Berenklapspelletje

OB-MB-OBS

Dit versje is eigenlijk een spelletje om op te zeggen tijdens het touwtje springen. Twee kinderen draaien een lang springtouw. De rest springt in en springt uit. Iedere leerling krijgt de kans om alle opdrachten te doen. Wie kan het liedje af springen?

Dat is best moeilijk. Daarom hebben we er bij Kzing een gewoon klapspelletje van gemaakt. Leerlingen kunnen 2 aan 2 tegenover elkaar staan en klappen terwijl ze het versje opzeggen. Na elke regel voeren ze de opdracht uit.

Beertje, beertje, draai eens rond.
Beertje, beertje, tik de grond.
Beertje, beertje, stamp erbij.
Beertje, beertje, handen in je zij.

Beertje, beertje, handjeklap.
Beertje, beertje, zet een stap.
Beertje, beertje, kijk eens raar.
Beertje, beertje, zwaaien (of rusten*) maar !

  • Klap het liedje. Wat je hoort is het ritme. 
  • Klap het liedje, terwijl je de woorden zegt.
  • Stamp het ritme, terwijl je de woorden zegt.
    • Duren de woorden allemaal even lang?
    • Klap het ritme heel zacht.
    • Klap het ritme heel sterk. (In de muziektaal is het tegenovergestelde van zacht “sterk” en niet “hard.”_
    • Klap het ritme heel langzaam. Je hebt nu het tempo veranderd.
    • Klap het ritme heel snel. Je hebt nu het tempo veranderd.
  • Ga tegenover elkaar staan. Je klapt eerst in je eigen handen en dan klap je met de handen tegen de handen van je overbuurman. Na elk regeltje doe je wat je gezegd hebt.
  • Als je dit kan, kan je ook proberen “schuin over”  te klappen. 

In de herfst kan je zeggen “rusten maar…” en op je hurken gaan zitten.

*Een beer gaat eigenlijk niet in winterslaap. Hij neemt wel winterrust. Als het kouder wordt, zoeken ze een hol en daar gaan ze rusten. Beren houden niet echt een winterslaap. Er zijn wel dieren die in winterslaap gaan. Die zie je de hele winter niet. Dat zijn meestal kleine zoogdieren. Die kunnen hun lichaamstemperatuur zover laten zakken dat die gelijk is als de omgeving. Je zou dan een eekhoorn kunnen vinden die helemaal bevroren lijkt, maar als je het beestje langzaam opwarmt, is hij nog levend. Beren laten hun lichaamstemperatuur maar met 5 graden dalen. Dat grote lijf moet snel opgewarmd kunnen worden om te kunnen vluchten als er gevaar is. Ook moet de beer af en toe wakker worden om even een klein hapje te eten.