Beweeglied

Het beweeglied (handen omhoog) is een bewegingstussendoortje. Je kan lekker even bewegen tussen de lessen door. Dan is je hoofd meteen ook weer lekker leeg en heb je nieuwe energie. Je kan het lied ook op een sportdag zingen, of met de Koningsspelen. Door te bewegen, kan je je hoofd leegmaken en voel je je vrij van zorgen!

Handen omhoog. En handen terug.
Eerst heel langzaam. Dan heel vlug.
Word je moe omdat je zit ?
Lekker bewegen, dan word je fit !

 

Je kan ook lekker mee bewegen met de bewegingstussendoortjes van Cooking Class. We hebben er een paar voorbeelden van. Klik maar op de link hiernaast.

 

Kaatsebal liedjes

MB-BB-BBS

Vroeger liep er niemand met een mobieltje op een schoolplein. Er werd ook weinig “gechild”. Er werd vooral veel bewogen. Daar waren allerlei spelletjes voor. Elke periode van het jaar had zijn eigen spelletjes. Als iedereen opeens met elastiek liep, wist je dat het tijd was om te elastieken. Als er druk werd geknikkerd en er werden knikkers geruild, was het knikkertijd. Kijk maar eens naar dit oude filmpje:

Kaatseballen

Vroeger speelden kinderen buiten vaak met kleurige, niet al te harde ballen. Die ballen heetten: kaatseballen. Je weet wel, uit het Sinterklaasliedje: “Drie kaatseballen in een net…”

  • Je kon kaatseballen met 1, 2, 3, 4 en soms zelfs met 5 ballen.
  • Je kon de ballen met beide handen vangen, of met één hand.
  • Kinderen gooiden de ballen in de lucht, als jongleurs, of tegen de muur.
  • Je kon onderhands gooien, of bovenhands.
  • Vaak zei je er een versje bij op.
  • Soms moest je ondertussen ook nog opdrachten uitvoeren.
  • Je kon het alleen spelen, om te oefenen, maar jee kon het ook met meerdere mensen spelen. Meestal speelde je om beurten. Vaak was het een wedstrijdje: wie het verste kwam zonder de bal(len) te laten vallen, was de winnaar.

Misschien wil je het zelf ook eens proberen. Je kan het eerst eens met één bal en twee handen proberen. Daarna kan je het proberen met één bal en met één hand. Daarna zou je het eens met twee ballen kunnen spelen en wie weet, lukt het je zelfs met drie ballen.

Omdat de versjes mondeling werden doorverteld van ouders naar kinderen, ontstonden er heel veel variaties op de teksten. Kinderen pasten de teksten ook zelf aan.

Een bekend kaatsebalversje is:

  • Karel 1 brak zijn been (1x hinken)
  • Karel 2 sprong over de zee (2x springen) (sommigen zongen drinkt een kopje thee)
  • Karel 3 had een drieling op zijn knie (rechterknie optillen en 3x aantikken)
  • Karel 4 dronk 4 glazen Amstelbier (4x hand naar mond)
  • Karel 5 sloeg zijn wijf (5x op borst slaan)
  • Karel 6 stampte de kurk op de fles (6x stampen)
  • Karel 7 wachtte even (dan moest je even wachten en om je heen kijken)
  • Karel 8 stond op wacht, schopte steentje in de gracht (8x over grond schoppen)
  • Karel 9 voeten vegen (voeten vegen)
  • Karel 10 kuste zijn vrouw in een vliegmachien (10x kus op hand)
  • Karel 11 ben ik zelf (11x borst aantikken)
  • Karel 12 sloeg klok, bovenop het kippenhok van 1 tot 12 tellen, eerst onderhands gooien, dan bovenhands etc. 12x

Een ander bekend versje:

Kaatsebal (gooi)
Ik vang je al (gooi nog eens)
Met de ene hand (gooi rechts)
Met de andere hand (gooi links)
Op mijn rechterbeen (gooi terwijl je op je rechterbeen staat)
Op mijn linkerbeen (gooi terwijl je op je linkerbeen staat)
Spring maar door het straatje heen. (gooi terwijl je springt)

Nog één versje.

Alles wat je zegt moet je doen, tussen het opgooien en het vangen van de bal.

Juffrouw Katrijntje
zat achter het gordijntje
Wat deed ze daar?
Zij kamde haar haar.
Ze poetste haar tandjes.
En waste haar handjes.
Zij droogde ze af
en stak ze in haar zij.
Ze knielde er bij.

Fiets

MB-BB-BBS

Welke vervoersmiddelen hebben jullie in je leven al gebruikt? Van alle vervoersmiddelen die er zijn, is de fiets misschien wel het handigste. In Nederland gebruiken heel veel mensen de fiets. Op Koningsdag mogen kinderen in sommige woonplaatsen hun fietsen versieren. De mooiste fiets krijgt een prijs.

De karaokeversie

Ik ben dol op m’n fiets,
ook al klinkt het misschien mal.
Want mijn fiets, die staat klaar
en die brengt mij overal.
Ik heb altijd vervoer.
‘k Heb de wind in mijn rug.
Ik kom waar ik zijn wil en weer terug.

Dwars door wind en regen…
Door de winterkou.
Ik ga altijd fietsen,
want dan ben ik er vet gauw.

Schoon en vlug en veilig…
’t Kost ook bijna niets.
Als ik ergens heen wil,
ga ik meestal op de fiets.

Ik ben dol op m’n fiets,
Ook al klinkt het misschien mal.
Want mijn fiets, die staat klaar
en die brengt mij overal.
Ik heb altijd vervoer.
‘k Heb de wind in mijn rug.
Ik kom waar ik zijn wil en weer terug.

Meer leren over de fiets? Kijk dan eens naar deze les van LessonUP

Eventueel te vertalen in de bovenbouw:

Everybody’s wondering what they’re gonna do
Everything’s a mess and folks are feeling blue
If your troubles get you down so much you can’t abide
Get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

They’re doing it in Eugene, Havana and Shanghai
Even folks in Boston-town are giving it a try
Throwing out their gas tanks, the clean air by their side
Get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

It’s good for your heart and it’s good for your brain
When those fluorescent lights are driving you insane
Your toes’ll tingle in your shoes, when to the pedal they’re applied
Just get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

If you’re having troubles with your lovers, the tandem’s made for that
You’ll work together wonderfully or else you’ll just go splat
Gonna shut down Main Street, make the bike paths far and wide
And get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

Op zoek naar een onderbouwliedje? Klik hier.

Koningsdag

De verjaardag van Koning Willem Alexander komt eraan: 27 april. Tijd voor een sportief feestje !

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Schaatsenrijderswals

OB-MB-BB-ML

De schaatsenrijderswals heet in de Franse taal: les pâtineurs . Het is een wals die in 1882 gemaakt is door meneer Emile Waldteufel. (1837-1915)

OB-MB-BB-ML De schaatsenrijderswals van Waldteufel uitgevoerd door André Rieu
De schaatsenrijderswals uitgevoerd door het orkest van André Rieu

Ëmile Waldteufel werd in 1882 in Duitsland geboren, maar in 1842 gingen zijn ouders naar Parijs. Zijn moeder was muziekdocente. Ook zijn broer was heel muzikaal. Het orkest van zijn vader was één van de bekendste in Parijs. Dat orkest was heel beroemd en werd druk bezocht. Emile studeerde zelf aan het Parijse conservatorium. Na zijn studie werkte hij bij een pianobouwer, gaf pianoles en hij speelde op muziekavondjes.

In 1857 werd hij de hofpianist van de vrouw van Napoleon. Hij maakte concertreizen naar Londen en Berlijn. Soms speelde hij ook op bals. Zijn compositie “Les pâtineurs” ontstond toen hij had gekeken naar een cirkel van schaatsenrijders in het Bois de Boulogne, een park in Parijs. Het stuk werd een enorme hit. Het werd vaak in films en revues gebruikt. Het is ook gebruikt in Downton Abbey, maar ook in Pingu en ook bij Winnie the Pooh.

Het is ook opgenomen in Nintendogs and cats en het werd gebruikt in Maria Mix.

Andere componisten stopten soms stiekem stukjes van dit werk in hun stukken.

Sporten

OB-MB

We gaan lekker even sporten… nou ja… acteren alsof we sporten, natuurlijk.

Het is tijd voor een bewegingstussendoortje van Cooking Class. Dan bewegen we wel lekker een minuut of 2! Dat is fijn als je al een hele tijd hebt moeten stilzitten.

Cooking Class heeft héél veel leuke bewegingstussendoortjes. Kijk maar eens op hun YouTubekanaal.

De leerlingen in de klas van meester Evan genieten er altijd heel erg van.

Schaatslied

MB-BB

Schaatsen is een mooie sport! Zowel schaatsen op natuurijs, als schaatsen op de ijsbaan.

Sommige mensen doen wedstrijden wie het hardste kan schaatsen, andere mensen dansen op het ijs. Daar zijn ook wedstrijden in.

Van dit lied uit een musical van Kzing krijg je een echt wintergevoel. De tekst staat niet bij de ingezongen versie, maar wel eronder. Dit hebben we gedaan zodat jullie goed kunnen kijken hoe die meneer en mevrouw dansen. Dit heet stijldansen. Ook kinderen kunnen al stijldanslessen volgen. Veel kinderen doen dat, met veel plezier. Dat stijldansen lijkt wel een beetje op het dansen op ijs.

Misschien vinden Middenbouwers de tekst lastig; dan kunnen zij de refreinen meezingen.

Bij de karaoke-versie is de tekst wel toegevoegd.

Er ligt ijs, het grote meer, dat herken je nu niet meer.
Ik zie mensen zich verplaatsen op hun sleeën en hun schaatsen.
En de lucht is helderblauw. Ach, ik voel niets van de kou,
want in de verte klinkt een wals en ik rijd hand in hand met jou.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Als ik jou op schaatsen zie, slaat mijn hart, van 1 2 3.
Dus ik grijp heel snel mijn kans en vraag of jij met mij wil dansen.
Heel dit winterwonderland is zo wonderlijk charmant.
Alles vervaagt; de tijd vertraagt. Wij smelten samen, hand in hand.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Hieronder vind je de karaokeversie met de teksten

Wintersporten

OB-MB-BB

We gaan acteren. Er zijn verschillende manieren om te acteren. In de onderbouw gebruiken we teacher in role. Dat betekent dat de juf of meester vertelt en dan samen met de leerlingen uitbeeldt wat er gezegd wordt. In de middenbouw en bovenbouw is één van de kinderen verteller in het verteltheater.

Alle andere spelers (behalve de verteller) gebruiken pantomime; dat is toneelspelen zonder woorden te gebruiken. Je gebruikt je lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen.

We beelden de volgende sporten uit:

  • schaatsen
  • bobsleeën
  • langlaufen
  • skischansspringen
  • ijsdansen voor paren
  • snowboarden

In de onderbouw:

Juf of meester kan de rol van verslaggever spelen en vertellen welke sport de leerlingen moeten uitbeelden. Wat de leerkracht vertelt, moeten de kinderen uitbeelden.

In de middenbouw en bovenbouw:

  • Maak van te voren kaartjes met daarop de sporten
  • Maak groepjes van 3
  • Ieder groepje trekt een kaartje
  • De groepjes krijgen even de tijd om een pantomime te bedenken over een wintersportwedstrijd. De leerlingen beelden dat verhaaltje dus uit.
  • Eén leerling van het groepje is de verslaggever. Die mag wél praten en vertelt wat er uitgebeeld wordt.
  • Eén mooi moment in de wedstrijd laat hij/zij in slow motion terugkomen.
  • De mensen die kijken, mogen na elk toneelstukje tips geven (vertellen wat er verbeterd kan worden) en tops geven (wat al heel erg goed ging.
  • Als er tijd genoeg is, kan ieder groepje het stukje ook nog eens spelen, terwijl ze gebruik maken van wat ze geleerd hebben in de tips en tops.