Clowns

OB-MB-OSO

Op deze pagina vind je een liedje over clowns. Er is een makkelijke en een moeilijke versie. Ook vind je hier filmpjes waar je naar clowns kan kijken, een bewegingstussendoortje en een acteeropdracht over clowns.

Dit is een eenvoudigere versie. Hier wordt alleen het couplet twee keer gezongen, met het muziekje waarop kinderen kunnen doen alsof ze clown zijn ertussen.

De eenvoudige versie

De eenvoudige versie couplet-uitbeeldmuziekje-couplet
De karaoke versie van het eenvoudigere lied

‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi, ‘k Hou van ho-ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show.

Moeilijkere versie:

Het ingezongen lied, uitgebreide versie
UItgebreide karaoke versie

Het uitgebreide liedje dat hierboven staat, heeft een refrein en een couplet. Tussendoor hoor je een muziekje. Daar kunnen de leerlingen uitbeelden wat clowns doen.

‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi, ‘k Hou van ho-ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show.
Lachen is gezond. Lachen maakt je blij.
Lach maar om mijn grapjes en doe maar vrolijk mee met mij…..
‘k Hou van hi-hi-hi-hi-hi. ‘k Hou van ho-ho-ho-ho,
want een clown die laat je lachen en steelt de show!

Bewegingstussendoortje van cooking class over clowns

Een bewegingstussendoortje van Cooking Class

Over clowns

We gaan het hebben over clowns. Zijn er alleen maar vrolijke clowns? Waar vind je clowns? Wat zijn Cliniclowns? Ben je wel eens in het circus geweest? En heb je daar ook clowns gezien? Wat waren dat voor clowns en wat deden ze?

Kijk maar eens naar dit filmpje van clowns. Let op: de acts met de ballonnen moet je nooit thuis doen, want als je zoiets over je hoofd doet, krijg je geen lucht! Dit zijn natuurlijk speciale ballonnen.

Clowns zijn artiesten die mensen vaak aan het lachen willen maken. Dat doen ze door dingen “groter” te spelen. “Groter spelen” wil zeggen: overdrijven.

Clowns doen dan bijvoorbeeld of ze héél erg schrikken van een knal. Ze vallen om, of doen hun ogen héél wijd open. Of ze doen alsof ze ontzettend dom zijn en de simpelste dingen niet snappen.

Mensen vinden dat vaak grappig om naar te kijken. Zo wekken clowns lachlust op. Lachlust betekent “zin om te lachen”. Lachlust kan je opwekken. Daar komt het woord “lachwekkend” vandaan.

Bij een clown denk je vaak aan iemand in een te grote broek, met veel kleuren, raar haar en heel veel kleurige schmink. Maar clowns kunnen er ook héél anders uitzien.

Een heel beroemde clown van eind 19e begin 20e eeuw, was Charlie Chaplin.

Sommige mensen zijn dol op clowns, maar er zijn ook mensen die er bang voor zijn.

Charlie Chaplin was een bijzondere clown. Hij had bijvoorbeeld wel grote schoenen, maar verder geen schmink. Toch vertoonde hij clownsgedrag en moesten mensen erg om hem lachen. Hij speelde een soort zielig mannetje, waarin iedereen zich wel herkende.

Ook Stan Laurel en Oliver Hardy (ze worden ook wel de dikke en de dunne genoemd) waren een soort clowns. In het filmpje kun je zien dat ze groot acteren.

Pas na 1927 werd het mogelijk om geluid bij film te laten horen. De films van voor die tijd waren “stomme” films. Ze bedoelen niet dat ze niet leuk waren, maar dat er niet gepraat werd. In die tijd werd natuurlijk veel mime gebruikt. Dat is toneelspelen door mimiek, grote gebaren en lichaamstaal. Dat ziet er al gauw clownesk uit.

Soms waren er films waarin lichamelijke acties heel belangrijk waren, zoals vechtpartijen, achtervolgingsscènes, valpartijen, rare gezichten trekken en dergelijke. De ene na de andere grappige situatie komt voorbij. Denk maar eens aan mensen die over een bananenschil uitglijden, of die met taarten gooien, of mensen die ladders dragen, die omdraaien en tegen iemands hoofd stoten. Dat soort films noem je slapstick. Het woord komt van een houten ritme instrument. Als je het gebruikt klinkt er een enorme klap, zonder dat er veel kracht voor nodig is.

Ook vandaag de dag zijn er nog artiesten die clownerie gebruiken. Denk bijvoorbeeld eens aan Mr. Bean. Dat is een personage uit een strip, die meesterlijk op de planken is gebracht door Rowan Atkinson. Let maar eens op dat ook hier nauwelijks gesproken wordt.

Oefening 1: teacher in role

Als je als een clown wil kunnen acteren (toneelspelen), moet je een goede mimiek (gebruik van je gezichtsuitdrukkingen) hebben en duidelijke lichaamstaal kunnen spreken. Je moet dus overdrijven. Wij gaan ook eens proberen om “groot” te spelen. Daarom gaan we even met ons lijf en gezicht oefenen:

  1. We draaien ons hoofd van links naar rechts en doen net alsof we aan die kant iets heel raars zien.
  2. We doen ons hoofd omhoog alsof we een vogel zien vliegen en daarna omlaag omdat er een hoopje poep op de stoep ligt.
  3. We bewegen onze heupen van links naar rechts en dan andersom, om ze los te maken
  4. We gaan buikdansen. Daarna gaan we buikdansen met onze handen in de lucht
  5. We trekken onze knieën om de beurt héél hoog op
  6. We gaan door de ruimte lopen met stappen waarbij we onze knieën heel hoog optrekken
  7. We gaan in slow motion door de ruimte lopen
  8. We gaan juist met piepkleine pasjes door de ruimte lopen
  9. We gaan overdreven door de ruimte lopen, alsof er een grote hond achter ons aan zit. We grijpen met onze handen naar onze broek, terwijl we “au, au, au” roepen.
  10. We komen op onze plaats staan en we gebruiken onze handen om een gekke bek te trekken
  11. We trekken een gekke bek zonder onze handen te gebruiken
  12. We gaan door de ruimte lopen en tegelijkertijd gekke bekken trekken
  13. We doen alsof er een emmer water omvalt. Het water gaat over ons hoofd heen. We schrikken heel overdreven en gaan dan overdreven huilen
  14. Wie kan er nog meer clowns scenario’s bedenken? Een scenario is een soort script. Een voorschrift van wat je gaat spelen.

Oefening 2: Speel en maak het grappig:

Je kan de volgende opdracht als een mime-opdracht doen. Dan mag je er niet bij praten en alleen gebaren maken. Je kan ook afspreken dat je er wél geluid bij mag maken.

  1. Je heet Bozo en je bent een clown die heel vlug, héél boos wordt. Je loopt met grote clownsstappen. Plotseling pikt iemand je clownshoed van je af. Hoe reageer je als Bozo, de boze clown?
  2. Je heet Pipo en je bent een heel blije clown. Je loopt met grote, blije clownsstappen. Dan zie je een héél mooi meisje. Hoe doet Pipo? Pipo tovert een bloem tevoorschijn en maakt een mooie buiging voor het meisje.
  3. Je heet Neppie en je bent een clown die altijd pech heeft. Je loopt met grote, voorzichtige clownsstappen door de ruimte. Plotseling valt er een emmer water over je hoofd. Hoe reageer je als Neppie, de clown die een pechvogel is?

Verzin zelf je verhaal, samen met iemand:

  1. Verzin eerst zelf wat voor clown je bent. Ben je een vrolijke, blije clown, of een clown die altijd pech heeft? Of een heel grappig boze clown?
  2. Wat is je clownsnaam?
  3. Hoe zie je eruit?
  4. Waar werk je? Ben je een cliniclown? Of ben je een circusclown? Of treed je op op partijtjes?
  5. Je komt de andere clown tegen. Verzin een grappige ontmoeting.
  6. Wat gebeurt er dan? Maak je verhaaltje grappig.

Wat vind jij van clowns?

Zou jij een clown willen zijn en als je dat wil, zou je het kúnnen zijn?

Bestaan er clownsscholen?

Taratata!

BB

Op deze pagina vind je filmpjes, een lied en acteeropdrachten over clowns. Het gaat niet alleen over “ouderwetse” clowns, maar ook over moderne clowns.

Ingezongen versie, met spel van kinderen
De karaoke versie van het liedje
Ingezongen, met plaatjes van allerlei clowns

Taratata…. daar komen de clowns.

met hun bretels, want ja, hun broek is reuze…;

vallen op hun rode neuzen,

maken je aan ’t lachen, ook al voel je je soms down.

Iedereen is… diep van binnen een clown.

Hang gewoon de clown uit; kom, je moet er echt voor gaan.                                

Leven doe je, met een lach en een traan.       

Taratata…. daar komen de clowns.

Onder dat pak en al dat serieuze

zijn het blunderende kneuzen.

Niemand is perfect en iedereen gaat wel eens down.

Iedereen is diep van binnen een clown.

Iedereen die struikelt wel eens, stoot wel eens z’n hoofd.

Als je zegt; “Nou, ik dus niet!” ,denk jij dan dat één mens je g’looft?

Hang gewoon de clown uit, Kom je moet er echt voor gaan.

Leven doe je, met een lach en een traan. 

Hang gewoon de clown uit, kom je moet er echt voor gaan.         

Leven doe je… met een lach en een…

Leven doe je… met een lach en een..                    

Leven doe je… met een lach en een traan!

Clowns zijn artiesten die mensen vaak aan het lachen willen maken. Dat doen ze door dingen “groter” te spelen. “Groter spelen” wil zeggen: overdrijven. Dat vinden mensen komisch. Die mensen hebben dan een bepaald gevoel voor humor.

Kijk nog eens hoe de kinderen in het filmpje spelen dat ze clowns uit het circus zijn. Kan je het verhaal straks navertellen? Kan je het ook na-spelen?

Hou jij van dat soort humor? Kijk maar eens naar dit filmpje van clowns. Let op: de acts met de ballonnen moet je nooit thuis doen, want als je zoiets over je hoofd doet, krijg je geen lucht! Dit zijn natuurlijk speciale ballonnen.

Acteren

We gaan het hebben over clowns. Wat zijn clowns eigenlijk? Zijn er alleen maar vrolijke clowns? Waar vind je clowns? Wat zijn Cliniclowns?

Ben je wel eens in het circus geweest? Of heb jij wel eens op een andere plek clowns gezien? Wat waren dat voor clowns en wat deden ze?

Clowns acteren vaak een bepaald gevoel. Dat overdrijven ze vaak. Ze doen dan bijvoorbeeld of ze héél erg schrikken van een knal. Ze vallen om, of doen hun ogen héél wijd open. Of ze doen alsof ze ontzettend dom zijn en de simpelste dingen niet snappen.

Veel mensen vinden dat vaak grappig om naar te kijken. Zo wekken clowns lachlust op, oftewel: zin om te lachen. Daar komt het woord “lachwekkend” vandaan.

Sommige mensen zijn dol op clowns, maar er zijn ook mensen die er bang voor zijn. Waarom zouden sommige mensen bang zijn van clowns?

Bij een clown denk je vaak aan iemand in een te grote broek, met veel kleuren, raar haar en heel veel kleurige schmink, maar clowns kunnen er ook héél anders uitzien. Denk maar eens aan Stan Laurel en Oliver Hardy, ook wel bekend als “De dikke en de dunne”.

Ook Stan Laurel en Oliver Hardy (ze worden ook wel de dikke en de dunne genoemd) waren een soort clowns. In het filmpje kun je zien dat ze groot acteren. Kijk maar eens.

Een andere grote “clown” was Charlie Chaplin.

Charlie Chaplin was een bijzondere clown. Hij had bijvoorbeeld wel grote schoenen, maar verder geen schmink. Toch vertoonde hij clownsgedrag en moesten mensen erg om hem lachen. Hij speelde een soort zielig mannetje, waarin iedereen zich wel herkende.

Deze mensen waren al artiest in de tijd van de stomme film. Pas na 1927 werd het mogelijk om geluid bij film te laten horen. De films van voor die tijd waren “stomme” films. Ze bedoelen dus niet dat die films niet leuk waren, maar dat er niet in gepraat werd.

Waarom zou clownerie in die tijd zo belangrijk zijn?

Als je niet je stem kan gebruiken om situaties uit te leggen, moet je lichaamstaal en mimiek gebruiken. Dus in de tijd van de stomme film deden artiesten dat. Dat ziet er al gauw clownesk uit.

Soms maakten ze films waarin lichamelijke acties heel belangrijk waren, zoals vechtpartijen, achtervolgingsscènes, valpartijen, uitglijden over bananen, taarten gooien, rare gezichten trekken, tegen ladders aanlopen, in gaten vallen, en dergelijke. De ene na de andere grappige situatie komt voorbij. Dat soort films noem je slapstick. Het woord komt van een houten ritme instrument. Als je het gebruikt klinkt er een enorme klap, zonder dat er veel kracht voor nodig is.

Ook vandaag de dag zijn er nog artiesten die clownerie gebruiken. Denk bijvoorbeeld eens aan Mr. Bean. Dat is een personage uit een strip, die meesterlijk op de planken is gebracht door Rowan Atkinson. Let maar eens op dat ook hier nauwelijks gesproken wordt.

Oefening 1

Als je heel clownesk en overdreven wil kunnen acteren (toneelspelen), moet je een goede mimiek (gebruik van je gezichtsuitdrukkingen) hebben en duidelijke lichaamstaal kunnen spreken. Wij gaan ook eens proberen om “groot” te spelen. Daarom gaan we even met ons lijf en gezicht oefenen:

  1. We draaien ons hoofd van links naar rechts en doen net alsof we aan die kant iets heel raars zien.
  2. We doen ons hoofd omhoog alsof we een vogel zien vliegen en daarna omlaag omdat er een hoopje poep op de stoep ligt.
  3. We bewegen onze heupen van links naar rechts en dan andersom, om ze los te maken
  4. We gaan buikdansen. Daarna gaan we buikdansen met onze handen in de lucht
  5. We trekken onze knieën om de beurt héél hoog op
  6. We gaan door de ruimte lopen met stappen waarbij we onze knieën heel hoog optrekken
  7. We gaan in slow motion door de ruimte lopen
  8. We gaan juist met piepkleine pasjes door de ruimte lopen
  9. We gaan overdreven door de ruimte lopen, alsof er een grote hond achter ons aan zit. We grijpen met onze handen naar onze broek, terwijl we “au, au, au” roepen.
  10. We komen op onze plaats staan en we gebruiken onze handen om een gekke bek te trekken
  11. We trekken een gekke bek zonder onze handen te gebruiken
  12. We gaan door de ruimte lopen en tegelijkertijd gekke bekken trekken
  13. We doen alsof er een emmer water omvalt. Het water gaat over ons hoofd heen. We schrikken heel overdreven en gaan dan overdreven huilen
  14. Wie kan er nog meer clowns scenario’s bedenken? Een scenario is een soort script. Een voorschrift van wat je gaat spelen.

Oefening 2: Scène verzinnen

Misschien kun je met een paar kinderen samen een grappige scène bedenken. Je gaat die scène uitwerken. Tijdens de scène mag je niet praten. We gebruiken mime. Je mag er slapstick in gebruiken. Bedenk: je scenario moet een begin, een midden en een eind hebben. Je moet het verhaal zó spelen, dat de rest kan raden wat de grappige situatie was.

Wat vind jij van clowns?

Zou jij een clown willen zijn en als je dat wil, zou je het kúnnen zijn?

Bestaan er clownsscholen?