Gedicht leren

OB-MB-BB

Kan jij een gedicht uit je hoofd leren? Een mooi woord hiervoor is memoriseren. Probeer het uit met dit gedicht:

Hier hoor je het gedicht en zie je er plaatjes bij

Winter

Koude voeten. Koude oren.

Zelfs mijn neus is half bevroren.

Dikke wanten. Twee paar sokken.

Maar waar blijven nou die vlokken?

Wit en blauwe sneeuwkristallen,

die maar dwarrelen en vallen

op mijn wimpers… in mijn dromen.

Wanneer zou de sneeuw toch komen?

Copyright Evan Castenmiller info@kzing.nl

Hier draagt meester Evan zijn gedicht voor

Sommige mensen vinden het moeilijk om zélf een kunstwerk te bedenken en maken. Soms zeggen die mensen: “Ik ben niet zo creatief.”

Maar dat hoeft niet waar te zijn. Je kan op veel manieren creatief zijn. Je kunt bijvoorbeeld ook creativiteit stoppen in het uitvoeren “van kunstwerken die andere mensen bedacht hebben.

Componisten schrijven soms een lied dat later door héél veel andere mensen gespeeld wordt. De mensen die hun werk uitvoeren, zijn dan toch bezig met kunst. Zij bedenken, hoe ze dat lied van iemand anders het mooiste kunnen laten horen en daar oefenen ze ook heel veel voor.

Soms lezen mensen verhalen voor uit boeken die andere mensen geschreven hebben. Ze lezen het zo goed mogelijk voor. Af en toe gebruiken ze er zelfs verschillende stemmetjes bij. Er worden zelfs wel eens voorleeswedstrijden gehouden.

Je kan ook met kunst bezig zijn door een gedicht van een ander voor te lezen, of uit je hoofd te leren en op te zeggen.

Je doet dat natuurlijk zo goed mogelijk, zodat iedereen hoort dat je het gedicht echt begrepen hebt. Je zegt de woorden niet saai op, maar je spreekt rustig, gebruikt klemtonen bij belangrijke woorden en af en toe neem je pauzes. je kan zelfs je mimiek (zijn gezichtsuitdrukkingen) gebruiken, om de betekenis van het gedicht over te brengen op andere mensen.

Dit heet: “een gedicht voordragen”, of “een gedicht declameren”, of “een gedicht ten gehore brengen”.

Waarom zou je dit nou eigenlijk doen?

1.Je vindt het leuk. (Dat is de belangrijkste reden!)

Kunst maken, is net als spelen. Je probeert van alles uit en het is super leuk om te doen.

2.

Je traint je geheugen er mee.

Dat is altijd handig. Zeker als je naar een middelbare school gaat, waar je soms rijtjes, of heel veel woordjes uit je hoofd moet leren.

3.

Je leert presenteren.

Je leert hoe je iets op een goede manier aan mensen kan laten zien en horen. Dat heet: “presenteren”. Het woord “presenteren”, betekent letterlijk “aanbieden”. Als je een gedicht voordraagt, presenteer je het gedicht, maar je presenteert ook jezelf. Je laat zien en horen hoe mooi dat gedicht is, maar ook jezelf. Mensen kunnen zien en horen dat je rustig praat, het gedicht snapt en dat op andere mensen kan overbrengen. Je laat je talent zien.


Die vaardigheid kan je gebruiken als je een spreekbeurt moet doen, of later… als je solliciteert.

Waar leer je declameren?

Je hoeft niet naar een school en je hoeft ook geen dure cursus te doen om met deze kunstvorm bezig te zijn. Je kan het gewoon thuis doen. Er zijn heel veel gedichten die het waard zijn om uit je hoofd te leren.

Wij gaan oefenen met declameren

1.

Je leert het gedicht uit je hoofd. Je memoriseert het.

2.

Je draagt het gedicht voor, voor een publiek. Je voert het uit. Je declameert het.

Zoek uit hoe jij het gedicht het beste uit je hoofd kan leren.

1 Leer door te luisteren

Je kan luisteren en luisteren hoe iemand anders het doet, tot je het weet. Voor sommige mensen werkt het het beste als ze met hun ogen dicht luisteren. Wie goed kan leren door te luisteren leert “auditief.” Zo heet dat.

2. Leer door er ook naar te kijken

Gedichten declameren is een kunst met klank, net zoals muziek. Je hebt je oren dus nodig. Maar ook je ogen kunnen je helpen. Sommige mensen hebben juist plaatjes nodig, om iets goed te onthouden. Die mensen leren “visueel”; dat betekent door te kijken. Je kan steun hebben aan de plaatjes bij het gedicht.

3. Leer door te doen

Sommige mensen zijn doeners. Die leren beter door actief te zijn.

Ze kunnen bijvoorbeeld meteen de woorden hardop mee te zeggen die ze al kennen.

Vind je het moeilijk om de zinnen meteen helemaal te onthouden? Probeer dan eens eerst de laatste woorden aan te vullen.

Sommige mensen helpt het om er gebaren bij te maken. Kies passende gebaren uit, die bij het gedicht passen.

4. Alles ineens, of stap voor stap?

Sommige mensen proberen alles tegelijk te onthouden. Sommige mensen zijn hier goed in. Dan is dat geen probleem.

Anderen leren beter door het stap voor stap te doen. Als je iemand bent die op die manier leert, leer je eerst 1 regel uit je hoofd. Als je die goed kent, doe je er een regel bij. Herhaal regel 1 en 2. Als die twee echt zitten, voeg je er weer een regel aan toe en zo ga je door. Je kan dit ook op verschillende dagen doen.

Het ene is niet beter dan het andere. Je moet uitzoeken wat voor jou werkt.

Zoek publiek.

Voor wie wil jij het gedicht opzeggen? Die persoon (of personen) is/zijn je publiek. Kies je publiek goed uit.

1.

Kies iemand die van gedichten houdt.

2.

Kies iemand die van jou houdt en het leuk vindt dat jij met zulke dingen bezig bent.

3.

Kies iemand die vindt dat mensen die nieuwe dingen leren, niet meteen super goed in iets moeten zijn. Zoek iemand uit die complimentjes geeft, maar ook durft te vertellen wat je nog kan verbeteren. Zoek iemand die tips geeft, geen trappen.

4.

Ga naar die persoon toe als hij of zij tijd heeft. Misschien is je moeder wel je trouwste fan en vindt ze het superleuk dat je dit doet, maar heeft ze net een zoom-meeting en echt geen tijd voor een voordracht. Kies je moment goed uit.

Laat ons eens horen of het je gelukt is om het gedicht te memoriseren. Klik op de brievenbus en stuur ons een berichtje.