De Voelbus

OB-MB jongste groep

De Voelbus is een liedje met een acteerspelletje erbij. Het gaat om het uitbeelden van verschillende gevoelens.

We staan hier met z’n allen. De Voelbus komt eraan.

Wat zullen wij straks voelen, als wij naar binnen gaan?

Voel jij je blij of droevig, of bang, of boos, misschien…

We voelen met je mee; laat je gevoel maar aan ons zien!

Hieronder staat de karaoke

Wat zijn gevoelens?

Weet jij wat gevoelens zijn? We hebben het natuurlijk niet over zoiets als pijn. Het gaat hier meer om emoties. Welke gevoelens kan jij opnoemen? Bang, boos, blij, droevig, teleurgesteld, chagrijnig, verliefd, jaloers…. Ken jij er nog meer?

Iedereen heeft gevoelens. We moeten natuurlijk goed opletten dat niemand in de groep nare gevoelens heeft. Het is niet leuk als wij iets doen dat een ander bang of boos maakt. En het is juist wel fijn als wij rekening houden met elkaars gevoelens.

Acteerspelletje in de klas, op de eigen plek

Je kán dit spelletje gewoon aan tafel doen. Iedereen kijkt naar het filmpje bij het liedje en zingt alles mee. Als de woorden ophouden, worden er emoties uitgebeeld.

Op het moment dat de auto’s voor de eerste keer gaan rijden, beeldt iedereen de eerste emotie uit.

Als de 1e toeter heeft geklonken, beeldt iedereen het eerste gevoel nog groter uit. Dat betekent nóg duidelijker, nóg meer overdreven.

Nadat de woorden voor de tweede keer zijn gezongen, beeldt iedereen het volgende gevoel uit. En nadat de woorden voor de derde keer zijn gezongen, beeldt iedereen een derde gevoel uit. Als je het nog eens doet, kan je voor 3 nieuwe gevoelens kiezen.

Je kan ervoor kiezen om de emoties uit te beelden die in het liedje op de plaatjes staan, maar jullie kunnen ook 3 andere emoties kiezen.

Bewegingsspelletje in een grotere ruimte

Als je dit spelletje in een zaal wil doen, kunnen er drie plekken in de zaal worden aangewezen. Dat zijn de haltes, waar groepjes kinderen staan te wachten. Ieder groepje kiest in overleg een gevoel dat de leerlingen willen uitbeelden.

Eén kind is de buschauffeur. Hij gaat rijden en na het eerste couplet “stapt de eerste groep in de bus”. Dat betekent dat al die kinderen een rij vormen achter de buschauffeur. Terwijl de rij “rijdt” (de kinderen lopen), beelden de passagiers en de chauffeur het eerste gevoel uit, terwijl de bus “rondjes rijdt. Ook de kinderen bij de haltes beelden dat gevoel uit.

Na de eerste toeter speelt iedereen de emotie nog groter uit.

Na het tweede couplet pikt de buschauffeur de 2e groep uit. Die spelen weer een andere emotie. Alle kinderen nemen die emotie over.

Bij het derde couplet pikt de buschauffeur de 3e groep op. Die spelen wéér een ander gevoel. Dan nemen alle kinderen dát gevoel weer over.