Kleine draak

OB-SO

Dit is het liedje van de kleine draak. De kleine draak kan geen mensentaal spreken. Maar hij voelt natuurlijk wel allemaal dingen. Soms lijkt kleine draak boos.. maar eigenlijk is hij dan bijvoorbeeld verdrietig. Als kleine draak aan Joris uitlegt hoe hij zich voelt, kan Joris hem helpen en dan wordt kleine draak weer een blije draak.

Ingezongen liedje
De karaoke versie van het liedje

Kleine draak is niet blij.

Blaast een vlam naar mij.

Zeg me, wat is er dan?

Zodat ik jou helpen kan.

Acteren

Joris heeft een kleine draak gevonden. Hij heeft hem meegenomen naar huis en net zolang bij zijn moeder gezeurd tot de draak mocht blijven, hoewel de draak heel veel hondenbrokjes eet. Maar met draken moet je wel oppassen. Voor je het weet hebben ze je kamer in brand gezet. Gelukkig is de draak van Joris meestal lief en spuugt hij geen vlammen uit.

Hoe komt het dat de kleine draak boos doet? Is hij ergens boos over? Of is hij verdrietig? Welke gevoelens kan de kleine draak nog meer hebben?

Leerlingen kunnen uitbeelden hoe kleine draak zich voelt. Ze kunnen dat zonder woorden doen (mime) of ze kunnen het in jibber jabbertaal vertellen. Jabbertalk is neptaal. Je kan alle klanken gebruiken die je leuk vindt.

Je kan een leerling iets vragen. Die moet dan antwoorden in Jabbertaal.

Teachter in role. Pantomime. Jibber/jabber.

Kabouters

OB-OSO

Dit liedje gaat over de kabouters. In sommige sprookjes wordt er verteld dat kabouters en dwergen in donkere tunnels graven naar goud. In het eerste stukje van het liedje (dat noem je het voorspel), kunnen leerlingen spelen dat ze kabouter zijn. Ze lopen gebogen en dragen hun hakbijlen op hun rug.

Het liedje wordt voorgezongen
De karaoke versie van het liedje

Wie weet waar de kabouters wonen?
Wie weet waar ze zijn?
Wie weet waar de kabouters wonen.
Hun huisjes zijn zo klein.
Diep in het bos, tussen het mos,
zie je ze, misschien.
Diep in het bos, tussen het mos,
Er wonen er wel tien.
1,2,3,4,5,6,7,8,9, 10 !

In plaats van hakbijlen, kunnen de leerlingen ook boomwhackers dragen. De “kabouters” lopen in de maat op. Als ze in een rij staan, laten ze zich zien aan het publiek en tikken in de maat mee. Na afloop gaan ze één voor één af; terwijl ze tellen.

Spillebeen

OB-OBS

Lied: Op een grote paddenstoel, traditioneel

Dit is een liedje over een kabouter die niet stil kan zitten. Dit liedje zongen je opa en oma ook al. Het is een volksliedje, of een traditional.

Bij Kzing hebben we er een nieuw muziekje bij gemaakt. Als je ergens een muziekje bij maakt en verzint door welke instrumenten het gespeeld moet worden, heet dat arrangeren. We hebben het liedje dus opnieuw gearrangeerd.

Omdat iedereen dit liedje bijna kent, hebben we er geen ingezongen versie van gemaakt. Als jullie dat graag willen, kunnen jullie een mailtje sturen naar info@kzing.nl, dan doen we dat alsnog.

Alleen een karaoke versie,
omdat haast iedereen dit liedje kent

Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen,
zat kabouter Spillebeen heen en weer te wippen.
“Krak!” zei de paddenstoel; met een diepe zucht,
vloog kabouter Spillebeen, hoepla in de lucht.

Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen,
op een nieuwe paddenstoel, rood met witte stippen.
Daar kwam vader Langbeen aan en die zei toen luid:
“Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen, kijk uit!”

Je kan ook makkelijk dansen bij dit liedje.

Iedereen zoekt een collega om mee te dansen. Je gaat tegenover elkaar staan en pakt elkaars handen kruislings vast.

Bij regel 1: Op een…… dans je samen in het rond. De armen zijn gestrekt

Bij regel 2: Zat kabouter… Om de beurt omlaag en omhoog

Bij regel 3: Krak zei de ….. maak je een “pomp” beweging. Heen en weer trekken.

Bij regel 4: dat doe je nog steeds tot: hoepla in de lucht. Daar laat je de handen los, doet ze omhoog en omlaag.

Bij het tweede couplet zijn de bewegingen hetzelfde.

Zeg Roodkapje

OB-MB-BB-ML

Hier vind je bladmuziek om het liedje “Zeg Roodkapje, waar ga jij henen” met boomwhackers te spelen.

Je kan het natuurlijk ook op toetsen spelen. Zet je duim dan op c, je wijsvinger op e, je ringvinger op g en je pink op a. De d speel je ook met je wijsvinger.

De kleine zeemeermin

OB-MB-OBS-SG

Sommige sprookjes zijn volksverhalen die mensen eeuwenlang aan elkaar hebben doorverteld. Het verhaal van de kleine zeemeermin is niet zo’n verhaal. Het is bedacht door de Deense schrijver Hans Christian Andersen. In 1837 is het voor de eerste keer als boek uitgegeven. De 19e eeuw was in de kunst de tijd van de Romantiek. In die tijd schreven meer schrijvers sprookjes.

Het verhaal gaat over een kleine zeemeermin die heel gelukkig is bij haar vader de koning, haar oma en haar 4 oudere zussen, diep in de zeewereld. Haar grote zussen mogen op hun 15e naar de mensenwereld, maar zij is de jongste en moet wachten tot ze 15 is. Dan is het eindelijk zo ver. Ze zwemt naar de oppervlakte en ziet een mooie prins op een schip. Ze wordt verliefd op hem. Hij komt bijna om in een storm. De kleine zeemeermin redt hem en brengt hem naar een strand.

Ze kan hem niet uit haar hoofd zetten en droomt ervan om als een mens te leven. ze vraagt de zeeheks hulp. Die geeft haar een toverdrank die haar benen geeft. Ze moet wel haar mooie stem inleveren. Als de prins van haar zal gaan houden, zal een ziel krijgen en net zijn als de mensen. Anders zal ze sterven en schuim op de zee worden als de prins een andere vrouw trouwt.

Helaas gebeurt dat laatste. Tenminste… in het echte verhaal wel. Niet in de Disney versie. Haar zussen willen haar redden en kopen met hun mooie haar een mes van de zeeheks. Als de kleine zeemeermin haar prins zal doden, zal zij blijven leven. Maar dat kan ze natuurlijk niet. helaas verandert ze in schuim. Maar toch gaat ze niet dood. Ze wordt een luchtdochter… onzichtbaar voor de mensen. Als ze driehonder jaar lang goede daden heeft gedaan, mag ze naar de hemel. Voor ieder goed kind dat ze ziet gaat er een jaar af van de driehonder jaar, maar ieder stout kind zorgt dat het haar een jaar langer duurt.

Het verhaal is vaak gebruikt in andere kunstvormen, zoals opera (Rusalka van Antonin Dvorak) ballet, musicals en tekenfilms. Soms passen de mensen het einde van het sprookje een beetje aan. Disney bijvoorbeeld, die er in 1989 een tekenfilm van maakte die heel anders afliep. Ook de Japanse Fuji maakte een tekenfilmserie over dit thema.

Het verhaal van Andersen is zo beroemd en de Deense mensen zijn zo trots op Hans Christian dat ze in de haven van Kopenhagen (de hoofdstad van Denemarken) een beeldje van de kleine zeemeermin hebben geplaatst. Ze zit daar op een steen. Het beeld is gemaakt door Edward Eriksen.