Wat is Kerstmis?

BB

Overal in de wereld worden in deze tijd van het jaar lichtfeesten gevierd. Eén van de bekendste lichtfeesten is Kerstmis. 24 december is het Kerstnacht, 25 december is het eerste Kerstdag en 26 december tweede Kerstdag.

Iedereen viert dit feest op zijn eigen manier, met eigen tradities. Mensen die in Jezus geloven, vieren het bijvoorbeeld anders dan mensen die niet gelovig zijn.

Het feest wordt al heel lang gevierd. Ook in de tijd dat de vader en moeder van je opa en oma leefde… en nog veel langer. Kijk hiernaast maar eens hoe Kerstmis in 1947 werd gevierd.

Op YouTube vonden we dit filmpje van Het Klokhuis, waarin uitgelegd wordt waar Kerst vandaan komt.

Geen zin of tijd om te kijken? Lees dan gewoon de informatie die verderop op deze pagina staat.

Met Kerstmis vieren we eigenlijk de geboorte van Jezus van Nazareth. Gelovige mensen noemen hem ook wel “Christus” of “Jezus Christus”. Mensen die in Jezus geloven, noemen we dan ook Christenen.

Natuurlijk werd het Kerstfeest al vele eeuwen eerder gevierd, maar gek genoeg niet meteen na de geboorte van Jezus. Dat zou je wel denken. Onze jaartelling heeft immers te maken met de geboorte van Jezus. Mensen dachten dat ze precies wisten wanneer Jezus geboren was en toen begonnen ze te tellen. Ook mensen die niet gelovig zijn, gebruiken deze jaartelling.

Het vieren van het Kerstfeest ontstond pas in de vierde eeuw na Jezus’ geboorte. Het ontstond tegelijk in Rome en in Jerusalem. In Rome vierde men het op 25 december en in Jerusalem op 6 januari. Tegenwoordig vieren we op 6 januari het feest van Driekoningen. In een aantal culturen is juist dát feest belangrijk.

Het woord “Kerstmis” betekent eigenlijk “Christus-mis”. Een mis is een kerkdienst. Dus: kerkdienst over Christus. Christus is een speciale naam voor Jezus. Christus betekent: de gezalfde. Vroeger werd iemand gezalfd, als hij heel belangrijk was. Voor veel mensen in de wereld is Jezus heel speciaal. Met kerst vieren ze zijn geboorte.

Er is ook heel veel muziek geschreven om te beluisteren bij dit feest. We willen jullie daar wat voorbeelden van laten horen.

In Argentinië is Kerstmis een belangrijk feest. De componist Ariel Ramírez (1925-2009) maakte samen met Felix Luna een kerstcantate (dat is een verzameling liederen) “Navidad nuestra”. dat betekent: Onze geboorte…Ze bedoelen: hoe wij Kerstfeest vieren. Er worden Argentijnse ritmes en instrumenten gebruikt. worden Argentijnse ritmes en Argentijnse instrumenten gebruikt.

Elk deel beschrijft een stukje Kerstverhaal, maar ze doen alsof het kerstverhaal zich in Argentinië afspeelt. Dit gebeurt ook vaak bij schilderijen over de geboorte van Jezus. Eigenlijk zou Jezus waarschijnlijk iemand van kleur zijn, maar hij wordt meestal blank/wit afgebeeld. Dit nummer gaat over de herders.

De schrijver situeert de herders in het dorpje Aimogasta in de provincie Rioja in een sfeer waarin het chayafeest in de olijfboomgaarden van deze regio gevierd wordt. Het gebruikte ritme is ook de chaya.


Hiernaast staat een oud drie koningen lied

We three kings of Orient are
Bearing gifts we traverse afar
Field and fountain, moor and mountain
Following yonder star

O Star of wonder, star of night
Star with royal beauty bright
Westward leading, still proceeding
Guide us to thy Perfect Light

Glorious now behold Him arise
King and God and Sacrifice
Alleluia, Alleluia
Earth to heav’n replies

O Star of wonder, star of night
Star with royal beauty bright
Westward leading, still proceeding
Guide us to Thy perfect light

Uit “Navidad nuestra” het nummer “Los pastores”, d.w.z. de herders.

“‘We trekken met de chaya en gitaren zingend door de olijfboomgaarden’. ‘Terwijl de maan van La Rioja sterft van de zin om mee te doen’. ‘Basilicum en citroenverbena, tijm en laurier, dat het Kind pas inslaapt bij de dageraad’

Nog voor dag en dauw komen de herders en brengen kaarsen en bloemen. Ze trekken zingend en spelend op gitaren door de olijfboomgaarden. De maan sterft van de zin om mee te doen. We ruiken basilicum, citroenverbena, tijm en laurier. Het kindje slaapt pas bij de dageraad. “
We three kings… gezongen door de Mediaeval baebes

Wij zijn drie koningen uit het Oosten.
We dragen geschenken en komen van ver.
Veld en bron en Field and fountain, moor and mountain
We volgen gindse ster

Ster van verwondering, ster van de nacht
Ster met koninklijke heldere schoonheid
Je leidt ons westwaarts, zegt dat we door moeten reizen
je leidt ons naar het perfecte licht.

Glorieus zien we hem verschijnen
Een koning en god, die zich opoffert
Alleluia, Alleluia
De aarde geeft de hemel antwoord

O Ster van verwondering, ster van de nacht
Ster met koninklijke heldere schoonheid
Je leidt ons westwaarts, zegt dat we door moeten reizen
je leidt ons naar het perfecte licht.

We vertellen in het kort het verhaal dat bij het Christelijke Kerstfeest hoort:

De bewoners van Israël waren in de tijd van Jezus niet zelf de baas in hun land. De Romeinen waren op heel veel plekken in de wereld de baas. De belangrijkste man was de eerste echte romeinse keizer: Augustus. Hij regeerde van 27 voor Christus, tot 14 na Christus. De maand augustus is naar hem vernoemd.

Augustus kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn. Hij hadt in elk land koningen die voor hem werkten. In Israël was dat koning Herodus.

Keizer Augustus wilde weten hoeveel mensen er in zijn grote rijk woonden. Hij besloot ze te gaan tellen. Zoiets noem je een volkstelling. Omdat het lastig is om te tellen als iedereen steeds ergens anders is, moest iedereen terug naar het gebied waar hij ooit geboren was. Voor Jozef en zijn vrouw Maria was dat de plaats Bethlehem.

Dat was voor hen een naar bericht, want ze woonden in Nazareth en dat was daar nogal een eind vandaan. Bovendien was Maria in verwachting. Die tocht was dus eigenlijk te zwaar voor haar. Maria mocht daarom op de rug van een ezel rijden.

De reis duurde lang. Er waren veel mensen op weg, in verband met die volkstelling. Toen Jozef en Maria in Bethlehem aankwamen, waren daardoor ook alle hotels en herbergen al vol. Ze konden dus geen slaapplaats vinden. Uiteindelijk had één herbergier medelijden met hen en gaf hen toestemming om in de dierenstal achter zijn herberg te gaan slapen. Daar werd het kindje Jezus geboren.

Er wordt wel verteld dat een grote ster koningen en herders (dus rijke mensen en arme mensen) samen naar de stal leidde en dat de engelen zongen.

Waarom was deze geboorte nou zo belangrijk?

Als ergens een nieuwe baby geboren wordt, krijgt iedereen sowieso weer hoop op een betere wereld. Voor Christenen is de geboorte van Jezus helemaal belangrijk, omdat hij voor hen een profeet werd. Een profeet is iemand in wiens woorden en daden je gelooft; iemand wiens voorbeeld je wil volgen. Jezus kwam namelijk altijd op voor de zieken, armen en onderdrukten. Jezus wilde ook graag vrede. Later in zijn leven heeft Jezus heel belangrijke dingen gedaan. Daarom zeggen de Christenen wel eens: Jezus is het licht van de wereld.

Ook de mensen die moslim zijn, kennen Jezus. Hij is voor hen ook een profeet, maar niet hun belangrijkste profeet, want dat is voor hen Mohammed. Joodse mensen geloven ook dat Jezus bestaan heeft, maar voor hen is hij geen profeet. Ook zij gaan met Kerstmis graag naar familie of doen gezellige dingen. Het is immers een vakantiedag voor iedereen!

Er zijn ook veel mensen die niet in God geloven, maar die tóch Kerstmis vieren. Hoe kan dat dan? Dat komt doordat mensen die het Christelijke geloof gingen brengen, hun kerkelijke feesten lieten samenvallen met de traditionele feesten van de oorspronkelijke inwoners. Kerstmis valt dus ongeveer gelijk met de Midwinterfeesten. Bij die feesten vierden men dat de donkerste dagen weer voorbij waren. Men vierde daar dus eigenlijk de geboorte van het licht. Dat paste goed bij het Kerstfeest. Daardoor stribbelden de mensen die niet in God geloofden niet zo erg tegen en zo namen ze zonder veel mopperen het Kerstfeest over.

Het kerstfeest is de laatste jaren wel een beetje veranderd, doordat steeds minder mensen de Christelijke tradities volgen, maar sommige dingen zijn ook hetzelfde gebleven. Er wordt nog steeds veel gezongen, lekker gegeten, er worden kerstbomen neergezet die versierd worden en we denken aan andere mensen.

De suikerwerkfee

OB-MB-BB-ML

We gaan kijken en luisteren naar een gedeelte van een kerstballet. We laten verschillende versies horen en zien. Kies er één die je het mooiste vindt en één die je het minst mooi vindt. Schrijf in een paar zinnen op waarom je deze keuze maakt.

Pjotr Iljitsj Tschaikovski (1840-1893) schreef deze balletmuziek speciaal voor een mooi kerstballet. De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland. Het stuk speelt rond de kerstboom en kerstgeschenken. De Notenkraker wordt daarom vaak tegenwoordig ook nog rond kerstmis uitgevoerd.

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland waar de suikerwerkfee (Suikerboonfee, of Sugarplumfairy) regeert. Daar heeft Tschaikovsky een mooi muziekje bij gemaakt.

Je hebt misschien al eens meer van dit ballet gezien, zoek anders maar eens verder op deze site met de zoekterm “Notenkraker”.

Hierboven staat een filmpje waarbij je mee kan tikken met het ritme.

Er worden noten van verschillende lengte gebruikt. Het bolletje met het stokje heet kwartnoot. We spreken af dat die 1 tel duurt. De twee bolletjes met stok aan een streepje gaan sneller. Zij duren elk een halve tel. Het zijn twee achtste noten.

Probeer maar mee te doen.

Wil je zien hoe de dans eruitziet? Klik dan op het volgende linkje.

Het libretto (de verhaallijn) is geschreven door Marius Petipa en Ivan Vsevolosjki. Ze gebruikten een bewerking van Dumas van het verhaal dat eigenlijk door Ernst Hoffmann was bedacht. Dat heette: “De notenkraker.” De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland.

Ook wordt de muziek van de Notenkraker vaak zonder ballet uitgevoerd tijdens concerten. Dit heet: een Notenkraker-suite. Het orkest kiest dan welke delen uit de muziek ze spelen.

Pentatonix heeft een heel bijzondere uitvoering. Klik maar op de derde link. Deze mensen zingen a capella. Dat betekent: zonder begeleiding. Alleen stemmen dus.

Hieronder kan je het hele ballet vinden:

Bekijk en beluister het hele ballet

De Notenkraker is programmamuziek. Dat is muziek met een verhaaltje. Hieronder vertellen we het verhaal:

Personages: 
Clara Stahlbaum
Fritz Stahlbaum, haar broer
Dr. Stahlbaum, haar vader
Louise Stahlbaum, haar moeder
Heer Drosselmeyer
De Notenkraker
De Suikerboonfee
De Muizenkoning (antagonist. Zeg maar de slechterik waardoor het verhaal op gang komt.)

Het eerste bedrijf

1e scène: Een mooi kerstfeest bij de familie Stahlbau. Familie en vrienden versieren de kerstboom. Als de boom af is, worden de kinderen, Clara en Fritz Stahlbaum, geroepen. Ze vinden de boom mooi. De kinderen krijgen cadeautjes. Als de klok acht slaat, komt een geheimzinnig persoon de kamer binnen, meneer Drosselmeyer, Clara’s peetom. Hij is goochelaar en speelgoedmaker. Hij brengt vier hele echte poppen mee. De poppen dansen en worden daarna veilig weggezet. De kinderen zijn teleurgesteld, maar Drosselmeyer heeft nog een cadeautje. Een houten notenkrakerpop. Iedereen vindt hem lelijk, alleen Clara niet. Die vindt de pop geweldig. Fritz maakt hem dan met opzet stuk. Clara is droevig.

’s Nachts kan Clara niet slapen. Ze gaan naar beneden om de notenkraker te zoeken. De klok slaat twaalf uur. Drosselmeyer zit bovenop de klok. De hele kamer stroomt vol muizen. De kerstboom wordt heel groot en ook de notenkrakerpop wordt zo groot als een mens. Opeens is er een gevecht tussen soldaatjes van koek en de muizen. De muizenkoning voert zijn leger aan en de muizen eten de soldaten op. De notenkraker stuurt er tinnen soldaten en poppen op af. Dan wil de muizenkoning de Notenkraker grijpen, maar Clara gooit haar slipper naar hem toe. Zo kan de Notenkraker de Muizenkoning neersteken. De muizen trekken zich terug.

2e scène

Deze scène speelt zich af in een naaldbos, in de sneeuw. De Notenkraker is opeens veranderd in een knappe prins, die Clara mee neemt naar het woud, waar de sneeuwvlokken om hen heen dansen. De sneeuwvlokken wenken hen naar het koninkrijk van de prins.

Het tweede bedrijf

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland. Daar regeert de Suikerboonfee/suikerwerkfee. Ze wacht al op de prins.

De prins vertelt hoe Clara hem redden van de Muizenkoning. Ter ere van Clara vieren de lekkernijen van over de hele wereld feest. Chocola uit Spanje, koffie uit Arabië, thee uit China, zuurstokken uit Rusland. Ze dansen dan dansen uit hun eigen land.

Ook Deense schapenhoedsters, de gembermama met haar kindjes en walsende bloemen komen op het feest.

Tenslotte dansen de Suikerboonfee en haar page een pas de deux. Een pas de deux is een dans voor twee personen.

Al het snoepgoed danst een laatste wals. De prins buigt voor Clara en de fee kust Clara vaarwel. Clara en de prins vertrekken met de slee en zwaaien naar al hun onderdanen, die terugzwaaien.

O dennenboom

OB-MB-BB-BBS

Lied: een traditioneel kerstlied. De onderbouw kan het refrein meezingen. 

Dit is een van de bekendste kerstliedjes. Het is eigenlijk een Duits liedje. Bij Kzing hebben we een beetje een ander ritme gebruikt, om het liedje wat interessanter te maken. Ook hebben we er een stukje in het midden bijgemaakt. 

Dit keer staat er alleen een karaoke versie. Als je de woorden eronder volgt, kan je zo mee zingen! 

Veel plezier! 

O dennenboom, o dennenboom,
wat zijn je takken mooi versierd, wat zijn ze wonderschoon. 2 x
Ik heb je laatst een keer in ’t bos zien staan.
Toen zat er nog geen enkel kaarsje aan.
O dennenboom, o dennenboom,
wat zijn je takken mooi versierd, wat zijn ze wonderschoon.

Ik zoek een boom die groen blijft en de mensen echt laat zien,
dat bij het kleinste sprankje leven er nog hoop is en misschien
dat het donker dan weer licht wordt; dat is wat ik g’loof en vier.
Ik zoek de allermooiste kaarsen, waar ik jou dan mee versier.

O dennenboom, o dennenboom, wat zijn je takken mooi versierd,
wat zijn ze wonderschoon. 2 x

O Tannenbaum. Luister op YouTube naar de Duitse versie.

Al rond 1864 was er een Duits gedicht waarin woorden zaten die ook in dit liedje voorkomen. De melodie zou van een volksliedje uit Silezië zijn, van de componist Melchior Franck (1579-1639). 

Een andere meneer, Joachim August Zarnack, schreef er woorden op. De spar (in het Duits is dat “Tannenbaum”) werd gebruikt als voorbeeld van betrouwbaarheid. 

In 1824 was er een leraar in leipzig (1780-1861) die Ernst Anschütz heette. Hij hield de woorden van het eerste vers van Zarnack, maar voegde er nog twee coupletten aan toe. Die gingen over kerstbomen. In die tijd waren kerstbomen namelijk heel populair geworden. Hij gebruikte wel een andere melodie, ook gepikt van een volksliedje. 

Alle landen pikten het liedje. Ook Nederland. We namen het woord “den” over, terwijl een kerstboom eigenlijk een spar is. We zouden dus moeten zingen “O sparreboom, o sparreboom…” 

Het melodietje is zo populair, dat er vaak ook andere woorden op gemaakt worden. 

Sing gently

BB-ML

Als we allemaal wat meer zouden leven naar de tekst van het lied van Eric Whitacre, wat zou het leven dan mooi zijn. Zeker in deze tijd, waarin er in sommige landen oorlog is, is het nóg belangrijker om te proberen op een goede manier samen te leven.

Eric Whitacre heeft een virtueel koor. Hij bedenkt de muziek. Mensen van over de hele wereld zingen de muziek in. Eric maakt er een prachtig geheel van.

Een virtueel koor (de mensen zijn overal op de wereld en zingen hun partijen in) zingt het lied “Gently” van de eigentijdse componist Eric Whitacre.

Mogen samen zingen, altijd

Moge onze stemmen zacht zijn

Moge ons gezang muziek zijn voor anderen

En moge het andere mensen omhoog helpen

Zing, zing altijd teder

zing, zing, als één stem

Mogen we samen staan, altijd

Mogen onze stemmen sterk zijn

Mogen we het zingen horen

En mogen we meezingen

Zing, zing altijd teder en zacht

Zing, zing alsof je één bent

Zing teder, alsof je één bent

May we sing together, always

May our voice be soft

May our singing be music for others

And may it keep others aloft

Sing, sing gently, always

Sing, sing as one (as one)

May we stand together, always

May our voice be strong

May we hear the singing and

May we always sing along

Sing, sing gently, always

Sing, sing as one (as one)

Singing gently as one

Familietradities

OB-MB-BB-BBS- ML

Hier vind je een linkje naar een filmpje waarin Olav uit Frozen zingt over tradities:

Olav zingt over tradities: Die tijd van het jaar.

Bijna in elk land, in elke stad of dorp, in elke familie hebben mensen hun eigen tradities. Een traditie is een gebruik dat meestal al héél lang (soms zelfs meer dan 100 jaar) bij een bepaalde groep mensen hoort. Suikerfeest vieren, is bijvoorbeeld een gebruik dat bij de Islam hoort. Met Pasen eieren verstoppen, is voor veel mensen ook een traditie. Elkaar cadeautjes geven met Sinterklaas of Kerst is een traditie. Lang zal ze leven zingen, als iemand jarig is, is een traditie. En zo zijn er nog véél meer tradities.

Sommige families hebben hun eigen tradities gemaakt. Misschien is het in jullie familie wel traditie om met Oud- en nieuw geen oliebollen, maar pizza te eten. Of misschien is het bij jullie wel traditie om op tweede Kerstdag in je pyjama te lopen. Misschien is het wel traditie in jouw familie dat iemand die jarig is, mag kiezen wat er gegeten wordt.

Met Kerstmis zijn er veel tradities.:

  • Sommige mensen hebben een adventskalender. Elke dag mag er een deurtje open en dan zit er een chocolaadje achter het deurtje. Als alle deurtjes open zijn, is het Kerstmis.
  • Sommige mensen hebben een adventskrans. Vier weken voor Kerst mag de eerste kaars aan, drie weken voor Kerst de tweede, enzovoort. Als alle vier de kaarsen branden, wordt het Kerstmis.
  • Veel mensen zetten een Kerstboom neer met Kerstmis. Die versieren ze mooi.
  • Met Kerst leggen sommige mensen wat pakjes onder de boom.
  • Sommige mensen gaan in de Kerstnacht naar de nachtmis. Dat is een kerkdienst.
  • Veel mensen luisteren met Kerstmis naar speciale kerstmuziek, of zingen zelf kerstliedjes.
  • Sommige mensen sturen andere mensen een kerstkaartje. Of ze sturen een kerst-appje.

Over rituelen

MB-BB-ML

Hebben jullie thuis of op school bijzondere rituelen? Bijvoorbeeld rondom het Sinterklaasfeest , het Kerstfeest, oud en nieuw, de Ramadan, Holi Phagwa, Suikerfeest, het Paasfeest, verjaardagen, meester- en juffendag etc.?

In de podcast hieronder wordt uitgelegd wat een ritueel is. Later zal je merken dat bij sommige rituelen speciale muziek hoort.

Wat zijn rituelen? Luister en kijk naar dit filmpje.

We gaan het vandaag hebben over rituelen. Nou vraag jij vast: “Wat is een ritueel eigenlijk? ”

Het woord ritueel komt van het latijnse woord “ritus”. Dat betekende “godsdienstig gebruik” en ook wel “gebruik” in de algemene betekenis.

Godsdienstige gebruiken werden ook wel een ceremonie genoemd. Men denkt wel dat dat komt van de plaatsnaam Caere in Italië, waar Etruskische priesters riten uitvoerden.

Een ritueel is een vast gebruik, of een serie vaste gebruiken, of gewoonten die je als mens, of als groep mensen hebt. Zo’n gebruik, of serie gebruiken wordt vaak herhaald in precies dezelfde situatie.

Iedere zondag gaan mensen naar de kerk. Met Sint-Jan springen de kinderen van de Vrije School over het vuur. Elke Thanksgiving gaan mensen uit de V. S. naar hun familie, zeggen ze tegen elkaar waar ze dankbaar voor zijn en eten ze samen, vaak kalkoen.

Ieder jaar houden moslims in de 9e maand de Ramadan en ieder jaar hebben ze aan het einde van die tijd hun Suikerfeest.

Ieder jaar herdenken Christenen op een speciale manier de geboorte en het overlijden van Jezus.

Rituelen verbinden mensen met elkaar. Het is iets dat bij jullie clubje hoort. Het voelt als iets dat je samen deelt.

Er zijn veel godsdienstige rituelen. Sommige mensen gaan altijd op zondag naar de kerk, of ze bidden vijf keer per dag in de richting van Mekka. Ken je nog meer rituelen van gelovige mensen?

Ook niet gelovige mensen kunnen hun eigen rituelen hebben. Vaak hebben rituelen iets plechtigs. Je voelt vaak dat het om belangrijke dingen gaat. Misschien gaan jullie wel altijd met de hele familie op familieweekend in september, omdat jullie dat altijd al deden toen je overgrootmoeder nog leefde. Dat is dan jullie familieritueel.

Rituelen horen ook bij overgangen.

Trouwen is bijvoorbeeld zo’n overgangsritueel. Twee mensen kleden zich mooi aan, gaan naar een plek waar ze, in het bijzijn van hun vrienden en familie, ja tegen elkaar zeggen. Vaak geven ze elkaar een ring. Soms wordt een brud door haar man over de drempel van het huis gedragen. Sommige bruiden gooien hun bruidsboeket over hun schouder naar alle vrijgezelle meisjes. Het meisje dat het boeket vangt, zou volgens de overlevering de volgende bruid zijn.

Ook de komst van een kindje is een overgang. Daar horen dus ook rituelen bij. Als er een nieuw baby’tje is, eten we beschuit met muisjes.

Als iemand jarig is, maakt hij de overgang naar een nieuwe leeftijd. Dan feliciteer je hem. Dat gebeurt in de hele wereld. We zingen ook vaak voor een jarige job. We zingen: lang zal hij/zij leven. Dan wens je de jarige toe dat hij lang zal leven. In landen waar mensen rijk zijn, krijgen mensen vaak een taart met verjaardagskaarsjes. Die moet de jarige dan uitblazen. Dat is een ritueel. Misschien zeggen sommige oudere mensen tegen je: “Dat je maar een grote meid, of jongen mag worden…”

Rituelen hebben vaak te maken met tradities. Dat komt van het latijnse woord tradere, dat overleveren betekent. Bepaalde gebruiken worden van ouder op kind doorgegeven. Dat noemen we “overlevering.” Omdat rituelen en tradities vaak al vele jaren aan elkaar worden doorgegeven, zijn rituelen soms een beetje ouderwets. Maar soms ontstaan er ook nieuwe rituelen.

Tegenwoordig geven mensen die een kindje krijgen vaak een gender-reveal-party… zeg maar een feestje waarbij de ouders bekendmaken welk gender het kindje heeft.

Elke cultuur heeft zijn eigen rituelen. In Nederland vieren we Sinterklaas en in de Verenigde Stagen komt de kerstman. Voor Chinese mensen is het Chinese Nieuwjaar belangrijk en voor mensen die moslim zijn, is de Ramadan een belangrijk ritueel, met het Suikerfeest. Voor Christenen zijn de rituelen rondom Kerstmis erg belangrijk. Maar ook mensen die niet gelovig zijn, hebben vaak speciale kerstrituelen.

Soms nemen culturen rituelen van elkaar over. In Nederland was het heel lang niet gebruikelijk dat een man op zijn knieën ging om een meisje te vragen. Nu lijkt dat een normaal ritueel te zijn. Dat is door films komen overwaaien vanuit de V. S.

Bij rituelen horen vaak wensen. Denk nog maar eens aan die verjaardagstaart. Je blaast kaarsjes uit en je mag een wens doen, bijvoorbeeld.

Soms wens je iemand iets toe bij een ritueel. Bijvoorbeeld als je samen toost. Dan laten mensen hun glazen tegen elkaar klinken en ze zeggen: “Op je gezondheid!” Daar wordt mee bedoeld: Ik wens je toe dat je gezond mag blijven.

Tegenwoordig kunnen ook niet hele plechtige dingen een ritueel zijn.

Misschien past je oma wel elke donderdag op en lees je dan samen een boek. Dat is dan jullie ritueel.

Of jullie kijken WK’s of EK’s altijd met een vast groepje mensen. Dat is dan jullie gezamelijke ritueel.

Misschien begin je de dag op school met een gesprek in de kring. Er zijn heel veel rituelen. Soms horen ze bij een bepaalde groep of een bepaalde plek.

Misschien zing je in de klas wel altijd samen een lied, voordat je gaat eten.

Nou we het er toch over hebben.: er hoort vaak muziek bij een ritueel, maar niet altijd.

Rituelen zijn vaak fijn. Ze geven regelmaat en houvast. Je weet waar je op kan rekenen en je kan je er op verheugen. hoewel het vaste ritueel van 1 keer per jaar naar de tandarts gaan misschien minder leuk is.

Maar soms worden rituelen ook een beetje beklemmend. Dan kan je niet slapen omdat je vader niet thuis is en hij altijd voorleest voor het slapen gaan. Je moet er eigenlijk voor zorgen dat rituelen niet de baas worden… Dat je er niet buiten kan.

Hebben jullie thuis of op school bepaalde rituelen? Vind jij dat fijn, of juist niet?

Jingle bells, eenvoudig

OB-MB-BB-ML-BBS

c d e f g

Dit is een klein stukje van het kerstliedje Jingle bells. Dit kan je natuurlijk met kerstmis spelen op toetsen of met boomwhackers.

Jingle bells is een Amerikaans liedje, dus we hebben echte Amerikaanse uitvoeringen voor jullie gezocht, waar jullie naar kunnen luisteren, voordat jullie het zelf gaan spelen. Een Disney versie, een versie waar Frank Sinatra croont. Croonen betekent “kreunen, kermen, klagen”. Een crooner is een zanger (meestal een man) die heel ontspannen en lief zingt. Hij zingt met een zachte, lage stem en probeert een sentimenteel sfeertje op te roepen. En tenslotte een versie van Pentatonix.

Zoek zelf uit

MB-BB-ML

Je gebruikt de c d e f g a b c

Dit bekende kerstliedje kan je als het kerstmis is, spelen op toetsen of metallofoons. Op boomwhackers is dit liedje wat lastiger te spelen.

Het is leuk om zelf uit te zoeken welk liedje het is. We verklappen vast dat het een traditioneel Engels kerstliedje is. Zo’n liedje heet een christmas carol. In Engeland zijn er veel kersttradities. Zoek dat maar eens op op het internet!

Je ziet dat je twee verschillende f’fen nodig hebt. Een lage en een hoge. Het verschil hiertussen noem je: een octaaf. Als je die laagste f niet hebt, kun je in plaats daarvan ook een a spelen.

Je gebruikt niet alleen maar klanken die 1 tel duren. Er zijn ook klanken van een een halve tel bij. Die klinken korter. Ze delen de tel samen. Dit liedje heeft dus een lastiger ritme. Maar je weet hoe het klinkt, dus daar heb je veel steun aan.

In dit stukje zitten er steeds 3 tellen in een maat. De eerste tel van een maat is altijd sterker. Alleen in het begin is er een maat die niet vol is. Zo’n maat heet een opmaat. Tel nummer 1 en 2 vergeet je en je begint op tel 3. De c op tel 1 van de volgende maat is sterker.

Hoeveel tellen staan er in de laatste maat? Hoe kan dat?

Sneeuwvlokken

OB-MB-BB

Hier vind je 4 verschillende versies van de Wals van de sneeuwvlokken uit de Notenkraker, van Pjotr Iljitsj Tschaikovsky. (1840-1893) Het is heel leuk om dit met kerstmis te beluisteren en bekijken, maar het past ook wel in het thema “winter.”

De mensen die het ballet vorm geven, hebben allemaal hun eigen “interpretatie”, dat betekent hun eigen opvatting, hun eigen mening, over hoe je deze muziek het beste kan laten dansen.

Bekijk en beluister deze verschillende uitvoeringen eens en vergelijk ze met elkaar. Wat is hetzelfde? Wat is er anders?

Welke uitvoering spreekt jou het meeste aan? En waarom? Probeer goede argumenten te gebruiken. Dat wil zeggen: geef goede redenen voor wat jij zo mooi vindt aan de muziek, of wat je er niet mooi aan vindt.

Dingen waar je op kan letten:

. uitvoering van de muziek (tempo, instrumenten, klank, opname etc. )
. kostumering
. decor
. dans zelf
. personages die meedoen
. kleurgebruik

Pjotr Iljitsj Tschaikovsky schreef deze balletmuziek speciaal voor een mooi kerstballet. De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland. Het stuk speelt rond de kerstboom en kerstgeschenken. De notenkraker wordt daarom vaak tegenwoordig ook nog rond kerstmis uitgevoerd. Dat kan in een heleboel verschillende stijlen gebeuren, zoals je in één van de filmpjes kunt zien.

Het libretto (de verhaallijn) is geschreven door Marius Petipa en Ivan Vsevolosjki. Ze gebruikten een bewerking van Dumas van het verhaal dat eigenlijk door Ernst Hoffmann was bedacht. Dat heette: “De notenkraker.” De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland.

Ook wordt de muziek van de Notenkraker vaak zonder ballet uitgevoerd tijdens concerten. Dit heet: De Notenkraker-suite. Het orkest kiest dan welke delen uit de muziek ze spelen.

Personages: 
Clara Stahlbaum
Fritz Stahlbaum, haar broer
Dr. Stahlbaum, haar vader
Louise Stahlbaum, haar moeder
Heer Drosselmeyer
De Notenkraker
De Suikerboonfee
De Muizenkoning (antagonist. Zeg maar de slechterik waardoor het verhaal op gang komt.)

Het eerste bedrijf

1e scène: Een mooi kerstfeest bij de familie Stahlbau. Familie en vrienden versieren de kerstboom. Als de boom af is, worden de kinderen, Clara en Fritz Stahlbaum, geroepen. Ze vinden de boom mooi. De kinderen krijgen cadeautjes. Als de klok acht slaat, komt een geheimzinnig persoon de kamer binnen, meneer Drosselmeyer, Clara’s peetom. Hij is goochelaar en speelgoedmaker. Hij brengt vier hele echte poppen mee. De poppen dansen en worden daarna veilig weggezet. De kinderen zijn teleurgesteld, maar Drosselmeyer heeft nog een cadeautje. Een houten notenkrakerpop. Iedereen vindt hem lelijk, alleen Clara niet. Die vindt de pop geweldig. Fritz maakt hem dan met opzet stuk. Clara is droevig.

’s Nachts kan Clara niet slapen. Ze gaan naar beneden om de notenkraker te zoeken. De klok slaat twaalf uur. Drosselmeyer zit bovenop de klok. De hele kamer stroomt vol muizen. De kerstboom wordt heel groot en ook de notenkrakerpop wordt zo groot als een mens. Opeens is er een gevecht tussen soldaatjes van koek en de muizen. De muizenkoning voert zijn leger aan en de muizen eten de soldaten op. De notenkraker stuurt er tinnen soldaten en poppen op af. Dan wil de muizenkoning de Notenkraker grijpen, maar Clara gooit haar slipper naar hem toe. Zo kan de Notenkraker de Muizenkoning neersteken. De muizen trekken zich terug.

2e scène

Deze scène speelt zich af in een naaldbos, in de sneeuw. De Notenkraker is opeens veranderd in een knappe prins, die Clara mee neemt naar het woud, waar de sneeuwvlokken om hen heen dansen. Dat is de muziek die je op deze filmpjes hoort. De sneeuwvlokken wenken hen naar het koninkrijk van de prins.

Het tweede bedrijf

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland. Daar regeert de Suikerboonfee. Ze wacht al op de prins. De prins vertelt hoe Clara hem redden van de Muizenkoning. Ter ere van Clara vieren de lekkernijen van over de hele wereld feest. Chocola uit Spanje, koffie uit Arabië, thee uit China, zuurstokken uit Rusland. Ze dansen dan dansen uit hun eigen land.

Ook Deense schapenhoedsters, de gembermama met haar kindjes en walsende bloemen komen op het feest.

Tenslotte dansen de Suikerboonfee en haar page een pas de deux. Dat is een dans voor twee. Alle snoepgoed danst een laatste wals. De prins buigt voor Clara en de fee kust Clara vaarwel. Clara en de prins vertrekken met de slee en zwaaien naar al hun onderdanen, die terugzwaaien.

Over de componist.

Tsjaikovski was eerst ambtenaar in Rusland. Later ging hij muziek studeren aan het conservatorium. Dat is een muziekschool. Hij werd toen leraar aan een ander conservatorium, in Moskou. In 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven. Er was een gravin, gravin von Meck, die hem geld gaf om te leven. Zo kon hij zich met componeren bezighouden. Tsjaikovsky heeft zijn weldoenster nooit ontmoet. In 1890 stopte ze met hem geld te geven. Waarom is niet zeker.

Tsjaikovski reisde veel, maar was toch een eenzaam mens. Hij overleed aan cholera. Hij was pas 53 jaar. Hij had veel muziekstukken geschreven, onder ander voor piano. Maar hij schreef ook liederen, symfonieën en vioolmuziek. Zijn balletmuziek “De notenkraker” is misschien wel het meest bekende stuk. Hij kon de instrumenten heel mooi gebruiken.