Dansstijlen

We lichten een aantal dansstlijlen uit

Er zijn verschillende manieren waarop mensen dansen. Dat noem je stijlen van dansen. Soms hoort een bepaalde dansstijl bij een bepaalde muziekstijl. Op hiphop muziek kan je ook hiphop dansen. Ballet doe je vaak op klassieke muziek.

Maar…. eigenlijk mag je zelf weten hoe je beweegt op muziek. Behalve natuurlijk als iemand een mooie dans bedacht heeft en precies heeft opgeschreven wat je moet doen. Dat heet dan een choreografie. Dan moet je precies doen wat de choreograaf bedacht heeft.

Hieronder staan wat filmpjes van dansstijlen. Probeer maar eens mee te doen. Als je niet in een grote zaal bent, kun je op je plaats rennen.

Sneeuwpop hiphop

OB-MB-BB

Lekker, sneeuw! Wie danst er met ons mee om lekker warm te worden? Eigenlijk is de sneeuwpop hiphop geen hiphop. Het is een dansje op een discomuziekje. Maar wel héél leuk om te doen. Meester Evan leert hem je stap voor stap aan. Veel plezier ermee!

Zijn jullie klaar voor de sneeuwpop-hiphop?

Doe maar met me mee en let maar goed op.

Pak wat sneeuw van de grond.

Maak er een bal van, wit en rond.

Veeg wat sneeuw bij elkaar.

Rollen, rollen, rollen maar.

Doe dat nog een tweede keer

Rol die bal maar heen en weer.

Zet die bal er maar gauw bovenop.

Koude handen. Coole pop.

Zij lacht om jouw hiphop pasje.

Maar wanneer de zon schijnt,

wordt ze weer een plasje.

Wil je alleen het liedje en dansje zien en horen?

Heb je het dansvoorbeeld niet meer nodig? Hier heb je de gezongen versie.

Zijn jullie klaar voor de sneeuwpop-hiphop?

Doe maar mee en let maar goed op.

Pak wat sneeuw van de grond.

Maak er een bal van, wit en rond.

Veeg wat sneeuw bij elkaar.

Rollen, rollen, rollen maar.

Doe dat nog een tweede keer.

Rol die bal maar heen en weer.

Zet die bal er bovenop.

Koude handen. Coole pop.

Zij lacht om jouw hiphop pasje.

Als de zon schijnt,

wordt ze weer een plasje.

Spinnenwebben

OB-MB-BB-OBS-BBS

Een lied en een dans over de webben die spinnen weven. Spinnen zijn wel kriebelbeestjes, maar het zijn geen insecten.

Ingezongen versie
De karaoke versie

Spinnen weven witte webben. Wat is dat een mooi gezicht!
Druppels dauw met kleine glinsters. Het is net een herfstgedicht.
Pak je een takje en kun je hem buigen, vang je een web en dan heb je een droom.
Weeft de spin een wollen truitje voor de arme, kale boom.

Spinnenwebben

Vind jij spinnenwebben ook zo mooi? Vooral als er dauwdruppeltjes aan hangen… of kleine regendruppeltjes…  Wie van jullie is er bang voor spinnen? Zijn er in Nederland ook giftige spinnen? En… hoe maken spinnen die webben eigenlijk? Misschien kunnen jullie je eens verdiepen in spinnen. In de herfst zijn er genoeg te zien!

Hier staat een link naar Pinterest, waar je heel ideeën vindt voor kastanjewebben

Op de muziek van het liedje kan ook gedanst worden:

Het gaat dan om een heel rustige, simpele, bijna meditatieve,  kringdans.

  • De groep staat hand in hand in een kring.
  • Spinnen weven witte webben: de kinderen lopen naar het middelpunt van de kring. De armen gaan naar voren de lucht in.
  • Wat is dat een mooi gezicht!: de kinderen lopen terug naar de grote kringvorm. Dus de kring gaat uit elkaar. Armen gaan ook terug.
  • Druppels dauw met kleine glinsters: de kring danst rechtsom.
  • Het is net een herfstgedicht: de kring danst linksom.
  • Pak je een takje en kun je hem buigen: kinderen lopen weer naar het middelpunt van de kring. Armen gaan naar achteren de lucht in.
  • Vang je een web en dan heb je een droom: de kinderen lopen terug naar de grote kringvorm. de armen gaan terug.
  • Weeft de spin een wollen truitje: de kring danst rechtsom.
  • Voor de arme kale boom?: de kring danst linksom.

Stilte in de drukte

OB-MB-BB

Hier vind je een les over rust en stilte ervaren. Onder andere door wat yoga oefeningen te doen. Misschien is yoga wel iets voor jou… je weet maar nooit.

  1. Introductie

Er is alleen maar muziek, als er ook stilte is. In ieder liedje en elk muziekje, zit stilte. In de klas moet je soms ook stil zijn. Waar is stil zijn allemaal voor nodig?

Stil zijn, is niet altijd gemakkelijk. Dat gaan we vandaag oefenen.

Oefening 1

  • Eerst maar eens kijken hoe dat gaat. We zetten de klok op 1 minuut. Iedereen is stil. Je mag je ogen dicht doen. Hoe gaat dat?

Nu maken we het moeilijker. We zorgen dat je afgeleid kan worden.

Oefening 2

  • Ga twee aan twee tegenover elkaar zitten.
  • Dan zet de docent de stopwatch.
  • We gaan elkaar b.v. 30 seconden stil aankijken. (Tijd hangt af van de groep)

2. Actieve opwarming en focusspel: de stopdans

We beginnen met een actieve warming up, die tegelijkertijd een focusspelletje is: de stopdans.

De stopdans is een bewegings- en concentratiespel. Kinderen bewegen door de ruimte en ervaren zo deze ruimte. Ze ervaren ook wat ze met hun eigen lijf kunnen. Hier komt creativiteit bij kijken.

Als de muziek stopt, staan de leerlingen stil in een pose. Wie beweegt is “af”.  In plaats van steeds af, kun je beter de regel “3 is teveel” doen. Als er 2 af zijn en er komt een derde bij, dan mag kind 1 er weer in. Op die manier blijven de leerlingen betrokken.

We kiezen voor het nummer ” Better when I’m dancing”. Het nodigt uit tot bewegen. Zo hebben de leerlingen meteen een luistermoment. In de hogere groepen, kan over de tekst gesproken worden.

One voide children’s choir zingt: better when I’m dancing

3. We schudden de rest van onze energie uit ons lijf

In de onderbouw kan dit gebruikt worden om tellen te oefenen

  • Rechterarm schudden  10  x   (tellen)
  • Linkerarm schudden     10 x
  • Rechterbeen schudden 10 x
  • Linkerbeen schudden 10 x
  • Dan telkens 2 x alles schudden

4. Stil in mij leren….

Leer het liedje Ssst… stil in mij, voor de onderbouw of middenbouw

4. Of Stil zijn leren


Stil zijn, liedje voor de bovenbouw

5. Kennismaken met Yoga, 6 asana’s

Er is zelfs al baby en peuteryoga; dan gaat de moeder of vader mee. Vanaf ongeveer 4 jaar zijn er lessen die kinderen zelf kunnen volgen. Een goede yogadocent heeft een opleiding gedaan en weet goed waar hij of zij op moet letten.

Maar.. Je kan ook thuis yoga doen. Zorg dan dat het speels gaat en dat je de bewegingen niet forceert. Een kind voelt zelf aan tot hoever het kan gaan. Er zijn veel filmpjes op YouTube te vinden. Je hebt er eigenlijk niet veel voor nodig. Een mat die zorgt dat de ondergrond niet te hard is, is wel fijn.

In een yogales voer je oefeningen uit (Asana’s) die je energie en kracht geven. Het is de bedoeling van yoga dat het lichaam en geest in balans brengt. Daardoor voelen mensen zich ontspannen, minder gestrest en zitten ze beter in hun vel.

Er wordt gezegd dat yoga een goede manier is om je apenhoofd tot rust te brengen. In het Engels is dat “monkey mind”. Boeddhisten zeggen dat je gedachten vaak alle kanten opspringen, net als apen… die springen immers ook van tak tot tak. Dat is ook helemaal niet erg. De geest van mensen zoekt altijd naar nieuwe prikkels en uitdagingen. Maar soms zijn die gedachtenapen heel lastig. Ze kunnen je afleiden van wat je eigenlijk moet doen. Als je er mee leert omgaan, door je te focussen op je lijf en je ademhaling, kom je tot rust.

Door yoga krijg je:

  • Een soepel lichaam. Door beoefenen van yoga worden de spieren flexibeler. Het lichaam wordt hierdoor beweeglijker en het verkleint de kans op blessures.
  • Een betere motoriek
  • Een betere en bewustere lichaamshouding. Dat is in deze schermpjestijd geen luxe.
  • Meer zelfvertrouwen. Je leert vol te houden, geduldig te zijn en naar een doel toe te werken. Als een bepaalde houding lukt, krijg je daar zelfvertrouwen van.
  • Betere concentratie. Door oefeningen met aandacht uit te voeren, leert een mens zich beter te concentreren. Dat kan op school ook goed helpen voor de aandacht.
  • Minder stress. Door yoga te doen leren mensen zich ontspannen
  • Een betere nachtrust.

Let er bij alle oefeningen goed op dat iedereen door-ademt.

1. De slang

Deze houding is het tegenovergestelde van ingezakt achter je tafeltje of je computer zitten:

  • Je gaat op je buik liggen,
  • steunt op je ellebogen
  • en legt je handpalmen plat op de grond.
  • Je duwt je borst vanuit je handen iets omhoog.
  • Kijk recht vooruit of omhoog en strek je uit tot in de puntjes van je tenen.
  • En dan maar sissen als een slang!

2. De kikker

  • Je gaat op je hurken zitten.
  • Je knieën zijn naar buiten gericht.
  • Je hielen doe je tegen elkaar.
  • Je houdt je rug recht.
  • Je kijkt naar voren.
  • Spring maar rond als een kikker. Kan je er bij kwaken?

3. De hond

In deze houding ontspan je de spieren rond je ruggengraat en ontstaat er een betere doorbloeding van de organen.

  • Ga op handen en knieën zitten.
  • Je handen staan onder je schouders
  • Je knieën zijn op heupbreedte.
  • Strek
  • je benen en duw je billen in de lucht.
  • Laat je hoofd ontspannen hangen
  • Kijk tussen je armen door.
  • Blaf als een hond
  • Plas als een hondje

4. De vlinder

Door de spieren in het bekken te rekken, stimuleer je de flexibiliteit in de onderrug, het bekkengebied en de liezen.

  • Zit rechtop
  • Doe de zolen van je voeten tegen elkaar
  • Trek je voeten naar je zitbotjes
  • Laat je knieën naar buiten vallen
  • Leg je handen om je voeten
  • Beweeg je knieën zachtjes op en neer. Het zijn net vlindervleugeltjes
  • Fladder met je armen.

5. De flamingo

  • Sta rechtop
  • Armen omhoog
  • Handpalmen tegen elkaar
  • Probeer je evenwicht te bewaren
  • Ga op je linkerbeen staan
  • til je rechterbeen op en zet je voetzool tegen de binnenkant van je linkerbeen (niet tegen de knie)
  • Het is niet erg als je wiebelt. Dan zijn je hersenen daar druk mee bezig en daardoor verdwijnen drukke en vervelende gedachten. Dan word je weer “evenwichtig” en “in balans”
  • Daarna doe je het natuurlijk omgekeerd

6. De kameel

De kameelhouding rekt de rugspieren en opent de borst. .

  • Ga op je knieën zitten
  • Krul je tenen in de mat
  • Buig voorzichtig naar achteren
  • Steun met je handen op je onderbenen of je hielen.
  • Kijk omhoog en adem rustig door.
  • Kom heel rustig weer overeind en ga op je knieën zitten.

Doe daarna meteen de kindhouding, want daarin doe je de tegenbeweging van de kameel en kom je tot rust:

  • Buig langzaam naar voren
  • Leg je voorhoofd op de mat
  • Strek je armen en handen voor je.

  • Je kan ook de zonnegroet doen:

6. Kindermeditatie luisteren

6. Meditatie 

Er zijn nog andere manieren om stil te worden. Mediteren is ook heel geschikt om tot rust te komen. Er zijn verschillende manieren om te mediteren.

Je kan bijvoorbeeld naar natuurgeluiden luisteren

Luisteren naar muziek met natuurgeluiden, om bij te ontspannen, ontspannen bij te werken of om bij te mediteren

Je kan ook naar een kindermeditatie luisteren

Je kunt bijvoorbeeld naar een geleide meditatie luisteren. Er staan er heel veel op YouTube

31 oktober is het de dag van de stilte. Als je Christelijk bent kan je aandacht besteden aan stilte in de Goede, oftewel de Stille week. Dat is bij Christenen de naam voor de week vanaf palmzondag tot en met Stille Zaterdag, de laatste dagen van de vastentijd. Een andere naam voor vastentijd is “Veertigdagentijd”. In deze week vallen Witte Donderdag en Goede Vrijdag. In deze periode klonken de kerkklokken niet. Christelijke mensen zijn stil bij de gedachte dat hun profeet Jezus Christus in zijn graf ligt. Met Pasen werd Jezus weer levend. Daarom klinken dan alle klokken heel blij. Je kan ook in een drukke schoolperiode aandacht besteden aan stilte.

Maak een choreo

BB-ML

Hieronder staat een mooi gedicht van de Perzische dichter Rumi, die rond 1207 leefde. Het gaat erover dat je op je eigen manier moet liefhebben, zingen en dansen en leven zonder je al te veel aan te trekken van hoe anderen dan over je denken of naar je kijken.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mensen willen nu eenmaal graag bij andere mensen in de smaak vallen. Hoe kan je het beste dansen als je wil dat mensen je aantrekkelijk vinden? Wetenschappers hebben er onderzoek naar gedaan. Luister maar eens naar het filmpje van het jeugdjournaal.

Dance, like nobody’s watching. Dans alsof niemand naar je kijkt

Love like you’ve never been hurt. Heb lief alsof niemand je ooit heeft

bezeerd.

Sing, like nobody’s listening. Zing alsof er niemand naar je luistert

Live, like it’s heaven on earth. Leef, alsof de hemel op aarde is

Vinden de kinderen in het fragment dat de wetenschappers gelijk hebben? En vinden jullie dat het belangrijk is hoe je danst? Of zijn jullie het met Rumi eens?

Volgen is niet zo moeilijk… maar hoe is het met zelf iets verzinnen?

Het is tijd om zelf een choreografie te maken. Het woord choreografie betekent: een ontwerp voor een dans. Het woord komt van het Griekse woord choorein, wat dansen betekent en van het woord grafein, dat noteren betekent. Letterlijk betekent het dus: “dansen opschrijven”. Het woord schijnt voor het eerst gebruikt te zijn door een dansmeester in Parijs, genaamd Feuillet. Hij publiceerde in 1701 een boekje in Parijs dat heette: choreografie, of de kunst om de dans op te schijven.

Tegenwoordig korten mensen het woord choreografie ook wel eens af tot “choreo”.

Het is erg leuk om zelf een choreo te maken op muziek die je leuk vindt. We hebben wat voorbeelden van danspassen gegeven, maar je kunt passen in allerlei stijlen vinden. Gebruik daarvoor het internet! Hieronder zie je een voorbeeld van moderne dans.

En nu zelf aan de gang:

Je moet een aantal stappen doorlopen als je een choreografie wil bedenken.

  1. Kies een muziekstijl die je aanspreekt
    • Eerst luister je naar heel veel muziek. Welke muziek spreekt je aan? Denk je dat je er een dans op kan bedenken?
    • Dan moet je een muziekstuk kiezen.
  2. Daarna beluister je het gekozen nummer opnieuw.
    • Luister naar de muzikale zinnen.
    • Waar wordt de muziek harder, waar zachter, waar sneller, waar langzamer. Kortom: welke muzikale parameters hoor je en denk je dat je daar iets mee kan in je dans?
  3. Als het een lied is, is het ook goed om je te verdiepen in de tekst.
    • Waar gaat het over?
    • Wat is de sfeer?
    • Zijn er belangrijke woorden.
    • Op die momenten moet je misschien iets speciaals doen in je dans.
  4. Daarna zet je de muziek op en ga je lekker freestylen.
    • Je probeert van alles uit. Niet één keer, maar heel vaak
  5. Vervolgens beslis je welke passen je het beste vindt en wanneer je ze gaat gebruiken.
    • Je zorgt dat er een goede flow in de dans is.
  6. Tenslotte (en dat is héél belangrijk!) oefen je je choreo héél erg vaak, totdat je hem bijna met je ogen dicht kan dansen.
  7. Kun je je dans ook echt opschrijven? Verzin je eigen manier om je dans te noteren.

Better when I’m dancing

BB-Ml

Iedereen kan dansen. Het gaat er niet om hoe goed je bent, maar om hoeveel plezier je ermee hebt! Laat iedereen lekker op de eigen manier dansen en lach niemand uit. Het is gewoon té leuk om het niet te doen.

Kijk en luister maar naar deze popsong van Meghan Trainor. zij is een Amerikaanse songwriter. Ze werd al op 18jarige leeftijd songwriter. Ze is heel bekend door haar nummer “All about that Bass”. Ze is coach in the voice UK.

In better when I’m dancing zegt zet dat ze zich beter voelt als ze danst. En dansen werkt eigenlijk ook best goed tegen een dipje, probeer het maar eens.

One Voice children’s choir coverde “Better when I’m dancing” en maakte er een choreografie (volgorde van danspassen) op. Je kan er niet stil bij blijven staan. Beweeg lekker mee. Je kan altijd bouncen, of stap- en tik doen!

Welke versie spreekt jou meer aan en waarom?

Allemaal bewegen

D

Samen bewegen of dansen met uw groep?  Gewoon doen!

Als docent in het primair onderwijs hoef je geen danser te zijn om af en toe te bewegen met je groep. Je hoeft hen alleen maar het voorbeeld te geven dat een mens zijn of haar lichaam kan gebruiken om creatief te zijn met bewegen. Zo ervaren mensen tijd, kracht en ruimte.

Waarom bewegen met je groep? 

  • Als mensen op muziek bewegen, leren zij hun eigen lichaam beter kennen. Ze leren dansen met hun hele lijf, maar ook met de afzonderlijke delen.
  • De houding van leerlingen wordt beter door dansen.
  • Hun evenwicht groeit.
  • Ze worden vrijer en leren zich beter presenteren.
  • Leerlingen leren al dansend leider te zijn, of volger.
  • Ook leren zij zich verhouden tot de ruimte en alles wat er zich in bevindt. Misschien heeft u niet veel ruimte. Dan nog kunt u op de plaats bewegen.
  • Tussendoor bewegen, helpt kinderen om te ontladen en nieuwe energie op te doen. Het is ontspannend.
  • Ervaring leert dat tussendoor bewegen de concentratie ten goede komt.
  • Als je samen danst, raak je elkaar ook (natuurlijk op gepaste wijze) aan. Dat kan in sommige groepen best even lastig zijn, maar het is ook een (onuitgesproken) oefening in grenzen stellen en respecteren.
  • Al dansend leer je verschillende soorten muziek kennen, waar je verschillend op kan dansen. Kijkend naar dans vindt je inspiratie voor eigen dansen, of eigen passen.
  • Improviseren met bewegen, zet aan tot creativiteit.
  • Leerlingen kunnen ook in tweetallen, in een rij, kring of in een slinger dansen.
  • Leerlingen leren tegenstellingen waar te nemen, zoals snel-langzaam, hoog-laag enz.
  • Leerlingen krijgen te maken met vormgevingselementen. Ze leren passen en dansfiguren ontdekken. Ze imiteren, zien imitatie en herhalen.

Bouw de energie ook weer af 

Uiteraard moet je de opgedane energie even rustig afbouwen, voordat de concentratie weer optimaal is

Kijken naar dans 

Ook het kijken naar dans is een fijne activiteit. Het is leuk om naar een ballet te kijken, of naar een hip hop dans… Het neemt het vooroordeel weg dat dansen alleen iets voor meisjes zou zijn.

Kinderen leren door dansen wat er mogelijk is met een lichaam en de ruimte waarin het zich bevindt.

Ze maken ondertussen ook nog kennis met muziek.

Passen de bewegingen bij de muziek?

Welke dans zou jij op de muziek maken?

Flamenco

OB-MB-BB-ML

Spanje is een land waar niet alleen Sinterklaas, maar ook veel prachtige muziek vandaan komt. Luister en kijk maar eens naar het filmpje dat je onder het linkje vindt. Het zijn verschillende voorbeelden van Flamenco muziek. Je kan het hele filmpje bekijken, of er doorheen scrollen.

Als je in groep 1.2. 3 of 4 zit, hoef je heus niet het hele filmpje af te kijken en het verhaal dat hieronder staat, is dan nog wat moeilijk. Maar even naar de muziek luisteren, is altijd interessant. Wat vind je ervan? Hogere groepen van de basisschool vinden het misschien leuk om iets over deze muziekstijl te leren.

In het zuiden van Spanje, bijvoorbeeld in Andalusië, is prachtige volksmuziek te horen: de Flamenco. (Raak maar niet in de war met het woord voor die roze vogels: flamingo).

Ook in andere gebieden is de Flamenco populair geworden. Flamenco is het belangrijkste culturele exportproduct van Spanje. Dus andere landen kennen vooral deze muziek als Spaanse muziek. In 2010 werd het zelfs op de lijst van het wereld erfgoed geplaatst!

We weten niet hoe oud Flamenco is. In de 19e eeuw vond men het wel heel hip. Vaak denken mensen dat het muziek is van de Roma. Vroeger noemde men deze mensen “zigeuners”, maar dat vinden de mensen van de Roma zelf een naar woord, dus dat doen we niet meer.

Sommige volksmuziek is niet echt hip, maar Flamenco is altijd blijven bestaan en heeft zich steeds ontwikkeld. Net zoals alle volksmuziek wordt het vooral doorgegeven via de overlevering en niet via het notenschrift. Ouders leren het hun kinderen. De kinderen verzinnen er weer iets bij. Zo blijft het modern. De muziekstijl is springlevend.

Er is dus ook moderne Flamenco muziek. Luister maar eens naar het tweede linkje… Het heeft iets pop-achtigs.

De Flamenco muziek bestaat eigenlijk uit zang (de Cante Flamenco). Die klinkt een beetje Arabisch. Dat hoor je ook in de muziek bij het tweede linkje. Je hoort allerlei versieringen. Dat is logisch, omdat de Moorse cultuur lang in Spanje aanwezig was. De liederen zijn vaak klaagliederen en protestliederen. Het gaat vaak over armoede, ziekte, het verliezen van liefde en andere droevige onderwerpen.

De zang wordt meestal begeleid door ritmische, kloppende geluiden. Die maakt men door bijvoorbeeld op de tafel te kloppen, door op de grond te tikken met een stok, door in de vingers te knippen, met de handen boven het hoofd te klappen (dat heet palmas) en soms gebruikt men castagnetten. Het is een twaalftelsritme.

Maar er kunnen ook andere instrumenten bij worden gebruikt. De gitaar komt het meeste voor. Er zijn natuurlijk ook prachtige Spaanse gitaren.

Er is niet alleen muziek te horen… vaak kan je ook kijken naar de baile flamenco. Dat is een dansstijl die heel gracieus is. Er worden ingewikkelde handbewegingen en voetenbewegingen bij gemaakt.

Pas de deux

BB-ML

Op deze pagina hebben we het over de “Pas de deux”. Een pas de deux is een dans voor twee personen. Je zegt ook wel “een choreografie” voor twee personen. Het is vaak een bijzonder dansmoment waarin twee hele goede dansers samen schitteren op het podium. De dansers moeten heel goed samenwerken. De pas de deux komt uit het ballet, maar komt ook voor in moderne dans.

De dans beeldde vaak de liefde en een romantische scène uit tussen de partners en in die tijd ging men er vanuit dat dat tussen een man en een vrouw was. De man was dan de sterke persoon, die de vrouw optilde, ronddraaide, hielp enz. Dat was de rolverhouding die men in die tijd normaal vond.

Kijk maar eens naar onderstaande balletten. De onderstaande scènes zijn best lang. Sommige mensen moeten een beetje wennen aan ballet. Je hoeft niet perse het hele stuk af te kijken. Blijf kijken zolang als het je boeit.

Aan het begin van de 18e eeuw gingen mensen vaak naar de opera. Men liet dan zo’n dans zien, voordat de opera begon. In die tijd dansten de dansers vaak dezelfde passen.

In de 19e eeuw, de periode van de Romantiek, was het de taak van de mannelijke dansen om de ballerina te ondersteunen. Die maakte allerlei bijzondere passen, zoals pirouettes (rondje draaien), arabesques, attitudes en lifts. Ze noemden de balletdansers ook wel eens spottend “het derde been van de danseres.”

Pas laat in de 19e eeuw werd de Pas de deux een heel uitgebreide dansvorm. De hele pas de deux bestond uit

– een entree, waarin de dansers zich presenteerden

– een adagio, een langzaam stuk voor de dame

– een variatie voor de man

– een variatie voor de vrouw en

– een coda. Dat was het eindstuk, waarin het verhaal werd afgerond.

Vaak bedachten ze lange, trage, sierlijke bewegingen voor de ballerina.

Vanaf deze tijd worden er ook andere emoties uitgebeeld in een pas de deux, bijvoorbeeld ruzie, of een conflict. Dat zie je in de dans van de vuurvogel.

Die balletten blijven natuurlijk prachtig, net als de muziek! Maar het is wel fijn dat er in nieuwe balletten ook aandacht is voor het leven zoals het in onze tijd is. Mannen en vrouwen worden gelijkwaardiger, dus ook in de dans.

Mannen dansten in die oude balletten bijvoorbeeld nooit op spitzen (schoenen met harde punten, waardoor mensen op hun tenen kunnen dansen). Het waren de vrouwen die schitterden, terwijl ze op hun tenen dansten. Het gebeurt nog steeds niet veel, maar nu gaan choreografen en dansers daar wel mee experimenteren. Soms laten ze vrouwen juist niet op spitzen dansen, omdat het best heel belastend is voor de enkels. Veel dansers werken keihard om dit soort dingen normaal te maken. Dat noem je emancipatie.

Ballerina’s hoeven niet steeds popperige, tere vrouwtjes te zijn, in de nieuwe balletten. Ook vrouwen die er sterk uitzien, kunnen dansers worden.

Mannen hoeven toch niet altijd de sterke figuren te zijn die de vrouwen beschermen, ronddraaien en optillen? Dat laatste heet “liften”. In het echte leven zijn er heel veel sterke, zelfstandige vrouwen.

Een jonge choreograaf als Daniel Robert Silva maakt prachtige eigentijdse dansen. De bewegingen zijn gelijkwaardiger en mannen hebben ook hun “mooie” momenten. Kijk naar het voorbeeld onder de link.

Tegenwoordig zie je steeds vaker een pas de deux voor twee vrouwen, of twee mannen bijvoorbeeld. Kijk onder de link en zie hoe twee mannen een prachtige pas de deux dansen in een wedstrijd.

Ook mensen die zichzelf niet presenteren als typisch mannelijk of vrouwelijk werken keihard om ervoor te zorgen dat het ballet ook een wereld wordt waarin we kijken naar alle mensen die willen dansen, oftewel: inclusiviteit.

Tjonge, wat een kou!

OB-MB-BB

Dit is eigenlijk een soort volksdans. Het is heel simpel en iedereen kan meedoen. Soms denken mensen dat ze er te groot voor zijn, maar als ze zien hoeveel plezier iedereen heeft met deze dans, doen ze altijd graag mee, van jong tot oud. Eigenlijk is het een lied, een klapspel en een dans ineen.

Tjonge, jonge, wat een kou… Ik pak de slee en ik vraag aan jou:

Wil jij bij mij op de slee? Stap maar op en glij maar met mee.

Met z’n tweeën lekker sleeën, ‘k hou me vast aan jou.

Als je valt zijn je billen lekker blauw.

Met z’n tweeën lekker sleeën, ‘k hou me vast aan jou.

Als je valt zijn je billen lekker blauw.

Hieronder staat de karaoke versie van het lied

De dans:

De kinderen staan in twee rijen en kijken elkaar aan. Er ontstaat een lange dubbele sliert met kinderen, die twee aan twee tegenover elkaar staan.

Bij de coupletten klappen de leerlingen tegen elkaars handen, net zoals bij “Papegaaitje leef je nog. De leerlingen kunnen kruislings klappen, maar ook recht.

Bij het stukje “Met z’n tweeën, lekker sleeën..”  doen alle kinderen in de rij een stap naar achter. Zo ontstaat er een soort lange “poort.”

Het achterste tweetal pakt elkaar bij de handen en danst door die “poort”. De andere kinderen klappen ondertussen in hun handen.

Uiteindelijk sluit het dansende koppel aan de andere kant weer aan in de dubbele rij. De andere kinderen doen bij het nieuwe couplet weer een stap naar elkaar toe.

Het spel kan opnieuw beginnen.