,

ver de plas,

heuvel op,

heuvel af,

voorbij het bloemetje tot we weer bij het

gat zijn.

We klimmen omhoog en we zijn weer terug.    

Jammer, jammer

Alle groepen, als je het woordje “school” in “groep” verandert, of voor schoolverlaters.

Hoe vinden jullie het om naar een nieuwe groep of school te gaan? Ken je de uitdrukking “een dubbel gevoel” ? Wat zou dat betekenen?

Jammer, jammer; afscheid van school. Ingezongen.
Karaoke versie

Jammer, jammer. Het zit erop.
Jamer, jammer. Het was top.
Jammer, jammer. Het is voorbij.
Dank je wel. Groetjes van mij.

Wij gaan naar een nieuwe school. (of: groep)
Wij gaan naar een nieuwe school!
Yeah!

Jammer, jammer. Het zit erop.
Jamer, jammer. Het was top.
Jammer, jammer. Het is voorbij.
Dank je wel. Groetjes van mij.

Limerick

BB

Vandaag gaan we limericks maken en we gaan die zingen op de bekende “limerick-melodie”. Dat is een leuk idee voor grapjesdag op 1 april, carnaval, of aan het einde van het schooljaar. Iedereen kan dan één limerick voor een ander maken.

Er zijn héél veel coupletten, zodat het lied voor alle leerlingen gezongen kan worden.
Je kan het natuurlijk eerder wegdraaien 😉

Je hebt vast wel eens een limerick gehoord. Het is een versvorm. Het woord limerick komt van de Ierse plaats Luimneach (of, op z’n Engels, Limerick). In Ierland was het de gewoonte om op bruiloften en partijen liedjes te zingen en iedereen ging daar dan zelf coupletjes bij verzinnen. Meestal waren het grappige gedichtjes. In Nederland gebruikte Ko Donker in 1911 een limerick. André van Duin sloot de Ep Oorklep Show altijd af met het zingen van limericks.

Door een limerick te zingen, leren we iets over de vorm van sommige liedjes:

Voorspel- couplet-refrein-couplet-refrein (enz.)- naspel

Je leert ook dat woorden accenten hebben. Die moeten goed in de maat passen.

We zullen wat voorbeelden geven:

Er was eens een meester in Hoorn.
Die was voor doceren geboren.
Toen was er een kind
dat liet daar een wind.
“Zeg wil je mijn les niet verstoren.” 

Er was eens een dame in Hoorn.
Die loog dat ze nooit was geboren.
Ze kwam overzee
met de ooievaar mee
Die is haar in Hoorn verloren.

Een autobestuurder uit Bombay
was iemand, die alles zo dom dee
dat al het verkeer
bij het zien van die heer
maar liefst over Eindhoven omree

Een doedelzakspeler in Glasgow
die zei op een dag ” wat is dat nou ?
mijn kilt die is zoek
en ik heb ook geen broek
nu speel ik straks bloot in de vrieskou”

Een zekere Achmed uit Bagdad,
Zat plat met zijn gat op een badmat.
Zo las hij zijn krant,
Maar niets aan de hand,
’t is gek maar in Bagdad daar mag dat.

Maak in groepjes een limerick.

Dat is misschien nog niet zo gemakkelijk. Daarom geven we hier wat tips:

Wie moeite heeft om zelf een beginzin te verzinnen, mag één van deze regels gebruiken:

  • Er was eens een schipper in Laren….
  • Ik zag laatst een vrouw in de regen….
  • Er was eens een walvis in Emmen …
  • Een gierige bakker in Drenthe

Zoek 3 rijmwoorden van twee lettergrepen die qua ritme klinken als regen, of Emmen, maar niet als Opmeer, of Den Haag. Daar maak je regel 1, 2 en 5 mee..

Zoek 2 rijmwoorden die qua woordritme klinken als: verkeer, of pardon. Daar maak je regel 3 en 4 mee.

Probeer of je een punchline, oftewel clou, oftewel afmaker kan vinden. Een laatste regel, waardoor iedereen moet lachen.

Met humor moet je altijd heel voorzichtig zijn. Je vergroot vaak iets uit. Dat is natuurlijk niet erg als je jezelf relativeert, maar als je een ander op de hak neemt, kan dat verkeerd overkomen en kan je iemand kwetsen of beledigen. Dat is nooit de bedoeling van goede humor. Humor is ook veranderd in de tijd. Bepaalde stereotypen zijn eigenlijk niet meer aanvaard. Sommige Belgische mensen worden misschien boos als je een Belgenmop vertelt waarin gedaan wordt alsof alle Belgen dom zijn. Misschien is iemand uit Bagdad wel boos over de Bagdad limerick.

Klik hier voor een andere geluidsband met de melodie

Arvo Pärt

ML

Heb je behoefte aan een rustig, verstild muziekstuk? Luister dan eens naar Spiegel in spiegel van de componist Arvo Pärt. (Estland 1935)

Spiegel im spiegel is een minimalistisch stuk. Dat betekent dat het heel “simpel” is. En rustig…

De titel slaat op het oneindige spiegelbeeld dat ontstaat als je kijkt in twee spiegels die tegenover elkaar staan.

Het werd in 1978 gecomponeerd. Het stuk werd geschreven voor viool en piano in de tintinnabuli-stijl. De viool speelt in rustige stapjes en de piano gebruikt drieklanken.

Het wordt ook wel door andere instrumenten uitgevoerd.

Ranzige smurrie

OB-MB-BB-BBS

Dit lied gaat over het eten aan boord van een VOC schip. Deze schepen voeren in de 17e eeuw naar verre landen om specerijen en luxe artikelen te halen.

Van dit liedje is er nog geen ingezongen versie. Als je dat graag wil, stuur dan een mailtje naar info@kzing.nl

Ranzige smurrie in een houten bak.
Pak je tinnen lepel maar. Pak je tinnen lepel maar.
Ranzige smurrie in een houten bak.
Pak je tinnen lepel maar en smak, smak, smak.

Bah, dat eten smaakt me niet zo goed.
Honger, honger, maakt rauwe bonen zoet.

Water met beestjes, jakkes dat is goor.
Drink maar door je tanden heen. Drink maar door je tanden heen.
Water met beestjes, jakkes dat is goor.
Drink maar door je tanden heen en slik maar door.

Bah, dat eten smaakt me niet zo goed.
Honger, honger, maakt rauwe bonen zoet.

Aan boord van een VOC schip moesten mensen eten en drinken, want het duurde plusminus negen maanden voordat je weer thuis was. Er waren honderden bemanningsleden aan boord. Er werd drinkwater en eten meegenomen. Veel eten aan boord was vet en zout en het was niet vers, waardoor er weinig vitamines in zaten. Door het gebrek aan vitamine c kregen de bemanningsleden scheurbuik. Dat betekende niet dat hun buik scheurde, maar dat ze heel ziek werden. Het begon met bloedend tandvlees en eindigde vaak met de dood. Tegenwoordig komt deze ziekte niet vaak voor, omdat mensen fruit en groenten eten. Toen men zuurkool ging meenemen en tussendoor vers eten ging inslaan, werd dit beter.Het eten bedierf aan boord ook vaak. In de tonnen met vlees zaten vaak maden en in het water zaten wurmpjes. Je moest het dan ook zeven. Men dronk liever bier, maar ook dat werd tijdens de reis slechter. Wijn en jenever bleven natuurlijk goed, maar dat lest de dorst te weinig.

Er was een vast menu aan boord van zo’n schip voor de arme mensen “voor de mast”. Zo kon de Compagnie goedkoop eten inslaan. In de morgen aten ze meestal gortepap, soms met pruimen en boter. ’s Middags at men warm eten. Meestal rijst, bonen, erwten met stokvis, rundvlees of varkensvlees. Dat vlees werd gezouten meegenomen. Dat noem je pekelen. Zout zorgt ervoor dat eten niet bederft. In de avond at men de restjes op van het middageten. Verder aten mensen nog scheepsbeschuit, kaas en mosterd. De rijke mensen bleven “achter de mast”. Zij hadden veel beter eten. Er was honing, stroop, rozijnen, komijnenkaas en soms waren er levende dieren aan boord die geslacht werden. Maar ook voor hen was het eten minder dan wanneer ze aan land waren.

Vaak raakte het eten op. Dat werd iedereen op rantsoen gezet. Soms was de honger zo groot dat bemanningsleden zelfmoord pleegden.

De storm, Beethoven

OB-MB-BB-ML

Soms maken mensen muziek waar geen verhaaltje of plaatje bij hoort, maar soms bedenken ze muziek die, -net zoals sommige schilderijen- een verhaaltje vertelt. Een ander woord daarvoor is: programmamuziek.

Ken je Beethoven? Je ziet zijn warrige hoofd wel eens als een soort beeld op de piano staan.

Ludwig van Beethoven  was een Duitse componist (1770-1827) die veel mooie muziek schreef voor orkesten, maar ook voor de piano.

In zijn jeugd schreef Beethoven klassieke muziek, net zoals Hadyn en Mozart. De muziek die Beethoven maakte toen hij wat ouder was, noemen we muziek uit de Romantiek. De Romantiek is een stijlperiode in de muziek, die ongeveer samenvalt met de 19e eeuw.

Beethoven was eigenlijk een man waar je medelijden mee kon hebben. Hij voelde zich nogal eenzaam. Hij had ook niet echt een relatie, maar hij was best wel vaak verliefd op vrouwen. Soms schreef hij muziek voor hen. Denk maar eens aan het stuk Für Elise, dat hij schreef voor een piano leerling.

Op latere leeftijd werd hij ook nog eens doof en je snapt wel dat dat voor een componist en musicus heel naar is. 

Luister maar eens naar de muziek. Welke instrumenten kun jij horen?

Niet al zijn muziek is programmamuziek, maar de Pastorale wel. Eigenlijk heet het de Pastorale symfonie. Dat betekent een symfonie die ons doet denken aan het leven op het platteland. Het roept een gevoel op dat we herders zijn, die rustig met onze schapen door het platteland trekken.

De Pastorale symfonie vertelt het verhaal van een soort picknick, die verstoord wordt door een storm. Die storm kun je ook echt in de muziek horen. Probeer eens uit te zoeken welke instrumenten de donder laten horen.

Vind je dit mooie muziek? Zou je het zelf luisteren?

Lijn E

MB oudste groep- BB

Lijn E is een liedje met een spelletje erbij. Het gaat om het uitbeelden van verschillende emoties. Emoties is een ander woord voor gevoelens.

Welke emoties kan jij opnoemen? Bang, boos, blij, droevig, teleurgesteld, chagrijnig, verliefd, jaloers…. Ken jij er nog meer?

Iedereen heeft emoties. We moeten natuurlijk goed opletten dat niemand in de groep nare gevoelens heeft. Het is niet leuk als wij iets doen dat een ander bang of boos maakt. En het is juist wel fijn als wij rekening houden met elkaars gevoelens.

Laten we eerst eens kijken en luisteren naar het liedje. Probeer in je hoofd vast mee te zingen.

We staan hier bij de halte, de halte van lijn E.

De E is van emotie. De hele bus leeft mee.

Hoe lang moet ik nog wachten? ‘k Zal blij zijn als ik zit,

want met al die emoties wordt dit een wilde rit! 

Hieronder staat de karaoke

We gaan nu een acteerspelletje doen

Je kán dit spelletje gewoon aan tafel doen. Iedereen zingt alles mee. Als de woorden ophouden, worden er emoties uitgebeeld.

Op het moment dat de auto’s voor de eerste keer gaan rijden, beeldt iedereen de eerste emotie uit.

Als de 1e toeter heeft geklonken, beeldt iedereen het eerste gevoel nog groter uit. Dat betekent nóg duidelijker, nóg meer overdreven.

Nadat de woorden voor de tweede keer zijn gezongen, beeldt iedereen het volgende gevoel uit. En nadat de woorden voor de derde keer zijn gezongen, beeldt iedereen een derde gevoel uit. Als je het nog eens doet, kan je voor 3 nieuwe gevoelens kiezen.

Je kan ervoor kiezen om de emoties uit te beelden die in het liedje op de plaatjes staan, maar jullie kunnen ook 3 andere emoties kiezen.

Als bewegingsspelletje in een grotere ruimte

Als je dit spelletje in een zaal wil doen, kunnen er drie plekken in de zaal worden aangewezen. Dat zijn de haltes, waar groepjes kinderen staan te wachten. Ieder groepje kiest een gevoel dat ze willen uitbeelden.

Eén kind is de buschauffeur. Hij gaat rijden en na het eerste couplet “stapt de eerste groep in de bus”. Dat betekent dat al die kinderen een rij vormen achter de buschauffeur. Terwijl de rij “rijdt” (de kinderen lopen), beelden de passagiers en de chauffeur het eerste gevoel uit, terwijl de bus “rondjes rijdt. Ook de kinderen bij de haltes beelden dat gevoel uit.

Na de eerste toeter speelt iedereen de emotie nog groter uit.

Na het tweede couplet pikt de buschauffeur de 2e groep uit. Die spelen weer een andere emotie. Alle kinderen nemen die emotie over.

Bij het derde couplet pikt de buschauffeur de 3e groep op. Die spelen wéér een ander gevoel. Dan nemen alle kinderen dát gevoel weer over.

OB-MB-BB

Iedereen heeft gevoelens. Een deftig woord voor gevoelens is: “emoties”. De emotiebus is een acteerspelletje.

Lijn E (met de onderbouw kunnen deze woorden gezongen worden)

We stappen in de voelbus. Vertel ons je verhaal.

Want jij hebt vast gevoelens, net als wij allemaal.

Misschien ben je verdrietig, of super boos, misschien.

We doen wel met je mee, laat je gevoelens aan ons zien.

Het spel/de dans:

Eén persoon is de buschauffeur. Die neemt telkens een nieuw kind mee in zijn “bus” (rij van kinderen.)

Elk kind brengt zijn eigen emotie mee. De hele bus neemt die emotie over.

Na de eerste toeter kun je de emotie nog groter uitspelen.

Fijne moederdag

OB-MB-BB-BBS-ML

In deze les leert meester Evan jullie zijn “Fijne Moederdag!” lied. Dit lied is bedoeld voor alle lieve vrouwen die voor ons zorgen.

Fijne Moederdag.
Fijne Moederdag.
Fijne, fijne, fijne, fijne, fijne, fijne Moederdag.
Fijne Moederdag.
Fijne Moederdag.
Zonder jou, was ik er niet.

Veel kinderen hebben wel een zorgzame vrouw in de buurt, die hen helpt. Meestal is dat hun moeder, maar soms ook een bonusmoeder, stiefmoeder, pleegmoeder, of oma. Kies zelf maar uit wie jij op Moederdag in het zonnetje zou willen zetten.

Meester Evan heeft het in dit lesfilmpje over verschillende parameters: zacht, sterk, langzaam, snel, staccato en legato.

Ook heeft hij het over verschillende stijlen (Metal, Country, Flamenco, Opera). Veel plezier!

Wil je meer weten over de achtergrond van Moederdag? Klik dan op de onderstaande link.

Meer informatie over Moederdag

Yellow submarine

MB-BB-ML

Yellow submarine is een lied van The Beatles. Het gaat over een onderzeeboot, onder water. Het stond op hun album dat hetzelfde heette. Beatle-fans vinden het een van hun zwakste albums. Het nummer is geschreven door Paul Mc. Cartney en officieel ook door John Lennon.  Ringo Starr zong de lead vocals.

The Beatles waren een heel bekende popgroep uit de Engelse stad Liverpool. De band bestond uit John Lennon, Pasul McCartney, George Harrison en Ringo Starr.  Ze waren zo populair dat jonge tienermeisjes tijdens concerten flauwvielen en heel hard gilden. Hun muziek was gebaseerd op Amerikaanse rhythm-and-blues-muziek. 

De groep was samen van 1960 to 1970. Daarmee hoorden ze echt bij de hippie-cultuur. Veel mensen vinden het de belangrijkste band uit de geschiedenis van de popmuziek. Door hen nam de popmuziek namelijk echt een vlucht. Ze namen hun nummers op in een geluidsstudio en deden dat heel erg goed. Het is de band die het beste verkocht heeft in de geschiedenis. Ze verkochten meer dan 600 miljoen platen over de hele wereld. 

McCartney zegt dat hij in zijn bed lag en bedacht dat een kinderlied wel een goed idee was. Hij dacht aan de kleur geel en toen aan een onderzeeboot en water.  Het was de inspiratie voor een tekenfilm, die ook zo heette. 

Maak een choreo

BB-ML

Hieronder staat een mooi gedicht van de Perzische dichter Rumi, die rond 1207 leefde. Het gaat erover dat je op je eigen manier moet liefhebben, zingen en dansen en leven zonder je al te veel aan te trekken van hoe anderen dan over je denken of naar je kijken.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mensen willen nu eenmaal graag bij andere mensen in de smaak vallen. Hoe kan je het beste dansen als je wil dat mensen je aantrekkelijk vinden? Wetenschappers hebben er onderzoek naar gedaan. Luister maar eens naar het filmpje van het jeugdjournaal.

Dance, like nobody’s watching. Dans alsof niemand naar je kijkt

Love like you’ve never been hurt. Heb lief alsof niemand je ooit heeft

bezeerd.

Sing, like nobody’s listening. Zing alsof er niemand naar je luistert

Live, like it’s heaven on earth. Leef, alsof de hemel op aarde is

Vinden de kinderen in het fragment dat de wetenschappers gelijk hebben? En vinden jullie dat het belangrijk is hoe je danst? Of zijn jullie het met Rumi eens?

Volgen is niet zo moeilijk… maar hoe is het met zelf iets verzinnen?

Het is tijd om zelf een choreografie te maken. Het woord choreografie betekent: een ontwerp voor een dans. Het woord komt van het Griekse woord choorein, wat dansen betekent en van het woord grafein, dat noteren betekent. Letterlijk betekent het dus: “dansen opschrijven”. Het woord schijnt voor het eerst gebruikt te zijn door een dansmeester in Parijs, genaamd Feuillet. Hij publiceerde in 1701 een boekje in Parijs dat heette: choreografie, of de kunst om de dans op te schijven.

Tegenwoordig korten mensen het woord choreografie ook wel eens af tot “choreo”.

Het is erg leuk om zelf een choreo te maken op muziek die je leuk vindt. We hebben wat voorbeelden van danspassen gegeven, maar je kunt passen in allerlei stijlen vinden. Gebruik daarvoor het internet! Hieronder zie je een voorbeeld van moderne dans.

En nu zelf aan de gang:

Je moet een aantal stappen doorlopen als je een choreografie wil bedenken.

  1. Kies een muziekstijl die je aanspreekt
    • Eerst luister je naar heel veel muziek. Welke muziek spreekt je aan? Denk je dat je er een dans op kan bedenken?
    • Dan moet je een muziekstuk kiezen.
  2. Daarna beluister je het gekozen nummer opnieuw.
    • Luister naar de muzikale zinnen.
    • Waar wordt de muziek harder, waar zachter, waar sneller, waar langzamer. Kortom: welke muzikale parameters hoor je en denk je dat je daar iets mee kan in je dans?
  3. Als het een lied is, is het ook goed om je te verdiepen in de tekst.
    • Waar gaat het over?
    • Wat is de sfeer?
    • Zijn er belangrijke woorden.
    • Op die momenten moet je misschien iets speciaals doen in je dans.
  4. Daarna zet je de muziek op en ga je lekker freestylen.
    • Je probeert van alles uit. Niet één keer, maar heel vaak
  5. Vervolgens beslis je welke passen je het beste vindt en wanneer je ze gaat gebruiken.
    • Je zorgt dat er een goede flow in de dans is.
  6. Tenslotte (en dat is héél belangrijk!) oefen je je choreo héél erg vaak, totdat je hem bijna met je ogen dicht kan dansen.
  7. Kun je je dans ook echt opschrijven? Verzin je eigen manier om je dans te noteren.

Familietradities

OB-MB-BB-BBS- ML

Hier vind je een linkje naar een filmpje waarin Olav uit Frozen zingt over tradities:

Olav zingt over tradities: Die tijd van het jaar.

Bijna in elk land, in elke stad of dorp, in elke familie hebben mensen hun eigen tradities. Een traditie is een gebruik dat meestal al héél lang (soms zelfs meer dan 100 jaar) bij een bepaalde groep mensen hoort. Suikerfeest vieren, is bijvoorbeeld een gebruik dat bij de Islam hoort. Met Pasen eieren verstoppen, is voor veel mensen ook een traditie. Elkaar cadeautjes geven met Sinterklaas of Kerst is een traditie. Lang zal ze leven zingen, als iemand jarig is, is een traditie. En zo zijn er nog véél meer tradities.

Sommige families hebben hun eigen tradities gemaakt. Misschien is het in jullie familie wel traditie om met Oud- en nieuw geen oliebollen, maar pizza te eten. Of misschien is het bij jullie wel traditie om op tweede Kerstdag in je pyjama te lopen. Misschien is het wel traditie in jouw familie dat iemand die jarig is, mag kiezen wat er gegeten wordt.

Met Kerstmis zijn er veel tradities.:

  • Sommige mensen hebben een adventskalender. Elke dag mag er een deurtje open en dan zit er een chocolaadje achter het deurtje. Als alle deurtjes open zijn, is het Kerstmis.
  • Sommige mensen hebben een adventskrans. Vier weken voor Kerst mag de eerste kaars aan, drie weken voor Kerst de tweede, enzovoort. Als alle vier de kaarsen branden, wordt het Kerstmis.
  • Veel mensen zetten een Kerstboom neer met Kerstmis. Die versieren ze mooi.
  • Met Kerst leggen sommige mensen wat pakjes onder de boom.
  • Sommige mensen gaan in de Kerstnacht naar de nachtmis. Dat is een kerkdienst.
  • Veel mensen luisteren met Kerstmis naar speciale kerstmuziek, of zingen zelf kerstliedjes.
  • Sommige mensen sturen andere mensen een kerstkaartje. Of ze sturen een kerst-appje.

Contact

Stuur ons gerust een mail. Klik dan op de brievenbus.

Uw mail gaat naar: brievenbus@kzing.tv

Wij hopen dat onze visie en werkwijze u aanspreken en dat u op onze site heeft kunnen vinden wat u nodig heeft.

Laat ons gerust weten of u iets mist of als iets niet goed werkt. Wij staan altijd open voor feedback.

We vinden het ook leuk om maatwerk te leveren. We kijken graag met mensen samen of we iets voor hen kunnen betekenen. Dus heeft u een lied nodig voor een project, of wilt u onze input bij een project, neem dan gerust contact op!

Vriendelijke groet van het team van Kzing.

Podcasts

Filter op doelgroep
Filter op onderwerp

Op deze pagina vind je podcasts (soms met beeld) gemaakt door Kzing.

Lesfilmpjes

Leer je graag door te kijken en luisteren? Op deze pagina vind je lesfilmpjes van Kzing!

Filter op doelgroep
Filter op onderwerp

Liedjes

OB-MB-BB-ML

Hier vind je alle liedjes van Kzing.

Filter op doelgroep
Filter op onderwerp

Dansjes en zo…

OB-MB-BB-ML

Op deze pagina vind je materiaal dat gaat over bewegen. Je kunt dansen bekijken, zelf dansen of zelf bewegen.

Filter op doelgroep
Filter op onderwerp

Over juf en meester..

MB hoogste groep-BB-BBS

Een podcast over de ideale juf of meester. Je hoort een liedje over een leerling die moeite heeft met rekenen. Verder praten meester Evan en juf Ellis over juffen en meesters. Na afloop kunnen jullie het lied leren. Het staat apart op deze pagina. Ook kunnen jullie een verhaal, een gedicht of een ander kunstwerk maken over jullie ideale juf of meester.

Luister naar de podcast en maak daarna een kunstwerk dat gaat over jouw ideale juf of meester.

In de podcast hoor je een liedje. Dat kun je ook apart beluisteren en daarna leren.

Ik weet niet wat dat is met mij, soms voel ik me zo dom,

want rekenen dat kan ik niet. Ik snap geen enkele som.

Doe elke keer opnieuw mijn best, maar oh, wat een verdriet…

Die sommen zijn een puzzel en het antwoord weet ik niet.

Juffrouw, help me…zeg niet altijd:

“Vraag het and’ren in je groepje…”

Meer dan honderd is te veel juf;

dan wordt in m’n hoofd een soepje!

“Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Afkomen”

zegt de juf er dreigend bij.

Echt geen idee, juf. Ik doe toch mee, juf.

Reken zelf maar, maar niet op mij. 2 x

Ik weet niet wat dat is met mij, ’t Is niet dat ik niet wil.

Ik krijg geen cijfer op papier. Oh, was de rest maar stil.

Wanneer de klas aan ’t kletsen is, krijg ik mijn werk niet af.

Ik kan dan niet meer nadenken en dan krijg ik soms straf.

Juffrouw, help me…zeg niet altijd:

“Vraag het and’ren in je groepje…”

Meer dan honderd is te veel juf;

dan wordt in m’n hoofd een soepje!

“Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Afkomen”

zegt de juf er dreigend bij.

Echt geen idee, juf. Ik doe toch mee juf.  

Reken zelf maar, maar niet op mij. 2 x

Als je de woorden uit je hoofd hebt geleerd, kan je meezingen met de karaoke versie!

Klompendans

MB-BB

Meester Evan probeert in dit liedje in het West-Friese dialect te zingen. We hebben een aantal uitdrukkingen opgezocht die typisch Westfries zijn. Kan jij het liedje meezingen in het dialect?

Ik had glanzend gele hulften, dus ik kon te stappen gaan.
En toen zag ik op de dansvloer, toch zo’n pittig moidje staan.
Dus ik dacht: Ik grijp m’n kans en ik vraag: wil je met me dansen zij zee:
“Nee, dat voel je op je klompen aan!”
Het is altoid hetzelfde lied.
Ik wou het wel. Zij wou het niet.


Nou ik vroeg haar: “Weerom niet den?”
Zij keek mij venoinig aan.
“Met dat houtwerk aan je voeten, ga je op mijn tenen staan.”
Maar ik zei: “Doe niet zo baidehand; we zain hier op het platteland…
en ik doe àlles met m’n hulften an !
En den komt ’t refroin weer

Duizenden klanken

OB-MB-BB-ML

Dit liedje van Kzing gaat over luisteren. Het is belangrijk om jezelf uit te kunnen spreken, maar misschien nog wel belangrijker om goed te kunnen luisteren. Dat is nodig om de informatie te horen die een juf , meester of je ouders jou geven, of om te kunnen genieten van mooie muziek. Ook in een gesprek is het van groot belang dat je kunt luisteren.

“Kijk om je heen!”  dat zegt iedereen,

maar nooit zegt er iemand: “Luister om je heen!

Duizenden klanken die je niet kunt zien.

Hoor jij iets, misschien?

Hieronder staat de karaoke versie

Een acteeropdracht om luisteren te oefenen in een gesprek.

Wat is poëzie?

BB-ML

Wat is poëzie?

In alle culturen doen mensen aan poëzie. Poëzie is een vorm in de kunst waarbij mensen gedichten maken. Dichtkunst dus. Laten we eens een voorbeeld geven van een gedicht.

Het bekendste gedicht van Nederland is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen. Dit gedicht is “doorgecomponeerd”.  Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat. Er is wel sprake van volrijm. Als je naar de woorden kijkt, zie je dat sommige woorden vroeger anders werden geschreven. Breede, in plaats van brede. Hooge, in plaats van hoge. Grootsch, in plaats van groots. 

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

We hebben nu een gedicht gelezen… maar…wat is nou eigenlijk een gedicht?

Een gedicht is een tekst waarbij de maker, de dichter, goed nadenkt over de manier waarop de woorden neergezet worden. Dat noem je de vorm van een gedicht. Verderop geven we wat voorbeelden van bepaalde vormen. Gedichten kunnen overal over gaan. Een gedicht kan lang en kort zijn. Een gedicht hoeft niet perse te rijmen, maar het mag wel.

Als je een gedicht leest, is het handig om op bepaalde dingen te letten:

  • Is het gedicht kort of lang?
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Zijn het gewone woorden?
  • Zitten er evenveel lettergrepen in elke regel?
  • Speelt de dichter met de taal, of is het gewone taal?
  • Maakt de dichter een vergelijk tussen twee dingen? (Metaforen, of vergelijkingen.)
  • Is er rijm of niet?
  • Als er rijm is, welke regels rijmen dan op elkaar?
  • Rijmen de woorden echt goed op elkaar, of is er alleen maar klankrijm? (dat de klinkers hetzelfde zijn.)
  • Wat is de vorm van het gedicht? Hoeveel regels zijn het, waar rijmt het etc.
  • Zijn er coupletten? Of is het één gedicht.
  • Gebruikt de dichter voor opgeschreven gedichten een speciaal lettertype? Of speelt hij met de manier waarop het gedicht is opgeschreven?

Gedichten hebben een vorm

De vorm van een gedicht heeft te maken met het rijmschema. Hoeveel regels zijn er altijd? Zijn er regels die moeten rijmen? Voorbeelden van dichtvormen:

Limerick

Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Elfje

Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

Opdracht: schrijf zelf een elfje

  • De eerste dichtregel gebruik je één woord
  • De tweede regel: twee woorden
  • De derde regel: drie woorden
  • De vierde regel: vier woorden
  • De vijfde regel: één woord dat het gedicht samenvat

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googelt wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

  • Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen
  • Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk
  • Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen
  • Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter
  • Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan
  • Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Gedichten zijn niet allemaal hetzelfde

Gedichten zijn dus niet allemaal hetzelfde. Ze hebben bijvoorbeeld niet allemaal hetzelfde aantal regels. De dichters gaan ook niet allemaal hetzelfde om met rijm. De dichters gaan anders om met het metrum (het gebruik van de lettergrepen, de cadans.) Sommige gedichten rijmen, maar veel ook niet.

Een rijmpje (bijvoorbeeld voor bij een Sinterklaascadeautje)

Een rijmpje is een klein gedichtje dat rijmt. Het woord rijmpje is een verkleinwoord. Dat geeft al aan dat een rijmpje een niet zo heel erg belangrijk gedicht is. Denk maar aan Sinterklaasrijmpjes. Het is een Nederlandse traditie om elkaar op Sinterklaasavond een cadeau te geven met een rijmpje erbij. Het woord “rijmpje” zegt het al. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar de Sint is best wel bang,
Want jouw lijstje is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Wil jij alles wat je vroeg?
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Spring in, spring uit

OB-MB-BB

Spring in, spring uit, een gezellige energizer voor de “spring”, oftewel de lente. Een leuk spelletje om buiten te doen, of in een grote zaal.

Het traint je oplettendheid, terwijl je lekker beweegt. Je wordt er wel wakker van!

Spring in, spring uit.

Wie het fout doet, is af en moet gaan zitten. Maar in de onderbouw hoeft dat misschien niet.

Onderbouw

De hele groep staat in een kring. De leerkracht is de leider. Die zegt wat iedereen moet doen. Spring in, betekent naar voren, de kring inspringen. Spring uit, betekent: naar achteren, uit de kring springen.

Na een tijdje kan het spel moeilijker worden. De leider kan ook zeggen: Je doet alles omgekeerd. Dan zegt en doet de leider: spring in, maar hij springt uit.

Middenbouw

In de middenbouw kan iemand anders ook de leider zijn, als het spel bekend is. Daar vertelt de leider eerst de regel:

Hij begint met: Je zegt wat ik zeg en je doet wat ik doe. Hij kan eerst kiezen uit: Spring in en spring uit.

In de middenbouw kan de leider ook meerdere bewegingen noemen: spring in, spring uit, spring links, spring rechts.

Als dat goed gaat, kan de middenbouw ook oefenen met: doe het omgekeerd. Je springt dus rechts, als de leider links zegt. Je springt uit als de leider spring in zegt.

Wie het fout doet, is af en moet op de grond gaan zitten.

Bovenbouw

In de bovenbouw kunnen de regels nog veel moeilijker worden en het spel kan ook in het Engels gespeeld worden.

1: “Je zegt wat ik zeg en je doet wat ik doe.”

Say what I say, do what I do

2: “Je zegt wat ik zeg, maar je doet niet wat ik zeg.” (Je doet het tegenovergestelde)

Say what I say, but don’t do what I say.

3: “Je zegt niet wat ik zeg (dus het tegenovergestelde) en dat doe je ook.”

Don’t say what I say and don’t do what I say.

4: “Je zegt niet wat ik zeg (dus het tegenovergestelde) maar je doet wél wat ik zeg.”

Don’t say what I say, but do what I say.

Voice over

ML

Deze film is voor de meeste basisschoolleerlingen te heftig. In de basisschoolsituatie kan deze film hooguit gebruikt worden als een groep te maken heeft gehad met het verlies van een klasgenoot door zware depressies. Dan nog raden wij aan om bepaalde stukjes uit te zoeken.

De voorstelling gaat over de stem van zelfkritiek die mensen soms in hun hoofd hebben. De stem die hen vertelt dat ze niet goed genoeg zijn.

De jongeren hebben zelf personages bedacht die elk hun eigen redenen hebben om zich “niet goed genoeg” te voelen.

De stem wordt ook door iemand uitgebeeld. Het is als het ware het spiegelbeeld dat tot leven is gekomen.

Privé muziekleerling inschrijven schooljaar 2023-2024

Lees alstublieft eerst alle informatie op deze pagina, voordat u een leerling inschrijft.

 

Op deze pagina kunnen mensen die in het schooljaar 2023-2024 privé muziekles willen volgen, zich inschrijven en de betaling voor hun privé muziekles regelen. Dat gebeurt via deze site, omdat de leerlingen dan meteen een account krijgen, waarmee zij toegang hebben tot deze website. Dat is voor hen dus gratis.

N.B.

De betaling wordt normaal gesproken in 12 gelijke termijnen afgeschreven. De eerste termijn direct bij inschrijving, de volgende 11 termijnen maandelijks. We merkten echter dat tamelijk veel leerlingen nog niet ingeschreven waren. Om ervoor te zorgen dat de betalingen toch afgerond zijn aan het einde van dit schooljaar en niet de betalingen van volgend schooljaar zullen overlappen, betaalt u het jaarbedrag dit keer in 10 termijnen. De eerste betaalt u meteen, de anderen worden maandelijks automatisch afgeschreven.

Neemt u, voordat u een leerling inschrijft, alstublieft kennis van de bindende overeenkomst die wij samen aangaan. Deze bindende afspraken kunt u vinden onder deze link .

U stemt bij inschrijving ook toe in de manier waarop wij met uw privacy omgaan. De manier waarop wij dat afspreken kunt u vinden onder deze link .

Als u op de blauwe knop bovenaan of onderaan de pagina drukt, krijgt u de keuze uit:

 
  • privéles 30 minuten
  • privéles 45 minuten
  • koppel-les 22,5 minuten ; dit kan alleen als leerlingen een koppelpartner hebben

Wanneer leerlingen in de loop van het schooljaar instromen (en dus niet alle lessen volgen en betalen), kunnen zij een mailtje sturen naar administratie@kzing.nl. Er wordt dan een betalingsformulier voor hen klaargezet met de juiste bedragen.

Een eerbetoon aan Wilfried de Hert

Wilfried de Hert

geboren: 10 juni 1945, in Beveren-Waas, België

overleden: 16 oktober 2020, in Obdam, Nederland

Voor Wilfried, Michelle, Edouard, kleinkinderen en verdere familie, als steun van Patrick en Ellis.

Lieve Wilfried,

Wij vinden het erg naar dat je zo ziek bent. Om je te laten weten dat wij aan je denken en met je meeleven, delen we wat liedjes, ter bemoediging.

We weten dat muziek jou altijd goed doet en dat jij veel kracht vindt in je geloof. We zullen een kaarsje voor je aansteken.

Heel veel liefs en sterkte van Patrick en Ellis en de kinderen.

Je vindt altijd kracht in je geloof…
Een liedje over de liefde die blijft…
Wat wij wensen….
Slaapliedje voor wie bang is.
Een liedje over de schoonheid van de natuur…

Gedicht over pesten

MB-BB

Op deze pagina vind je een gedicht over pesten. Daaronder vind je een aantal vragen waar je in je groep over kan praten. Na afloop maak je zelf ook een gedicht over dit onderwerp.

Echt gebeurd

In iedere groep, kijk gerust om je heen,
daar sluiten ze buiten, al is het gemeen.

Soms ben je te anders; ze móeten je niet.
Ze geven je namen. Ze doen je verdriet.

Soms breken ze je met een woord of gebaar.
Soms lachen ze om je, hardop, met elkaar.

Je wordt nooit gekozen, alleen maar gepest.
De laatste die staan blijft, hoort nooit bij de rest.

En soms durven pesters nog verder te gaan.
Ze knijpen en bijten. Ze spugen en slaan.

Ze beuken je hoofd, met een klap, op de grond.
Soms stoppen ze modder, of troep in je mond.

Ze sluiten je op, in een vieze w.c.
Ze spelen; maar jij mag niet meedoen… o nee…

Ze stoken de anderen tegen je op.
Ze gaan steeds maar door, ook al smeek je hen: “Stop!”

Ze doen al die dingen, als niemand het ziet.
“Heb jij dat gedaan?” “Nee, natuurlijk.. ik niet!”

Je ziel wordt vertrapt en ze breken je hart.
“Ik ben vast niets waard.”, denk je, bang en verward.

In iedere groep, waar ik heenga en kom,
daar word ik gemarteld. Ik snap niet waarom.

In iedere groep, kijk gerust om je heen,
daar pesten ze iemand, al is het gemeen.

Copyright Ellis Castenmiller niet gebruiken, verspreiden, kopiëren of embedden zonder haar toestemming.

Pesten is iets anders dan plagen. Zolang iemand er nog wel een beetje om kan lachen is het plagen, maar als iemand verdriet heeft van wat er gebeurt en wil dat het ophoudt, is het pesten. Pesten is gemeen. Je toont geen respect voor de ander.

Het bovenstaande gedicht is geschreven voor een voorstelling, om het verhaal te vertellen van een persoon die op de basisschool heel erg gepest werd. De dingen die erin staan, zijn dus echt gebeurd. De persoon die gepest werd, heeft geestelijke schade opgelopen, maar ook lichamelijk.

Toen die persoon dit vertelde bij Kzing, waren er heel veel kinderen die vertelden dat zij ook gepest werden. Dat is de reden dat Ellis dit gedicht schreef. Ze wilde dat deze kinderen hun verhaal durfden te delen.

Het gedicht is tijdens een voorstelling opgezegd door al die kinderen die wel eens gepest waren. Veel van deze kinderen konden de regels bijna niet opzeggen, omdat ze terug moesten denken aan de keren dat ze gepest waren en ze bijna moesten huilen.

De persoon die zo erg gepest was, wilde persé de zinnen opzeggen, om af te rekenen met het verleden. Deze persoon werd ondersteund door iemand uit de groep. Ze gingen samen naar voren en op momenten dat deze persoon moest huilen, nam deze vriend het over.

Het publiek was helemaal stil. Veel mensen in het publiek lieten een traantje. Heel veel grote mensen kwamen na afloop van de voorstelling naar juf Ellis toe om te vertellen dat zij vroeger ook gepest waren op school en wat dat met hen had gedaan.

Kun jij zelf ook een gedichtje maken over pesten? Het hoeft niet per se te rijmen. Het belangrijkste is dat je je gevoelens over pesten op papier kan zetten. Wat vind jij ervan?

Vind je dat er in jullie groep ruimte is om jezelf te zijn?

Helpt “Stop, hou op!” in jullie groep?

Wordt er in jullie groep gepest? Als dat zo is, wat doet dat dan met die persoon?

Pest jij zelf wel eens?

Durf jij het voor iemand op te nemen, in jouw groep?

Wat kan je het beste doen als je gepest wordt?

Zoek je liedjes over pesten? Kijk hier eens naar:

Liedje over Stop hou op!

Liedje: Vertel me waarom jij mij pest…

Liedje: De Rapman, over opkomen voor iemand die gepest wordt

De kleine zeemeermin

OB-MB-OBS-SG

Sommige sprookjes zijn volksverhalen die mensen eeuwenlang aan elkaar hebben doorverteld. Het verhaal van de kleine zeemeermin is niet zo’n verhaal. Het is bedacht door de Deense schrijver Hans Christian Andersen. In 1837 is het voor de eerste keer als boek uitgegeven. De 19e eeuw was in de kunst de tijd van de Romantiek. In die tijd schreven meer schrijvers sprookjes.

Het verhaal gaat over een kleine zeemeermin die heel gelukkig is bij haar vader de koning, haar oma en haar 4 oudere zussen, diep in de zeewereld. Haar grote zussen mogen op hun 15e naar de mensenwereld, maar zij is de jongste en moet wachten tot ze 15 is. Dan is het eindelijk zo ver. Ze zwemt naar de oppervlakte en ziet een mooie prins op een schip. Ze wordt verliefd op hem. Hij komt bijna om in een storm. De kleine zeemeermin redt hem en brengt hem naar een strand.

Ze kan hem niet uit haar hoofd zetten en droomt ervan om als een mens te leven. ze vraagt de zeeheks hulp. Die geeft haar een toverdrank die haar benen geeft. Ze moet wel haar mooie stem inleveren. Als de prins van haar zal gaan houden, zal een ziel krijgen en net zijn als de mensen. Anders zal ze sterven en schuim op de zee worden als de prins een andere vrouw trouwt.

Helaas gebeurt dat laatste. Tenminste… in het echte verhaal wel. Niet in de Disney versie. Haar zussen willen haar redden en kopen met hun mooie haar een mes van de zeeheks. Als de kleine zeemeermin haar prins zal doden, zal zij blijven leven. Maar dat kan ze natuurlijk niet. helaas verandert ze in schuim. Maar toch gaat ze niet dood. Ze wordt een luchtdochter… onzichtbaar voor de mensen. Als ze driehonder jaar lang goede daden heeft gedaan, mag ze naar de hemel. Voor ieder goed kind dat ze ziet gaat er een jaar af van de driehonder jaar, maar ieder stout kind zorgt dat het haar een jaar langer duurt.

Het verhaal is vaak gebruikt in andere kunstvormen, zoals opera (Rusalka van Antonin Dvorak) ballet, musicals en tekenfilms. Soms passen de mensen het einde van het sprookje een beetje aan. Disney bijvoorbeeld, die er in 1989 een tekenfilm van maakte die heel anders afliep. Ook de Japanse Fuji maakte een tekenfilmserie over dit thema.

Het verhaal van Andersen is zo beroemd en de Deense mensen zijn zo trots op Hans Christian dat ze in de haven van Kopenhagen (de hoofdstad van Denemarken) een beeldje van de kleine zeemeermin hebben geplaatst. Ze zit daar op een steen. Het beeld is gemaakt door Edward Eriksen.

Flamenco

OB-MB-BB-ML

Spanje is een land waar niet alleen Sinterklaas, maar ook veel prachtige muziek vandaan komt. Luister en kijk maar eens naar het filmpje dat je onder het linkje vindt. Het zijn verschillende voorbeelden van Flamenco muziek. Je kan het hele filmpje bekijken, of er doorheen scrollen.

Als je in groep 1.2. 3 of 4 zit, hoef je heus niet het hele filmpje af te kijken en het verhaal dat hieronder staat, is dan nog wat moeilijk. Maar even naar de muziek luisteren, is altijd interessant. Wat vind je ervan? Hogere groepen van de basisschool vinden het misschien leuk om iets over deze muziekstijl te leren.

In het zuiden van Spanje, bijvoorbeeld in Andalusië, is prachtige volksmuziek te horen: de Flamenco. (Raak maar niet in de war met het woord voor die roze vogels: flamingo).

Ook in andere gebieden is de Flamenco populair geworden. Flamenco is het belangrijkste culturele exportproduct van Spanje. Dus andere landen kennen vooral deze muziek als Spaanse muziek. In 2010 werd het zelfs op de lijst van het wereld erfgoed geplaatst!

We weten niet hoe oud Flamenco is. In de 19e eeuw vond men het wel heel hip. Vaak denken mensen dat het muziek is van de Roma. Vroeger noemde men deze mensen “zigeuners”, maar dat vinden de mensen van de Roma zelf een naar woord, dus dat doen we niet meer.

Sommige volksmuziek is niet echt hip, maar Flamenco is altijd blijven bestaan en heeft zich steeds ontwikkeld. Net zoals alle volksmuziek wordt het vooral doorgegeven via de overlevering en niet via het notenschrift. Ouders leren het hun kinderen. De kinderen verzinnen er weer iets bij. Zo blijft het modern. De muziekstijl is springlevend.

Er is dus ook moderne Flamenco muziek. Luister maar eens naar het tweede linkje… Het heeft iets pop-achtigs.

De Flamenco muziek bestaat eigenlijk uit zang (de Cante Flamenco). Die klinkt een beetje Arabisch. Dat hoor je ook in de muziek bij het tweede linkje. Je hoort allerlei versieringen. Dat is logisch, omdat de Moorse cultuur lang in Spanje aanwezig was. De liederen zijn vaak klaagliederen en protestliederen. Het gaat vaak over armoede, ziekte, het verliezen van liefde en andere droevige onderwerpen.

De zang wordt meestal begeleid door ritmische, kloppende geluiden. Die maakt men door bijvoorbeeld op de tafel te kloppen, door op de grond te tikken met een stok, door in de vingers te knippen, met de handen boven het hoofd te klappen (dat heet palmas) en soms gebruikt men castagnetten. Het is een twaalftelsritme.

Maar er kunnen ook andere instrumenten bij worden gebruikt. De gitaar komt het meeste voor. Er zijn natuurlijk ook prachtige Spaanse gitaren.

Er is niet alleen muziek te horen… vaak kan je ook kijken naar de baile flamenco. Dat is een dansstijl die heel gracieus is. Er worden ingewikkelde handbewegingen en voetenbewegingen bij gemaakt.

Maandselectie

Deze functie is nog in ontwikkeling

Deze zoekfunctie maakt een selectie voor u van materiaal dat in een bepaalde maand relevant is. Ook de rest van het materiaal hebben we verdeeld over de maanden. Die indeling hoort bij onze jaarplanner.

Filter eerst op de maand van het jaar. U krijgt dan een selectie van materiaal dat in die specifieke maand relevant kan zijn.

Filter daarna op doelgroep. U krijgt dan al het relevante materiaal voor die maand, voor uw specifieke doelgroep.

Maand











Filter op onderwerp
Muzikale onderwerpen
Filter op doelgroep

Verantwoording

De verhouding van de leerling tot alles om zich heen is de insteek bij ons aanbod.

De kern van ons onderwijs ligt bij het aansluiten van wat er leeft in de wereld van de leerlingen. Het materiaal wordt daardoor interessant en in hoge mate vakoverstijgend.

Het is de bedoeling dat cultuur een ondersteunende pijler wordt bij wereldoriëntatie. Als het cultuuraanbod van kwaliteit is, sla je als docent twee vliegen in één klap.

De docent kan zonder veel voorbereiding regelmatig korte periodes (10 minuten) bezig zijn met kant- en klaar materiaal. Dit kan naast het aanbod van een vakleerkracht, maar als die niet aanwezig is, ook ter vervanging van het aanbod van een vakleerkracht. Ook vakleerkrachten kunnen dit materiaal gebruiken, ter ondersteuning van hun lessen.

Als er een jaar met Kzing gewerkt is, zijn alle leerdoelen behaald.

Na acht schooljaren is het uitstroomniveau hoog

Wanneer u met Kzing werkt, groeien in de loop van de schooljaren niet alleen de vaardigheden op elk gebied stap voor stap, maar leerlingen raken er aan gewend om te luisteren, zingen, dansen, bewegen, acteren, zich een mening te vormen, de ruimte te gebruiken, elkaar te helpen, zich te verdiepen in de eigen cultuur en andere culturen en zich te presenteren.

Er is een stijgende lijn in moeilijkheidsgraad per bouw.

In de loop van een schooljaar komen alle aspecten van muzisch onderwijs aan bod

Wanneer u iedere maand met Kzing werkt, komen in de loop van het (school)jaar alle aspecten van cultuuronderwijs aan bod: zingen/rappen, bewegen, dansen, acteren, musiceren, luisteren, leren, andere culturen, de eigen cultuur, etc.

Voor zover mogelijk is er ook een opbouw per maand, maar ervaring leert dat het niet erg is als er af en toe iets uitdagends wordt aangeboden.

Resultaat

Het allerbelangrijkste element van deze vorm van onderwijs is, dat leerlingen vertrouwd raken met kunst en cultuur, door plezierige activiteiten.

Ik verlang naar een brief

MB-BB-ML

Heb jij wel eens een brief gekregen, of een ansichtkaart? En heb je wel eens een brief geschreven, of een kaart naar iemand gestuurd? Spoekie wil heel graag een brief krijgen van zijn vriendin Divisia. Vooral op Valentijnsdag natuurlijk. Luister maar eens naar het leidje. Hij wil een liefdesbrief… Heb jij wel eens een liefdesbrief gehad?

Ik verlang naar een brief. Gedachten op een blad,
die jij hebt opgeschreven. Iets dat jij hebt vastgehad.
Ik wil geheime woorden als: “Ik hou van jou, mijn schat!”
Ik wil een brief met postzegel, die neerploft op mijn mat.

Een ouderwetse liefdesbrief. Een brief voor mij alleen!
Een brief die ik bewaren kan… een strikje er om heen.

Ik verlang naar een brief. Of vraag ik nu te veel?
Jij zegt: “Ik zal je appen, of ik stuur je wel een mail.”
Maar zelfs als jij me belt en zegt: “Jij bent mijn liefste lief!”,
kan dat het nog niet halen bij een échte liefdesbrief.

Vind je het een mooi lied en wil je het zelf ook zingen? Dan kan je hier kijken:

Ingezongen versie met tekst erbij
De karaoke versie van het lied

Laten we een brief schrijven, of een mooie tekening maken. Dan kunnen we die versturen. Weet je hoe je een brief moet posten? Dit kan je zien in het filmpje hiernaast. Het is wel een Vlaams filmpje. In Nederland staan er ook nog letters bij de postcode.

Traditionele kinderliedjes

Er zijn volksliedjes voor kinderen die al ontzettend lang gezongen worden. Soms nog wel langer dan honderd jaar! Het oudste kinderliedje komt waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Dat liedje zingen we nu niet meer. Maar er zijn veel liedjes die we nog steeds zingen. De liedjes worden doorgegeven via de grootouders aan de ouders en zo leren kinderen die liedjes weer.

Doordat sommige kinderliedjes steeds uit het eigen geheugen aan anderen geleerd worden, veranderen de teksten en melodieën soms. In bepaalde streken van het land zingen ze soms andere woorden of andere melodietjes. Maar iedereen weet over welk liedje of versje het gaat.

De inhoud van de liedjes verandert ook vaak mee.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het Nederlandse kinderlied

Om heel eerlijk te zijn, is het vaak zo dat de woorden eerst voor grote mensen waren en de woorden waren ook niet altijd netjes. Maar de woorden werden zo aangepast, dat kinderen ze ook konden zingen.

Vroeger waren er veel liedjes op godsdienst gericht en zat er een “moraal” in elk liedje. Hieronymus van Alphen schreef in 1778 een gedichtenbundel voor kinderen. Uit ieder versje kon een kind leren hoe het het goede moest doen. Dat wordt beschouwd als het begin van de kinderliteratuur in Nederland. Hier komt het gedicht “Jantje zag eens pruimen hangen” uit. Later werden die versjes op muziek gezet en waren de kinderliedjes ontstaan.

Jan Pieter Heije schreef in 1843 het liedboek Kinderliederen. Daar stonden liedjes in zoals “Er zaten zeven kikkertjs” en “Tussen Keulen en Parijs”. Ook “Zie de maan schijnt”, stond erin. Langzamerhand werden de liedjes iets minder moralistisch.

In 1871 bracht Johannes van Vloten een boekje uit. Hij noteerde welke kinderliedjes er gezongen werden. In dit boekje stond onder andere “In Den Haag daar woont een graaf”, “KLap eens in je handjes”, “Klein, klein kleutertje”, “Schuitje varen, theetje drinken”, “Slaap, kindje slaap”, “Twee emmertjes water halen en het liedje “Witte zwanen, zwarte zwanen” in.

Ook later werden kinderliedjes genoteerd die gezongen werden: “Iene miene mutte” en “Berend Botje”. En: “Naar bed, naar bed, zei Duimelot”.

In later tijd zijn er ook veel speciale kindercomponisten geweest: Catharina van Renesse, Herman Broekhuizen voor “Kleutertje luister”. Hij schreef bijvoorbeeld “Opa Bakkebaard” en “Elsje Fiederelsje”, “Een treintje ging uit rijden”, “Helikopter”.

De informatie op deze pagina komt van de site Liedje met een naam . Daar kan je nog veel meer info vinden over traditionele kinderliedjes.

Muziekpraatplaat: Vriendschap

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG

Op deze pagina vind je een praatplaat over het thema “vriendschap”. Wat is vriendschap eigenlijk? Moet je met klasgenoten en collega’s vrienden zijn? Ben je vrienden met iedereen tegen wie je vriendelijk bent? Wat doen vrienden samen? Wie zijn jouw vrienden? Doe je iets speciaals met hen? Wanneer is iemand een echte vriend?

De onderbouw kan een tekening maken over wat vriendschap voor hen betekent. Er kan bijvoorbeeld een groot muurschilderij gemaakt worden. Of er kan per groepje een groot blad gevuld worden met dingen die bij vriendschap horen.

De middenbouw en bovenbouw kunnen naar aanleiding van de beelden een verhaaltje of gedicht schrijven.

Als je het liedje mee wil zingen, kan je de onderstaande tekst gebruiken:

Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Op ’n prachtige warme dag
In september.

Waarover spraken zij,
die drie daar op dathek?
Boven op dat hek!
Waarover spraken zij,
die drie daar op dat hek.
Op die prachtige warme dag
in september?

’t Was over krekeltjes
en korenbloemen blauw,
korenbloemen blauw!
’t Was over krekeltjes
en korenbloemen blauw,
Op die prachtige warme dag
in september!

’t Was over vrienden zijn
en spelen in de zon.
Spelen in de zon.
’t Was over vrienden zijn
en spelen in de zon.
Op die prachtige warme dag
in september!

Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Op ’n prachtige warme dag
In september.

Het originele plaatje van Kate Greenway. Dit plaatje mag gebruikt worden, omdat de artieste al meer dan 100 jaar geleden is overleden.

De tekst is eigenlijk een versje van Kate Greenway uit Engeland. Zij schreef gedichtjes voor kinderen. Het boek waar dit versje in stond, werd een groot succes. Er werden poppen gemaakt en serviesjes met daarop de tekeningen uit het boek.

Een zangpedagoge en componiste uit Utrecht (Catharina van Reness, (1858-1940)) vertaalde de gedichtjes en maakte er muziek bij. Zij was eigenlijk een soort juf Ellis uit die tijd. Ze noemde dit gedichtje”Een babbeltje”, maar iedereen noemde het “Drie kleine kleuterkes”. Het werd jarenlang op scholen gezongen.

Als je luistert, hoor je het couplet meer dan de drie keer die bij de drie coupletjes van het liedje “Drie kleine kleuterkes”. Dat heeft juf Ellis gedaan om veel beelden te kunnen laten zien die bij het thema “Vriendschap” horen. Ze heeft er één tekstcoupletje aan toegevoegd en één coupletje herhaald. Het ritme van het liedje heeft ze ook een beetje veranderd.

De originele Engelse versie van het versje. Je kan het niet zingen op de melodie, omdat het versje een ander metrum heeft, dan de Nederlandse vertaling van Catharina van Reness.

Three little girls were sitting on a rail,
Sitting on a rail,
Sitting on a rail;
Three little girls were sitting on a rail,
On a fine hot day in September.

What did they talk about that fine day,
That fine day,
That fine day?
What did they talk about that fine day,—
That fine hot day in September?

The crows and the corn they talked about,
Talked about,
Talked about;
But nobody knows what was said by the crows,
On that fine hot day in September.

De Nederlandse vertaling van Catharina van Reness:

Hier hoor je hoe het liedje eigenlijk gezongen wordt.

Drie kleine kleuterkes
Die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleuterkes,
Die zaten op ’n hek,
Op ’n wonderwarme’ dag
In September.

Wel, waarvan praatten zij,
Die drie daar op het hek?
Boven op dat hek!
Wel, waarvan praatten zij,
Die drie daar op dat hek.
Op die wonderwarme’ dag
In September?

’t Was over krekeltjes
En kore’bloemen blauw,
kore’bloemen blauw!
’t Was over krekeltjes
En kore’bloemen blauw,
Op die wonderwarme’ dag
In September!

Renaissance 1450-1600

OB-MB-BB-ML

Muziek in de Renaissance

In de Renaissance ontstond er meer wereldlijke muziek en meer instrumentale muziek. De regels over wat “goed klonk” (consonantie) en “lelijk klonk” (dissonatie, werden veel strenger.

De muziekdrukkunst ontstond. Daardoor werd de muziek meer verspreid.

Vooral componisten uit “De Lage Landen”, dat wilde in die tijd zeggen “België en Noord-Frankrijk) waren belangrijk.

Dufay,

Ockeghem,

Obrecht

Clemens non Papa

Willaert

Orlando di Lasso

Josquin des Prez

de laatste grote: Palestrina

De Romantiek 1815-1910

OB-MB-BB-ML

Hier vind je muziek uit de periode van de Romantiek. Dat is, als we het een beetje simpel maken: het einde van de 18e en de hele 19e eeuw.

Belangrijke componisten:

Vroeg Romantiek (verschillende bronnen, geven een verschillende tijdsindeling)

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Gioachino Rossini (1792-1868)

Gaetano Donizetti (1797-1848)

Franz Schubert (1797-1828)

Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)

Hoog Romantiek

Frédéric Chopin (1810-1849)

Robert Schumann (1810-1856)

Franz Liszt (1811-1886)

Anton Bruckner (1824-1896)

Johannes Brahms (1833-1897)

Leo Delibes (1836- 1891)

Georg Bizet (1838-1875)

Gustav Mahler (1860-1911)

Hector Berlioz (1803-1869)

Puccini

Wagner (1813-1883)

Giuseppe Verdi (1813-1901).

Charles Gounod (1818-1893)

Jacques Offienbach (1819-1880)

Cesar Franck (1822-1890)

Bedrich Smetana (1824-1884)

Johann Strauss jr. (1825-1899)

Modest Moessorgski

Nikolai Rimski Korsakov

Borodin

Johannes Brahms (1833-1897)

Camille Saent-Saens (1835-1921)

Tsjaikovski (1840-1893)

Balletmuziek

Antonin Dvorak (1841-1904

Edvard Grieg (1843-1907)

Joseph Bayer (1852-1913)

R. Leoncavallo (1858-1919)

G. Puccini (1858-1924)

P. Mascagni (1863-1954)

Sergej Rachmaninov (1873-1943)

Zelfs in de 20e eeuw waren er nog romantische componisten

Hugo Wolf (1860-1903)

Richard Strauss

Jean Sibelius

Carl Nielsen

Muzikale elementen van de Romantische Symfonie:

De Romantische Symfonie is typisch voor de romantiek doordat het veel modulaties bevat, lange melodische lijnen en een sterke climaxwerking heeft, veel dynamische uitersten bevat, complexe harmonische structuren heeft. Ook door het rubatospel (vrij in tempo) en tempowisselingen wordt de Romantische Symfonie gekenmerkt.

Het was een stroming in de Westerse kunst. Het was niet alleen een muzikale stroming. Je had ook dichtkunst, schrijfkunst en beeldende kunst uit de Romantiek.

Er ontstond een muziek die héél anders was dan de muziek uit de 18e eeuw. De nieuwe muziek was geen muziek die je moest snappen… maar die je kon voelen. Iemands eigen gevoel en verbeelding waren belangrijk. Mensen droomden over het verleden, of over verre landen.

Tegelijkertijd vond men in de tweede helft van de 19e eeuw ook het eigen verleden heel interessant. Er ontstond een trots nationalistisch gevoel. Sommige componisten lieten zich inspireren door hun eigen volksmuziek, hun eigen geschiedenis, of het mooie natuurschoon van hun eigen land.

De orkestbezetting werd uitgebreid.

Symfonieën duren langer

De eerste violen hebben niet perse de melodie.

Andere instrumenten kunnen soleren.

en werden uitgebreider en de muziek werd ingewikkelder. Met meer dissonanten en kleuren. (Berlioz, Wagner)

In deze tijd gingen mensen hun instrumenten veel beter bespelen. Ze werden “virtuoos.” (Paganini, Liszt)