Sint Maarten

Uitgelicht: Het vieren van het Sint Maartenfeest

Met het Sint Maartenfeest beginnen de lichtfeesten aan het einde van het jaar.

Eigenlijk begint de hele periode van elkaar licht brengen en vrijgevig zijn al op 17 oktober. Dat is de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede. Het lied van de Haves en de Have nots past daar in de bovenbouw prima bij.

Het Sint Maarten feest op 11 november

11 november is het Sint Maartensfeest. Het is de naamdag van de heilige Martinus oftewel Maarten van Tours, die later de heilige Maarten werd. Een ander woord voor heilig is “Sint”. “Sint Maarten” betekent dus “heilige Maarten”.

Sint Maarten is altijd een bedelfeest geweest, vaak met een bedeloptocht. Ook heel vroeger al. Dat was voor sommige mensen nodig in de wintermaanden, omdat er in die tijd weinig eten te vinden was. Ook Driekoningen en het Sinterklaasfeest zijn bedelfeesten. Dat zie je nog in Limburg. Daarom was het lang een feest voor de armen. Rijke mensen wilden liever niet dat hun kinderen er aan meededen.

Pas rond 1920/1930 veranderde dat. Toen vonden de mensen dit een mooie traditie en maakten prachtige stadsoptochten. Op sommige plekken gaan kinderen langs de deuren met zelfgemaakte of gekochte lampionnen en zingen liedjes. In ruil voor hun liedje krijgen ze een snoepje.

Een naamdag is niet de verjaardag van een heilige. Meestal is het juist de dag waarop hij of zij doodging. Om die persoon te eren, maakten ze er dan een feest van.

Maarten, een romeins soldaat ….

Maar wie was die Maarten? En waarom vieren we een feest dat zijn naam draagt?

Maarten van Tours werd rond 316 geboren in Hongarije als een zoon van Romeinse ouders. Maarten werd al jong Romeins soldaat.

Toen Maarten 15 was, trok hij als soldaat naar Gallië. Hij ontmoette bij de stadspoort van Amiens een bedelaar. Hij sneed zijn mantel met zijn zwaard doormidden en gaf de bedelaar de helft. Daarom vindt iedereen hem heel vrijgevig.

Voor wie meer info wil over Romeinse soldaten:

Maarten van Tours was een soldaat in het Romeinse leger. Die hadden speciale kleding aan. Maarten bleef niet zijn hele leven een soldaat. In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours tot bisschop verkozen. In 387 stierf hij aan koorts. Hij werd op 11 november begraven in de basiliek in Tours. 11 november is dus niet zijn verjaardag, maar zijn sterfdag. Het gebeurt vaak dat de sterfdag van heilige mensen een feestdag wordt.

Een feest van vrijgevigheid …

Waarom gaf Maarten eigenlijk maar de helft van zijn mantel? Dat was geen kwestie van gierigheid. Maarten kon de andere helft niet geven, want die was niet van hem. Die was namelijk eigendom van Rome. Die betaalde voor de soldaten de helft van hun mantel. De andere helft was van hem zelf, die had hij zelf betaald. Dat moest elke soldaat doen.

Sint Maarten is een vrijgevigheidsfeest. Kinderen gaan daarom langs de deuren als bedelaars en de mensen thuis geven hen iets van hun rijkdom.

Eigenlijk is dit verhaal een Christelijke legende. Het verhaal vertelt dat Jezus ’s nachts in een droom aan Maarten verscheen en hem vertelde dat hij eigenlijk die bedelaar was geweest. Hiernaast vertelt iemand van de Vrije School dat verhaal.

Rituelen ….

Op 11 november lopen kinderen in sommige plekken in Nederland (onder andere in Utrecht, West-Friesland en Limburg) met lampionnen (keuvels) die ze zelf hebben geknutseld. Soms zijn het uitgeholde pompoenen, soms zijn ze van papier en ander materiaal.


Volksliedjes die bij het feest gezongen worden …

De kinderen zingen dan grappige liedjes, waarin ze de mensen om een snoepje vragen. Het zijn echte volksliedjes. Luister maar eens naar twee versies van dit Sint Maartenliedje en vergelijk ze.

Bij volksliedjes worden er steeds teksten bij verzonnen en er ontstaan ook variaties in de melodie. Daarom zijn er heel veel verschillende versies van zo’n liedje. Je kan bij een volksliedje dus niet zeggen “die versie is goed” of “die is fout”. Dit heeft te maken met “overlevering”. Het is net als met woordje doorfluisteren. Halverwege is de tekst veranderd.

Romeinse muziek

MB de hoogste groep-BB

Een les over de Romeinse Oudheid. Sint Maarten was ook een soldaat in het Romeinse leger.

De Romeinen begonnen 200 jaar voordat Jezus Christus geboren werd, de wereld te veroveren. Ze zijn ook in Nederland gekomen. Kijk maar eens naar het onderstaande filmpje.

De Romeinen komen naar Nederland

Bij de Rijn werd het erg moeilijk voor de Romeinen, want de Germanen wilden niet veroverd worden.

De Romeinen hebben vele wegen aangelegd. Daarover trokken ze naar allerlei gebieden om die te veroveren. Dat deden ze trouwens heel slim. Als ze een land veroverd hadden, kregen ze dezelfde burgerrechten die de Romeinen hadden en ze mochten gewoon hun eigen cultuur houden. De Romeinen namen ook goede dingen uit hun cultuur over.

Op YouTube vonden we een mooi lied dat gaat over de Romeinse legioenen (het Romeinse leger) die naar andere landen marcheren. De muziek die je in het filmpje hoort,  is niet écht uit de tijd van de Romeinen, maar het is wel marsmuziek en geeft een goed beeld van hoe de Romeinen optrokken. We zouden graag willen vertellen wie het lied geschreven heeft, maar dat konden we niet vinden.

Romeinse muziek van Synaulia
Omdat de muziek in de tijd van de Romeinen niet echt opgeschreven werd, weten we niet zeker hoe de muziek toen klonk. Maar de Romeinen maakten zeker muziek. We weten uit geschriften dat Romeinse overwinnaars in Rome muzikaal werden binnengehaald. Militaire fanferorkesten liepen mee en speelden op hun trompetten en bazuinen.

Ook weten we dat er muzikale dichters waren. De bekendste daarvan is de wrede en gekke keizer Nero. Er wordt gezegd dat hij een lied over een brand in Troje zong, toen Rome afbrandde. Er wordt beweerd dat hij die brand zelf had aangestoken, omdat het hem een mooi schouwspel leek en dat hij de Christenen daar de schuld van gaf.

Keizer Nero maakte ook muziek. Hij hield tournees en deed mee aan songfestivals. Hij won altijd, want hij nam zijn eigen publiek mee en die moesten dan verplicht voor hem klappen. Het volk vond zijn talent middelmatig en hij won ook veel te weinig oorlogen. De Romeinen waren dus geen fan van hem. 

Er is heel veel informatie over wat voor soort muziek de Romeinen maakten. Er zijn ook veel tekeningen van de instrumenten en de muzikanten uit die tijd en de muziek werd ook beschreven in boeken.

Toen in Nederland het Archeon gebouwd werd, wilden ze er ook echte Romeinse muziek laten horen. Toen ontstond er in 1995 in Leiden, in Nederland in het Rijksmuseum van Oudheden een groep, Synaulia, genaamd. Die bestond uit musici, archeologen, paleo-organologen (organologen zijn mensen die alles weten over instrumenten en hun bouw en over  toonsoorten en  in andere culturen en  paleo-organologen zijn dan gespecialiseerd in de oudheid.) Synaulia werd opgericht door de Italiaanse paleo-organoloog Walter Maionli en de choreograaf en antropoloog Natalie van Ravenstein. Deze mensen gingen al hun historische kennis over muziek en dans uit de oudheid omzetten naar echte muziek. Ze gingen de instrumenten bouwen en er muziek mee maken.

Meer muziek van Synaulia
Eerst hielden ze zich bezig met blaasinstrumenten. Hoe klonk de syrinx, de tibiae, de tuba, panfluit enz. ? Ze probeerden ze na te maken.

Daarna gingen ze zich verdiepen in snaarinstrumenten zoals de lyra, de kithara, de sambuca en pandura. De Romeinen vonden die niet uit. Dat was al gebeurd in het Nijlgebied in Mesopotamië, rond 3000 voor Christus. De Grieken hadden de lyra veel gebruikt, gemaakt van het schild van een schildpad, met snaren er overheen. De Romeinen borduurden verder op de snaarinstrumenten die al uitgevonden waren.

Vervolgens hielden ze zich bezig met ritme-instrumenten (percussie). Hoe konden ze een tympanum, een cymbal of een sistrum namaken.

 Schrijf een opstel over Nero, die meedoet aan een songfestival.