Bah… Zee…

OB-jongste groep MB-BBS-ML

Dit is een gedichtje van juf Ellis. Luister er maar eens naar. Kan jij vertellen over wie dit gaat? Is dat dan perse juf Ellis? Of kan een schrijfster ook over iets schrijven dat helemaal niet waar is? Wat vind jij?

 

Nee, nee, ik ga niet mee.
Ik wil niet met je naar de zee!
Laat me raden… Pootjebaden..
Dat vind ik een stom idee!
Nee! Neehee! Ik ga niet mee.
Zand en strand: niet oké!
Zeker vallen in de kwallen…
Hè bah. Gatsie. Nee!

Het gedichtje gaat ervoer dat niet iedereen het leuk vindt op het strand. Het spreekwoord zegt: smaken verschillen. Wat wordt daar mee bedoeld?

Hou jij van naar het strand toegaan? Sommige mensen houden meer van het bos, of van de stad en weer anderen houden meer van een berglandschap. Waar ga jij graag heen in de vakantie?

Leer het gedichtje uit je hoofd. Kun je het opzeggen?

De zinnen in gedichtjes hebben (net zoals liedjes) een ritme. Sommige woorden of lettergrepen duren langer en sommige duren korter. Kun je horen waar je een woord wat langer moet aanhouden? Korte en lange klanken samen maken een ritme.

Pasen

OB

Luisterliedje en gedichtje over Pasen. Kippetje Ukkepuk en Paashazen

Hebben jullie al paaseieren geverfd? Welke kleuren hebben jullie gebruikt? Zing dit paasliedje maar mee.

Het wordt gezongen door Bert en Ernie. Met Pasen gaat het vooral over twee dieren: kippen en hazen.

Hieronder staat een versje uit de oude doos. Je maakt er de bewegingen bij die opgenoemd worden.

Kippetje Ukkepuk

Het kleine kippetje Ukkepuk
heeft het altijd vreselijk druk.
Op maandag moet ze dweilen,
op dinsdag nageltjes vijlen.
Op woensdag houtjes hakken;
op donderdag wormpjes bakken.
Op vrijdag kippepap roeren;
op zaterdag kuikentjes voeren.
Alleen op zondag heeft zij vrij,
dan legt ze een gespikkeld ei!

Bij Pasen horen eieren. Dat vinden Bert en Ernie ook! Ze noemen de namen van de kleuren die de eieren krijgen. Vind je dat ze alle kleuren goed noemen? Ik weet het niet…. maar het blijft een leuk filmpje.

We wensen jullie heel fijne Paasdagen!

Het rupsje/ De vlinder

OB-MB-ML

Luister naar een gedichtje en leer iets over gedichten, luister naar muziek uit de Romantiek van Edvard Grieg, acteer en kijk naar een natuurfilmpje. Eerst hoor je een gedichtje van juf Ellis dat gaat over een rupsje dat opeens verandert in een vlinder. Hij verbaast zich daar erg over.

Dit gedichtje is een “metafoor”. Dat betekent dat je iets vergelijkt met iets anders. In dit geval vergelijkt de dichter een rupsje met een mens. Die kan ook denken dat hij maar lelijk en niks is.. maar dan groeit hij/zij. en dan denkt hij/zij opeens: “Hee, ik ben eigenlijk heel erg veranderd… ik ben toch wel mooi!” Je moet altijd met zelfrespect naar jezelf kijken. Elk mens is mooi.

Er kroop een rupsje in het gras.
Hij vond dat hij héél lelijk was.
En daarom zei hij zacht: “Pardon,
ik kruip maar gauw in mijn cocon.”

Daar zat hij met een groen gezicht
te wachten op een sprankje licht.
En toen, opeens, zonder geluid,
kwam hij er als een vlinder uit.

“Ik wist niet dat ik vleugels had!”
dacht hij, verbaasd
en streek ze glad

“Dus rups zijn, was pas het begin.”
zei hij
en vloog de zomer (lente) in.

Dieren: vlinders

In de zomer zie je vaak mooie vlinders fladderen. Je denkt er dan niet altijd aan dat zo’n prachtige vlinder eerst een rupsje was. Wat kan jij over rupsjes en vlinders vertellen?

Rijm

  • In dit filmpje hoor je een versje, of … met een mooi woord “een gedicht.”
  • Ken je nog meer gedichtjes? Wat is eigenlijk een versje?
  • Eigenlijk is een versje een soort liedje zonder melodie.
  • Heel vaak rijmen woorden op elkaar. Wat is dat, rijmen?
  • Rijmt “lucht” op “zucht”? En rijmt “tak” op “dak”? En “tuin” op “huis”? En “kijk” op “lijf”?

Sommige woorden rijmen alleen aan de binnenkant, zoals “rijm” op “lijf”… er is een ij aan de binnenkant. Maar er zijn ook woorden die van binnen en aan het einde rijmen. “Rijm” rijmt helemaal op “slijm”. “Dak” rijmt helemaal op “Tak”. Soms hebben versjes coupletjes. Dat zijn een paar regeltjes die bij elkaar horen.

De vorm van een gedichtje

Koekjes bakken doe je met een vormpje. Gedichtjes hebben ook een vorm.

Ze hebben vaak een paar coupletjes. Dat zijn regeltjes die bij elkaar horen. In versjes horen er heel vaak 4 regeltjes bij elkaar.

Sonnet

Maar in dit versje zijn er eerst twee coupletjes van 4 regels en dan twee coupletjes van 3 regels. Dat heet met een mooi woord “een sonnet.”

Kunnen jullie met elkaar ook een versje maken? Het hoeft niet perse een sonnet te zijn, hoor. Een gedichtje met een coupletje van vier regeltjes is ook prima!

Acteren (teacher in role)

  • Beeld eens uit hoe het rupsje door het gras kruipt.
  • Hij eet een lekker blaadje.
  • Er komt een lieveheersbeestje aan. Het rupsje kijkt ernaar en denkt: “Die ziet er veel mooier uit dan ik.”
  • Het rupsje voelt zich heel lelijk.
  • Hij kruipt in elkaar van dat nare gevoel. Hij wordt heel klein.
  • Er komen allemaal draadjes om hem heen. Hij hangt in een cocon te wiebelen. Daar is het héél stil.
  • Plotseling scheurt de cocon een beetje en ziet hij weer wat licht.
  • Hij friemelt zich uit de cocon. Plotseling kriebelt er iets op zijn rug.
  • Hij kijkt eens goed. Wat is dat nou? Zijn dat nou zijn vleugeltjes? Hij had toch helemaal geen vleugeltjes?
  • Hij fladdert er eens mee… en plotseling merkt hij dat hij kan vliegen.
  • Het vlindertje vliegt en vliegt. Hij vliegt zelfs over het water.
  • Daar ziet hij zichzelf…
  • nou vindt hij zichzelf héél erg mooi. Wie had dat nou kunnen denken?

De Griekse oudheid

MB-BB-ML

BB-ML

Het Seikiloslied is één van de oudste muziekstukken. Het staat helemaal opgeschreven, niet alleen de tekst, maar ook de melodie. Het komt uit 200 voor Christus; uit de Griekse oudheid. Dat is erg lang geleden. Er is weinig muziek uit die tijd bewaard gebleven. In die tijd konden natuurlijk nog niet veel mensen schrijven. Daardoor is het aantal bronnen niet zo erg groot.

Dit is een lied en gedicht van de componist Seikilos. Als je op de link klikt, kun je horen hoe dat muziekstuk geklonken zou hebben.

Hier vind je dit lied een toontje lager opgeschreven, zodat het gemakkelijk te spelen is.

Eigenlijk is het een zielig en romantisch verhaal. Seikilos verloor zijn vrouw en hij liet dit stuk muziek, wat eigenlijk een drinkliedje was, als grafschrift voor zijn vrouw in een steen uitbeitelen.

Op deze grafsteen stond: “Dit is een portret in steen. Seikilos heeft mij hier gezet, waar ik voor altijd zal blijven. Een symbool voor tijdloze herinnering.”

En dat is ook zo gebeurd. Want Seikilos heeft ervoor gezorgd dat we nog aan zijn vrouw denken.

Daaronder staat dan de tekst van het lied: “Schijn, zolang je leeft! Word helemaal nergens bedroefd over. Het leven is er maar korte tijd. De tijd verlangt dat er een einde aan komt.”

Hieronder vind je het lied met woorden:

Je spreekt dat zo uit:

Hosonzies, fainoe, mieden holoos suloupoe.

Pros holigou esti to zien. to telos ho gronnos hapaitei.

Dit is de melodie zoals wij hem vandaag de dag in noten zouden opschrijven:

Je gebruikt
a b cis d e fis g a
so la ti do re mi fa so:
dat is een mixolydische ladder ,
die wel eindigt op e… en niet op de grondtoon

Luister er nog eens naar! Vind je dat de muziek droevig klinkt?

Je luistert natuurlijk naar een musicus uit onze eigen tijd, want in de tijd van Seikilos waren er nog geen geluidsdragers. Hoe weet men nu hoe die muziek geklonken moet hebben?

Op een gegeven moment ontdekte een geschiedkundige dat er niet alleen letters op de grafsteen stonden, maar ook tekens. Hij wist te ontcijferen dat het een soort vroege noten waren. Daardoor weten we nu hoe die muziek moet hebben geklonken. Moderne artiesten voeren het werk nog steeds uit.

Seikilos heeft wel zijn zin gekregen. We denken nog steeds aan zijn vrouw.

Eigenlijk is dit een gedicht dat op muziek is gezet.

Meer leren over versvoeten bij de oude Grieken en Romeinen

Dichters op vrije voeten

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen

Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk

Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen

Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter

Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan

Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Meer leren over gedichten?

 

Gedichten hebben ook een vorm

 

Elfje
Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

limerick
Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Haiku
De boom heeft het koud.
Maar eigen schuld dikke bult.
Hou je jas dan aan.

Er zijn nog meer vormen, zoals een sonnet en een Flarf.

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googlet wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Het bekendste gedicht van Nederland is “doorgecomponeerd”. Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat.

Er is wel sprake van volrijm. Het is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Dichten kan een leuke hobby zijn, die niet veel geld kost. Je hebt er ook niet veel voor nodig. Een potlood en een opchrijfboekje, of je toetsenbord en Word zijn al voldoende.

Maak zelf eens een Flarf!

 

Opdracht: Schrijf een elfje over Seikilos.

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Er zijn verschillende soorten gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Wat is poëzie

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen

Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk

Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen

Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter

Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan

Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Meer leren over gedichten?

Gedichten hebben ook een vorm

Er zijn verschillende soorten vormen in gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Elfje
Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

limerick
Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Haiku
De boom heeft het koud.
Maar eigen schuld dikke bult.
Hou je jas dan aan.

Er zijn nog meer vormen, zoals een sonnet en een Flarf.

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googlet wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Het bekendste gedicht van Nederland is “doorgecomponeerd”. Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat.

Er is wel sprake van volrijm. Het is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Dichten kan een leuke hobby zijn, die niet veel geld kost. Je hebt er ook niet veel voor nodig. Een potlood en een opchrijfboekje, of je toetsenbord en Word zijn al voldoende.

Maak zelf eens een Flarf!

Opdracht: Schrijf een elfje over Seikilos.

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Er zijn verschillende soorten gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!
Wat is poëzie

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen

Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk

Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen

Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter

Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan

Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Meer leren over gedichten?

Gedichten hebben ook een vorm

Er zijn verschillende soorten vormen in gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Elfje
Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

limerick
Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Haiku
De boom heeft het koud.
Maar eigen schuld dikke bult.
Hou je jas dan aan.

Er zijn nog meer vormen, zoals een sonnet en een Flarf.

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googlet wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Het bekendste gedicht van Nederland is “doorgecomponeerd”. Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat.

Er is wel sprake van volrijm. Het is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Dichten kan een leuke hobby zijn, die niet veel geld kost. Je hebt er ook niet veel voor nodig. Een potlood en een opchrijfboekje, of je toetsenbord en Word zijn al voldoende.

Maak zelf eens een Flarf!

Opdracht: Schrijf een elfje over Seikilos.

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Er zijn verschillende soorten gedichten:

  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Flarf
  • Sonnet
  • Rondeel
  • Kwatrijn
  • Naamdicht
  • en nog veel meer!

Wat is poëzie

Gedichtwoord

OB-MB-ML-BBS

In deze podcast vertelt juf Ellis iets over gedichten en woorden die goed in gedichten passen.

Na afloop van de podcast kies je zelf een gedichtwoord uit en gaat daar een kunstwerk van maken.

Dat kunstwerk kan in het Kzingmuseum komen te hangen. Dat zouden meester Evan en juf Ellis erg leuk vinden. Je kunt het versturen via de brievenbus.

Gedicht leren

OB-MB-BB

Kan jij een gedicht uit je hoofd leren? Een mooi woord hiervoor is memoriseren. Probeer het uit met dit gedicht:

Hier hoor je het gedicht en zie je er plaatjes bij

Winter

Koude voeten. Koude oren.

Zelfs mijn neus is half bevroren.

Dikke wanten. Twee paar sokken.

Maar waar blijven nou die vlokken?

Wit en blauwe sneeuwkristallen,

die maar dwarrelen en vallen

op mijn wimpers… in mijn dromen.

Wanneer zou de sneeuw toch komen?

Copyright Evan Castenmiller info@kzing.nl

Hier draagt meester Evan zijn gedicht voor

Sommige mensen vinden het moeilijk om zélf een kunstwerk te bedenken en maken. Soms zeggen die mensen: “Ik ben niet zo creatief.”

Maar dat hoeft niet waar te zijn. Je kan op veel manieren creatief zijn. Je kunt bijvoorbeeld ook creativiteit stoppen in het uitvoeren “van kunstwerken die andere mensen bedacht hebben.

Componisten schrijven soms een lied dat later door héél veel andere mensen gespeeld wordt. De mensen die hun werk uitvoeren, zijn dan toch bezig met kunst. Zij bedenken, hoe ze dat lied van iemand anders het mooiste kunnen laten horen en daar oefenen ze ook heel veel voor.

Soms lezen mensen verhalen voor uit boeken die andere mensen geschreven hebben. Ze lezen het zo goed mogelijk voor. Af en toe gebruiken ze er zelfs verschillende stemmetjes bij. Er worden zelfs wel eens voorleeswedstrijden gehouden.

Je kan ook met kunst bezig zijn door een gedicht van een ander voor te lezen, of uit je hoofd te leren en op te zeggen.

Je doet dat natuurlijk zo goed mogelijk, zodat iedereen hoort dat je het gedicht echt begrepen hebt. Je zegt de woorden niet saai op, maar je spreekt rustig, gebruikt klemtonen bij belangrijke woorden en af en toe neem je pauzes. je kan zelfs je mimiek (zijn gezichtsuitdrukkingen) gebruiken, om de betekenis van het gedicht over te brengen op andere mensen.

Dit heet: “een gedicht voordragen”, of “een gedicht declameren”, of “een gedicht ten gehore brengen”.

Waarom zou je dit nou eigenlijk doen?

1.Je vindt het leuk. (Dat is de belangrijkste reden!)

Kunst maken, is net als spelen. Je probeert van alles uit en het is super leuk om te doen.

2.

Je traint je geheugen er mee.

Dat is altijd handig. Zeker als je naar een middelbare school gaat, waar je soms rijtjes, of heel veel woordjes uit je hoofd moet leren.

3.

Je leert presenteren.

Je leert hoe je iets op een goede manier aan mensen kan laten zien en horen. Dat heet: “presenteren”. Het woord “presenteren”, betekent letterlijk “aanbieden”. Als je een gedicht voordraagt, presenteer je het gedicht, maar je presenteert ook jezelf. Je laat zien en horen hoe mooi dat gedicht is, maar ook jezelf. Mensen kunnen zien en horen dat je rustig praat, het gedicht snapt en dat op andere mensen kan overbrengen. Je laat je talent zien.


Die vaardigheid kan je gebruiken als je een spreekbeurt moet doen, of later… als je solliciteert.

Waar leer je declameren?

Je hoeft niet naar een school en je hoeft ook geen dure cursus te doen om met deze kunstvorm bezig te zijn. Je kan het gewoon thuis doen. Er zijn heel veel gedichten die het waard zijn om uit je hoofd te leren.

Wij gaan oefenen met declameren

1.

Je leert het gedicht uit je hoofd. Je memoriseert het.

2.

Je draagt het gedicht voor, voor een publiek. Je voert het uit. Je declameert het.

Zoek uit hoe jij het gedicht het beste uit je hoofd kan leren.

1 Leer door te luisteren

Je kan luisteren en luisteren hoe iemand anders het doet, tot je het weet. Voor sommige mensen werkt het het beste als ze met hun ogen dicht luisteren. Wie goed kan leren door te luisteren leert “auditief.” Zo heet dat.

2. Leer door er ook naar te kijken

Gedichten declameren is een kunst met klank, net zoals muziek. Je hebt je oren dus nodig. Maar ook je ogen kunnen je helpen. Sommige mensen hebben juist plaatjes nodig, om iets goed te onthouden. Die mensen leren “visueel”; dat betekent door te kijken. Je kan steun hebben aan de plaatjes bij het gedicht.

3. Leer door te doen

Sommige mensen zijn doeners. Die leren beter door actief te zijn.

Ze kunnen bijvoorbeeld meteen de woorden hardop mee te zeggen die ze al kennen.

Vind je het moeilijk om de zinnen meteen helemaal te onthouden? Probeer dan eens eerst de laatste woorden aan te vullen.

Sommige mensen helpt het om er gebaren bij te maken. Kies passende gebaren uit, die bij het gedicht passen.

4. Alles ineens, of stap voor stap?

Sommige mensen proberen alles tegelijk te onthouden. Sommige mensen zijn hier goed in. Dan is dat geen probleem.

Anderen leren beter door het stap voor stap te doen. Als je iemand bent die op die manier leert, leer je eerst 1 regel uit je hoofd. Als je die goed kent, doe je er een regel bij. Herhaal regel 1 en 2. Als die twee echt zitten, voeg je er weer een regel aan toe en zo ga je door. Je kan dit ook op verschillende dagen doen.

Het ene is niet beter dan het andere. Je moet uitzoeken wat voor jou werkt.

Zoek publiek.

Voor wie wil jij het gedicht opzeggen? Die persoon (of personen) is/zijn je publiek. Kies je publiek goed uit.

1.

Kies iemand die van gedichten houdt.

2.

Kies iemand die van jou houdt en het leuk vindt dat jij met zulke dingen bezig bent.

3.

Kies iemand die vindt dat mensen die nieuwe dingen leren, niet meteen super goed in iets moeten zijn. Zoek iemand uit die complimentjes geeft, maar ook durft te vertellen wat je nog kan verbeteren. Zoek iemand die tips geeft, geen trappen.

4.

Ga naar die persoon toe als hij of zij tijd heeft. Misschien is je moeder wel je trouwste fan en vindt ze het superleuk dat je dit doet, maar heeft ze net een zoom-meeting en echt geen tijd voor een voordracht. Kies je moment goed uit.

Laat ons eens horen of het je gelukt is om het gedicht te memoriseren. Klik op de brievenbus en stuur ons een berichtje.

Voor de poes

MB-BB-ML

Hier vind je materiaal over dierendag.

Dit is voor poezenliefhebbers. (Of moet ik zeggen: poëzie liefhebbers?)

Als je meer van honden houdt, kun je ook kijken naar een dierendagpagina over I love my dog, van Cat Stevens.

Op de website vind je nog veel meer liedjes en versjes over dieren. Zoek maar eens onder die categorie in het categorievenster, bij de categorie “dieren”.

De meeste mensen houden van dieren. We hebben zelfs een dag waarop we dieren in het zonnetje zetten: dierendag. Dat vieren we op 4 oktober. Maar waarom op die dag? Luister maar eens naar Het Klokhuis. 

Sommige mensen zijn kattenliefhebbers, andere houden meer van honden. Er zijn mensen die hamsters, cavia’s, konijnen, wandelende takken, vissen, en of vogels hebben.

Hoe verwen jij je dier op dierendag?

Wat eet jouw dier?

Hoe zorg je goed voor een dier?

Vind jij jouw huisdier altijd lief?

Kunnen dieren expres stout zijn?

Welke muziekstijl is dit?

Kijk en luister naar de Mean Kitty song en probeer de tekst eens uit het Engels te vertalen.

Kun je de tekst uit je hoofd leren en meerappen?

Ja, dit is rap. Dat is eigenlijk een gedicht op een lekkere beat.

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

I got this little kitty about two months back.
He was the nicest little kitty, now a pain in my crack.
This little kitty is ninja, always stalking my feet.
This little kitty is a warrior, you know what I mean.
He’s an evil little kitty, look what he did to my hand.
Tries to get in trouble in any way that he can.
I can give this cat a toy but he’d rather have the wrapper,
When I always give him water but he still drinks from the crapper.


You could lock him in the closet and he just won’t care.
Kitty chews on my shoes and he licks on my hair.
Always scratching on my favorite chair and jumping on the couch;
Playing in the windowsills and tearing through the house.
He is so full of energy and easily amused.
Kitty will attack anything that moves.
Causing trouble, starting battles just so he can be a part of
He’s the meanest little kitty, so we named him Sparta.


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite.

Where’d you go? Are you stalking me?
Are you under the couch? Quite possibly.
Ears laid back so you don’t get caught.
Ready to pounce my leg with everything that you got.
I know you’re probably watching me from across the room.
Concentrating, contemplating on attacking me soon.
You’re not invisible kitty, I’m going to find you first.
Come out, come out, before I make things worse.


I’ve seen where you hide and I know where you’ve been.
Hey kitty, why don’t you give in.
Even if you try to sneak up on me I’m prepared,
cause I got my safety gear on and I’m not scared.
I think I hear a little kitty under the bed.
I know you’re making noises just to mess with my head.
You can stalk me all you want, but I’m not your prey.
You always seem to find me first, but not today.


Hey little Sparta, what is with all the fight?.
Little bitty kitty want to bite, bite, bite
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Come on now, I’m going get you now.

.
I’ve got him cornered and now he’s mine.
He’s not going to get away this time.
I’ll snatch him up fast and before he can blink.
And then, awww man, he’s asleep in the sink.
What is with this cat? I’m confused.
He’s got a bed but it’s never been used.
In every waking moment kitty is up for the fight,
then (pfft) next minute kitty’s out like a light.


How could I let this little creature inside of my home.
I got to keep an eye on him when I’m on the phone.
I’m a little afraid to leave this cat all alone.
This kitty may destroy everything that I own.
Look at him now, I kind of feel bad.
He’s the best little cat that I’ve had.
And the one big thing I forgot to mention
was that he wasn’t fighting, he just wanted attention


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Showing love, that’s all this kitty does.

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

I got this little kitty about two months back.
He was the nicest little kitty, now a pain in my crack.
This little kitty is ninja, always stalking my feet.
This little kitty is a warrior, you know what I mean.
He’s an evil little kitty, look what he did to my hand.
Tries to get in trouble in any way that he can.
I can give this cat a toy but he’d rather have the wrapper,
When I always give him water but he still drinks from the crapper.


You could lock him in the closet and he just won’t care.
Kitty chews on my shoes and he licks on my hair.
Always scratching on my favorite chair and jumping on the couch;
Playing in the windowsills and tearing through the house.
He is so full of energy and easily amused.
Kitty will attack anything that moves.
Causing trouble, starting battles just so he can be a part of
He’s the meanest little kitty, so we named him Sparta.


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite.

Where’d you go? Are you stalking me?
Are you under the couch? Quite possibly.
Ears laid back so you don’t get caught.
Ready to pounce my leg with everything that you got.
I know you’re probably watching me from across the room.
Concentrating, contemplating on attacking me soon.
You’re not invisible kitty, I’m going to find you first.
Come out, come out, before I make things worse.


I’ve seen where you hide and I know where you’ve been.
Hey kitty, why don’t you give in.
Even if you try to sneak up on me I’m prepared,
cause I got my safety gear on and I’m not scared.
I think I hear a little kitty under the bed.
I know you’re making noises just to mess with my head.
You can stalk me all you want, but I’m not your prey.
You always seem to find me first, but not today.


Hey little Sparta, what is with all the fight?.
Little bitty kitty want to bite, bite, bite
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Come on now, I’m going get you now.

.
I’ve got him cornered and now he’s mine.
He’s not going to get away this time.
I’ll snatch him up fast and before he can blink.
And then, awww man, he’s asleep in the sink.
What is with this cat? I’m confused.
He’s got a bed but it’s never been used.
In every waking moment kitty is up for the fight,
then (pfft) next minute kitty’s out like a light.


How could I let this little creature inside of my home.
I got to keep an eye on him when I’m on the phone.
I’m a little afraid to leave this cat all alone.
This kitty may destroy everything that I own.
Look at him now, I kind of feel bad.
He’s the best little cat that I’ve had.
And the one big thing I forgot to mention
was that he wasn’t fighting, he just wanted attention


Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Little bitty kitty want to bite, bite, bite.
Hey little Sparta, what is with all the fight?
Showing love, that’s all this kitty does.

Kit Kitty, little kit kitty, little kit kitty, little kitty
Little kitty, little kitty, little kitty, little kitty kitty kitt .

De poppenkraam

OB-MB

We kijken naar een dansje en doen een bewegingsspelletje. Het is een klapspelletje op een heel ouderwets gedichtje. Een ander woord voor gedichtje is “versje”. Maar eerst gaan we luisteren en kijken hoe een popje tot leven komt. Natuurlijk geen echt popje, maar we zien een kindje dat danst alsof het een popje is. Het lijkt wel wat op het verhaal van Pinokkio. Het popje danst eerst als een pop, maar dan krijgt het een levend hartje.

Daarna danst het op Mariage d’amour, van Richard Claydermann. De dans is een beetje modern (het begin), maar er zitten ook heel veel echte balletpassen in.

Er danst een popje.

Dan gaan we nu het klapspelletje op het versje leren. Het wordt ook wel eens gezongen, maar als klapspelletje is het eigenlijk leuker. Je moet wel goed kunnen samenwerken. Het is een leuk klapspelletje om aan het begin van het schooljaar te doen.

Eerst leren we het versje:

Ik stond laatst voor een poppenkraam.
Daar zag ik zoveel poppen staan.
Ik zei: “Wat doen die poppen hier?
Die poppen drinken poppenbier.
Die poppen drinken poppenwijn.
Wat zullen die poppen vrolijk zijn!”

Je gaat tegenover iemand staan.

Jullie klappen “schuin over”, maar bij het woordje “poppen”, moet je juist recht voor je uit klappen.

Let op dat je precies klapt in het ritme van het versje. Begin met een niet al te snel tempo, want anders ga je zeker de mist in met het klappen.

Veel plezier!

Luistertips:

Breekbaar porselein

BB

Als je verdrietig bent, omdat iemand overleden is, ben je aan het rouwen. Je bent “in de rouw.” Dan voel je je droevig. Soms moet je even huilen. Soms denk je ook met veel liefde en plezier aan iemand terug en herinner je je de goede dingen.

2 november is het Allerzielen. Dat is een kerkelijke feestdag, waarbij we denken aan alle mensen van wie we houden die overleden zijn.

Zijn er mensen overleden die voor jou heel belangrijk waren? Waarom waren ze zo belangrijk voor jou? Denk je nog vaak aan hen?

Dit liedje gaat over iemand missen die overleden is. In het liedje wordt een metafoor gebruikt. Een metafoor is een vorm van beeldspraak. Je gebruikt een beeld. Maar het gaat eigenlijk niet over dat wat er letterlijk gezegd wordt, maar om wat er uitgebeeld wordt.

Als je bijvoorbeeld zegt: “Wat een zwijnenstal is het hier !” , vind je niet echt dat het huis een zwijnenstal is, natuurlijk. Je vindt dat het huis net zo vies is als een zwijnenstal.

Als je zegt: “Karel ging er als een haas vandoor. ” bedoel je niet dat Karel een haas werd. Je bedoelt dat Karel net zo snel wegging als hazen lopen.

De tekst in dit liedje lijkt dus een beetje op een gedicht. Je zegt dan: het is poëtisch taalgebruik.

Om welke metaforen gaat het in het volgende liedje?

Het ingezongen liedje
De karaoke versie van porselein

Van alle huizen waar ik ben geweest
is het mooiste dat ik ken,
het huis waar de oma van mama nu woont
en wanneer ik bij haar ben,
dan laat zij mij haar schatten zien, waar zij zoveel van houdt:
het grote bord van Delfts blauw en haar lepeltjes van goud.

Het mooiste is een kleine danseres,
die mijn opa mijn oma ooit gaf.
Per ongeluk viel ze een keer op de grond
en toen brak er een armpje af.
Toch is zij mooi en haar tutu is van roze porselein.
Wat jammer toch dat zoiets moois zo gauw kapot kan zijn.

Maar oma zegt: mijn allergrootste schat,
die staat niet in deze kast.
Dan pakt ze de foto waar opa op staat
en ze houdt hem even vast.
Ze zegt: “Jij hebt hem niet gekend,
maar hij had een hart van goud.

In het liedje is opa niet echt een “schat”. Hij is net zo belangrijk als een schat voor oma.

Het hart van opa is natuurlijk niet echt van goud. Maar iemand met een gouden hart, is iemand die heel lief is.

Maar de belangrijkste vergelijking die er in het liedje gemaakt wordt, is de vergelijking tussen het porseleinen danseresje dat gebroken is… en het leven dat breekbaar is… Kun je die metafoor begrijpen?

Ken je zelf nog meer metaforen?

Maak een elfje

MB-BB-ML

Een elfje is een sprookjesfiguur, maar het is ook de vorm van sommige gedichtjes. Het is geen regel dat de woorden van een elfje moeten rijmen. Nee… er is een andere afspraak: 

de eerste dichtregel gebruik je één woord

de tweede regel: twee woorden

de derde regel: drie woorden

de vierde regel: vier woorden

de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Hieronder vind je twee voorbeelden van elfjes :

Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

Elfje
Doorzichtige vleugels
Zingen en dansen 
Leven in een sprookje
Magisch 

Maak zelf een elfje en stuur het gedichtje naar brievenbus@kzing.tv. Misschien plaatsen wij het wel in ons museum!

Limerick

BB

Vandaag gaan we limericks maken en we gaan die zingen op de bekende “limerick-melodie”. Dat is een leuk idee voor grapjesdag op 1 april, carnaval, of aan het einde van het schooljaar. Iedereen kan dan één limerick voor een ander maken.

Er zijn héél veel coupletten, zodat het lied voor alle leerlingen gezongen kan worden.
Je kan het natuurlijk eerder wegdraaien 😉

Je hebt vast wel eens een limerick gehoord. Het is een versvorm. Het woord limerick komt van de Ierse plaats Luimneach (of, op z’n Engels, Limerick). In Ierland was het de gewoonte om op bruiloften en partijen liedjes te zingen en iedereen ging daar dan zelf coupletjes bij verzinnen. Meestal waren het grappige gedichtjes. In Nederland gebruikte Ko Donker in 1911 een limerick. André van Duin sloot de Ep Oorklep Show altijd af met het zingen van limericks.

Door een limerick te zingen, leren we iets over de vorm van sommige liedjes:

Voorspel- couplet-refrein-couplet-refrein (enz.)- naspel

Je leert ook dat woorden accenten hebben. Die moeten goed in de maat passen.

We zullen wat voorbeelden geven:

Er was eens een meester in Hoorn.
Die was voor doceren geboren.
Toen was er een kind
dat liet daar een wind.
“Zeg wil je mijn les niet verstoren.” 

Er was eens een dame in Hoorn.
Die loog dat ze nooit was geboren.
Ze kwam overzee
met de ooievaar mee
Die is haar in Hoorn verloren.

Een autobestuurder uit Bombay
was iemand, die alles zo dom dee
dat al het verkeer
bij het zien van die heer
maar liefst over Eindhoven omree

Een doedelzakspeler in Glasgow
die zei op een dag ” wat is dat nou ?
mijn kilt die is zoek
en ik heb ook geen broek
nu speel ik straks bloot in de vrieskou”

Een zekere Achmed uit Bagdad,
Zat plat met zijn gat op een badmat.
Zo las hij zijn krant,
Maar niets aan de hand,
’t is gek maar in Bagdad daar mag dat.

Maak in groepjes een limerick.

Dat is misschien nog niet zo gemakkelijk. Daarom geven we hier wat tips:

Wie moeite heeft om zelf een beginzin te verzinnen, mag één van deze regels gebruiken:

  • Er was eens een schipper in Laren….
  • Ik zag laatst een vrouw in de regen….
  • Er was eens een walvis in Emmen …
  • Een gierige bakker in Drenthe

Zoek 3 rijmwoorden van twee lettergrepen die qua ritme klinken als regen, of Emmen, maar niet als Opmeer, of Den Haag. Daar maak je regel 1, 2 en 5 mee..

Zoek 2 rijmwoorden die qua woordritme klinken als: verkeer, of pardon. Daar maak je regel 3 en 4 mee.

Probeer of je een punchline, oftewel clou, oftewel afmaker kan vinden. Een laatste regel, waardoor iedereen moet lachen.

Met humor moet je altijd heel voorzichtig zijn. Je vergroot vaak iets uit. Dat is natuurlijk niet erg als je jezelf relativeert, maar als je een ander op de hak neemt, kan dat verkeerd overkomen en kan je iemand kwetsen of beledigen. Dat is nooit de bedoeling van goede humor. Humor is ook veranderd in de tijd. Bepaalde stereotypen zijn eigenlijk niet meer aanvaard. Sommige Belgische mensen worden misschien boos als je een Belgenmop vertelt waarin gedaan wordt alsof alle Belgen dom zijn. Misschien is iemand uit Bagdad wel boos over de Bagdad limerick.

Klik hier voor een andere geluidsband met de melodie

Begin met Beethoven

OB-MB-BB-OBS-BBS

Op deze pagina staat een stuk van Beethoven: Ode an die Freude (ode to joy). Een loflied op de blijheid. we gaan ernaar luisteren, we gaan het spelen en we kunnen wat leren over Beethoven. We raden je aan om eerst naar de verschillende versies te luisteren, voor je het gaat spelen.

Iedereen die is hier aardig.
Niemand doet een ander pijn,
want wij moeten samenwerken,
omdat wij collega’s zijn.

Als we zorgen dat het hier goed gaat,
dan wordt het vast een heel leuk jaar.
Wees maar zuinig op de spullen
en respectvol naar elkaar.

Als je het stuk liever van een synthesia speelt, kun je hier kijken: 

Tutorial met synthesia, very easy 

Je kan het ook van noten lezen:

Hier zie je het stuk genoteerd in noten. De letters die eronder staan, zijn doedels of akkoorden. Zo kan je het met een hele groep spelen.

Ode an die Freude is misschien wel het bekendste muziekstuk dat Beethoven ooit gemaakt heeft. Deze muziek heeft heel veel muzikanten geïnspireerd om een eigen versie te maken; een eigen arrangement. Luister maar eens naar wat verschillende arrangementen, in verschillende stijlen.

Hier hoor je de orkestversie

Dit is is een flashmob-versie 

Hier hoor je het verschil tussen twee versies: klassiek/jazz

Wat vind jij van deze techno-versie? 

Dit is een fusion versie, waarbij een Indiase speler het thema speelt, met gebruik van Indiase invloeden

Welke versie vind jij mooi? Kan je ook uitleggen waardoor dat komt? Misschien kan je het wel opschrijven in een paar woorden!

We hebben er nieuwe woorden op gemaakt, die passen bij het begin van het schooljaar. We gaan het samen spelen (bijvoorbeeld op de boomwhackers of op toetsen waar de stickers opzitten) en zingen en naar de vorm kijken. Het lied is langzaam ingezongen, zodat je het gemakkelijk mee kan spelen. Volg de boomwhackerkleuren. Als je niet weet hoe je dit moet spelen, kan je kijken bij de muziekmethode. Voor dit lied heb je c d e f en g nodig.

De onderbouw kan er eventueel voor kiezen om alleen het eerste gedeelte van het lied te spelen.

Wie was Beethoven?

Beethoven is een componist die in 1770 in Bonn, in Duitsland, werd geboren. Hij overleed in 1827 in Oostenrijk. Hij leefde in de periode van de Romantiek. Dat is ongeveer de 19e eeuw. Hij maakte muziek voor orkest, maar ook voor piano. Hij werd doof. Dat is natuurlijk heel naar voor een musicus. Je ziet zijn hoofd wel eens op een piano staan. Natuurlijk niet zijn echte hoofd, maar een beeld van zijn hoofd.

De woorden die bij dit muziekstuk horen, zijn geschreven door Friedrich von Schiller. Hij was een dichter uit Duitsland. Hij schreef het in 1785 en paste het in 1803 een beetje aan. De woorden van het gedicht zijn best ingewikkeld. Eigenlijk zegt Schiller dat blijheid ervoor zorgt dat mensen als broers en zussen met elkaar omgaan.

Freude, schöner Götterfunken,      Vreugde, prachtige vonk van de goden
Tochter aus Elisium,                         Dochter van het Elysium *
Wir betreten feuertrunken,            Wij betreden, dronken van passie, 
Himmlische, dein Heiligthum.        hemselse, jouw heiligdom. 
Deine Zauber binden wieder,         Jouw magie herenigt weer
Was die Mode streng getheilt,        wat men scheidde. 
Alle Menschen werden Brüder,      Alle mensen verbroederen
Wo dein sanfter Flügel weilt.         waar jouw zachte vleugel zich welft.

*De Romeinen dachten dat de mensen die zich heel gelukkig voelden op de Elysische velden woonden.

Het gedicht is heel bekend geworden, doordat Beethoven  het in zijn negende symfonie gebruikte als eindstuk. Een eindstuk waarbij een koor de tekst zingt. Dat heet een koorfinale. Hij schreef dit stuk in 1823.

Tijdens de Olympische spelen van 1956, 1960 en 1964 werd deze koorfinale al als volkslied voor het Duitse team gespeeld.

In 1972 koos de Raad van Europa het lied uit als volkslied. En in 1985 werd het door alle staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie officieel uitgekozen als volkslied van de Europese Unie.

Dat komt natuurlijk vooral door de regel: Alle Menschen werden Brüder. Dat betekent: alle mensen worden broeders. Dus: alle mensen zijn goed met elkaar.

Vormanalyse

Leerlingen die al wat meer gewend zijn aan luisteren, kunnen het stuk nog eens beluisteren. Nu moeten ze letten op de vorm. Dat heet “vormanalyse”. Je luistert en bedenkt of je er patronen in kan ontdekken. Komen er regels terug? Zij die precies gelijk, of net even anders? Hoe is het muziekstuk opgebouwd? Lijken sommige stukjes op elkaar? Wordt alles even sterk gespeeld?

Regel 1,2 en 4 lijken erg op elkaar. Alleen hoor je bij regel 1 dat de muziek nog niet echt is afgelopen.

Bij regel 2 en 4 klinkt het echt afgelopen. Die zijn echt hetzelfde.

Alleen het derde stukje is héél anders.

De vorm is A-A*-B-A3

Sumer ist icumen in

MB-BB-ML

We gaan luisteren naar een heel oud lied: Sumer ist icumen in. Dat betekent: de zomer is weer in het land gekomen. Luister er eerst eens naar, voor we er iets over vertellen.

Sumer ist icumen in door het Lumina vocal ensemble, met passende illustraties

In welke taal wordt dit gezongen?

Kan je aan de illustraties zien uit welke tijd dit lied komt?

Het is waarschijnlijk in het midden van de 13e eeuw (waarschijnlijk rond 1260) gecomponeerd. Misschien heeft W. de Wycombe het gemaakt, maar dat is niet zeker.)

Het gaat dus om Middeleeuwse muziek, dus uit de tijd van de monniken en ridders. Het wordt gezongen in een dialect uit Wessex, in Middeleeuws Engels.

Het lied is een rondzang, oftewel een rota. Dat is een lied waarbij de zangers steeds regels herhalen. Dat doen ze om en om. Hoe dit lied precies gezongen moet worden, kan je leren uit het Harley-manuscript, dat komt uit de abdij van Reading. Nu ligt het in een bibliotheek.

Het manuscript is een oud boek waar Latijnse, Engelse en Franse liederen in te vinden zijn. Dit lied stond er ook in, met heel veel aanwijzingen over hoe het gezongen moet worden.

Het lied is wereldberoemd. Er zijn meerdere fragmenten van liederen gevonden die aantonen dat er in Engeland in die tijd heel veel muziek gemaakt werd. Dat waren niet alleen maar kerkelijke liedjes 9die over God en het geloof gingen), maar ook “wereldlijke” liedjes. De liefde was toen ook al, net als nu, vaak het onderwerp.

Sumer ist icumen in, heeft een wereldlijke tekst:

De zomer is binnengekomen;
Zing luid, koekoek!
Het zaad groeit en de wei bloeit,
En het woud bloesemt nu.
De ooi blaat naar het lam,
Naar het kalf loeit de koe,
De stier springt op, de bok laat winden;
Zing vrolijk, koekoek!
Goed zingt gij, koekoek! Houd nimmer op

Wat vind je van deze muziek? En wat vind je van de illustraties?

Dat is kunst uit de middeleeuwen. Kun je er gebruiken in ontdekken die wij vandaag de dag ook nog hebben in de zomer?

Wat is poëzie?

BB-ML

Wat is poëzie?

In alle culturen doen mensen aan poëzie. Poëzie is een vorm in de kunst waarbij mensen gedichten maken. Dichtkunst dus. Laten we eens een voorbeeld geven van een gedicht.

Het bekendste gedicht van Nederland is een gedicht dat Hendrik Marsman (1899-1940) schreef. Het wordt vaak voorgelezen. Dit gedicht is “doorgecomponeerd”.  Dat wil zeggen dat het maar door- en doorgaat. Er is wel sprake van volrijm. Als je naar de woorden kijkt, zie je dat sommige woorden vroeger anders werden geschreven. Breede, in plaats van brede. Hooge, in plaats van hoge. Grootsch, in plaats van groots. 

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

We hebben nu een gedicht gelezen… maar…wat is nou eigenlijk een gedicht?

Een gedicht is een tekst waarbij de maker, de dichter, goed nadenkt over de manier waarop de woorden neergezet worden. Dat noem je de vorm van een gedicht. Verderop geven we wat voorbeelden van bepaalde vormen. Gedichten kunnen overal over gaan. Een gedicht kan lang en kort zijn. Een gedicht hoeft niet perse te rijmen, maar het mag wel.

Als je een gedicht leest, is het handig om op bepaalde dingen te letten:

  • Is het gedicht kort of lang?
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Zijn het gewone woorden?
  • Zitten er evenveel lettergrepen in elke regel?
  • Speelt de dichter met de taal, of is het gewone taal?
  • Maakt de dichter een vergelijk tussen twee dingen? (Metaforen, of vergelijkingen.)
  • Is er rijm of niet?
  • Als er rijm is, welke regels rijmen dan op elkaar?
  • Rijmen de woorden echt goed op elkaar, of is er alleen maar klankrijm? (dat de klinkers hetzelfde zijn.)
  • Wat is de vorm van het gedicht? Hoeveel regels zijn het, waar rijmt het etc.
  • Zijn er coupletten? Of is het één gedicht.
  • Gebruikt de dichter voor opgeschreven gedichten een speciaal lettertype? Of speelt hij met de manier waarop het gedicht is opgeschreven?

Gedichten hebben een vorm

De vorm van een gedicht heeft te maken met het rijmschema. Hoeveel regels zijn er altijd? Zijn er regels die moeten rijmen? Voorbeelden van dichtvormen:

Limerick

Er was eens een pietje uit Spanje,
Die hield echt heel veel van Oranje,
Hij kwam naar ons land
gaf de koning een hand.
Die droeg blauw, dus die piet zei: “Hoe kan je!”

Elfje

Nicolaas
Oude man
Lange grijze baard
Staf, mijter en paard
Sint

Opdracht: schrijf zelf een elfje

  • De eerste dichtregel gebruik je één woord
  • De tweede regel: twee woorden
  • De derde regel: drie woorden
  • De vierde regel: vier woorden
  • De vijfde regel: één woord dat het gedicht samenvat

Een Flarf is een gedicht waarin zoekresultaten van het internet zijn verwerkt. Een flarf kan helemaal bestaan uit zoekresultaten, maar het kan ook zijn dat er in een tekst stukjes van het internet gebruikt worden.

De Flarf komt uit Amerika, maar ook Nederlandse dichters houden zich ermee bezig. Het is een soort taalcollage. Sommige mensen vinden flarfen niet goed. Ze vinden dat een gedicht moet zeggen wat je voelt en vindt. Een flarf ontstaat uit toeval. Je googelt wat en daar maak je een gedicht mee. Andere mensen vinden juist dat dichters er hun woordenschat door uitbreiden en meer gaan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen stijl er ook mee aanvullen.

Versvoeten

De woorden van een gedicht hoeven niet per se te rijmen, maar ze hebben wel altijd een ritme. Sommige lettergrepen duren langer en sommige korter.

Daardoor kun je veel gedichten ook op muziek zetten, maar je kan het ritme van het gedicht ook scanderen. Hardop opzeggen, zeg maar. Dat deden de Grieken ook al. De Romeinen aapten hen daar in na en zo is dat de hele geschiedenis doorgegaan. Wij gebruiken natuurlijk ook ritme in onze gedichten. 

De Grieken en Romeinen deelden het ritme van gedichten in, in , in versvoeten. Er zijn namen voor de versvoeten/ de ritmes.

  • Een gedicht kan in jambes zijn: kort- lang : geweld, cadeau, alleen
  • Een gedicht kan in trochaeën zijn: lang- kort: robot, schoolbel, winter, nadeel, huiswerk
  • Een gedicht kan ook in dactyli zijn: lang, kort, kort : bloemlezing, springkussen
  • Een gedicht kan in spondaeën zijn: lang, lang : wanklank, dokter
  • Een gedicht kan in anapesten zijn: kort, kort, lang : anapest, document, pyromaan
  • Een gedicht kan in amfibrachi zijn: kort lang kort: gemakzucht, belangrijk, computer

Gedichten zijn niet allemaal hetzelfde

Gedichten zijn dus niet allemaal hetzelfde. Ze hebben bijvoorbeeld niet allemaal hetzelfde aantal regels. De dichters gaan ook niet allemaal hetzelfde om met rijm. De dichters gaan anders om met het metrum (het gebruik van de lettergrepen, de cadans.) Sommige gedichten rijmen, maar veel ook niet.

Een rijmpje (bijvoorbeeld voor bij een Sinterklaascadeautje)

Een rijmpje is een klein gedichtje dat rijmt. Het woord rijmpje is een verkleinwoord. Dat geeft al aan dat een rijmpje een niet zo heel erg belangrijk gedicht is. Denk maar aan Sinterklaasrijmpjes. Het is een Nederlandse traditie om elkaar op Sinterklaasavond een cadeau te geven met een rijmpje erbij. Het woord “rijmpje” zegt het al. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar de Sint is best wel bang,
Want jouw lijstje is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Wil jij alles wat je vroeg?
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Gedicht over pesten

MB-BB

Op deze pagina vind je een gedicht over pesten. Daaronder vind je een aantal vragen waar je in je groep over kan praten. Na afloop maak je zelf ook een gedicht over dit onderwerp.

Echt gebeurd

In iedere groep, kijk gerust om je heen,
daar sluiten ze buiten, al is het gemeen.

Soms ben je te anders; ze móeten je niet.
Ze geven je namen. Ze doen je verdriet.

Soms breken ze je met een woord of gebaar.
Soms lachen ze om je, hardop, met elkaar.

Je wordt nooit gekozen, alleen maar gepest.
De laatste die staan blijft, hoort nooit bij de rest.

En soms durven pesters nog verder te gaan.
Ze knijpen en bijten. Ze spugen en slaan.

Ze beuken je hoofd, met een klap, op de grond.
Soms stoppen ze modder, of troep in je mond.

Ze sluiten je op, in een vieze w.c.
Ze spelen; maar jij mag niet meedoen… o nee…

Ze stoken de anderen tegen je op.
Ze gaan steeds maar door, ook al smeek je hen: “Stop!”

Ze doen al die dingen, als niemand het ziet.
“Heb jij dat gedaan?” “Nee, natuurlijk.. ik niet!”

Je ziel wordt vertrapt en ze breken je hart.
“Ik ben vast niets waard.”, denk je, bang en verward.

In iedere groep, waar ik heenga en kom,
daar word ik gemarteld. Ik snap niet waarom.

In iedere groep, kijk gerust om je heen,
daar pesten ze iemand, al is het gemeen.

Copyright Ellis Castenmiller niet gebruiken, verspreiden, kopiëren of embedden zonder haar toestemming.

Pesten is iets anders dan plagen. Zolang iemand er nog wel een beetje om kan lachen is het plagen, maar als iemand verdriet heeft van wat er gebeurt en wil dat het ophoudt, is het pesten. Pesten is gemeen. Je toont geen respect voor de ander.

Het bovenstaande gedicht is geschreven voor een voorstelling, om het verhaal te vertellen van een persoon die op de basisschool heel erg gepest werd. De dingen die erin staan, zijn dus echt gebeurd. De persoon die gepest werd, heeft geestelijke schade opgelopen, maar ook lichamelijk.

Toen die persoon dit vertelde bij Kzing, waren er heel veel kinderen die vertelden dat zij ook gepest werden. Dat is de reden dat Ellis dit gedicht schreef. Ze wilde dat deze kinderen hun verhaal durfden te delen.

Het gedicht is tijdens een voorstelling opgezegd door al die kinderen die wel eens gepest waren. Veel van deze kinderen konden de regels bijna niet opzeggen, omdat ze terug moesten denken aan de keren dat ze gepest waren en ze bijna moesten huilen.

De persoon die zo erg gepest was, wilde persé de zinnen opzeggen, om af te rekenen met het verleden. Deze persoon werd ondersteund door iemand uit de groep. Ze gingen samen naar voren en op momenten dat deze persoon moest huilen, nam deze vriend het over.

Het publiek was helemaal stil. Veel mensen in het publiek lieten een traantje. Heel veel grote mensen kwamen na afloop van de voorstelling naar juf Ellis toe om te vertellen dat zij vroeger ook gepest waren op school en wat dat met hen had gedaan.

Kun jij zelf ook een gedichtje maken over pesten? Het hoeft niet per se te rijmen. Het belangrijkste is dat je je gevoelens over pesten op papier kan zetten. Wat vind jij ervan?

Vind je dat er in jullie groep ruimte is om jezelf te zijn?

Helpt “Stop, hou op!” in jullie groep?

Wordt er in jullie groep gepest? Als dat zo is, wat doet dat dan met die persoon?

Pest jij zelf wel eens?

Durf jij het voor iemand op te nemen, in jouw groep?

Wat kan je het beste doen als je gepest wordt?

Zoek je liedjes over pesten? Kijk hier eens naar:

Liedje over Stop hou op!

Liedje: Vertel me waarom jij mij pest…

Liedje: De Rapman, over opkomen voor iemand die gepest wordt

Klankdichten (Ozewiezewoze)

MB-BB

Ken je het liedje Ozewiezewoze? Het is een soort klankdicht. Waar gaat dat volgens jou over?

Dat is een lastige vraag, hè? Dat komt omdat ozewiezewoze een klankdicht is.

Een klankdicht is een gedicht waar de dichter niet zijn best doet om te zorgen dat iedereen het snapt. Het gaat alleen om de klank. Je noemt dat wel atonale poëzie.

Je zou denken dat dit pas in deze eeuw bedacht is, maar al in het begin van de 16e eeuw beschreef de dichter Francois Rabelais hoe zeeziekte voelde in klankdicht:

In Nederland schreef de dichter Jan Hanlo het gedicht “De mus.

De mus

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp

Tjielp
etc.

Toen juf Ellis op de kleuterschool zat, vond ze Ozewiezewoze een stom liedje, omdat het niets betekende. Nu heeft ze daar een gedichtje over gemaakt. Maar dat gedichtje is géén klankdicht. Want de woorden in dit gedichtje betekenen wat. Daarom heeft ze de woorden erbij gezet.

Schooladvies

MB-BB

Gedichten hebben een vorm en een ritme. Een haiku bijvoorbeeld heeft 1 regel met 5, 1 regel met 7 en weer in met 5 lettergrepen. Je telt dus eigenlijk lettergrepen.

Juf Ellis gebruikt 7-5-7 lettergrepen. Ze heeft dus eigenlijk een omgekeerde haiku bedacht Luister maar:

Een haiku is een is een vorm van een gedicht in de Japanse dichtkunst. Een haiku bestaat meestal uit drie regels. Deze dichtvorm is ontstaan in Japan in de 17e eeuw. Verschillende grote dichters hielden zich ermee bezig.

In Nederland is de haiku bekend geworden door de boeken die dhr. Bertus Aafjes schreef over Rechter Ooka. Daarin kwamen haiku’s voor.

Het ritme van een gedicht heeft te maken met lettergrepen en ook met welke lettergrepen nadruk krijgen en welke niet.

Zeg je naam maar eens. Waar valt de nadruk op?

“Meester Evan” heeft 4 lettergrepen en er klinkt: lang, kort, lang, kort. De lange klanken hebben een accent.

“Juf Ellis” heeft 3 lettergrepen en er klinkt: kort, kort, kort. En de middelste klank heeft een accent.

Bij haiku’s gaat het vooral om het aantal lettergrepen. Een originele haiku heeft 5 lettergrepen. De tweede heeft 7 lettergrepen. De derde regel heeft er weer 5. Soms wordt er afgeweken van deze vorm.

Vaak gaan de klassieke haiku’s over de natuur, maar ze mogen natuurlijk ook over de stad, of andere dingen gaan.

Het is de bedoeling dat de haiku een ervaring uitdrukt die je op een bepaald moment hebt. Als je in je Haiku niet alleen vertelt wat je ziet, maar ook wat je hoort, ruikt, of voelde, komt je haiku beter over bij het publiek.

De grote dichter Matsuo Basho (1644-1694) is waarschijnlijk de bekendste Japanse haiku dichter. Hij heeft ook in andere dichtvormen geschreven. Zijn bekendste haiku is:

O, oude vijver!
een kikvors springt van de kant,
geluid van water

Om een goede haikudichter te worden, hoef je niet per se hele dure woorden te gebruiken. Het beste is het om in gewone woorden iets zo weer te geven, dat de lezer of luisteraar precies snapt wat je mee hebt gemaakt.

Een haiku van juf Ellis en meester Evan :

De boom heeft het koud
maar: eigen schuld, dikke bult
Hou je jas dan aan!

Kun je zelf ook een haiku schrijven? Tel de lettergrepen goed! Probeer om

Je kunt er ook voor kiezen om een ander aantal lettergrepen te gebruiken. Dan is je gedicht natuurlijk geen klassieke haiku meer, maar het kan nog steeds een goed gedicht zijn!

Meester zei: “Havo wil niet.”
Hoe komt hij erbij?
Meester wil niet! Havo wel!

Kun je zelf een lettergrepenschema bedenken en er daarna een gedicht bij schrijven?

Vivaldi in de herfst

OB-MB-BB-ML

Luister naar “De herfst” uit “De vier jaargetijden” van Antonio Lucio Vivaldi. (1687-1741)

Vivaldi werd geboren in Venetië, Italië. Hij maakte voor elk jaargetijde een stuk dat uit drie delen bestond. In het totaal dus 12 stukken.

Hij deed dit bij vier sonnetten. Sonnetten zijn gedichten. Voor elk jaargetijde één. Men denkt dat hij de gedichten zelf schreef.

Dit is de herfst, uit het muziekstuk “De vier jaargetijden”. Dat is één van de eerste muziekwerken met een verhaaltje. Dat noem je programmatische werken, of programmamuziek.

De muziek is gecomponeerd door Antonio Lucio Vivaldi. Deze muziek komt uit de periode van de Barok en is geschreven bij een gedicht, een sonnet.

Programmamuziek

Vivaldi heeft nog veel meer muziek gecomponeerd. Niet alle muziek beeldt iets uit. De vier jaargetijden wel. Zulke muziek heet programmamuziek. Dat wil zeggen dat de componist een verhaaltje of een gedachte gebruikte voor zijn compositie.

De herfst

De herfst staat in F majeur. Dat is een vrolijke toonsoort. Vivaldi werd blijkbaar niet erg droevig van de herfst. Het warmste en het koudste seizoen staan wel in mineur. De herfst bestaat zelf ook weer uit drie delen:

  1. Dit muziekstukt begint met een opgewekt allegro. (Een vlug deel) Vivaldi vond de herfst dus waarschijnlijk wel een leuk jaargetijde. Het warmste seizoen (de zomer) en het koudste seizoen (de winter) staan in mineur. Dat klinkt wat “droeviger”. Het sonnet van de herfst zegt:

Met zang en dans viert de boer het geluk van de overvloedige oogst. Het vocht van Bacchus (dat betekent wijn) vloeit rijkelijk en velen eindigen in een diepe slaap.

  • 2. Daarna komt er een Adagio molto. Een zeer rustig en gedragen stuk. Gedragen is rustig en plechtig… een soort van ‘deftig”, zeg maar.

De milde lucht geeft plezier en doet ieder zang, dans en zijn zorgen vergeten. Het jaargetijde nodigt iedereen uit tot het genieten van een zoete slaap.

  • 3. Tot slot een stuk dat “La caccia” heet, oftewel “De jacht.”

Met de nieuwe dageraad komen de jagers. Ze gaan op jacht met honden, hoorns en geweren. Het wild vlucht en ze volgen het spoor. Geschrokken en doodsbang door al het lawaai van musketten en geweren, dreigt het gewonde dier te ontsnappen, maar het sterft uitgeput tijdens de achtervolging.

Vivaldi

Verwerking:

Kies bij welk gedeelte je een herfsttekening wil maken.

Vivaldi (4 maart 1678-28 juli 1741) was een Italiaanse violist, priester en componist, die veel muziek heeft geschreven.

Hij schreef ongeveer 220 vioolconcerten. Hij is vooral bekend om zijn compositie: de vier jaargetijden. (Quattro stagioni). Het  werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven. Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één. Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Vivaldi werd geboren in Venetië als zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Als jongeman ging Vivaldi in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook leraar viool in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

In zijn eigen tijd werd hij niet zo gewaardeerd. Hij stierf arm, in Wenen (Oostenrijk).

Pas in de jaren dertig van de 20e eeuw was er een Amerikaans echtpaar (de schrijver Ezra Pound en de violiste Olga Rudge) dat aandacht vroeg voor Vivaldi. Ze organiseerden in 1939 het eerste Vivaldi-festival. Dat was in Siena. Na de oorlog bleef de belangstelling voor Vivaldi groot. Iedereen hield opeens van zijn muziek.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Daarom hadden sommige mensen er moeite mee.

Vivaldi had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom tegenwoordig nog zo populair.

Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen.

Vier vioolconcerten

De vier jaargetijden is dus een cyclus van vier vioolconcerten: De Zomer, de Herfst, de Winter en de Lente. Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen. In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen.

In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi virtuositeit van de solist toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden. Je hoort een klein groepje strijkers en een strijkorkest, ondersteund door een klavecimbel.

Tom Waits en de herfst

BB-ML

The last leaf on the tree
Tom Waits

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest
but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree.

When the autumn wind blows,
they’re already gone.
They flutter to the ground
‘cause they can’t hang on.
There’s nothing in the world
that I ain’t seen
I greet all the new ones that are coming in green.

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest but they won’t take me
I’m the last leaf on the tree.

They say I got staying power here on the tree,
but I’ve been here since Eisenhower
and I’ve out lived even he…

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree ..

I  fight off the snow
I fight off the hail
Nothing makes me go
I’m like some vestigial tail.
I’ll be here through eternity.
If you want to know how long.
If they cut down this tree
I’ll show up in a song.

I’m the last leaf on the tree
The autumn took the rest but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree.
I’m the last leaf on the tree.
I’m the last leaf on the tree.

Luister naar een lied van Tom Waits over de herfst… tenminste… Gaat het daar wel over, of gaat het eigenlijk over iets anders?

Mensen zeggen wel eens: “Smaken verschillen.” Wat de ene mens mooi vindt, vindt de ander niet mooi. En dat is prima.

Trouwens, “mooi” is niet altijd perse belangrijk bij kunst. Vaak vind je iets mooi, als het je raakt. Als je denkt: “Dat komt echt uit iemands hart…”

Als het een gevoel bij je oproept. Iets dat je herkent, of dat je juist niet kent, maar interessant vindt.

Luister eens naar dit lied. Kan je het vertalen? Kun je het voordragen?

Gaat dit lied echt over een laatste blad aan een boom?

Het lied is eigenlijk een soort gedicht, waarin hij een oud persoon, van wie alle mensen die hij/zij vroeger kende zijn overleden, vergelijkt met een allerlaatste blad aan een boom. Zo’n vergelijking heet een metafoor.

Wat vind je van de stem van Tom Waits? Hou je van die klank?

Over de singer/sonwriter

Thomas Alan Waits is een Amerikaans zanger, die in 1949 geboren is. Zijn stem is laag, rauw. Hij lijkt soms zelfs te grommen en hees. Misschien heeft hij geen “mooie” stem, maar het is wel een stem die iets met je doet.

Zijn muziek lijkt op rockmuziek, maar hij is een cultartiest. Hij maakt gewoon de muziek die hij zelf leuk vindt en het boeit hem niet of hij in één stijl blijft. Hij speelt ook jazz, rock… hij zingt door een megafoon… hij maakt muziek voor films (hij schreef met zijn vrouw zelfs een concert film!) … hij voegt gesproken stukken toe… Hij experimenteert er op los. Hij is ook een heel theatraal iemand. Dit lied heeft een heel erg bluesy feel.

Hij komt uit het nachtclub circuit. Hij wordt nooit door grote groepen omarmd. Hij heeft met veel grote artiesten een lied samen gedaan en veel artiesten voeren nummers van hem uit.

Wintermuziek

BB-ML

Klik op het plaatje om te luisteren naar het muziekstuk “De winter” van Litvinovsky.

De winter van Alexander Litvinovsky

Als je op de link hierboven klikt, hoor je muziek van Alexander Litvinovsky.

Hij werd in 1967 geboren in Minsk, Belarus en leeft nog steeds. Hij is dus een componist uit deze tijd.

Hij schrijft in verschillende stijlen, maar veel van zijn muziek lijkt erg op de “ouderwetse” klassieke muziek. Je kan het daarom eigentijdse klassieke muziek noemen.

Deze compositie (dit muziekstuk) van Litvinovski hoort bij een toneelstuk over een boek van Agota Kristof, dat “Het grote schrift” heet. Zo heet het hele muziekstuk ook.

“Het grote schrift” is een boek over 2 jongens in Hongarije die een hele akelige tijd beleven tijdens de tweede wereldoorlog. Het verhaal is niet bepaald een kinderverhaal. Het is een grimmig en naar verhaal.

Kun je horen aan de muziek dat het een grimmig verhaal is ? Als je niet weet wat “grimmig” betekent, zoek dat dan op.

Dit deel van het muziekstuk heet: “winter”.

Kun je horen dat het over de winter gaat?

Deze muziek is haast filmmuziek. Welke film, tekening, verhaal, of gedicht komt er in jouw hoofd op?