Hoorn biedt meer!

OB MB-BB-BBS

Luister en kijk eens naar dit lied van Kzing over Hoorn. Het gaat over de Nederlandse stad Hoorn en haar geschiedenis. Leerlingen van de onderbouw kunnen het refrein meezingen. ieronder staat een karaoke versie, maar wel met een ander arrangement. Dit arrangement komt uit de musical “Stadsbeeld”. Een aantal plekken hebben al veranderingen ondergaan (het ziekenhuis heet tegenwoordig bijvoorbeeld Het Dijklander), maar zo gaat dat in steden. Er is steeds ontwikkeling. Toch kun je het lied wel meezingen met de karaoke-versie, denken we. 

De ingezongen versie
De karaoke versie
Ander arrangement

1.
Kijk niet alleen naar vroeger,
hoe Hoorn toen nog was:
de Waegh, De Roode Steen,
wat havens aan een waterplas,
de stad van Coen.

Het V.O.C. verleden dat is iedereen bekend.
Veel mensen zien de stad dus als een prachtig monument.
Moet je niet doen!

Refrein: 
Hoorn biedt meer! (Hoorn beat)
Hoorn biedt meer! (Hoorn beat)
Hoorn is toekomst aan het Markermeer!

2.
Mijn stad heeft een verleden, maar is geen geschiedenis.
Zeg,
kijk maar om je heen wat hier aan mooie dingen is.
Dat is echt waar! (herhaal)
Er zijn moderne wijken en
gelukkig heel veel groen;
een speeltuin en een ijsbaan.
Je kunt hier van alles doen
en met elkaar. (herhaal)

Het refrein

3.
Ach Coen, je moest eens weten
hoeveel beter het nu is.
Hoeveel culturen samenleven
en jouw erfenis wordt hier gedeeld. (herhaal)
Ik heb een ander beeld,
daar naast dat oude beeld van Coen,
een beeld dat goed laat zien
dat wij het nu heel anders doen.
Een beter beeld! (herhaal)

Het refrein, herhaal

Acteeropdracht: Tableau vivant

We maken groepjes. Elk groepje maakt twee tableaux vivants over de 17e eeuw of de V.O.C. Je beeldt als groep zwijgend twee foto’s uit die gaan over die tijd. Bijvoorbeeld over het werken op de schepen, de rijkdom, de slavernij, etc.

Voor de bovenbouwers

Hoorn is een gemeente die aan het Hoornse Hop en dus ook aan het Markermeer ligt. Blokker en Zwaag horen ook bij de gemeente Hoorn. Er wonen tegenwoordig ruim 71.000 inwoners. De stad staat bekend om de vele monumenten uit de 17e eeuw. De binnenstad van Hoorn is vol geschiedenis.

Kun je de plekken die je in het filmpje ziet, herkennen? Hoe heet de meneer van wie er een standbeeld is gemaakt?

Midden in de binnenstad van Hoorn, op de Roode Steen staat een standbeeld. Dat is het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Al heel lang zijn er in Hoorn zijn mensen het niet met elkaar eens of dat beeld daar mag blijven staan.

Ook vrijdag 19 juni 2020, waren er twee protesten die gingen over het beeld van Coen. Eén groep mensen demonstreerde vóór het blijven van het beeld van Coen en een andere groep demonstreerde tégen het beeld van Coen. Dit was op andere plekken in Hoorn. Na afloop van de twee protesten was er een groepje relschoppers dat naar het beeld van Coen ging. Zij vertoonden agressief gedrag. Ze gooiden met stoelen en stenen. De M.E. en de politie te paard hebben ervoor gezorgd dat dit ophield.

Om te snappen waarom dit gebeurde, moeten we eerst uitleggen wie Jan Pieterszoon Coen was.

Wie was Jan Pieterszoon Coen?

Jan Pieterszoon Coen (1587-1627) was een Nederlandse koopman, die in de 17e eeuw carrière gemaakt heeft bij de “Vereenigde Oostindische Compagnie,”(dat schreef je toen met twee e’s.)

De Nederlanders, die altijd al echte koopmannen waren, gingen in de 17e eeuw met grote schepen naar verre landen en haalden daar spullen waarmee ze konden handelen en geld verdienen.

Ze gaven de bevolking in die gebieden niet altijd eerlijke prijzen voor hun spullen of zorgden ervoor dat de mensen daar hun producten niet aan andere partijen konden verkopen. Het was toch mooi dat ze er rijk van werden? Niemand vond dat gek in die tijd. Dat deden immers alle landen!

Nederland werd in die tijd een rijk en welvarend land. Niet alleen door zich oneerlijk te gedragen bij de handel in sommige verre gebieden. Ook binnen Europa werd veel onderling gehandeld.

De 17e eeuw, een Gouden Eeuw of niet?

De 17e eeuw wordt ook wel de “Gouden Eeuw” genoemd. Men noemde die tijd “goud” omdat het een rijke tijd was op het gebied van kunst en cultuur in Nederland. Er werd veel geld verdiend, dus men kon veel investeren in kunst en het versieren en inrichten van hun huizen en er waren veel meer luxe producten.

Voor de mensen van wie hun producten tegen lage prijzen verkocht werden en die tegengewerkt werden om een betere prijs voor hun producten te krijgen, voor de mensen die tot slaaf gemaakt werden en voor de mensen van wie het land als kolonie ingepikt werden, was de 17e eeuw natuurlijk een Vreselijke Eeuw en helemaal geen Gouden Eeuw.

Sommige mensen van nu vinden het daarom niet respectvol om de 17e eeuw zo te noemen. Andere mensen vinden dat onzin.

Coen en de V.O.C.

De V.O.C. was de allereerste grote multinational. Een multinational is een groot handelsbedrijf dat in veel landen handel drijft.

Coen was een slimme man. Hij werd in Hoorn geboren. Hij ging in Rome studeren om een goede koopman te worden. Hij sprak verschillende buitenlandse talen, waaronder Italiaans. Maar mogelijk ook Spaans en Portugees.

In 1606 begon Coen te werken bij de V.O.C. Tenslotte werd hij in 1617 Gouverneur-generaal van de Vereenigde (ja met 2 e’s in die tijd) Oost-Indische Compagnie, oftewel de V.O.C. Hij was zeg maar de grote baas van Nederland over alle bezittingen die de V.O.C. had buiten de Republiek der Zeven Verenigde nederlanden.

In 1614 schreef Coen een slim plan hoe de V.O.C. veel geld kon verdienen. Dat stuk heette “Discours”. Dat plan is ook uitgevoerd.

Wat deed de V.O.C.?

1 Men kocht met zilver uit Japan, textiel en kleden in India.

2 Die kleden werden verkocht in de Indische archipel. Daar betaalden ze met specerijen en hout.

3 Die specerijen en hout werden weer naar China gebracht en verkocht.

4 Daar haalde de V.O.C. lakwerk en porselein (voor Nederland) en Chinese zijde.

5 Die zijde werd weer in Japan verkocht voor het zilver. En zo was het kringetje rond. Ze hadden veel verhandeld en konden hun terugreis naar Nederland betalen. Daar konden ze ook weer dingen verkopen. Slim toch?

Er zaten ook nare kanten aan al die slimheid. De geschiedenis van Coen heeft te maken met kolonisatie en met slavernij.

Omdat de V.O.C. zo groot werd, hadden de bestuurders forten en pakhuizen nodig. De mensen van de V.O.C besloten tot slaaf gemaakte mensen te gebruiken om die te bouwen. Nederland heeft ongeveer een half miljoen mensen tot slaaf gemaakt. Er gingen zo’n 275.000 tot slaaf gemaakte mensen naar Suriname en ook nog heel veel naar de Antillen. Dat was in die tijd gebruikelijk, maar met de kennis van vandaag, vinden wij dat dat heel erg verkeerd is.

De V.O.C. pakte ook heel veel land van andere volkeren en voegde dat bij Nederland. Ze noemden die gebieden “koloniën van Nederland.” Soms moesten ze daarvoor vechten. Natuurlijk met de bewoners zelf, maar ook met andere landen die die gebieden ook wilden hebben om er rijk van te worden. De V.O.C. had koloniën in:


Amboina en de Banda-eilanden (dat zijn de Molukken in Indonesië),

  • Batavia en Java,
  • Bengalen (nu Bangladesh),
  • Ceylon (nu Sri Lanka),
  • Kaapkolonie (nu Zuid-Afrika),
  • De kust van Coromandel (ligt in Inda),
  • Nederlands Celebes (Sulawesie in Indonesië),
  • Nederlands Formosa (West Taiwan),
  • Nederlands Malabar (in India in Malabar),
  • Nederlands Malakka (tegenwoordig Maleisië),
  • Suratte (in India),
  • Westkust Sumatra in Padang (in Indonesië)
  • (Later, in de tijd van de West-Indische Compagnie had Nederland nog meer kolonies.)

Coen werd een belangrijk man

Door zijn slimme plannen werd Coen een belangrijk man bij de V.O.C. Hij vocht met de volkeren overzee en wist er zo voor te zorgen dat de V.O.C. geld verdiende. Daar heeft iedereen in Nederland van geprofiteerd. Eigenlijk hebben wij daar nu nog steeds voordeel van. Nederland heeft op die manier ook kennis gemaakt met producten en culturen die anders waren dan de eigen producten en cultuur. Op die manier stond Coen ook aan het begin van een samenleving waarin culturen met elkaar kennis maakten.

Je zou zo denken dat die man een standbeeld waard is. Maar zo simpel is het nou net niet. Eigenlijk is er altijd discussie geweest over de vraag of Coen een goeierik of een slechterik was.

Wat vond men van Coen in zijn eigen tijd ?

Jan Pieterszoon Coen leefde in een tijd waarin de mensenrechten nog niet zo belangrijk gevonden werden, maar ook in zijn eigen tijd gold Coen al bij veel mensen als een wrede man.

Hij heeft mensen van oorspronkelijke bevolkingen om het leven gebracht, omdat ze in zijn ogen niet mee wilden werken. Die mensen verzetten zich tegen wat Nederland van hen af wilde pakken. Ze lokten de manschappen van Coen dan in hinderlagen en brachten hen om het leven. Coen trad hier altijd streng tegen op. Hij bracht veel van die mensen om het leven. Als je door Coen zijn bril kijkt, snap je dat wel. Coen probeerde monopolies op producten te krijgen. Dat wil zeggen dat hij ervoor wilde zorgen dat die producten alleen aan de V.O.C. verkocht werden. Dan was de V.O.C. het enige bedrijf dat zoiets verkocht en zo kon men hogere prijzen vragen en dus meer winst maken.

Maar dat was natuurlijk niet in het belang van de oorspronkelijke bevolking. Op het eiland Banda wilden de mensen daar niet aan mee werken. Zij wilden hun nootmuskaat ook aan anderen verkopen. Toen bracht Coen bijna een heel volk van zo’n 15.000 mensen om het leven.

Daarvoor werd Coen wel op het matje geroepen bij het bestuur van de V.O.C, de Heren 17. Maar stiekem waren ze blij met iemand die zo dat deed. Coen kreeg een preek, maar tegelijkertijd bleven ze hem steun en geld geven, want ze vonden hem een goede bestuurder en het kwam hen wel goed uit wat hij deed.

De 18e eeuw

In de 18e eeuw had Nederland nog koloniën. Mensen van kleur waren in Nederland zelf een uitzondering. Soms kwamen ze mee met de mensen die zich hun “meester” noemden. Dan werden ze raar aangekeken vanwege hun huidskleur, alsof ze een exotische bezienswaardigheid waren. Ze werden meestal niet gelijk behandeld. De Nederlanders en andere Westerse landen waren, als we door de bril van onze tijd kijken, tamelijk racistisch. Maar die houding was heel normaal in die tijd. Men vond het normaal, verstandig en goed dat Nederland rijkdommen weghaalde in andere landen.

19e eeuw

Ook in de 19e eeuw had men nog de koloniën. Men vroeg zich niet af hoe dit zo gekomen was en hoe dit voor de oorspronkelijke bevolkingen was.

Eind 19e eeuw had België zich losgemaakt van Nederland. Toen wilde men graag weer trots zijn op het eigen land. men wilde het beeld van Nederland als groots, zeevarend land onder de aandacht brengen en mensen trots maken op de eigen geschiedenis. Daarom wilde men standbeelden neerzetten voor de eigen helden.

In de 19e eeuw wilden sommige mensen een standbeeld voor Coen en andere bestuurders van de V.O.C. neerzetten. Het beeld van Coen is gemaakt door Ferdinand Leenhof en in 1893 op de Rode Steen geplaatst. Het is een rijksmonument. Dat is dus vele jaren nadat Coen leefde.

Maar ook in de tijd dat het standbeeld geplaatst werd waren er al mensen die vonden dat Jan Pieterszoon Coen geen standbeeld verdiende en veel mensen vonden dat Coen belachelijk stond op het beeld. Niemand ging zo staan, vond men. Niet iedereen kwam kijken toen het beeld onthuld werd.

Afschaffing slavernij en Keti Koti

Langzamerhand ging men wel anders denken over de slavernij. Men ging begrijpen dat het ongepast was om een ander tot slaaf te maken. In de loop van de tijd werd die op steeds meer plekken afgeschaft.

Honderdachtentwintig vrouwen richtten in 1840 het Rotterdam Dames anti slavernij comité op en toen kwamen er meer antislavernijverenigingen.

Op 1 juli 1863 werden de tot slaaf gemaakte mensen in Paramaribo vrije mensen. Dit wordt nog steeds op 1 juli gevierd. Dat feest heet Ketikoti. Dat betekent “De ketenen zijn verbroken”.

De Nederlandse regering betaalde per persoon driehonderd gulden. Maar echt vrij waren die mensen nog niet, want ze moesten nog 10 jaar verplicht op de plantages blijven werken. Ze kregen toen wel betaald.

De afschaffing van het tot slaaf maken van mensen was een lang proces. Trouwens… ook nu zijn er nog mensen die uitgebuit en vernederd worden door anderen.

De 20e eeuw

Je overgrootouders leerden ondertussen op school in de geschiedenisles vooral dat Nederland een grote zeevarende natie was. Ze leerden in liedjes en in het onderwijs dat Piet Heyn, Michiel de Ruyter, Jan Pieterszoon Coen, enz. helden waren. Het was ook best dapper om de zeeën te bevaren. Niet al deze zeehelden waren even wreed en ze deden ook niet allemaal mee met de slavenhandel, maar van Coen staat vast dat hij dat wel deed.

In de tijd van je overgrootouders had Nederland ook nog steeds koloniën. Veel mensen snapten niet wat het probleem daaraan was. Als iets in je eigen tijd een gewoonte is, denken mensen er vaak niet over na of dat oké is.

Na de Tweede Wereldoorlog werden steeds meer koloniën weer zelfstandig.

  • Nederlands Indië werd in 1949 Indonesië.
  • In 1954 werden Suriname en de Nederlandse Antillen zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
  • In 1963 werd Nederlands Nieuw Guinea onder druk van de VS en de VN overgedragen aan Indonesië.
  • In 1975 werd Suriname onafhankelijk.
  • In 1986 werd Aruba (een deel van de Nederlandse Antillen) een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
  • In 2010 hielden de Nederlandse Antillen op te bestaan. Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden als Caribisch Nederland bijzondere gemeenten van Nederland. Curacao.

Halverwege de 20e eeuw

Halverwege de 20e eeuw veranderde de mening over kolonisatie. De meeste koloniën werden ook vrije landen. Dat hebben je overgrootouders allemaal meegemaakt en je grootouders voor een deel. Door dit alles veranderde ook de manier waarop er naar de geschiedenis werd gekeken.

De mensen in Nederland maakten zich nog steeds niet druk over het feit dat ze naast dapper, ook oneerlijk waren geweest, in die bepaalde tijd van de geschiedenis. Behalve natuurlijk de nakomelingen van de mensen die slecht behandeld waren. Die hadden verhalen gehoord van oma’s en opa’s die verkocht waren alsof ze slaven waren. Een aantal van hen woonde inmiddels in Nederland. Daar kregen ze soms te maken met discriminatie. Mensen zeiden somsnare dingen zoals: “Ga terug naar je eigen land!”, maar Nederland was of is dus hun eigen land. In het begin vochten deze mensen niet meteen tegen die woorden en beelden. Zij waren nog bezig om een plek te krijgen in de samenleving. Ze probeerden zich zoveel mogelijk aan te passen.

De 21 e eeuw

In de 21e eeuw worden alle mensen mondiger. Sommige nakomelingen van mensen uit de landen die door Nederland gekoloniseerd waren, willen niet dat het land waar zij wonen standbeelden heeft van de mensen die hun voorouders zo behandeld hebben. Een standbeeld is toch een soort van eer? Zij willen niet dat de toenmalige overheersers van hun volk eer krijgen. Sommigen van hen vinden om die reden dat die beelden weg moeten en ze worden daar door sommige andere Nederlanders in gesteund. Maar andere mensen vinden dat dit veel te ver gaat.

Coen is al eens “weg” geweest

In 2011 werd het beeld van Coen per ongeluk van zijn sokkel gestoten. Meteen werd er druk gepraat of het beeld wel terug moest. Een groep mensen vond het tijd worden dat Coen verdween.

Maar er is ook een andere kant aan dat verhaal: veel bewoners van Hoorn zijn nogal aan het beeld gehecht. Niet perse omdat ze Coen vereren. Het is niet zo dat mensen bloemen leggen bij zijn standbeeld of iets dergelijks, maar ze vinden dat hij bij de Hoornse geschiedenis hoort en ze zijn aan het beeld gewend.

Het is ook handig dat het beeld reclame voor Hoorn als V.O.C. stad maakt, want daardoor komen er veel toeristen naar Hoorn en daar wordt geld aan verdiend.

Uiteindelijk is er besloten om een plaat onderop het standbeeld te doen met wat uitleg over de goede en slechte dingen van Coen. Er is ook een Qr code en als je die scant, krijg je meer info.

Je zou denken dat de kous daarmee af was, maar sommige mensen vinden dat er niet duidelijk genoeg staat dat Coen wandaden heeft gepleegd.

Vandaag de dag

En nu zijn we in het heden aangekomen. De beelden staan er nog. Coen staat er nog. Er zijn mensen die het beeld van Coen en die andere beelden willen houden en mensen die ze weg willen hebben.

Waarom is die plaquette volgens sommige mensen niet meer genoeg?

Door de dood van George Floyd in Amerika, ontstond er veel aandacht voor het gegeven dat sommige instanties in Amerika (zoals de politie) veel strenger optreden tegen mensen van kleur dan voor blanke/witte mensen. Als organisaties mensen buitensluiten (bijvoorbeeld niet aannemen bij banen, of juist één bepaalde groep veel sneller arresteren, of minder kansen geven) noemt men dat “institutioneel racisme”.

De volwassenen zijn het er niet over eens of dat in Nederland ook zo is. Sommige mensen vinden dat het hier erg meevalt met de discriminatie en ze vinden dat iedereen gelijke kansen heeft. Anderen zeggen dat dat toch niet helemaal waar is. De mensen die zeggen dat er in Nederland ook verborgen racisme is, willen alle zaken die racistisch uitgelegd kunnen worden, weghebben. Daarom is er de Pietendiscussie en de beeldendiscussie.

We zitten in Nederland erg in ons maag met de hele situatie. Wat moeten we doen?

Het lastige punt bij het beantwoorden van die vraag is dat de mensen in verschillende tijdsperiodes anders denken over dingen. Wat men in de tijd van Coen, of in de tijd van je overgrootouders normaal vond, vindt men tegenwoordig niet altijd meer fatsoenlijk.

Dat geldt straks ook voor wat er in onze tijd gebeurt. Meningen en gebruiken die wij vandaag de dag hebben, kunnen over een aantal jaren als heel fout beoordeeld worden.

De echte vraag is dus:

Hoe moet je dingen die vroeger gebeurd zijn beoordelen? Door welke bril kijk je naar de geschiedenis?

De bril van toen of de bril van nu?

De bril van de “overwinnaar” of de bril van de “verliezer?”

Het moeilijke van geschiedenis is dat je altijd met door de bril van je eigen tijd kijkt naar een tijd waarin mensen héél anders dachten. En het hangt ook nog eens af van je eigen ervaringen en van wat je familie en voorouders hebben meegemaakt.

Bij veel mensen van kleur roept alles wat er nu gebeurt opnieuw boosheid op over de tijd van slavernij en van kolonisatie. En daarom willen ze dat nu die beelden echt weg gaan. Sommige witte/blanke mensen staan achter hen. Ook zij vinden dat oneerlijk.

Sommige mensen van kleur vinden dat het wel meevalt. Ze geven aan dat zij wel een goede plek in de samenleving hebben gevonden.

Weer andere mensen vinden dat het te ver gaat om al die beelden weg te halen. “Je haalt toch ook de piramides niet weg.” zeggen ze. ” Die zijn ook door mensen die tot slaaf gemaakt waren gebouwd.” Ze vinden dat je de geschiedenis niet kan en niet moet willen uitwissen.

Maar ja, Coen heeft wel heel veel mensen om het leven gebracht. Verdient zo iemand wel een standbeeld?

Mag het beeld blijven, want moeten we bedenken dat hij in die tijd als een held werd gezien?

Is het juist belangrijk dat het blijft, omdat we mensen dan kunnen leren dat we die dingen niet meer moeten doen?

Of moet het juist blijven, omdat mensen van de geschiedenis kunnen leren?

Hoort het dan op het plein, of moet het naar het museum?

Het is nog niet duidelijk wat de goede manier is.

Wat moeten we met de twee gezichten van Coen? Moeten we hem vooral zien als een zeevarende, dappere held en bestuurder die Nederland rijk heeft gemaakt, waardoor we nu met veel culturen samen kunnen leven? Dat is tenslotte waar. Betekent dat dan dat het beeld moet blijven?

Of moeten we hem vooral zien als een wrede volkerenmoordenaar, die ook nog eens meedeed aan slavernijpraktijken? Dat is per slot van rekening ook waar. Betekent dat dan automatisch dat het beeld weg moet? of moet je het juist laten staan om mensen over die tijd te leren? En moet het dan op de Roode Steen blijven, of moet het in een museum komen te staan?

En als we toegeven dat er twee kanten aan de zaak zaten, wat moeten we dan met het beeld doen?

Iedereen moet daar zijn/haar eigen antwoord op vinden. Ook jullie mogen je eigen antwoord vinden op de vragen van onze tijd. Het helpt om goed te luisteren naar alle meningen die erover zijn en veel te lezen over de geschiedenis en wat er nu gebeurt in de maatschappij. Dan kan je een betere keuze maken.

Je mag in Nederland van mening verschillen

Je hoeft het in Nederland niet met elkaar eens te zijn. Mensen denken heel verschillend over politiek, over de geschiedenis, over de plek van Coen en over het standbeeld. Dat mag in Nederland. We zijn een democratie. Dat betekent dat het volk rechten heeft. Onder andere het recht op vrije meningsuiting.

Je mag dus over alles van mening verschillen en dat ook zeggen of opschrijven. Je hebt in Nederland ook het recht om te protesteren om je eigen standpunt duidelijk te maken. Zelfs schreeuwen mag. Je mag alleen geen relletjes trappen en dingen stuk maken en je mag ook niet oproepen tot haat van andere mensen.

Bij Kzing vinden we het belangrijk dat je respect voor iemand anders’ mening laat zien. Onze persoonlijke mening is dat je er waarschijnlijk meer aan hebt als je naar elkaar luistert en met elkaar praat. En als je dan praat, kan je het beste goede argumenten gebruiken. Wij vinden persoonlijk ook dat het goed is om steeds over je eigen mening na te blijven denken.

Wat is jouw mening over dit alles? Luister vooral ook eens naar de mening van je ouders.

Matrozen

OB-SO

Een liedje en groepsdansje over matrozen.

Hier hoor je hoe kinderen het liedje zingen. Let op… ze zingen één regel een klein beetje anders. 😉
De karaoke versie van het liedje

Wij zijn matrozen. We varen op de zee.

Spring in ons bootje en vaar maar met ons mee.

Ga je mee, ga je mee? Heel ver weg van Nederland.

Ga je mee, ga je mee? Naar de overkant.

Piratensong

MB-BB

Een lied over piraten.

De ingezongen versie
De karaokeversie

Op een eiland, goed verscholen, ver weg van de maatschappij,
vind je ruige roversholen en yoho, daar wonen wij.
Broeders en zusters van het water, doe nu je ooglapje maar op,
want vroe-oe-ger, of la-ha-ter, gaat de piratenvlag in top.
Yoho, yoho, yoho, yoho.

Tussen zon en zee en palmen, leiden wij een ruig bestaan.
Wij zijn schorem, wij zijn schoelje, blijf vooral bij ons vandaan!
Drink van de rum tot aan de kater. Poets het kanon nog maar eens op.
Want vroe-oe-ger of la-ha-ter, gaat de piratenvlag in top.
Yoho, yoho, yoho, yoho.

Ben je zat van stomme wetten en de sleur in je bestaan?
Nou, wie zal ’t je beletten? Sluit je morgen bij ons aan.
Hou je van knokken en van water? Hijs je piratenbroek maar op!
Want vroe-oe-ger of la-ha-ter
gaat de piratenvlag in top.

De chirurgijn

MB-BB

Even een beetje geschiedenis: in de 17e eeuw had je hele andere beroepen dan tegenwoordig. Chirurgijn was er daar één van. In de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie, de V.O.C., gingen sommige mensen op een schip naar een ver land. Ze kochten spullen om in ons land te verkopen. Als een zeeman ziek werd, ging hij aan boord naar de chirurgijn. Maar de geneeskunst was nog niet zover als nu en die dokter had niet altijd een goed medicijn! Ze hadden soms rare oplossingen voor kwaaltjes. Scheurbuik was een kwaal die kwam door te weinig vers voedsel aan boord.

Hieronder vind je een liedje uit de musical “Naar Toen en Verweggistan”.

De ingezongen versie
karoke versie

Heb je een autje of hevige pijn?
Ga dan maar gauw naar de chirurgijn,
want hij heeft een drankje, dat helpt altijd.
Zo raak je zeker je pijn wel weer kwijt.

Hij drukt op je buik. Hij blaast in je oor.
Maar pech, als je scheurbuik hebt; daar heeft hij niets voor!

Dus: Heb je een autje of hevige pijn?
Ga dan maar gauw naar de chirurgijn,
want hij heeft een drankje, dat helpt altijd.
Zo raak je zeker je pijn wel weer kwijt.

Een stevig verband. Een klap voor je kop.
Misschien wel een bloedzuiger. Daar knap je van op…

Dus: Heb je een autje of hevige pijn?
Ga dan maar gauw naar de chirurgijn,
want hij heeft een drankje, dat helpt altijd.
Zo raak je zeker je pijn wel weer kwijt.

In de tijd van de V.O.C. (ongeveer de hele 17e eeuw) heetten de dokters “chirurgijnen”. Daar komt ons woord “chirurg” vandaan. Meestal waren het mannen. Maar er is sprake van in ieder geval één vroege vrouwelijke chirurgijn in Amsterdam: Trijn Jacobs. (Zij was dus eigenlijk al arts, voordat Aletta Jacobs dat was, die hierom bekend staat.) Een heel geëmancipeerde vrouw, eigenlijk. Onder deze link kun je meer over haar lezen.

Ben jij niet blij dat jij nu leeft?

In die tijd hadden ze natuurlijk nog niet zoveel kennis van het menselijk lichaam en van medicijnen. Ze hadden dan soms ook hele rare behandelingen. Zo plaatsten ze bloedzuigers op het menselijk lichaam, om mensen beter te maken.

Zo’n reis duurde lang. Mensen hadden dan geen verse groenten aan boord. Ze kregen dan een ziekte die “scheurbuik” heette. Het duurde heel lang voor de dokters wisten dat dit door een gebrek aan vitamine C kwam.

Gelukkig maar dat wij nu leven en goede dokters hebben!