Dwarrelen

OB-MB-OBS

Een bewegingsliedje over de blaadjes die in de herfst van de boom vallen. we zeggen dan dat de blaadjes dwarrelen. We kunnen zelf ook “dwarrelen” op de muziek. Natuurlijk kunnen we ook mooie kunstwerken maken van blaadjes.

Kijk wat er gebeurt: ieder blad verkleurt.
Ieder blad laat los en valt op het mos.
Alle blaadjes dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen,
dwarrelen, dwarrelen;
herfst in het bos!

Het is herfst

Dit liedje gaat over de herfst. Als het herfst is, vallen de blaadjes van de bomen. De grond wordt bedekt met een kleurige deken. Welke kleuren hebben de blaadjes eigenlijk? Hangt het van de boom af welke kleur ze krijgen? En waarom laten de bomen hun blaadjes vallen?

Allemaal heel goede onderzoeksvragen. Hoe komen we achter de antwoorden?

Bewegen

We kunnen ook acteren en bewegen op de muziek. Bij de eerste woorden van het lied doen we alsof we een boom zijn. Als het moeilijk is, kan de juf of meester het voordoen. Hoeveel ruimte neem jij in? Ben jij een grote of een kleine boom? Hoe ver reiken je wortels? Hoe voelt het als de wind door je takken waait?

We zingen het lied en spelen dat we bomen zijn. Bij het stukje waar de blaadjes dwarrelen, draai je rond… totdat je aan het einde “op het mos” valt.

Kunst maken met blaadjes

Je kan van blaadjes ook prachtige kunstwerken maken. Hier staan veel voorbeelden van op Pinterest. Hieronder vind je wat linkjes. Als je erop klikt, opent er een nieuw tabblad op een bord dat Kzing gemaakt heeft op Pinterest. Daar vind je meer knutselprojecten die mensen daar geplaatst hebben. Hoe leuk is het om eerst met elkaar de bladeren te zoeken en dan samen te gaan knutselen?

Herfstwandeling

OB-MB jongste groep-OBS

Hier vind je een sprookjesachtige acteeroefening die over de herfst gaat. Gebruik je eigen smaak en fantasie. We spelen dat we een herfstwandeling maken. Terwijl iemand het verhaal vertelt (docent/teacher in role), beelden we uit wat er gebeurt. Er zijn ook vragen die tussendoor gesteld kunnen worden. Die gaan over je eigen smaak. Iedereen mag een eigen mening hebben, want smaken verschillen.

De docent kan het verhaal ook voorlezen, terwijl de leerlingen met de ogen dicht luisteren en zich voorstellen dat ze het verhaal meebeleven. Dan is het een soort geleide meditatie.

Herfstwandeling.

  • Ga je mee een wandeling maken?
  • Hou je van wandelen?
  • We lopen over hoge bergen.
  • We wandelen door diepe dalen.
  • Het gaat regenen.
  • Wat vind jij van regen?
  • We doen onze jassen aan.
  • We stampen door de plassen.
  • We komen bij de rand van een bos.
  • Hou je meer van de bos of van de zee? 
  • We lopen het bos in.
  • Snuif de lucht eens op.
  • Wat ruik je? (Mosgeur, geur van gevallen blaadjes etc.)
  • We zien allemaal blaadjes op de grond liggen. Hoe komt het dat die niet aan de bomen zitten?
  • Welk seizoen is het?
  • Bij de blaadjes staan mooie paddenstoelen. Ze zijn rood met witte stippen.
  • Opeens zien we een klein mannetje, met een rood puntmutsje.
  • Wat is dat?
  • Hoe heet hij?
  • Hij zegt: “Kom maar in mijn huisje!”
  • We proberen naar binnen toe te gaan, maar dat past niet, want het is te klein.
  • Het kaboutertje geeft ons een flesje met sap. We draaien de dop eraf en nemen een slokje.
  • We krimpen… krimpen… krimpen…
  • Hoera! We kunnen door het deurtje.
  • Wat zien we in het huisje?
  • Er komt een eekhoorntje op visite. Hij heeft eikeltjes meegenomen.
  • Het kaboutertje zet een kopje eikeltjesthee.
  • We doen er een beetje honing in.
  • Even roeren en dan drinken we hem op.
  • Dan komt er een fee op bezoek.
  • Hoe heet zij?
  • Ze heeft mooie steentjes mee.
  • We mogen er allemaal eentje kiezen.
  • Ze hebben een prachtige kleur.
  • Welke kleur heeft jouw steentje?
  • Er staat ook op geschreven wat je allerbeste eigenschap is.
  • Wat is jouw allerbeste eigenschap? Het is ook een toversteentje, zegt de fee. Als je er drie keer over wrijft, ben je meteen thuis.
  • We wrijven er drie keer over. Een, twee, drie! En dan….
  • We draaien, draaien, draaien…
  • Plotseling merken we dat we in onze eigen tuin staan.
  • Was het nou alleen maar een herfstdroom?

Halloween

Uitgelicht: Het Halloweenfeest, Allerheiligen en Allerzielen.

Allerheiligen, Allerzielen en Halloween

Halloween, Allerheiligen en Allerzielen zijn drie bijzondere dagen die eigenlijk bij elkaar horen. Halloween valt op 31 oktober. Allerheiligen valt op 1 november. Allerzielen op 2 november.

Omdat het een feest is dat van oorsprong uit Engelstalige landen komt, hebben we een link naar een Engels liedje. Misschien is het leuk om samen te luisteren en het te vertalen.

Het thema is misschien meer iets voor de bovenbouwers dan voor de onder- of middenbouwers. Sommige leerlingen zullen het materiaal te spannend vinden. Iedereen kent de eigen groep het beste.

Halloween een spokenfeest

In sommige landen wordt , in de nacht van 31 oktober naar 1 november, het Halloweenfeest gevierd. Die nacht heet All Hallows Eve. Dat betekent Allerheiligenavond. We zullen later nog uitleggen wat dat voor een feest was. Wie aan Halloween denkt, denkt aan geesten, spoken en gegriezel. In de musical “Spoekies” wordt gezegd dat Halloween het lievelingsfeest is van alle spoken en dat ze dat feest vieren door elkaar kaartjes te sturen (zoals mensen dat met Valentijnsdag doen). Maar dat is natuurlijk verzonnen door juf Ellis

Griezelen met de spoken uit de musical “Spoekies” ? Leer het lied !

Een grappige, niet al te griezelige theatervoorstelling van ongeveer een uur, over lieve spoken die samen Halloween vieren

Allerheiligen op 1 november en Allerzielen op 2 november

Allerheiligen valt op 1 november. Mensen denken dan aan alle heilige mensen. Het woord heilig betekent Heilige mensen zijn mensen die heel goed geleefd hebben en zelfs wonderen hebben verricht. Ook martelaren zijn heilige mensen. Zij zijn voor een ideaal gestorven.

Allerzielen is het feest na Allerheiligen. Dat wordt gevierd op 2 november. Dan wordt er (vooral door katholieke mensen) teruggedacht aan álle overledenen. In veel landen gaan mensen naar de kerk. Soms zijn er processies. Dat zijn een soort kerkelijke optochten, die heel plechtig zijn. Mensen bidden. Ze steken vaak kaarsen aan voor overleden mensen of bezoeken het kerkhof. Daar versieren ze de graven dan soms met (vaak witte) bloemen.

Hiernaast vind je een link naar een les die past bij Allerzielen. Dat is een “feest” waarbij we denken aan alle mensen van wie we houden die zijn overleden.

Allerheiligen en Allerzielen zijn twee kerkelijke feesten, maar die feesten zijn zo niet begonnen. De Kelten hadden een andere kalender. Bij hen begon het jaar rond Halloween, want dan was de oogst binnen. Ook lag het zaaigoed voor het volgende jaar klaar. Halloween was dus een soort oudejaarsavond. Keltisch nieuwjaar heet Samhain. Je spreekt dat uit als Saun. Dat is ook het Ierse woord voor november.

De Kelten geloofden dat op die dag de geesten van alle overleden mensen van het afgelopen jaar terugkwamen om te proberen een levend lichaam te grijpen voor het komende jaar. Om goede geesten aan te trekken, legde men voedsel voor hen neer bij de deur. Maar men wilde de boze geesten afweren. Daarom droegen de Kelten maskers. Een soort vroege verkleedpartij voor Halloween dus.

Toen de Europese Christenen in de 9e eeuw aankwamen, namen zij hun Allerzielenfeesten mee. Christenen die in lompen gekleed waren, trokken de dorpen rond en bedelden om zielencake. Dat was krentenbrood. Voor elk brood dat zij kregen, beloofden ze een gebed te zeggen voor de overledenen van de gulle gever. Daar komt trick-or-treat vandaan, het langs de deuren gaan om snoepjes op te halen.

Trick or treat

In de 20e en 21e eeuw trekken groepen kinderen verkleed langs de deuren en te vragen om een “een trick or treat.” Een geintje of een traktatie. Ze verkleden zich zo dat mensen die de deur opendoen een beetje bang worden. De mensen in de huizen die meedoen, versieren hun huizen erg mooi. Vanaf 1980 doen de volwassenen ook mee met het feest. Ze organiseren dan griezelige verkleedfeestjes.

Dia de Muertos (dag van de doden) in Mexico

In veel landen worden Allerheiligen en Allerzielen niet zo erg gevierd, maar in Mexico worden de doden nog echt herdacht. Dat gebeurt op de Día de Muertos. De dag van de doden. Dat feest wordt 1 en 2 november gevierd, dus eigenlijk op Allerheiligen én Allerzielen.

Men gelooft dat de zielen van kinderen op 1 november terugkeren naar de aarde en die van de volwassenen op 2 november. Mensen verzamelen het hele jaar goederen om aan de doden te offeren. Ze maken de graven van geliefden schoon en versieren ze. Soms offeren mensen er eten en drinken. Het symbool van deze dag zijn schedels.

Deze Mexicaanse traditie komt bij sommige oorspronkelijke bewoners van Amerika vandaan. (Vroeger werden deze mensen met de niet nette benaming “Indianen” aangegeven.) De Maya en Azteken vonden het normaal om hun voorouders en doden te vereren. Men bewaarde hun schedels. Dat gebeurde de hele maand augustus. 

Over dit feest gaat de film Coco.

Tenslotte…

Toen de Christelijke Spanjaarden binnen vielen, verplaatste men de gebruiken die rond Halloween plaatsvonden naar Allerheiligen en Allerzielen. Heel vaak werden heidense feesten opgeslokt door Christelijke feesten.

In de Verenigde Stagen werd Halloween erg populair toen er in de tweede helft van de 19e eeuw Schotse en Ierse (van oorsprong dus Keltische) immigranten kwamen. De jack’o lantern werd populair. Dat was een uitgeholde pompoen die op een gezicht leek. Dit is hét symbool van Halloween geworden.

In Nederland werd op sommige plekken op 11 november de sterfdag van Sint Maarten gevierd. Daar wordt ook snoep opgehaald en er worden soms ook pompoenen uitgehold en gebruikt als lampion.

Sommige gelovige mensen hebben bezwaar tegen Halloween, omdat het van oorsprong een heidens feest was. Het oproepen van geesten is in de bijbel niet toegestaan. Protestantse mensen zijn er soms ook tegen, omdat zij niet geloven in Allerheiligen en Allerzielen. Bovendien vieren zij 31 oktober al een ander feest, namelijk Hervormingsdag.

Sint Maarten

Uitgelicht: Het vieren van het Sint Maartenfeest

Met het Sint Maartenfeest beginnen de lichtfeesten aan het einde van het jaar.

Eigenlijk begint de hele periode van elkaar licht brengen en vrijgevig zijn al op 17 oktober. Dat is de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede. Het lied van de Haves en de Have nots past daar in de bovenbouw prima bij.

Het Sint Maarten feest op 11 november

11 november is het Sint Maartensfeest. Het is de naamdag van de heilige Martinus oftewel Maarten van Tours, die later de heilige Maarten werd. Een ander woord voor heilig is “Sint”. “Sint Maarten” betekent dus “heilige Maarten”.

Sint Maarten is altijd een bedelfeest geweest, vaak met een bedeloptocht. Ook heel vroeger al. Dat was voor sommige mensen nodig in de wintermaanden, omdat er in die tijd weinig eten te vinden was. Ook Driekoningen en het Sinterklaasfeest zijn bedelfeesten. Dat zie je nog in Limburg. Daarom was het lang een feest voor de armen. Rijke mensen wilden liever niet dat hun kinderen er aan meededen.

Pas rond 1920/1930 veranderde dat. Toen vonden de mensen dit een mooie traditie en maakten prachtige stadsoptochten. Op sommige plekken gaan kinderen langs de deuren met zelfgemaakte of gekochte lampionnen en zingen liedjes. In ruil voor hun liedje krijgen ze een snoepje.

Een naamdag is niet de verjaardag van een heilige. Meestal is het juist de dag waarop hij of zij doodging. Om die persoon te eren, maakten ze er dan een feest van.

Maarten, een romeins soldaat ….

Maar wie was die Maarten? En waarom vieren we een feest dat zijn naam draagt?

Maarten van Tours werd rond 316 geboren in Hongarije als een zoon van Romeinse ouders. Maarten werd al jong Romeins soldaat.

Toen Maarten 15 was, trok hij als soldaat naar Gallië. Hij ontmoette bij de stadspoort van Amiens een bedelaar. Hij sneed zijn mantel met zijn zwaard doormidden en gaf de bedelaar de helft. Daarom vindt iedereen hem heel vrijgevig.

Voor wie meer info wil over Romeinse soldaten:

Maarten van Tours was een soldaat in het Romeinse leger. Die hadden speciale kleding aan. Maarten bleef niet zijn hele leven een soldaat. In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours tot bisschop verkozen. In 387 stierf hij aan koorts. Hij werd op 11 november begraven in de basiliek in Tours. 11 november is dus niet zijn verjaardag, maar zijn sterfdag. Het gebeurt vaak dat de sterfdag van heilige mensen een feestdag wordt.

Een feest van vrijgevigheid …

Waarom gaf Maarten eigenlijk maar de helft van zijn mantel? Dat was geen kwestie van gierigheid. Maarten kon de andere helft niet geven, want die was niet van hem. Die was namelijk eigendom van Rome. Die betaalde voor de soldaten de helft van hun mantel. De andere helft was van hem zelf, die had hij zelf betaald. Dat moest elke soldaat doen.

Sint Maarten is een vrijgevigheidsfeest. Kinderen gaan daarom langs de deuren als bedelaars en de mensen thuis geven hen iets van hun rijkdom.

Eigenlijk is dit verhaal een Christelijke legende. Het verhaal vertelt dat Jezus ’s nachts in een droom aan Maarten verscheen en hem vertelde dat hij eigenlijk die bedelaar was geweest. Hiernaast vertelt iemand van de Vrije School dat verhaal.

Rituelen ….

Op 11 november lopen kinderen in sommige plekken in Nederland (onder andere in Utrecht, West-Friesland en Limburg) met lampionnen (keuvels) die ze zelf hebben geknutseld. Soms zijn het uitgeholde pompoenen, soms zijn ze van papier en ander materiaal.


Volksliedjes die bij het feest gezongen worden …

De kinderen zingen dan grappige liedjes, waarin ze de mensen om een snoepje vragen. Het zijn echte volksliedjes. Luister maar eens naar twee versies van dit Sint Maartenliedje en vergelijk ze.

Bij volksliedjes worden er steeds teksten bij verzonnen en er ontstaan ook variaties in de melodie. Daarom zijn er heel veel verschillende versies van zo’n liedje. Je kan bij een volksliedje dus niet zeggen “die versie is goed” of “die is fout”. Dit heeft te maken met “overlevering”. Het is net als met woordje doorfluisteren. Halverwege is de tekst veranderd.

Een thuis

Een huis is pas een thuis,
als de mensen die er leven,
laten merken dat ze om elkaar geven
en graag samen willen zijn.

Een huis, is pas een thuis,
als je blij bent dat je er heen kan.
als je voelt: hier ben ik nooit alleen, dan
weet je, thuis voel ik me fijn.

Wat maakt jouw thuis nou zo fijn?

Dit liedje is gemaakt voor de Kinderboekenweek. Het gaat over de vraag “Wat maakt een huis tot een thuis?” Je kan het liedje meespelen met de boomwhackers. De kleuren van de boomwhackers staan in de tekst aangegeven. Op dat moment laat je dus die kleur boomwhacker horen. (C, G en F)

Probeer of je de onderstaande ritmes met het liedje kan meetikken. Gebruik ritme-instrumenten of body-percussie. Kun je de ritmes ook door elkaar heen laten horen. De ene groep doet dan bijvoorbeeld het eerste ritme, een andere het tweede en een derde groep het laatste ritme.

ritme

Acteren

Maak groepjes en verzin een verhaal van een kind dat thuiskomt. Hoe reageert de familie? Wat is er bijzonder aan het thuis van dat kind. Zorg dat je verhaal een kop en een staart heeft.

De bieb

MB-BB-BBS

5 oktober 2023 is het Kinderboekenweek. We hebben daarom een lied over de bibliotheek, want waar kan je nou meer boeken vinden dan in de bieb?

Hou jij ook zo van lezen? Het is echt een geweldige hobby! Bovendien is het is slim om goed te leren lezen. In boeken staan de meest fantastische verhalen. Er zijn ook informatieboeken, waar veel instaat over een bepaald onderwerp.

Als je veel van lezen houdt, moet je eens naar de bibliotheek gaan. Je kunt daar trouwens nog veel meer doen dan lezen alleen!

De ingezongen versie
De karaoke versie

Ga je mee naar de bieb om de hoek?
Even lekker in een hoekie, met een blaadje of een boekie.
Ik ga eens per week naar de bibliotheek,
want daar kan ik alles vinden, als ik zoek.

Leuke mensen aan de balie! Worstel jij dus met een vraag,
wees niet bang en laat je helpen, want dat doen ze echt heel graag.
Kom nog vandaag!

Ga je mee naar de bieb op het plein?
Want daar moet je dus echt heen en zeker om muziek te lenen.
Ik ga eens per week naar de bibliotheek,
omdat daar de nieuwste Donald Duckies zijn.

Er is info voor mijn spreekbeurt en als ik naar woorden zoek,
kijk ik gauw even op internet, of pak een woordenboek.
Kom op bezoek!

Ga je mee naar de bieb? Goed idee!
Echt, het is er niet muisstil en wie wil gamen of wil chillen,
die gaat eens per week naar de bibliotheek.
Als ik weg ga neem ik zeven boeken mee!

Een boek over karate, of
een heel eng spookverhaal…….
Een dvd van Dora.
Ja, dat is er allemaal!
De laatste Francine Oomen
De eerste Carry Slee.
Je kunt er alles vinden,
onder A of B of C.

Of (meer eigenttijds)

Ik ben een fan van Rowling
en ook van Roald Dahl.
Ik hoef geen boek te kopen,
want ze staan hier allemaal !)

De laatste Francine Oomen.
De eerste Carry Slee.
Je kunt hier alles vinden,
onder A of B of C.

Ga je mee naar de bieb, om de hoek?
Even lekker in een hoekie, met een blaadje of een boekie.
Ik ga eens per week naar de bibliotheek,
Want daar kan ik alles vinden, als ik zoek.
Bieb… bieb….. bibliotheek.. etc. …

Verwerking

Kom jij wel eens in de bieb? Met wie ben jij voor het eerst naar de bibliotheek toe gegaan? Maak eens een tekening of schrijf een kort verhaal over het allermooiste boek dat je hebt, of hebt gelezen. Waarom is dat boek zo speciaal voor jou?

Open de poort

MB-BB-BBS

Een liedje over de geschiedenis van de stad Hoorn. Hoorn was in de 17e eeuw een stadje aan de Zuiderzee. Naast visvangst, voeren er ook grote schepen over zee naar de Oost. Als steden aan water liggen, hebben ze gemakkelijk verbinding met volkeren waarmee ze kunnen handelen. Daardoor zijn steden aan het water vaak wat rijker.

Dit liedje gaat trouwens niet alleen over vroeger, maar ook over nu. In Hoorn is de geschiedenis immers overal om je heen. Kijk eens naar het filmpje. Zie je bekende dingen?

Ingezongen versie

Open de poort 
en kom binnen 
dan kan het verhaal 
echt beginnen.
Ga mee door de poort 
naar de stad
die zo oud is 
dat zij ooit van goud is geweest. 
Welkom in Hoorn. 
Welkom in Hoorn. 

Al wie hier komt, moet betalen.
Draag bij met je 
eigen verhaal en dan 
wordt deze stad 
ook van jou.
Wie wil blijven die moet 
hier geschiedenis schrijven. 

Waar de hoorn 
van overvloed vloeit..
en de handel nog steeds 
welig bloeit. 

Welkom in Hoorn!
Welkom in Hoorn!
Karaoke versie

De stad Hoorn bestond al in de 17e eeuw, de tijd van de V.O.C. ; dat staat voor Verenigde Oostindische Compagnie. In Hoorn zijn allerlei dingen te vinden, die aan die tijd herinneren: gebouwen, straatnamen, standbeelden, musea etc.

De V.O.C was de eerste grote handelsmaatschappij die hele grote schepen liet varen naar verre landen. Daar haalden de mensen specerijen en andere luxe artikelen die de mensen hier wilden hebben. De Nederlanders kregen ineens meer luxe. De kunst en cultuur nam ook een grote vlucht. In die tijd waren er beroemde schilders, schrijvers en dichters. Daarom noemt men de 17e eeuw ook wel eens de Gouden Eeuw.

Maar tegenwoordig zijn er mensen die dit woord niet oké vinden, omdat die luxe producten niet altijd op een eerlijke en menselijke manier zijn verkregen. In die tijd zijn veel mensen tot slaaf gemaakt en de producten zijn vaak tegen niet eerlijke prijzen uit andere landen gehaald. Soms werden zelfs landen afgepakt. In die tijd was dat normaal, maar nu denken we daar toch wel anders over. Aan de andere kant zijn er ook positieve dingen voortgekomen uit deze periode. Zo hebben wij veel geleerd van de mensen uit andere culturen en veel goede dingen van hen overgenomen. Niet alle volwassenen hebben daarom dezelfde mening over deze zaken.

Op dit moment verschillen volwassenen van mening over de vraag of het beeld van Jan Pieterszoon Coen moet blijven staan. Hij heeft Hoorn welvaart gebracht, maar hij heeft ook veel mensen uit Banda verdreven en vermoord. De vraag waarover de volwassenen kibbelen is: moet zijn beeld wel blijven staan? Of moet het naar het museum? Of moet het helemaal weg?

Wij vinden dat het belangrijk is dat kinderen met hun ouders over dit soort dingen praten. In het liedje nemen we geen standpunt in. Het liedje zegt niet wat er met het standbeeld moet gebeuren, of wat je ervan moet vinden. Het liedje is alleen gemaakt om je te laten nadenken over deze zaken. Ieder mens mag hierover zijn eigen mening vormen.

We bedoelen met de tekst van het liedje wel dat het tegenwoordig gelukkig veel beter geregeld is dan vroeger en daar zijn de meeste mensen het gelukkig over eens.. Tegenwoordig proberen de meeste mensen op een goede manier met elkaar samen te leven en het is in de wet opgenomen dat mensen andere mensen niet tot slaaf mogen maken, maar iedereen moeten respecteren.

Dat is de reden dat de kinderen op dit filmpje hand in hand om het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen dansen: ze mogen allemaal thuis zijn in Hoorn.

Herken je zaken in het filmpje ?

Met dank aan de ondersteuning van de Gemeente Hoorn!