Het ritme van je lijf

OB-MB-OBS

Lente! Het is weer tijd om buiten te spelen. Dit is een klapspelletje uit Amerika, een “clapping game.” Dat is eigenlijk een rap, waar je bij klapt. We hebben er een beetje andere woorden op gemaakt. Ieder stukje heeft een eigen ritme.

Ga tegenover elkaar staan.

Oefen met klappen. We klappen niet recht, maar schuin. Als dat te moeilijk is, kan je ook recht klappen.

In alle tussenstukjes klap je gewoon schuin over. Bij “boing” laat je je hoofd opzij vallen. Als je “cha cha cha” zegt, klap je mee. Als je “stamp, stamp” zegt, stamp je mee. Als je “o jee…” zegt, draai je je heupen.

  • Kan je de ritmes ook apart klappen?
  • Je kan het versje ook opzeggen, terwijl je met de drumstokken het ritme speelt.
  • Het versje leent zich ook om bij het touwtje springen op te zeggen.

Oma was ziek en ze zei tegen mij:
“Bel vlug de dokter!” en weet je wat die zei?
Wat is er aan de hand met je hoofd? Boing, boing.. (hoofd opzij) 2x
Wat is er aan de hand met je handen? cha, cha, cha 2 x (Klap)
Wat is er aan de hand met je voeten? stamp stamp 2x (stampen)
Wat is er aan de hand met je lijf? O jee… (Draai je heupen)
Doe het allemaal en je voelt je weer oké. (Je doet alles)
Boing, cha cha cha, stamp stamp, o jee… 2x

De poppenkraam

OB-MB

We kijken naar een dansje en doen een bewegingsspelletje. Het is een klapspelletje op een heel ouderwets gedichtje. Een ander woord voor gedichtje is “versje”. Maar eerst gaan we luisteren en kijken hoe een popje tot leven komt. Natuurlijk geen echt popje, maar we zien een kindje dat danst alsof het een popje is. Het lijkt wel wat op het verhaal van Pinokkio. Het popje danst eerst als een pop, maar dan krijgt het een levend hartje.

Daarna danst het op Mariage d’amour, van Richard Claydermann. De dans is een beetje modern (het begin), maar er zitten ook heel veel echte balletpassen in.

Er danst een popje.

Dan gaan we nu het klapspelletje op het versje leren. Het wordt ook wel eens gezongen, maar als klapspelletje is het eigenlijk leuker. Je moet wel goed kunnen samenwerken. Het is een leuk klapspelletje om aan het begin van het schooljaar te doen.

Eerst leren we het versje:

Ik stond laatst voor een poppenkraam.
Daar zag ik zoveel poppen staan.
Ik zei: “Wat doen die poppen hier?
Die poppen drinken poppenbier.
Die poppen drinken poppenwijn.
Wat zullen die poppen vrolijk zijn!”

Je gaat tegenover iemand staan.

Jullie klappen “schuin over”, maar bij het woordje “poppen”, moet je juist recht voor je uit klappen.

Let op dat je precies klapt in het ritme van het versje. Begin met een niet al te snel tempo, want anders ga je zeker de mist in met het klappen.

Veel plezier!

Luistertips:

Mooie appel

MB-BB

Op deze pagina leer je het liedje van de mooie rooie (rode) appel. Het is een herfstliedje. De herfst wordt ook wel eens de oogsttijd genoemd. Weet jij waarom?

Er hoort een klapspelletje bij dit liedje. Je klapt met de tellen mee. Lukt jou dat? Onder het liedje wordt dit spelletje uitgelegd.

Ik heb een mooie rooie appel.

Ik liep naar school toen ik hem vond,

want hij was van de boom gevallen

en lag zo zielig op de grond.

En z’n wangetjes die glommen, blonken in de herfstzon.

En z’n steeltje was precies zo dat ik hem net pakken kon.

Ik heb een mooie rooie appel.

Ik stop hem lekker in mijn mond.

Shake, shake the appletree.. apples red and rosy.

Shake, shake the appletree.. apples red and rosy.

One for you. One for me.

Shake, shake the appletree.

One for you. One for me.

Shake, shake the appletree.

Ik heb een mooie rooie appel.

Hij was te lekker dat verklaart,

waarom ik hem heb opgegeten.

Oh, had ik hem nu maar bewaard.

Maar z’n wangetjes die glommen, dus ik nam een grote hap

en het vruchtvlees was zo sappig, heel mijn mond vol appelsap..

Als ik hem mama had gegeven, 

at ik vanavond appeltaart…

In het liedje van Kzing zit een stukje van een volksliedje uit Engeland: S”hake the appletree”. Tijdens dit stukje tekst gaan twee kinderen tegenover elkaar staan om een klapspelletje te doen. Het is leuk om schuin over te klappen, maar leerlingen uit groep 1 en 2 kunnen ook eerst in de eigen handen klappen en daarna recht tegen de handen van hun overbuurman of overbuurvrouw.

Je kunt bij dit liedje ook de acteeroefening over fruit eten doen.

Traditionele kinderliedjes

Er zijn volksliedjes voor kinderen die al ontzettend lang gezongen worden. Soms nog wel langer dan honderd jaar! Het oudste kinderliedje komt waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Dat liedje zingen we nu niet meer. Maar er zijn veel liedjes die we nog steeds zingen. De liedjes worden doorgegeven via de grootouders aan de ouders en zo leren kinderen die liedjes weer.

Doordat sommige kinderliedjes steeds uit het eigen geheugen aan anderen geleerd worden, veranderen de teksten en melodieën soms. In bepaalde streken van het land zingen ze soms andere woorden of andere melodietjes. Maar iedereen weet over welk liedje of versje het gaat.

De inhoud van de liedjes verandert ook vaak mee.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het Nederlandse kinderlied

Om heel eerlijk te zijn, is het vaak zo dat de woorden eerst voor grote mensen waren en de woorden waren ook niet altijd netjes. Maar de woorden werden zo aangepast, dat kinderen ze ook konden zingen.

Vroeger waren er veel liedjes op godsdienst gericht en zat er een “moraal” in elk liedje. Hieronymus van Alphen schreef in 1778 een gedichtenbundel voor kinderen. Uit ieder versje kon een kind leren hoe het het goede moest doen. Dat wordt beschouwd als het begin van de kinderliteratuur in Nederland. Hier komt het gedicht “Jantje zag eens pruimen hangen” uit. Later werden die versjes op muziek gezet en waren de kinderliedjes ontstaan.

Jan Pieter Heije schreef in 1843 het liedboek Kinderliederen. Daar stonden liedjes in zoals “Er zaten zeven kikkertjs” en “Tussen Keulen en Parijs”. Ook “Zie de maan schijnt”, stond erin. Langzamerhand werden de liedjes iets minder moralistisch.

In 1871 bracht Johannes van Vloten een boekje uit. Hij noteerde welke kinderliedjes er gezongen werden. In dit boekje stond onder andere “In Den Haag daar woont een graaf”, “KLap eens in je handjes”, “Klein, klein kleutertje”, “Schuitje varen, theetje drinken”, “Slaap, kindje slaap”, “Twee emmertjes water halen en het liedje “Witte zwanen, zwarte zwanen” in.

Ook later werden kinderliedjes genoteerd die gezongen werden: “Iene miene mutte” en “Berend Botje”. En: “Naar bed, naar bed, zei Duimelot”.

In later tijd zijn er ook veel speciale kindercomponisten geweest: Catharina van Renesse, Herman Broekhuizen voor “Kleutertje luister”. Hij schreef bijvoorbeeld “Opa Bakkebaard” en “Elsje Fiederelsje”, “Een treintje ging uit rijden”, “Helikopter”.

De informatie op deze pagina komt van de site Liedje met een naam . Daar kan je nog veel meer info vinden over traditionele kinderliedjes.