Dans met de beren

OB-OBS

Een liedje waarbij je kan musiceren en acteren. Bij het musiceren gaat hem om in de maat lopen en om het beleven van de parameters “zacht en sterk”. Dat kan je uitbouwen met boomwhackers of ritme instrumenten.

Je kan het liedje ook gebruiken bij het sprookje van Goudlokje en de drie beren. Je kan dit verhaal samen naspelen. (Teacher in role). Kijk maar eens naar het filmpje waarop meester Evan dat doet met een groep.

Sluip/ stamp met de beren, dan word je beresterk.
Zet allebei je voeten, maar lekker aan het werk.
Van linksom, rechtsom, linksom, rechtsom
Lekker samen sluipen/stampen, daar houden beren van.

Wat doen we met het lied? 

Je kunt net als de beren meestampen in de maat. Zo kan je goed ervaren wat maat eigenlijk is.

Je kan de parameters zacht en sterk (in de muziek noemen we “hard”, “sterk”.) aanleren. Beren kunnen hard stampen, maar ook zacht stampen. In de muziek heet “hard” “sterk”. Eigenlijk gebruiken we Italiaanse namen zacht is piano, sterk is forte.

Teacher in role

Hier kun je zien hoe meester Evan het verhaal dat eronder staat met de kinderen uitspeelt :

 

Het verhaal

  1. Wie gaat er mee naar het bos? Het is lente! (Iedereen natuurlijk :)) 
  2. We lopen over een hoge heuvel. We lopen de heuvel weer af.  (Doe je)
  3. We lopen over een lange weg.  (Doe je)
  4. Kijk, daar ligt het bos.  (Wijs) 
  5. We lopen het bos in.  (Doe je)
  6. Wat kraakt er zo onder onze voeten? (Wacht antwoord af. Takjes, dennennaalden)
  7. Waar ruikt het in de lente naar?  (blaadjes, bloemen…  )
  8. Wat horen we nou?  (fluiten…. Vogeltje)
  9. Rits rats roets…. Een eekhoorntje klimt de boom in..Wat is het mooi hier hè?
  10. In de verte zien we een heel klein huisje liggen. (Wijs) Zullen we er naar toe gaan?
  11. We lopen er naar toe.  (Doe je)
  12. Het huisje heeft 3 deurtjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  13. We gaan naar binnen. Door welk deurtje ga jij?  (Ieder kind mag door een eigen gekozen maat naar binnen.) 
  14. Wat een gezellig huisje!
  15. Als we binnen zijn, zien we een tafel met drie stoeltjes. Eén grote, één middelgrote en één kleintje.  (Gebaren) 
  16. Op welk stoeltje ga jij zitten?  (Ieder kind gaat op een eigen gekozen formaat stoeltje zitten.) 
  17. Op de tafel staan drie kommejtes pap. Eén hete. Een warme en ééntje met koude pap.
  18. Bij de hete pap ligt een grote lepel. Bij de warme pap een middelgrote lepel en bij de koude pap een klein lepeltje. We gaan van alle bakjes pap even proeven.
  19. Waar smaakt de pap naar? Is het lekker? Een beetje lekker? Of is het vies? Dat moet ik aan je gezicht kunnen zien.
  20. Dan gaan we van onze stoel af. Hoe moet dat? Waar zat je ook al weer op?  (Ieder kind gaat er op de eigen manier vanaf.) 
  21. Hee… er zit ook een trap in het huisje. We klimmen de trap op.  (Doe je)
  22. Er is een gezellig slaapkamertje met drie bedjes. Eén grote, één middelgrote en één kleine.  (Gebaren) 
  23. Oh… wat zijn we moe van de pap en de trap… Waar wil jij in liggen?  (Ieder kind gaat in het eigen formaat bedje liggen.) 
  24. We vallen in slaap. (Doe je)
  25. Plotseling horen we een deurtje. Er klinkt een papastem die zegt: Heee…. Wie heeft er op mijn stoel gezeten? Dan klinkt er een mamastem die zegt…. Huh? Wie heeft er van mijn pap gegeten? Een klein stemmetje zegt: nou moe,  er heeft ook iemand op mijn stoeltje gezeten! En er heeft ook iemand van mijn pap gegeten! (Doe dit met passende stemmetjes) 
  26. Opeens horen we voetstappen op de trap stampen.
  27. Een klein stemmetje zegt: Papa, mama…Er ligt iemand in mijn bedje.
  28. Van wie zijn die stemmen? Ze zijn van de drie beren.
  29.  Beren? (Schrik)  Dan moeten we wegrennen. (Doe je)

Als we spelen dat we op weg zijn, zijn er tussendoor allerlei vragen. Weet-vragen, maar ook fantasie-vragen, waarbij je zelf iets moet bedenken.

Het verhaal speelt zich af in de lente, maar je kan het heel gemakkelijk aanpassen, natuurlijk, zodat je dit sprookje ook in een ander seizoen kan spelen

Lied en muziekpraatplaat over huisdieren: Aai… aai…

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG-ML

Het filmpje van deze muziekpraatplaat, is goed te gebruiken om een moment van ontspanning in te lassen.

Het filmpje en het liedje gaan over onze lieve huisdieren. Begin met het kijken naar de muziekpraatplaat. Welke dieren zie je? Heb je een huisdier? Hoe zorg je ervoor? Geef je het dier iets extra’s op dierendag? Hou je van dieren? Ben je bang voor bepaalde dieren?

De muziekpraatplaat over dieren….

Aai… aai…
Geen geluid.
Aai… aai…
Rust maar uit.
Ssst… ssst…
Geen lawaai,
als ik je aai…

Ingezongen versie
De karaoke versie

Maak een mooie tekening van je lievelingsdier!

Kuikentjes in de lente

OB

Deze muziek is bijna 150 jaar geleden gemaakt door meneer Modest Moessorgski. Hij woonde in Rusland en schreef prachtige muziek.

Modest ging naar een museum. Weet je wat dat is?

In het museum hingen de schilderijen van zijn vriend Viktor Hartmann.

Modest vond ze erg mooi. Hij maakte bij elk schilderij een muziekstuk en hij maakte ook nog een muziekje voor het wandelingetje dat hij tussen elk schilderij maakte.

Deze muziek maakte hij bij een schilderij van kuikentjes die uit het ei komen.

Wat vind je van de muziek? Kan jij horen dat het over kuikentjes gaat? Wat vind je van het schilderij?

Maak een tekening over kuikentjes en stuur hem naar ons toe! Wie weet, stellen we je gedicht wel tentoon in ons museum!

Miekes lammetje gab

Wie houdt er niet van een volksliedje? Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers g, a en b, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen! Volg de kleuren maar. Oefen eerst de langzame versie. Speel daarna de snelle versie met de muziek mee.

Dit is de korte versie zonder dat er meegespeeld wordt.
Deze versie kan je meespelen op de muziek. Hij gaat wel wat sneller.
  • g, a, b
  • We hebben dit liedje al twee keer eerder gespeeld. Eerst op e in c. Daarna op a, in f.
  • Nu transponeren we het liedje nog een keer. We beginnen op b, maar eindigen op g. De vingerzetting kan nog steeds hetzelfde blijven.
  • G is de belangrijkste toon. Daar klinkt het liedje echt “afgelopen”. Dat noem je de grondtoon.
  • Je zegt dan: dit liedje staat in g.

Papegaai!

OB-MB-BBS

In de musical “Naar Toen en Verweggistan”, die over Hoorn in de 17e eeuw en over de Halve Maen ging, had de kapitein van het schip een papegaai. Zo’n papegaai werd dan vaak op de schouder gedragen, maar zat (heel dieronvriendelijk) vaak wel aan een ketting. We hebben een lied over deze papegaai. Op één van de filmpjes kan je het dansje zien dat erbij hoorde.

Ingezongen met film van papegaaien
karaoke met papegaaien in beeld
Met een stukje toneel. Uit de voorstelling “Naar Toen en naar Verweggistan”. Dansje is te zien.

Iedereen wil een papegaai, van je lorre en koppie krauw.
Maar oh, la, la… hij praat je na. Je denkt: “Wat zeg ik nou?”
En als je denkt: “Nou let ik op, bij alles wat ik zeg!”
dan snavelt hij je woorden na en dan heb je vette pech!

Koppie krauw
Kontje blauw
Lekker zeg!
Vette pech…
Ahah…. Ahah… Ahah….

Iedereen wil een papegaai, van je lorre en koppie krauw.
Maar oh, la, la… hij praat je na. Je denkt: “Wat zeg ik nou?”
En als je denkt: “Nou let ik op, bij alles wat ik zeg!”
dan snavelt hij je woorden na en dan heb je vette pech!

************************************************************************

Dit lied is gezongen in de musical “Naar Toen en naar Verweggistan”. Die ging over een schoolklas die op een schoolreisje naar het schip de Halve Maen ging.

De leerlingen verdwaalden in de tijd en kwamen terecht in de tijd van de V.O.C.; de tijd dat Nederland heel grote schepen naar verre landen stuurde om peper, foelie en kaneel te halen.

In de musical maakten de kinderen op het schip kennis met de koopman Jacob Lemaire en zijn papegaai, Dodo. Jacob Lemaire heeft echt bestaan. Hij zocht een nieuwe manier om naar dat verre land te reizen. Of hij echt een papegaai had en of juffrouw Didi echt bestaan heeft, weten we niet.

Spring is here

BB

Even 5 minuten over? Luister dan eens naar een Engelstalig liedje uit de film “lost in the woods” (verdwaald in het woud) waarin de dieren vertellen dat de lente weer is gekomen.

Het is een Engelstalig liedje. De Engelse woorden staan onder het filmpje. Kan jij alles vertalen?

En kan je de namen van alle dieren in het filmpje ook in het Engels zeggen? Misschien kan je er een woordenboek bij pakken, om die op te zoeken!

Spring is here, spring is here.

Spring is here

What time is it?

I don’t know. I’ll check.

Oh… it’s spring.

Wake up.. everybody, it’s springtime.

Spring is here. 6 x

Spring is finally here.

With the snow and ice, no longer seen.

And the leaves are turning green.

That’s why it’s time to sing…

Spring is here. 6 x

Spring is finally here. 2 x

Op de boerderij

OB-MB-SO

Ben je wel eens op een boerderij geweest? Vast wel. Misschien wel op een kinderboerderij. Daar kunnen mensen naar dieren komen kijken en komen leren wat er op een boerderij gebeurt.

Ben je ook wel eens op een “echte” boerderij geweest? Was het een boerderij waar ze dingen verbouwden? Wat oogstten de mensen daar?

Of was het een boerderij waar dieren werden gehouden? Welke dieren waren dat dan? Waarom hielden de boeren juist díe dieren?

In de lente worden er veel jonge dieren geboren. Dat zie je natuurlijk ook op de boerderij. We hebben er een liedje over gemaakt.

Dit is de ingezongen versie van dit liedje
Dit is de karaokeversie van dit liedje

Op de boerderij, zijn alle dieren blij.

Hoera! Mama …… heeft een …… erbij.

Waar de stippeltjes staan kan je de naam van een dier zingen en de naam van het kind van dat dier. Bijvoorbeeld: schaap-lammetje.

Mieke

OB-MB-BB-SO-ML

Wie houdt er niet van een volksliedje?

Dit bekende traditionele lenteliedje kan meegespeeld worden met boomwhackers, of op toetsen. Leuk om dat voor Pasen te doen!

Volg de kleuren maar.

Oefen eerst de langzame versie.

Speel daarna de snelle versie met de muziek mee.

Dit is de korte versie zonder dat er meegespeeld wordt.
Deze versie kan je meespelen op de muziek. Hij gaat wel wat sneller.

Pinguïn

OB-MB

Lied

Lekker zingen en dansen! Een winterliedje van Kzing dat over dieren gaat: pinguïns. Er hoort ook een dansje bij. Wat is er nou fijner dan lekker bewegen op de muziek? 

Pinguïn

Als ik een pinguin op de Zuidpool was,
Dan droeg ik een wit hemdje en een zwarte jas.
Mijn mutsje was oranje wat me super stond.
Ik wiebelde en waggelde de Zuidpool rond.

Grijp je wiebel, je wiebel, je wiebelkans.
Doe de wiebel, wiebel, wiebel, wiebel, wiebel…..
Doe de wiebeldans…..

Als ik een pinguin op de Zuidpool was,
Dan droeg ik een wit hemdje en een zwarte jas.
Mijn mutsje was oranje wat me super stond.
Ik wiebelde en waggelde de Zuidpool rond.

De kleine Poolvos

OB-MB-BB-OBS-BBS

Dit liedje is gemaakt op verzoek van een leerling: Mila. Zij heeft bedacht dat dit lied over een Poolvos moest gaan en heeft ook de stukjes animatie gemaakt die je in het filmpje kan zien.

Het liedje gaat over een de Poolvos. Dat is een zoogdier dat in het gebied van de Noordpool woont. Onderaan de pagina kan je meer lezen over Poolvossen.

De ingezongen versie
De karaoke versie

Op de Noordpool, daar loopt een Poolvos.
In zijn witte jasje is hij bijna niet te zien.
Lekker warm en lekker zacht,
is zijn witte wintervacht.
Als je heel goed oplet,
dan zie je hem misschien…..

De Poolvos komt niet alleen voor Op de Noordpool, maar ook in Noord-Europa, Noord-Azië, Groenland, Ijsland en op de toendra’s van Noord-Amerika.

Het is een klein roofdiertje (ongeveer 30 cm hoog en tussen de 2 en 5 kilo) dat meestal wit van kleur is, waardoor hij niet opvalt in de sneeuw. In de zomer is zijn vacht wat grijzer. Hij heeft een kortere neus, een dikkere vacht en een rondere kop dan andere vossen. Er bestaan ook een kleiner aantal blauwvossen, die in de zomer grijsbruin zijn, maar in de winter wat blauwer worden.

De Poolvos leeft meestal in kleine groepjes. Poolvossen worden ongeveer 11 jaar oud. Er wordt veel op poolvossen gejaagd, omdat men hun bontvacht wil stelen. Eigenlijk is de jacht op poolvossen nu verboden.

Poolvossen trekken in de winter naar gebieden waar genoeg eten is. Ze zien niet op tegen een verre reis. Ze eten het liefste vogels, sneeuwhazen, lemmingen, woelmuizen en eieren. Maar ze eten ook wel wat planten. Als er niks anders is, eten ze zelfs wel eens de poep van rendieren. In de zomer verstoppen ze soms eten voor de winter. Ze zijn slimme jagers, want ze volgen soms ijsberen om een graantje mee te pikken van hun prooi.

Carnaval der dieren

OB-MB-BB-ML

Met carnaval en dierendag raden we je aan weer eens te luisteren naar het Carnaval der dieren.

We weten niet precies wanneer het feest Carnaval is ontstaan. Maar het is waarschijnlijk dat dit feest al gevierd werd voordat het door Christenen gevierd werd, voorafgaand aan Pasen. Het is waarschijnlijk altijd een feest geweest waarin door gekkigheid de boze geesten van de winter verdreven werden, zodat er ruimte kwam voor al het nieuwe leven in de lente.

Hier vind je een filmpje waar een orkest het Carnaval der dieren speelt. Je ziet er een filmpje bij. Dit muziekstuk gaat over verschillende dieren. (Alleen komen er nou net geen honden in voor…dus dat hoedje hadden jullie wel thuis kunnen laten, jongens!) Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Het carnaval der dieren.

Het muziekstuk is gecomponeerd door Camille Saint Saens. (1835-1921) Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw.

Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Pas in 1922 werd het stuk voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair. De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit. Daardoor is het een beetje “satirisch”…. een beetje “goedmoedig spottend”… zeg maar. Daarom past het ook goed bij Carnaval. dat is ook een soort “spotfeest” waarin dingen uitvergroot en gek worden gemaakt.

Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist.

De andere delen:

De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano.

Kippen en hanen.

Muilezels of snelle dieren. (heel snel)

Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.

Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.

Kangoeroes.

Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)

Personages met lange oren.

De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.

de volière. Je herkent meteen de vogeltjes.

Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.

Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.

De zwaan.

Finale

Rits, roets…

OB-MB-OBS

Dit is een herfstliedje van Kzing over een eekhoorntje dat nootjes zoekt. Zo legt het beestje in de herfst een voorraad aan, zodat het in de winter geen honger heeft.

Ingezongen versie
Karaoke versie

Rits roets door de takken,
zie je alle eekhoorns gaan.
Zoeken, zoeken, zoeken naar nootjes,
want de winter komt eraan.

Wind waait door het bos.
Regen op het mos.
Maar al is het fris,
kijk, hoe druk hij is.
Als je in de herfst niet je best doet,
heb je honger als het winter is.

Rits roets door de takken,
zie je alle eekhoorns gaan.
Zoeken, zoeken, zoeken naar nootjes,
want de winter komt eraan.

Rits roets door de takken,
zie je alle eekhoorns gaan.
Zoeken, zoeken, zoeken naar nootjes,
want de winter komt eraan.

Hier vind je een filmpje op You Tube, waarin je een eekhoorn in actie kan zien.

Verwerking

Iedere leerling krijgt aan het begin van de les een tekenblad en moet dat in tweeën vouwen.

Voordat het liedje gezongen wordt, kan je leerlingen vragen om te tekenen hoe zij denken dat een eekhoorn eruitziet.

Daarna bekijk je het filmpje van de eekhoorn en mogen de leerlingen het diertje opnieuw tekenen. Wat zijn de verschillen?

Er zijn allerlei boekjes over eekhoorns. Voor elke leeftijd is er wel iets te vinden. In de onderbouw kunnen leerkrachten bijvoorbeeld het boekje Twee vechtende eekhoorntjes voorlezen.

Oktober, dierenmaand

D

Oktober: Dierenmaand

Oktober noemen we bij Kzing de “Dierenmaand”, omdat het 4 oktober Dierendag is. Maar er gebeurt meer in oktober. Ook de “Herfstmaan” oftewel de “Bamismaan” valt in oktober, namelijk op 1 oktober. Meestal valt Kinderboekenweek ook in oktober. Bovendien is het op 11 oktober ook nog Wereldmeisjesdag.

Muziekgeschiedenis

In oktober luisteren we naar muziek uit de Barok en muziek uit de Rococo

Bamismaan 1 oktober

Dierendag 4 oktober

KInderboekenweek van 4 tot en met 15 oktober.

Onze tip: stel het verhaal centraal. Tegenwoordig wordt er minder gelezen. Hoewel lezen een belangrijke vaardigheid is, komt het verhaal ook op andere manieren bij ons. Via luisterboeken, films, theatervoorstelling enz. Om het lezen te stimuleren, kun je een deel van een goed leesbaar, spannend verhaal voorlezen en de groep uitnodigen om het verhaal zelf af te lezen.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Wereldmeisjesdag 11 oktober

[termposts name=”emancipatie”]


De zwaan

OB-MB-BB-ML

Het carnaval der dieren gaat over verschillende dieren. Het is een muziekstuk van Camille Saint Saens. (1835-1921)

Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw. Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Pas in 1922 werd het voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair.

Luister maar eens naar de zwaan. Dit wordt gespeeld door YoYoMa en hij wordt begeleid door de pianiste Kathryn Stott. Op welk instrument speelt Yo Yo Ma?

De zwaan

De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit.  Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist.

De zwaan is het 13e deel.

Waaraan kun je horen dat dit muziekstuk over een zwaan gaat? Welk instrument hoor je?

Dit stuk werd gebruikt voor ballet in het ballet “De Stervende zwaan”voor ballerina Anna Pavlova. Hiervan kun je historische opnames zien in het tweede YouTube fragment. De stervende zwaan is de meest gedanste balletsolo ooit.

Uitvoering stervende zwaan door Anna Pavlova. Begin met kijken op 0.59

Blijkbaar is de zwaan een dier dat je goed dansend kunt uitbeelden. Luister maar eens naar een fragment van de muziek van een andere componist uit de romantiek: Tsjaikovski: Het zwanenmeer. 

Pas de deux uit het Zwanenmeer van Tchaikovsky

Welke muziek spreekt je meer aan?

De andere delen van het Carnaval des Animaux:

De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano.

Kippen en hanen.

Muilezels of snelle dieren. (heel snel)

Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.

Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.

Kangoeroes.

Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)

Personages met lange oren.

De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.

de volière. Je herkent meteen de vogeltjes.

Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.

Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.

De zwaan.

Finale