Miekes lammetje fga

OB-MB-BB-ML

  • f, g, a
  • We hebben dit liedje al eens gespeeld. Toen begonnen we op e.
  • Nu verplaatsen we het liedje. Dat heet transponeren. We beginnen op a, maar eindigen op f. De vingerzetting blijft hetzelfde: rechts 3, 2 1 en links 1,2,3.
  • F is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon.
  • Je zegt dan: dit liedje staat in f.