Lentestemmen

OB-MB-BB -ML

We gaan luisteren naar een lentemuziekje dat gemaakt is door Johann Strauss de 2e. (Zijn vader was namelijk Johann Strauss de 1e). Luister naar de drie verschillende versies en kies welke jou het meeste aanspreekt.

Bij de lente hoort een sprookjesachtig lentemuziekje! Dat vond Johann Strauss junior ook al. Johann leefde heel lang geleden, in de 19e eeuw. Zeg maar de tijd van de opa van je opa. Hij leefde in Oostenrijk.

Daarom schreef hij in 1882 “Frühlingsstimmen.” Dat betekent: stemmen van de lente. Hij wilde laten horen hoe fijn alles weer voelde, als de lente terug kwam.

Welke uitvoering vind je het mooiste?

Als je het mooie muziek vindt, kun je er dan een tekening bij maken. Als je hem naar ons toestuurt, hangen we hem misschien wel in het Kzing museum. Kun jij een tekening maken bij deze muziek van Johann Strauss?

De tekst voor de solo was van Richard Genée. Hier lees je wat er ongeveer in het eerste couplet gezongen werd..

De leeuwerik zweeft in de blauwe lucht.
Het zachte windje waait mild en zijn lieve adem kust het veld.
Lente in al haar pracht wordt verwacht.
Ach… alle narde dingen zijn voorbij.
Zorgen worden milder.
Goede verwachtingen.
Het geloof in geluk keert terug.
Zonneschijn, je verwarmt ons.
Ach.. alles lacht… o, o, wordt wakker!
Dit gevoel willen wij nu ook wel weer hebben.

Johann Strauss II (1825- 1899) was een Oostenrijks violist en componist. Zijn vader, die zelf ook componist was, wilde eigenlijk niet dat hij musicus zou worden. Daarom ging hij stiekem op les. Zijn broers componeerden ook. Maar “Schani” was de beste van hen allemaal.

Bij de première was het lentestuk geen succes, maar uiteindelijk werd de wals heel beroemd. Later voegde hij er ook een solo-stem aan toe, voor de beroemde zangeres Bianca Bianchi.Soms gebruiken ze het stuk wel eens als een tussendoor-aria in de operette Die Fledermaus .

Johann kon zo goed walsen componeren, dat hij de bijnaam “De Koning van de wals” kreeg. Heb je wel eens gehoord van de Weense wals? Dat is een muziekstuk in driekwartsmaat. Dat betekent dat je steeds telt: 1,2,3, 1,2,3,1,2,3, enz.

Het is een dans voor orkest die in zijn tijd veel gedanst werd in grote danszalen in Wenen. Johann leefde ook in Wenen. Daar werden soms bals gehouden, waar prachtig geklede dames en heren bij elkaar kwamen om samen te dansen.

Stel je het verhaal van Assepoester er maar bij voor. Dames in mooie wijde jurken, mannen strak in het pak. Ze buigen en knikken en zwieren over de dansvloer. Natuurlijk dansen ze vaak een wals. Bekijk het filmpje maar eens.

Johann kon zo goed walsen componeren dat hij ervoor zorgde dat walsen niet alleen maar te horen waren in danszalen op bals, maar ook in concertzalen.

Beroemde componisten zoals Brahms bewonderden Johann.