Date with the winter

BB-BBS

Een tweestemmig Engelstalig liedje over iemand die een afspraak heeft met de winter.

Een liejde is meerstemmig als er meerdere melodielijnen tegelijk klinken. In dit geval zijn er twee stemmen. Vaak klinkt de tweede stem lager dan de eerst, maar bij dit liedje is dat niet zo.

  • Kan je alle woorden vertalen?
  • Luister het liedje
  • Leer de eerste stem. Misschien is het dan voor de groep genoeg. Je kan het hierbij laten.
  • Extra uitdaging: leer de tweede stem.
  • Deel de groep in tweeën en laat elke groep meezingen met de meerstemmige ingezongen versie.
  • Probeer of dit ook bij de karaokeversie lukt.
Het hele lied, tweestemmig ingezongen
De karaoke versie

Please, stop doing what you’ve got to do.
Your nose is freezing, but the lake is too.
We’re gonna skate, till it’s late;
Got a date on the lake with the winter.
I don’t mind that it is cold outside.
Days are short, so I embrace the light.
We’re gonna skate, till it’s late;
Got a date on the lake with the winter!

No hot chocolate by the fire!
Come on guys, we’re not retired!

Skating, skating, till the ice is gone.
No, no, no, teach, we are still not done.
We’re gonna skate, till it’s late;
Got a date on the lake with the winter.

Gonna skate, till it’s late’.
Got a date on the lake, wint the winter.

De eerste stem
De tweede stem alleen

Wintersporten

OB-MB-BB

We gaan acteren. Er zijn verschillende manieren om te acteren. In de onderbouw gebruiken we teacher in role. Dat betekent dat de juf of meester vertelt en dan samen met de leerlingen uitbeeldt wat er gezegd wordt. In de middenbouw en bovenbouw is één van de kinderen verteller in het verteltheater.

Alle andere spelers (behalve de verteller) gebruiken pantomime; dat is toneelspelen zonder woorden te gebruiken. Je gebruikt je lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen.

We beelden de volgende sporten uit:

  • schaatsen
  • bobsleeën
  • langlaufen
  • skischansspringen
  • ijsdansen voor paren
  • snowboarden

In de onderbouw:

Juf of meester kan de rol van verslaggever spelen en vertellen welke sport de leerlingen moeten uitbeelden. Wat de leerkracht vertelt, moeten de kinderen uitbeelden.

In de middenbouw en bovenbouw:

  • Maak van te voren kaartjes met daarop de sporten
  • Maak groepjes van 3
  • Ieder groepje trekt een kaartje
  • De groepjes krijgen even de tijd om een pantomime te bedenken over een wintersportwedstrijd. De leerlingen beelden dat verhaaltje dus uit.
  • Eén leerling van het groepje is de verslaggever. Die mag wél praten en vertelt wat er uitgebeeld wordt.
  • Eén mooi moment in de wedstrijd laat hij/zij in slow motion terugkomen.
  • De mensen die kijken, mogen na elk toneelstukje tips geven (vertellen wat er verbeterd kan worden) en tops geven (wat al heel erg goed ging.
  • Als er tijd genoeg is, kan ieder groepje het stukje ook nog eens spelen, terwijl ze gebruik maken van wat ze geleerd hebben in de tips en tops.