Muziek voor Sinterklaas

OB-OBS-MB

OB-MB-OBS

Een liedje met maar één regel tekst, zodat er tijd en aandacht is om ondertussen uit te beelden op welke instrumenten we muziek voor Sinterklaas maken. Eerst kunnen we samen eens kijken welke instrumenten voorbij komen. 

trumenten voorbij komen.

Ik maak muziek. Ik maak muziek voor Sinterklaas.
Ik maak muziek. Ik maak muziek voor Sinterklaas!

Alsjeblieft, dankjewel

OB-MB-OSO-SG

Dit liedje gaat over alsjeblieft en dankjewel zeggen.

Wanneer je iemand iets geeft, zeg je alsjeblieft. Als je iets van iemand krijgt, zeg je dankjewel. Dat is een soort afspraak van mensen. Als je je aan die afspraak houdt, ben je beleefd. Mensen houden niet van onbeleefd gedrag bij andere mensen.

Je doet dit niet alleen als je een cadeautje krijgt, maar ook als je iemand iets aangeeft, of als je iets aanpakt van iemand.

De ingezongen versie
De karaoke versie

Alsjeblieft. Dankjewel. Als iemand iets geeft.
Alsjeblieft. Dankjewel. Want dat is beleefd.

We gaan toneelspelen dat we een cadeautje krijgen. Eén iemand speelt dat hij een cadeautje in handen heeft, of een kopje thee. Die persoon geeft het en zegt “Alsjeblieft.” De persoon die het ontvangt neemt het aan en zegt: “Dank je wel!” Dan wisselen we de rollen om.

Je kan dit natuurlijk ook in een grote kring doen. Pak een nep cadeautje in en geef het door, terwijl je alsjeblieft en dankjewel zegt.

Sinterklaas klassiek 1

MB-BB-ML

Het is weer bijna St. Nicolaas. Dan zingen we alle bekende Sinterklaasliedjes weer. Soms wordt de tekst wat aangepast, omdat de woorden wel héél ouderwets zijn.

De melodietjes van deze Sinterklaasliedjes zijn niet altijd speciaal bedacht voor die woorden. Vaak zijn er woorden gemaakt op muziek van klassieke componisten.

De woorden van “Daar wordt aan de deur geklopt” zijn geschreven op de melodie van het liedje “O du lieber Augustin”. De woorden van dat liedje werden al in de 17e eeuw in Oostenrijk geschreven.

Augustin was een meneer die zingend en doedelzakspelend langs de herbergen van de Wenen ging om daar zijn brood mee te verdienen. Hij viel op een avond dronken in slaap in de goot

.

Omdat in die tijd de pest heerste, liepen er mensen door de stad die de dode lichamen ophaalden. Ze dachten dat Augustin dood was en gooiden hem met doedelzak en al in een graf. Toen hij wakker werd, kon hij niet uit het graf klimmen. Hij ging toen op zijn doedelzak spelen. Toen mensen hem hoorden, redden ze hem. Gelukkig kreeg hij niet zelf de pest. Hij werd een symbool van hoop.

De componist Johann Nepomuk Hummel maakte op dit volksliedje allerlei variaties.

De componist Johann Nepomuk Hummel maakte op dit volksliedje allerlei variaties. Die kun je hierboven beluisteren.

Hiernaast hoor je hoe wij het liedje vandaag de dag zingen en misschien wel dansen.

Sinterklaas klassiek 2

OB-MB-BB-ML

Het is weer bijna St. Nicolaas. Dan zingen we alle bekende Sinterklaasliedjes weer. Soms wordt de tekst wat aangepast, omdat de woorden wel héél ouderwets zijn.

De melodietjes van deze Sinterklaasliedjes zijn niet altijd speciaal bedacht voor die woorden. Vaak zijn er woorden gemaakt op muziek van klassieke componisten.

De Duitse componist Schumann (1810-1856) leefde in de 19e eeuw. Hij maakte muziek die toen in was. Die periode in de klassieke muziek heet “De Romantiek”

Schumann schreef mooie pianomuziek, ook speciaal voor kinderen. Hij heeft er een boek vol van geschreven. Eén van zijn nummers heet De vrolijke landman. Het gaat over een vrolijke boer die op het land werkt.

Wij gebruiken zijn melodie voor een Sinterklaasliedje. Luister maar eens. Weet je welk liedje het is? De oplossing staat in het filmpje ernaast of in het filmpje hieronder.

Hij komt, hij komt, gezongen door Monique Smit

Er zijn ook klassieke componisten geweest die speciaal voor het Sinterklaasfeest muziek componeerden. De Oostenrijkse componist Haydn schreef de Missa Sancti Nicolai en de Engelse componist Benjamin Britten schreef in 1948 de Sint Nicolaas cantate. Als je er interesse in hebt, kun je die muziek opzoeken op You Tube.

Dat gaat niet…

MB-BB

Weet jij al wat je vraagt aan Sinterklaas? Of vieren ze bij jou thuis een ander feest? Dit is een Sinterklaasliedje over dingen die je graag op je lijstje zou willen zetten, als Sinterklaas het kon geven.Bijvoorbeeld dat je niet gepest wordt, of dat je oma weer beter wordt.

Maak een lijstje voor Sinterklaas met “immateriële” wensen. Dat betekent, wensen die geen “dingen”, geen “voorwerpen” zijn… Welke wens zou jij op je lijstje zetten als Sinterklaas alles kon geven?

Weet je wat ik dit jaar aan Sint zou willen vragen,
wat ik zou willen vragen, Sinterklaas…
dat ik wat vrienden krijg, niet langer meer gepest word,
dat zal zeker niet lukken? Ach, helaas…

Maar, dat gaat niet, dat gaat niet, dat gaat niet.
Dat zijn zo van die dingen die je niet vragen kunt aan de Sint.
Als hij er iets aan kon doen, kreeg jij het wel in je schoen,
maar dat gaat niet, dat gaat niet, dat gaat niet.

Weet je wat ik dit jaar aan Sint zou willen vragen?
Dat alle mensen aardig zouden zijn.
Ik hoef echt geen cadeautjes, geen taai of marsepein,
wanneer er maar veel meer vriendelijkheid zou zijn..

Maar… dat gaat niet…

Weet je wat ik dit jaar aan Sint zou willen vragen,
wat ik het liefst zou krijgen van de Sint?
Dat niemand op de wereld, nog ruzie maken zou;
ik wil vrede voor echt ieder, ieder kind.

Maar… dat gaat niet…

Hieronder staat de karaoke versie

De traditie van het rijmpje

BB-ML-BBS

In Nederland is het een traditie om elkaar op 5 december, de sterfdag van de heilige Nicolaas, cadeautjes te geven. Daar hoort ook een klein gedichtje bij. We noemen dat Sinterklaasgedichtje ook wel “een rijmpje”. Het woord “rijmpje” zegt al veel. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden aan het einde van de zin.

Er wordt ook een verkleinwoord (rijmpje) gebruikt, om aan te geven dat het geen heel belangrijk gedicht is. Het is geen zware poëzie. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje.

Het rijmpje wordt vaak geschreven vanuit Sint of Piet. En het vertelt iets grappigs over de persoon die het pakje krijgt. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar jouw lijstje maakt hem bang,
Geloof de Sint, die is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Schrap de helft van wat jij vroeg.
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Er zijn in het Nederlands een aantal bekende zinnetjes die je op weg kunnen helpen bij het maken van een rijm voor bij je cadeautje:

Sint zat te denken,

wat hij ….. zou schenken

of:

Sint is benieuwd wat je er van vindt.

Lieve groetjes van de Sint.

Als je er helemaal niet uitkomt, kan je er altijd nog een rijmwoordenboek bij pakken, of rijmwoorden opzoeken op je computer.

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Als je meer wil weten over gedichten kan je de les over poëzie bekijken!

Wat is poëzie?

BB-ML

Wat is poëzie?

In alle culturen doen mensen aan poëzie. Poëzie is een vorm in de kunst waarbij mensen gedichten maken. Dichtkunst dus. Laten we eens een voorbeeld geven van een gedicht.

Het bekendste gedicht van Nederland is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen. Dit gedicht is “doorgecomponeerd”.  Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat. Er is wel sprake van volrijm. Als je naar de woorden kijkt, zie je dat sommige woorden vroeger anders werden geschreven. Breede, in plaats van brede. Hooge, in plaats van hoge. Grootsch, in plaats van groots. 

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

We hebben nu een gedicht gelezen… maar…wat is nou eigenlijk een gedicht?

Een gedicht is een tekst waarbij de maker, de dichter, goed nadenkt over de manier waarop de woorden neergezet worden. Dat noem je de vorm van een gedicht. Verderop geven we wat voorbeelden van bepaalde vormen. Gedichten kunnen overal over gaan. Een gedicht kan lang en kort zijn. Een gedicht hoeft niet perse te rijmen, maar het mag wel.

Als je een gedicht leest, is het handig om op bepaalde dingen te letten:

  • Is het gedicht kort of lang?
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Zijn het gewone woorden?
  • Zitten er evenveel lettergrepen in elke regel?
  • Speelt de dichter met de taal, of is het gewone taal?
  • Maakt de dichter een vergelijk tussen twee dingen? (Metaforen, of vergelijkingen.)
  • Is er rijm of niet?
  • Als er rijm is, welke regels rijmen dan op elkaar?
  • Rijmen de woorden echt goed op elkaar, of is er alleen maar klankrijm? (dat de klinkers hetzelfde zijn.)
  • Wat is de vorm van het gedicht? Hoeveel regels zijn het, waar rijmt het etc.
  • Zijn er coupletten? Of is het één gedicht.
  • Gebruikt de dichter voor opgeschreven gedichten een speciaal lettertype? Of speelt hij met de manier waarop het gedicht is opgeschreven?

Gedichten hebben een vorm

De vorm van een gedicht heeft te maken met het rijmschema. Hoeveel regels zijn er altijd? Zijn er regels die moeten rijmen? Voorbeelden van dichtvormen:

Limerick

Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Elfje

Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

Opdracht: schrijf zelf een elfje

  • De eerste dichtregel gebruik je één woord
  • De tweede regel: twee woorden
  • De derde regel: drie woorden
  • De vierde regel: vier woorden
  • De vijfde regel: één woord dat het gedicht samenvat

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googelt wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

  • Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen
  • Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk
  • Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen
  • Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter
  • Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan
  • Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Gedichten zijn niet allemaal hetzelfde

Gedichten zijn dus niet allemaal hetzelfde. Ze hebben bijvoorbeeld niet allemaal hetzelfde aantal regels. De dichters gaan ook niet allemaal hetzelfde om met rijm. De dichters gaan anders om met het metrum (het gebruik van de lettergrepen, de cadans.) Sommige gedichten rijmen, maar veel ook niet.

Een rijmpje (bijvoorbeeld voor bij een Sinterklaascadeautje)

Een rijmpje is een klein gedichtje dat rijmt. Het woord rijmpje is een verkleinwoord. Dat geeft al aan dat een rijmpje een niet zo heel erg belangrijk gedicht is. Denk maar aan Sinterklaasrijmpjes. Het is een Nederlandse traditie om elkaar op Sinterklaasavond een cadeau te geven met een rijmpje erbij. Het woord “rijmpje” zegt het al. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar de Sint is best wel bang,
Want jouw lijstje is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Wil jij alles wat je vroeg?
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Flamenco

OB-MB-BB-ML

Spanje is een land waar niet alleen Sinterklaas, maar ook veel prachtige muziek vandaan komt. Luister en kijk maar eens naar het filmpje dat je onder het linkje vindt. Het zijn verschillende voorbeelden van Flamenco muziek. Je kan het hele filmpje bekijken, of er doorheen scrollen.

Als je in groep 1.2. 3 of 4 zit, hoef je heus niet het hele filmpje af te kijken en het verhaal dat hieronder staat, is dan nog wat moeilijk. Maar even naar de muziek luisteren, is altijd interessant. Wat vind je ervan? Hogere groepen van de basisschool vinden het misschien leuk om iets over deze muziekstijl te leren.

In het zuiden van Spanje, bijvoorbeeld in Andalusië, is prachtige volksmuziek te horen: de Flamenco. (Raak maar niet in de war met het woord voor die roze vogels: flamingo).

Ook in andere gebieden is de Flamenco populair geworden. Flamenco is het belangrijkste culturele exportproduct van Spanje. Dus andere landen kennen vooral deze muziek als Spaanse muziek. In 2010 werd het zelfs op de lijst van het wereld erfgoed geplaatst!

We weten niet hoe oud Flamenco is. In de 19e eeuw vond men het wel heel hip. Vaak denken mensen dat het muziek is van de Roma. Vroeger noemde men deze mensen “zigeuners”, maar dat vinden de mensen van de Roma zelf een naar woord, dus dat doen we niet meer.

Sommige volksmuziek is niet echt hip, maar Flamenco is altijd blijven bestaan en heeft zich steeds ontwikkeld. Net zoals alle volksmuziek wordt het vooral doorgegeven via de overlevering en niet via het notenschrift. Ouders leren het hun kinderen. De kinderen verzinnen er weer iets bij. Zo blijft het modern. De muziekstijl is springlevend.

Er is dus ook moderne Flamenco muziek. Luister maar eens naar het tweede linkje… Het heeft iets pop-achtigs.

De Flamenco muziek bestaat eigenlijk uit zang (de Cante Flamenco). Die klinkt een beetje Arabisch. Dat hoor je ook in de muziek bij het tweede linkje. Je hoort allerlei versieringen. Dat is logisch, omdat de Moorse cultuur lang in Spanje aanwezig was. De liederen zijn vaak klaagliederen en protestliederen. Het gaat vaak over armoede, ziekte, het verliezen van liefde en andere droevige onderwerpen.

De zang wordt meestal begeleid door ritmische, kloppende geluiden. Die maakt men door bijvoorbeeld op de tafel te kloppen, door op de grond te tikken met een stok, door in de vingers te knippen, met de handen boven het hoofd te klappen (dat heet palmas) en soms gebruikt men castagnetten. Het is een twaalftelsritme.

Maar er kunnen ook andere instrumenten bij worden gebruikt. De gitaar komt het meeste voor. Er zijn natuurlijk ook prachtige Spaanse gitaren.

Er is niet alleen muziek te horen… vaak kan je ook kijken naar de baile flamenco. Dat is een dansstijl die heel gracieus is. Er worden ingewikkelde handbewegingen en voetenbewegingen bij gemaakt.

Sinterklaas, heeft u..

OB-MB-MBS-BBS

Een Sinterklaasliedje dat gaat over dankbaar zijn voor wat je krijgt. Heb je een lijstje gemaakt? Wat staat daar op? Denk je dat je het allemaal krijgt? Wat gebeurt er als je je hartewens niet krijgt? Ben je dan boos op Sinterklaas of blij met wat je wél hebt gekregen.

Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben niet hebberig.
Ik ben niet hebberig.
Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben met alle dingen blij.

Is het groen?
Is het geel?
Is het weinig?
Is het veel?

Is het blauw?
Is het rood?
Is het klein of is het groot?

Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben niet hebberig.
Ik ben niet hebberig.
Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben met alle dingen blij.

Dank u wel, Sinterklaas !

BB-ML

Dit is een snel en best lastig lied. Niet alleen om te zingen, maar ook om te doen waar het over gaat: dankbaar zijn met wat je krijgt. Ken je de uitdrukking: “Een gegeven paard mag men niet in de bek kijken?” Weet je wat daar mee bedoeld wordt? Ben jij van nature een dankbaar persoon? Of moet je wel altijd een beetje je best doen om op te letten dat je niet ondankbaar reageert als een cadeautje niet precies is wat jij had gehoopt?

Ik krijg een cadeau van Sinterklaas.
Het is een heel klein pakje. ‘k Ben benieuwd wat het zal zijn.
Meestal is de Sint ontzettend gul…en de beste pakjes die zijn klein!

Rits, rats…Het papier eraf.
Dat kan ik echt heel snel.
Het is een mooie…

Pepernoot???????????

Pepernoot!

Nou , dank u wel! Dank u wel! En ik glimlach beleefd.
Echt precies wat ik wou hebben, Dat u dát nou aan mij geeft!

Ik krijg een cadeau van Sinterklaas.
Het is een heel groot pak. Dit is beslist geen pepernoot!
Nee, dit is een giga goed geschenk… …en de beste pakjes die zijn groot!

Rits, rats, het papier eraf.
Dat kan ik echt heel snel.
Het is een nieuwe

Winterjas?????

Winterjas !!!!!!!!!!!

Nou , dank u wel, dank u wel. En ik glimlach beleefd.
Echt precies wat ik wou hebben, dat u dát nou aan mij geeft.

Nou , dank u wel, dank u wel, jok ik tegen de Sint.
Echt geen mens zal aan mij merken, wat ik van dit pakje vind!