Herfstwandeling

OB-MB jongste groep-OBS

Hier vind je een sprookjesachtige acteeroefening die over de herfst gaat. Gebruik je eigen smaak en fantasie. We spelen dat we een herfstwandeling maken. Terwijl iemand het verhaal vertelt (docent/teacher in role), beelden we uit wat er gebeurt. Er zijn ook vragen die tussendoor gesteld kunnen worden. Die gaan over je eigen smaak. Iedereen mag een eigen mening hebben, want smaken verschillen.

De docent kan het verhaal ook voorlezen, terwijl de leerlingen met de ogen dicht luisteren en zich voorstellen dat ze het verhaal meebeleven. Dan is het een soort geleide meditatie.

Herfstwandeling.

  • Ga je mee een wandeling maken?
  • Hou je van wandelen?
  • We lopen over hoge bergen.
  • We wandelen door diepe dalen.
  • Het gaat regenen.
  • Wat vind jij van regen?
  • We doen onze jassen aan.
  • We stampen door de plassen.
  • We komen bij de rand van een bos.
  • Hou je meer van de bos of van de zee? 
  • We lopen het bos in.
  • Snuif de lucht eens op.
  • Wat ruik je? (Mosgeur, geur van gevallen blaadjes etc.)
  • We zien allemaal blaadjes op de grond liggen. Hoe komt het dat die niet aan de bomen zitten?
  • Welk seizoen is het?
  • Bij de blaadjes staan mooie paddenstoelen. Ze zijn rood met witte stippen.
  • Opeens zien we een klein mannetje, met een rood puntmutsje.
  • Wat is dat?
  • Hoe heet hij?
  • Hij zegt: “Kom maar in mijn huisje!”
  • We proberen naar binnen toe te gaan, maar dat past niet, want het is te klein.
  • Het kaboutertje geeft ons een flesje met sap. We draaien de dop eraf en nemen een slokje.
  • We krimpen… krimpen… krimpen…
  • Hoera! We kunnen door het deurtje.
  • Wat zien we in het huisje?
  • Er komt een eekhoorntje op visite. Hij heeft eikeltjes meegenomen.
  • Het kaboutertje zet een kopje eikeltjesthee.
  • We doen er een beetje honing in.
  • Even roeren en dan drinken we hem op.
  • Dan komt er een fee op bezoek.
  • Hoe heet zij?
  • Ze heeft mooie steentjes mee.
  • We mogen er allemaal eentje kiezen.
  • Ze hebben een prachtige kleur.
  • Welke kleur heeft jouw steentje?
  • Er staat ook op geschreven wat je allerbeste eigenschap is.
  • Wat is jouw allerbeste eigenschap? Het is ook een toversteentje, zegt de fee. Als je er drie keer over wrijft, ben je meteen thuis.
  • We wrijven er drie keer over. Een, twee, drie! En dan….
  • We draaien, draaien, draaien…
  • Plotseling merken we dat we in onze eigen tuin staan.
  • Was het nou alleen maar een herfstdroom?

Halloween

Uitgelicht: Het Halloweenfeest, Allerheiligen en Allerzielen.

Allerheiligen, Allerzielen en Halloween

Halloween, Allerheiligen en Allerzielen zijn drie bijzondere dagen die eigenlijk bij elkaar horen. Halloween valt op 31 oktober. Allerheiligen valt op 1 november. Allerzielen op 2 november.

Omdat het een feest is dat van oorsprong uit Engelstalige landen komt, hebben we een link naar een Engels liedje. Misschien is het leuk om samen te luisteren en het te vertalen.

Het thema is misschien meer iets voor de bovenbouwers dan voor de onder- of middenbouwers. Sommige leerlingen zullen het materiaal te spannend vinden. Iedereen kent de eigen groep het beste.

Halloween een spokenfeest

In sommige landen wordt , in de nacht van 31 oktober naar 1 november, het Halloweenfeest gevierd. Die nacht heet All Hallows Eve. Dat betekent Allerheiligenavond. We zullen later nog uitleggen wat dat voor een feest was. Wie aan Halloween denkt, denkt aan geesten, spoken en gegriezel. In de musical “Spoekies” wordt gezegd dat Halloween het lievelingsfeest is van alle spoken en dat ze dat feest vieren door elkaar kaartjes te sturen (zoals mensen dat met Valentijnsdag doen). Maar dat is natuurlijk verzonnen door juf Ellis

Griezelen met de spoken uit de musical “Spoekies” ? Leer het lied !

Een grappige, niet al te griezelige theatervoorstelling van ongeveer een uur, over lieve spoken die samen Halloween vieren

Allerheiligen op 1 november en Allerzielen op 2 november

Allerheiligen valt op 1 november. Mensen denken dan aan alle heilige mensen. Het woord heilig betekent Heilige mensen zijn mensen die heel goed geleefd hebben en zelfs wonderen hebben verricht. Ook martelaren zijn heilige mensen. Zij zijn voor een ideaal gestorven.

Allerzielen is het feest na Allerheiligen. Dat wordt gevierd op 2 november. Dan wordt er (vooral door katholieke mensen) teruggedacht aan álle overledenen. In veel landen gaan mensen naar de kerk. Soms zijn er processies. Dat zijn een soort kerkelijke optochten, die heel plechtig zijn. Mensen bidden. Ze steken vaak kaarsen aan voor overleden mensen of bezoeken het kerkhof. Daar versieren ze de graven dan soms met (vaak witte) bloemen.

Hiernaast vind je een link naar een les die past bij Allerzielen. Dat is een “feest” waarbij we denken aan alle mensen van wie we houden die zijn overleden.

Allerheiligen en Allerzielen zijn twee kerkelijke feesten, maar die feesten zijn zo niet begonnen. De Kelten hadden een andere kalender. Bij hen begon het jaar rond Halloween, want dan was de oogst binnen. Ook lag het zaaigoed voor het volgende jaar klaar. Halloween was dus een soort oudejaarsavond. Keltisch nieuwjaar heet Samhain. Je spreekt dat uit als Saun. Dat is ook het Ierse woord voor november.

De Kelten geloofden dat op die dag de geesten van alle overleden mensen van het afgelopen jaar terugkwamen om te proberen een levend lichaam te grijpen voor het komende jaar. Om goede geesten aan te trekken, legde men voedsel voor hen neer bij de deur. Maar men wilde de boze geesten afweren. Daarom droegen de Kelten maskers. Een soort vroege verkleedpartij voor Halloween dus.

Toen de Europese Christenen in de 9e eeuw aankwamen, namen zij hun Allerzielenfeesten mee. Christenen die in lompen gekleed waren, trokken de dorpen rond en bedelden om zielencake. Dat was krentenbrood. Voor elk brood dat zij kregen, beloofden ze een gebed te zeggen voor de overledenen van de gulle gever. Daar komt trick-or-treat vandaan, het langs de deuren gaan om snoepjes op te halen.

Trick or treat

In de 20e en 21e eeuw trekken groepen kinderen verkleed langs de deuren en te vragen om een “een trick or treat.” Een geintje of een traktatie. Ze verkleden zich zo dat mensen die de deur opendoen een beetje bang worden. De mensen in de huizen die meedoen, versieren hun huizen erg mooi. Vanaf 1980 doen de volwassenen ook mee met het feest. Ze organiseren dan griezelige verkleedfeestjes.

Dia de Muertos (dag van de doden) in Mexico

In veel landen worden Allerheiligen en Allerzielen niet zo erg gevierd, maar in Mexico worden de doden nog echt herdacht. Dat gebeurt op de Día de Muertos. De dag van de doden. Dat feest wordt 1 en 2 november gevierd, dus eigenlijk op Allerheiligen én Allerzielen.

Men gelooft dat de zielen van kinderen op 1 november terugkeren naar de aarde en die van de volwassenen op 2 november. Mensen verzamelen het hele jaar goederen om aan de doden te offeren. Ze maken de graven van geliefden schoon en versieren ze. Soms offeren mensen er eten en drinken. Het symbool van deze dag zijn schedels.

Deze Mexicaanse traditie komt bij sommige oorspronkelijke bewoners van Amerika vandaan. (Vroeger werden deze mensen met de niet nette benaming “Indianen” aangegeven.) De Maya en Azteken vonden het normaal om hun voorouders en doden te vereren. Men bewaarde hun schedels. Dat gebeurde de hele maand augustus. 

Over dit feest gaat de film Coco.

Tenslotte…

Toen de Christelijke Spanjaarden binnen vielen, verplaatste men de gebruiken die rond Halloween plaatsvonden naar Allerheiligen en Allerzielen. Heel vaak werden heidense feesten opgeslokt door Christelijke feesten.

In de Verenigde Stagen werd Halloween erg populair toen er in de tweede helft van de 19e eeuw Schotse en Ierse (van oorsprong dus Keltische) immigranten kwamen. De jack’o lantern werd populair. Dat was een uitgeholde pompoen die op een gezicht leek. Dit is hét symbool van Halloween geworden.

In Nederland werd op sommige plekken op 11 november de sterfdag van Sint Maarten gevierd. Daar wordt ook snoep opgehaald en er worden soms ook pompoenen uitgehold en gebruikt als lampion.

Sommige gelovige mensen hebben bezwaar tegen Halloween, omdat het van oorsprong een heidens feest was. Het oproepen van geesten is in de bijbel niet toegestaan. Protestantse mensen zijn er soms ook tegen, omdat zij niet geloven in Allerheiligen en Allerzielen. Bovendien vieren zij 31 oktober al een ander feest, namelijk Hervormingsdag.

Haves en de have nots

BB-ML

Een lied om samen eens goed over na te denken en misschien wel eens om samen over te praten in de les. Armoede en rijkdom. Wat is rijk eigenlijk? Ben je rijk als je veel geld hebt? Of kan je ook op andere manieren rijk zijn? Vinden jullie dat mensen minder vrijheid ervaren, wanneer zij minder geld hebben?

Omdat ik graag mee wil doen.
Omdat iedereen het heeft.
Omdat het echt nodig is.
Om te leven als je leeft.

En ik ben arm. De rest is rijk.
Het is gemeen en ongelijk verdeeld.
En er staat een muur, een hoge muur,
tussen de haves en de have nots.

Ik heb niets, alleen maar pech.
In mijn hand zit heus geen gat.
Geld stroomt tussen mijn vingers weg,
Had ik nou maar meer gehad.

Maar ik ben arm. De rest is rijk.
Het is gemeen en ongelijk verdeeld.
En er staat een muur, een een hoge muur,
tussen de haves en de have nots.

Dans met de beren

OB-OBS

Een liedje waarbij je kan musiceren en acteren. Bij het musiceren gaat hem om in de maat lopen en om het beleven van de parameters “zacht en sterk”. Dat kan je uitbouwen met boomwhackers of ritme instrumenten.

Je kan het liedje ook gebruiken bij het sprookje van Goudlokje en de drie beren. Je kan dit verhaal samen naspelen. (Teacher in role). Kijk maar eens naar het filmpje waarop meester Evan dat doet met een groep.

Sluip/ stamp met de beren, dan word je beresterk.
Zet allebei je voeten, maar lekker aan het werk.
Van linksom, rechtsom, linksom, rechtsom
Lekker samen sluipen/stampen, daar houden beren van.

Wat doen we met het lied? 

Je kunt net als de beren meestampen in de maat. Zo kan je goed ervaren wat maat eigenlijk is.

Je kan de parameters zacht en sterk (in de muziek noemen we “hard”, “sterk”.) aanleren. Beren kunnen hard stampen, maar ook zacht stampen. In de muziek heet “hard” “sterk”. Eigenlijk gebruiken we Italiaanse namen zacht is piano, sterk is forte.

Teacher in role

Hier kun je zien hoe meester Evan het verhaal dat eronder staat met de kinderen uitspeelt :

 

Het verhaal

  1. Wie gaat er mee naar het bos? Het is lente! (Iedereen natuurlijk :)) 
  2. We lopen over een hoge heuvel. We lopen de heuvel weer af.  (Doe je)
  3. We lopen over een lange weg.  (Doe je)
  4. Kijk, daar ligt het bos.  (Wijs) 
  5. We lopen het bos in.  (Doe je)
  6. Wat kraakt er zo onder onze voeten? (Wacht antwoord af. Takjes, dennennaalden)
  7. Waar ruikt het in de lente naar?  (blaadjes, bloemen…  )
  8. Wat horen we nou?  (fluiten…. Vogeltje)
  9. Rits rats roets…. Een eekhoorntje klimt de boom in..Wat is het mooi hier hè?
  10. In de verte zien we een heel klein huisje liggen. (Wijs) Zullen we er naar toe gaan?
  11. We lopen er naar toe.  (Doe je)
  12. Het huisje heeft 3 deurtjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  13. We gaan naar binnen. Door welk deurtje ga jij?  (Ieder kind mag door een eigen gekozen maat naar binnen.) 
  14. Wat een gezellig huisje!
  15. Als we binnen zijn, zien we een tafel met drie stoeltjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  16. Op welk stoeltje ga jij zitten?  (Ieder kind gaat op een eigen gekozen formaat stoeltje zitten.) 
  17. Op de tafel staan drie kommejtes pap. Eén hete. Een warme en ééntje met koude pap.
  18. Bij de hete pap ligt een grote lepel. Bij de warme pap een middelgrote lepel en bij de koude pap een klein lepeltje. We gaan van alle bakjes pap even proeven.
  19. Waar smaakt de pap naar? Is het lekker? Een beetje lekker? Of is het vies? Dat moet ik aan je gezicht kunnen zien.
  20. Dan gaan we van onze stoel af. Hoe moet dat? Waar zat je ook al weer op?  (Ieder kind gaat er op de eigen manier vanaf.) 
  21. Hee… er zit ook een trap in het huisje. We klimmen de trap op.  (Doe je)
  22. Er is een gezellig slaapkamertje met drie bedjes. Eén grote, één middelgrote en één kleine.  (Gebaren) 
  23. Oh… wat zijn we moe van de pap en de trap… Waar wil jij in liggen?  (Ieder kind gaat in het eigen formaat bedje liggen.) 
  24. We vallen in slaap. (Doe je)
  25. Plotseling horen we een deurtje. Er klinkt een papastem die zegt: Heee…. Wie heeft er op mijn stoel gezeten? Dan klinkt er een mamastem die zegt…. Huh? Wie heeft er van mijn pap gegeten? Een klein stemmetje zegt: nou moe,  er heeft ook iemand op mijn stoeltje gezeten! En er heeft ook iemand van mijn pap gegeten! (Doe dit met passende stemmetjes) 
  26. Opeens horen we voetstappen op de trap stampen.
  27. Een klein stemmetje zegt: Papa, mama…Er ligt iemand in mijn bedje.
  28. Van wie zijn die stemmen? Ze zijn van de drie beren.
  29.  Beren? (Schrik)  Dan moeten we wegrennen. (Doe je)

Als we spelen dat we op weg zijn, zijn er tussendoor allerlei vragen. Weet-vragen, maar ook fantasie-vragen, waarbij je zelf iets moet bedenken.

Het verhaal speelt zich af in de lente, maar je kan het heel gemakkelijk aanpassen, natuurlijk, zodat je dit sprookje ook in een ander seizoen kan spelen

De bieb

MB-BB-BBS

5 oktober 2023 is het Kinderboekenweek. We hebben daarom een lied over de bibliotheek, want waar kan je nou meer boeken vinden dan in de bieb?

Hou jij ook zo van lezen? Het is echt een geweldige hobby! Bovendien is het is slim om goed te leren lezen. In boeken staan de meest fantastische verhalen. Er zijn ook informatieboeken, waar veel instaat over een bepaald onderwerp.

Als je veel van lezen houdt, moet je eens naar de bibliotheek gaan. Je kunt daar trouwens nog veel meer doen dan lezen alleen!

De ingezongen versie
De karaoke versie

Ga je mee naar de bieb om de hoek?
Even lekker in een hoekie, met een blaadje of een boekie.
Ik ga eens per week naar de bibliotheek,
want daar kan ik alles vinden, als ik zoek.

Leuke mensen aan de balie! Worstel jij dus met een vraag,
wees niet bang en laat je helpen, want dat doen ze echt heel graag.
Kom nog vandaag!

Ga je mee naar de bieb op het plein?
Want daar moet je dus echt heen en zeker om muziek te lenen.
Ik ga eens per week naar de bibliotheek,
omdat daar de nieuwste Donald Duckies zijn.

Er is info voor mijn spreekbeurt en als ik naar woorden zoek,
kijk ik gauw even op internet, of pak een woordenboek.
Kom op bezoek!

Ga je mee naar de bieb? Goed idee!
Echt, het is er niet muisstil en wie wil gamen of wil chillen,
die gaat eens per week naar de bibliotheek.
Als ik weg ga neem ik zeven boeken mee!

Een boek over karate, of
een heel eng spookverhaal…….
Een dvd van Dora.
Ja, dat is er allemaal!
De laatste Francine Oomen
De eerste Carry Slee.
Je kunt er alles vinden,
onder A of B of C.

Of (meer eigenttijds)

Ik ben een fan van Rowling
en ook van Roald Dahl.
Ik hoef geen boek te kopen,
want ze staan hier allemaal !)

De laatste Francine Oomen.
De eerste Carry Slee.
Je kunt hier alles vinden,
onder A of B of C.

Ga je mee naar de bieb, om de hoek?
Even lekker in een hoekie, met een blaadje of een boekie.
Ik ga eens per week naar de bibliotheek,
Want daar kan ik alles vinden, als ik zoek.
Bieb… bieb….. bibliotheek.. etc. …

Verwerking

Kom jij wel eens in de bieb? Met wie ben jij voor het eerst naar de bibliotheek toe gegaan? Maak eens een tekening of schrijf een kort verhaal over het allermooiste boek dat je hebt, of hebt gelezen. Waarom is dat boek zo speciaal voor jou?

The Addams family

MB-BB-BBS-ML

Op deze pagina kan je leren hoe je het begin kan spelen van de themasong van de film over The Addams family.

Mocht je even vergeten zijn wie dat ook alweer waren, kijk dan even naar het volgende filmpje. het is de tekenfilmversie. Je hoort dan meteen de themasong. Kunnen jullie de tekst vertalen?

De animatie van het verhaal

Het ritme hebben we niet genoteerd. Als je wil weten hoe het muziekje en dus ook het ritme klinkt, kun je de pianotutorial op YouTube bekijken.

Je kan het lied op toetsen spelen, maar ook met boomwhackers. Dan moet je wel de uitgebreide set van de boomwhackers hebben, omdat er een bes (een verlaagde b) in het stukje voorkomt.

Op een simpele manier meespelen met 2 boomwhackers, in plaats van de boomwhakcers kan je ook ritmestokjes gebruiken.
Een gemakkelijke piano tutorial op YouTube

Hoorn biedt meer!

OB MB-BB-BBS

Luister en kijk eens naar dit lied van Kzing over Hoorn. Het gaat over de Nederlandse stad Hoorn en haar geschiedenis. Leerlingen van de onderbouw kunnen het refrein meezingen. ieronder staat een karaoke versie, maar wel met een ander arrangement. Dit arrangement komt uit de musical “Stadsbeeld”. Een aantal plekken hebben al veranderingen ondergaan (het ziekenhuis heet tegenwoordig bijvoorbeeld Het Dijklander), maar zo gaat dat in steden. Er is steeds ontwikkeling. Toch kun je het lied wel meezingen met de karaoke-versie, denken we. 

De ingezongen versie
De karaoke versie
Ander arrangement

1.
Kijk niet alleen naar vroeger,
hoe Hoorn toen nog was:
de Waegh, De Roode Steen,
wat havens aan een waterplas,
de stad van Coen.

Het V.O.C. verleden dat is iedereen bekend.
Veel mensen zien de stad dus als een prachtig monument.
Moet je niet doen!

Refrein: 
Hoorn biedt meer! (Hoorn beat)
Hoorn biedt meer! (Hoorn beat)
Hoorn is toekomst aan het Markermeer!

2.
Mijn stad heeft een verleden, maar is geen geschiedenis.
Zeg,
kijk maar om je heen wat hier aan mooie dingen is.
Dat is echt waar! (herhaal)
Er zijn moderne wijken en
gelukkig heel veel groen;
een speeltuin en een ijsbaan.
Je kunt hier van alles doen
en met elkaar. (herhaal)

Het refrein

3.
Ach Coen, je moest eens weten
hoeveel beter het nu is.
Hoeveel culturen samenleven
en jouw erfenis wordt hier gedeeld. (herhaal)
Ik heb een ander beeld,
daar naast dat oude beeld van Coen,
een beeld dat goed laat zien
dat wij het nu heel anders doen.
Een beter beeld! (herhaal)

Het refrein, herhaal

Acteeropdracht: Tableau vivant

We maken groepjes. Elk groepje maakt twee tableaux vivants over de 17e eeuw of de V.O.C. Je beeldt als groep zwijgend twee foto’s uit die gaan over die tijd. Bijvoorbeeld over het werken op de schepen, de rijkdom, de slavernij, etc.

Voor de bovenbouwers

Hoorn is een gemeente die aan het Hoornse Hop en dus ook aan het Markermeer ligt. Blokker en Zwaag horen ook bij de gemeente Hoorn. Er wonen tegenwoordig ruim 71.000 inwoners. De stad staat bekend om de vele monumenten uit de 17e eeuw. De binnenstad van Hoorn is vol geschiedenis.

Kun je de plekken die je in het filmpje ziet, herkennen? Hoe heet de meneer van wie er een standbeeld is gemaakt?

Midden in de binnenstad van Hoorn, op de Roode Steen staat een standbeeld. Dat is het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Al heel lang zijn er in Hoorn zijn mensen het niet met elkaar eens of dat beeld daar mag blijven staan.

Ook vrijdag 19 juni 2020, waren er twee protesten die gingen over het beeld van Coen. Eén groep mensen demonstreerde vóór het blijven van het beeld van Coen en een andere groep demonstreerde tégen het beeld van Coen. Dit was op andere plekken in Hoorn. Na afloop van de twee protesten was er een groepje relschoppers dat naar het beeld van Coen ging. Zij vertoonden agressief gedrag. Ze gooiden met stoelen en stenen. De M.E. en de politie te paard hebben ervoor gezorgd dat dit ophield.

Om te snappen waarom dit gebeurde, moeten we eerst uitleggen wie Jan Pieterszoon Coen was.

Wie was Jan Pieterszoon Coen?

Jan Pieterszoon Coen (1587-1627) was een Nederlandse koopman, die in de 17e eeuw carrière gemaakt heeft bij de “Vereenigde Oostindische Compagnie,”(dat schreef je toen met twee e’s.)

De Nederlanders, die altijd al echte koopmannen waren, gingen in de 17e eeuw met grote schepen naar verre landen en haalden daar spullen waarmee ze konden handelen en geld verdienen.

Ze gaven de bevolking in die gebieden niet altijd eerlijke prijzen voor hun spullen of zorgden ervoor dat de mensen daar hun producten niet aan andere partijen konden verkopen. Het was toch mooi dat ze er rijk van werden? Niemand vond dat gek in die tijd. Dat deden immers alle landen!

Nederland werd in die tijd een rijk en welvarend land. Niet alleen door zich oneerlijk te gedragen bij de handel in sommige verre gebieden. Ook binnen Europa werd veel onderling gehandeld.

De 17e eeuw, een Gouden Eeuw of niet?

De 17e eeuw wordt ook wel de “Gouden Eeuw” genoemd. Men noemde die tijd “goud” omdat het een rijke tijd was op het gebied van kunst en cultuur in Nederland. Er werd veel geld verdiend, dus men kon veel investeren in kunst en het versieren en inrichten van hun huizen en er waren veel meer luxe producten.

Voor de mensen van wie hun producten tegen lage prijzen verkocht werden en die tegengewerkt werden om een betere prijs voor hun producten te krijgen, voor de mensen die tot slaaf gemaakt werden en voor de mensen van wie het land als kolonie ingepikt werden, was de 17e eeuw natuurlijk een Vreselijke Eeuw en helemaal geen Gouden Eeuw.

Sommige mensen van nu vinden het daarom niet respectvol om de 17e eeuw zo te noemen. Andere mensen vinden dat onzin.

Coen en de V.O.C.

De V.O.C. was de allereerste grote multinational. Een multinational is een groot handelsbedrijf dat in veel landen handel drijft.

Coen was een slimme man. Hij werd in Hoorn geboren. Hij ging in Rome studeren om een goede koopman te worden. Hij sprak verschillende buitenlandse talen, waaronder Italiaans. Maar mogelijk ook Spaans en Portugees.

In 1606 begon Coen te werken bij de V.O.C. Tenslotte werd hij in 1617 Gouverneur-generaal van de Vereenigde (ja met 2 e’s in die tijd) Oost-Indische Compagnie, oftewel de V.O.C. Hij was zeg maar de grote baas van Nederland over alle bezittingen die de V.O.C. had buiten de Republiek der Zeven Verenigde nederlanden.

In 1614 schreef Coen een slim plan hoe de V.O.C. veel geld kon verdienen. Dat stuk heette “Discours”. Dat plan is ook uitgevoerd.

Wat deed de V.O.C.?

1 Men kocht met zilver uit Japan, textiel en kleden in India.

2 Die kleden werden verkocht in de Indische archipel. Daar betaalden ze met specerijen en hout.

3 Die specerijen en hout werden weer naar China gebracht en verkocht.

4 Daar haalde de V.O.C. lakwerk en porselein (voor Nederland) en Chinese zijde.

5 Die zijde werd weer in Japan verkocht voor het zilver. En zo was het kringetje rond. Ze hadden veel verhandeld en konden hun terugreis naar Nederland betalen. Daar konden ze ook weer dingen verkopen. Slim toch?

Er zaten ook nare kanten aan al die slimheid. De geschiedenis van Coen heeft te maken met kolonisatie en met slavernij.

Omdat de V.O.C. zo groot werd, hadden de bestuurders forten en pakhuizen nodig. De mensen van de V.O.C besloten tot slaaf gemaakte mensen te gebruiken om die te bouwen. Nederland heeft ongeveer een half miljoen mensen tot slaaf gemaakt. Er gingen zo’n 275.000 tot slaaf gemaakte mensen naar Suriname en ook nog heel veel naar de Antillen. Dat was in die tijd gebruikelijk, maar met de kennis van vandaag, vinden wij dat dat heel erg verkeerd is.

De V.O.C. pakte ook heel veel land van andere volkeren en voegde dat bij Nederland. Ze noemden die gebieden “koloniën van Nederland.” Soms moesten ze daarvoor vechten. Natuurlijk met de bewoners zelf, maar ook met andere landen die die gebieden ook wilden hebben om er rijk van te worden. De V.O.C. had koloniën in:


Amboina en de Banda-eilanden (dat zijn de Molukken in Indonesië),

  • Batavia en Java,
  • Bengalen (nu Bangladesh),
  • Ceylon (nu Sri Lanka),
  • Kaapkolonie (nu Zuid-Afrika),
  • De kust van Coromandel (ligt in Inda),
  • Nederlands Celebes (Sulawesie in Indonesië),
  • Nederlands Formosa (West Taiwan),
  • Nederlands Malabar (in India in Malabar),
  • Nederlands Malakka (tegenwoordig Maleisië),
  • Suratte (in India),
  • Westkust Sumatra in Padang (in Indonesië)
  • (Later, in de tijd van de West-Indische Compagnie had Nederland nog meer kolonies.)

Coen werd een belangrijk man

Door zijn slimme plannen werd Coen een belangrijk man bij de V.O.C. Hij vocht met de volkeren overzee en wist er zo voor te zorgen dat de V.O.C. geld verdiende. Daar heeft iedereen in Nederland van geprofiteerd. Eigenlijk hebben wij daar nu nog steeds voordeel van. Nederland heeft op die manier ook kennis gemaakt met producten en culturen die anders waren dan de eigen producten en cultuur. Op die manier stond Coen ook aan het begin van een samenleving waarin culturen met elkaar kennis maakten.

Je zou zo denken dat die man een standbeeld waard is. Maar zo simpel is het nou net niet. Eigenlijk is er altijd discussie geweest over de vraag of Coen een goeierik of een slechterik was.

Wat vond men van Coen in zijn eigen tijd ?

Jan Pieterszoon Coen leefde in een tijd waarin de mensenrechten nog niet zo belangrijk gevonden werden, maar ook in zijn eigen tijd gold Coen al bij veel mensen als een wrede man.

Hij heeft mensen van oorspronkelijke bevolkingen om het leven gebracht, omdat ze in zijn ogen niet mee wilden werken. Die mensen verzetten zich tegen wat Nederland van hen af wilde pakken. Ze lokten de manschappen van Coen dan in hinderlagen en brachten hen om het leven. Coen trad hier altijd streng tegen op. Hij bracht veel van die mensen om het leven. Als je door Coen zijn bril kijkt, snap je dat wel. Coen probeerde monopolies op producten te krijgen. Dat wil zeggen dat hij ervoor wilde zorgen dat die producten alleen aan de V.O.C. verkocht werden. Dan was de V.O.C. het enige bedrijf dat zoiets verkocht en zo kon men hogere prijzen vragen en dus meer winst maken.

Maar dat was natuurlijk niet in het belang van de oorspronkelijke bevolking. Op het eiland Banda wilden de mensen daar niet aan mee werken. Zij wilden hun nootmuskaat ook aan anderen verkopen. Toen bracht Coen bijna een heel volk van zo’n 15.000 mensen om het leven.

Daarvoor werd Coen wel op het matje geroepen bij het bestuur van de V.O.C, de Heren 17. Maar stiekem waren ze blij met iemand die zo dat deed. Coen kreeg een preek, maar tegelijkertijd bleven ze hem steun en geld geven, want ze vonden hem een goede bestuurder en het kwam hen wel goed uit wat hij deed.

De 18e eeuw

In de 18e eeuw had Nederland nog koloniën. Mensen van kleur waren in Nederland zelf een uitzondering. Soms kwamen ze mee met de mensen die zich hun “meester” noemden. Dan werden ze raar aangekeken vanwege hun huidskleur, alsof ze een exotische bezienswaardigheid waren. Ze werden meestal niet gelijk behandeld. De Nederlanders en andere Westerse landen waren, als we door de bril van onze tijd kijken, tamelijk racistisch. Maar die houding was heel normaal in die tijd. Men vond het normaal, verstandig en goed dat Nederland rijkdommen weghaalde in andere landen.

19e eeuw

Ook in de 19e eeuw had men nog de koloniën. Men vroeg zich niet af hoe dit zo gekomen was en hoe dit voor de oorspronkelijke bevolkingen was.

Eind 19e eeuw had België zich losgemaakt van Nederland. Toen wilde men graag weer trots zijn op het eigen land. men wilde het beeld van Nederland als groots, zeevarend land onder de aandacht brengen en mensen trots maken op de eigen geschiedenis. Daarom wilde men standbeelden neerzetten voor de eigen helden.

In de 19e eeuw wilden sommige mensen een standbeeld voor Coen en andere bestuurders van de V.O.C. neerzetten. Het beeld van Coen is gemaakt door Ferdinand Leenhof en in 1893 op de Rode Steen geplaatst. Het is een rijksmonument. Dat is dus vele jaren nadat Coen leefde.

Maar ook in de tijd dat het standbeeld geplaatst werd waren er al mensen die vonden dat Jan Pieterszoon Coen geen standbeeld verdiende en veel mensen vonden dat Coen belachelijk stond op het beeld. Niemand ging zo staan, vond men. Niet iedereen kwam kijken toen het beeld onthuld werd.

Afschaffing slavernij en Keti Koti

Langzamerhand ging men wel anders denken over de slavernij. Men ging begrijpen dat het ongepast was om een ander tot slaaf te maken. In de loop van de tijd werd die op steeds meer plekken afgeschaft.

Honderdachtentwintig vrouwen richtten in 1840 het Rotterdam Dames anti slavernij comité op en toen kwamen er meer antislavernijverenigingen.

Op 1 juli 1863 werden de tot slaaf gemaakte mensen in Paramaribo vrije mensen. Dit wordt nog steeds op 1 juli gevierd. Dat feest heet Ketikoti. Dat betekent “De ketenen zijn verbroken”.

De Nederlandse regering betaalde per persoon driehonderd gulden. Maar echt vrij waren die mensen nog niet, want ze moesten nog 10 jaar verplicht op de plantages blijven werken. Ze kregen toen wel betaald.

De afschaffing van het tot slaaf maken van mensen was een lang proces. Trouwens… ook nu zijn er nog mensen die uitgebuit en vernederd worden door anderen.

De 20e eeuw

Je overgrootouders leerden ondertussen op school in de geschiedenisles vooral dat Nederland een grote zeevarende natie was. Ze leerden in liedjes en in het onderwijs dat Piet Heyn, Michiel de Ruyter, Jan Pieterszoon Coen, enz. helden waren. Het was ook best dapper om de zeeën te bevaren. Niet al deze zeehelden waren even wreed en ze deden ook niet allemaal mee met de slavenhandel, maar van Coen staat vast dat hij dat wel deed.

In de tijd van je overgrootouders had Nederland ook nog steeds koloniën. Veel mensen snapten niet wat het probleem daaraan was. Als iets in je eigen tijd een gewoonte is, denken mensen er vaak niet over na of dat oké is.

Na de Tweede Wereldoorlog werden steeds meer koloniën weer zelfstandig.

  • Nederlands Indië werd in 1949 Indonesië.
  • In 1954 werden Suriname en de Nederlandse Antillen zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
  • In 1963 werd Nederlands Nieuw Guinea onder druk van de VS en de VN overgedragen aan Indonesië.
  • In 1975 werd Suriname onafhankelijk.
  • In 1986 werd Aruba (een deel van de Nederlandse Antillen) een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
  • In 2010 hielden de Nederlandse Antillen op te bestaan. Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden als Caribisch Nederland bijzondere gemeenten van Nederland. Curacao.

Halverwege de 20e eeuw

Halverwege de 20e eeuw veranderde de mening over kolonisatie. De meeste koloniën werden ook vrije landen. Dat hebben je overgrootouders allemaal meegemaakt en je grootouders voor een deel. Door dit alles veranderde ook de manier waarop er naar de geschiedenis werd gekeken.

De mensen in Nederland maakten zich nog steeds niet druk over het feit dat ze naast dapper, ook oneerlijk waren geweest, in die bepaalde tijd van de geschiedenis. Behalve natuurlijk de nakomelingen van de mensen die slecht behandeld waren. Die hadden verhalen gehoord van oma’s en opa’s die verkocht waren alsof ze slaven waren. Een aantal van hen woonde inmiddels in Nederland. Daar kregen ze soms te maken met discriminatie. Mensen zeiden somsnare dingen zoals: “Ga terug naar je eigen land!”, maar Nederland was of is dus hun eigen land. In het begin vochten deze mensen niet meteen tegen die woorden en beelden. Zij waren nog bezig om een plek te krijgen in de samenleving. Ze probeerden zich zoveel mogelijk aan te passen.

De 21 e eeuw

In de 21e eeuw worden alle mensen mondiger. Sommige nakomelingen van mensen uit de landen die door Nederland gekoloniseerd waren, willen niet dat het land waar zij wonen standbeelden heeft van de mensen die hun voorouders zo behandeld hebben. Een standbeeld is toch een soort van eer? Zij willen niet dat de toenmalige overheersers van hun volk eer krijgen. Sommigen van hen vinden om die reden dat die beelden weg moeten en ze worden daar door sommige andere Nederlanders in gesteund. Maar andere mensen vinden dat dit veel te ver gaat.

Coen is al eens “weg” geweest

In 2011 werd het beeld van Coen per ongeluk van zijn sokkel gestoten. Meteen werd er druk gepraat of het beeld wel terug moest. Een groep mensen vond het tijd worden dat Coen verdween.

Maar er is ook een andere kant aan dat verhaal: veel bewoners van Hoorn zijn nogal aan het beeld gehecht. Niet perse omdat ze Coen vereren. Het is niet zo dat mensen bloemen leggen bij zijn standbeeld of iets dergelijks, maar ze vinden dat hij bij de Hoornse geschiedenis hoort en ze zijn aan het beeld gewend.

Het is ook handig dat het beeld reclame voor Hoorn als V.O.C. stad maakt, want daardoor komen er veel toeristen naar Hoorn en daar wordt geld aan verdiend.

Uiteindelijk is er besloten om een plaat onderop het standbeeld te doen met wat uitleg over de goede en slechte dingen van Coen. Er is ook een Qr code en als je die scant, krijg je meer info.

Je zou denken dat de kous daarmee af was, maar sommige mensen vinden dat er niet duidelijk genoeg staat dat Coen wandaden heeft gepleegd.

Vandaag de dag

En nu zijn we in het heden aangekomen. De beelden staan er nog. Coen staat er nog. Er zijn mensen die het beeld van Coen en die andere beelden willen houden en mensen die ze weg willen hebben.

Waarom is die plaquette volgens sommige mensen niet meer genoeg?

Door de dood van George Floyd in Amerika, ontstond er veel aandacht voor het gegeven dat sommige instanties in Amerika (zoals de politie) veel strenger optreden tegen mensen van kleur dan voor blanke/witte mensen. Als organisaties mensen buitensluiten (bijvoorbeeld niet aannemen bij banen, of juist één bepaalde groep veel sneller arresteren, of minder kansen geven) noemt men dat “institutioneel racisme”.

De volwassenen zijn het er niet over eens of dat in Nederland ook zo is. Sommige mensen vinden dat het hier erg meevalt met de discriminatie en ze vinden dat iedereen gelijke kansen heeft. Anderen zeggen dat dat toch niet helemaal waar is. De mensen die zeggen dat er in Nederland ook verborgen racisme is, willen alle zaken die racistisch uitgelegd kunnen worden, weghebben. Daarom is er de Pietendiscussie en de beeldendiscussie.

We zitten in Nederland erg in ons maag met de hele situatie. Wat moeten we doen?

Het lastige punt bij het beantwoorden van die vraag is dat de mensen in verschillende tijdsperiodes anders denken over dingen. Wat men in de tijd van Coen, of in de tijd van je overgrootouders normaal vond, vindt men tegenwoordig niet altijd meer fatsoenlijk.

Dat geldt straks ook voor wat er in onze tijd gebeurt. Meningen en gebruiken die wij vandaag de dag hebben, kunnen over een aantal jaren als heel fout beoordeeld worden.

De echte vraag is dus:

Hoe moet je dingen die vroeger gebeurd zijn beoordelen? Door welke bril kijk je naar de geschiedenis?

De bril van toen of de bril van nu?

De bril van de “overwinnaar” of de bril van de “verliezer?”

Het moeilijke van geschiedenis is dat je altijd met door de bril van je eigen tijd kijkt naar een tijd waarin mensen héél anders dachten. En het hangt ook nog eens af van je eigen ervaringen en van wat je familie en voorouders hebben meegemaakt.

Bij veel mensen van kleur roept alles wat er nu gebeurt opnieuw boosheid op over de tijd van slavernij en van kolonisatie. En daarom willen ze dat nu die beelden echt weg gaan. Sommige witte/blanke mensen staan achter hen. Ook zij vinden dat oneerlijk.

Sommige mensen van kleur vinden dat het wel meevalt. Ze geven aan dat zij wel een goede plek in de samenleving hebben gevonden.

Weer andere mensen vinden dat het te ver gaat om al die beelden weg te halen. “Je haalt toch ook de piramides niet weg.” zeggen ze. ” Die zijn ook door mensen die tot slaaf gemaakt waren gebouwd.” Ze vinden dat je de geschiedenis niet kan en niet moet willen uitwissen.

Maar ja, Coen heeft wel heel veel mensen om het leven gebracht. Verdient zo iemand wel een standbeeld?

Mag het beeld blijven, want moeten we bedenken dat hij in die tijd als een held werd gezien?

Is het juist belangrijk dat het blijft, omdat we mensen dan kunnen leren dat we die dingen niet meer moeten doen?

Of moet het juist blijven, omdat mensen van de geschiedenis kunnen leren?

Hoort het dan op het plein, of moet het naar het museum?

Het is nog niet duidelijk wat de goede manier is.

Wat moeten we met de twee gezichten van Coen? Moeten we hem vooral zien als een zeevarende, dappere held en bestuurder die Nederland rijk heeft gemaakt, waardoor we nu met veel culturen samen kunnen leven? Dat is tenslotte waar. Betekent dat dan dat het beeld moet blijven?

Of moeten we hem vooral zien als een wrede volkerenmoordenaar, die ook nog eens meedeed aan slavernijpraktijken? Dat is per slot van rekening ook waar. Betekent dat dan automatisch dat het beeld weg moet? of moet je het juist laten staan om mensen over die tijd te leren? En moet het dan op de Roode Steen blijven, of moet het in een museum komen te staan?

En als we toegeven dat er twee kanten aan de zaak zaten, wat moeten we dan met het beeld doen?

Iedereen moet daar zijn/haar eigen antwoord op vinden. Ook jullie mogen je eigen antwoord vinden op de vragen van onze tijd. Het helpt om goed te luisteren naar alle meningen die erover zijn en veel te lezen over de geschiedenis en wat er nu gebeurt in de maatschappij. Dan kan je een betere keuze maken.

Je mag in Nederland van mening verschillen

Je hoeft het in Nederland niet met elkaar eens te zijn. Mensen denken heel verschillend over politiek, over de geschiedenis, over de plek van Coen en over het standbeeld. Dat mag in Nederland. We zijn een democratie. Dat betekent dat het volk rechten heeft. Onder andere het recht op vrije meningsuiting.

Je mag dus over alles van mening verschillen en dat ook zeggen of opschrijven. Je hebt in Nederland ook het recht om te protesteren om je eigen standpunt duidelijk te maken. Zelfs schreeuwen mag. Je mag alleen geen relletjes trappen en dingen stuk maken en je mag ook niet oproepen tot haat van andere mensen.

Bij Kzing vinden we het belangrijk dat je respect voor iemand anders’ mening laat zien. Onze persoonlijke mening is dat je er waarschijnlijk meer aan hebt als je naar elkaar luistert en met elkaar praat. En als je dan praat, kan je het beste goede argumenten gebruiken. Wij vinden persoonlijk ook dat het goed is om steeds over je eigen mening na te blijven denken.

Wat is jouw mening over dit alles? Luister vooral ook eens naar de mening van je ouders.

Open de poort

MB-BB-BBS

Een liedje over de geschiedenis van de stad Hoorn. Hoorn was in de 17e eeuw een stadje aan de Zuiderzee. Naast visvangst, voeren er ook grote schepen over zee naar de Oost. Als steden aan water liggen, hebben ze gemakkelijk verbinding met volkeren waarmee ze kunnen handelen. Daardoor zijn steden aan het water vaak wat rijker.

Dit liedje gaat trouwens niet alleen over vroeger, maar ook over nu. In Hoorn is de geschiedenis immers overal om je heen. Kijk eens naar het filmpje. Zie je bekende dingen?

Ingezongen versie

Open de poort 
en kom binnen 
dan kan het verhaal 
echt beginnen.
Ga mee door de poort 
naar de stad
die zo oud is 
dat zij ooit van goud is geweest. 
Welkom in Hoorn. 
Welkom in Hoorn. 

Al wie hier komt, moet betalen.
Draag bij met je 
eigen verhaal en dan 
wordt deze stad 
ook van jou.
Wie wil blijven die moet 
hier geschiedenis schrijven. 

Waar de hoorn 
van overvloed vloeit..
en de handel nog steeds 
welig bloeit. 

Welkom in Hoorn!
Welkom in Hoorn!
Karaoke versie

De stad Hoorn bestond al in de 17e eeuw, de tijd van de V.O.C. ; dat staat voor Verenigde Oostindische Compagnie. In Hoorn zijn allerlei dingen te vinden, die aan die tijd herinneren: gebouwen, straatnamen, standbeelden, musea etc.

De V.O.C was de eerste grote handelsmaatschappij die hele grote schepen liet varen naar verre landen. Daar haalden de mensen specerijen en andere luxe artikelen die de mensen hier wilden hebben. De Nederlanders kregen ineens meer luxe. De kunst en cultuur nam ook een grote vlucht. In die tijd waren er beroemde schilders, schrijvers en dichters. Daarom noemt men de 17e eeuw ook wel eens de Gouden Eeuw.

Maar tegenwoordig zijn er mensen die dit woord niet oké vinden, omdat die luxe producten niet altijd op een eerlijke en menselijke manier zijn verkregen. In die tijd zijn veel mensen tot slaaf gemaakt en de producten zijn vaak tegen niet eerlijke prijzen uit andere landen gehaald. Soms werden zelfs landen afgepakt. In die tijd was dat normaal, maar nu denken we daar toch wel anders over. Aan de andere kant zijn er ook positieve dingen voortgekomen uit deze periode. Zo hebben wij veel geleerd van de mensen uit andere culturen en veel goede dingen van hen overgenomen. Niet alle volwassenen hebben daarom dezelfde mening over deze zaken.

Op dit moment verschillen volwassenen van mening over de vraag of het beeld van Jan Pieterszoon Coen moet blijven staan. Hij heeft Hoorn welvaart gebracht, maar hij heeft ook veel mensen uit Banda verdreven en vermoord. De vraag waarover de volwassenen kibbelen is: moet zijn beeld wel blijven staan? Of moet het naar het museum? Of moet het helemaal weg?

Wij vinden dat het belangrijk is dat kinderen met hun ouders over dit soort dingen praten. In het liedje nemen we geen standpunt in. Het liedje zegt niet wat er met het standbeeld moet gebeuren, of wat je ervan moet vinden. Het liedje is alleen gemaakt om je te laten nadenken over deze zaken. Ieder mens mag hierover zijn eigen mening vormen.

We bedoelen met de tekst van het liedje wel dat het tegenwoordig gelukkig veel beter geregeld is dan vroeger en daar zijn de meeste mensen het gelukkig over eens.. Tegenwoordig proberen de meeste mensen op een goede manier met elkaar samen te leven en het is in de wet opgenomen dat mensen andere mensen niet tot slaaf mogen maken, maar iedereen moeten respecteren.

Dat is de reden dat de kinderen op dit filmpje hand in hand om het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen dansen: ze mogen allemaal thuis zijn in Hoorn.

Herken je zaken in het filmpje ?

Met dank aan de ondersteuning van de Gemeente Hoorn!