Beestjes van Mr. Luca

OB-MB-ML

Jazzmuziek over kriebelbeestjes waarop je vrij kan bewegen. Je leert hier ook improviseren met jabbertalk.

Mr. Luca maakt, samen met een aantal andere vaders, jazzliedjes voor kinderen. “Jazz” betekent “muziek met héél veel energie!” Als jij in de groep zit te wiebelen, zou juf of meester ook kunnen zeggen: “Zit niet zo te jazzen!” Als je naar het filmpje kijkt en luistert, hoor je dan die energie? En heb je ook zin om zelf op die muziek te bewegen?

Op deze muziek van Mr. Luca kan iedereen even lekker bewegen. Luister er eerst maar even naar.

Beestjes van Mr. Luca

Heb je al meegedanst? Laten we dat nog eens doen. Dan doen we eerst allemaal alsof er een kriebelbeestje op onze voeten loopt.

Dan dansen we er nog een keer op, maar nu doen we alsof we zelf kriebelende, kruipende beestjes zijn!

In het liedje hoor je de meneer gekke woordjes zeggen. Die betekenen niets. Dat heet “scatten.” Kunnen jullie ook scatten? Jullie kunnen zelf ook een scatliedje zingen:

Scatten en jabberen

Scatten lijkt wel een beetje op jabberen. Weet je niet wat jabberpraat is? Jibber jabber is een neptaal. Je speelt toneel en doet alsof je in een gekke taal spreekt. De woorden verzin je zelf.

Luister hier maar eens naar:

De Zweedse chef jabbert er op los. Uit de Muppetshow.

Kan jij dat ook? Misschien doet je juf of meester het wel voor. Misschien stelt ze je wel een jabbervraag. Wie durft er een jabberantwoord te geven?

Misschien kunnen middenbouwers die dit al eens gedaan hebben daarna samen in een groepje van 4 zelf een toneelstukje verzinnen. Daarin moeten ze in jabbertalk spreken.

1 iemand is de chef. 1 iemand is het hulpje van de chef. 1 iemand is de ober. 1 iemand is een klant die in het restaurant komt eten. Niemand spreekt normaal, iedereen jabbert.

Speel het verhaaltje daarna voor de rest van de groep. Zorg dat je verhaaltje een begin en een eind heeft. Ga niet met je billen naar het publiek staan en jabber luid en duidelijk.

Over jazz

Jazz is een muziekstijl die begonnen is met gewoon lekker zelf verzinnen. Dat noem je improviseren. Sommige mensen vinden dat jazz grotemensenmuziek is. Mr. Luca vindt dat kinderen niet alleen maar naar kindermuziek hoeven te luisteren. Vinden jullie dat ook? Luisteren jullie wel eens naar “grote mensen muziek?” Welke muziek is dat dan?

De muziek is beïnvloed door de ritmes uit West Afrika. De jazz is ontstaan in New Orleans, doordat Ragtime, Blues, Folk, Negro spirituals en Franse marsmuziek samensmolten. In het begin vonden ze deze muziek niet netjes.

Later, vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw, werd jazz heel populair, maar in de jaren vijftig werden er weer minder jazzplaten verkocht. Dat kwam omdat de jazz “aparter” begon te klinken, door het geëxperimenteer.

Bovendien werden de mensen toen enthousiaster van rock”n’roll dansmuziek.

Maar jazz is niet verdwenen en ook vandaag de dag is er nog jazz.

Oebopsjebem

BB-ML

Een scat-liedje van Kzing en een .

Hee, dibbediedee!

Scabbedie scat maar met me mee.

Didgeriedoe van diedadoewap,

of van djibbedie djebbedie djee.

Yeah, yeah,

riggedie, diggedie, reggedie, deggedie,

djilly, djelly, djam.

Doe van doewap,

doedelidap,

oe bop sjebem.

Dit is een lied waarin wordt gescat.

Hieronder staat de karaoke versie:

Wat is scatten?

Scatten lijkt wel wat rappen in een soort jibber-jabber taal. De zanger doet net alsof zijn/haar stem een soort instrument is en maakt muziek met klanken.

Scatwoorden zijn bijvoorbeeeld: bippity, of doo wop, of razzamatzz, of scooby-dooby, of shoobity, of be-bop-a-lula, of shabazz…. Met die woorden kan je allerlei ritmes maken. Net alsof je als een instrumentalist aan het improviseren bent. Het woord Oebopsjebem, schrijf je eigenlijk Oo bop sh’bam. Hiermee werd de klank van de tenor saxofoon nagedaan.

In jazzmuziek wordt vaak gescat. Het werd al gedaan in de bluesmuziek, die eraan voorafging. Daar gebruikte men nog eenvoudige scatwoorden, soms voor bijvoorbeeld achtergrondkoortjes. Maar in de jazz ging men op een gegeven moment helemaal los. Niet alleen in achtergrondkoortjes.

Maar het gebruik van nep-woorden komt ook voor in andere muziek. Denk maar aan jodelmuziek of sommige muziek van Afrikaanse herkomst. Ook de oorspronkelijke bewoners van Amerika met een Indiaanse cultuur, gebruiken klanken om mee te improviseren. Je vindt het ook in de Joodse cultuur en ook in de Ierse en Schotse muziek hoor je woorden die niets betekenen.

Het is heerlijk om te scatten, vooral als je je lekker vrolijk voelt! Bovendien is het een goede oefening voor als je wil leren rappen. Je oefent met het ritmisch invullen van lettergrepen. Daarom gaan wij ermee oefenen.

In dit liedje is er eerst een couplet. Daarna is er een stukje waar je vrij kunt scatten. (Er staan voorbeeldwoorden in de tekst) en vervolgens komt het couplet weer terug. Veel succes!

Luister ook eens naar Scatman John

Luister ook eens naar Scatman John

Praten in klanken

Mensen gaan lekker los lekker met gekke klanken en een soort nep-woorden. Sommige nep-woorden zijn onomatopeeën. Dat zijn nep-woorden die klanken nabootsen:

Zeg de volgende klanken maar eens hardop. Weet je ook voor welk gevoel deze klanken gebruikt worden?

Weh, weh…

Waaah….

Ah…

Aha!

Oei!

Duh

Bah

Iiiiieuw…

Hee!

Huh?

Noh!

O, o…

Oh….

Mwah…

Meh…

Hm…. Verschillende manieren

Hmm, hmmm…

Yahoo!

Joehoe…

Bijna en bam

OB-MB

Vamdaag een lied en een les over scatten en jabberen.

Dit liedje gaat over een krokodil die kleine eendjes wil opeten. Zal het hem lukken? Luister maar eens naar het liedje.

De krokodil kan niet gewoon praten. Hij maakt geluidjes. Hij spreekt een soort jibber jabbertaal. In de muziek noemen we dat “scatten”. Bij scatten en jabberen gebruik je “nepwoorden”. Je gebruikt klanken alsof het woorden zijn. Soms kan je door die nepwoorden nog beter uitleggen wat je voelt.

Scatwoorden zijn bijvoorbeeeld: bippity, of doo wop, of razzamatzz, of scooby-dooby, of shoobity, of be-bop-a-lula, of shabazz…. Je doet net alsof je stem een instrument is. Het woord Oebopsjebem, schrijf je eigenlijk Oo bop sh’bam. Hiermee werd de klank van de tenor saxofoon nagedaan.

Luister het liedje nog maar eens en probeer maar mee te scatten.

Bij dit liedje horen ook twee opdrachten. Die staan onderaan.

Hee dibbediedee.

Ik zeg: scat maar met me mee.

Didgerie doeda doeda doeda,

van je jippie, jippie, jee.

Ik zie Kwik, Kwek en Kwak.

Dat is smik, smek en smak,

met wat hagelslag, jam, jam..

Doe dan, doe dan, doe dan…

Bijna en bam!

Diddeliedoedap.

Diddelie bijna…

Maar net niet…

Opdracht 1:

Zeg de volgende klanken eens hardop. Weet je ook voor welk gevoel deze klanken gebruikt worden?

O, o…

Bah

Weh, weh…

Waaah….

Aha!

Hee!

Huh?

Oei!

Joehoe…

Ah…

Duh

Hmm, hmmm…

Mwah…

Iiiiieuw…

Noh!

Oh….

Meh…

Hm…. Verschillende manieren

Yahoo!

Opdracht 2

Bij jibber-jabber taal doe je niet perse een instrument na, maar je gebruikt wél nepwoorden. Je doet alsof je echt praat, maar je praat alleen in klanken.

Als iemand (bijvoorbeeld een juf of meester) jou een jibber-jabber vraag stlet, kan jij dan antwoorden met jibber-jabber taal?

Misschien kunnen iets oudere kinderen wel een kort toneelstukje verzinnen, waarbij ze alleen jibberen.

Zingen in klanken

MB-BB-ML

Zingen in klanken, of nepwoorden, gebeurt niet alleen in de jazzmuziek. Er zijn naast scatten, nog hele andere manieren om klanken te gebruiken. Dat heeft veel namen. In Ierland, Schotland en op het Eiland Mann noemen ze het vaak lilting. Soms noemt men het: mondmuziek.

In Oostenrijk heet het jodelen.

Al deze manieren van klanken gebruiken, hebben overeenkomsten met scatten: je gebruikt je mond als een soort muziekinstrument en er worden vaak nep-woorden gebruikt.

Luister maar eens:

De oorspronkelijke inwoners van Amerika (die wij vroeger Indianen noemden), gebruikten de letter h, heel veel. Heya, hey, ho enzovoort.. Het zijn klanken die mensen in een trance kunnen brengen. Luister maar eens naar dit lied dat zij zingen om de ziel te genezen.

Niet alleen in Oostenrijk, maar ook in China, Spanje, Zweden, Roemenië, Italië en Polen werd er veel gejodeld. Altijd bij bergvolkeren. Jodelen is een manier waarop er van bergwei naar bergwei iets verteld kon worden. Je kon er grote afstanden mee overbruggen. Het was aanvankelijk dus een communicatiemiddel.

Jiddische Klezmer muziek, luister vanaf 0.40

De muziekstijl is redelijk hetzelfde gebleven, maar groeide wel mee met de mensen. Vaak wordt er in het Jiddisch gezongen. Dat lijkt een beetje op Duits. Soms deed men met de stem instrumenten na.

Klezmer muziek is jiddische muziek. Rond 70 na Christus werden de Joodse mensen verdreven na de verwoesting van hun tempel. Zij verspreidden zich over veel landen. Ze namen veel elementen van de muziek van al die volkeren over, maar gezongen muziek bleef altijd heel belangrijk voor hen.

Ook familie en tradities waren erg belangrijk. Bruiloften werden groots gevierd. Al rond 1600 na Chr. waren er Klezmer muzikanten, die op die bruiloften speelden.

In Ierland en Schotland wordt het maken van die mondmuziek soms diddelen genoemd. Vaak klinkt het dan “rond”, dus niet zoals tik-ke, tak-ke… maar als diedeldie, diedeldie, diedeldie, dom…

Bij deze manieren van zingen, gebruiken mensen vaak “reduplicatie”: doedoedoe, dadada, nanana, noenoenoe… lalala, of wawawa of diediedie… “Reduplicatie” is een chique woord voor “herhaling”. Er wordt namelijk een deel van het woord herhaald. Soms is het alleen de klank die herhaald wordt.

Herhaling komt in heel veel talen voor. Kleine kindjes beginnen zelfs te praten met klanken zoals “nananananana” of “mamamamamama” of “papapapapapa”. Daarom heten je ouders ook “mamma” en “pappa”.

In bijna alle talen zijn er nog meer echte woorden, waar dit in zit. Denk maar aan bon-bon, cous-cous, taai-taai, kris-kras, mik-mak, ram-bam, bye-bye, doei doei… enzovoort.

Ken jij nog meer van zulke woorden?

Je hoort het ook bij woorden die klanken nabootsen. Zo’n woord heet een onomatopee. Voorbeelden hiervan zijn : tiktak, koekoek, zigzag, tjoek-tjoek…

Voor scatten en diddelen, zijn woorden zonder betekenis van belang: ba-be-ri-bop…. dibbedie, doedoedoe, ti-tit-ti… Die gebruik je op een ritmische manier.