Leer een g-sleutel tekenen

MB-BB-ML

Aan het begin van een notenbalk staat vaak een muzieksleutel. Hier leer je de g-sleutel. Een andere naam is “vioolsleutel”. Hij geeft aan waar de g ligt.

Als je muziek opschrijft, gebruik je veel tekens. Dit is er één van. Deze muzieksleutel heet vioolsleutel. Ze noemen hem ook wel eens g-sleutel. Hij wijst namelijk de g aan op de notenbalk.

We gaan hem samen tekenen.

Je begint met een bolletje. Die geeft de plek van de g aan.

Dan maak je een rondje.

Een lijntje schuin omhoog.

Daarna maak je een lus.

Dan ga je hopla, recht omlaag…

Even omkrullen en tot slot weer een bolletje.

Teken de g-sleutel op het oefenblad, of pak een a 4tje en teken daar een mooie g-sleutel op die je kan versieren met kleurtjes.

Als je er een mooi kunstwerk van hebt gemaakt, kun je hem opsturen naar brievenbus@kzing.tv. Je kan ook op de brievenbus klikken.

Stuur ons jouw g-sleutel

Veel plezier!

pdf-bestand

Noten: ritme 1

OB-MB-BB

In dit filmpje legt meester Evan uit hoe je een ritme kan lezen, opschrijven en uitvoeren. Ritmes kan je opschrijven in noten. Er zijn verschillende noten. Elke noot vertelt je hoe lang een klank moet blijven klinken.

Bij het spelen van ritmes moet je goed tellen. Maar… let goed op: een tel is niet hetzelfde als een seconde! Een seconde duurt namelijk best heel erg lang. Je spreekt van te voren af hoe snel je telt. Probeer alles maar mee te doen met meester Evan.

Jullie kunnen daarna de werkbladen maken.

Je kan het blad afdrukken, maar je kan ook gewoon een wit blaadje pakken en daar zelf strepen op trekken, zodat er hokjes ontstaan waarin je 4 tellen moet zetten. Je kan de opdracht ook met een hele groep samen doen.

Klap je zelf gemaakte ritmes.

Podcast: maat 1

Hoogste groep MB-BB- ML

In deze podcast met plaatjes leer je wat de woorden “maat” en “maatsoort” betekenen in de muziek. Wat is dat nou, maat?

Je leert iets over 2-telsmaten, 3-telsmaten en 4-telsmaten.

Na afloop kan je een quiz maken en luisteren en kijken of je de maatsoorten kan herkennen.

Een podcast met plaatjes over wat “maat” nou eigenlijk is.

Deze quiz is niet gemakkelijk en misschien meer iets voor een bovenbouw. Het is fijn om het met wat mensen samen te doen. In een klas kan er bijvoorbeeld samengewerkt worden met tafelgroepjes. De quiz is ook een leuke uitdaging voor iemand die extra uitgedaagd wil worden.

Hieronder staan 8 luisterfragmenten. De vraag is steeds hetzelfde: hoeveel tellen zitten er in elke maat? Je kan kiezen uit: 2, 3 of 4.

Luister en tel mee om hoeveel er een sterkere klank klinkt. Dat is dan tel één. Tot hoeveel kan je dan steeds tellen? Tel je 1-2-3, 1-2-3…? Dan vul je 3 in. Tel je 1-2, 1-2, dan vul je 2 in. Tel je 1-2-3-4, 1-2-3-4 ? Dan vul je 4 in.

Luister eerst alle stukjes en schrijf op hoeveel tellen er in elk stukje zitten. Dan kan je deze antwoorden later in de quiz invullen. Je kan namelijk helaas niet heen en weer gaan tussen de quiz en de luisterfragmenten.

Wals van Shostakovich, gespeeld door André Rieu

Dit is het 1e luisterfragment. Het hoort bij vraag 1 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Waterloo. Abba.

Dit is het 2e luisterfragment. Het hoort bij vraag 2 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Historische mars: de British grenadiers march

Dit is het 3e luisterfragment. Het hoort bij vraag 3 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Rock around the clock, Bill Haley

Dit is het 4e luisterfragment. Het hoort bij vraag 4 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Le printemps, een lentelied van Michel Fugain en de Big bazar.

Dit is het 5e luisterfragment. Het hoort bij vraag 5 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Sosholoza, een Zuid-Afrikaans mijnwerkerslied, gezongen door het jongenskoor van Drakenberg

Dit is het 6e luisterfragment. Het hoort bij vraag 6 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

The rainbowconnection van Kermit de kikker, van de Muppets.

Dit is het 7e luisterfragment. Het hoort bij vraag 7 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Everybody needs somebody to love, van de Blues brothers

Dit is het 8e luisterfragment. Het hoort bij vraag 8 van de quiz.

Klik na het luisteren weer terug naar de site van Kzing.tv., voor het beantwoorden van de volgende quizvraag.

Dit hoort bij vraag 9. Het is geen luisterfragment, maar een vraag bij een plaatje.

Dit hoort bij vraag 10. Het is geen luisterfragment, maar een vraag bij een plaatje.

Dit hoort bij vraag 11. Het is geen luisterfragment, maar een vraag bij een plaatje.

6
Aangemaakt op

Over maat en maatsoorten

Bij deze quiz horen de luisterfragmenten of plaatjes op deze pagina. Telkens wordt dezelfde vraag gesteld: zitten er 2, 3 of 4 tellen in de maat? Luister lang genoeg om zeker te weten tot hoeveel je moet tellen. Helaas kan je niet heen en weer gaan tussen de luisterfragmenten en de quiz. Beantwoord dus eerst de vragen op papier en vul je antwoorden dan in bij deze quiz.

1 / 11

Bij luisterfragment 1. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

2 / 11

Bij luisterfragment 2. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

3 / 11

Bij luisterfragment 3. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

4 / 11

Bij luisterfragment 4. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

5 / 11

Bij luisterfragment 5. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

6 / 11

Bij luisterfragment 6. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

7 / 11

Bij luisterfragment 7. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

8 / 11

Bij luisterfragment 8. Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

9 / 11

Bij plaatje 9: Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

10 / 11

Bij plaatje 10: Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

11 / 11

Bij plaatje 11: Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

Uw score is

De gemiddelde score is 81%

0%

Noten lezen: ritme 2

MB-BB

We gaan nog even door met het leren noteren van ritme.

Leerlingen uit de hoogste groepen van de middenbouw en uit de bovenbouw kijken en luisteren eerst naar Ritme noteren 1 en maken daar alle opdrachten van.

Daarna luisteren en kijken zij naar dit filmpje. Daarin leren zij meer noten en hun waarde/duur. Ze leren ook nog iets over breuken!

Bij het spelen van ritmes moet je goed tellen. Maar… let goed op: een tel is niet hetzelfde als een seconde! Een seconde duurt namelijk best heel erg lang. Je spreekt van te voren af hoe snel je telt. Probeer alles maar mee te doen met meester Evan.

Maak daarna het werkblad. Je kan het blad afdrukken.

Je kan ook gewoon een wit blaadje pakken en daar zelf strepen op trekken, zodat er hokjes ontstaan waarin je 4 tellen moet zetten.

Je kan de opdracht ook met een hele groep samen doen.

Klap je zelf gemaakte ritmes.

Misschien zijn er mensen die de informatie graag lezen. Die kunnen het stuk hieronder lezen. Het is niet perse nodig, want meester Evan heeft alles in de film al uitgelegd.

Ritme is wat er overblijft van een liedje als je de melodie (dus hoog en laag) weghaalt. Zeg Vader Jacob eens gewoon op, in plaats van het te zingen. Dán hoor je het ritme. Als je met lepels op de pan slaat, hoor je een ritme. Op een drumstel hoor je ritmes.

Bij Vader Jacob hoor je : slaapt gij noooooggg.. Het laatste woord duurt twee keer zo lang als de twee eerste woordjes. De twee eerste woordjes duren één tel. Het laatste woord 2 tellen.

Ritme gaat over hoe lang een klank klinkt (of hoe kort 😉 ).

Hoe schrijf je zo’n ritme nou op, zodat je het onthouden kan? Daar heb je tekentjes voor. Die tekens heten

noten.

Sommige mensen vergissen zich wel eens. Die denken dat die witte en zwarte indrukdingen op de piano noten zijn. Nee… dát zijn

toetsen.

Andere mensen denken dat je noten hoort. Dat is ook niet waar. De klanken die hoort zijn

tonen.

Noten zijn dus tekens die je vertellen wat je moet doen. Precies zoals letters je vertellen welke klank je moet uitspreken.

Vorm

Aan de vorm van een letter kun je zien welke klank je moet uitspreken en aan de vorm van een noot kun je zien hoe lang je een klank moet laten klinken.

Als je gewerkt hebt met de kleurenlijn van Kzing, heb je al met ritme gewerkt. Het waren toen bolletjes en ovaaltjes. Aan die tekentjes kon je zien hoe lang je een klank moest indrukken.

De notenpiramide

Nu gaan we de tekens leren die door iedereen gebruikt worden om ritme te noteren. In ieder land gebruikt men dit.

In alle vakjes zie je 4 tellen. Als dat zo is geldt het volgende:

De eenzame noot in het bovenste vakje heet: hele noot. Hij zegt je (al is dat iets versimpeld) : hou mij 4 tellen ingedrukt. Eén noot is genoeg om het hele vakje te vullen.

De twee noten daaronder heten halve noten. Zij zeggen; hou mij 2 tellen ingedrukt. Er zijn dus 2 noten nodig om het vakje te vullen.

Daaronder zie je een halve noot met een puntje. Die noot duurt 3 tellen. In het vakje ernaast past dus nog maar een noot van 1 tel, een kwartnoot.

De vier noten daaronder heten kwartnoten. Zij zeggen: hou mij 1 tel ingedrukt. Er zijn dus 4 noten nodig om het vakje te vullen.

De acht nootjes met een vlaggetje in het onderste vakje heten achtste noten. Zij zeggen: hou mij een halve tel ingedrukt. er zijn dus 8 noten nodig om het vakje te vullen

Daarboven zie je dat ze vaak met z’n tweetjes aan een streepje staan.

Je kunt niet aan de noot zelf of aan zijn vorm zien hoe hoog of laag hij moet klinken. Daar heb je een notenbalk voor nodig, waar je de noten hoger en lager op kan tekenen.

Als je de melodie van een lied wil noteren, heb je dus een notenbalk nodig.

Muziek kan je opschrijven

MB-BB

Op deze website kun je veel leren over manieren om muziek op te schrijven.

Melodie

Je kunt leren hoe je een melodie noteert, oftewel de toonhoogte. Bij de begin oefeningen en in pianoboek 1 leren we je de Kzing-manier en als je die snapt, leren we je ook melodie te lezen met moeilijkere letterliedjes en met noten. Ook laten we je kennismaken met wat synthesia.

Ritme

Je kunt leren hoe je een ritme noteert, oftewel de toonduur. Eerst leer je de Kzing-manier en als je daar alles van snapt, leren we je echt noten lezen en laten we je zien hoe je ritme kan lezen bij synthesia.

Maat

Je kunt ook leren om de hoeveel tellen er een accent klinkt. Dat heet “de maat” van de muziek. Een accent is een sterkere (zeg maar: hardere) klank. Daardoor ontstaat er een cadans in de muziek. Er klinkt bijvoorbeeld steeds om de 4 een sterkere klank: Een twee drie vier; een, twee drie vier; een, twee drie vier… Of juist om de drie tellen …. of om de twee tellen. Dat geeft aan hoeveel tellen er in de maat zitten.

Dynamiek

Je kunt leren hoe sterk of zacht een klank moet klinken, oftewel de dynamiek.

Maar voordat we je muziek leren lezen, willen we je vertellen waarom we muziek opschrijven.

Muziek is een taal

Eigenlijk is muziek een soort taal. Een taal zonder woorden, maar wel met klanken. Als je kijkt naar jonge kindjes, hoor je al dat die geluiden maken die in hoogte en lengte verschillen. Zo laten ze horen wat ze voelen en willen. Eigenlijk spreken zij een soort “muziektaal” zonder woorden.

Geluidjes die baby’s maken

Muziek en taal bestaan uit klanken

Taal en muziek bestaan allebei uit klanken. Klanken zijn trillingen van de lucht, die onze oren horen.

Muziek en taal kun je opschrijven en lezen.

Toen er nog geen internet was, was het veel moeilijker om muziek te horen en om performances mee te maken. Door het internet, YouTube, Spotify en allerlei andere moderne media en technologie, is het veel gemakkelijker geworden om muziek en taal echt te horen.

Vroeger was dat niet zo. Als muziek gespeeld was, dan was het voorbij. Maar de mensen wilden het zich graag herinneren, omdat ze de muziek dan nog een keer konden maken.

Daarom wilden ze de klanken kunnen opschrijven. Een ander woord hiervoor is noteren. Bij taal heb je kleine tekentjes om klanken op te schrijven. Die heten “letters” en “leestekens.” Muziek kan je op veel verschillende manieren noteren.

Al heel vroeg in de geschiedenis bedachten mensen manieren om muziek op te schrijven. Ze gebruikten daar ook al snel tekentjes voor. Van die muziekstukken is niet heel veel bewaard gebleven. Maar hier is een heel oud voorbeeld

Een eerste vorm van muzieknotatie bij de Hurrieten in Mesopotamië

In de Middeleeuwen gebruikten ze tekens die op noten leken. Die tekens heetten neumen. Dat spreek je uit als noimen.

Neumen

Wat verder in de geschiedenis kwamen er goede afspraken over hoe die tekens eruit moesten zien. Het werden echte “noten”, die op een notenbalk stonden. Die gebruiken we nu nog.

Noten

Noten zijn die zwarte en doorzichtige bolletjes die op een notenbalk staan. Het zijn tekens die je vertellen welke klank je moet maken, hoe hoog die klank moet zijn en hoe lang hij moet duren. Een noot heeft een lijf en soms een stok.

Heel soms zit er nog een vlaggetje aan. Met noten kan je melodietjes lezen en ritmes lezen.

Notenbalken

Notenbalken zijn 5 lijnen boven elkaar, waar je de noten op kan tekenen. Bij het lezen van noten voor toetsinstrumenten heb je wel 2 notenbalken boven elkaar nodig. Je leest ze tegelijk.

Vergissingen

Soms vergissen mensen zich. Dan wijzen ze op de toetsen van een piano en noemen ze dat noten. Of ze horen tonen (klanken) en noemen dat noten.

Tonen

Een toon is een geluid dat een vaste hoogte heeft. Een toon heeft een bepaald aantal trillingen per seconde.

Tonen ontstaan als je op een instrument speelt, of als je een liedje zingt. Wat je hoort zijn de tonen.

Toetsen

Toetsen zijn die witte en zwarte indrukdingetjes op een keyboard of piano. De namen van de toetsen zijn letters. Je gebruikt: a, b,c,d,e,f en g. Dan begin je weer opnieuw bij a.

Noten

Noten zijn de tekens die je vertellen welke klank je moet maken, hoe hoog die klank moet zijn en hoe lang hij moet duren.

Een noot is eigenlijk net zoiets als een letter. Een letter geeft je een opdracht om een klank uit te spreken.

Ook noten geven je een opdracht. De noot g, zegt je bijvoorbeeld dat je toets g moet indrukken, of toon g moet blazen op je fluit, of de g- boomwhacker moet laten horen.

Notenbalken

Soms worden er ook andere manieren gebruikt om muziek op te schrijven dan noten op een notenbalk schrijven. Mensen kunnen bijvoorbeeld letters gebruiken om de melodie of de begeleidingsakkoorden aan te geven.

Tabulaturen

Soms schrijven mensen de grepen op die op een instrument gespeeld moeten worden. Dat heet werken met tabulaturen.

Synthesia

Een mooi voorbeeld van een andere manier van noteren zijn de synthesia, die je op YouTube veel ziet.

Een voorbeeld van een synthesia op YouTube

?

De namen van de octaafgebieden

BB-ML

Hier vind je een indeling van het toetsenbord en de “achternamen” die de toetsen krijgen.

Op een toetsenbord liggen meerdere c’s, d’s, e’s, f-fen, g’s, a’s en b’s. Hoe kan je nou weten over welke iemand praat?

Per octaaf hebben ze allemaal een “achternaam”. Dan weet je precies over welke c, d,e,f, g, a of b iemand het heeft.

Er worden tegenwoordig ook andere namen gebruikt voor de computer. Dat zijn de witte aanwijzingen.