Kabouters

OB-OSO

Dit liedje gaat over de kabouters. In sommige sprookjes wordt er verteld dat kabouters en dwergen in donkere tunnels graven naar goud. In het eerste stukje van het liedje (dat noem je het voorspel), kunnen leerlingen spelen dat ze kabouter zijn. Ze lopen gebogen en dragen hun hakbijlen op hun rug.

Het liedje wordt voorgezongen
De karaoke versie van het liedje

Wie weet waar de kabouters wonen?
Wie weet waar ze zijn?
Wie weet waar de kabouters wonen.
Hun huisjes zijn zo klein.
Diep in het bos, tussen het mos,
zie je ze, misschien.
Diep in het bos, tussen het mos,
Er wonen er wel tien.
1,2,3,4,5,6,7,8,9, 10 !

In plaats van hakbijlen, kunnen de leerlingen ook boomwhackers dragen. De “kabouters” lopen in de maat op. Als ze in een rij staan, laten ze zich zien aan het publiek en tikken in de maat mee. Na afloop gaan ze één voor één af; terwijl ze tellen.