Voor de hele groep

Op deze pagina vind je materiaal dat door het jaar heen te gebruiken is bij gelegenheden die de hele groep aangaan, zoals bijvoorbeeld beginnen, naar huis, een verjaardag vieren, samen de avondvierdaagse lopen of naar gym lopen, praten over pesten etc.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Beweeglied

Het beweeglied (handen omhoog) is een bewegingstussendoortje. Je kan lekker even bewegen tussen de lessen door. Dan is je hoofd meteen ook weer lekker leeg en heb je nieuwe energie. Je kan het lied ook op een sportdag zingen, of met de Koningsspelen. Door te bewegen, kan je je hoofd leegmaken en voel je je vrij van zorgen!

Handen omhoog. En handen terug.
Eerst heel langzaam. Dan heel vlug.
Word je moe omdat je zit ?
Lekker bewegen, dan word je fit !

 

Je kan ook lekker mee bewegen met de bewegingstussendoortjes van Cooking Class. We hebben er een paar voorbeelden van. Klik maar op de link hiernaast.

 

Over de zomer

Op deze pagina vind je informatie over de zomer en ook materiaal dat daarover gaat. De astronomische zomer begint bij ons op het noordelijk halfrond rond 21 juni. In de zomer zijn de dagen best lang. De temperatuur is vaak wat hoger en er is kans op hittegolven. Tegenwoordig is er vaak droogte in de zomer. In de avond is er soms onweer. De zomervakantie valt ook in deze periode.

De zon gaat rond 21 juni door het zomerpunt. Dat noem je de midzomerzonneweide. Op die dag staat de zon het hoogste boven de horizon. Het is het langste lichtmoment van het jaar. Daardoor kan de zon de aarde ook goed verwarmen. Na de zomerzonnewende worden de dagen trouwens steeds een beetje korter. De meteorologische zomer begint trouwens op 1 juni. Hoe dat allemaal zit, kun je horen als je op het linkje hieronder klikt.

Hoe ontstaan seizoenen eigenlijk? Klik op het plaatje voor een les over de seizoenen:

Tegenwoordig kennen we 4 seizoenen: lente, herfst, zomer en de winter. Dat is niet altijd zo geweest. Lang geleden, in de tijd van de Germanen, onderscheidden de mensen maar twee seizoenen: zomer en winter. Het woord komt in veel talen voor en was al in de tijd van de Germanen bekend en in het Oud Noors was het “sumar”. Het was bij ons ook in de middeleeuwen al in gebruik. Het komt van een Oudindisch woord: sama. Dat betekent “jaargetijde”.

Water is een echt zomerthema, denk aan het strand en de zee, rivieren en zwemmen. Die hebben we nog eens apart uitgelicht. Je kan ook aandacht besteden aan de bloeiende natuur; muggen, vliegen, bijen… en aan de zon. Hieronder vind je materiaal dat past bij de zomer:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Een mogelijk weekprogramma:

Ga je mee op reis?

Op deze pagina lichten we materiaal uit dat te maken heeft met vakantie, op reis gaan, vervoersmiddelen en koffers pakken. We beginnen met een liedje over op reis gaan. Onderaan de pagina vind je meer materiaal dat je kan gebruiken bij dit thema.

De ingezongen versie OB-MB-OBS-BBS
De karaoke versie

Ga je mee? Ga je mee?
Ga je mee op reis?
Pak je koffer in.
Goed idee !
Ga je mee? Ga je mee?
Ga je mee op reis?
Maar wat nemen we mee?

Als je naar het filmpje kijkt, kan je op twee dingen letten.

  1. Wat neemt de jongen mee, die zijn koffer inpakt.
  2. Welke vervoermiddelen gebruiken de kinderen als ze reizen?

Wie heeft de meeste dingen onthouden? (Je kan natuurlijk ook gewoon twee keer kijken en op één van de twee dingen letten 😉 ) Wat neem jij eigenlijk mee als je op vakantie gaat?

Verwerking

We doen het spel: ik ga op vakantie en ik neem mee. We zitten in de kring. Iemand begint en zegt: “Ik ga op vakantie en ik neem mee: een hoed.” De volgende zegt dezelfde zin, maar noemt niet alleen de hoed. Hij/zij voegt er iets aan toe. Nou moeten er al twee woorden onthouden worden. Waar loopt het mis? Dan lachen we en beginnen we opnieuw.

Meer vakantiemateriaal:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Mee naar de zee

OB-MB-BB-BSO-ML

Veel mensen worden geïnspireerd door de zee. Dat is altijd al zo geweest. Charles Trenet maakte er een mooi chanson over. Mr. Bean werd hierdoor geïnspireerd en maakte er een heel mooi, zonnig, vakantie-achtig filmpje bij over naar de zee en het strand toegaan. Dat filmpje is ook leuk als je wat jonger bent. Ook al is het lied in het Frans, iedereen snapt precies wat er bedoeld wordt. Hieronder staat een ruwe vertaling.

Kan je herkennen dat het in het Frans gezongen wordt? Als meer begaafde leerlingen het een mooie taal vinden, kun je hen een les laten doen met Duo lingo.

De zee La mer
Die men ziet dansen Qu’on voit danser
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
Heeft zilveren reflecties A des reflets d’argent
De zee La mer
Reflecties veranderen Des reflets changeants
Onder de regen Sous la pluie

De zee La mer
die in de zomerse lucht verwart Qu’au ciel d’été confond
Zijn witte schaapjes Ses blancs moutons
Met de engelen zo puur Avec les anges si purs
De zee La mer
Azuurblauwe herderin, oneindig Bergère d’azur, infinie

Zie je wel Voyez
In de buurt van de vijvers Près des étangs
Deze grote natte rietstengels Ces grands roseaux mouillés
Zie je wel Voyez
Deze witte vogels Ces oiseaux blancs
En deze roestige huizen Et ces maisons rouillées

De zee La mer
heeft ze gewiegd Les a bercés
Langs de heldere golven Le long des golfes clairs
En een liefdeslied Et d’une chanson d’amour
De zee La mer
Heeft mijn hart voor het leven gewiegd A bercé mon cœur pour la vie

En daarna nog wat herhalingen ;

Mr. Bean

De Engelse komiek Rowan Atkinson speelde vaak het personage Mr. Bean. Dat is een onhandige, egoïstische man die in grappige situaties terechtkomt als hij iets heel gewoons moet doen. Hij is ook sociaal onhandig. Mensen vinden hem raar. Om uit de problemen te komen moet hij steeds allerlei oplossingen verzinnen. Hij heeft vaak een teddybeertje bij zich.

Rowan Atkinson zegt dat hij nu te oud is om zo kinderachtig te doen en heeft aangekondigd nooit meer Mr. Bean te spelen.

Chanson

Chanson is het Franse woord voor lied. Maar het is niet zomaar een liedje. De Nederlander Ernst van Altena bedacht het woord “luisterliedje”.

In Frankrijk hebben artiesten de kunst van het zingen van een lied geperfectioneerd. Ze begonnen dan ook al vroeg met het maken en zingen van chansons.

In de Middeleeuwen had je de troubadours en hun liederen werden ook al chansons genoemd. Het onderwerp was vaak liefde. Maar dan het soort liefde waar een mens een ander mens bewondert van een afstandje. Dat noem je: hoofse liefde.

In de Renaissance werd het lied polyfoon. Dat wil zeggen dat er meerdere stemmen door elkaar klonken. Men gebruikte graag woorden die klanken uitbeeldden. Dat noem je onomatopeeën. Bijvoorbeeld: de wind zucht en steunt; de kassa rinkelt; Het huis kraakt in zijn voegen..; de bijen zoemen er vrolijk op los… Mensen doen dat ook wel eens bij kinderen. Ze noemen een auto dan een toet-toet, bijvoorbeeld. Zo gebruik je woorden om een soort schilderij te maken. Dat is nog steeds een beetje zo in chansons. Er wordt vaak gebruik gemaakt van poëtische teksten. Die kan je niet zomaar heel plat zingen. Daar heb je een echt goede zanger of zangeres voor nodig.

Een chansonnier is iemand die kunst van het zingen van een chanson beheerst. Je moet niet zomaar de woorden zingen… je draagt het lied bijna voor.

Chansonniers zingen allemaal in hun heel eigen stijl.

Vaak wordt een traditioneel chanson begeleid door een accordeon.

Charles Trenet (1913-2001)

Louis Charles Auguste Claude Trenet, noemde zichzelf Charles. Hij was een Franse singer-songwriter en acteur. Als kind was hij lang ziek en moest veel tijd thuis doorbrengen. Hij raakte toen geïnteresseerd in kunst. In 1928 ging hij met zijn moeder naar Berlijn en kwam in contact met poëzie en theater. In Parijs studeerde hij architectuur en vormgeving. Hij ontmoette Johnny Hess, de pianist. Ze werden een beroemd duo. Maar Charles moest in dienst en daardoor stopte hun samenwerking.

In dienst schreef Charles ook al liedjes. Yá d’la joie is heel bekend. Dat werd een grote hit door Maurice Chevalier. In de oorlog speelde Charles ook in films.

Hij werkte vanaf 1930 tot de jaren 90 van de vorige eeuw. Omdat hij zo’n grappig hoedje droeg, noemde mensen hem wel eens “De zingende gek”. In het Frans is dat : “Le fou chantant.”

In Frankrijk hoort hij bij het rijtje grote namen: Edit Piaf en Charles Aznavour.

Na de oorlog ging hij naar de V.S.. Hij werd een groot succes in New york. In 1951 ging hij terug naar Frankrijk. Het ging niet altijd goed met zijn carrière. Hij nam een paar keer afscheid maar keerde steeds terug. Hij overleed op 87 jarige leeftijd. Er is een klein museum waar de originele teksten van zijn liedjes te zien zijn en zijn piano.

Bob Scholte (1902-1083)

Bob Scholte is een groot Nederlands artiest uit de tijd rond de Tweede Wereldoorlog en daarna. Hij werd in 1902 geboren in Amsterdam als Hijman Scholte. Zijn vader was een diamantbewerker. Hij wilde dat zijn zoon voorzanger zou worden in de synagoge. Dat is een gebouw waar Joodse mensen hun geloof vieren. Na zijn basisschool volgde Hijman daarom lessen op het Joods Seminarium. Maar Bob wilde operazanger worden.

In 1916 ontdekte Jules Monas, een dansleraar, hem en kreeg hij een kinderrol aangeboden in de operette De Marskramer, in het theater van Nap de la Mar. Hij speelde al met Fien de la Mar in Carré. Hij trad veel op in het Tip Top Theater, een Joods familietheater in de Jodenbreestraat in Amsterdam.

Hij veranderde zijn naam naar Bob.

In 1931 werd hij echt artiest, bij de AVRO. Hij zong liedjes die nu nog bekend zijn, zoals “Een huis met een tuintje”. In die tijd was de radio ontzettend populair. Er was één programma waar iedereen naar luisterde: “De Bonte Dinsdagavondtrein”.

In de Tweede Wereldoorlog kwam de familie van Bob om in het concentratiekam Auschwitz. Bob overleefde dat als enige.

Na de oorlog zong hij vooral Joodse liederen en hij deed mee aan het programma “Waar blijft de tijd” van Wim Ibo.

In 1966 kreeg hij de Gouden Harp uitgereikt. Er is ook een prijs naar hem genoemd: de Bob Scholte ring. Daarmee werden Nederlandstalige zangers en zangeressen geëerd.

De zee van Debussy

MB-BB-SO-ML

We gaan luisteren naar een deel uit een muziekstuk dat Claude Debussy tussen 1903 en1905 schreef: La mer. “La mer” is Frans en betekent: de zee. Het stuk staat in b en cis mineur. Debussy bedacht het terwijl hij niet in de buurt van een zee was. Hij maakte het af in Eastbourne Egeland. Dat ligt wel aan de kust. Onderaan de pagina kan je meer leren over de componist.

De premiére van het stuk was in Parijs. Het werd geen succes. De eerste opname is van 1928. Het stuk bestaat uit drie delen:

  • Van de ochtend tot de middag op zee (très lent: zeer langzaam) 9 minuten
  • Het spel van de golven. (allegro: vlug en pittig) (Dat duurt 7 minuten )
  • Dialoog (gesprek) tussen de wind en de zee (geestdriftig en tumultueus) (Dit duurt ongeveer 8 minuten)

Wij raden je aan om eerst het middendeel te beluisteren. Dat is niet zo lang. Als het je aanspreekt, kun je alle delen beluisteren.

Uitwerking

Maak er een impressionistische tekening van de zee bij met bijvoorbeeld wasco of aquarelverf, terwijl je luistert.

La mer is Frans en betekent: “De zee”.

Het zijn drie symfonische (dus door een symfonie orkest gespeelde) schetsen voor orkest. Men noemt het ook wel een symfonisch gedicht. Debussy leefde in de tijd van het impressionisme. In die tijd maakte men nog steeds klassieke symfonieën. Debussy vond dat de muziek moest veranderen. Hij hield niet van die vaste structuren zoals een voorzin en een nazin. Hij wilde dus niet dat zijn stuk een ysmfonie heette. Maar zijn werk heeft thema’s die overal terugkomen. Het begin thema wordt ook gebruikt aan het eind. Dat zijn wel symfonische elementen. Er is ook een versie voor twee piano’s.

Het is een belangrijk muziekstuk voor de muziekgeschiedenis, omdat het duidelijk impressionistisch is. De componist geeft zijn impressie, indruk, weer van iets dat hij ziet. In dit geval de zee. De muziek volgde daarmee de schilderkunst. Je ziet dan ook vaak het beroemde werk “Een impressie van een zonsopgang” uit 1872 van de impressionistische schilder Claude Monet in beeld. (1840-1926) Het woord “impressionisme” komt ook van dit schilderij.

Een impressie van een zonsopgang. Claude Monet. 1872

Welke instrumenten hoor je?

De volgende instrumenten komen voor in het hele stuk. Welke van deze instrumenten hoor je in het middendeel?

  • Violen
  • Altviolen
  • Cello’s
  • Contrabassen
  • Dwarsfluiten
  • Piccolo’s
  • Hobo’s
  • Althobo
  • Klarinetten
  • Fagotten
  • Contrafagot
  • Harpen
  • Hoorns
  • trompetten
  • cornetten
  • Trombones
  • Tuba
  • Pauken
  • Bekkens
  • Tamtam
  • Triangel
  • Klokkenspel
  • Grote trom

Meer over Debussy

Claude Achille Debussy werd in 1862 in Frankrijk geboren. In zijn gezin werd niets aan muziek gedaan, maar toch ontdekte men zijn talent. Hij mocht naar het conservatorium van Parijs. Daar kreeg hij heel goede lessen. Later kreeg hij ook lessen om muziek te componeren. Hij heeft ook in andere landen gewerkt en gestudeerd en hij is ook recensent geweest. Dat is iemand die naar uitvoeringen van anderen gaat en daar dan een stukje over schrijft in de krant. Hij overleed in 1918.

Zijn muziek zorgde ervoor dat de klassieke muziek helemaal veranderde.

Debussy is één van de componisten uit de periode die we “Tonaal modern” noemen.  “Tonaal” betekent dat de muziek wel echt een melodie heeft die je kunt volgen, hoewel Debussy soms zelfs a-tonale muziek maakte.  “Modern” betekent dat het muziek uit de 20e eeuw is.

Debussy’s muziek is in de impressionistische stijl gecomponeerd. Dat betekent dat deze muziek de sfeer van iets weergeeft. In die tijd was “impressionistisch” een soort scheldwoord. Men vond de muziek te vaag en te zweverig. Claude kon hier heel kwaad om worden. Hij probeerde gewoon de muziektaal te vernieuwen.

Zijn muziek was heel anders dan de muziek die men toen gewoon vond. Spaanse en Javaanse muziek inspireerden hem, bijvoorbeeld. Hij gebruikte heel andere toonreeksen. Daardoor klonk de muziek heel apart. Het had hele aparte klankcombinaties en samenklanken. De muziek die hij maakte, werd weggelachen en mensen wilden het niet uitvoeren. Tegenwoordig is dat wel anders. Heel veel van zijn muziek is vaak te horen. Zijn pianomuziek, maar ook orkeststukken.  

Hij heeft prachtige pianomuziek geschreven. Soms zijn er ook orkestversies van. Eén van die stukken is een soort prentenboek van verschillende muziekstukken. Het heet: De suite bergamasque. “Clair de lune” oftewel: “maanlicht”, is één van die delen uit de suite bergamasque. Disney heeft er een prachtige animatie (filmpje) bij gemaakt.

Een paar andere werken van Claude Debussy:

Prélude à l”après-mide dún faune (1894)

Pelléas et Mélisande (1902)

La Mer (1903-1905)

Ibéria (1908)

Jeux (1913)

Het telkuiken

OB-OBS-SG

We gaan vandaag rekenen. We gaan eieren tellen. Of… tellen we nou juist kuikens? Kijk maar eens naar het filmpje. Tel je mee? En kan je de cijfers al schrijven? Onder het lied vind je materiaal om samen te tellen.

Hier kan je horen hoe je het liedje moet zingen
De karaoke versie van het liedje

Krak, krak, krak…. Brak het ei.
Piep, piep, piep. Kuiken erbij.
Weet je wat dat kuiken zei?
Ik kan tellen net als jij.

Kijk, als je door scrollt, komt er telkens 1 kuiken bij. Je doet eigenlijk een plus som. Je bent aan het optellen. Er komt steeds 1 kuiken bij. Erbij.

Nu halen we er steeds 1 af. Je bent aan het aftrekken. Je maakt een min som. Min 1.

Kuikentjes in de lente

OB

Deze muziek is bijna 150 jaar geleden gemaakt door meneer Modest Moessorgski. Hij woonde in Rusland en schreef prachtige muziek.

Modest ging naar een museum. Weet je wat dat is?

In het museum hingen de schilderijen van zijn vriend Viktor Hartmann.

Modest vond ze erg mooi. Hij maakte bij elk schilderij een muziekstuk en hij maakte ook nog een muziekje voor het wandelingetje dat hij tussen elk schilderij maakte.

Deze muziek maakte hij bij een schilderij van kuikentjes die uit het ei komen.

Wat vind je van de muziek? Kan jij horen dat het over kuikentjes gaat? Wat vind je van het schilderij?

Maak een tekening over kuikentjes en stuur hem naar ons toe! Wie weet, stellen we je gedicht wel tentoon in ons museum!

Kijk, twee haasjes !

OB-OBS-SG

Dit versje leent zich natuurlijk goed voor de Paastijd. Het is een variatie op een traditioneel handspelletje dat met peuters en kleuters gedaan kan worden, maar in groep 3 vinden veel kinderen het af en toe ook nog leuk. Eigenlijk is het een ouderwets spelletje dat aan tafel gespeeld kan worden, net zoals “In de maneschijn.”

We hebben het iets meer educatief gemaakt voor groepen die iets meer aankunnen, door het versje uit te breiden met een stukje waarin de kleuren geoefend kunnen worden. Ook de letter waarmee de kleur begint, staat in het ei.

Helemaal onderaan de pagina staat oefenmateriaal.

Dit is een klein stukje van het versje.
Hiermee kan begonnen worden.
Dit is de uitgebreide versie van het versje, waarmee ook kleuren en de beginletters van de kleuren geoefend kunnen worden.

Je maakt met beide handen een v van de wijsvinger en middelvinger. Deze twee dubbele v’s, lijken op haasjes. Je houdt ze onder tafel, of achter je rug.

Kijk, daar komen twee haasjes aan.

(Laat één v zien)

De één heet Mo.

(Laat de andere v zien)

De ander Daan

(Haal haasje Mo is weg of stop hem weer achter je rug)

Dag Mo.

(Haal de v die haasje Daan is weg)

Dag Daan !

En tussen de wortels in de wei

Bij de puntjes wijs je een kleur aan van een kledingstuk van een kind. Kennen de kinderen die kleur? Zijn er meer kinderen die die kleur dragen?

zie ik opeens een mooi ………. ei

r

b

g

g

o

w

z

b

r

p

l

Over sprookjes

OB-MB-BB-SO-ML

Dit liedje kan in jongere groepen gebruikt worden als introductie van een sprookjesthema, of juist bij een afsluiting. Er komt één woord in voor dat in jongere groepen misschien uitgelegd moet worden: “heden”.

Voorbeeld hoe het liedje moet klinken
De karaoke versie van het liedje

Heel lang geleden, in een land hier ver vandaan,

leefde eens een boze draak. Ja, dat is zoals sprookjes gaan.

Maar aan het einde van elk verhaal,

leven ze lang en gelukkig allemaal.

Heel lang geleden, in een land hier ver vandaan.

leefde eens een grote reus. Ja, dat is zoals sprookjes gaan.

Maar aan het einde van elk verhaal,

leven ze lang en gelukkig allemaal.

Hier, in het heden, in een land hier heel dichtbij,

leefde eens een aardig kind. Ja, natuurlijk dat ben jij!

Ik hoop voor jou op een mooi verhaal.

Leef maar lang en gelukkig allemaal.

Leef maar lang en gelukkig allemaal.

Uitwerking

Nadat het lied gezongen is, kan je het samen over sprookjes hebben. In de meeste sprookjes gebeurt er iets spannends of engs. Maar het eindigt altijd goed: ze leefden nog lang en gelukkig allemaal. We hebben platen van bekende sprookjes onderaan op deze pagina staan. Kennen de leerlingen het sprookje?

De leerlingen kunnen zelf een sprookje verzinnen, waarin zij zelf de hoofdrol spelen.

  • Dat kan in toneelspel: groepjes verzinnen een sprookje.
  • Dat kan in een stelopdracht (verhaal of gedicht). Schrijf een sprookje waarin jij voorkomt.
  • Dat kan ook in een tekening, of in een knutselwerk.

Wat zou je willen meemaken in jouw sprookje? Dit kan besproken, uitgespeeld, maar ook bijvoorbeeld getekend worden. Je kan er ook zelf een muziekstuk of gedicht over maken.

Welk sprookje zie je op het plaatje?

Matrozen

OB-SO

Een liedje en groepsdansje over matrozen.

Hier hoor je hoe kinderen het liedje zingen. Let op… ze zingen één regel een klein beetje anders. 😉
De karaoke versie van het liedje

Wij zijn matrozen. We varen op de zee.

Spring in ons bootje en vaar maar met ons mee.

Ga je mee, ga je mee? Heel ver weg van Nederland.

Ga je mee, ga je mee? Naar de overkant.

Vier seizoenenspel

OB-MB-OSO

Dit is een liedje over de vier seizoenen. Soms noemen mensen het ook wel eens de vier jaargetijden. Kennen jullie de vier seizoenen? Je hebt de lente. Je hebt de zomer. Je hebt de herfst. Je hebt de winter.

Verwerking

  • in dit liedje zit een quiz verstopt. Luister eerst het liedje en kijk goed naar de plaatjes. Daarna bekijk je plaatje voor plaatje. Bij welk seizoen hoort elk plaatje?
  • Je kan er ook een soort “Ren je rot-spel” van maken. De kinderen die “ja” zeggen, komen aan de ene kant staan en de kinderen die “nee” zeggen aan de andere kant van de leerkracht.
  • Ieder seizoen heeft bijzondere feesten. Vertel eens welke feesten je kent die bij een speciaal seizoen passen?
  • Je kiest één jaargetijde uit. Bijvoorbeeld de lente. Welke lentewoorden ken je allemaal? Kijk maar eens bij deze filmpjes waarin je woordenschat wordt geoefend.

Hieronder staan de vragen van het ren je rot spel voor de herfst in quizvorm. Het is heel simpel: hoort het plaatje bij de herfst, vul je ja in… Hoort het er niet bij vul je nee in. Als je honderd procent goed hebt, heb je alles goed. Als je een paar kleine foutjes hebt gemaakt, komen de goede antwoorden na afloop ook in beeld.

4
Aangemaakt op Door admin

Wat hoort er bij de herfst?

Kijk naar het plaatje. Hoort het bij de herfst? Dan zeg je ja. Hoort het niet bij de herfst, dan vul je nee in.

1 / 17

Is dit in de herfst?

2 / 17

Is dit in de herfst?

3 / 17

Is dit in de herfst?

4 / 17

Is dit in de herfst?

5 / 17

Is dit in de herfst?

6 / 17

Is dit in de herfst?

7 / 17

Is dit in de herfst?

8 / 17

Is dit in de herfst?

9 / 17

Is dit in de herfst?

10 / 17

Is dit in de herfst?

11 / 17

Is dit in de herfst?

12 / 17

Is dit in de herfst?

13 / 17

Is dit in de herfst?

14 / 17

Is dit in de herfst?

15 / 17

Is dit in de herfst?

16 / 17

Is dit in de herfst?

17 / 17

Is dit in de herfst?

Uw score is

De gemiddelde score is 100%

0%

Als het geen herfst is, kan je dit spel ook doen. Hieronder vind je een quiz waarbij je kan uitproberen of je goed weet wat er in elk seizoen gebeurt. Fouten maken, is natuurlijk helemaal niet erg. Samen met de groep kom je er vast wel uit.

3
Aangemaakt op Door admin

Raad het seizoen

Je ziet steeds een plaatje. In welk jaargetijde is die foto genomen?

1 / 17

In welk seizoen is dit?

2 / 17

Welk seizoen is het hier?

3 / 17

Welk seizoen is het hier?

4 / 17

Welk seizoen is het hier?

5 / 17

Welk seizoen is het hier?

6 / 17

Welk seizoen is het hier?

7 / 17

Welk seizoen is het hier?

8 / 17

Welk seizoen is het hier?

9 / 17

Welk seizoen is het hier?

10 / 17

Welk seizoen is het hier?

11 / 17

Welk seizoen is het hier?

12 / 17

Welk seizoen is het hier?

13 / 17

Welk seizoen is het hier?

14 / 17

Welk seizoen is het hier?

15 / 17

Welk seizoen is het hier?

16 / 17

Welk seizoen is het hier?

17 / 17

Welk seizoen is het hier?

Uw score is

De gemiddelde score is 98%

0%

 

Snapje over hoe het dag en nacht wordt en hoe de seizoenen werken. MB

Typ het woordje “zomer” in het zoekvenster en vind meer zomermateriaal!

Kriebelbeestje

OB-MB-OSO

Wies is er bang voor kriebelbeestjes? Dat is toch helemaal niet nodig. Jij bent veel groter dan zij zijn. Die beestjes zijn trouwens heel belangrijk voor de natuur. Soms ruimen ze rommel op. Soms helpen ze om plantjes te bestuiven. Soms geven ze ons iets, bijvoorbeeld honing.

De ingezongen versie van het liedje
Dit is de karaoke versie van het liedje

Kriebelbeestje in het groen…
Niet zo bang, echt ik zal je niks doen.
Want ik weet.
(echo)
Hoe je heet.
(echo)
Je bent een ……

Ken jij deze kriebelbeestjes?

Op de boerderij

OB-MB-SO

Ben je wel eens op een boerderij geweest? Vast wel. Misschien wel op een kinderboerderij. Daar kunnen mensen naar dieren komen kijken en komen leren wat er op een boerderij gebeurt.

Ben je ook wel eens op een “echte” boerderij geweest? Was het een boerderij waar ze dingen verbouwden? Wat oogstten de mensen daar?

Of was het een boerderij waar dieren werden gehouden? Welke dieren waren dat dan? Waarom hielden de boeren juist díe dieren?

In de lente worden er veel jonge dieren geboren. Dat zie je natuurlijk ook op de boerderij. We hebben er een liedje over gemaakt.

Dit is de ingezongen versie van dit liedje
Dit is de karaokeversie van dit liedje

Op de boerderij, zijn alle dieren blij.

Hoera! Mama …… heeft een …… erbij.

Waar de stippeltjes staan kan je de naam van een dier zingen en de naam van het kind van dat dier. Bijvoorbeeld: schaap-lammetje.

Valentijnsliedje

OB-MB-BB-SO

Met Valentijnsdag kan je iemand die je aardig vindt een kaart of een cadeautje geven. Dat hoeft heus niet altijd iemand te zijn op wie je verliefd bent. Je kan op deze dag ook aan je goede vrienden laten weten dat je blij bent dat je vrienden bent. Daarom hebben we een vriendschaps-valentijnliedje gemaakt. Onderaan deze pagina vind je ook een filmpje met woorden die bij “vriendschap” horen.

Lied

Het liedje
De karaoke versie van het liedje

Kijk een hart, voor Valentijn,
omdat wij beste vrienden zijn.
Ik wil jou nooit meer kwijt.
Beste vrienden voor altijd.

Praatplaatje

Woordenschat

Zinnen
Losse woorden

Knutselen

Hieronder staan wat ideetjes van Pinterest, rond het thema Valentijn, die naar de schoolsituatie vertaald kunnen worden. Bekijk gerust de linkjes:

Hartjesbingo

Rommelvrij hartjes verven

Hartjes drukken met een wc-rol

Gekleurde draadjes om een kartonnen hart met inkepingen

Mieke

OB-MB-BB-SO-ML

Wie houdt er niet van een volksliedje?

Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen!

Volg de kleuren maar.

Oefen eerst de langzame versie.

Speel daarna de snelle versie met de muziek mee.

Dit is de korte versie zonder dat er meegespeeld wordt.
Deze versie kan je meespelen op de muziek. Hij gaat wel wat sneller.

Sprookjes en zo

Uitgelicht: het thema Sprookjes

Hieronder wat tips voor materiaal rondom dat thema. Klik op de link voor het liedje en de les die erbij hoort. Je kan natuurlijk ook altijd de zoekterm “Sprookjes” in het zoekveld invullen en kijken wat er nog meer te vinden is.

Misschien vindt iemand het leuk om een werkstuk te maken over sprookjes, of over één bepaald sprookje. Zorg dat je een duidelijke onderzoeksvraag stelt. Gebruik hierbij het vragenmachientje.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Sprookjesland, Wonderland, Alice in Wonderland

Assepoester, Doornroosje, heksen, draken

Sprookjesbos en kabouters

Elfjes en betoverde poppen

Beren en wolven

Sint Maarten vieren

OB-OBS

In dit filmpje kan je zien en horen hoe sommige kinderen het Sint Maartenfeest vieren door langs de deuren te gaan voor een snoepje of stukje fruit. Het is een soort podcast met filmmateriaal erbij.

Als je alleen het geluid laat horen, kan je ondertussen uitbeelden wat er gebeurt. Het is dan een teacher in role spel.

Puur natuur

MB-BB-BBS

Een liedje dat erover gaat dat de natuur zo prachtig is. En daar hoor jij ook bij ! We gaan ook een herbarium maken. Zo kan je goed onderzoek doen naar de plantenwereld.

Het kan interessant zijn om een onderzoeksvraag in je herbarium te verwerken. Je kan bijvoorbeeld een herbarium maken van planten die in je leefomgeving voorkomen en daar een onderzoeksvraag bij bedenken. Als je een onderzoeksvraag formuleert, gebruik dan wel even het Vragenmachientje.

De ingezongen versie
De karaoke versie

Neem even tijd
en kijk om je heen.
Veel van wat je zien kan,
hoort bij de natuur, man.
Ieder wonder hoort erbij:
planten, dieren, lucht en aarde…
en zelfs jij bent, 
als wind en vuur,
puur natuur.

Neem even tijd
en kijk om je heen.
Veel van wat je zien kan,
hoort bij de natuur, man.
Ieder wonder hoort erbij:
zon en maan en sterren….
en zelfs jij bent,
als wind en vuur,
puur natuur.  

Verwerking: Houd een herbarium bij

Het woord herbarium komt van een woord uit het Latijn: herba. Dat betekent: gras.

Een herbarium is een verzameling gedroogde planten, die op papier zijn vastgehecht, met de wetenschappelijke gegevens erbij. Zo’n herbarium kan een bron van onderzoek zijn, of het bewijs dat een bepaalde plantensoort op een bepaalde plaats voorkomt.

Ga naar buiten en zoek een aantal bladeren.

Nu moet je deze bladeren eerst drogen. Je kan dat met een plantenpers doen. Soms gebeurt het in een droogoven. Maar je kan de bladeren ook tussen de bladzijden van een dik boek te drogen leggen.

Als ze gedroogd zijn, plak je ze in een schrift, of mooi boekje.

Nu moet je op zoek gaan naar de wetenschappelijke gegevens. Dat noem je: determineren.

Je zet die gegevens bij het blad. Dat doe je steeds in dezelfde volgorde.

  • de naam waaronder jij het blad kent
  • de botanische (vaak Latijnse) naam van het blad
  • de naam van wie het blad gevonden heeft (jij meestal)
  • De vindplaats
  • De datum

Het woord “herbarium” wordt ook wel eens gebruikt voor wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar planten. De planten die ze daar bewaren, zijn niet altijd gedroogd. Universiteiten, musea en botanische tuinen hebben natuurlijk veel aan alles wat er geleerd wordt door het onderzoek in dit soort herbaria.

Lampionnendans

OB-MB-BB-OBS-BBS

Met Sint Maarten mag je langs de deuren gaan. In ruil voor een liedje, krijg je wat lekkers. Maar waarom zou je alleen maar zingen? Je kan er ook een beetje bij bewegen. Dan krijg je het ook niet koud! Doe gewoon wat er in het liedje gezongen wordt. Je doet je lampionnenstok omhoog, opzij, omlaag. En bij het laatste regeltje, doe je je open tas naar voren.

Het liedje is nog nieuw. We hebben nog geen ingezongen versie. Als je dat graag wil, stuur dan een mailtje naar info@kzing.nl. Dan zorgen we dat dat ook voor elkaar komt.

De karaoke versie

Lampion omhoog.
Lampion opzij.
Lampion omlaag
Zeg, wat geeft u mij?
Jee, wat lekker zeg.
Ik heb nu al zin.
Dank u wel.
Doe het hier maar in.

Weetjes 7: Dynamiek

Klanken kunnen zacht en hard klinken, maar in de muziek gebruiken we het woord “hard” niet. We noemen dat sterk. Klanken kunnen zacht of sterk zijn, maar geluid kan ook sterker en zachter worden. Hier vind je wat materiaal om dat mee te oefenen.

Regen-akkoord

Dit liedje kan je spelen op boomwhackers, metallofoons, tafelbellen of op de toetsen. Er zitten steeds 2 tellen in elke maat.

Als je het lied kan spelen, kan je iemand vragen om hetzelfde ritme op e te spelen. Dan klinkt er een interval. Dat is al harmonie. Er klinkt iets samen.

Als dat met twee mensen lukt, kan je het ook met 3 mensen doen. Je vraagt de 3e persoon om het ritme op g te spelen.

Als jullie het tegelijk doen, klinkt er een akkoord.

Liedboek 1

Liedjes 1 hoort bij lesboek 2

Je leert de namen van de toetsen kennen met een liedje in de 2 telsmaat

In dit eerste liedjesboek leer je alle toetsen kennen. Je speelt het liedje van de kraan op alle toetsen. Het liedje staat in een 2 telsmaat. Het ritme is ook overal hetzelfde.

Kranen in een akkoord

We hebben een liedje gemaakt voor al het water dat uit de kraan komt. We spelen eerst het liedje van de kraan met rode boomwhackers, of op de toets c. Je hoort alleen maar 1 liedje. Er is geen begeleiding bij. Dat heet: unisono.

We horen nóg een kraan druppen. De eerste kraan speelt het liedje, de tweede speelt een begeleiding. Als er meer klanken tegelijk klinken, noem je dat een harmonie.

Als de kranen precies tegelijk druppen (dus als de leerlingen het liedje tegelijk spelen), klinkt er een interval. Een interval is een afstand tussen twee tonen. De afstand van c tot e heet een terts.

Je kan ook drie kranen tegelijk laten drjuppen: de c-kraan, de e-kraan en de g-kraan. De harmonie die je dan hoort, heet een akkoord. Omdat de c-klank de onderste is van het akkoord, noemen we het een

c akkoord.

Welke toon die klinkt, is hoger? De C, de E of de G ? Er zijn twee rode boomwhackers, een lange en een korte. Welke klinkt hoger? Waarom heet hij dan toch de c ?

Over water

Water is heel belangrijk voor mensen. Gelukkig hebben we in ons land goed kraanwater. Dat kan je rustig drinken. Het wordt gecontroleerd. Water drinken, is gezond. Veel gezonder dan allerlei sapjes. Van water maak je ook andere dranken; thee en koffie bijvoorbeeld. Lust jij water? Je hebt ook water nodig om andere dingen te maken: soep, om aardappelen te koken enzovoort. En we maken ook schoon met water. We maken zelfs onszelf schoon met water. Omdat water zo belangrijk is, moeten we het niet verspillen.

Kleine heks

OB-OSO

Op deze pagina staan liedjes en een bewegingstussendoortje over heksen. In het liedje van Kzing krijgt iemand een heksenhoed. Dan is die persoon de heks (of tovenaar.. maar in het liedje zingen we heks) en kan die persoon kiezen waarin de rest van de leerlingen betoverd wordt.

De ingezongen voorbeeldversie
Jonge kinderen laten zien hoe je dit liedje kan uitspelen

Ik zie een kleine heks. Die heks die zegt iets geks:

Van je hocus pocus pilates pas.. Ik wou dat jij een zwemmer was.

Een zwemmer die doet zo… Een zwemmer die doet zo… Zo doet een zwemmer dus.

Een zwemmer die doet zo… Een zwemmer die doet zo… Zo doet een zwemmer dus.

Aanwijzingen bij het liedje

In sprookjes komen vaak heksen voor. Sommige zijn aardig en sommige een beetje gemeen. Stel je eens voor dat je zelf een heks was… In het liedje van de kleine heks, worden wat voorbeelden gegeven van dingen waarin de toverheks je kan veranderen, maar natuurlijk kunnen jullie ook zelf iets verzinnen.

Per liedje zijn er 3 heksen (of tovenaars. Zij mogen met hun toverstaf zwaaien en vertellen waar de rest van de groep in verandert.

De andere kinderen gaan in het tweede stukje van het liedje ook doen alsof ze dat ook echt zijn. (Als kikkers springen, als koningen zwaaien, als standbeeld stilstaan etc.)

Maar let op: bij het tussenmuziekje moet je weer gauw gewoon doen, want dan gaat de volgende heks je in iets veranderen.

De laatste keer komen alle dingen nog één keer voorbij, in omgekeerde volgorde.

Hieronder staat bewegingstussendoortje van Cooking class. Zij maken heel goede bewegingstussendoortjes en combinerendrama met bewegen. Het begin van het filmpje is een beetje griezelig. Het is wel fijn dat je weet dat dit geen echte heks is, maar een verkleed persoon.

Bewegingstussendoortje van Cookingclass

Tot slot nog een liedje over heksen uit Sesamstraat. Je leert hier achteruit tellen.

Zes heksen bij elkaar, uit Sesamstraat. Je leert achteruit tellen.

Kleuren hier en daar

OB-MB-OBS-SG

In dit liedje leer je de namen van alle kleuren. In spelgroepen kan dit liedje gezongen worden om kleuren te leren. In kleutergroepen natuurlijk ook. In groep 3 kennen leerlingen de kleuren al lang al, maar… kunnen ze de namen ook schrijven? je kan dit lied ook als dictee gebruiken.

Dit liedje is ook heel goed bruikbaar met Koningsdag, op 27 april. Oranje is immers de kleur van de koning en van alle Nederlanders. Veel landen hebben een kleur (of meerdere kleuren) die belangrijk voor hen zijn. Vaak hangen die samen met de kleuren van hun vlag. Hieronder leggen we uit waarom de kleur oranje zo belangrijk is voor veel Nederlanders.

Hier kan je luisteren hoe het liedje moet klinken
De karaoke versie van het liedje

Kleuren. Kleuren.
Kleuren hier en daar.
Weet je welke kleur dit is?
Zeg het maar !

Waarom is oranje zo’n belangrijke kleur voor Nederlanders?

Oranje is de familienaam, zeg maar de achternaam, van de Nederlands koninklijke familie. Ze horen, als je het deftig wil zeggen, tot “het Huis van Oranje-Nassau”. Dat komt doordat hun voorvader Willem van Oranje heette. Ze noemen hem ook wel de stichter van Nederland, of de Vader des vaderlands.

Veel Nederlanders vinden dat deze kleur van ons allemaal samen is en zijn er trots op. Als je deze kleur draagt, laat je zien dat we bij elkaar horen. Daarom zie je ook allemaal oranje spullen als er sportwedstrijden zijn. Daarmee zeggen we: wij horen bij Nederland en bij elkaar en bij deze fantastische sporters.

We dragen deze kleur ook vaak op Koningsdag. Dat is de verjaardag van de koning van Nederland: Willem-Alexander. Hij viert zijn verjaardag op 27 april. Omdat dit een koning is die sporten erg belangrijk vindt, is er ook altijd veel aandacht voor bewegen.

Zomerquiz en zomeracteren

OB-MB-OSO

Op deze pagina vind je een zomerquiz en je vindt een teacher in role-spel. De leerkracht vertelt het verhaal en speelt het uit en de leerlingen doen het na. Veel zomerplezier!

9
Aangemaakt op Door admin

Wat hoort bij de zomer?

1 / 19

Is dit een zomerplaatje?

2 / 19

Is dit een zomerplaatje?

3 / 19

Is dit een zomerplaatje?

4 / 19

Is dit een zomerplaatje?

5 / 19

Is dit een zomerplaatje?

6 / 19

Is dit een zomerplaatje?

7 / 19

Is dit een zomerplaatje?

8 / 19

Is dit een zomerplaatje?

9 / 19

Is dit een zomerplaatje?

10 / 19

Is dit een zomerplaatje?

11 / 19

Is dit een zomerplaatje?

12 / 19

Is dit een zomerplaatje?

13 / 19

Is dit een zomerplaatje?

14 / 19

Is dit een zomerplaatje?

15 / 19

Is dit een zomerplaatje?

16 / 19

Is dit een zomerplaatje

17 / 19

Is dit een zomerplaatje?

18 / 19

Is dit een zomerplaatje?

19 / 19

Is dit een zomerplaatje?

Uw score is

De gemiddelde score is 77%

0%

  • We beelden de zomer uit:
  • We doen zonnebrand op.
  • We gaan fietsen. We gaan naar de speeltuin.
  • We zetten onze fiets op slot.
  • We gaan naar de wip wap.
  • We gaan op het klimrek klimmen.
  • We gaan schommelen.
  • We eten een ijsje.
  • We gaan zwemmen.
  • We gaan kamperen en zetten een tentje neer. Sla de haringen maar in de grond.
  • We gaan voetballen.
  • We gaan tafeltennissen.
  • We gaan dansen op een feestje.
  • We gaan kersen plukken.
  • We eten aardbeien met slagroom.
  • We gaan marshmallows roosteren in een vuurtje.
  • We gaan lekker koud douchen.
  • We zijn verbrand en smeren aftersun op.
  • We gaan slapen, maar er is een mug.
  • We vallen in slaap, maar het dekbed is te warm.

We maken een fietstochtje.

De Lorelei

MB-BB-BBS-ML

We gaan vandaag aan de slag met een oud Duits volkslied dat geschreven is naar aanleiding van een oud Duits volksverhaal, het verhaal over De Lorelei.

De karaoke versie van de Nederlandse vertaling. De melodie is iets aangepast, om de melodie niet te hoog te laten gaan.

Hieronder vind je links de Duitse tekst van het lied. Rechts vind je een vrije vertaling, die je op de melodie van de Lorelei kan zingen.

Ich weiß nicht, was soll es bedeuten
dass ich so traurig bin.
Ein Märchen aus uralten Zeiten
das kommt mir nicht aus dem Sinn.

Die Luft ist so kühl und es dunkelt
und ruhig fließt der Rhein.
Der Gipfel des Berges funkelt
im Abendsonnenschein

Die schönste Jungfrau sitzet
dort oben wunderbar
Ihr goldnes Geschmeide blitzet.
Sie kämmt ihr goldenes Haar.

Sie kämmt es mit goldenem Kamme
und singt ein Lied dabei.
Das hat eine wundersame
gewaltige Melodei

Den Schiffer, im kleinen Schiffe
ergreift es mit wildem Weh
Er schaut nicht die Felsenriffe.
Er schaut nur hinauf in die Höh.

Ich glaube, die Wellen verschlingen
am Ende noch Schiffer und Kahn.
Und das hat mit ihrem Singen
die Loreley getan.

Ik weet niet wat of het betekent,
ik voel me droevig en raar.
Een sprookje uit heel oude tijden,
spookt door mijn hoofd, eerlijk waar.

De lucht is zo koel; het wordt donker
en rustig kabbelt de Rijn.
De top van de berg die schittert
in avondzonneschijn.

En hoog op die berg, zit een jonkvrouw,
betoverend mooi als een fee.
Haar gouden gewaad, ja dat schittert.
Haar goudgelokt haar schittert mee.

Ze kamt met een kam die van goud is
en neuriet een liedje erbij.
Dat heeft een geweldige melodie,
het lied van de Lorelei.

Een schipper vaart langs in zijn scheepje.
Hij voelt wilde pijn in zijn hart.
Vergeet alle rotsen en riffen;
de Lorelei heeft hem verward.

‘k Ben bang voor de schuit en de schipper,
ze zullen waarschijnlijk vergaan.
En dat heeft met al haar gezangen
De Lorelei gedaan.

De Lorelei is een 132 meter hoge bergrots, die te vinden is langs de rivier de Rijn. De rots ligt ergens tussen Koblenz en Wiesbaden. Daar zijn veel schepen verongelukt. Dat komt doordat er een gevaarlijke stroming is.

Er bestaat een prachtig sprookje over de Lorelei. Maar luister eerst maar eens naar de muziek. Jullie horen hier de originele compositie.

De muziek van dit lied is gecomponeerd door Friedricht Silcher, uit Duitsland, in 1838. De tekst is al ouder, die is van de dichter Heinrich Heine. Later heeft de beroemde componist Franz Liszt er ook nog andere muziek op gemaakt, maar die laten we hier niet horen.

De naam Lorelei betekent “aantrekkelijk”. En dat was de Lorelei ook, in de Germaanse mythologie. Dat zijn alle verhalen die van oudsher in het oude Duitsland verteld werden.

Ooit leefden er veel waternimfen in het water van de Rijn, maar toen er meer mensen op de rivieroevers kwamen wonen en de rivier heel druk werd bevaren door vrachtboten en schepen, moesten de waternimfen verdrietig wegtrekken. Maar Lorelei kon haar rivier niet missen. Ze bleef. Vaak zat ze boven op de rots. Ze kamde daar haar prachtige gouden haren in het maanlicht en zong met haar wonderschone stem liedjes. Maar…. die liedjes hadden toverkracht! Schippers die haar liedjes hoorden, móesten wel naar die prachtige jonkvrouw kijken. En dan lette zo’n schipper niet op. Omdat er gevaarlijke maalstromen waren, verongelukte het schip dan.

In de Middeleeuwen stonden er prachtige kastelen langs de Rijn. De jonge ridder (een zoon van Palatinus) had zoveel gehoord over de Lorelei, dat hij besloot de rots te beklimmen. Hij wilde die waternimf wel eens zien. Maar ook hij werd behekst. De schildknaap wist zichzelf te redden en vertelde het verhaal aan zijn vader, de graaf. Die was woedend… en droeg zijn dienstknechten op de Lorelei te vangen en haar vanaf haar eigen rots in de rivier te smijten. Maar de Lorelei maakte de parelketting die ze om haar nek droeg los en gooide die in de rijn. Ze kwamen terug als golven in de vormen van paarden en daarop reed de nimf weg en is nooit meer door iemand gezien.

In de Griekse mythologie heb je ook verhalen over nimfen, maar die kwamen er vaak beter vanaf. Er wordt wel gezegd dat het verdwijnen van de waternimfen een metafoor is voor het verdwijnen van het geloof in natuurwezens. Dat kwam enerzijds doordat het Christendom opkwam en het geloven in zulke wezens verbood, maar ook omdat men meer leerde over de zee. Men dacht dus minder vaak dat mensen door monsters werden verzwolgen.

Stil in mij

OB-MB-BB-OBS-BBS

Dit liedje kan gebruikt worden in de periode waarin toegeleefd wordt naar het Kerstfeest. Na alle drukte en uitbundigheid rondom het Sinterklaasfeest, worden we weer even wat rustiger. Op sommige scholen wordt aandacht besteed aan de Advent. Dan wordt er in stilte gewacht op het kerstkindje dat geboren wordt.

Het liedje kan ook gebruikt worden in het thema ontspannen. De tijd tussen de Sinterklaasactiviteiten en de Kerstactiviteiten kan hiervoor goed gebruikt worden, maar ook voorafgaand aan de laatste citotoetsen kunnen we aandacht besteden aan ontspannen.

Weet je wat “ontspannen” betekent? Soms is het goed om even stil te staan. Het leven is soms erg druk. Er komen veel dingen op je af. Soms voel je veel stress. Dat betekent dat je heel gespannen wordt van alle indrukken of al het werk. Ken je het spreekwoord “De boog kan niet altijd gespannen staan”? Dat wil zeggen dat het goed is dat je de dingen ook af en toe een beetje loslaat.

We hebben speciaal voor jullie een liedje gemaakt om bij weg te dromen. Je kan je ogen lekker dicht doen, maar je mag ook naar het filmpje kijken.

Ingezongen
Karaoke versie

Stil, stil.. Stil in mij.
Stil, stil… Even vrij.
Stil, stil….alles goed.
Niets dat hoeft en niets dat moet.

Stil, stil… Stil in mij.
Stil, stil… Even vrij.
Stil, stil… Geen geluid.
Adem in en adem uit.

muziekje om bij te ontspannen

Stil, stil… Stil in mij.
Stil, stil… Even vrij.
Stil, stil… Geen geluid.
Adem in en adem uit.

Ontspannen is niet voor iedereen even gemakkelijk. Niet iedereen kan zichzelf kalmeren. Hoe goed ben jij in ontspannen?

Je kan op veel manieren weer “tot jezelf komen”, “relaxen”, “je rust pakken” oftewel: “ontspannen”. De ene mens gaat lezen, even lekker Netflixen, gamen, tekenen, sporten, breien, borduren, buiten spelen… Sommige mensen gaan in een warm bad liggen, andere gaan naar de sauna en weer andere mensen doen aan yoga. Er zijn ook mensen die mediteren. Welke manieren werken voor jou?

Lijkt het je leuk om een geleide meditatie te doen? Luister dan maar eens naar het volgende YouTube filmpje.

Een meditatie van 13 minuten. Aan het einde klinkt er muziek. Daar kan de muziek eventueel ook weggedraaid worden als de tijd in de klas op is.

Er is ook een bovenbouwles over stilte. Daar vind je voor iedere dag van de week een stilteactiviteit en bovendien nog een ander liedje. Klik maar op het plaatje

De ballade van Dirkie de Veenboer

MB-BB-BBS

Dit lied gaat over Dirk de Veenboer die in de 17e eeuw (de tijd van de V.O.C.) een Nederlandse zeerover was. Hij komt uit Hoorn. Eerst was hij een kapitein tijdens de Tachtigjarige Oorlog, later werd hij piraat. De Turkse Grootheer van Turkije zag iets in hem en hij gaf hem mooie spullen om zijn admiraal te worden. Dirkies grootste wens was ooit naar Hoorn terug te keren, maar dat kon natuurlijk niet, vanwege al zijn misdaden.

Zoek op het internet uit hoe het leven van Dirkie de Veenboer verliep. Men noemde hem ook wel Slemen Reys, Slemen Rijs, Sulayman Reis, Sulieman Reis… Maak twee groepen en debatteer over de vraag:

Dirkie had eigenlijk terug naar Hoorn mogen komen/ Natuurlijk mocht Dirkie niet terug naar Hoorn.

Mijn naam is Dirk de Veenboer.
Ik kaapte voor de Vlag.
Maar daar werd ik niet rijk van,
dus dacht ik op een dag,
“Ik kan de lading houden,
het is mijn eigen buit.
Noem mij maar een piraat,
Dat maakt me eigenlijk niet uit!”

Er zijn helden en schurken.
Er is kwaad en er is goed.
Maar ik ben dus een schurk,
die af en toe iets aardigs doet.
Maar ik ben dus een schurk,
die af en toe iets aardigs doet.

De Grootheer van Turkije,
Die sprak dezelfde taal.
En voor een zijden kaftan,
Werd ik hun admiraal.
De Spanjaarden en Fransen,
die gingen overboord.
Maar nooit heb ik een
zeeman uit mijn eigen land vermoord.

Er zijn helden en schurken.
Er is kwaad en er is goed.
Maar ik ben dus een schurk,
die af en toe iets aardigs doet.
Maar ik ben dus een schurk,
die af en toe iets aardigs doet.

Running man

MB-BB-BSO

Hieronder vind je een Engelstalig liedje dat gaat over bepaalde passen die gebruikt worden in de Hip hop dansen: de Grapevine, de Smurf, de Bodyroll, Slidings…. Hip hop is een muziekstijl en daar kun je op een bepaalde manier op dansen.

Er zijn natuurlijk meer dansstijlen. Ken jij verschillende dansstijlen?

Op het filmpje zie je die passen niet allemaal. Daar zie je gewoon mensen van allerlei leeftijden die ervan genieten om te dansen.

Voor veel mensen betekent dansen “vrij zijn”. Hou jij van dansen?

De karaoke versie

Come on . Come on. Let’s dance. Let’s do it.
Grapevine. Grapevine. Never quit.
Come on .Come on.Let’s dance. Let’s do it.
Step and step and bodyroll and hit.

Away, I’m running man. Away I’m running man..
Away …I’m running like you never have seen.
Away … I’m running man. Away …I’m running man..
Away …I’m running I’m a party machine.

Come on ..Come on.. Let’s dance. Let’s do it.
Sliding. Sliding. Never quit.
Come on ..Come on..Let’s dance. Let’s do it.
Step and step and bodyroll and hit.

Away, I’m running man. Away I’m running man..
Away …I’m running like you never have seen.
Away … I’m running man. Away …I’m running man..
Away …I’m running I’m a party machine.

Come on ..Come on..Let’s dance. Let’s do it.
Do the smurf and never quit.
Come on ..Come on..Let’s dance. Let’s do it.
Step and step and bodyroll and hit.

Away, I’m running man. Away I’m running man..
Away …I’m running like you never have seen.
Away … I’m running man. Away …I’m running man..
Away …I’m running I’m a party machine.

Clowns

OB-MB-OSO

Op deze pagina vind je een liedje over clowns. Er is een makkelijke en een moeilijke versie. Ook vind je hier filmpjes waar je naar clowns kan kijken, een bewegingstussendoortje en een acteeropdracht over clowns.

Dit is een eenvoudigere versie. Hier wordt alleen het couplet twee keer gezongen, met het muziekje waarop kinderen kunnen doen alsof ze clown zijn ertussen.

De eenvoudige versie

De eenvoudige versie couplet-uitbeeldmuziekje-couplet
De karaoke versie van het eenvoudigere lied

‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi, ‘k Hou van ho-ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show.

Moeilijkere versie:

Het ingezongen lied, uitgebreide versie
UItgebreide karaoke versie

Het uitgebreide liedje dat hierboven staat, heeft een refrein en een couplet. Tussendoor hoor je een muziekje. Daar kunnen de leerlingen uitbeelden wat clowns doen.

‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi, ‘k Hou van ho-ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show.
Lachen is gezond. Lachen maakt je blij.
Lach maar om mijn grapjes en doe maar vrolijk mee met mij…..
‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi. ‘k Hou van ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show!

Bewegingstussendoortje van cooking class over clowns

Een bewegingstussendoortje van Cooking Class

Over clowns

We gaan het hebben over clowns. Zijn er alleen maar vrolijke clowns? Waar vind je clowns? Wat zijn Cliniclowns? Ben je wel eens in het circus geweest? En heb je daar ook clowns gezien? Wat waren dat voor clowns en wat deden ze?

Kijk maar eens naar dit filmpje van clowns. Let op: de acts met de ballonnen moet je nooit thuis doen, want als je zoiets over je hoofd doet, krijg je geen lucht! Dit zijn natuurlijk speciale ballonnen.

Clowns zijn artiesten die mensen vaak aan het lachen willen maken. Dat doen ze door dingen “groter” te spelen. “Groter spelen” wil zeggen: overdrijven.

Clowns doen dan bijvoorbeeld of ze héél erg schrikken van een knal. Ze vallen om, of doen hun ogen héél wijd open. Of ze doen alsof ze ontzettend dom zijn en de simpelste dingen niet snappen.

Mensen vinden dat vaak grappig om naar te kijken. Zo wekken clowns lachlust op. Lachlust betekent “zin om te lachen”. Lachlust kan je opwekken. Daar komt het woord “lachwekkend” vandaan.

Bij een clown denk je vaak aan iemand in een te grote broek, met veel kleuren, raar haar en heel veel kleurige schmink. Maar clowns kunnen er ook héél anders uitzien.

Een heel beroemde clown van eind 19e begin 20e eeuw, was Charlie Chaplin.

Sommige mensen zijn dol op clowns, maar er zijn ook mensen die er bang voor zijn.

Charlie Chaplin was een bijzondere clown. Hij had bijvoorbeeld wel grote schoenen, maar verder geen schmink. Toch vertoonde hij clownsgedrag en moesten mensen erg om hem lachen. Hij speelde een soort zielig mannetje, waarin iedereen zich wel herkende.

Ook Stan Laurel en Oliver Hardy (ze worden ook wel de dikke en de dunne genoemd) waren een soort clowns. In het filmpje kun je zien dat ze groot acteren.

Pas na 1927 werd het mogelijk om geluid bij film te laten horen. De films van voor die tijd waren “stomme” films. Ze bedoelen niet dat ze niet leuk waren, maar dat er niet gepraat werd. In die tijd werd natuurlijk veel mime gebruikt. Dat is toneelspelen door mimiek, grote gebaren en lichaamstaal. Dat ziet er al gauw clownesk uit.

Soms waren er films waarin lichamelijke acties heel belangrijk waren, zoals vechtpartijen, achtervolgingsscènes, valpartijen, rare gezichten trekken en dergelijke. De ene na de andere grappige situatie komt voorbij. Denk maar eens aan mensen die over een bananenschil uitglijden, of die met taarten gooien, of mensen die ladders dragen, die omdraaien en tegen iemands hoofd stoten. Dat soort films noem je slapstick. Het woord komt van een houten ritme instrument. Als je het gebruikt klinkt er een enorme klap, zonder dat er veel kracht voor nodig is.

Ook vandaag de dag zijn er nog artiesten die clownerie gebruiken. Denk bijvoorbeeld eens aan Mr. Bean. Dat is een personage uit een strip, die meesterlijk op de planken is gebracht door Rowan Atkinson. Let maar eens op dat ook hier nauwelijks gesproken wordt.

Oefening 1: teacher in role

Als je als een clown wil kunnen acteren (toneelspelen), moet je een goede mimiek (gebruik van je gezichtsuitdrukkingen) hebben en duidelijke lichaamstaal kunnen spreken. Je moet dus overdrijven. Wij gaan ook eens proberen om “groot” te spelen. Daarom gaan we even met ons lijf en gezicht oefenen:

  1. We draaien ons hoofd van links naar rechts en doen net alsof we aan die kant iets heel raars zien.
  2. We doen ons hoofd omhoog alsof we een vogel zien vliegen en daarna omlaag omdat er een hoopje poep op de stoep ligt.
  3. We bewegen onze heupen van links naar rechts en dan andersom, om ze los te maken
  4. We gaan buikdansen. Daarna gaan we buikdansen met onze handen in de lucht
  5. We trekken onze knieën om de beurt héél hoog op
  6. We gaan door de ruimte lopen met stappen waarbij we onze knieën heel hoog optrekken
  7. We gaan in slow motion door de ruimte lopen
  8. We gaan juist met piepkleine pasjes door de ruimte lopen
  9. We gaan overdreven door de ruimte lopen, alsof er een grote hond achter ons aan zit. We grijpen met onze handen naar onze broek, terwijl we “au, au, au” roepen.
  10. We komen op onze plaats staan en we gebruiken onze handen om een gekke bek te trekken
  11. We trekken een gekke bek zonder onze handen te gebruiken
  12. We gaan door de ruimte lopen en tegelijkertijd gekke bekken trekken
  13. We doen alsof er een emmer water omvalt. Het water gaat over ons hoofd heen. We schrikken heel overdreven en gaan dan overdreven huilen
  14. Wie kan er nog meer clowns scenario’s bedenken? Een scenario is een soort script. Een voorschrift van wat je gaat spelen.

Oefening 2: Speel en maak het grappig:

Je kan de volgende opdracht als een mime-opdracht doen. Dan mag je er niet bij praten en alleen gebaren maken. Je kan ook afspreken dat je er wél geluid bij mag maken.

  1. Je heet Bozo en je bent een clown die heel vlug, héél boos wordt. Je loopt met grote clownsstappen. Plotseling pikt iemand je clownshoed van je af. Hoe reageer je als Bozo, de boze clown?
  2. Je heet Pipo en je bent een heel blije clown. Je loopt met grote, blije clownsstappen. Dan zie je een héél mooi meisje. Hoe doet Pipo? Pipo tovert een bloem tevoorschijn en maakt een mooie buiging voor het meisje.
  3. Je heet Neppie en je bent een clown die altijd pech heeft. Je loopt met grote, voorzichtige clownsstappen door de ruimte. Plotseling valt er een emmer water over je hoofd. Hoe reageer je als Neppie, de clown die een pechvogel is?

Verzin zelf je verhaal, samen met iemand:

  1. Verzin eerst zelf wat voor clown je bent. Ben je een vrolijke, blije clown, of een clown die altijd pech heeft? Of een heel grappig boze clown?
  2. Wat is je clownsnaam?
  3. Hoe zie je eruit?
  4. Waar werk je? Ben je een cliniclown? Of ben je een circusclown? Of treed je op op partijtjes?
  5. Je komt de andere clown tegen. Verzin een grappige ontmoeting.
  6. Wat gebeurt er dan? Maak je verhaaltje grappig.

Wat vind jij van clowns?

Zou jij een clown willen zijn en als je dat wil, zou je het kúnnen zijn?

Bestaan er clownsscholen?

Over de rode loper 1

OB-MB-BB-OSO-BBS

Als je beroemde mensen wil zien, kun je eens gaan kijken naar een plek waar beroemdheden over de rode loper lopen. De mensen die in beeld komen, zijn voorbeelden van een bepaald groep. Het gaat dus om hun beroep, niet om de naam van die personen. Hoewel de bovenbouw het liedje misschien wat simpel vindt, kan het wel even snel gezongen worden als introductie van de acteerles.

Een ingezongen versie van het lied

Over de rode loper.
Ben ik goed te zien?
Klik, klak, een foto.
Ken je mij misschien?

De karaoke versie van het liedje

Waar komt het gebruik van lopen over de rode loper vandaan?

Het is niet helemaal zeker waar het gebruik van “de rode loper” vandaan komt. Er wordt beweerd dat er een “purperen loper” voorkwam in een Grieks toneelstuk uit 458 voor Christus. Dat stuk heette Agamemnon. Die koning was steeds in oorlog met andere volkeren, tijdens de Trojaanse oorlogen. Zijn vrouw baalde daar van. Zij zat steeds alleen thuis. Om te zorgen dat hij weer kon varen en wind in zijn zeilen kreeg, offerde hij zijn dochter op aan de goden. Om het nog erger te maken nam Agamemnon een van zijn liefjes (Cassandra) mee naar huis. Clytaimnestra was er klaar mee. Ze rolde een donkerrode loper uit… zo rood als bloed en vermoordde haar man en zijn minnares.

In 1821 zou President Monroe van de V.S. van een boot stappen, op een rode loper. Dat vond het publiek prachtig.

In 1902 leidden de spoorwegen van New York belangrijke mensen naar hun wagon over een rode loper.

De rode loper werd vanaf die tijd gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen zich bijzonder voelden.

Vanaf 1922 gebeurde dat in Hollywood het eerst voor de premère van de film Robin Hood. Vanaf die tijd bracht de rode loper glitter en glamour in Hollywood. Dat paste natuurlijk ook goed in Hollywood.

Mensen vonden het leuk om naar zo’n rode loper gebeurtenis te gaan, want daar kon je beroemdheden zien.

In 1961 ging men de rode loper gebruiken bij het uitreiken van de filmprijzen; de Oscars.

Tegenwoordig wordt de rode loper heel vaak uit de kast gehaald. Bijvoorbeeld bij bruiloften, of bij eindexamengala’s.

Kijk eens naar dit filmpje en bedenk wat voor soort mensen over de rode loper lopen.

Voor het acteer-gedeelte van deze les, kun je op deze pagina kijken:

Over de rode loper, acteren

Over de rode loper 2

Een voorbeeld van een acteeroefening van Kzing. Dit soort materiaal is onder andere op Kzing.tv te vinden. Dat is de meer uitgebreide onderwijssite van Kzing.

De rode loper

Wie loopt er allemaal over een rode loper? Ja, inderdaad, filmsterren, rockstars, bruiden, koningen en koninginnen… Beroemde mensen! Daar hebben we een leuke acteeroefening bij verzonnen.

Als je samen “doet alsof”, leer je elkaar goed kennen en vertrouwen. Het is daarom leuk om aan het begin van een schooljaar samen wat acteeroefeningen te doen. Zeker deze oefening, waarin jij jezelf kan voorstellen.

Heronder vind je een podcast, waarin deze acteeroefening stap voor stap wordt uitgelegd. Onderaan de pagina kan je de tekst van de podcast ook lezen.

In de onderbouw kan de juf of meester steeds het voorbeeld geven (teacher in role) en in de hogere groepen kunnen jullie je eigen fantasie gebruiken en zelf improviseren.

De tekst:

We gaan vandaag toneelspelen, of… met een mooi woord: acteren. Dat is een ander woord voor doen alsof. Als je acteert, speel je een rol. Je bent dus niet jezelf, maar je speelt dat je iemand anders bent. We gaan doen alsof we over een rode loper lopen. Die ligt er natuurlijk niet echt, dus we moeten doen alsof.

En vandaag spelen we mensen die over een rode loper lopen. Het is een serie oefeningen die we vaak doen bij Kzing. Veel leerlingen vinden het leuk om dit te doen. We hopen dat jullie er ook van genieten. Je hebt wel ruimte nodig voor deze oefening.

Om een rol goed te spelen, moet je je fantasie en je verstand gebruiken. Je moet nadenken hoe je die andere persoon gaat uitbeelden. Hoe kijkt iemand? Dat heet mimiek. Hoe beweegt iemand? Dat is iemands lichaamstaal. Hoe spreekt iemand? Dat is iemands dictie. Je fantaseert hoe jouw personage is en doet.

Om te acteren, moet je dus wel een beetje gek durven doen. Soms moeten andere mensen lachen, omdat ze het grappig vinden hoe jij iemand nadoet. Dat moet je eigenlijk niet kunnen schelen, want het betekent dat jij het heel goed doet.

Nou, genoeg gepraat. We gaan beginnen. Laten we dat doen met een simpele oefening. We doen alsof er een rode loper uitgerold is. Die loopt van de ene kant van de ruimte naar de andere.

Weet je wat een rode loper is? Dat is een soort lang, smal tapijt dat je uit kunt rollen.

Weet jij wanneer en waarom mensen een rode loper uitleggen? Dat doen ze vaak op een bijzonder moment, om belangrijke personen welkom te heten. Mensen die over de rode loper heengaan, zijn op dat moment belangrijk.

Het kunnen koningen of koninginnen zijn, of een bruid en een bruidegom. Want als zij trouwen, zijn zij die dag de belangrijkste personen. De rode loper wordt ook vaak uitgelegd voor filmsterren, als de eerste uitvoering van een film plaatsvindt. Dat heet “een première”. Dan staan er allemaal fotografen langs de kant die foto’s maken.

Zo, nu weten jullie genoeg en is het tijd voor opdracht 1

Opdracht 1

Stel je voor dat er in het lokaal waar jullie zijn een rode loper ligt, die van de ene kant van de zaal naar de andere is uitgerold. Ga allemaal achter elkaar in een rij staan. Zet deze podcast even stop en loop er achter elkaar overheen, op een gewone manier. Daarna luister je verder.

Opdracht 2

Hebben jullie dat gedaan? Dat was niet erg moeilijk, toch? Loop er nu Dan nog een keer overheen, maar dan allemaal op een grappige manier. Met een huppeltje, of een grappig loopje. In de onderbouw kan de juf of meester vooroplopen en het voordoen. De leerlingen kunnen achter juf of meester aangaan en de bewegingen nadoen. Maar in de hogere groepen kunnen jullie waarschijnlijk zelf wel verzinnen hoe je over de rode loper gaat. Wees creatief! Tot straks.

Opdracht 3

Hallo. Dat was nog niet zo lastig, toch? Omdat er nog geen publiek was, werd je nog niet zo bekeken. Maar…als je toneelspeelt, moet je er aan wennen dat je bekeken wordt. Dat vinden sommige mensen heel leuk, maar andere mensen vinden dat een beetje spannend. Dat geeft niet. Jij kan er echt wel aan wennen dat je bekeken wordt. Daar heb je heel veel aan. Want dan wordt het houden van een spreekbeurt, of een nieuwe groep binnenlopen, veel gemakkelijker voor je.

Nou, ik vertel de opdracht. De hele groep gaat nu zitten als publiek. Ze kijken dus naar de rode loper. Jullie gaan nu niet achter elkaar, maar één voor één over de rode loper, terwijl de rest kijkt. Je loopt heel rustig tot halverwege de rode loper.

Daar draai je je om naar je publiek en je zegt: Ik ben … dan noem je je naam. Je draait je weer terug en loopt heel rustig de rode loper af. Let op: niet rennen. En… eerst stilstaan voor je wat zegt. Kijk je publiek aan en praat rustig en duidelijk. Probeer het maar. Tot zo.

Opdracht 4

Lukte het? Waren er geen mensen die heel hard de loper afrenden? Durfde iedereen heel luid en duidelijk de eigen naam te noemen? Erg knap! Dit is de volgende opdracht. Je loopt op dezelfde manier over de rode loper, terwijl de rest toekijkt. Maar nu sta je halverwege de rode loper stil, je noemt je naam en je zegt daarna: “En dit is mijn voorkant…. waarbij je op je voorkant wijst”. Dan draai je je rustig om, zodat je met je achterkant naar je publiek staat. Dan zeg je: “En dit is mijn achterkant.” Vervolgens loop je weer rustig de rode loper af.

Ik zou dan dus zeggen: “Ik ben juf Ellis…” Dit is mijn voorkant. En dit is mijn achterkant.

Het is niet gek als je dit een beetje spannend vindt, hoor. Bijna iedereen vindt het niet prettig als hij niet ziet wat mensen doen. Toch is dit een belangrijke oefening. Tot zo!

Opdracht 5:

De volgende oefening is voor de onderbouw. De bovenbouwers mogen deze opdracht overslaan, behalve als jullie het leuk vinden om deze oefening ook te doen.

Eén kind loopt achter de leerkracht aan en doet hem of haar na. De rest van de kinderen is het publiek. Juf of meester gaat als verschillende dieren over de rode loper, bijvoorbeeld als beer, kikker, olifant, kangoeroe.. Het kind doet de juf of meester na. De andere kinderen klappen, als hun collega klaar is. Het is erg knap om dit te doen! Veel succes!

Opdracht 6.

Hai, hoe ging het? Durfde iedereen het? Heeft iedereen dit gedaan? Dat vinden wij sowieso al heel knap! De volgende oefeningen worden moeilijker. Misschien vindt de onderbouw het nu wel spannend genoeg geweest. Dan kan jullie juf of meester nu met deze podcast stoppen, hoor.

Tot slot gaan we er nu een spel van maken, door de oefening uit te breiden. Je doet alles wat we tot nu toe deden, maar je als je op de rode loper staat en je voor- en achterkant hebt laten zien ga je 3 dingen over jezelf vertellen.

Twee van die drie dingen moeten waar zijn en één heb je verzonnen. Bijvoorbeeld: -ik ben in 2012 geboren, -ik mis mijn achterste kies, doordat ik een keer van de fiets ben gevallen, -mijn konijn heet Flappie. Leerlingen die denken dat ze weten welke van die drie dingen niet waar is, steken hun vinger op. Jij geeft iemand een beurt en die mag zeggen wat hij denkt. Degene die het goed geraden heeft, mag daarna over de rode loper.

Zo leren jullie elkaar goed kennen!

Opdracht 7:

Voor dappere acteurs gaan we nog een stapje verder. We gaan op verschillende manieren over de rode loper lopen. Daar moet je je eigen fantasie bij gebruiken.

Iedereen kan bijvoorbeeld als fotomodel over de rode loper. Of je loopt als Sinterklaas over de rode loper. Of misschien wel als voetballer die het EK heeft gewonnen. De rest van de groep speelt fotograaf en maakt foto’s, met flitslicht. Luister je straks nog naar de laatste opdracht?

Veel plezier met de acteeroefeningen!

Lekker doen alsof

OB-MB-BB-SO

Acteren is een ander woord voor “doen alsof”. Je kan dat natuurlijk op een echt podium doen, maar je kan het ook gewoon lekker thuis doen. Jongere kinderen spelen wel eens dat ze “zogenaamd” iemand zijn. Dat is ook acteren. Als je acteert, stel je je voor hoe het is om iemand anders te zijn. Je doet net alsof je die persoon bent. Daar leer je heel veel van.

Lekker doen alsof. Zogenaamd iemand zijn.

Dus niet echt. Alleen maar voor de lol.

Laat zien wat je voelt en wat je bedoelt.

Luister.. ik fluister… je rol.

Uitwerking

Je zingt het lied. In de tussenstukjes beeld je iets uit. Misschien de voorbeelden van het liedje, maar misschien ook wel iets of iemand anders.

Misschien kunnen jullie er een raadspel van maken. Iemand speelt een bepaalde rol en de rest moet raden wie dat kind uitbeeldt. De leerling die een rol gespeeld heeft, mag nu in het oor van de volgende leerling fluisteren wat of wie die leerling moet uitbeelden. In de bovenbouw kan je ervoor kiezen om beroemdheden uit te beelden. Een leerkracht kan ook namen op kaartjes schrijven.

Zomer met Joe Hisaishi

OB-MB-BB- SO-ML

Deze zomermuziekjes zijn gecomponeerd door de eigentijdse componist Joe Hisaishi. (1950- …) die in Nagano in Japan geboren werd. Eigenlijk heet hij Mamoru Fujisawa. Hij is een beroemde Japanse componist, arrangeur en dirigent en hij schrijft ook nog eens. Hij maakt muziek in heel veel verschillende genres. Moderne genres zoals minimalistische en elektronische muziek, maar ook nieuwe klassieke muziek en filmmuziek. Misschien heb je zijn muziek wel eens gehoord in tekenfilms van Studio Ghibli.

Zijn muziek is heel beeldend en wordt juist daarom vaak in films gebruikt. We laten hier twee composities horen. Misschien kan jij daar zelf een film bij bedenken?

Je kan de stukken zelf spelen op toetsen, aan de hand van twee synthesia.

Zomer van Joe Hisaishi

Het vrolijke nummer hierboven heet “Zomer”. Hoewel het niet perse bedoeld is als programmamuziek, zeggen veel mensen dat ze er een zonnige dag in hun jeugd in horen. Kinderen die op warme dagen lekker rondrennen, terwijl ouders in tuinen praten en er al eten gekookt wordt. Herken jij die beelden? Of roept de muziek andere gevoelens bij jou op?

Een eenvoudige synthesia van dit nummer
Een zomerdag van joe Hisaishi

Deze muziek komt uit de wereldberoemde anime “spirited away”, de reis van Chihiro, van de beroemde Studio Ghibli.

Chihiro en haar ouders nemen een verkeerde afslag. Ze komen terecht in een geestenwereld. Chihiro maakt daar allerlei avonturen mee.

Welke beelden zie jij bij deze muziek?

Wil je deze muziek zelf spelen? Kijk dan of dat lukt met deze synthesia.
Deze versie is nog iets eenvoudiger

Allerlei sprookjes

OB-MB-BB-SO

Van heel veel sprookjes zijn ook films gemaakt. Echte films en tekenfilms. Er zijn ook liedjes bij gemaakt. Op deze pagina vind je telkens een filmpje van een sprookje. De muziek die erbij te beluisteren is, kun je ook zelf spelen aan de hand van een synthesia of kleurenliedje. Aanwijzingen hiervoor vind je in de link ernaast.

In het Nederlandse sprookjespark “De Efteling” staat een sprookjesboom. Sinds 2010 maakt hij praatjes met kinderen. Hij vertelt ook sprookjes. Die sprookjes kan je op YouTube vinden. Dit is een voorbeeld.

Vooral Walt Disney heeft heel veel tekenfilms van sprookjes gemaakt. Vooral bekend is de animatiefilm “Fantasia”, die hij in 1940 maakte. De muziek die hij hiervoor gebruikte, was klassieke muziek. In 1985 en 1990 kwam de film opnieuw uit. Er is ook een vervolg op verschenen: Fantasia 2000. Er staan wat nummers op deze pagina.

Roodkapje

Harry Potter

Peter en de wolf

Fantasia

Clair de lune

Urendans

Inspiratie door kunst

OB-MB-BB-SO-ML

Het woord ‘inspiratie‘ komt van het Latijnse woord ‘in spirare’. Dat betekent “inademen”, of “inblazen”. , Er wordt je dus een idee “ingeblazen”. Je kijkt naar iets, of je hoort iets… en dan krijg je zelf een idee om iets nieuws te maken. Vandaag gaan we kijken hoeveel inspiratie jullie hebben.

Hieronder staan een aantal beroemde schilderijen. Ze komen uit verschillende periodes in de geschiedenis. Leerlingen kunnen in groepjes verdeeld worden. Ieder groepje kiest één schilderij. Ze kunnen op opgevouwen papiertjes in een bak zitten. Ieder groepje pakt er dan één uit.

Ieder groepje laat zich inspireren door het kunstwerk. De groep mag er een Tableau vivant bij maken ( b.v. 3 foto momenten), een mime stuk bij spelen (zonder te praten), een toneelstuk bij verzinnen, of er een Jabbertalk toneelstuk (zelf klanken bij verzinnen) bij maken.

Zorg dat het verhaal een kop en een staart heeft. Sta niet met je rug naar het publiek. Als je mag praten, doe het dan luid en duidelijk en articuleer goed. Gebruik lichaamstaal en mimiek (grote gezichtsuitdrukkingen).

Je mag er ook een gedicht bij maken, of een muziekstuk bij maken.

Na enige tijd laten de groepjes aan elkaar zien en horen wat ze gemaakt hebben. Mensen kunnen elkaar tips en tops geven.

1
2
3
4
5
6
7
  1. Prehistorische grotschildering ongeveer 40.000 jaar oud
  2. Engelen, stukje uit de Sixtijnse Madonna, Rafael 1513-1514

3. Schepping handen, stukje uit een plafondschildering van de Sixtijnse kapel. Hand van God en van Adam. Michel Angelo Buonarotti

4. Het vrolijke huisgezin, Jan Steen , 1668

5. Treurende oude man, Van Gogh

6. De Schreeuw, Edvard Munch, Noors 1893

7. Vlinderboot, Dali 1937

8. Peoples, Karel Appel 1969

Onderzoeksopdracht

Als je meer wil weten over een van de schilderijen, of over een van de kunstenaars, kun je dat zelf gaan opzoeken.

Kleine draak

OB-SO

Dit is het liedje van de kleine draak. De kleine draak kan geen mensentaal spreken. Maar hij voelt natuurlijk wel allemaal dingen. Soms lijkt kleine draak boos.. maar eigenlijk is hij dan bijvoorbeeld verdrietig. Als kleine draak aan Joris uitlegt hoe hij zich voelt, kan Joris hem helpen en dan wordt kleine draak weer een blije draak.

Ingezongen liedje
De karaoke versie van het liedje

Kleine draak is niet blij.

Blaast een vlam naar mij.

Zeg me, wat is er dan?

Zodat ik jou helpen kan.

Acteren

Joris heeft een kleine draak gevonden. Hij heeft hem meegenomen naar huis en net zolang bij zijn moeder gezeurd tot de draak mocht blijven, hoewel de draak heel veel hondenbrokjes eet. Maar met draken moet je wel oppassen. Voor je het weet hebben ze je kamer in brand gezet. Gelukkig is de draak van Joris meestal lief en spuugt hij geen vlammen uit.

Hoe komt het dat de kleine draak boos doet? Is hij ergens boos over? Of is hij verdrietig? Welke gevoelens kan de kleine draak nog meer hebben?

Leerlingen kunnen uitbeelden hoe kleine draak zich voelt. Ze kunnen dat zonder woorden doen (mime) of ze kunnen het in jibber jabbertaal vertellen. Jabbertalk is neptaal. Je kan alle klanken gebruiken die je leuk vindt.

Je kan een leerling iets vragen. Die moet dan antwoorden in Jabbertaal.

Teachter in role. Pantomime. Jibber/jabber.

Koken en bewegen

OB-MB-SO

Cooking Class maakt hele leuke bewegingstussendoortjes. De leerlingen in de groep van meester Evan doen deze oefeningen best vaak tussen de lessen door. Dan zijn ze daarna weer fit genoeg om goed op te letten.

Deze bewegingsoefening past goed bij

Bijtje

OB-MB-SO

Een bij is een kriebelbeestje. Dit liedje gaat over een bijtje in de zomer.

Ingezongen versie van het liedje
De karaoke versie van het liedje
Het was in deze zomer op een hele warme dag.
Ik dronk een glaasje prik, toen ik opeens 2 bijtjes zag.    2 x 
  
Zoem, zoem, zoemie, zoem zoem.
Ik heb zo’n zin in cola, dat is lekkerder dan bloem.
Nou, dat vind ik. Maar wat vind jij?
Hou jij van prik? Dat vroeg die bij.
 
Ik hou wel veel van cola en van bijen ook, zei ik.
Jouw honing vind ik lekker, maar ik hou niet van jouw prik.  2 x 
  
Zoem, zoem, zoemie, zoem zoem.
Ik heb zo’n zin in cola, dat is lekkerder dan bloem.
Nou, dat vind ik. Maar wat vind jij?
Hou jij van prik? Dat vroeg die bij.

De traditie van het rijmpje

BB-ML-BBS

In Nederland is het een traditie om elkaar op 5 december, de sterfdag van de heilige Nicolaas, cadeautjes te geven. Daar hoort ook een klein gedichtje bij. We noemen dat Sinterklaasgedichtje ook wel “een rijmpje”. Het woord “rijmpje” zegt al veel. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden aan het einde van de zin.

Er wordt ook een verkleinwoord (rijmpje) gebruikt, om aan te geven dat het geen heel belangrijk gedicht is. Het is geen zware poëzie. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje.

Het rijmpje wordt vaak geschreven vanuit Sint of Piet. En het vertelt iets grappigs over de persoon die het pakje krijgt. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar jouw lijstje maakt hem bang,
Geloof de Sint, die is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Schrap de helft van wat jij vroeg.
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Er zijn in het Nederlands een aantal bekende zinnetjes die je op weg kunnen helpen bij het maken van een rijm voor bij je cadeautje:

Sint zat te denken,

wat hij ….. zou schenken

of:

Sint is benieuwd wat je er van vindt.

Lieve groetjes van de Sint.

Als je er helemaal niet uitkomt, kan je er altijd nog een rijmwoordenboek bij pakken, of rijmwoorden opzoeken op je computer.

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Als je meer wil weten over gedichten kan je de les over poëzie bekijken!

De lente van Vivaldi

OB-MB-BB-ML-SO

Dit muziekstuk heet “De lente”en het komt uit een serie van vier stukken die samen “De vier jaargetijden” heten. De muziek is gecomponeerd door Antonio Lucio Vivaldi. (1687-1741) Deze muziek komt uit de periode van de Barok en is geschreven bij een gedicht, een sonnet.

Vivaldi had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom tegenwoordig nog zo populair. Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen.

De vier jaargetijden is een cyclus van vier vioolconcerten: De Zomer, de Herfst, de Winter en de Lente. Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen. In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen.

De vier jaargetijden is één van de eerste muziekwerken met een verhaaltje. Dat noem je programmatische werken, of programmamuziek.

Vivaldi maakte voor elk jaargetijde een stuk dat uit drie delen bestond. In het totaal dus 12 stukken.

Hij deed dit bij vier sonnetten. Sonnetten zijn gedichten. Voor elk jaargetijde één. Men denkt dat hij de gedichten zelf schreef.

De lente

Het sonnet van de lente zegt:


De lente komt eraan.
De vogels vieren haar terugkomst met feestelijk gezang,
murmelende beekjes stromen
onder een zacht aaiend briesje.


Donderstormen, die de lente aankondigen,
bedekken de lucht met hun donkere mantel.
Als ze zwijgen klinkt opnieuw
de betoverende zang van de vogels.


Op de met bloemen overdekte weide slaapt de geitenhoeder
onder de zacht ritselende bladertakken,
zijn trouwe hond naast hem.


Aangespoord door het feestelijk geluid van de doedelzakken
dansen de nymphen en de herders lichtvoetig
terwijl de lentehemel schitterend verschijnt.

Vivaldi

Antonio Vivaldi werd op 4 maart 1678 geboren geboren in Venetië (Italië). Hij stierf in juli 1741.

Antolnio was de zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Vivaldi werd violist, priester en componist. Hij heeft veel muziek geschreven. Hij schreef ongeveer 220 vioolconcerten.

Hij is vooral bekend om zijn compositie: de vier jaargetijden. (Quattro stagioni). Het  werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven. Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één. Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Als jongeman ging Vivaldi in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook leraar viool in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Daarom hadden sommige mensen er moeite mee. Maar in zijn eigen tijd werd hij niet zo gewaardeerd. Hij stierf arm, in Wenen (Oostenrijk).

Pas in de jaren dertig van de 20e eeuw was er een Amerikaans echtpaar (de schrijver Ezra Pound en de violiste Olga Rudge) dat aandacht vroeg voor Vivaldi. Ze organiseerden in 1939 het eerste Vivaldi-festival. Dat was in Siena. Na de oorlog bleef de belangstelling voor Vivaldi groot. Iedereen hield opeens van zijn muziek.

Vier vioolconcerten

In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi virtuositeit van de solist toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden. Je hoort een klein groepje strijkers en een strijkorkest, ondersteund door een klavecimbel.

De zomer van Vivaldi

OB-MB-BB-ML

Hier vind je één van de vier delen van het muziekstuk “De vier jaargetijden” van Antonio Vivaldi. (1678-1741). Vivaldi is een belangrijke componist uit de stijlperiode van de Barok.

In 1718 wist iedereen wie Vivaldi was. Hij krijgt zelfs een baan aangeboden aan het hof in Mantua, in Noord Italië. Vanaf 1721 begint het met het schrijven van zijn vier vioolconcerten die allemaal één jaargetijde uitbeelden. Hij schrijft er sonnetten bij.

Elk seizoen bestaat uit drie delen, een vlug, een langzamer en weer een vlug werk. “De zomer” is ook zo opgebouwd.

De vier jaargetijden was meteen een razend populair stuk. Dat kwam doordat Vivaldi één van de eerste componisten was die muziek schreef die een verhaal uitbeeldde: programmamuziek. Hij schreef zelfs precies voor hóe de muzikanten de muziek moesten spelen. Dat was in die tijd nog niet gebruikelijk.

Het publiek vond het veel makkelijker om naar zijn muziek te luisteren dan naar het werk van Bach. Vivaldi had catchy melodietjes. De Fransen waren ook enthousiast, dus in Parijs werd de muziek ook veel gespeeld. Zelfs aan het hof van Louis de vijftiende.

Het eerste deel

Het eerste stuk begint heel loom. Mensen willen niet bewegen. Het sonnet zegt:

“Onder de drukkende hitte van de felle zon
verwelken mens en kudde,
de pijnboom verzengt.

Je hoort een vioolsolo als een vogel boven alles uitklinken:

We horen de koekkoek,
zachte liedjes van de tortel en distelvink.
Een lieflijk briesje beroert de lucht…”

Maar aan het einde van de dag lijkt er een onweer aan te komen:

“Maar plotseling steekt de noordenwind op.
De kudde siddert
voor de storm en zijn lot.

Het tweede deel

Het tweede deel is een kort en langzaam stuk. Het is de stilte voor de storm. Een vioolsolo beeldt een herder uit, die graag rust wil. De andere instrumenten beelden het gezoem van insecten uit. Aan het eind hoor je de dreigende donder.

De vrees voor bliksem en donder
berooft de herder van zijn rust,
vliegen en horzels zwermen woedend rond.

Het derde deel

Net als je denkt dat je in slaap bent gevallen, begint een zomeravondstorm. Gelukkig keert aan het einde van dit deel de rust weer terug.

Ach, zijn angst blijkt gegrond…
De hemel dondert en bliksemt, hagel
verwoest de korenaren en het andere graan.”

Wat is een vioolconcert

Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen.

In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen. In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi daar de virtuositeit van de solist aan toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden.

Wie was Vivaldi precies?

Antonio Vivaldi werd geboren in Venetië als zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Als jongeman ging Antonio in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook vioolleraar in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

Antonio heeft veel muziek geschreven. Hij schreef ook ongeveer 220 vioolconcerten. De vier jaargetijden (Quattro stagioni)  is er daar één van. Het werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven.

Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één.  Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Hij had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom wel zo populair.

Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen. Ook wordt het vaak bewerkt naar moderne versies. 

Carnaval in Venetië

MB-BB-BBS

De componist

Niccolò Paganini (1782-1840) hij componeerde in de periode van de Romantiek.

Paganini werd in Genua geboren. Hij was een Italiaanse musicus. Hij kon supergoed en supersnel viool spelen. Sommige mensen zeiden dat hij een afspraakje met de duivel had gemaakt en zijn ziel had verkocht om zo snel te kunnen spelen. Hij was ook een componist van virtuoze (dat wil zeggen: moeilijk te spelen door dat het snel en lastig is) muziek.

Paganini leed aan allerlei ziektes. Als je meer over hem wilt weten, kan je op het plaatje hiernaast klikken.

Het muziekstuk

Niccolo Paganini was een graag geziene gast in Venetië als er carnaval was, omdat hij zo ontzettend snel kon spelen. Hij was bijna een soort popartiest uit die tijd.

Hij schreef een variatievorm met 20 variaties om uit te voeren in Venetië. Een variatievorm is een muziekstuk dat begint met een thema. Daarna gaat hij een beetje improviseren en zo ontstaan er variaties op dat thema. Het thema dat paganini gekozen heeft, is een Napolitaans volksliedje. Het heet: o mamma, mamma cara, oftewel: o lieve, lieve mama.

De versie van Paganini werd zo populair dat iedereen het deuntje zong. In bijna alle landen werden er wel grappige teksten op dit melodietje gemaakt. In Nederland zingen we wel: Mijn hoed die had drie veren. Drie veren had mijn hoed. En had ie niet drie veren. Dan was het niet mijn hoed. Maar er zijn ook veel ondeugende teksten op gemaakt, die we hier helaas voor jullie niet zullen delen. 😉

Ook serieuze componisten werden door de melodie geïnspireerd. Je ziet dat de mensen in die tijd ook covers maakten.

Het carnaval in Venetië

Ergens rond de eerste week van februari begint erin Venetië, Italië een feest van twee weken: het Carnaval van Venetië. Het is een van de beroemdste carnavalsfeesten ter wereld.

Er wordt gezegd dat het sinds ongeveer 1296 gevierd wordt. Eerst was het een feestdag voor Venetianen, die voorafging aan de vastentijd. Die vastentijd was de periode voor carnaval. Burgers verkleedden zich en spraken af dat je status, je gender, je geloof etc. allemaal niet meetelde. Iedereen trof elkaar op het plein om het feest samen te vieren. En de rijke mensen vierden het ook nog eens met privéfeestjes in de bombastische kastelen.

Men bleef het feest altijd vieren en hield de tradities in stand. Je kan dan veel kleurig verklede mensen zien en shows. Een van de hoogtepunten is de “Vlucht van de engel”. Dan is er een acrobaat die aan een metalen kabel van de klokkentoren van de San Marco glijdt, naar het Dogenpaleis.

Je snapt dat het carnaval van Venetië altijd veel toeristen trekt.


Schoollied voor het IKEC

OBS-BBS

In Hoorn staan een aantal prachtige locaties van het IKEC. Leuke leerlingen en heel betrokken docenten. We hebben als cadeautje een lied voor hen gemaakt.

De ingezongen versie

De karaoke versie

Plek voor iedereen!
Niemand staat alleen.
Jij en jij en jij..
… en ik horen erbij.

IKEC herhalen.

Maakt niet uit hoe snel.
Echt, ik kom er wel.
Trots zijn op je werk.
Samen staan we sterk!

I-K-E-C
IKEC IKEC
DOE JE MEE?
IKEC herhalen.

Ja, ja, ja, ja.

I-K-E-C
IKEC
IKEC
DOE JE MEE?
IKEC herhalen.

Muziekpraatplaat: circusparade

OB-MB-BB-SO

Ga je mee naar circus Kzing? Leerlingen van Kzing hebben twee keer een verhaal over een circus gespeeld. In dit filmpje zie je daar beelden van. Maar je ziet ook beelden uit een echt circus.

Ben je wel eens in een echt circus geweest? Wat heb je daar allemaal gezien? Heb je ook het terrein gezien waar de wagens van de artiesten stonden?

Het woord circus wordt gebruikt voor rondreizende artiesten die in een tent hun kunsten laten zien. Maar het wordt ook gebruikt voor de tent zelf. Het woord komt uit het Latijn. Dat is de taal van de Romeinen. Zij gebruikten dat woord voor de renbanen waar zij wagenrennen hielden. Die renbanen waren in de vorm van een cirkel. Dat woord lijkt dan ook op het woord circus. Mensen gebruiken het woord ook wel eens om aan te geven dat ze vinden dat er teveel drukte wordt gemaakt van iets. “Het was een heel circus!”

Vroeger was er geen televisie en er is zelfs een tijd geweest dat er geen film was. In die tijd was het heel bijzonder als er een circus in de stad kwam. Vaak liepen de artiesten en hun dieren dan in een optocht door de stad. Dat noemde men de circusparade. Een parade is een feestelijke optocht, waarbij je laat zien wat er allemaal is. Dit nummer is een bedoeld om een Circusparade op te houden.

Misschien kun je met je groep wel circusje spelen. Iedereen verzint in groepjes “acts”. Een act is een kleine voorstelling. Bijvoorbeeld een klein stukje waarin clowns optreden, een klein stukje met een goochelaar, een klein stukje met een slangenbezweerder, een klein stukje met acrobaten, een klein stukje met iemand die jongleert… Je kan allerlei acts bedenken.

Eén persoon is de spreekstalmeester. Dat is de meneer of mevrouw die alle artiesten aankondigt. Natuurlijk ga je ook posters maken, om je voorstelling aan te kondigen.

Misschien kan iemand kaartjes maken. Er kan ook iemand aan de kassa zitten die de kaartjes knipt. Als alle acts klaar zijn, kan je een voorstelling houden.

Wie weet, laten alle artiesten zich eerst wel in een optocht aan het publiek zien! Dan kan je dit muziekje gebruiken!

Het is super leuk om circusje te spelen!

Een bewegingstussendoortje over Clowns