Hinkel de pinkel

OB-MB-OBS

Een traditional, die al door onze oma’s en opa’s gezongen werd, toen zij nog in groep 1,2, 3 of 4 op de basisschool zaten. We hebben het liedje een beetje moderner gemaakt.

Alleen heetten die groepen toen niet zo. Je ging eerst twee jaar naar de kleuterschool. Daarna begon je in de eerste klas. Dat is dus groep 3 van de basisschool.

  • Iedereen staat aan een kant van een klaslokaal of plein. Bij het eerste coupletje springt iedereen op 2 benen naar de overkant. Wie valt of tegen iemand aanbotst is af.
  • Bij het tweede coupletje huppelt iedereen naar de overkant. Wie valt of tegen iemand aanbotst is af.
  • Bij het derde coupletje hinkelt iedereen naar de overkant. Wie op twee benen moet gaan staan, valt, of tegen iemand aanbotst is af.

Hopper de popper, daar komen wij aan.
Wij hebben geen sneakers of sokken meer aan.
Met mijn rugzak op mijn rug.
Hopper de popper, naar school en weer terug.

Huppel, de puppel, daar komen wij aan.
Wij hebben geen sneakers of sokken meer aan.
Met mijn rugzak op mijn rug.
Huppel de puppel, naar school en weer terug.

Hinkel de pinkel, daar komen wij aan.
Wij hebben geen sneakers of sokken meer aan.
Met mijn rugzak op mijn rug.
Hinkel de pinkel, naar school en weer terug.

My bonnie

OB-MB-BB-ML

Zullen we een volksliedje gaan spelen? Het is een volksliedje uit Schotland: My bonnie lies over the ocean.

Men weet niet precies hoe het is ontstaan. Het woord “bonnie” betekent “liefje”. Maar het kan ook gaan over “Bonnie prince Charlie”, dat was Karel Eduard Stuart. Hij had gezorgd dat er een opstand tegen de Britten ontstond, omdat die de baas speelden in Schotland. Helaas werd hij in 1746 verslagen. Hij moest toen vluchten naar Frankrijk. De mensen die voor hem waren, misten hem en konden daarover op deze manier stiekem zingen. Als iemand er naar vroeg, konden ze zeggen: “Hoezo, ik zing gewoon over mijn liefje!”

We gaan eerst eens luisteren hoe het klinkt. Je hoort een arrangement van Mitch Miller and the gang.

Mitch Miller (1911-2010) was een musicus, zanger, dirigent, producer en hoofd van het platenlabel Columbia records. Hij begon als klassiek hoboïst, maar hij ging meer het pad van de populaire muziek op. Hij was heel invloedrijk rond 1950/1960, als hoofd van het platenlabel, maar ook als artiest. Hij is misschien wel degene geweest die karaoke zingen bedacht heeft. Hij had een serie op NBC die “Sing along with Mitch” heette… oftewel: zing mee met Mitch. Met het nummer hierboven kan je ook meezingen, want de tekst staat in beeld.

Als je de toetsen aanslaat, in de volgorde zoals ze op het blaadje staan, hoor je het liedje “My bonnie is over the ocean.”

Het liedje werd een echt volksliedje, dat door iedereen gezongen werd. Het wordt vooral gezongen als er veel mensen bij elkaar zijn. Bijvoorbeeld bij een kampvuur, door een shantykoor (een zeemanskoor) of op een bonte avond.

Heb je meegezongen? Je kan het lied ook spelen. Bijvoorbeeld op toetsen. Als je de toetsen aanslaat, in de volgorde zoals ze op het blaadje staan, hoor je het liedje klinken. Let op:

  • Een pijltje omhoog betekent dat er een hogere toon dan de vorige moet klinken.
  • Een pijltje omlaag betekent dat er een lagere toon dan de vorige moet klinken.

Het klinkt helemaal leuk als andere leerlingen de akkoorden erbij spelen.

Toen Pete Best nog de drummer van de Beatles was, namen ze het lied “My bonnie” ook een keer op, maar nog niet in de echte Beatle bezetting.

Tony Sheridan, zang en gitaar. Pete Best, drums. John Lennon, achtergrondzang. Paul Mc. Cartney, achtergrondzang en basgitaar, George Harrison sologitaar.

Je hoort goed hoe zo’n volksliedje “verpopt” kan worden.

Het West-Friese Volkslied, of toch niet?

MB-BB-BBS-ML

Je bent een West-Fries als je binnen de omringdijk geboren bent. Hoe schrijf je West-Friesland nou eigenlijk, Westfries of West-Fries? Volgens de officiële spelling heet de regio West-Friesland, de mensen die er wonen West-Friezen en is het bijvoeglijk naamwoord West-Fries. Dat is pas in 1996 de officiële spelling geworden. Daardoor zijn er nog steeds woorden in gebruik die anders gespeld zijn. Zoals: de Westfriese Omringdijk en het Westfries Genootschap.

In Corona-tijd hebben we bij Kzing een fotowedstrijd uitgeschreven. Wie de mooiste foto van Westfriesland maakte, kreeg een taart. Zo probeerden we mensen aan te moedigen lekker naar buiten te gaan, want dat mocht toen wel weer. Uiteindelijk kregen alle deelnemers een taart. Die mooie foto’s hebben we onder het lied gezet. Het lied wordt gezongen door juf Ellis en door Lara. Ze zongen het allebei thuis is, omdat de Covid maatregelen golden. Ellis heeft het thuis gemixt en het filmpje gemaakt. Herken je plekken?

Meerstemmig
Alleen de melodie beluisteren
De karaoke versie



Waar de golfjes kabb’len langs het IJsselmeer
hurken achter dijken vele dorpjes neer.
Daar ligt ons West-Friesland, ’t land van veld en wei,
waar de bollen groeien in een bonte rij.
Ja, daar wil ik wonen, land van sloot en riet.
Dat is ons West-Friesland, dat vergeet ik niet!

Waar de leeuwerik zijn schoonste zangen zingt,
waar des avonds zacht en teer het Ang’lus klinkt.
Dat is ons West-Friesland met zijn bonte vee,
waar de bollen bloeien als een lentefee.
Hier en daar een molen als een wachter staat.
Dat is ons West-Friesland, dat ik nooit verlaat!

Waar de winter alles hult in witte sneeuw,
waarin wiekend zacht en teer een zilvermeeuw.
Waar langs gladde banen jong West-Friesland zwiert
langs de kale (ook wel: dode) akker waar geen plant (ook wel: bloem) meer tiert.
In het schone schijnsel, mooier nog dan ooit.
Dat is ons West-Friesland, dat vergeet ik nooit!

Als men West-Friese mensen als groep beschrijft, wordt er gezegd dat ze er trots op zijn echt West-Fries te zijn. Je bent een West-Fries als je binnen de omringdijk geboren bent. Men beweert dat West-Friezen erg gesteld zijn op hun zelfstandigheid. Ze laten zich niks zeggen. Men zegt dat ze nuchter zijn, een klein beetje stug en niet erg praterig. Maar als ze je eenmaal mogen, zijn ze trouw en gezellig en kan je met hen lachen. Er valt natuurlijk veel te vertellen over de West-Friese volksaard… Herken jij deze eigenschappen bij West-Friese mensen?

Verwerkingsopdracht

Maak een foto, verhaal, gedicht of tekening over iets dat jij heel erg West-Fries vindt.

Info over de herkomst van het lied

Sommige mensen noemen dit lied wel “Het West-Friese volkslied”, maar er zijn meer liederen waar dat van beweerd wordt. Het is wel duidelijk dat het een lied is dat veel (oudere) West-Friezen kennen. Het werd veel gezongen op bruiloften bijvoorbeeld. Het lied is een loflied op West-Friesland. Dat betekent dat het vertelt hoe mooi West-Friesland is. En dat is natuurlijk ook zo 🙂

Eigenlijk is het een gedicht van de Duitse schrijfster Marthe Müller- Grählert, uit Zingst. Het ging niet over het Ijsselmeer maar over de Oostzee. Ze schreef van jongs af aan gedichten. Ze werd juf. In 1898 verhuisde ze naar Berlijn en werkte er bij een krant. Ze had heimwee naar haar thuisplaats. Daarom schreef ze dit gedicht. In 1911 verhuisde ze met haar man naar Japan. Na de Eerste Wereldoorlog keerde ze terug. Ze scheidde en werd arm. In 1924 verhuisde ze terug naar Zingst. Ze gaf poëzieavondjes en hield leesavonden. Maar rijk werd ze er niet van. Ze slaagde er steeds maar niet in om de auteursrechten voor haar gedicht te krijgen.

In Zúrich was er een dirigent die het op muziek zette als het Nordseewellenlied, of het Frisenlied. Het werd een wereldhit. In veel gebieden paste men de tekst aan: de Friezen, de Nederlanders en de Vlamingen zingen over de golven van de Noordzee, de Oost-Pruisen zingen over de golven van Haffes. In de Fassa-vallei, zingen ze het over welanden die met bloemen bedekt zijn.

In 1936 was het dan eindelijk zover. Marta en Simon ontvingen de rechten van het lied en de muziek. Maar Marta heeft er niet veel meer aan gehad.


Toen onze Mop

OB-MB jongste groepen-OBS

Toen je oma en je opa en hun vader en moeder klein waren, werden er natuurlijk ook al liedjes gezongen. Sommige van die liedjes hebben ze misschien aan jullie geleerd. Zo’n doorgeefliedje, heet een volksliedje. Dit is het bekende liedje van het verwende hondje Mopje. Hij wil niet eten wat hij krijgt.

Bij Kzing vonden we de woorden té ouderwets. We hebben er dus andere woorden op gemaakt. Maar de melodie is hetzelfde gebleven.

Toen onze Mop een Mopje was,
was hij schattig om te zien.
Nu bromt hij alle da-ha-gen.
Zeg, hoor jij hem misschien?
Waf woef, waf woef, waf woef, waf, woef, zeg, hoor jij hem misschien?
Nu bromt hij alle da-ha-gen; zeg, hoor jij hem misschien?

Bewegen bij het lied

Je kunt er gebaren bij maken:

  • Toen onze Mop:  handen aaien een grote hond
  • een Mopje was: handen aaien een klein hondje
  • was hij schattig om te zien , handen naast het gezicht en kijken of je iets heel schattig vindt.
  • Nu bromt hij alle dagen: boos kijken
  • Zeg, hoor jij hem misschien: hand bij het oor.
  • Waf, woef enz. : met beide handen gebaar van mond die dicht en open gaat, maken.

Verwerkingsopdracht : woordje doorfluisteren

Zo’n liedje dat “doorgegeven” wordt, heet een volksliedje. Dat wij de tekst veranderd hebben, past eigenlijk heel goed in de gedachte van “het volkslied”, want dat verandert meestal door overlevering.

Fluister maar eens in een kring een woordje door. Dan zie je dat het woord aan het einde vaak veranderd is.

Over het liedje

Toen onze Mop is eigenlijk een vertaling van een oud lied uit Duitsland van meneer Hoffmann von Fallersleben. Jan Goeverneur bedacht heel lang geleden de Nederlandse woorden. Toen werd het op muziek gezet door Johannes Worp.

Soms zijn de woorden in zo’n liedje wel een beetje ouderwets, omdat die liedjes al zo oud zijn. Wij zeggen over een puppy niet meer dat hij “aardig om te zien” is. Wij zeggen dan dat zo’n hondje “schattig” is.

Kan je zelf een woord verzinnen dat jullie kleinkinderen later gebruiken voor “schattig”?

Vroeger zongen ze:

Toen onze Mop een Mopje was, was hij aardig om te zien.

Nu bromt hij alle da-ha-gen en bijt nog bovendien.

Waf woef, waf woef, waf woef, waf woef en bijt nog bovendien.

Nu bromt hij alle da-ha-gen en bijt nog bovendien.

Jij bent een recht bedorven dier, eerst nam je wat ik bood.

Nu wil je lekk’re beetjes en lust niet eens meer brood.

Waf woef, waf woef, waf woef, waf woef en lust niet eens meer brood.

Nu wil je lekk’re beetjes en lust niet eens meer brood.

De mop zei hierop tot de knaap: “Hoe dwaas praat gij daar toch.

Had gij mij niet bedorven, ‘k was een lief Mopje nog.

Waf woef, waf woef, waf woef, waf woef, ‘k was een lief Mopje nog.

Had gij mij niet bedorven, ‘k was een lief Mopje nog.

Welke woorden kende jij niet?

Het liedje was eigenlijk bedoeld om aan kinderen te vertellen: kinderen die niet eten wat er op tafel staat (vroeger zeiden ze “wat de pot schaft”) , zijn verwende kinderen. Denk maar niet dat ze dan iets anders voor jou gingen maken, hoor.

Hoe is dat bij jullie thuis? Moet je alles eten? Wat lust je echt niet?

Spillebeen

OB-OBS

Lied: Op een grote paddenstoel, traditioneel

Dit is een liedje over een kabouter die niet stil kan zitten. Dit liedje zongen je opa en oma ook al. Het is een volksliedje, of een traditional.

Bij Kzing hebben we er een nieuw muziekje bij gemaakt. Als je ergens een muziekje bij maakt en verzint door welke instrumenten het gespeeld moet worden, heet dat arrangeren. We hebben het liedje dus opnieuw gearrangeerd.

Omdat iedereen dit liedje bijna kent, hebben we er geen ingezongen versie van gemaakt. Als jullie dat graag willen, kunnen jullie een mailtje sturen naar info@kzing.nl, dan doen we dat alsnog.

Alleen een karaoke versie,
omdat haast iedereen dit liedje kent

Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen,
zat kabouter Spillebeen heen en weer te wippen.
“Krak!” zei de paddenstoel; met een diepe zucht,
vloog kabouter Spillebeen, hoepla in de lucht.

Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen,
op een nieuwe paddenstoel, rood met witte stippen.
Daar kwam vader Langbeen aan en die zei toen luid:
“Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen, kijk uit!”

Je kan ook makkelijk dansen bij dit liedje.

Iedereen zoekt een collega om mee te dansen. Je gaat tegenover elkaar staan en pakt elkaars handen kruislings vast.

Bij regel 1: Op een…… dans je samen in het rond. De armen zijn gestrekt

Bij regel 2: Zat kabouter… Om de beurt omlaag en omhoog

Bij regel 3: Krak zei de ….. maak je een “pomp” beweging. Heen en weer trekken.

Bij regel 4: dat doe je nog steeds tot: hoepla in de lucht. Daar laat je de handen los, doet ze omhoog en omlaag.

Bij het tweede couplet zijn de bewegingen hetzelfde.

Het regent

OB-MB
Hier vind je een liedje dat je opa en oma ook zongen, toen ze klein waren. Je kan er ook op dansen. Er zit een stukje muziek in uit een ouderwetse musicalfilm (Singing in the rain), waarin Gene Kelly danst. Daar kan je ook even naar kijken.

Zo’n liedje dat iedereen kent, noemen we een volksliedje. Het hele volk kent het. Je opa en oma leerden het aan je vader en moeder en die hebben het weer aan jou geleerd.

Zo werd het liedje doorgegeven. Maar…. wat gebeurt er als je in een kring een woordje door fluistert? Doe dat maar eens.

Heb je gemerkt dat de woorden dan vaak een beetje veranderen? Dat gebeurt ook met die doorgeefliedjes. Die noem je volksliedjes, omdat het hele volk het zingt. Daardoor zingen sommige mensen het liedje net een beetje anders dan bij jullie in de familie wordt gedaan.

Het regent, het regent, de straten worden nat.
De bomen en de bloemetjes, die gaan vandaag in bad.
Het regent, het regent, maar ik blijf lekker droog.
Ik heb een parapluutje en dat hou ik mooi omhoog!

Het regent, het regent, de straten worden nat.
De bomen en de bloemetjes, die gaan vandaag in bad.
Het regent, het regent, maar ik blijf lekker droog.
Ik heb een parapluutje en dat hou ik mooi omhoog!

Bij Kzing hebben we er expres wat woordjes bijgemaakt.

Ook hebben we er een tussenstukje met alleen muziek aan toegevoegd. Dat muziekje komt uit een musicalfilm die “Singing in the rain” heet. Dat betekent: “Zingen in de regen.” Je ziet een meneer die zo erg verliefd is dat hij het niet erg vindt dat het regent. Hij zingt een liedje in de regen.

Die meneer wordt gespeeld door Gene Kelly. Dat is een musicalster van vroeger die heel erg goed kon zingen en dansen.

Kijk maar eens naar een stukje uit die musicalfilm. Begin iets verder in de film, bij 0.37.

I’m singing in the rain

Dan gaan we nu het liedje leren. Luister maar of je het muziekje uit de film erin kan horen.

Het is leuk om in dat tussenstukje een dansje te verzinnen met kleine parapluutjes. Je kan er op leunen, je kan hem als een stok heen en weer bewegen, omhoog en omlaag doen. Verzin simpele pasjes, maar let op dat je niemand zeer doet.

Je doet alsof je met je laarzen aan in de plassen springt. Je kan ook doen alsof je een paraplu hebt.

Ook al heb je geen echt parapluutje, toch kan je doen alsof je er één in je handen hebt. Je doet hem zogenaamd open en dicht. Je houdt hem omhoog en omlaag.

Doen alsof, is toneelspelen. Een mooi woord daarvoor is “acteren.”

Je kan ook het geluid van de regen nadoen in het tussenstukje. Dat doe je met je lijf:

Eerst met de vingers tikken op de handpalm, daarna harder tikken, wrijven over de handpalmen en tenslotten stampen voor het onweer. Daarna kun je alle geluiden omgekeerd laten terugkomen. Dan houdt de regen op.