FF sociaal allemaal

Een geĆÆntegreerde methodische lessenreeks

De meeste docenten zullen het met ons eens zijn dat elke groep het recht heeft op een veilige, gezellige, stimulerende, inclusieve leeromgeving, waar aandacht is voor het belang van het individu, maar ook voor het belang van de groep.

Kzing heeft daarom een geĆÆntegreerde methodische lessenreeks van 11 lessen ontwikkeld, waarmee je positieve aandacht kan besteden aan het klimaat dat jij en je groep samen willen creĆ«ren vanaf het begin van het schooljaar. In deze lessenreeks proberen we sociale en educatieve succeservaringen te stimuleren.

Iedereen heeft er baat bij als het vanzelfsprekend is dat elk lid van de groep zich “FF sociaal” opstelt, als een goede collega. Daar hoort uiteraard ook de docent/stamgroepleider bij. Bovendien is het voor leerlingen intrinsiek motiverend als zij trots ervaren, omdat zij als groep zo goed uit de verf komen en elkaar als goede collega’s helpe elkaars en de eigen talenten te ontwikkelen. Onze ervaring is dat de meeste mensen ook graag samen een goede groep zijn (een enkele negatieve uitzondering daargelaten).

Bij ieder thema is muzisch materiaal gezocht, zodat het thema gaat leven. Uiteraard kan je dat aanvullen met andere activiteiten. Het materiaal is al een aantal jaren in de praktijk beproefd en het regelmatig bijgesteld, met elke ervaring. Het is bedoeld als beginpunt. Je kan het zelf verder aanvullen en invullen. Natuurlijk is het ook belangrijk endat je het hele schooljaar zelf alle aandachtspunten voorleeft en de groep hierop blijft aanspreken…

  • Hieronder vind je linkjes naar de 11 lessen waarin de methode is verdeeld. Iedere les kan je in een kring praten over de praatposters.
  • Er is ook een werkboekje. Voor jongere groepen is dt niet perse nodig, maar voor een bovenbouw kan het verrijkend zijn en zorgen dat de besproken waardes beklijven.
  • Daarna kan je aan de gang met een lied naar keuze uit het liedmateriaal. Wij doen telkens een suggestie, maar eronder vind je meer materiaal. Dus je kan een thema ook heel anders uitleggen.
  • Je kan zelf bepalen hoe snel je een nieuw thema wil aansnijden. Je kan de lessen achter elkaar behandelen, maar uiteraard ook middenin het schooljaar aandacht besteden aan een bepaald thema.
  • De laatste les is bedoeld om aan het einde van het schooljaar samen te evalueren.

Tijdens het schooljaar kan regelmatig een bepaald onderwerp opnieuw onder de aandacht gebracht worden.

Hoe werk je met het materiaal?

  • Je kiest een lied uit het materiaal dat bij een bepaalde les hoort. Kies een lied dat past bij waar jij als leerkracht op wil inzoomen. Je laat het lied horen. (introductie van je gesprek)
  • Je bespreekt het thema van de posters in de kring. Al pratend, bepaal je samen met de groep de afspraken.
  • Daarna kunnen de leerlingen soms nog een opdracht maken in het werkboekje, of je kan hen zelf een verwerkingsopdracht geven (als daar tijd voor is).
  • In de loop van de week leer je je groep het lied dat je hebt laten horen. Je kan natuurlijk meer liedjes kiezen. Dat hangt af van de tijd en zin die jij zelf hebt.
  • In de loop van het schooljaar kan je een bepaalde poster ophangen, als bepaald positief gedrag opnieuw onder de aandacht moet worden gebracht. Je kan dan ook een passend lied zoeken, bij datgene dat je wil overdragen.

De belangrijkste uitgangspunten van onze onderwijsvisie voor een klassenklimaat zijn:

1. Als Ć©Ć©n persoon zich ongelukkig voelt door onze groep, zijn wij geen goede groep.

2. We hoeven niet met iedereen vrienden te zijn, maar we zijn wel allemaal collega’s. Respect is van groot belang.

-Je zorgt dus dat iedereen iemand heeft om mee samen te werken en hebt respect voor elkaar.

-We ondersteunen elkaar en ondermijnen elkaar niet.

-Ook mensen die, bijvoorbeeld door een beperking, moeite -hebben, ondersteunen we.

-Onze feedback naar anderen verwoorden we vriendelijk.

-Problemen los je samen op.

3. We leven op een positieve manier mee met andere mensen, in vreugde en verdriet.

4. We zijn een groep van onderzoekers. We zijn leergierig en nieuwsgierig. Zo leren we. De docent is ook een onderzoeker.

5. We hebben een goede werkhouding

– We durven fouten te maken

-We durven hulp te vragen.

-We zetten door

Zo leren we.

6. We zoeken naar gezond gedrag.

We eten en drinken gezond

-We eten en drinken op tijd

-We bewegen genoeg, ook tussen de lessen

-We proberen niet te stressen

-We rusten genoeg

7. We zoeken naar gedrag dat onze omgeving prettig leefbaar houdt.

Weer naar school

Uitgelicht: weer naar school

Het schooljaar gaat weer beginnen. Besteed eens een periode lang veel aandacht aan het klassenklimaat. Iedereen mag er zijn zoals hij/zij/die is, maar wel met respect voor de anderen. We hoeven geen vrienden te zijn, maar moeten wel als goede collega’s samenwerken. We moeten de ruimte samen delen, leren gebruiken en samen netjes houden. We zorgen dat we prettige omgangsvormen hebben. Als je aan het begin van het schooljaar zo met elkaar leert omgaan, heeft iedereen daar het hele schooljaar plezier van.

We beginnen weer. Rituelen helpen ons daarbij.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Iedereen hoort erbij

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

We gebruiken de ruimte samen

Goede omgangsvormen

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Voor de hele groep

Op deze pagina vind je materiaal dat door het jaar heen te gebruiken is bij gelegenheden die de hele groep aangaan, zoals bijvoorbeeld beginnen, naar huis, een verjaardag vieren, samen de avondvierdaagse lopen of naar gym lopen, praten over pesten etc.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Blues en zo

Op deze pagina wordt de muzikstijl “blues” uitgelicht, maar ook de stijlen die er uit voort zijn gekomen. Je hebt vast wel eens van de muziekstijl “blues” gehoord. Het woord “blue” betekent: “verdrietig”. Dit begrip komt uit de scheepvaart van de zeilboten. Als een kapitein van een schip overleed, werd de vlag in de mast vervangen door een blauwe vlag. Soms werd er ook een blauwe band rond het hele schip geschilderd. Als het schip de haven binnenliep, wist iedereen dat er verdriet aan boord was.

Om een eerste indruk van de blues te krijgen, kun je luisteren naar deze muziek van Memphis Slim.

De blues is ongeveer tussen 1860 en 1900 ontstaan in de USA.

In die tijd kwamen tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika in het zuiden van de Verenigde Staten terecht. Eerst bracht men hen naar de West-Indische eilanden, maar veel van hen werden van daaruit verkocht naar New Orelans.

De mensen woonden dus vooral in het gebied rond Memphis. De Afrikaanse mensen die tot slaaf gemaakt werden, namen hun eigen muziek mee. Die kenmerkte zich door sterke ritmes en lekker vrij improviseren.

Zo is rondom die plantages de bluesmuziek ontstaan. Ze moesten daar vreselijk hard werken en hun leven was erg zwaar. Om het harde leven te kunnen verdragen zongen ze hun religieuze liederen zoals gospels en spirituals. Daaruit is de muzieksoort die we blues noemen, ontstaan.

De melodie werd in Afrikaanse muziek vaak gemaakt door 5 tonen te gebruiken. Dat noem je pentatoniek. In c mineur was dat bijvoorbeeld c, es, f, g, bes.

In New Orelans speelden er bands op straat. De zwarte mensen dansten op de muziek. De muziek vermengde zich met de muziek van Europese mensen. In cafƩtjes stond vaak een oude piano. Daar werd Honky Tonk muziek gespeeld. Dat was ragtime muziek. Allebei de handen spelen dan lastige ritmes.

Ook zongen ze liedjes onder het werken: work songs. In hun liedjes gebruikten ze soms woorden die hun opzichters niet kenden. Daar konden ze dan stiekem mee uitdrukken hoezeer ze die mensen haatten.

Vaak maakten ze samen ook gezellige muziek als het werk eindelijk eens klaar was. Mensen uit andere culturen brachten hun eigen instrumenten mee. Zo kreeg de blues soms een cajun- tintje. Soms waren die instrumenten niet beschikbaar en maakte men zelf instrumenten.

Op een gegeven moment brak er een oorlog uit tussen het Noorden en Zuiden van Amerika. In het Noorden mochten mensen van kleur vrij zijn, maar in het Zuiden werden de mensen als slaaf beschouwd. Veel tot slaaf gemaakte mensen zijn toen gevlucht. De blues heeft hen hierbij geholpen. Kijk en luister maar eens naar de les over de Freedomtrain die hierboven genoemd staat.

Rond de Eerste Wereldoorlog trokken veel mensen weg vanuit het zuiden. De mensen waren nu meestal vrij en wilden weg van de plantages waar ze zo waren uitgebuit. Ze trokken naar steden in het noorden van Amerika, zoals Chicago en Detroit. De muziek reisde mee. Die ging ook stadser/stedelijker klinken. Eind jaren dertig kwamen de elektrisch versterkte instrumenten erbij. Ook alle jazzstijlen zijn beĆÆnvloed door de blues.

De muziek werd elektronischer, maar ook sneller. Dat noem je “up tempo”. Deze muziekstijl maakte de weg vrij voor rhythm and blues en rock ’n roll. Eerst werden die stijlen zo populair dat de blues leek te verdwijnen. Maar bluesmuziek is muziek die uit het hart komt. Het zijn eigenlijk vaak ook levensliederen. Dus de stijl leefde weer op doordat muzikanten uit Engeland in die stijl gingen spelen.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Fiets

MB-BB-BBS

Welke vervoersmiddelen hebben jullie in je leven al gebruikt? Van alle vervoersmiddelen die er zijn, is de fiets misschien wel het handigste. In Nederland gebruiken heel veel mensen de fiets. Op Koningsdag mogen kinderen in sommige woonplaatsen hun fietsen versieren. De mooiste fiets krijgt een prijs.

De karaokeversie

Ik ben dol op mā€™n fiets,
ook al klinkt het misschien mal.
Want mijn fiets, die staat klaar
en die brengt mij overal.
Ik heb altijd vervoer.
ā€˜k Heb de wind in mijn rug.
Ik kom waar ik zijn wil en weer terug.

Dwars door wind en regenā€¦
Door de winterkou.
Ik ga altijd fietsen,
want dan ben ik er vet gauw.

Schoon en vlug en veiligā€¦
ā€™t Kost ook bijna niets.
Als ik ergens heen wil,
ga ik meestal op de fiets.

Ik ben dol op mā€™n fiets,
Ook al klinkt het misschien mal.
Want mijn fiets, die staat klaar
en die brengt mij overal.
Ik heb altijd vervoer.
ā€˜k Heb de wind in mijn rug.
Ik kom waar ik zijn wil en weer terug.

Meer leren over de fiets? Kijk dan eens naar deze les van LessonUP

Eventueel te vertalen in de bovenbouw:

Everybody’s wondering what they’re gonna do
Everything’s a mess and folks are feeling blue
If your troubles get you down so much you can’t abide
Get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

They’re doing it in Eugene, Havana and Shanghai
Even folks in Boston-town are giving it a try
Throwing out their gas tanks, the clean air by their side
Get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

It’s good for your heart and it’s good for your brain
When those fluorescent lights are driving you insane
Your toes’ll tingle in your shoes, when to the pedal they’re applied
Just get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

If you’re having troubles with your lovers, the tandem’s made for that
You’ll work together wonderfully or else you’ll just go splat
Gonna shut down Main Street, make the bike paths far and wide
And get on that bicycle and ride

Yeah, get on that bicycle and ride
‘Neath the sunny skies or along the oceanside
Just ride, ride, ride, ride, ride

Op zoek naar een onderbouwliedje? Klik hier.

Eten op mijn bord

Vandaag lichten we voedsel uit. Andere woorden voor voedsel zijn: voeding en eten. We hebben voedsel nodig. Mensen eten allerlei soorten voedsel. Al die etenswaren komen ergens vandaan. Ieder eten dat jij op je bord krijgt, is daar terechtgekomen doordat veel mensen er werk voor hebben verzet en er liefde in hebben gestopt. Het is niet erg aardig en netjes om je neus op te halen voor eten.

We beginnen met een lied over het eten op je bord. Onderaan vind je nog meer materiaal dat je kan gebruiken in een project over voeding.

Ingezongen versie
OB-MB-BB-BBS

Eten ! Eten op je bord.
Proef maar hoe dat smaakt.
En bedenk bij elke hap
Aan de reis die het heeft gemaakt.

Aan de mens die het zaait,
Die het oogst, die het slacht,
Die het inpakt, vervoert,
Het recept heeft bedacht.
Dus als jij iets niet graag lust.
Wacht dan eventjes een tel.
Danā€¦.
Dank je wel.

Eten ! Eten op je bord.
Proef maar hoe dat smaakt.
En bedenk bij elke hap,
Aan de reis die het heeft gemaakt.

Aan de de mens die het koopt,
Het betaalt en het bakt.
Er is heel wat gebeurt
Voordat jij ervan pakt.
Dus als jij iets niet graag lust.
Wacht dan eventjes een tel.
Danā€¦.
Dank je wel.

Waar komt het eten op je bord eigenlijk vandaan?

Dat is een goede onderzoeksvraag! Soms zijn het producten uit ons eigen land en soms komen de levensmiddelen uit andere landen. Soms zijn ze direct klaar om op te eten, maar soms moet het eten nog bewerkt worden. Het eten moet vaak vervoerd worden. Soms ligt het op veilingen. Soms kan je de voedingsmiddelen bij de boer zelf kopen, maar vaak moet je naar een speciale winkel. Dat kan een supermarkt zijn of een speciaalzaak.

Hoe eet je…… Een acteeropdracht.

Hoe dan ook…Natuurlijk zijn er best dingen die je niet lust. Kun jij dingen opnoemen? Wat vind je er niet fijn aan? De geur? De smaak? Het mondgevoel? Probeer jij altijd alles? Toon Hermans laat zien hoe je een perzik eet. Hij gebruikt mime. Hij praat niet, maar beeldt het gewoon uit. Laten wij dat ook proberen.

  • Hoe eet je een augurk?
  • Hoe eet je patatjes?
  • Hoe eet je een stukje vis?
  • Hoe eet je een rauwe haring?
  • Hoe eet je een stokje satĆ©?
  • Hoe eet je een boterham?
  • Hoe eet je een appel?
  • Hoe eet je rozijntjes?
  • Hoe eet je een lolly?
  • Hoe eet je spaghetti?
  • Hoe eet je pap?
  • Hoe eet je een ijsje?

Acteeropdracht 2: spreekwoorden en gezegden uitbeelden.

Spreekwoorden en gezegden gebruiken figuurlijke taal. Ken je het verschil tussen figuurlijk (symbolisch) of letterlijk (helemaal echt)? De volgende spreekwoorden en gezegden gaan over eten. We gaan ze uitbeelden alsof het letterlijk (dus alsof het echt) gebeurt. Dat kunnen we klassikaal doen, terwijl we in de kring staan. Alle spreekwoorden kunnen opgeschreven worden en in een doos gedaan worden. Telkens pakt iemand een spreekwoord uit de doos en probeert dat uit te beelden. Kennen mensen dat spreekwoord? Wat wordt er met elk spreekwoord bedoeld?

Uitbeelden gezegden (letterlijk en figuurlijk):

  • De appel valt niet ver van de boom
  • Eten als een varken
  • Hij laat zich de kaas niet van het brood eten.
  • Hij moet droog brood eten.
  • Roet in het eten gooien.
  • Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
  • Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
  • Ik heb honger als een paard.
  • Met iemand een appeltje te schillen hebben
  • Door de zure appel heen bijten
  • Met de gebakken peren zitten
  • Dat is mosterd na de maaltijd
  • Een vinger in de pap hebben
  • Roet in het eten gooien
  • Met je neus in de boter vallen
  • Het is weer koek en ei
  • Iets voor een appel en een ei kopen
  • Er geen kaas van gegeten hebben
  • Peentjes zweten
  • Op eieren lopen
  • Iemand stroop om de mond smeren
  • Dat is gesneden koek
  • De krenten uit de pap vissen
  • De soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend
  • Iets met een korreltje zout nemen
  • Dat is in de soep gelopen

Meer materiaal over eten

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Dit ben ik

Laten we onszelf eens uitlichten. Wat een goed idee om heel veel dingen te leren die met jezelf te maken hebben. Er zitten zoveel verschillende kanten aan mensen.

Prettig kennis te maken

Lijf en zintuigen

Rust

Gevoelens

Beperkingen en talenten

Teacher in role

Teacher in role is een spelvorm bij acteren, oftewel bij toneelspelen. Een spelvorm is de manier waarop je toneelspeelt. Je kan bijvoorbeeld improviseren, een uitgeschreven tekst uitspelen, (panto)mime spelen, een tableau vivant neerzetten, maar je kan dus ook een teacher in role spel doen.

In een teacher in role spel speelt de leerkracht zelf mee in een bepaalde rol en stimuleert de leerlingen om mee te spelen, mee te denken en mee te acteren.

Lees verder onder het aangebonden materiaal.

Hieronder is materiaal te vinden waarbij teacher in role spel aan bod komt:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Teacher in role spel is vooral in de onderbouw goed te gebruiken. Jonge kinderen spelen immers al heel vaak een rollenspel. Ze spelen bijvoorbeeld dat zij de ouders zijn en dat het kleine zusje dan “het kind” is. Ook ouders en grootouders doen al vaak mee met dit spel. Je ziet dat bijvoorbeeld bij samen winkeltje spelen. Papa is de klant en koopt iets bij het kind. Als papa dan wat sturing geeft aan het verhaal, is dat eigenlijk een teacher in role spel.

De simpelste vorm van teacher in role is misschien nog wel voor- en nadoen. In dat geval speelt de leerkracht dezelfde rol als de leerlingen. bijvoorbeeld: “nu gaan we allemaal springen als kikkers”, of “we kijken allemaal heel boos”. De leerkracht doet het voor… iedereen doet mee. Dit is een veilige manier voor kinderen om te acteren. Ze weten dat ze niets fout doen en het vraagt ook nog geen eigen initiatief.

Bij wat meer uitgewerkte teacher in role spelen, fantaseren de leerlingen zelf mee. Dan heeft de leerkracht een andere rol dan de leerlingen. Meestal is de leerkracht in ieder geval de verteller die richting geeft aan het verhaal dat uitgespeeld wordt. De leerkracht is bijvoorbeeld de hoofdpiet die de pietjes (de leerlingen) een taak geeft. Een leerkracht kan ook meerdere rollen spelen. Bijvoorbeeld zichzelf, maar ook de grote boze wolf. Het helpt om het andere personage dan iets van kostuum, of rekwisieten te geven, om de herkenbaarheid te vergroten.

Bij nog meer uitgebreide teacher in role spelen, hebben de leerlingen steeds meer een persoonlijke eigen inbreng. Er kunnen antwoorden gegeven worden, geĆÆmproviseerd etc. Het verhaal kan zelfs samen vormgegeven worden, waardoor verschillende groepen tot een verschillend verhaal komen. Dit is een goede manier om samen te oefenen in “meegaan tijdens het improviseren, in plaats van tegenwerken.” Het brengt leerlingen ook verder in de activiteit samenwerken.

Het is belangrijk dat iedereen weet dat je niets “fout” kan doen, hoewel je een verhaal natuurlijk best bij mag sturen als er bijvoorbeeld iets gewelddadigs verzonnen wordt.

Leer de leerlingen meteen “groot” te spelen. Grote gebaren, duidelijke mimiek, flinke bewegingen, duidelijke klanken.

Oude culturen tot 500 na Christus

OB-MB-BB-ML-D

Bekende oude culturen

Op deze pagina vind je muziek uit de oude culturen: Mesopotamiƫrs, Egyptenaren, Grieken, Romeinen. Onder de zoekopdracht vind je informatie over deze culturen.

Mesopotamiƫ

Natuurlijk was er voor de tijd van deze volkeren ook al muziek, maar daar hebben we niet echt bronnen van.

De geschiedenis van de Westerse Kunstmuziek begint in het Midden Oosten. Hier begint de muziekgeschiedenis van de Westerse kunstmuziek. Dat is muziek die echt gecomponeerd is. Soms is de muziek die we laten horen een weergave van directe bronnen, maar soms hebben muziekdeskundigen onderzocht hoe die muziek waarschijnlijk geklonken zal hebben.

Grieken

Er zijn geen echte stukken Griekse muziek bewaard gebleven, maar geschiedkundigen konden uit geschriften wel achterhalen hoe de muziek geklonken moet hebben. Een belangrijke componist was Mesomedes van Kreta, die in de eerste eeuw na Christus leefde.

Romeinen

Er is nog minder bewaard gebleven van de Romeinse muziek. Er is maar Ć©Ć©n echte aanwijzing te vinden in een toneelstuk. Deze lesstof komt ook al aan bod rond 11 november: Sint Maarten, die immers Romeins soldaat was.

De oude culturen brachten ons ook de muziektheorie. Ook ontstond de toonladder. Eerst waren er 3 tonen, toen 5 (pentatoniek), daarna 7 (diatoniek) en tenslotte 12 halve tonen (chromatiek).

Stil zijn en zo

MB-BB-BBS

Uitgelicht: stilte

Overal is drukte. Soms raak je er overprikkeld van. Daarom lichten we graag de stilte uit. Wat vind jij van stilte? Hebben mensen stilte nodig? Heb jij stilte nodig? Is er genoeg stilte in jouw leven? Vind jij dat stiltes op school belangrijk zijn?

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

31 oktober is het de dag van de stilte. Dat betekent niet dat het de hele dag overal stil moet zijn, natuurlijk. Die dag kan je aandacht besteden aan wat stilte voor jou betekent. Maar je kan natuurlijk ook in een andere week de lessen op deze pagina doen.

Als je Christelijk bent kan je bijvoorbeeld aandacht besteden aan stilte in de Goede, oftewel de Stille week. Dat is bij Christenen de naam voor de week vanaf palmzondag tot en met Stille Zaterdag, de laatste dagen van de vastentijd. Een andere naam voor vastentijd is “Veertigdagentijd”. In deze week vallen Witte Donderdag en Goede Vrijdag. In deze periode klonken de kerkklokken niet. Christelijke mensen zijn stil bij de gedachte dat hun profeet Jezus Christus in zijn graf ligt. Met Pasen werd Jezus weer levend. Daarom klinken dan alle klokken heel blij.

Ook de Advent, de vier weken voordat het Kerstmis is, is een periode om even rustig te worden na de drukte van St. Nicolaas. Christenen wachten dan op de komst van het kindje Jezus. Profeten voorspelden dat uit de familie van koning David een nieuwe, bijzondere koning voort zou komen. Een vredeskoning. “Adventus” is het Latijnse woord voor ‘komst’. Met Advent begint het kerkelijk jaar.

Maar misschien willen jullie deze week wel doen in de periode rondom cito toetsen, om tussendoor lekker te ontspannen. Kijk zelf maar wanneer het uitkomt.

Verwerking

Stelopdracht

Schrijf in je eigen woorden op wat het woord “stilte” voor jou betekent. Vind jij dat bidden en mediteren met stilte te maken hebben? Doe jij dat wel eens? Dat kan je allemaal vertellen. Je mag delen wat verstandig is en wat je wil delen. Je kan er natuurlijk een tekening bij maken. Je mag het altijd naar ons toe sturen. Klik dan op de brievenbus.

Geleide meditatie

Jullie kunnen eens een geleide meditatie doen. Een geleide meditatie is een soort verhaaltje dat iemand aan je vertelt. Je kan erdoor tot rust komen. Vaak is er muziek bij. Sommige mensen vinden het heel fijn om iedere dag zo’n rustmomentje in te lassen. Ze ontspannen erdoor en daardoor voelen ze zich de hele dag door fijner. Mediteren doe je als je wakker bent, maar soms gebruiken mensen geleide meditaties om erbij in slaap te vallen. Dat kan natuurlijk helemaal geen kwaad!

Rustgevende geluiden

Het hoeft niet altijd helemaal stil te zijn, om toch rust te ervaren. Sommige mensen komen tot rust in de natuur. Daar horen ze vogels fluiten en mooie natuurlijke geluiden, zoals de wind. Blaadjes die knisperen onder hun voeten. Een watervalletje of een beekje dat kabbelt.

Je kan dat rustige gevoel ook oproepen door naar rustige muziek te luisteren. Of door te kijken naar plaatjes van de natuur.

Mensen die adhd hebben, kunnen vaak beter de rust om te werken vinden, als ze rustige muziek opzetten. En ook sommige mensen die dat niet hebben, werken graag met een rustig muziekje. Anderen hebben juist volkomen stilte nodig om te kunnen werken. Hoe is dat bij jou?

Probeer eens met je groep of deze muziek jullie helpt om je op je werk te concentreren.

Hoe is de stilte je deze week bevallen? Misschien wel heel goed. Dan hebben we nog een les voor je. Daar wordt wat herhaald en er staan wat nieuwe dingen in, zoals een yoga-les.

Middeleeuwen

OB-MB-BB-ML

Op deze pagina vind je muziek uit de Middeleeuwen, of materiaal dat ermee te maken heeft

Misschien vind je het wel leuk om een werkstuk te maken over een bepaald muziekstuk, of over middeleeuwse muziek. Zorg dat je het vragenmachientje gebruikt bij het kiezen van je onderzoeksvraag.

Vroege Middeleeuwen:

  • Muziek in kerken: kerktoonsoorten monniken.
  • Muziek in kastelen: koningen en ridders, troubadours en minnezangers
  • Muziek op straat: drinkliedjes, draailier

Laat Middeleeuwen:

  • Polyfonie ontstaat. Toonladder. Terts belangrijk.
  • Gregoriaans door Paus Gregorius.
  • 1027 Guido van Arezzo vindt het notenschrift uit.
  • Het beroep componist ontstaat.
  • Contrapunt.

Stijlen:

  • Organum (11e eeuw)
  • Ars antiqua (ca 1100-1300), 
  • Ars nova (ca 1300-1450), 
  • Trecento (Italiaanse muziek uit de 14e eeuw)
  • Ars subtilior (ca 1425-1450).

Renaissance 1450-1600

OB-MB-BB-ML

Muziek in de Renaissance

In de Renaissance ontstond er meer wereldlijke muziek en meer instrumentale muziek. De regels over wat “goed klonk” (consonantie) en “lelijk klonk” (dissonatie, werden veel strenger.

De muziekdrukkunst ontstond. Daardoor werd de muziek meer verspreid.

Vooral componisten uit “De Lage Landen”, dat wilde in die tijd zeggen “BelgiĆ« en Noord-Frankrijk) waren belangrijk.

Dufay,

Ockeghem,

Obrecht

Clemens non Papa

Willaert

Orlando di Lasso

Josquin des Prez

de laatste grote: Palestrina