FF sociaal allemaal

Een geïntegreerde methodische lessenreeks

De meeste docenten zullen het met ons eens zijn dat elke groep het recht heeft op een veilige, gezellige, stimulerende, inclusieve leeromgeving, waar aandacht is voor het belang van het individu, maar ook voor het belang van de groep.

Kzing heeft daarom een geïntegreerde methodische lessenreeks van 11 lessen ontwikkeld, waarmee je positieve aandacht kan besteden aan het klimaat dat jij en je groep samen willen creëren vanaf het begin van het schooljaar. In deze lessenreeks proberen we sociale en educatieve succeservaringen te stimuleren.

Iedereen heeft er baat bij als het vanzelfsprekend is dat elk lid van de groep zich “FF sociaal” opstelt, als een goede collega. Daar hoort uiteraard ook de docent/stamgroepleider bij. Bovendien is het voor leerlingen intrinsiek motiverend als zij trots ervaren, omdat zij als groep zo goed uit de verf komen en elkaar als goede collega’s helpe elkaars en de eigen talenten te ontwikkelen. Onze ervaring is dat de meeste mensen ook graag samen een goede groep zijn (een enkele negatieve uitzondering daargelaten).

Bij ieder thema is muzisch materiaal gezocht, zodat het thema gaat leven. Uiteraard kan je dat aanvullen met andere activiteiten. Het materiaal is al een aantal jaren in de praktijk beproefd en het regelmatig bijgesteld, met elke ervaring. Het is bedoeld als beginpunt. Je kan het zelf verder aanvullen en invullen. Natuurlijk is het ook belangrijk endat je het hele schooljaar zelf alle aandachtspunten voorleeft en de groep hierop blijft aanspreken…

  • Hieronder vind je linkjes naar de 11 lessen waarin de methode is verdeeld. Iedere les kan je in een kring praten over de praatposters.
  • Er is ook een werkboekje. Voor jongere groepen is dt niet perse nodig, maar voor een bovenbouw kan het verrijkend zijn en zorgen dat de besproken waardes beklijven.
  • Daarna kan je aan de gang met een lied naar keuze uit het liedmateriaal. Wij doen telkens een suggestie, maar eronder vind je meer materiaal. Dus je kan een thema ook heel anders uitleggen.
  • Je kan zelf bepalen hoe snel je een nieuw thema wil aansnijden. Je kan de lessen achter elkaar behandelen, maar uiteraard ook middenin het schooljaar aandacht besteden aan een bepaald thema.
  • De laatste les is bedoeld om aan het einde van het schooljaar samen te evalueren.

Tijdens het schooljaar kan regelmatig een bepaald onderwerp opnieuw onder de aandacht gebracht worden.

Hoe werk je met het materiaal?

  • Je kiest een lied uit het materiaal dat bij een bepaalde les hoort. Kies een lied dat past bij waar jij als leerkracht op wil inzoomen. Je laat het lied horen. (introductie van je gesprek)
  • Je bespreekt het thema van de posters in de kring. Al pratend, bepaal je samen met de groep de afspraken.
  • Daarna kunnen de leerlingen soms nog een opdracht maken in het werkboekje, of je kan hen zelf een verwerkingsopdracht geven (als daar tijd voor is).
  • In de loop van de week leer je je groep het lied dat je hebt laten horen. Je kan natuurlijk meer liedjes kiezen. Dat hangt af van de tijd en zin die jij zelf hebt.
  • In de loop van het schooljaar kan je een bepaalde poster ophangen, als bepaald positief gedrag opnieuw onder de aandacht moet worden gebracht. Je kan dan ook een passend lied zoeken, bij datgene dat je wil overdragen.

De belangrijkste uitgangspunten van onze onderwijsvisie voor een klassenklimaat zijn:

1. Als één persoon zich ongelukkig voelt door onze groep, zijn wij geen goede groep.

2. We hoeven niet met iedereen vrienden te zijn, maar we zijn wel allemaal collega’s. Respect is van groot belang.

-Je zorgt dus dat iedereen iemand heeft om mee samen te werken en hebt respect voor elkaar.

-We ondersteunen elkaar en ondermijnen elkaar niet.

-Ook mensen die, bijvoorbeeld door een beperking, moeite -hebben, ondersteunen we.

-Onze feedback naar anderen verwoorden we vriendelijk.

-Problemen los je samen op.

3. We leven op een positieve manier mee met andere mensen, in vreugde en verdriet.

4. We zijn een groep van onderzoekers. We zijn leergierig en nieuwsgierig. Zo leren we. De docent is ook een onderzoeker.

5. We hebben een goede werkhouding

– We durven fouten te maken

-We durven hulp te vragen.

-We zetten door

Zo leren we.

6. We zoeken naar gezond gedrag.

We eten en drinken gezond

-We eten en drinken op tijd

-We bewegen genoeg, ook tussen de lessen

-We proberen niet te stressen

-We rusten genoeg

7. We zoeken naar gedrag dat onze omgeving prettig leefbaar houdt.

Rondom mime en pantomime

Mime en pantomime zijn spelvormen bij acteren, oftewel bij toneelspelen. Een spelvorm is de manier waarop je toneelspeelt. Je kan bijvoorbeeld improviseren, een uitgeschreven tekst uitspelen, een tableau vivant neerzetten, maar je kan ook mime gebruiken.

Je gebruikt bij mime en pantomime geen teksten, geen woorden, maar ook geen spulletjes (geen rekwisieten, of attributen). Je beeldt een persoon (personage), een situatie of iets wat je doet (een handeling) uit, met behulp van je bewegingen, je mimiek (gezichtsuitdrukkingen) en je houdingen. Die drie dingen horen bij je lichaamstaal. Een mimespeler beeldt meestal gedachten en emoties uit. Bij pantomime wordt een heel verhaal uitgebeeld. Bij mime en pantomime moet je “groot” spelen, want dan ziet en begrijpt je publiek je beter.

Hieronder vind je materiaal waarin mime of pantomime een rol speelt:

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Stilte in de drukte

OB-MB-BB

Hier vind je een les over rust en stilte ervaren. Onder andere door wat yoga oefeningen te doen. Misschien is yoga wel iets voor jou… je weet maar nooit.

  1. Introductie

Er is alleen maar muziek, als er ook stilte is. In ieder liedje en elk muziekje, zit stilte. In de klas moet je soms ook stil zijn. Waar is stil zijn allemaal voor nodig?

Stil zijn, is niet altijd gemakkelijk. Dat gaan we vandaag oefenen.

Oefening 1

  • Eerst maar eens kijken hoe dat gaat. We zetten de klok op 1 minuut. Iedereen is stil. Je mag je ogen dicht doen. Hoe gaat dat?

Nu maken we het moeilijker. We zorgen dat je afgeleid kan worden.

Oefening 2

  • Ga twee aan twee tegenover elkaar zitten.
  • Dan zet de docent de stopwatch.
  • We gaan elkaar b.v. 30 seconden stil aankijken. (Tijd hangt af van de groep)

2. Actieve opwarming en focusspel: de stopdans

We beginnen met een actieve warming up, die tegelijkertijd een focusspelletje is: de stopdans.

De stopdans is een bewegings- en concentratiespel. Kinderen bewegen door de ruimte en ervaren zo deze ruimte. Ze ervaren ook wat ze met hun eigen lijf kunnen. Hier komt creativiteit bij kijken.

Als de muziek stopt, staan de leerlingen stil in een pose. Wie beweegt is “af”.  In plaats van steeds af, kun je beter de regel “3 is teveel” doen. Als er 2 af zijn en er komt een derde bij, dan mag kind 1 er weer in. Op die manier blijven de leerlingen betrokken.

We kiezen voor het nummer ” Better when I’m dancing”. Het nodigt uit tot bewegen. Zo hebben de leerlingen meteen een luistermoment. In de hogere groepen, kan over de tekst gesproken worden.

One voide children’s choir zingt: better when I’m dancing

3. We schudden de rest van onze energie uit ons lijf

In de onderbouw kan dit gebruikt worden om tellen te oefenen

  • Rechterarm schudden  10  x   (tellen)
  • Linkerarm schudden     10 x
  • Rechterbeen schudden 10 x
  • Linkerbeen schudden 10 x
  • Dan telkens 2 x alles schudden

4. Stil in mij leren….

Leer het liedje Ssst… stil in mij, voor de onderbouw of middenbouw

4. Of Stil zijn leren


Stil zijn, liedje voor de bovenbouw

5. Kennismaken met Yoga, 6 asana’s

Er is zelfs al baby en peuteryoga; dan gaat de moeder of vader mee. Vanaf ongeveer 4 jaar zijn er lessen die kinderen zelf kunnen volgen. Een goede yogadocent heeft een opleiding gedaan en weet goed waar hij of zij op moet letten.

Maar.. Je kan ook thuis yoga doen. Zorg dan dat het speels gaat en dat je de bewegingen niet forceert. Een kind voelt zelf aan tot hoever het kan gaan. Er zijn veel filmpjes op YouTube te vinden. Je hebt er eigenlijk niet veel voor nodig. Een mat die zorgt dat de ondergrond niet te hard is, is wel fijn.

In een yogales voer je oefeningen uit (Asana’s) die je energie en kracht geven. Het is de bedoeling van yoga dat het lichaam en geest in balans brengt. Daardoor voelen mensen zich ontspannen, minder gestrest en zitten ze beter in hun vel.

Er wordt gezegd dat yoga een goede manier is om je apenhoofd tot rust te brengen. In het Engels is dat “monkey mind”. Boeddhisten zeggen dat je gedachten vaak alle kanten opspringen, net als apen… die springen immers ook van tak tot tak. Dat is ook helemaal niet erg. De geest van mensen zoekt altijd naar nieuwe prikkels en uitdagingen. Maar soms zijn die gedachtenapen heel lastig. Ze kunnen je afleiden van wat je eigenlijk moet doen. Als je er mee leert omgaan, door je te focussen op je lijf en je ademhaling, kom je tot rust.

Door yoga krijg je:

  • Een soepel lichaam. Door beoefenen van yoga worden de spieren flexibeler. Het lichaam wordt hierdoor beweeglijker en het verkleint de kans op blessures.
  • Een betere motoriek
  • Een betere en bewustere lichaamshouding. Dat is in deze schermpjestijd geen luxe.
  • Meer zelfvertrouwen. Je leert vol te houden, geduldig te zijn en naar een doel toe te werken. Als een bepaalde houding lukt, krijg je daar zelfvertrouwen van.
  • Betere concentratie. Door oefeningen met aandacht uit te voeren, leert een mens zich beter te concentreren. Dat kan op school ook goed helpen voor de aandacht.
  • Minder stress. Door yoga te doen leren mensen zich ontspannen
  • Een betere nachtrust.

Let er bij alle oefeningen goed op dat iedereen door-ademt.

1. De slang

Deze houding is het tegenovergestelde van ingezakt achter je tafeltje of je computer zitten:

  • Je gaat op je buik liggen,
  • steunt op je ellebogen
  • en legt je handpalmen plat op de grond.
  • Je duwt je borst vanuit je handen iets omhoog.
  • Kijk recht vooruit of omhoog en strek je uit tot in de puntjes van je tenen.
  • En dan maar sissen als een slang!

2. De kikker

  • Je gaat op je hurken zitten.
  • Je knieën zijn naar buiten gericht.
  • Je hielen doe je tegen elkaar.
  • Je houdt je rug recht.
  • Je kijkt naar voren.
  • Spring maar rond als een kikker. Kan je er bij kwaken?

3. De hond

In deze houding ontspan je de spieren rond je ruggengraat en ontstaat er een betere doorbloeding van de organen.

  • Ga op handen en knieën zitten.
  • Je handen staan onder je schouders
  • Je knieën zijn op heupbreedte.
  • Strek
  • je benen en duw je billen in de lucht.
  • Laat je hoofd ontspannen hangen
  • Kijk tussen je armen door.
  • Blaf als een hond
  • Plas als een hondje

4. De vlinder

Door de spieren in het bekken te rekken, stimuleer je de flexibiliteit in de onderrug, het bekkengebied en de liezen.

  • Zit rechtop
  • Doe de zolen van je voeten tegen elkaar
  • Trek je voeten naar je zitbotjes
  • Laat je knieën naar buiten vallen
  • Leg je handen om je voeten
  • Beweeg je knieën zachtjes op en neer. Het zijn net vlindervleugeltjes
  • Fladder met je armen.

5. De flamingo

  • Sta rechtop
  • Armen omhoog
  • Handpalmen tegen elkaar
  • Probeer je evenwicht te bewaren
  • Ga op je linkerbeen staan
  • til je rechterbeen op en zet je voetzool tegen de binnenkant van je linkerbeen (niet tegen de knie)
  • Het is niet erg als je wiebelt. Dan zijn je hersenen daar druk mee bezig en daardoor verdwijnen drukke en vervelende gedachten. Dan word je weer “evenwichtig” en “in balans”
  • Daarna doe je het natuurlijk omgekeerd

6. De kameel

De kameelhouding rekt de rugspieren en opent de borst. .

  • Ga op je knieën zitten
  • Krul je tenen in de mat
  • Buig voorzichtig naar achteren
  • Steun met je handen op je onderbenen of je hielen.
  • Kijk omhoog en adem rustig door.
  • Kom heel rustig weer overeind en ga op je knieën zitten.

Doe daarna meteen de kindhouding, want daarin doe je de tegenbeweging van de kameel en kom je tot rust:

  • Buig langzaam naar voren
  • Leg je voorhoofd op de mat
  • Strek je armen en handen voor je.

  • Je kan ook de zonnegroet doen:

6. Kindermeditatie luisteren

6. Meditatie 

Er zijn nog andere manieren om stil te worden. Mediteren is ook heel geschikt om tot rust te komen. Er zijn verschillende manieren om te mediteren.

Je kan bijvoorbeeld naar natuurgeluiden luisteren

Luisteren naar muziek met natuurgeluiden, om bij te ontspannen, ontspannen bij te werken of om bij te mediteren

Je kan ook naar een kindermeditatie luisteren

Je kunt bijvoorbeeld naar een geleide meditatie luisteren. Er staan er heel veel op YouTube

31 oktober is het de dag van de stilte. Als je Christelijk bent kan je aandacht besteden aan stilte in de Goede, oftewel de Stille week. Dat is bij Christenen de naam voor de week vanaf palmzondag tot en met Stille Zaterdag, de laatste dagen van de vastentijd. Een andere naam voor vastentijd is “Veertigdagentijd”. In deze week vallen Witte Donderdag en Goede Vrijdag. In deze periode klonken de kerkklokken niet. Christelijke mensen zijn stil bij de gedachte dat hun profeet Jezus Christus in zijn graf ligt. Met Pasen werd Jezus weer levend. Daarom klinken dan alle klokken heel blij. Je kan ook in een drukke schoolperiode aandacht besteden aan stilte.

Doe alsof in augustus

D

Het is het begin van het schooljaar. Iedereen moet weer wennen aan de vaste routine van opstaan en werken.

Misschien kennen jullie elkaar van vorige schooljaren, maar misschien zitten jullie wel in nieuwe groepen. Het is altijd leuk om elkaar een beetje beter te leren kennen.

De hele groep moet de ruimte samen gebruiken. Laten we oefenen hoe we fysiek samenwerken.

Wij eten onze oogst!

D

Augustus is de laatste zomermaand. Die werd vroeger in Nederland de oogstmaand genoemd. Het woord “oogst” komt waarschijnlijk zelfs van het Latijnse woord “augustus”.

Oogsten betekent rijpe vruchten plukken, of gewassen uit het land halen, zodat mensen het kunnen gebruiken. Al het voedsel dat je zo krijgt, wordt samen “de oogst genoemd.

Het woord “oogst” wordt ook wel eens overdrachtelijk gebruikt. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Kinderen worden dan de “oogst” van hun ouders genoemd. Dat is natuurlijk niet écht zo… maar je ziet de overeenkomst vast wel. Als je hard gewerkt hebt en dan overgaat, is dat “de oogst” van al je ijverige werk. Hieronder staat wat materiaal over oogst.

December, feestmaand

D

December: wintermaand, maar eigenlijk: feestmaand

Hoewel december de Wintermaand genoemd wordt, leggen we bij Kzing toch meer nadruk op de festiviteiten die in deze maand plaatsvinden: Kerstmis, oud en nieuw en natuurlijk kerstvakantie!

Scholen met een Christelijke achtergrond bezitten een gezamenlijk liedrepertoire in de kerstliedjes. Wij hebben inmiddels een repertoire waarin de saamhorigheidsgedachte tot uitdrukking wordt gebracht die past bij deze feestelijkheden. Wij merkten dat er behoefte was aan “zingend en dansend vieren” en “gezamenlijkheid”. Ook hier wilden we graag inclusief zijn. Er kan ook op een openbare school prima een winterkoor gevormd worden waar ons liedmateriaal gezongen wordt. Elk kind kan meedoen, ongeacht de levensovertuiging van het kind of de ouders.

FF sociaal allemaal december

Muziekgeschiedenis

Sinterklaas

[termposts name=”Sinterklaas”]

Kerstmis

[termposts name=”Kerstmis”]

Oud- en nieuw

[termposts name=”Oud en nieuw”]

Er is uiteraard enige overlap tussen het materiaal van deze feesten en het wintermateriaal. Het ene feest gaat vaak vloeiend over in het andere.

November, regenmaand

D

November: nevel- en regenmaand

November wordt ook wel de “Nevel- en regenmaand” genoemd. Dat heeft natuurlijk geen uitleg nodig.

Vroeger werd november in Nederland de “Slachtmaand” genoemd, omdat in die periode dieren geslacht werden. Het vlees werd dan zo bewerkt, dat het lang bewaard kon worden. Zo hadden mensen, ook in de tijd dat er nog geen vriezer was, de hele winter te eten.

In november zijn er een paar leuke feesten. Om te beginnen Halloween, Sint Maarten en later in de maand komt ook Sinterklaas naar ons land.

FF sociaal november

Muziekgeschiedenis

Regen, wind, mist en nevel

[termposts name=”regen”]

Halloween

[termposts name=”Halloween”]

Sint Maarten

[termposts name=”Sint Maarten”]

Sinterklaas komt aan

[termposts name=”Sinterklaas”]

Oktober, dierenmaand

D

Oktober: Dierenmaand

Oktober noemen we bij Kzing de “Dierenmaand”, omdat het 4 oktober Dierendag is. Maar er gebeurt meer in oktober. Ook de “Herfstmaan” oftewel de “Bamismaan” valt in oktober, namelijk op 1 oktober. Meestal valt Kinderboekenweek ook in oktober. Bovendien is het op 11 oktober ook nog Wereldmeisjesdag.

Muziekgeschiedenis

In oktober luisteren we naar muziek uit de Barok en muziek uit de Rococo

Bamismaan 1 oktober

Dierendag 4 oktober

KInderboekenweek van 4 tot en met 15 oktober.

Onze tip: stel het verhaal centraal. Tegenwoordig wordt er minder gelezen. Hoewel lezen een belangrijke vaardigheid is, komt het verhaal ook op andere manieren bij ons. Via luisterboeken, films, theatervoorstelling enz. Om het lezen te stimuleren, kun je een deel van een goed leesbaar, spannend verhaal voorlezen en de groep uitnodigen om het verhaal zelf af te lezen.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Wereldmeisjesdag 11 oktober

[termposts name=”emancipatie”]