Verzin een verhaal

OB-MB-BB

Als je goed wil acteren, is het handig om goed te kunnen fantaseren. Wie dat kan, kan zich goed inleven. Dat betekent, dat hij/zij zich goed kan voorstellen hoe iemand anders zou reageren.

Je kan fantaseren oefenen, door zelf een verhaal te bedenken. Misschien vind je het nog een beetje moeilijk om zelf iets te verzinnen. Daarom staan er hieronder heel veel plaatjes. Maak hier eens een mooi verhaal mee. Misschien over de zomervakantie?

Zit je in de onderbouw? Kies dan 1 plaatje uit en vertel er iets bij.

Zit je in de middenbouw? Kies 1 plaatje uit en schrijf daar een kort verhaaltje bij. Dat is minstens 5 regels lang.

Ben je een bovenbouwer? Kies dan 2 plaatjes uit. Verzin een verhaaltje, waarin allebei de plaatjes voorkomen. Dat verhaal is minstens een half a4tje lang. Je kan in plaats van een verhaal ook een gedicht, of tekening maken.

Zorg dat je verhaaltje een begin, een midden en een duidelijk einde heeft.

Je kunt er ook een script van maken. Je kiest dan personen uit. Je schrijft steeds de naam van de persoon die iets zegt en zet er een dubbele punt achter. Daarachter zet je wat die persoon zou zeggen. Kijk naar het voorbeeld hieronder.

Jan: Er zouden hier toch geen spinnen zijn?

Tineke: Hou op, engerd…. ik moet er niet aan denken!

Daarna kan je het verhaal ook met een groepje samen instuderen. Dan maak je er een toneelstukje van.

Als je het leuk vindt en heel goed wil worden in fantaseren, kun je bij hetzelfde plaatje ook nog een ander verhaaltje verzinnen.

Als je bij ieder plaatje je creativiteit de vrije loop kan laten, heb je je fantasie goed getraind!

Als je verhaal of gedicht goed gelukt is, stuur het dan naar King. Wie weet plaatsen we het wel in het Kzing-museum.