Rococo 1720-1775

OB-MB-BB-ML

De Rococo is een stijlperiode in de beeldende kunst, de bouwkunst en de muziek die aan het einde van de Barok valt in Europa. Begin 18e eeuw. Daarom is er ook een beetje “overlapping”. Het was een stijl met heel veel versieringen, zoals krullen en goud. Ook de muziek is druk en versierd. Veel van de Rococomuziek is kamermuziek. Dat is muziek voor een klein gezelschap. Klavecimbelmuziek was ook erg in. Ook de eerste piano’s ontstonden in deze tijd.

De Barokperiode was nogal streng geweest. Aan het einde van die Barokperiode hadden de burgers behoefte aan een sierlijke, elegante, luchtige, grappige stijl. Opvallend zijn de krullen en schelpvormen en het gebruik van pastelkleuren.

Veel rijke mensen bestelden spullen in deze stijl. Sommige mensen vonden de stijl een beetje protserig en kitch. Alsof rijke mensen met hun spullen pronkten. Daarom noemden ze de stijl spottend: Rococo, van het woord Rocaille. Later ging iedereen dit woord gebruiken.

Er waren overdreven versierde paleizen in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Rusland. Ook de tuinen waren vaak heel erg elegant. De meubels, klokken, serviezen en de zilveren spullen uit die tijd zijn ook super versierd.

Domenico Scarlatti

Carl Philipp Emanuel Bach

Jean-Philippe Rameau.

Wolfgang Amadeus Mozart luisterde naar deze muziek. Maar met hem begon het classicisme.