De Transferrator

OB-MB-BB-BBS

Zou het niet leuk zijn om een machine te hebben, waarmee je in een mum van tijd naar verschillende plekken kan reizen en dan ook nog het liefste door de tijd kan reizen? De tijd die achter ons ligt, noemen we “geschiedenis”. Dat is de verleden tijd. De tijd die voor ons ligt, noemen we de “toekomst”. Dat is wat nog gaat gebeuren. Op die manier kan je allerlei verschillende culturen en geschiedenisperiodes leren kennen. Sterker nog… je beleeft ze! Als je je voorstelt dat je zelf op zo’n plek leeft, snap je veel beter waarom de mensen in die tijd deden wat ze deden. We kunnen natuurlijk ook in de toekomst reizen!

Daarom hebben we bij Kzing een Verplaatsmachine bedacht. Die noemen we de “Transferrator”. Dat betekent letterlijk: verplaatser. Met die machine gaan we vandaag een acteeropdracht doen. We beginnen met het leren van het volgende gedicht. Dat doen we samen in de kring:

Stap maar in de Transferrator ! Houd elkaar maar vast.
Stap maar in deTransferrator ! Denk wel dat het past.
We kiezen voor de toekomst of voor de geschiedenis.
Dan zullen we ervaren hoe het leven daar dan is.
We gaan het zien.
We gaan het zien.
Tel maar mee/terug we gaan tot/ begin bij 10.

Daarna gaan we erbij acteren.

Onder- en middenbouw:

We sluiten aan bij een periode in de geschiedenis die behandeld wordt (bijvoorbeeld de IJstijd) en verzinnen samen een verhaal We beginnen met teacher in role spel. In een museum staat een tijdmachine. De docent denkt dat iedereen erin mag stappen en één kind draait per ongeluk aan de knoppen. Dan draait de hele groep rond en zegt het gedicht op.

We zijn aangekomen in de geschiedenistijd van onze keuze, of…. in de toekomst… Wat gebeurt er dan? Verzin met de hele groep samen een verhaal en speel het uit.

Aan het einde van het verhaal zeggen we het gedicht nog eens op, maar de kring draait de andere kant op. Zo komen we weer terug in het hier en nu.

Bovenbouw:

De docent deelt de groep op in kleine groepjes. Elk groepje krijgt of kiest een jaartal. De leerlingen moeten samen uitzoeken welke periode van de geschiedenis dat is en wat kenmerkend is voor die tijd. Hier kan een zoekopdracht aan verbonden zijn, met encyclopedieën of geschiedenisboeken. Ook de zoekmachine van een computer kan eventueel gebruikt worden. Het groepje verzint een toneelstuk dat moet beginnen en eindigen met het gedicht dat boven staat te lezen.

Over de IJstijd

(KIjk bij de muziekgeschiedenisperiodes voor andere geschiedenisperiodes en hun muziek)

VVind je dit een leuke thematiek? Klik dan op deze link voor boeksuggesties.

Denk ook eens aan:

Kruistocht in spijkerbroek. Van Thea Beckman. (12 jaar en ouder en meer begaafde jongere kinderen)

Het malle ding van bobbistiek. Van Leonie Kooiker. (8 tot 10 jaar)

Gedichtwoord

OB-MB-ML-BBS

In deze podcast vertelt juf Ellis iets over gedichten en woorden die goed in gedichten passen.

Na afloop van de podcast kies je zelf een gedichtwoord uit en gaat daar een kunstwerk van maken.

Dat kunstwerk kan in het Kzingmuseum komen te hangen. Dat zouden meester Evan en juf Ellis erg leuk vinden. Je kunt het versturen via de brievenbus.

Gedicht leren

OB-MB-BB

Kan jij een gedicht uit je hoofd leren? Een mooi woord hiervoor is memoriseren. Probeer het uit met dit gedicht:

Hier hoor je het gedicht en zie je er plaatjes bij

Winter

Koude voeten. Koude oren.

Zelfs mijn neus is half bevroren.

Dikke wanten. Twee paar sokken.

Maar waar blijven nou die vlokken?

Wit en blauwe sneeuwkristallen,

die maar dwarrelen en vallen

op mijn wimpers… in mijn dromen.

Wanneer zou de sneeuw toch komen?

Copyright Evan Castenmiller info@kzing.nl

Hier draagt meester Evan zijn gedicht voor

Sommige mensen vinden het moeilijk om zélf een kunstwerk te bedenken en maken. Soms zeggen die mensen: “Ik ben niet zo creatief.”

Maar dat hoeft niet waar te zijn. Je kan op veel manieren creatief zijn. Je kunt bijvoorbeeld ook creativiteit stoppen in het uitvoeren “van kunstwerken die andere mensen bedacht hebben.

Componisten schrijven soms een lied dat later door héél veel andere mensen gespeeld wordt. De mensen die hun werk uitvoeren, zijn dan toch bezig met kunst. Zij bedenken, hoe ze dat lied van iemand anders het mooiste kunnen laten horen en daar oefenen ze ook heel veel voor.

Soms lezen mensen verhalen voor uit boeken die andere mensen geschreven hebben. Ze lezen het zo goed mogelijk voor. Af en toe gebruiken ze er zelfs verschillende stemmetjes bij. Er worden zelfs wel eens voorleeswedstrijden gehouden.

Je kan ook met kunst bezig zijn door een gedicht van een ander voor te lezen, of uit je hoofd te leren en op te zeggen.

Je doet dat natuurlijk zo goed mogelijk, zodat iedereen hoort dat je het gedicht echt begrepen hebt. Je zegt de woorden niet saai op, maar je spreekt rustig, gebruikt klemtonen bij belangrijke woorden en af en toe neem je pauzes. je kan zelfs je mimiek (zijn gezichtsuitdrukkingen) gebruiken, om de betekenis van het gedicht over te brengen op andere mensen.

Dit heet: “een gedicht voordragen”, of “een gedicht declameren”, of “een gedicht ten gehore brengen”.

Waarom zou je dit nou eigenlijk doen?

1.Je vindt het leuk. (Dat is de belangrijkste reden!)

Kunst maken, is net als spelen. Je probeert van alles uit en het is super leuk om te doen.

2.

Je traint je geheugen er mee.

Dat is altijd handig. Zeker als je naar een middelbare school gaat, waar je soms rijtjes, of heel veel woordjes uit je hoofd moet leren.

3.

Je leert presenteren.

Je leert hoe je iets op een goede manier aan mensen kan laten zien en horen. Dat heet: “presenteren”. Het woord “presenteren”, betekent letterlijk “aanbieden”. Als je een gedicht voordraagt, presenteer je het gedicht, maar je presenteert ook jezelf. Je laat zien en horen hoe mooi dat gedicht is, maar ook jezelf. Mensen kunnen zien en horen dat je rustig praat, het gedicht snapt en dat op andere mensen kan overbrengen. Je laat je talent zien.


Die vaardigheid kan je gebruiken als je een spreekbeurt moet doen, of later… als je solliciteert.

Waar leer je declameren?

Je hoeft niet naar een school en je hoeft ook geen dure cursus te doen om met deze kunstvorm bezig te zijn. Je kan het gewoon thuis doen. Er zijn heel veel gedichten die het waard zijn om uit je hoofd te leren.

Wij gaan oefenen met declameren

1.

Je leert het gedicht uit je hoofd. Je memoriseert het.

2.

Je draagt het gedicht voor, voor een publiek. Je voert het uit. Je declameert het.

Zoek uit hoe jij het gedicht het beste uit je hoofd kan leren.

1 Leer door te luisteren

Je kan luisteren en luisteren hoe iemand anders het doet, tot je het weet. Voor sommige mensen werkt het het beste als ze met hun ogen dicht luisteren. Wie goed kan leren door te luisteren leert “auditief.” Zo heet dat.

2. Leer door er ook naar te kijken

Gedichten declameren is een kunst met klank, net zoals muziek. Je hebt je oren dus nodig. Maar ook je ogen kunnen je helpen. Sommige mensen hebben juist plaatjes nodig, om iets goed te onthouden. Die mensen leren “visueel”; dat betekent door te kijken. Je kan steun hebben aan de plaatjes bij het gedicht.

3. Leer door te doen

Sommige mensen zijn doeners. Die leren beter door actief te zijn.

Ze kunnen bijvoorbeeld meteen de woorden hardop mee te zeggen die ze al kennen.

Vind je het moeilijk om de zinnen meteen helemaal te onthouden? Probeer dan eens eerst de laatste woorden aan te vullen.

Sommige mensen helpt het om er gebaren bij te maken. Kies passende gebaren uit, die bij het gedicht passen.

4. Alles ineens, of stap voor stap?

Sommige mensen proberen alles tegelijk te onthouden. Sommige mensen zijn hier goed in. Dan is dat geen probleem.

Anderen leren beter door het stap voor stap te doen. Als je iemand bent die op die manier leert, leer je eerst 1 regel uit je hoofd. Als je die goed kent, doe je er een regel bij. Herhaal regel 1 en 2. Als die twee echt zitten, voeg je er weer een regel aan toe en zo ga je door. Je kan dit ook op verschillende dagen doen.

Het ene is niet beter dan het andere. Je moet uitzoeken wat voor jou werkt.

Zoek publiek.

Voor wie wil jij het gedicht opzeggen? Die persoon (of personen) is/zijn je publiek. Kies je publiek goed uit.

1.

Kies iemand die van gedichten houdt.

2.

Kies iemand die van jou houdt en het leuk vindt dat jij met zulke dingen bezig bent.

3.

Kies iemand die vindt dat mensen die nieuwe dingen leren, niet meteen super goed in iets moeten zijn. Zoek iemand uit die complimentjes geeft, maar ook durft te vertellen wat je nog kan verbeteren. Zoek iemand die tips geeft, geen trappen.

4.

Ga naar die persoon toe als hij of zij tijd heeft. Misschien is je moeder wel je trouwste fan en vindt ze het superleuk dat je dit doet, maar heeft ze net een zoom-meeting en echt geen tijd voor een voordracht. Kies je moment goed uit.

Laat ons eens horen of het je gelukt is om het gedicht te memoriseren. Klik op de brievenbus en stuur ons een berichtje.

Voor de poes

MB-BB-ML

Hier vind je materiaal over dierendag.

Dit is voor poezenliefhebbers. (Of moet ik zeggen: poëzie liefhebbers?)

Als je meer van honden houdt, kun je ook kijken naar een dierendagpagina over I love my dog, van Cat Stevens.

Op de website vind je nog veel meer liedjes en versjes over dieren. Zoek maar eens onder die categorie in het categorievenster, bij de categorie “dieren”.

De meeste mensen houden van dieren. We hebben zelfs een dag waarop we dieren in het zonnetje zetten: dierendag. Dat vieren we op 4 oktober. Maar waarom op die dag? Luister maar eens naar Het Klokhuis. 

Sommige mensen zijn kattenliefhebbers, andere houden meer van honden. Er zijn mensen die hamsters, cavia’s, konijnen, wandelende takken, vissen, en of vogels hebben.

Hoe verwen jij je dier op dierendag?

Wat eet jouw dier?

Hoe zorg je goed voor een dier?

Vind jij jouw huisdier altijd lief?

Kunnen dieren expres stout zijn?

Welke muziekstijl is dit?

Kijk en luister naar de Mean Kitty song en probeer de tekst eens uit het Engels te vertalen.

Kun je de tekst uit je hoofd leren en meerappen?

Ja, dit is rap. Dat is eigenlijk een gedicht op een lekkere beat.

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

I got this little kitty about two months back.
He was the nicest little kitty, now a pain in my crack.
This little kitty is ninja, always stalking my feet.
This little kitty is a warrior, you know what I mean.
He’s an evil little kitty, look what he did to my hand.
Tries to get in trouble in any way that he can.
I can give this cat a toy but he’d rather have the wrapper,
When I always give him water but he still drinks from the crapper.


You could lock him in the closet and he just won’t care.
Kitty chews on my shoes and he licks on my hair.
Always scratching on my favorite chair and jumping on the couch;
Playing in the windowsills and tearing through the house.
He is so full of energy and easily amused.
Kitty will attack anything that moves.
Causing trouble, starting battles just so he can be a part of
He’s the meanest little kitty, so we named him Sparta.


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite.

Where’d you go? Are you stalking me?
Are you under the couch? Quite possibly.
Ears laid back so you don’t get caught.
Ready to pounce my leg with everything that you got.
I know you’re probably watching me from across the room.
Concentrating, contemplating on attacking me soon.
You’re not invisible kitty, I’m going to find you first.
Come out, come out, before I make things worse.


I’ve seen where you hide and I know where you’ve been.
Hey kitty, why don’t you give in.
Even if you try to sneak up on me I’m prepared,
cause I got my safety gear on and I’m not scared.
I think I hear a little kitty under the bed.
I know you’re making noises just to mess with my head.
You can stalk me all you want, but I’m not your prey.
You always seem to find me first, but not today.


Hey little Sparta, what is with all the fight?.
Little bitty kitty want to bite, bite, bite
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Come on now, I’m going get you now.

.
I’ve got him cornered and now he’s mine.
He’s not going to get away this time.
I’ll snatch him up fast and before he can blink.
And then, awww man, he’s asleep in the sink.
What is with this cat? I’m confused.
He’s got a bed but it’s never been used.
In every waking moment kitty is up for the fight,
then (pfft) next minute kitty’s out like a light.


How could I let this little creature inside of my home.
I got to keep an eye on him when I’m on the phone.
I’m a little afraid to leave this cat all alone.
This kitty may destroy everything that I own.
Look at him now, I kind of feel bad.
He’s the best little cat that I’ve had.
And the one big thing I forgot to mention
was that he wasn’t fighting, he just wanted attention


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Showing love, that’s all this kitty does.

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

I got this little kitty about two months back.
He was the nicest little kitty, now a pain in my crack.
This little kitty is ninja, always stalking my feet.
This little kitty is a warrior, you know what I mean.
He’s an evil little kitty, look what he did to my hand.
Tries to get in trouble in any way that he can.
I can give this cat a toy but he’d rather have the wrapper,
When I always give him water but he still drinks from the crapper.


You could lock him in the closet and he just won’t care.
Kitty chews on my shoes and he licks on my hair.
Always scratching on my favorite chair and jumping on the couch;
Playing in the windowsills and tearing through the house.
He is so full of energy and easily amused.
Kitty will attack anything that moves.
Causing trouble, starting battles just so he can be a part of
He’s the meanest little kitty, so we named him Sparta.


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite.

Where’d you go? Are you stalking me?
Are you under the couch? Quite possibly.
Ears laid back so you don’t get caught.
Ready to pounce my leg with everything that you got.
I know you’re probably watching me from across the room.
Concentrating, contemplating on attacking me soon.
You’re not invisible kitty, I’m going to find you first.
Come out, come out, before I make things worse.


I’ve seen where you hide and I know where you’ve been.
Hey kitty, why don’t you give in.
Even if you try to sneak up on me I’m prepared,
cause I got my safety gear on and I’m not scared.
I think I hear a little kitty under the bed.
I know you’re making noises just to mess with my head.
You can stalk me all you want, but I’m not your prey.
You always seem to find me first, but not today.


Hey little Sparta, what is with all the fight?.
Little bitty kitty want to bite, bite, bite
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Come on now, I’m going get you now.

.
I’ve got him cornered and now he’s mine.
He’s not going to get away this time.
I’ll snatch him up fast and before he can blink.
And then, awww man, he’s asleep in the sink.
What is with this cat? I’m confused.
He’s got a bed but it’s never been used.
In every waking moment kitty is up for the fight,
then (pfft) next minute kitty’s out like a light.


How could I let this little creature inside of my home.
I got to keep an eye on him when I’m on the phone.
I’m a little afraid to leave this cat all alone.
This kitty may destroy everything that I own.
Look at him now, I kind of feel bad.
He’s the best little cat that I’ve had.
And the one big thing I forgot to mention
was that he wasn’t fighting, he just wanted attention


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Showing love, that’s all this kitty does.

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

De poppenkraam

OB-MB

We kijken naar een dansje en doen een bewegingsspelletje. Het is een klapspelletje op een heel ouderwets gedichtje. Een ander woord voor gedichtje is “versje”. Maar eerst gaan we luisteren en kijken hoe een popje tot leven komt. Natuurlijk geen echt popje, maar we zien een kindje dat danst alsof het een popje is. Het lijkt wel wat op het verhaal van Pinokkio. Het popje danst eerst als een pop, maar dan krijgt het een levend hartje.

Daarna danst het op Mariage d’amour, van Richard Claydermann. De dans is een beetje modern (het begin), maar er zitten ook heel veel echte balletpassen in.

Er danst een popje.

Dan gaan we nu het klapspelletje op het versje leren. Het wordt ook wel eens gezongen, maar als klapspelletje is het eigenlijk leuker. Je moet wel goed kunnen samenwerken. Het is een leuk klapspelletje om aan het begin van het schooljaar te doen.

Eerst leren we het versje:

Ik stond laatst voor een poppenkraam.
Daar zag ik zoveel poppen staan.
Ik zei: “Wat doen die poppen hier?
Die poppen drinken poppenbier.
Die poppen drinken poppenwijn.
Wat zullen die poppen vrolijk zijn!”

Je gaat tegenover iemand staan.

Jullie klappen “schuin over”, maar bij het woordje “poppen”, moet je juist recht voor je uit klappen.

Let op dat je precies klapt in het ritme van het versje. Begin met een niet al te snel tempo, want anders ga je zeker de mist in met het klappen.

Veel plezier!

Luistertips:

Breekbaar porselein

BB

Als je verdrietig bent, omdat iemand overleden is, ben je aan het rouwen. Je bent “in de rouw.” Dan voel je je droevig. Soms moet je even huilen. Soms denk je ook met veel liefde en plezier aan iemand terug en herinner je je de goede dingen.

2 november is het Allerzielen. Dat is een kerkelijke feestdag, waarbij we denken aan alle mensen van wie we houden die overleden zijn.

Zijn er mensen overleden die voor jou heel belangrijk waren? Waarom waren ze zo belangrijk voor jou? Denk je nog vaak aan hen?

Dit liedje gaat over iemand missen die overleden is. In het liedje wordt een metafoor gebruikt. Een metafoor is een vorm van beeldspraak. Je gebruikt een beeld. Maar het gaat eigenlijk niet over dat wat er letterlijk gezegd wordt, maar om wat er uitgebeeld wordt.

Als je bijvoorbeeld zegt: “Wat een zwijnenstal is het hier !” , vind je niet echt dat het huis een zwijnenstal is, natuurlijk. Je vindt dat het huis net zo vies is als een zwijnenstal.

Als je zegt: “Karel ging er als een haas vandoor. ” bedoel je niet dat Karel een haas werd. Je bedoelt dat Karel net zo snel wegging als hazen lopen.

De tekst in dit liedje lijkt dus een beetje op een gedicht. Je zegt dan: het is poëtisch taalgebruik.

Om welke metaforen gaat het in het volgende liedje?

Het ingezongen liedje
De karaoke versie van porselein

Van alle huizen waar ik ben geweest
is het mooiste dat ik ken,
het huis waar de oma van mama nu woont
en wanneer ik bij haar ben,
dan laat zij mij haar schatten zien, waar zij zoveel van houdt:
het grote bord van Delfts blauw en haar lepeltjes van goud.

Het mooiste is een kleine danseres,
die mijn opa mijn oma ooit gaf.
Per ongeluk viel ze een keer op de grond
en toen brak er een armpje af.
Toch is zij mooi en haar tutu is van roze porselein.
Wat jammer toch dat zoiets moois zo gauw kapot kan zijn.

Maar oma zegt: mijn allergrootste schat,
die staat niet in deze kast.
Dan pakt ze de foto waar opa op staat
en ze houdt hem even vast.
Ze zegt: “Jij hebt hem niet gekend,
maar hij had een hart van goud.

In het liedje is opa niet echt een “schat”. Hij is net zo belangrijk als een schat voor oma.

Het hart van opa is natuurlijk niet echt van goud. Maar iemand met een gouden hart, is iemand die heel lief is.

Maar de belangrijkste vergelijking die er in het liedje gemaakt wordt, is de vergelijking tussen het porseleinen danseresje dat gebroken is… en het leven dat breekbaar is… Kun je die metafoor begrijpen?

Ken je zelf nog meer metaforen?

Maak een elfje

MB-BB-ML

Een elfje is een sprookjesfiguur, maar het is ook de vorm van sommige gedichtjes. Het is geen regel dat de woorden van een elfje moeten rijmen. Nee… er is een andere afspraak: 

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Hieronder vind je twee voorbeelden van elfjes :

Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

Elfje
Doorzichtige vleugels
Zingen en dansen 
Leven in een sprookje
Magisch 

Maak zelf een elfje en stuur het gedichtje naar brievenbus@kzing.tv. Misschien plaatsen wij het wel in ons museum!

Limerick

BB

Vandaag gaan we limericks maken en we gaan die zingen op de bekende “limerick-melodie”. Dat is een leuk idee voor grapjesdag op 1 april, carnaval, of aan het einde van het schooljaar. Iedereen kan dan één limerick voor een ander maken.

Er zijn héél veel coupletten, zodat het lied voor alle leerlingen gezongen kan worden.
Je kan het natuurlijk eerder wegdraaien 😉

Je hebt vast wel eens een limerick gehoord. Het is een versvorm. Het woord limerick komt van de Ierse plaats Luimneach (of, op z’n Engels, Limerick). In Ierland was het de gewoonte om op bruiloften en partijen liedjes te zingen en iedereen ging daar dan zelf coupletjes bij verzinnen. Meestal waren het grappige gedichtjes. In Nederland gebruikte Ko Donker in 1911 een limerick. André van Duin sloot de Ep Oorklep Show altijd af met het zingen van limericks.

Door een limerick te zingen, leren we iets over de vorm van sommige liedjes:

Voorspel- couplet-refrein-couplet-refrein (enz.)- naspel

Je leert ook dat woorden accenten hebben. Die moeten goed in de maat passen.

We zullen wat voorbeelden geven:

Er was eens een meester in Hoorn.
Die was voor doceren geboren.
Toen was er een kind
dat liet daar een wind.
“Zeg wil je mijn les niet verstoren.” 

Er was eens een dame in Hoorn.
Die loog dat ze nooit was geboren.
Ze kwam overzee
met de ooievaar mee
Die is haar in Hoorn verloren.

Een autobestuurder uit Bombay
was iemand, die alles zo dom dee
dat al het verkeer
bij het zien van die heer
maar liefst over Eindhoven omree

Een doedelzakspeler in Glasgow
die zei op een dag ” wat is dat nou ?
mijn kilt die is zoek
en ik heb ook geen broek
nu speel ik straks bloot in de vrieskou”

Een zekere Achmed uit Bagdad,
Zat plat met zijn gat op een badmat.
Zo las hij zijn krant,
Maar niets aan de hand,
’t is gek maar in Bagdad daar mag dat.

Maak in groepjes een limerick.

Dat is misschien nog niet zo gemakkelijk. Daarom geven we hier wat tips:

Wie moeite heeft om zelf een beginzin te verzinnen, mag één van deze regels gebruiken:

  • Er was eens een schipper in Laren….
  • Ik zag laatst een vrouw in de regen….
  • Er was eens een walvis in Emmen …
  • Een gierige bakker in Drenthe

Zoek 3 rijmwoorden van twee lettergrepen die qua ritme klinken als regen, of Emmen, maar niet als Opmeer, of Den Haag. Daar maak je regel 1, 2 en 5 mee..

Zoek 2 rijmwoorden die qua woordritme klinken als: verkeer, of pardon. Daar maak je regel 3 en 4 mee.

Probeer of je een punchline, oftewel clou, oftewel afmaker kan vinden. Een laatste regel, waardoor iedereen moet lachen.

Met humor moet je altijd heel voorzichtig zijn. Je vergroot vaak iets uit. Dat is natuurlijk niet erg als je jezelf relativeert, maar als je een ander op de hak neemt, kan dat verkeerd overkomen en kan je iemand kwetsen of beledigen. Dat is nooit de bedoeling van goede humor. Humor is ook veranderd in de tijd. Bepaalde stereotypen zijn eigenlijk niet meer aanvaard. Sommige Belgische mensen worden misschien boos als je een Belgenmop vertelt waarin gedaan wordt alsof alle Belgen dom zijn. Misschien is iemand uit Bagdad wel boos over de Bagdad limerick.

Klik hier voor een andere geluidsband met de melodie

Sumer ist icumen in

MB-BB-ML

We gaan luisteren naar een heel oud lied: Sumer ist icumen in. Dat betekent: de zomer is weer in het land gekomen. Luister er eerst eens naar, voor we er iets over vertellen.

Sumer ist icumen in door het Lumina vocal ensemble, met passende illustraties

In welke taal wordt dit gezongen?

Kan je aan de illustraties zien uit welke tijd dit lied komt?

Het is waarschijnlijk in het midden van de 13e eeuw (waarschijnlijk rond 1260) gecomponeerd. Misschien heeft W. de Wycombe het gemaakt, maar dat is niet zeker.)

Het gaat dus om Middeleeuwse muziek, dus uit de tijd van de monniken en ridders. Het wordt gezongen in een dialect uit Wessex, in Middeleeuws Engels.

Het lied is een rondzang, oftewel een rota. Dat is een lied waarbij de zangers steeds regels herhalen. Dat doen ze om en om. Hoe dit lied precies gezongen moet worden, kan je leren uit het Harley-manuscript, dat komt uit de abdij van Reading. Nu ligt het in een bibliotheek.

Het manuscript is een oud boek waar Latijnse, Engelse en Franse liederen in te vinden zijn. Dit lied stond er ook in, met heel veel aanwijzingen over hoe het gezongen moet worden.

Het lied is wereldberoemd. Er zijn meerdere fragmenten van liederen gevonden die aantonen dat er in Engeland in die tijd heel veel muziek gemaakt werd. Dat waren niet alleen maar kerkelijke liedjes 9die over God en het geloof gingen), maar ook “wereldlijke” liedjes. De liefde was toen ook al, net als nu, vaak het onderwerp.

Sumer ist icumen in, heeft een wereldlijke tekst:

De zomer is binnengekomen;
Zing luid, koekoek!
Het zaad groeit en de wei bloeit,
En het woud bloesemt nu.
De ooi blaat naar het lam,
Naar het kalf loeit de koe,
De stier springt op, de bok laat winden;
Zing vrolijk, koekoek!
Goed zingt gij, koekoek! Houd nimmer op

Wat vind je van deze muziek? En wat vind je van de illustraties?

Dat is kunst uit de middeleeuwen. Kun je er gebruiken in ontdekken die wij vandaag de dag ook nog hebben in de zomer?

Wat is poëzie?

BB-ML

Wat is poëzie?

In alle culturen doen mensen aan poëzie. Poëzie is een vorm in de kunst waarbij mensen gedichten maken. Dichtkunst dus. Laten we eens een voorbeeld geven van een gedicht.

Het bekendste gedicht van Nederland is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen. Dit gedicht is “doorgecomponeerd”.  Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat. Er is wel sprake van volrijm. Als je naar de woorden kijkt, zie je dat sommige woorden vroeger anders werden geschreven. Breede, in plaats van brede. Hooge, in plaats van hoge. Grootsch, in plaats van groots. 

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

We hebben nu een gedicht gelezen… maar…wat is nou eigenlijk een gedicht?

Een gedicht is een tekst waarbij de maker, de dichter, goed nadenkt over de manier waarop de woorden neergezet worden. Dat noem je de vorm van een gedicht. Verderop geven we wat voorbeelden van bepaalde vormen. Gedichten kunnen overal over gaan. Een gedicht kan lang en kort zijn. Een gedicht hoeft niet perse te rijmen, maar het mag wel.

Als je een gedicht leest, is het handig om op bepaalde dingen te letten:

  • Is het gedicht kort of lang?
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Zijn het gewone woorden?
  • Zitten er evenveel lettergrepen in elke regel?
  • Speelt de dichter met de taal, of is het gewone taal?
  • Maakt de dichter een vergelijk tussen twee dingen? (Metaforen, of vergelijkingen.)
  • Is er rijm of niet?
  • Als er rijm is, welke regels rijmen dan op elkaar?
  • Rijmen de woorden echt goed op elkaar, of is er alleen maar klankrijm? (dat de klinkers hetzelfde zijn.)
  • Wat is de vorm van het gedicht? Hoeveel regels zijn het, waar rijmt het etc.
  • Zijn er coupletten? Of is het één gedicht.
  • Gebruikt de dichter voor opgeschreven gedichten een speciaal lettertype? Of speelt hij met de manier waarop het gedicht is opgeschreven?

Gedichten hebben een vorm

De vorm van een gedicht heeft te maken met het rijmschema. Hoeveel regels zijn er altijd? Zijn er regels die moeten rijmen? Voorbeelden van dichtvormen:

Limerick

Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Elfje

Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

Opdracht: schrijf zelf een elfje

  • De eerste dichtregel gebruik je één woord
  • De tweede regel: twee woorden
  • De derde regel: drie woorden
  • De vierde regel: vier woorden
  • De vijfde regel: één woord dat het gedicht samenvat

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googelt wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

  • Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen
  • Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk
  • Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen
  • Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter
  • Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan
  • Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Gedichten zijn niet allemaal hetzelfde

Gedichten zijn dus niet allemaal hetzelfde. Ze hebben bijvoorbeeld niet allemaal hetzelfde aantal regels. De dichters gaan ook niet allemaal hetzelfde om met rijm. De dichters gaan anders om met het metrum (het gebruik van de lettergrepen, de cadans.) Sommige gedichten rijmen, maar veel ook niet.

Een rijmpje (bijvoorbeeld voor bij een Sinterklaascadeautje)

Een rijmpje is een klein gedichtje dat rijmt. Het woord rijmpje is een verkleinwoord. Dat geeft al aan dat een rijmpje een niet zo heel erg belangrijk gedicht is. Denk maar aan Sinterklaasrijmpjes. Het is een Nederlandse traditie om elkaar op Sinterklaasavond een cadeau te geven met een rijmpje erbij. Het woord “rijmpje” zegt het al. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar de Sint is best wel bang,
Want jouw lijstje is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Wil jij alles wat je vroeg?
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Klankdichten (Ozewiezewoze)

MB-BB

Ken je het liedje Ozewiezewoze? Het is een soort klankdicht. Waar gaat dat volgens jou over?

Dat is een lastige vraag, hè? Dat komt omdat ozewiezewoze een klankdicht is.

Een klankdicht is een gedicht waar de dichter niet zijn best doet om te zorgen dat iedereen het snapt. Het gaat alleen om de klank. Je noemt dat wel atonale poëzie.

Je zou denken dat dit pas in deze eeuw bedacht is, maar al in het begin van de 16e eeuw beschreef de dichter Francois Rabelais hoe zeeziekte voelde in klankdicht:

In Nederland schreef de dichter Jan Hanlo het gedicht “De mus.

De mus

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp

Tjielp
etc.

Toen juf Ellis op de kleuterschool zat, vond ze Ozewiezewoze een stom liedje, omdat het niets betekende. Nu heeft ze daar een gedichtje over gemaakt. Maar dat gedichtje is géén klankdicht. Want de woorden in dit gedichtje betekenen wat. Daarom heeft ze de woorden erbij gezet.

Schooladvies

MB-BB

Gedichten hebben een vorm en een ritme. Een haiku bijvoorbeeld heeft 1 regel met 5, 1 regel met 7 en weer in met 5 lettergrepen. Je telt dus eigenlijk lettergrepen.

Juf Ellis gebruikt 7-5-7 lettergrepen. Ze heeft dus eigenlijk een omgekeerde haiku bedacht Luister maar:

Een haiku is een is een vorm van een gedicht in de Japanse dichtkunst. Een haiku bestaat meestal uit drie regels. Deze dichtvorm is ontstaan in Japan in de 17e eeuw. Verschillende grote dichters hielden zich ermee bezig.

In Nederland is de haiku bekend geworden door de boeken die dhr. Bertus Aafjes schreef over Rechter Ooka. Daarin kwamen haiku’s voor.

Het ritme van een gedicht heeft te maken met lettergrepen en ook met welke lettergrepen nadruk krijgen en welke niet.

Zeg je naam maar eens. Waar valt de nadruk op?

“Meester Evan” heeft 4 lettergrepen en er klinkt: lang, kort, lang, kort. De lange klanken hebben een accent.

“Juf Ellis” heeft 3 lettergrepen en er klinkt: kort, kort, kort. En de middelste klank heeft een accent.

Bij haiku’s gaat het vooral om het aantal lettergrepen. Een originele haiku heeft 5 lettergrepen. De tweede heeft 7 lettergrepen. De derde regel heeft er weer 5. Soms wordt er afgeweken van deze vorm.

Vaak gaan de klassieke haiku’s over de natuur, maar ze mogen natuurlijk ook over de stad, of andere dingen gaan.

Het is de bedoeling dat de haiku een ervaring uitdrukt die je op een bepaald moment hebt. Als je in je Haiku niet alleen vertelt wat je ziet, maar ook wat je hoort, ruikt, of voelde, komt je haiku beter over bij het publiek.

De grote dichter Matsuo Basho (1644-1694) is waarschijnlijk de bekendste Japanse haiku dichter. Hij heeft ook in andere dichtvormen geschreven. Zijn bekendste haiku is:

O, oude vijver!
een kikvors springt van de kant,
geluid van water

Om een goede haikudichter te worden, hoef je niet per se hele dure woorden te gebruiken. Het beste is het om in gewone woorden iets zo weer te geven, dat de lezer of luisteraar precies snapt wat je mee hebt gemaakt.

Een haiku van juf Ellis en meester Evan :

De boom heeft het koud
maar: eigen schuld, dikke bult
Hou je jas dan aan!

Kun je zelf ook een haiku schrijven? Tel de lettergrepen goed! Probeer om

Je kunt er ook voor kiezen om een ander aantal lettergrepen te gebruiken. Dan is je gedicht natuurlijk geen klassieke haiku meer, maar het kan nog steeds een goed gedicht zijn!

Meester zei: “Havo wil niet.”
Hoe komt hij erbij?
Meester wil niet! Havo wel!

Kun je zelf een lettergrepenschema bedenken en er daarna een gedicht bij schrijven?

Tom Waits en de herfst

BB-ML

The last leaf on the tree
Tom Waits

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest
but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree.

When the autumn wind blows,
they’re already gone.
They flutter to the ground
‘cause they can’t hang on.
There’s nothing in the world
that I ain’t seen
I greet all the new ones that are coming in green.

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest but they won’t take me
I’m the last leaf on the tree.

They say I got staying power here on the tree,
but I’ve been here since Eisenhower
and I’ve out lived even he…

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree ..

I  fight off the snow
I fight off the hail
Nothing makes me go
I’m like some vestigial tail.
I’ll be here through eternity.
If you want to know how long.
If they cut down this tree
I’ll show up in a song.

I’m the last leaf on the tree
The autumn took the rest but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree.
I’m the last leaf on the tree.
I’m the last leaf on the tree.

Luister naar een lied van Tom Waits over de herfst… tenminste… Gaat het daar wel over, of gaat het eigenlijk over iets anders?

Mensen zeggen wel eens: “Smaken verschillen.” Wat de ene mens mooi vindt, vindt de ander niet mooi. En dat is prima.

Trouwens, “mooi” is niet altijd perse belangrijk bij kunst. Vaak vind je iets mooi, als het je raakt. Als je denkt: “Dat komt echt uit iemands hart…”

Als het een gevoel bij je oproept. Iets dat je herkent, of dat je juist niet kent, maar interessant vindt.

Luister eens naar dit lied. Kan je het vertalen? Kun je het voordragen?

Gaat dit lied echt over een laatste blad aan een boom?

Het lied is eigenlijk een soort gedicht, waarin hij een oud persoon, van wie alle mensen die hij/zij vroeger kende zijn overleden, vergelijkt met een allerlaatste blad aan een boom. Zo’n vergelijking heet een metafoor.

Wat vind je van de stem van Tom Waits? Hou je van die klank?

Over de singer/sonwriter

Thomas Alan Waits is een Amerikaans zanger, die in 1949 geboren is. Zijn stem is laag, rauw. Hij lijkt soms zelfs te grommen en hees. Misschien heeft hij geen “mooie” stem, maar het is wel een stem die iets met je doet.

Zijn muziek lijkt op rockmuziek, maar hij is een cultartiest. Hij maakt gewoon de muziek die hij zelf leuk vindt en het boeit hem niet of hij in één stijl blijft. Hij speelt ook jazz, rock… hij zingt door een megafoon… hij maakt muziek voor films (hij schreef met zijn vrouw zelfs een concert film!) … hij voegt gesproken stukken toe… Hij experimenteert er op los. Hij is ook een heel theatraal iemand. Dit lied heeft een heel erg bluesy feel.

Hij komt uit het nachtclub circuit. Hij wordt nooit door grote groepen omarmd. Hij heeft met veel grote artiesten een lied samen gedaan en veel artiesten voeren nummers van hem uit.

Wintermuziek

BB-ML

Klik op het plaatje om te luisteren naar het muziekstuk “De winter” van Litvinovsky.

De winter van Alexander Litvinovsky

Als je op de link hierboven klikt, hoor je muziek van Alexander Litvinovsky.

Hij werd in 1967 geboren in Minsk, Belarus en leeft nog steeds. Hij is dus een componist uit deze tijd.

Hij schrijft in verschillende stijlen, maar veel van zijn muziek lijkt erg op de “ouderwetse” klassieke muziek. Je kan het daarom eigentijdse klassieke muziek noemen.

Deze compositie (dit muziekstuk) van Litvinovski hoort bij een toneelstuk over een boek van Agota Kristof, dat “Het grote schrift” heet. Zo heet het hele muziekstuk ook.

“Het grote schrift” is een boek over 2 jongens in Hongarije die een hele akelige tijd beleven tijdens de tweede wereldoorlog. Het verhaal is niet bepaald een kinderverhaal. Het is een grimmig en naar verhaal.

Kun je horen aan de muziek dat het een grimmig verhaal is ? Als je niet weet wat “grimmig” betekent, zoek dat dan op.

Dit deel van het muziekstuk heet: “winter”.

Kun je horen dat het over de winter gaat?

Deze muziek is haast filmmuziek. Welke film, tekening, verhaal, of gedicht komt er in jouw hoofd op?