Blije dag

OB-MB-BB-BBS

Heb jij dat ook wel eens, dat je wakker wordt met een blij gevoel dat het een heel fijne dag gaat worden. Soms heeft dat een reden. Misschien komen je opa en oma of krijg je nieuwe schoenen… Maar soms is er helemaal geen reden voor. Over dat gevoel gaat het liedje dat hieronder staat.

Misschien kan je eerst eens naar de praatplaat kijken en luisteren en samen praten over de vraag: “Wanneer ben jij/ik blij?” Je zou daar een tekening over kunnen maken.

Suggesties voor woorden: blij, tekenen, spelen, broertje of zusje, feest, Sint Maarten, Kerstmis, Sinterklaas, kerstmis, verdrietig, bewegen, nadenken, grapjes, vrienden, Pasen, huisdier, verjaardag, lekker weer, buiten, muziek, buitenspelen, van andere mensen genieten

Wat een blije dag. Wat een blije dag.
Op mijn gezicht zie jij een grote blije lach.
En ja, het klinkt een beetje dom…
ik weet zelf niet goed waarom.
’t Is een blije dag.

Het is geen Sint Maarten en geen sinterklaas.
En nog lang geen Kerstmis, Jammer, maar helaas.

Wat een blije dag. Wat een blije dag.
Op mijn gezicht zie jij een grote blije lach.
En ja, het klinkt een beetje dom…..
ik weet zelf niet goed waarom.
’t Is een blije dag.

Het is ook geen Pasen. En zoals je ziet,
ben ik ook niet jarig. Dus dat is het niet.

Wat een blije dag. Wat een blije dag.
Op mijn gezicht zie jij een grote blije lach.
En ja, het klinkt een beetje dom,
weet zelf niet goed waarom.
’t Is een blije dag.

Wat een blije dag!
Wat een blije dag!

linkt een beetje dom… ik weet zelf niet goed waarom. ’t Is een blije dag.

Het is geen Sint Maarten en geen sinterklaas. En nog lang geen Kerstmis, Jammer, maar helaas.

Wie weet wat vriendschap

BB-ML

De tekst van het lied is niet gemakkelijk, maar het lied nodigt wel uit tot een (filosofisch) gesprek.

Echte vrienden kunnen veel betekenen in je leven. Wat betekent echte vriendschap voor jou? Heb jij echte vrienden? Wat doe je het liefste met je vrienden? Hoe kan je zelf een goede vriend zijn? Moet je met iedere klasgenoot vrienden zijn?

Ingezongen
Karaoke versie


We liegen voor de liefde. We grabbelen naar geld.
We vechten voor de vrede. We schelden op geweld.
We mopperen, op macht belust en op wie er naar streeft..
Maar, hoor je iemand klagen Dat hij teveel vrienden heeft?

Refrein:
Wie weet wat vriendschap…Wie weet wat vriendschap
Wie weet wat vriendschap waard is? Heb jij een idee?
Ik zing van vriendschap. Geen liefde maar vriendschap.
Als je daar ook in g’looft, zing dan maar met me mee.

We kopen en verkopen. We verkwanselen de hoop.
We kibbelen en dat is in de glossy’s weer te koop.
Op e-bay en op marktplaats verkwisten we de tijd.
Maar adverteert daar iemand: “Ik wil al mijn vrienden kwijt?”

Refrein.

We spelen dat we spelen, om echter echt te zijn.
We lachen dat het goed gaat, als we verrekken van de pijn.
Alleen bij echte vrienden, meestal minder dus dan tien,
wil het wel eens gebeuren dat je soms jezelf laat zien.

Wij !

OB-MB-BB-OBS-BBS

Ik ben ik; jij bent jij… maar samen zijn we wij! Iedereen mag zichzelf zijn en kiezen wat hij doet. Toch? Maar… als we met elkaar samenleven, wil ik wel eens iets dat jou in de weg zit! En dan? Denk eraan: ik ben ik… jij bent jij…maar als we moeten samenleven zijn we “wij”. “We hoeven niet allemaal vrienden te zijn, maar we moeten wel goede collega’s voor elkaar zijn. het is belangrijk dat iedereen in de groep met plezier naar school toe gaat.

Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.
Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.

Let goed, op wat je doet.
Kijkt de ander nog wel blij?


Ik ben ik, jij bent jij,
maar op school zijn we wij.

Herhaal het lied

Als we met meer mensen samen zijn, moeten we “geven en nemen.” Die uitdrukking betekent dat we niet alleen moeten doen wat we zelf willen. We moeten niet alleen nemen. Nee, we moeten ook om andere mensen denken. We moeten hen ook wel eens wat gunnen. Dat is een beetje “geven.”

Niemand kan helemaal zijn zin krijgen. We moeten samen doen.

Dat geldt niet alleen voor kinderen. In de hele samenleving is dit nodig. We leven nou eenmaal met heel veel mensen op één planeet. Er is een bekende uitdrukking over vrijheid:

Mijn vrijheid eindigt waar de jouwe begint.

Wie dit als eerste gezegd heeft, konden we niet ontdekken, maar het is beslist iets om over na te denken.

Knoop in de kring

Iedereen staat met zijn gezicht naar het midden van de kring. De leerlingen houden elkaars handen vast. Er wordt afgesproken dat iedereen voorzichtig met elkaar doet. De leerlingen mogen nu onder elkaars armen doorlopen, zodat de kring “in de knoop” raakt. Als de leerkracht het aangeeft, mogen de leerlingen (zonder de handen los te laten) samen weer uit de knoop te komen en een mooie ronde kring te vormen. De eerste keer is het handig om de kring niet al te erg in de knoop te laten raken. Kunnen de leerlingen dit ook zonder geluid te maken?

Vertel en lieg

Iedere leerling mag naar voren komen en 3 dingen over zichzelf vertellen. 2 van de 3 zijn waar en één ding is gelogen. De groep moet raden wat gelogen is. Zo leer je elkaar toch weer net wat anders kennen.

Vriendschap

Het thema “vriendschap”verdient het om eens goed uitgelicht te worden! Wat is het verschil tussen een vriend en collega? Moet je met iedereen vrienden zijn? Moet je tegen iedereen vriendelijk zijn? Ben je met iedereen op dezelfde manier vrienden?

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Niet verliefd..

OB-MB-BB

De middenbouw en bovenbouw kunnen het helemaal zingen. De onderbouw kan het refrein leren.

Dit liedje is voor alle mensen die heel blij zijn met hun goede vrienden.


Wat heb je lieve ogen!
Echt meteen toen ik je zag
dacht ik: die vind ik aardig.
En je hebt zo’n lieve lach.

Ben niet verliefd, maar ik vind je leuk.
Ben niet verliefd, maar ik vind je leuk.
Ben niet verliefd, maar ik vind het fijn,
om jouw vriend te zijn.

Alles is samen leuker.
Ik wil jou echt nooit meer kwijt.
Wat anderen ook zeggen….
wij zijn vrienden voor altijd

refrein

Hieronder staat de karaokeversie, zonder enige stem

Hieronder staat de karaokeversie met tweede en derde stem

Dit liedje gaat over vriendschap.

Vrienden zijn is wat anders dan collega’s zijn. Collega’s werken op een prettige manier samen. Maar vriendschap gaat verder.

Soms kan je het heel goed vinden met iemand en vind je het ook leuk om buiten school of werk met elkaar om te gaan. Misschien heb je dezelfde interesses, of misschien kan je samen veel lachen.. Misschien vind je het juist leuk dat iemand zo anders is dan jij.

Vrienden zijn is ook anders dan verliefd zijn. Maar echte vrienden zijn wel heel trouw aan elkaar. Ze lachen elkaar niet uit, pesten niet, helpen elkaar en staan voor elkaar klaar.

Echte vriendschappen kunnen heel lang duren. Vaak nog langer dan verliefdheden.

Heb jij echte vrienden? Hoe word je eigenlijk vrienden met elkaar?

Verlegen cowboy

OB-MB

Luister naar het verhaal van cowboy Johnny, die zo verlegen is dat hij mensen niet durft aan te kijken. Een hand geven, vindt hij ook eng. Maar dat vond men in het Wilde Westen heel onbeleefd. Tegenwoordig vindt men dat trouwens ook onbeleefd.

Wat doet juf Ellis om ervoor te zorgen dat het liedje heel Amerikaans klinkt? Kunnen jullie ook met zo’n accent spreken? Kennen jullie nog meer accenten?

Leerlingen van de onderbouw kunnen het refrein meezingen. Dat is op de melodie van “flies in the buttermilk”.

Hier hoor je hoe het liedje moet klinken
De karaoke versie van het liedje

Johnny was een cowboy, maar ja, zoals je ziet,

hield hij niet zo van mensen. Erg dapper was hij niet.

Zijn moeder zei: “Verlegen? Dat is toch niet okay?

Hier in het Wilde Westen, krijg jij daar troubles mee.

Refrein:

Als je verlegen bent, dan durf je niet. 3 x

Kan ik niet aan je wennen.

Dus kijk me aan; geef me een hand. 3 x

Kan ik je leren kennen.

Zelfs in het Wilde Westen, was niemand onbeleefd.

Toen Johnny niet zijn naam zei, heeft Bill zijn hoed doorzeefd.

Dat zal hier niet gebeuren. Nou ja, dat denk ik niet.

Maar toch… doe niet verlegen, cowboy, als je iemand ziet.

Het refrein. Beetje veranderd.

Zou je graag échte countrymuziek horen? Gebruik dan het linkje dat hiernaast staat.

Vriendjes zijn?

OB-OBS-SG-ML

Het liedje dat we zingen heet: wil jij wel mijn vriendje zijn. Het heeft dezelfde melodie en hetzelfde ritme als Mieke heeft een lammetje.

Acteren, zingen en spelen met c d e, 4-telsmaat

We gaan samen een liedje zingen over vriendschap. Maar we kunnen het lied ook spelen op melodica’s, ritme instrumenten of boomwhackers. Ook kunnen we het hebben over hoog en laag en hoger en lager.

Rustige ingezongen versie met filmbeelden
Iets snellere karaoke

Hieronder zie je hoe het liedje opgeschreven staat met kleuren en vormen.

Zullen we een spel doen met hoog en laag? Eén iemand maakt geluid. Als het een hoog geluid is, strekken we ons uit. Als het een laag geluid is, gaan we op onze hurken lopen.

Nu gaan we het liedje met boomwhackers spelen. Sommige klanken zijn 1 tel, andere 2. En de allerlaatste klank is zelfs 4 tellen.

Nu proberen we het lied te spelen.

Je leest van links naar rechts, regel voor regel.

Als je kleur aan de beurt is, bespeel je de boomwhacker.

We gaan eerst het ritme spelen, op een ritme-instrumentje.

Daarna kunnen we het op een melodie-instrument spelen.

Hoe is dat met de boomwhackers? Klinken de lange pijpen hoger of lager?

Wie is de baas?

MB hoogste groep-BB

In een scène van een verhaal heeft een bepaalde speler een bepaalde status, oftewel een bepaalde “belangrijkheid.” Kijk eens naar de volgende sketch. Wie is hier de baas?

De sketch wordt gespeeld door André van Duin en Frans van Dusschoten.

André van Duin speelt een typetje.

Eigenlijk bestaan er geen hoofdrolspelers. Elke speler is van groot belang! Als de acteurs en actrices er niet allemaal zijn, kan het stuk niet gespeeld worden. Ook als je niet veel zinnen hebt, moet je toneelspelen zo gauw je op het podium staat. Je gebruikt dan stil spel. Je reageert zonder te praten op alles wat er gebeurt.

Maar er is dus wel statusverschil tussen de personages. Een goede acteur gebruikt de status van zijn/haar personage en beeldt dat goed uit.

Soms veranderen spelers van status, doordat er iets in de scène gebeurt. Dat kan heel grappig zijn. Soms worden de rollen zelfs helemaal omgedraaid. Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand een kind speelt dat niks mag terugzeggen tegen zijn moeder. Dan komt oma langs en die behandelt de moeder als een kind, waardoor de moeder niks mag zeggen en het (klein)kind wel. 

Er zijn twee soorten van status:

  1. Wie heeft er in het echte leven meer te vertellen? (De sociale status) De koning heeft meer te vertellen dan zijn lakeien. De honkbaltrainer heeft meer te vertellen dan de kinderen die honkbal spelen.
  2. Wie heeft er in de scène meer te vertellen? (De echte status in de scène). Je moet dan goed nadenken over de relatie tussen de mensen in de scène. Wie heeft het echt voor het zeggen?

Als je de verschillen tussen de statussen goed laat zien, terwijl je speelt, wordt de scène duidelijker en grappiger. Daarom moet je goed nadenken hoe je je status (de status van de rol die je speelt) goed uitbeeldt. Hoe meer je opgaat in je rol en hoe meer je laat zien wie je speelt, hoe leuker het wordt.

Samen met je medespelers moet je het verschil in relatie laten zien aan je publiek. Je moet dus goed samenwerken. Als je weet dat er een statusverandering is en jouw personage is eerst belangrijk, maar later niet, moet je daar wel in meegaan en dat goed laten zien. Je moet natuurlijk niet tegenwerken en toch de baas proberen te blijven spelen.

Hoe kun je status laten zien? Kijk nu nog eens naar deze sketch van André van Duin en Frans van Dusschoten. Wie is de baas in het begin? En in het midden? En aan het eind? Hoe weet je dat?

Je kan status laten zien door:

  • lichaamstaal: trots, borst vooruit of met gebogen hoofd of weg kijkend. Mensen met een lagere status kunnen ook terugdeinzen voor mensen met een hogere status.
  • mimiek: hoe kijk je? Bang, arrogant etc.
  • dictie: hoe je iets zegt: luid en duidelijk of zachtjes, hakkelend.

Als je met een grote groep bent, kunnen jullie je verdelen in groepjes van drie personen.

Ieder groepje krijgt een kaartje met daarop de drie rollen. Die moeten jullie zelf verdelen.

Bedenk daarna een scène waarin de status duidelijk wordt.

In het verhaal moet dan iets gebeuren, waardoor de rollen omgedraaid worden en de status verandert.

Je kan de opdracht extra moeilijk maken door af te spreken dat je in “jabbertalk” gesproken moet worden. Dat is geen echte taal, maar klanken zoals de Zweedse kok uit de Muppetshow. Verzinklanken.  Dan moet je nog meer gebruik maken van lichaamstaal en mimiek.

Ideetjes voor de kaartjes:

  1. Marktkoopman die gewoon verkoopt
  2. Marktkoopman die bijna niks verkoopt
  3. Marktkoopman die veel verkoopt
  1. Klant
  2. Baas van het restaurant
  3. Ober
  1. Deftige dame
  2. Marktkoopman
  3. Niet zo deftige dame
  1. Agent
  2. Iemand van wie iets gestolen wordt
  3. Een zwerver
  1. Slager
  2. Slagersvrouw
  3. Slagerskind
  1. Baby poes (kitten)
  2. Stoere poes
  3. Bange poes
  1. Iemand die geweldig goed kan zingen
  2. Jurylid bij The Voice
  3. Iemand die vals zingt
  1. Hele goede skater
  2. Minder goede skater
  3. Iemand die niet kan skaten
  1. Filmster
  2. Beroemde journalist die een interview wil afnemen
  3. Niet zo beroemde journalist, die een interview wil afnemen
  1. Orgelman
  2. Iemand die orgelmuziek prachtig vindt
  3. Iemand die orgelmuziek niet mooi vindt
  1. Directeur
  2. Werknemer
  3. Stagiaire
  1. Jarige
  2. Beste vriendin van de jarige
  3. Zus van de jarige
  1. Bazigste kind van de buurt
  2. Kind dat niet bazig is, maar ook niet bang
  3. Bang kind
  1. Moeder
  2. Lieve dokter
  3. Bang kind
  1. Leraar
  2. Slimme leerling
  3. Leerling die het niet snapt
  1. Wielrenner die altijd wint
  2. Verslaggever die interviewt
  3. Wielrenner die altijd verliest

Muziekpraatplaat: Vriendschap

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG

Op deze pagina vind je een praatplaat over het thema “vriendschap”. Wat is vriendschap eigenlijk? Moet je met klasgenoten en collega’s vrienden zijn? Ben je vrienden met iedereen tegen wie je vriendelijk bent? Wat doen vrienden samen? Wie zijn jouw vrienden? Doe je iets speciaals met hen? Wanneer is iemand een echte vriend?

De onderbouw kan een tekening maken over wat vriendschap voor hen betekent. Er kan bijvoorbeeld een groot muurschilderij gemaakt worden. Of er kan per groepje een groot blad gevuld worden met dingen die bij vriendschap horen.

De middenbouw en bovenbouw kunnen naar aanleiding van de beelden een verhaaltje of gedicht schrijven.

Als je het liedje mee wil zingen, kan je de onderstaande tekst gebruiken:

Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Op ’n prachtige warme dag
In september.

Waarover spraken zij,
die drie daar op dathek?
Boven op dat hek!
Waarover spraken zij,
die drie daar op dat hek.
Op die prachtige warme dag
in september?

’t Was over krekeltjes
en korenbloemen blauw,
korenbloemen blauw!
’t Was over krekeltjes
en korenbloemen blauw,
Op die prachtige warme dag
in september!

’t Was over vrienden zijn
en spelen in de zon.
Spelen in de zon.
’t Was over vrienden zijn
en spelen in de zon.
Op die prachtige warme dag
in september!

Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Op ’n prachtige warme dag
In september.

Het originele plaatje van Kate Greenway. Dit plaatje mag gebruikt worden, omdat de artieste al meer dan 100 jaar geleden is overleden.

De tekst is eigenlijk een versje van Kate Greenway uit Engeland. Zij schreef gedichtjes voor kinderen. Het boek waar dit versje in stond, werd een groot succes. Er werden poppen gemaakt en serviesjes met daarop de tekeningen uit het boek.

Een zangpedagoge en componiste uit Utrecht (Catharina van Reness, (1858-1940)) vertaalde de gedichtjes en maakte er muziek bij. Zij was eigenlijk een soort juf Ellis uit die tijd. Ze noemde dit gedichtje”Een babbeltje”, maar iedereen noemde het “Drie kleine kleuterkes”. Het werd jarenlang op scholen gezongen.

Als je luistert, hoor je het couplet meer dan de drie keer die bij de drie coupletjes van het liedje “Drie kleine kleuterkes”. Dat heeft juf Ellis gedaan om veel beelden te kunnen laten zien die bij het thema “Vriendschap” horen. Ze heeft er één tekstcoupletje aan toegevoegd en één coupletje herhaald. Het ritme van het liedje heeft ze ook een beetje veranderd.

De originele Engelse versie van het versje. Je kan het niet zingen op de melodie, omdat het versje een ander metrum heeft, dan de Nederlandse vertaling van Catharina van Reness.

Three little girls were sitting on a rail,
Sitting on a rail,
Sitting on a rail;
Three little girls were sitting on a rail,
On a fine hot day in September.

What did they talk about that fine day,
That fine day,
That fine day?
What did they talk about that fine day,—
That fine hot day in September?

The crows and the corn they talked about,
Talked about,
Talked about;
But nobody knows what was said by the crows,
On that fine hot day in September.

De Nederlandse vertaling van Catharina van Reness:

Hier hoor je hoe het liedje eigenlijk gezongen wordt.

Drie kleine kleuterkes
Die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleuterkes,
Die zaten op ’n hek,
Op ’n wonderwarme’ dag
In September.

Wel, waarvan praatten zij,
Die drie daar op het hek?
Boven op dat hek!
Wel, waarvan praatten zij,
Die drie daar op dat hek.
Op die wonderwarme’ dag
In September?

’t Was over krekeltjes
En kore’bloemen blauw,
kore’bloemen blauw!
’t Was over krekeltjes
En kore’bloemen blauw,
Op die wonderwarme’ dag
In September!