4. Ritmes: 1, 2, 4 tellen

Speel deze ritmes. Je kan ze klappen, op trommels spelen, op de tafel tikken, stampen, blazen, op één toets van een toetseninstrument spelen of je kan er een bodypercussie van maken. Bij ritme gaat het niet om hoger en lager, maar alleen om korter of langer.

De ritmes zijn opgebouwd uit 1, 2 en 4 tellen. Je hebt klanken van 1, 2 en 4 tellen.

  • Kies een instrument waarop je een ritme kan spelen, of klap de ritmes.
  • Je kan er ook een bodypercussie van maken. Dan maak je de klanken op je eigen lijf, bijvoorbeeld: stampen, met je vingers knippen, plopgeluidjes maken etc.
  • Speel deze ritmes een samen met een klasgenoot. Kies allebei een ander instrument, of kies een andere toets op jullie toetseninstrument.
  • Je kan de ritmes ook om de beurt spelen. Als je met een hele groep werkt, kan de groep in tweeën gedeeld worden.
  • Je kan ook verschillende ritmes door elkaar heen spelen.e kan ook met je voeten het ene ritme stampen (bijvoorbeeld 4 x 1 tel) en dan met je handen een ander ritme klappen. Dit is best moeilijk.