Radetzkymars

OB-MB-BB-BBS

We luisteren naar een muziekstuk van Johann Strauss (1804-1849) Hij leefde in de periode van de Romantiek. Het is een mars. Een mars is een muziekstuk waarop je kan marcheren. Marcheren is zoals soldaten lopen: links, rechts, links, rechts, links, rechts. Je telt eigenlijk steeds tot twee 1,2/ 1,2/ 1,2… een mars staat in een tweetelsmaat. Kunnen jullie marcheren?

Je kan bij deze muziek ook een ritme verzinnen dat je meespeelt met ritme-instrumenten, of met drumstokken, ritmestokjes, of door middel van bodypercussie.

Johann Strauss senior werd 14 maart 1804 geboren in Wenen. Hij overleed 25 september 1849. Hij was een Oostenrijks dirigent, violist en componist. De vader van Johann had een herberg. Johan zelf was erg muzikaal. Toen hij vijftien jaar was, mocht hij al meespelen in een beroemd Weens orkest. Dat orkest was zo succesvol dat het in tweeën gesplitst werd. Johan mocht een helft dirigeren.

Hij kreeg ruzie en ging toen een eigen orkest beginnen. In 1835 werd hij dirigent van een Hofbalorkest.

In de tijd dat hij leefde, was er een oude generaal (Joseph Radetzky), die overwinningen behaalde in Italië. Toen zijn leger terugkeerde, maakte Strauss een mooi muziekstuk voor hem. Dat is de Radetzkymars. Het is het belangrijkste werk van Johann Strauss de oude.

De Radetzkymars wordt altijd uitgevoerd aan het eind van het Nieuwjaarsconcert in Wenen. Daar klapt het hele publiek mee. Waarschijnlijk omdat men dat toen ook al deed. Enerzijds om Radetzky te eren, op de tweede plaats omdat het op een bekend liedje uit die tijd leek en op de derde plaats omdat het wat lijkt op de Wilhelm Tell ouverturen. Als je hier meer over wil weten, klik dan op deze link.

Johann Strauss senior werd ook bekend door zijn drie zonen die ook dirigent en componist werden. Johann Strauss junior werd de Walskoning. Verder waren Josef Strauss en Eduard Strauss ook componisten.

Johann Strauss had drie zonen, die zelf ook componist werden, tegen de zin van hun vader. Johann junior wordt wel de walskoning genoemd. Hij werd een concurrent van zijn vader. Eduard en Josef werden ook componist.

De stoeltjeslift

BB

Dit lied komt uit één van de musicals van Kzing. Het verhaal speelt zich af in Oostenrijk. Er is een echtpaar dat daar al jaren op vakantie gaat, samen met hun zoon. De man van het echtpaar is het tot nu toe altijd gelukt om de stoeltjeslift te vermijden, hij heeft namelijk hoogtevrees. Maar de vrouw heeft besloten dat het er deze vakantie echt van moet komen.

Veel mensen scheppen op dat hun vader erg stoer is. Maar…. misschien is het ook wel stoer om tóch in een stoeltjeslift te gaan, terwijl je dat eigenlijk niet durft. Het is dapper en heldhaftig om te proberen of je bepaalde angsten kan overwinnen. Misschien is het helemaal niet erg als je ondertussen een beetje “piept”. Je doet het toch maar mooi. Heb jij angsten die je in de weg zitten?

Ingezongen versie uit “Op afstand”
Karaoke versie

Moeder: Er ligt een berg aan de overkant en daar moeten wij naar toe.
Vader: Zeg, vertel me eens, hoe kom je daar? k Zou niet weten hoe……..
Moeder: Ach, daar zie ik al een stoeltjeslift, dat gaat lekker snel.
Vader: Weet je zeker dat dat veilig is?
Moeder: Ach, dat zien we wel.

Samen: Met z’n 2en in een stoeltjeslift is pure romantiek.
Vader: Goh, dit lied lijkt wel een smartlap, zeg.. Wat is dit voor muziek?
Moeder: Heb je last van hoogtevrees?
Vader: Welnee, ik voel me supergoed,
maar niet wiebelen, omdat ik dan
misschien wel spugen moet.

Moeder: Kijk die mensen daar beneden eens; wat zijn die ontzettend klein.
Vader; Zeg, wanneer jij niet zou wiebelen, was dat reuzefijn.
Moeder; Hee, waarom hij jij je ogen dicht; wat ben jij een held.
Vader: Never nooit meer in een stoeltjeslift; jongen, voor geen geld.

Moeder: Nou, tot zover dan de stoeltjeslift.. Bye, bye aan romantiek.
Vader: Hou je, alsjeblieft mijn handje vast, ik voel me echt heel ziek.
Moeder: Nou, kom op maar met die hand en hou gewoon nog even moed,
want we zijn er bijna, hou nog even vol; het komt wel goed.

In dit filmpje zie je hoe twee leerlingen pantomime spelen voor een groen scherm. Later is er een filmpje van een stoeltjeslift achter gemonteerd, waardoor het lijkt of deze twee mensen in een stoeltjeslift zitten. Je hoort de stem van meester Evan als de man en de stem van juf Ellis als de vrouw. Dat komt doordat dit filmpje is opgenomen in Covid tijd. De leerlingen mochten toen niet live spelen en zingen. We hebben toen een film gemaakt en daarin veel liedjes uit eerdere musicals gebruikt.

Die film, of eigenlijk is het een mini soap in 4 delen, heet “Op afstand” en is ook op deze site te bekijken. KIik maar op deze link, dan kom je er.

Wat gaan we doen?

  • Leer het liedje en zing mee. Kies één van de twee partijen. De partij van de moeder of de partij van de vader.
  • Maak tweetallen en beeld in een pantomime de scène uit, terwijl het liedje klinkt.
  • Maak een groepje van 4 leerlingen. Bedenk een verhaaltje dat zich afspeelt in Oostenrijk. Zorg dat het landschap er een rol in speelt. Speel het verhaal uit als pantomime.

Landen en hun folklore

OB-MB-BB-OBS-BBS- ML

Ben je aan vakantie toe? Kzing neemt je mee. Op deze pagina kan je kijken naar folkloristische dansen uit de hele wereld. De fragmenten zijn soms erg lang. Je hoeft de filmpjes natuurlijk niet af te kijken.

Folklore is een verzamelnaam voor alles wat een volk maakt. Het maakt gebruik van de dingen die mensen echt bij hun eigen cultuur vinden passen. Je kan dan denken aan hun levensbeschouwing (hoe ze over het leven denken), hun gevoelens en de idealen die ze hebben.

Het is de bedoeling dat je zorgt dat je een wereldkaart hebt, waar je het land van de dans kan opzoeken. Je kunt ook met elkaar bespreken wat je van dat land weet.

Dag 1

We beginnen in Nederland en gaan verder in Europa. Folkloristische dansgroepen maken gebruik van de muziek die van oorsprong in hun land thuishoorde.

Dag 2

Door naar folkloristische dansen te kijken, maak je kennis met muziek en dans uit verschillende landen. . We geven op deze pagina geen uitleg bij de folklore van elk land, maar toch kun je veel leren over elk land, als je goed kijkt en luistert.

De ene dans spreekt je meer aan dan de andere. Door naar muziek uit andere landen te luisteren, ontwikkel je je smaak.

Dag 3

Een belangrijk element van folkloredans is de kleding die de dansgroepen dragen. Dat is vaak kleding zoals die vroeger in dat land gedragen werd.

Je ziet hier natuurlijk maar dansgroepen uit één bepaalde streek. Er is dus nog veel meer moois te ontdekken. YouTube kan je hier enorm bij helpen.

Dag 4

Je krijgt door te kijken en te luisteren dus een indruk van de geschiedenis van een bepaald land, de kleding die er ooit gedragen werd, de muziekinstrumenten die oorspronkelijk bij dat land horen en de soort muziek die er klonk . Je moet wel bedenken dat landen bestaan uit verschillende streken. Vaak had elke streek nog eens speciale dingen in zijn folklore.

Dag 5

Leerlingen die tijd over hebben na hun werk, kunnen een werkstuk maken over een land dat hen aanspreekt.

Dag 6

Sommige dansen horen een beetje bij de folklore van een land, maar zijn ontstaan vanuit de levensovertuiging van bepaalde volkeren. Het is interessant om op het internet te zoeken naar de gedachten die de volkeren hieronder bij hun dansen hebben.

Dag 7

Vond je het leuk om met ons mee op reis te gaan? Welke dans vond jij het leukste en waarom sprak die dans je het meeste aan?

Van welk land zou jij graag een dans zien? Stuur gerust een mailtje naar brievenbus@kzing.tv. Je kan ook op de brievenbus hieronder drukken.

Stuur een mail!

Zingen in klanken

MB-BB-ML

Zingen in klanken, of nepwoorden, gebeurt niet alleen in de jazzmuziek. Er zijn naast scatten, nog hele andere manieren om klanken te gebruiken. Dat heeft veel namen. In Ierland, Schotland en op het Eiland Mann noemen ze het vaak lilting. Soms noemt men het: mondmuziek.

In Oostenrijk heet het jodelen.

Al deze manieren van klanken gebruiken, hebben overeenkomsten met scatten: je gebruikt je mond als een soort muziekinstrument en er worden vaak nep-woorden gebruikt.

Luister maar eens:

De oorspronkelijke inwoners van Amerika (die wij vroeger Indianen noemden), gebruikten de letter h, heel veel. Heya, hey, ho enzovoort.. Het zijn klanken die mensen in een trance kunnen brengen. Luister maar eens naar dit lied dat zij zingen om de ziel te genezen.

Niet alleen in Oostenrijk, maar ook in China, Spanje, Zweden, Roemenië, Italië en Polen werd er veel gejodeld. Altijd bij bergvolkeren. Jodelen is een manier waarop er van bergwei naar bergwei iets verteld kon worden. Je kon er grote afstanden mee overbruggen. Het was aanvankelijk dus een communicatiemiddel.

Jiddische Klezmer muziek, luister vanaf 0.40

De muziekstijl is redelijk hetzelfde gebleven, maar groeide wel mee met de mensen. Vaak wordt er in het Jiddisch gezongen. Dat lijkt een beetje op Duits. Soms deed men met de stem instrumenten na.

Klezmer muziek is jiddische muziek. Rond 70 na Christus werden de Joodse mensen verdreven na de verwoesting van hun tempel. Zij verspreidden zich over veel landen. Ze namen veel elementen van de muziek van al die volkeren over, maar gezongen muziek bleef altijd heel belangrijk voor hen.

Ook familie en tradities waren erg belangrijk. Bruiloften werden groots gevierd. Al rond 1600 na Chr. waren er Klezmer muzikanten, die op die bruiloften speelden.

In Ierland en Schotland wordt het maken van die mondmuziek soms diddelen genoemd. Vaak klinkt het dan “rond”, dus niet zoals tik-ke, tak-ke… maar als diedeldie, diedeldie, diedeldie, dom…

Bij deze manieren van zingen, gebruiken mensen vaak “reduplicatie”: doedoedoe, dadada, nanana, noenoenoe… lalala, of wawawa of diediedie… “Reduplicatie” is een chique woord voor “herhaling”. Er wordt namelijk een deel van het woord herhaald. Soms is het alleen de klank die herhaald wordt.

Herhaling komt in heel veel talen voor. Kleine kindjes beginnen zelfs te praten met klanken zoals “nananananana” of “mamamamamama” of “papapapapapa”. Daarom heten je ouders ook “mamma” en “pappa”.

In bijna alle talen zijn er nog meer echte woorden, waar dit in zit. Denk maar aan bon-bon, cous-cous, taai-taai, kris-kras, mik-mak, ram-bam, bye-bye, doei doei… enzovoort.

Ken jij nog meer van zulke woorden?

Je hoort het ook bij woorden die klanken nabootsen. Zo’n woord heet een onomatopee. Voorbeelden hiervan zijn : tiktak, koekoek, zigzag, tjoek-tjoek…

Voor scatten en diddelen, zijn woorden zonder betekenis van belang: ba-be-ri-bop…. dibbedie, doedoedoe, ti-tit-ti… Die gebruik je op een ritmische manier.