Dansstijlen

We lichten een aantal dansstlijlen uit

Er zijn verschillende manieren waarop mensen dansen. Dat noem je stijlen van dansen. Soms hoort een bepaalde dansstijl bij een bepaalde muziekstijl. Op hiphop muziek kan je ook hiphop dansen. Ballet doe je vaak op klassieke muziek.

Maar…. eigenlijk mag je zelf weten hoe je beweegt op muziek. Behalve natuurlijk als iemand een mooie dans bedacht heeft en precies heeft opgeschreven wat je moet doen. Dat heet dan een choreografie. Dan moet je precies doen wat de choreograaf bedacht heeft.

Hieronder staan wat filmpjes van dansstijlen. Probeer maar eens mee te doen. Als je niet in een grote zaal bent, kun je op je plaats rennen.

De suikerwerkfee

OB-MB-BB-ML

We gaan kijken en luisteren naar een gedeelte van een kerstballet. We laten verschillende versies horen en zien. Kies er één die je het mooiste vindt en één die je het minst mooi vindt. Schrijf in een paar zinnen op waarom je deze keuze maakt.

Pjotr Iljitsj Tschaikovski (1840-1893) schreef deze balletmuziek speciaal voor een mooi kerstballet. De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland. Het stuk speelt rond de kerstboom en kerstgeschenken. De Notenkraker wordt daarom vaak tegenwoordig ook nog rond kerstmis uitgevoerd.

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland waar de suikerwerkfee (Suikerboonfee, of Sugarplumfairy) regeert. Daar heeft Tschaikovsky een mooi muziekje bij gemaakt.

Je hebt misschien al eens meer van dit ballet gezien, zoek anders maar eens verder op deze site met de zoekterm “Notenkraker”.

Hierboven staat een filmpje waarbij je mee kan tikken met het ritme.

Er worden noten van verschillende lengte gebruikt. Het bolletje met het stokje heet kwartnoot. We spreken af dat die 1 tel duurt. De twee bolletjes met stok aan een streepje gaan sneller. Zij duren elk een halve tel. Het zijn twee achtste noten.

Probeer maar mee te doen.

Wil je zien hoe de dans eruitziet? Klik dan op het volgende linkje.

Het libretto (de verhaallijn) is geschreven door Marius Petipa en Ivan Vsevolosjki. Ze gebruikten een bewerking van Dumas van het verhaal dat eigenlijk door Ernst Hoffmann was bedacht. Dat heette: “De notenkraker.” De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland.

Ook wordt de muziek van de Notenkraker vaak zonder ballet uitgevoerd tijdens concerten. Dit heet: een Notenkraker-suite. Het orkest kiest dan welke delen uit de muziek ze spelen.

Pentatonix heeft een heel bijzondere uitvoering. Klik maar op de derde link. Deze mensen zingen a capella. Dat betekent: zonder begeleiding. Alleen stemmen dus.

Hieronder kan je het hele ballet vinden:

Bekijk en beluister het hele ballet

De Notenkraker is programmamuziek. Dat is muziek met een verhaaltje. Hieronder vertellen we het verhaal:

Personages: 
Clara Stahlbaum
Fritz Stahlbaum, haar broer
Dr. Stahlbaum, haar vader
Louise Stahlbaum, haar moeder
Heer Drosselmeyer
De Notenkraker
De Suikerboonfee
De Muizenkoning (antagonist. Zeg maar de slechterik waardoor het verhaal op gang komt.)

Het eerste bedrijf

1e scène: Een mooi kerstfeest bij de familie Stahlbau. Familie en vrienden versieren de kerstboom. Als de boom af is, worden de kinderen, Clara en Fritz Stahlbaum, geroepen. Ze vinden de boom mooi. De kinderen krijgen cadeautjes. Als de klok acht slaat, komt een geheimzinnig persoon de kamer binnen, meneer Drosselmeyer, Clara’s peetom. Hij is goochelaar en speelgoedmaker. Hij brengt vier hele echte poppen mee. De poppen dansen en worden daarna veilig weggezet. De kinderen zijn teleurgesteld, maar Drosselmeyer heeft nog een cadeautje. Een houten notenkrakerpop. Iedereen vindt hem lelijk, alleen Clara niet. Die vindt de pop geweldig. Fritz maakt hem dan met opzet stuk. Clara is droevig.

’s Nachts kan Clara niet slapen. Ze gaan naar beneden om de notenkraker te zoeken. De klok slaat twaalf uur. Drosselmeyer zit bovenop de klok. De hele kamer stroomt vol muizen. De kerstboom wordt heel groot en ook de notenkrakerpop wordt zo groot als een mens. Opeens is er een gevecht tussen soldaatjes van koek en de muizen. De muizenkoning voert zijn leger aan en de muizen eten de soldaten op. De notenkraker stuurt er tinnen soldaten en poppen op af. Dan wil de muizenkoning de Notenkraker grijpen, maar Clara gooit haar slipper naar hem toe. Zo kan de Notenkraker de Muizenkoning neersteken. De muizen trekken zich terug.

2e scène

Deze scène speelt zich af in een naaldbos, in de sneeuw. De Notenkraker is opeens veranderd in een knappe prins, die Clara mee neemt naar het woud, waar de sneeuwvlokken om hen heen dansen. De sneeuwvlokken wenken hen naar het koninkrijk van de prins.

Het tweede bedrijf

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland. Daar regeert de Suikerboonfee/suikerwerkfee. Ze wacht al op de prins.

De prins vertelt hoe Clara hem redden van de Muizenkoning. Ter ere van Clara vieren de lekkernijen van over de hele wereld feest. Chocola uit Spanje, koffie uit Arabië, thee uit China, zuurstokken uit Rusland. Ze dansen dan dansen uit hun eigen land.

Ook Deense schapenhoedsters, de gembermama met haar kindjes en walsende bloemen komen op het feest.

Tenslotte dansen de Suikerboonfee en haar page een pas de deux. Een pas de deux is een dans voor twee personen.

Al het snoepgoed danst een laatste wals. De prins buigt voor Clara en de fee kust Clara vaarwel. Clara en de prins vertrekken met de slee en zwaaien naar al hun onderdanen, die terugzwaaien.

Coppélia

BB-BBS-ML

Dit is een grappig sprookjesballet op muziek van Léo Delibes. (1836-1891). Léo was de zoon van een postbode en de dochter van een soort operazanger. Hij kreeg een goede opleiding aan het conservatorium. Een conservatorium is een vakopleiding voor musici. Délibes werd heel erg beroemd door deze muziek voor het ballet Coppélia.

Het verhaal gaat over klokken en een pop die tot leven komt. De muziek is dus programmamuziek: muziek met een verhaaltje. Hier hoor je de urendans. (Er zijn trouwens meer componisten die een urendans hebben gecomponeerd.) De balletdanseressen dragen verschillende kleuren tutu’s. Een tutu is zo’n mooi dansrokje. Die hebben verschillende kleuren, omdat ze de verschillende tijden van de dag, ochtend, middag, avond en nacht voorstellen. De “uren” dansen voorbij.

Wals van de uren, uit Coppélia

Deze klassieke muziek komt uit de periode van de Romantiek , de 19e eeuw.

Het libretto is geschreven naar het verhaal van “De zandman” van de Duitse schrijver Ernst Hoffmann. Een libretto is een boekje met de tekst en regieaanwijzingen van een opera, operette, ballet of musical.

Er zijn verschillende choreografieën op gemaakt. Op muziek kan je op verschillende manieren bewegen. Een choreograaf bedenkt hoe hij dat wil. Een choreografie is dan de beschrijving van de volgorde en combinaties van passen, waaruit een dans is opgebouwd.

Hier zie je een versie van het ballet die gedanst wordt door een beroemd balletgezelschap, Het Bolshoi gezelschap, uit Rusland.

De dans is een wals. Dat is een dans waarbij je steeds telt: 1,2,3- 1,2,3-,1,2,3- 1,2,3… Kan je dat meetellen?

Coppélia is een grappig ballet in twee bedrijven. (In 2 gedeeltes, met meerdere scènes.)

In een dorpje is de speelgoedwinkel van dokter Coppélius. Hij maakt levensgrote poppen en klokwerken. De mensen uit het dorp denken dat hij een soort tovenaar is.

Swanilda komt voorbij. Ze ziet een meisje zitten in de werkplaats van dr. Coppélius. Het meisje negeert haar. Dan verschijnt de verloofde van Swanilda. Hij heet Franz. Die groet het geheimzinnigemeisje ook. Het ergert Swanilda dat het meisje haar niet, maar Franz wel groet met een buiging.

Franz wordt een beetje verliefd op het meisje. Swanilda wordt boos op hem.

De burgemeester komt voorbij. Hij is super blij, want de stad kreeg een grote klok van een beroemd persoon. Daarom zal er morgen een groot feest zijn. De burgemeester raadt alle jonge mensen aan om dan meteen te trouwen. Hij vraagt of Swanilda en Franz van plan zijn te trouwen. Swanilda zegt dat Frans niet meer van haar houdt.

Later op die dag gaat de speelgoedmaker weg. Een troep jongeren pest hem. Hij laat per ongeluk zijn sleutel vallen. Swanilda, die samen met vriendinnen is, vindt de sleutel. De vriendin en zij sluipen naar binnen.

Dan begint het 2e bedrijf.

De meisjes vinden de werkplaats eng. Allerlei balletgezelschappen hebben zelf verzonnen welk speelgoed ze op de muziek willen laten zien. De meisjes zetten alle mechanische poppen in werking. Dan ziet Swanilda dat Coppélia alleen maar een pop is, die gemaakt is door dr. Coppélius.

Als de speelgoedmaker terugkomt, jaagt hij de meisjes weg. Alleen Swanilda verbergt zich en blijft. Ze ziet dat Franz naar binnen klimt. De speelgoedmaker voert Franz dronken.

De poppenmaker heeft gelezen dat er een magische manier is om een levende geest over te brengen naar zijn favoriete pop, Coppélia.

Hij denkt dat het gelukt is, maar eigenlijk is het Swanilda die de kleren van de pop heeft aangedaan. Swanilda lacht Coppélius uit en plaagt hem.

Om haar de mond te snoeren, geeft de man haar een waaier en een sjaal. Ze danst een Spaanse dans en een Schotse dans.

Toch is Swanilda nog boos. Ze scheurt pagina’s uit het spreukenboek en bedreigt Coppélius met een zwaard. Die is verdrietig dat zijn favoriete pop zich tegen hem heeft gekeerd. De hele werkplaats wordt een troep.

Dan schudt Swanilde Franz wakker en ze omhelst hem.

Het wordt de poppenmaker dan duidelijk dat hij is gefopt. Hij is eenzaam, terwijl Franz en Swanilda weer verliefd zijn.

Swanilde en Franz gaan trouwen op de feestdag. Swanilda biedt Coppélius haar bruidschat aan, omdat ze zoveel verwoest heeft in zijn werkplaats, maar dat hoeft niet, want de beroemdheid die de klok cadeau deed, stopt een zak geld in de handen van de speelgoedmaker.

Swanilde kan haar bruidsschat houden. Eind goed, al goed.

Wat vind je van de muziek?

Wat vind je van het verhaal?

Wat vind je van het ballet?

Wat vind je van de kostuums?

Er zijn heel veel balletten gemaakt over poppen die tot leven komen. Denk maar aan de Notenkrakersuite van Tchaikovsky en aan het ballet de Poppenfee, van Bayer.

Vergelijk het ballet van Coppélia eens met:

Het ballet de Poppenfee, van Bayer

Satie en zijn Parade

OB-MB-BB-ML

Luister en kijk naar de bijzondere muziek van meneer Erik Satie, een Frans componist uit de 20e eeuw.

Erik Satie was een heel aparte man. Hij wilde ook heel bijzondere muziek maken.

Zijn muziek hoort bij de klassieke muziek van de 20e eeuw. Deze stijl heet: tonaal modern. De muziek is dus wel modern, maar heeft wel een echte melodie.

Eriks muziek kun je niet impressionistisch noemen. Hij had namelijk een heel erge hekel aan die stijl.

Satie wilde aparte en bijzondere muziek maken. Hij was dan ook een bijzondere man. Luister maar eens hoe hij de typemachine als instrument in een orkest gebruikt.

Vind jij dat een typemachine gebruikt kan worden in een orkest?

Welk voorwerp zou jij graag eens willen horen gebruiken in een orkest?

Hoe vind je dit muziekstuk?

Op het conservatorium was Erik Satie de slechtste leerling van de klas. Hij was ook nog eens heel erg lui. Hij droeg altijd een bolhoed, een paraplu en hij had een puntig sikje.

Satie zwierf altijd door de uitgaansbuurt in Parijs. Hij was vrienden met beroemde schilders zoals Pablo Picasso.

Pablo Picasso ontwierp de decors en kleding voor het muziekstuk Parade. En de beroemde dichter Jean Cocteau schreef het scenario. Dat betekent het muziekverhaal. Zo ontstond een heel bijzonder ballet, waarin de schilderijen van Picasso tot leven kwamen. Dat ballet heette “Parade”, oftewel “optocht.”

Het muziekstuk Parade werd voor het eerst opgevoerd in mei 1917. De mensen vonden het heel stom. Hij gebruikte in het stuk “instrumenten” die niet eens instrumenten waren: een schrijfmachine, een sirene en een rad van fortuin. Hij probeerde een beetje de draak te steken met het impressionisme, omdat hij dat zo zweverig vond. Om die componisten te plagen gebruikte hij ook rare titels voor zijn muziekstukken. Zo schreef hij: drie stukken in de vorm van een peer.

De poppenfee

OB-MB-BB-ML

Ga je mee een pop kopen? Maar dit is wel een bijzondere poppenwinkel. De poppen hebben een mechaniekje en daardoor kunnen ze dansen. Het lijkt wel alsof ze echt leven. Maar…. als het middernacht is…..

Je kan het hele ballet bekijken, maar dat is best lang. Als je vanaf 6 minuten kijkt naar 3 verschillende poppen, kan je goed zien dat het hier om poppen met een mechaniekje gaat. Je kan ook één stukje uitkiezen. Het stukje van de babypop is dan grappig. Dat begint ongeveer bij 9.20.

Een ballet uit de Romantiek

De meeste muziek van het ballet “De poppenfee” is gecomponeerd door de Oostenrijkse componist en dirigent van het Oostenrijks ballet in Wenen, Josef Bayer. (6 maart 1852- december 1913) Bayer was goede vrienden met de bekende Oostenrijkse componist Johann Strauss. Als je die muziek kent, kan je dat misschien wel aan de muziek horen.

Hoor je hoe de pop mamma en pappa kan zeggen?

Hoe kan je zien dat sommige dansers poppen voorstellen?

Probeer zelf ook eens om te bewegen als een pop.

Wat vind je van de muziek?

Wat vind je van de kostuums?

Wat vind je van het decor?

Dit is dus klassieke muziek die uit de tijd van de Romantiek komt. De periode van de Romantiek beslaat ongeveer de 19e eeuw.

Bayer heeft muziek geschreven bij een verhaal dat gedanst wordt. Zo’n muziekstuk heet “een ballet.” 

De Poppenfee heette trouwens eerst “Im Puppenladen.” wat betekent: in de poppenwinkel. Het is één van de eerste balletten waarin het thema van de levende poppen werd gebruikt. (Denk bijvoorbeeld ook aan de Notenkraker) Er hoort een verhaal bij deze muziek. Als dat zo is, zeggen we: “dat is programmamuziek.”

Het verhaal  

Ergens is een poppenwinkel. Daar worden dansende poppen verkocht. Er komen mensen binnen die poppen willen uitzoeken. Er komt onder andere een boerenfamilie, maar ook een rijke Engelse Lord en zijn familie. De winkeleigenaar laat al zijn mechanisch dansende poppen zien. Hij heeft Chinese poppen, een Japanse pop, een harlekijk, een Oostenrijkse dame, een baby pop (die tijdens het dansen papa-mama zegt), een Morenpopje, een Spaanse pop, een Hongaarse pop, een dichter (die niet mechanish is) en een Feeën popje. Dat laatste popje is het duurste.

De Engelse Lord koopt de feeënpop. Hij geeft de winkeleigenaar er zijn hele portemonnee voor. De boer koopt de harlekijn en de Oostenrijkse pop. De winkeleigenaar belooft dat hij de poppen zal inpakken en naar de families zal toesturen. Dan gaat de winkel dicht.

De Feeënpop stapt uit haar doosje en roept de andere poppen op om dat ook te doen. Ze dansen samen met ander speelgoed dat tot leven is gekomen. Schaakstukken bijvoorbeeld, een hamer, kegeltjes etc. Om één uur stappen ze allemaal terug in hun doosjes, maar de winkeleigenaar heeft een geluidje gehoord. Hij komt de kamer binnen met een lichtje.

De doos van de Feeënpop licht op en ze stapt eruit om hem te vertellen wat ze er van vindt. Al de lichten gaan aan. De winkeleigenaar is omringd door poppen.

Dan valt het doek.

Welk gezelschap danst het ballet?

Op dit filmpje van YouTube wordt dit ballet uitgevoerd door de Vaganova balletacademie uit Rusland. Rusland is een land dat bekend staat om de hele goede balletdansers die er vandaan komen. De opleiding van de jonge dansers begint al op heel erg jonge leeftijd. Dit ballet wordt ook gedanst door mensen die in opleiding zijn.

Het werd voor het eerst uitgevoerd in 1888, in Wenen. Het libretto (de verwerking van het verhaal) en de choreografie (de danspassen, zeg maar) werden in eerste instantie waarschijnlijk bedacht door meneer Joseph Hassreiter. Hij was een Oostenrijks danser, balletmeester en choreograaf.

Het Zwanenmeer

OB-MB-BB-ML

Je hoeft niet altijd perse een boek te lezen voor een verhaal. Ook in films, balletvoorstelling, theaterstukken, musicals zit een verhaal verstopt dat door iemand is geschreven. Vandaag kijken we naar een ballet van Pjotr Iljitsch Tchaikovsky (1840-1893) Het komt uit de periode van de Romantiek. Dat is een periode in de muziekgeschiedenis.

Luister naar alle versies. Kies er één uit die je het mooiste vindt en één die je het minst mooi vindt. Vertel over de verschillen en waarom je de een leuker vindt dan de ander.

Uit het Zwanenmeer: Binnenkomst van de kleine zwaantjes

Het zwanenmeer is een ballet in vier bedrijven (zeg maar 4 stukken) op muziek van Tsjaikovski. Tsjaikovski leefde in de tijd die in de geschiedenis “De Romantiek” wordt genoemd. Het gaat om ongeveer de hele 19e eeuw. In de muziek lieten componisten in die tijd veel van hun gevoel horen.

Het ballet werd op 4 maart 1877 voor het eerst op de planken gebracht in het Bolsjojtheater in Moskou. De choreografie werd toen bedacht door Julius Reisinger.

Een ballet heeft vaak een verhaal. Dat heet het “libretto.”  Wie dit libretto gemaakt heeft, is niet zeker. Het verhaal lijkt op sommige sprookjes uit Duitsland en Rusland. Eerst was het ballet niet zo’n succes. Pas toen andere mensen een choreografie hadden bedacht (Petipa en Ivanov) wilde elk gezelschap het wel dansen.

Eerste bedrijf:

Prins Siegfried is jarig en net volwassen. Hij is heel uitgelaten. Zijn moeder waarschuwt hem dat hij op het volgende bal een bruid moet uitzoeken.

Tweede bedrijf:

De prins gaat met zijn gevolg jagen. Ze komen aan bij een meer met zwanen. Odette, de koningin van de zwanen legt aan de prins uit dat ze betoverde zwanen zijn. Ze zijn eigenlijk jonge vrouwen die door de boze tovenaar Von Rothbart betoverd zijn. Maar in de nacht worden ze weer vrouwen. De pins is meteen verliefd op Odette. Ze dansen samen een pas de deux. Dat is een dans van twee mensen. De prins vraagt Odette naar zijn bal te komen en belooft haar te trouwen. Odette zegt dat de betovering dat verbroken moet zijn. Dan wordt ze weer zwaan en moet terug naar het meer.

Derde bedrijf:

Siegfried is terug op het kasteel. Zijn moeder en hij ontvangen zes meisjes die met hem willen trouwen. Gasten uit allerlei landen komen en dansen dansen uit hun eigen land. Dan verschijnt de boze tovenaar Von Rothbart met zijn dochter Odile. Hij heeft haar betoverd en daarom lijkt ze op Odette. Odile danst een tweede pas de deux met de prins. Soms heeft Odette een zwart kostuum, om het verschil tussen goed en kwaad te laten zien. De prins zegt dat hij van haar houdt. Buiten is Odette wanhopig, omdat ze zich verlaten voelt. De tovenaar en Odile zijn heel triomfantelijk.

Vierde bedrijf:

Odette en de andere zwanen zijn droevig. Als siegfried komt, wil Odette niets met hem te maken hebben. Maar Siegfried kan het uitleggen. De tovenaar is zo boos dat hij een storm tevoorschijn tovert. De twee geliefden hebben elkaar gevonden, maar dan verdrinken ze samen in het meer.

Kun je zelf ook een dans bedenken op deze muziek?

Over de componist.

Tsjaikovski was eerst ambtenaar in Rusland. Later ging hij muziek studeren aan het conservatorium. Dat is een muziekschool. Hij werd toen leraar aan een ander conservatorium, in Moskou. In 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven. Er was een gravin, gravin von Meck, die hem geld gaf om te leven. Zo kon hij zich met componeren bezighouden. Tsjaikovsky heeft zijn weldoenster nooit ontmoet. In 1890 stopte ze met hem geld te geven. Waarom is niet zeker.

Tsjaikovski reisde veel, maar was toch een eenzaam mens. Hij overleed aan cholera. Hij was pas 53 jaar. Hij had veel muziekstukken geschreven, onder ander voor piano. Maar hij schreef ook liederen, symfonieën en vioolmuziek. Zijn balletmuziek “De notenkraker” is misschien wel het meest bekende stuk. Hij kon de instrumenten heel mooi gebruiken.

Pas de deux

BB-ML

Op deze pagina hebben we het over de “Pas de deux”. Een pas de deux is een dans voor twee personen. Je zegt ook wel “een choreografie” voor twee personen. Het is vaak een bijzonder dansmoment waarin twee hele goede dansers samen schitteren op het podium. De dansers moeten heel goed samenwerken. De pas de deux komt uit het ballet, maar komt ook voor in moderne dans.

De dans beeldde vaak de liefde en een romantische scène uit tussen de partners en in die tijd ging men er vanuit dat dat tussen een man en een vrouw was. De man was dan de sterke persoon, die de vrouw optilde, ronddraaide, hielp enz. Dat was de rolverhouding die men in die tijd normaal vond.

Kijk maar eens naar onderstaande balletten. De onderstaande scènes zijn best lang. Sommige mensen moeten een beetje wennen aan ballet. Je hoeft niet perse het hele stuk af te kijken. Blijf kijken zolang als het je boeit.

Aan het begin van de 18e eeuw gingen mensen vaak naar de opera. Men liet dan zo’n dans zien, voordat de opera begon. In die tijd dansten de dansers vaak dezelfde passen.

In de 19e eeuw, de periode van de Romantiek, was het de taak van de mannelijke dansen om de ballerina te ondersteunen. Die maakte allerlei bijzondere passen, zoals pirouettes (rondje draaien), arabesques, attitudes en lifts. Ze noemden de balletdansers ook wel eens spottend “het derde been van de danseres.”

Pas laat in de 19e eeuw werd de Pas de deux een heel uitgebreide dansvorm. De hele pas de deux bestond uit

– een entree, waarin de dansers zich presenteerden

– een adagio, een langzaam stuk voor de dame

– een variatie voor de man

– een variatie voor de vrouw en

– een coda. Dat was het eindstuk, waarin het verhaal werd afgerond.

Vaak bedachten ze lange, trage, sierlijke bewegingen voor de ballerina.

Vanaf deze tijd worden er ook andere emoties uitgebeeld in een pas de deux, bijvoorbeeld ruzie, of een conflict. Dat zie je in de dans van de vuurvogel.

Die balletten blijven natuurlijk prachtig, net als de muziek! Maar het is wel fijn dat er in nieuwe balletten ook aandacht is voor het leven zoals het in onze tijd is. Mannen en vrouwen worden gelijkwaardiger, dus ook in de dans.

Mannen dansten in die oude balletten bijvoorbeeld nooit op spitzen (schoenen met harde punten, waardoor mensen op hun tenen kunnen dansen). Het waren de vrouwen die schitterden, terwijl ze op hun tenen dansten. Het gebeurt nog steeds niet veel, maar nu gaan choreografen en dansers daar wel mee experimenteren. Soms laten ze vrouwen juist niet op spitzen dansen, omdat het best heel belastend is voor de enkels. Veel dansers werken keihard om dit soort dingen normaal te maken. Dat noem je emancipatie.

Ballerina’s hoeven niet steeds popperige, tere vrouwtjes te zijn, in de nieuwe balletten. Ook vrouwen die er sterk uitzien, kunnen dansers worden.

Mannen hoeven toch niet altijd de sterke figuren te zijn die de vrouwen beschermen, ronddraaien en optillen? Dat laatste heet “liften”. In het echte leven zijn er heel veel sterke, zelfstandige vrouwen.

Een jonge choreograaf als Daniel Robert Silva maakt prachtige eigentijdse dansen. De bewegingen zijn gelijkwaardiger en mannen hebben ook hun “mooie” momenten. Kijk naar het voorbeeld onder de link.

Tegenwoordig zie je steeds vaker een pas de deux voor twee vrouwen, of twee mannen bijvoorbeeld. Kijk onder de link en zie hoe twee mannen een prachtige pas de deux dansen in een wedstrijd.

Ook mensen die zichzelf niet presenteren als typisch mannelijk of vrouwelijk werken keihard om ervoor te zorgen dat het ballet ook een wereld wordt waarin we kijken naar alle mensen die willen dansen, oftewel: inclusiviteit.

Sneeuwvlokken

OB-MB-BB

Hier vind je 4 verschillende versies van de Wals van de sneeuwvlokken uit de Notenkraker, van Pjotr Iljitsj Tschaikovsky. (1840-1893) Het is heel leuk om dit met kerstmis te beluisteren en bekijken, maar het past ook wel in het thema “winter.”

De mensen die het ballet vorm geven, hebben allemaal hun eigen “interpretatie”, dat betekent hun eigen opvatting, hun eigen mening, over hoe je deze muziek het beste kan laten dansen.

Bekijk en beluister deze verschillende uitvoeringen eens en vergelijk ze met elkaar. Wat is hetzelfde? Wat is er anders?

Welke uitvoering spreekt jou het meeste aan? En waarom? Probeer goede argumenten te gebruiken. Dat wil zeggen: geef goede redenen voor wat jij zo mooi vindt aan de muziek, of wat je er niet mooi aan vindt.

Dingen waar je op kan letten:

. uitvoering van de muziek (tempo, instrumenten, klank, opname etc. )
. kostumering
. decor
. dans zelf
. personages die meedoen
. kleurgebruik

Pjotr Iljitsj Tschaikovsky schreef deze balletmuziek speciaal voor een mooi kerstballet. De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland. Het stuk speelt rond de kerstboom en kerstgeschenken. De notenkraker wordt daarom vaak tegenwoordig ook nog rond kerstmis uitgevoerd. Dat kan in een heleboel verschillende stijlen gebeuren, zoals je in één van de filmpjes kunt zien.

Het libretto (de verhaallijn) is geschreven door Marius Petipa en Ivan Vsevolosjki. Ze gebruikten een bewerking van Dumas van het verhaal dat eigenlijk door Ernst Hoffmann was bedacht. Dat heette: “De notenkraker.” De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland.

Ook wordt de muziek van de Notenkraker vaak zonder ballet uitgevoerd tijdens concerten. Dit heet: De Notenkraker-suite. Het orkest kiest dan welke delen uit de muziek ze spelen.

Personages: 
Clara Stahlbaum
Fritz Stahlbaum, haar broer
Dr. Stahlbaum, haar vader
Louise Stahlbaum, haar moeder
Heer Drosselmeyer
De Notenkraker
De Suikerboonfee
De Muizenkoning (antagonist. Zeg maar de slechterik waardoor het verhaal op gang komt.)

Het eerste bedrijf

1e scène: Een mooi kerstfeest bij de familie Stahlbau. Familie en vrienden versieren de kerstboom. Als de boom af is, worden de kinderen, Clara en Fritz Stahlbaum, geroepen. Ze vinden de boom mooi. De kinderen krijgen cadeautjes. Als de klok acht slaat, komt een geheimzinnig persoon de kamer binnen, meneer Drosselmeyer, Clara’s peetom. Hij is goochelaar en speelgoedmaker. Hij brengt vier hele echte poppen mee. De poppen dansen en worden daarna veilig weggezet. De kinderen zijn teleurgesteld, maar Drosselmeyer heeft nog een cadeautje. Een houten notenkrakerpop. Iedereen vindt hem lelijk, alleen Clara niet. Die vindt de pop geweldig. Fritz maakt hem dan met opzet stuk. Clara is droevig.

’s Nachts kan Clara niet slapen. Ze gaan naar beneden om de notenkraker te zoeken. De klok slaat twaalf uur. Drosselmeyer zit bovenop de klok. De hele kamer stroomt vol muizen. De kerstboom wordt heel groot en ook de notenkrakerpop wordt zo groot als een mens. Opeens is er een gevecht tussen soldaatjes van koek en de muizen. De muizenkoning voert zijn leger aan en de muizen eten de soldaten op. De notenkraker stuurt er tinnen soldaten en poppen op af. Dan wil de muizenkoning de Notenkraker grijpen, maar Clara gooit haar slipper naar hem toe. Zo kan de Notenkraker de Muizenkoning neersteken. De muizen trekken zich terug.

2e scène

Deze scène speelt zich af in een naaldbos, in de sneeuw. De Notenkraker is opeens veranderd in een knappe prins, die Clara mee neemt naar het woud, waar de sneeuwvlokken om hen heen dansen. Dat is de muziek die je op deze filmpjes hoort. De sneeuwvlokken wenken hen naar het koninkrijk van de prins.

Het tweede bedrijf

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland. Daar regeert de Suikerboonfee. Ze wacht al op de prins. De prins vertelt hoe Clara hem redden van de Muizenkoning. Ter ere van Clara vieren de lekkernijen van over de hele wereld feest. Chocola uit Spanje, koffie uit Arabië, thee uit China, zuurstokken uit Rusland. Ze dansen dan dansen uit hun eigen land.

Ook Deense schapenhoedsters, de gembermama met haar kindjes en walsende bloemen komen op het feest.

Tenslotte dansen de Suikerboonfee en haar page een pas de deux. Dat is een dans voor twee. Alle snoepgoed danst een laatste wals. De prins buigt voor Clara en de fee kust Clara vaarwel. Clara en de prins vertrekken met de slee en zwaaien naar al hun onderdanen, die terugzwaaien.

Over de componist.

Tsjaikovski was eerst ambtenaar in Rusland. Later ging hij muziek studeren aan het conservatorium. Dat is een muziekschool. Hij werd toen leraar aan een ander conservatorium, in Moskou. In 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven. Er was een gravin, gravin von Meck, die hem geld gaf om te leven. Zo kon hij zich met componeren bezighouden. Tsjaikovsky heeft zijn weldoenster nooit ontmoet. In 1890 stopte ze met hem geld te geven. Waarom is niet zeker.

Tsjaikovski reisde veel, maar was toch een eenzaam mens. Hij overleed aan cholera. Hij was pas 53 jaar. Hij had veel muziekstukken geschreven, onder ander voor piano. Maar hij schreef ook liederen, symfonieën en vioolmuziek. Zijn balletmuziek “De notenkraker” is misschien wel het meest bekende stuk. Hij kon de instrumenten heel mooi gebruiken.