De vogeltjes

OB-MB-BB

Dit is een gezellig winterliedje met bewegingen van Kzing, dat je ook heel goed in de Kersttijd kan zingen. De tekst is misschien erg makkelijk voor de bovenbouw, maar als je het met de hele school zingt, vindt iedereen dit geweldig om te zingen en te dansen. Het is één van de hitliedjes van Kzing. Er horen bewegingen bij. Als je die bewegingen maakt, ontstaat er een soort dansje.

Denk in de winter aan de vogeltjes.

De meeuw en de spreeuw en de kleine bruine mus.

De reiger, de eend en de pimpelmees,

die zijn nog nooit zo blij geweest

met wat pinda’s en water en stukjes brood,

want de kou is zo koud en hun honger zo groot.

Denk in de winter aan de vogeltjes.

De meeuw en de spreeuw en de kleine bruine mus.

Toe, geef hen wat water en een mezenbol, dan eten zij hun buikjes vol.

Geef hen pinda’s en water en stukjes brood,

want de kou is zo koud en hun honger zo groot.    

  • Bij de eerste regel beweeg je je armen, die als driehoekje gevouwen zijn, op en neer.
  • Bij de tweede regel strek je je armen uit en fladder je op en neer.
  • Bij het woordje “reiger” ga je op 1 been staan. Bij het woordje “eend” schud je je billen. Bij “pimpelmees” doe je alsof je een lasso draait.
  • Bij het woordje “blij” doe je alsof je “hoera’ roept. Bij de volgende regel maak je drie keer een gebaar alsof je iets gooit bij “Pinda’s”, “water” en “een stukje brood.”
  • Bij: “Want de kou is zo koud”, kruis je je handen op je bovenarmen en wrijft. En bij: “Hun honger is zo groot” wrijf je over je buik.
  • Het tweede couplet kan op dezelfde manier gedanst worden  

Sneeuwvlok

OB-MB jongste groep

Dit is een vrolijk winterliedje van Kzing. Er hoort ook een dansje bij.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok. Glinsterende sneeuwvlok.

Val maar op mijn wangen, val maar zacht op mijn hand.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok. Glinsterende sneeuwvlok.

Zeg me dat het winter wordt in Nederland.

Als ik door mijn raampje kijk, dan zie ik jou.

Wit en koud en glanzend breng je winterkou-hou.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok; glinsterende sneeuwvlok.

Val maar op mijn wangen, val maar zacht op mijn hand.

Sneeuwvlok, sneeuwvlok. Glinsterende sneeuwvlok.

Zeg me dat het winter wordt in Nederland.

Kom, vier de winter

MB-BB

Kom, vier de winter! gaat erover dat je ook in de winter lekker naar buiten kunt gaan! De bovenste versie komt uit een show. De onderste is een karaoke-versie.

Dit liedje kan je natuurlijk ook met Kerstmis zingen.

Als de bloemen op de ruiten staan, kun je heus nog wel naar buiten gaan!

Trek je warme, wollen sokken aan; wees niet bang voor wind en kou.

Of je Johan heet, of Mohammed, het is nu weer tijd voor winterpret.

Haal je schaatsen maar weer uit het vet,  de winter die roept jou!

 

Kom, vier de winter! Kom, vier de winter,

Want nu begint er  ’n seizoen met veel gezelligheid

Ik zeg: “Kom, vier de winter. Feest van de winter.

Feest van ons samen. Gezelligheid, die kent geen tijd…”

 

Als de kou beslist niet kouder kan, zeg ik: “Maak er toch een feestje van,

met je schoonmoeder of kind of man; blijf gewoon naar buiten gaan.

Of je Fatma heet of Annelies, of je snert nou lekker vindt of vies,

zeg niet al te gauw: “Oh, ik bevries!” ; je went er heus wel aan…

Hieronder vind je de karaoke versie

De bellen

OB-MB-BB

Wat roept er nou meer een kerstgevoel op dan belletjes? Zeker als die klokken vertellen dat er sneeuw aankomt.

Ik droom van de bellen.
Je hoort ze ieder jaar.
Ze praten, vertellen
geheimpjes aan elkaar.

Van ring tingeling, van ring tingeling
Straks komt de nieuwe dag.
Dan ligt er misschien een deken van sneeuw,
waarmee je spelen mag.

De klokken die zingen
“Ik heb een goed idee!
Vergeet alle dingen
en doe maar lekker mee!”

Refrein.

Refrein.

Schaatslied

MB-BB

Schaatsen is een mooie sport! Zowel schaatsen op natuurijs, als schaatsen op de ijsbaan.

Sommige mensen doen wedstrijden wie het hardste kan schaatsen, andere mensen dansen op het ijs. Daar zijn ook wedstrijden in.

Van dit lied uit een musical van Kzing krijg je een echt wintergevoel. De tekst staat niet bij de ingezongen versie, maar wel eronder. Dit hebben we gedaan zodat jullie goed kunnen kijken hoe die meneer en mevrouw dansen. Dit heet stijldansen. Ook kinderen kunnen al stijldanslessen volgen. Veel kinderen doen dat, met veel plezier. Dat stijldansen lijkt wel een beetje op het dansen op ijs.

Misschien vinden Middenbouwers de tekst lastig; dan kunnen zij de refreinen meezingen.

Bij de karaoke-versie is de tekst wel toegevoegd.

Er ligt ijs, het grote meer, dat herken je nu niet meer.
Ik zie mensen zich verplaatsen op hun sleeën en hun schaatsen.
En de lucht is helderblauw. Ach, ik voel niets van de kou,
want in de verte klinkt een wals en ik rijd hand in hand met jou.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Als ik jou op schaatsen zie, slaat mijn hart, van 1 2 3.
Dus ik grijp heel snel mijn kans en vraag of jij met mij wil dansen.
Heel dit winterwonderland is zo wonderlijk charmant.
Alles vervaagt; de tijd vertraagt. Wij smelten samen, hand in hand.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Hieronder vind je de karaokeversie met de teksten

Midwinter

MB-BB

In het midden van de winter is een liedje met bewegingen over Midwinter. Kerstmis valt ongeveer samen met het feest van Midwinter. Gek genoeg valt Midwinter niet in het midden van de winter, maar aan het begin van de winter. In dit liedje is niet alles letterlijk bedoeld. Er zijn metaforen gebruikt. Daardoor lijkt het wel een gedicht op muziek. Luister er maar eens naar. Welke metafoor komt er in dit liedje voor?

Het midden van de winter is een heel bijzondere tijd. Midwinter was een groot feest, zelfs al bij de Germanen. Later, toen de Christenen in Nederland kwamen, wilden zij graag dat het Kerstfeest gevierd werd. Ze hebben de datum toen in het midden van de winter gelegd, zodat het mooi aansloot bij de feesten die de menen in die tijd tóch al vierden.

Ingezongen versie
Karaoke versie

In het midden van de winter, wacht de aarde, zacht en stil,
want de tijd is aangebroken dat zij dolgraag trouwen wil.

Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.
Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.

Als je luistert naar de aarde, hoor je dat ze zachtjes klaagt.
Zij wil bloeien, zij wil groeien, tot ze zoete vruchten draagt.

Aarde is koud en eenzaam. Niemand kijkt naar haar om.
Aarde zal een mooie bruid zijn, maar wie is de bruidegom?

Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.

Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.

Metaforen

In het midden van de winter is de aarde druk bezig om haar bloei voor te bereiden. Ze wil eigenlijk bloeien en groeien. Daarvoor is een metafoor gekozen. Als je twee dingen met elkaar vergelijkt, die op het eerste gezicht niks met elkaar te maken lijken te hebben, maar die tóch een soort van overeenkomst hebben, gebruik je een metafoor. Aristoteles zei: “Als je een metafoor gebruikt, geef je iets een naam die eigenlijk bij iets anders hoort.”

Karel is de beste voetballer in ons team. Daar kun je een metafoor voor gebruiken. Je zegt dan: Jan is de ster uit ons team. Je kiest dus een woord dat mooi en schitterend is. Als je een kop vieze thee drinkt, kun je zeggen: “Ik drink slootwater…” Je kiest dus iets anders dat even vies is.

Kunnen jullie ook metaforen bedenken?

In dit liedje maken we van de aarde een mooie vrouw (Moeder Aarde), die graag wil trouwen. Ze krijgt al een bruidsjurk (de sneeuw), maar wie zal de bruidegom dan zijn?

Wie denken jullie dat de bruidegom is, als Moeder Aarde de bruid is? Je kunt in het filmpje zien wat de schrijfster/componist in gedachten had.

Tjonge, wat een kou!

OB-MB-BB

Dit is eigenlijk een soort volksdans. Het is heel simpel en iedereen kan meedoen. Soms denken mensen dat ze er te groot voor zijn, maar als ze zien hoeveel plezier iedereen heeft met deze dans, doen ze altijd graag mee, van jong tot oud. Eigenlijk is het een lied, een klapspel en een dans ineen.

Tjonge, jonge, wat een kou… Ik pak de slee en ik vraag aan jou:

Wil jij bij mij op de slee? Stap maar op en glij maar met mee.

Met z’n tweeën lekker sleeën, ‘k hou me vast aan jou.

Als je valt zijn je billen lekker blauw.

Met z’n tweeën lekker sleeën, ‘k hou me vast aan jou.

Als je valt zijn je billen lekker blauw.

Hieronder staat de karaoke versie van het lied

De dans:

De kinderen staan in twee rijen en kijken elkaar aan. Er ontstaat een lange dubbele sliert met kinderen, die twee aan twee tegenover elkaar staan.

Bij de coupletten klappen de leerlingen tegen elkaars handen, net zoals bij “Papegaaitje leef je nog. De leerlingen kunnen kruislings klappen, maar ook recht.

Bij het stukje “Met z’n tweeën, lekker sleeën..”  doen alle kinderen in de rij een stap naar achter. Zo ontstaat er een soort lange “poort.”

Het achterste tweetal pakt elkaar bij de handen en danst door die “poort”. De andere kinderen klappen ondertussen in hun handen.

Uiteindelijk sluit het dansende koppel aan de andere kant weer aan in de dubbele rij. De andere kinderen doen bij het nieuwe couplet weer een stap naar elkaar toe.

Het spel kan opnieuw beginnen.

Sneeuwvlokken

OB-MB-BB

Hier vind je 4 verschillende versies van de Wals van de sneeuwvlokken uit de Notenkraker, van Pjotr Iljitsj Tschaikovsky. (1840-1893) Het is heel leuk om dit met kerstmis te beluisteren en bekijken, maar het past ook wel in het thema “winter.”

De mensen die het ballet vorm geven, hebben allemaal hun eigen “interpretatie”, dat betekent hun eigen opvatting, hun eigen mening, over hoe je deze muziek het beste kan laten dansen.

Bekijk en beluister deze verschillende uitvoeringen eens en vergelijk ze met elkaar. Wat is hetzelfde? Wat is er anders?

Welke uitvoering spreekt jou het meeste aan? En waarom? Probeer goede argumenten te gebruiken. Dat wil zeggen: geef goede redenen voor wat jij zo mooi vindt aan de muziek, of wat je er niet mooi aan vindt.

Dingen waar je op kan letten:

. uitvoering van de muziek (tempo, instrumenten, klank, opname etc. )
. kostumering
. decor
. dans zelf
. personages die meedoen
. kleurgebruik

Pjotr Iljitsj Tschaikovsky schreef deze balletmuziek speciaal voor een mooi kerstballet. De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland. Het stuk speelt rond de kerstboom en kerstgeschenken. De notenkraker wordt daarom vaak tegenwoordig ook nog rond kerstmis uitgevoerd. Dat kan in een heleboel verschillende stijlen gebeuren, zoals je in één van de filmpjes kunt zien.

Het libretto (de verhaallijn) is geschreven door Marius Petipa en Ivan Vsevolosjki. Ze gebruikten een bewerking van Dumas van het verhaal dat eigenlijk door Ernst Hoffmann was bedacht. Dat heette: “De notenkraker.” De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland.

Ook wordt de muziek van de Notenkraker vaak zonder ballet uitgevoerd tijdens concerten. Dit heet: De Notenkraker-suite. Het orkest kiest dan welke delen uit de muziek ze spelen.

Personages: 
Clara Stahlbaum
Fritz Stahlbaum, haar broer
Dr. Stahlbaum, haar vader
Louise Stahlbaum, haar moeder
Heer Drosselmeyer
De Notenkraker
De Suikerboonfee
De Muizenkoning (antagonist. Zeg maar de slechterik waardoor het verhaal op gang komt.)

Het eerste bedrijf

1e scène: Een mooi kerstfeest bij de familie Stahlbau. Familie en vrienden versieren de kerstboom. Als de boom af is, worden de kinderen, Clara en Fritz Stahlbaum, geroepen. Ze vinden de boom mooi. De kinderen krijgen cadeautjes. Als de klok acht slaat, komt een geheimzinnig persoon de kamer binnen, meneer Drosselmeyer, Clara’s peetom. Hij is goochelaar en speelgoedmaker. Hij brengt vier hele echte poppen mee. De poppen dansen en worden daarna veilig weggezet. De kinderen zijn teleurgesteld, maar Drosselmeyer heeft nog een cadeautje. Een houten notenkrakerpop. Iedereen vindt hem lelijk, alleen Clara niet. Die vindt de pop geweldig. Fritz maakt hem dan met opzet stuk. Clara is droevig.

’s Nachts kan Clara niet slapen. Ze gaan naar beneden om de notenkraker te zoeken. De klok slaat twaalf uur. Drosselmeyer zit bovenop de klok. De hele kamer stroomt vol muizen. De kerstboom wordt heel groot en ook de notenkrakerpop wordt zo groot als een mens. Opeens is er een gevecht tussen soldaatjes van koek en de muizen. De muizenkoning voert zijn leger aan en de muizen eten de soldaten op. De notenkraker stuurt er tinnen soldaten en poppen op af. Dan wil de muizenkoning de Notenkraker grijpen, maar Clara gooit haar slipper naar hem toe. Zo kan de Notenkraker de Muizenkoning neersteken. De muizen trekken zich terug.

2e scène

Deze scène speelt zich af in een naaldbos, in de sneeuw. De Notenkraker is opeens veranderd in een knappe prins, die Clara mee neemt naar het woud, waar de sneeuwvlokken om hen heen dansen. Dat is de muziek die je op deze filmpjes hoort. De sneeuwvlokken wenken hen naar het koninkrijk van de prins.

Het tweede bedrijf

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland. Daar regeert de Suikerboonfee. Ze wacht al op de prins. De prins vertelt hoe Clara hem redden van de Muizenkoning. Ter ere van Clara vieren de lekkernijen van over de hele wereld feest. Chocola uit Spanje, koffie uit Arabië, thee uit China, zuurstokken uit Rusland. Ze dansen dan dansen uit hun eigen land.

Ook Deense schapenhoedsters, de gembermama met haar kindjes en walsende bloemen komen op het feest.

Tenslotte dansen de Suikerboonfee en haar page een pas de deux. Dat is een dans voor twee. Alle snoepgoed danst een laatste wals. De prins buigt voor Clara en de fee kust Clara vaarwel. Clara en de prins vertrekken met de slee en zwaaien naar al hun onderdanen, die terugzwaaien.

Over de componist.

Tsjaikovski was eerst ambtenaar in Rusland. Later ging hij muziek studeren aan het conservatorium. Dat is een muziekschool. Hij werd toen leraar aan een ander conservatorium, in Moskou. In 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven. Er was een gravin, gravin von Meck, die hem geld gaf om te leven. Zo kon hij zich met componeren bezighouden. Tsjaikovsky heeft zijn weldoenster nooit ontmoet. In 1890 stopte ze met hem geld te geven. Waarom is niet zeker.

Tsjaikovski reisde veel, maar was toch een eenzaam mens. Hij overleed aan cholera. Hij was pas 53 jaar. Hij had veel muziekstukken geschreven, onder ander voor piano. Maar hij schreef ook liederen, symfonieën en vioolmuziek. Zijn balletmuziek “De notenkraker” is misschien wel het meest bekende stuk. Hij kon de instrumenten heel mooi gebruiken.