Muzisch materiaal voor in het onderwijs en thuis
Verhaaltje van Toen. Een schip vaart op zee.
De Hoorn van Eendracht. ga jij met ons mee?
Avonturen en spanning daar houden we van.
Er valt zoveel te zien. Er valt zoveel te leren,
wanneer je een weg zoekt, naar Toen en naar Verweggistan.
Naar Verweggistan….. 3 x
We bouwen, we bouwen…
vier muren en een dak.
Met deuren en met ramen.
Daar wonen wij dan samen.
We bouwen, we bouwen…
vier muren en een dak.
Wat moet er in jouw huis,
om te zeggen: Daar voel ik me thuis!”
Het hoofd waar ik mee leef, werkt net iets anders dan het jouwe.
Ik ben niet ziek of gek of zo; ben net als jij een mens.
Ik hou alleen het meest van wat ik ken en kan vertrouwen.
Soms vind ik prikkels heftig. Ga ik over mijn grens.
Doe rustig en kom niet opeens dichtbij. Raak mij niet zomaar aan!
Praat niet te hoog, niet te veel, niet te hard.
’t Komt teveel binnen. Het maakt me verward.
En als ik niet naar je kijk, kan ik je beter verstaan.
Soms denk ik: “Wat zegt die nou?”en dan zijn het blijkbaar grappen.
Jij zegt heel vaak iets anders dan dat jij precies bedoelt.
Dat vind ik soms wel lastig en ik kan ook echt niet snappen,
dat iemand graag een trui draagt die prikt of die je voelt…
Maar ja, dat ben ik en dat hoort bij mij. Toe laat mij lekker gaan …
als ik de dingen een beetje sorteer,
of als ik stim; zeg niet iedere keer:
“Je moet precies zijn als ik. Kom op, zeg, pas je eens aan!”
De nacht die heeft de stille stad
weer stiekem donkerblauw gekleurd.
En door mijn raam zie ik precies
wat in die blauwe stad gebeurt.
Ik zie de wegen, het verkeer.
Ik zie de hoge huizen staan.
Om dat geen mens van donker houdt,
hebben ze lichten aangedaan.
Eén licht gaat aan, een ander uit,
alsof de stad een knipoog geeft
en met haar duizend lichtjes zegt:
“ Ik ben zo blij, dat jij hier leeft!”
Dit is mijn huis, dit is mijn raam,
dit is mijn stad, zo mooi verlicht!
Omdat ik niet van donker houd,
gaan mijn gordijnen mooi niet dicht.
Laat de kinderen zelf groepjes kiezen, waarbij ze erop moeten letten dat ze dit keer juist samen spelen met collega’s uit de groep met wie ze normaal niet zo vaak samenwerken. Ieder groepje moet een scène bedenken. De scène begint met een kind dat slaapt, maar om de één of andere reden voor het raam gaat staan kijken. Na afloop laat elk groepje de scène zien. Daarna mag de rest tips en tops geven.
Verdeel de groep in drie grote groepen. Die moeten samen een 3 stilstaande foto’s bedenken, van wat je kan zien wanneer je uit een raam neerkijkt op een stad in de nacht. Het eerste beeld is de uitgangssituatie. De tweede foto is een beeld van iets dat gebeurt. De derde foto is van de situatie waarin het is opgelost. Maar de stad is wel een beetje veranderd.
Je kan dit lied combineren met een kunstproject rondom de schilder Paul Klee. (1879-1940) Paul was een Duitse/Zwitserse kunstenaar die in zijn eigen tijd niet erg geliefd was. In de tijd dat Hitler aan de macht was in Duitsland, werd hij helemaal afgewezen. Paul maakte kleurrijke schilderijen en werd geïnspireerd door kunst van volkeren, kindertekeningen en tekeningen van mensen met een beperking.Tegenwoordig is zijn werk erg populair, maar in zijn eigen tijd niet. Je ziet elementen van kubisme. Hij hoorde bij een kunstenaarsgroep die “Der Blaue Reiter” genoemd werd en bij een kunstenaarsgroep die “Der Blaue Vier” genoemd werd. De laatste groep had vooral exposities in de V.S.
Wat valt je op aan Pauls kunst?
Een huis is pas een thuis,
als de mensen die er leven,
laten merken dat ze om elkaar geven
en graag samen willen zijn.
Een huis, is pas een thuis,
als je blij bent dat je er heen kan.
als je voelt: hier ben ik nooit alleen, dan
weet je, thuis voel ik me fijn.
Wat maakt jouw thuis nou zo fijn?
Dit liedje is gemaakt voor de Kinderboekenweek. Het gaat over de vraag “Wat maakt een huis tot een thuis?” Je kan het liedje meespelen met de boomwhackers. De kleuren van de boomwhackers staan in de tekst aangegeven. Op dat moment laat je dus die kleur boomwhacker horen. (C, G en F)
Probeer of je de onderstaande ritmes met het liedje kan meetikken. Gebruik ritme-instrumenten of body-percussie. Kun je de ritmes ook door elkaar heen laten horen. De ene groep doet dan bijvoorbeeld het eerste ritme, een andere het tweede en een derde groep het laatste ritme.
Maak groepjes en verzin een verhaal van een kind dat thuiskomt. Hoe reageert de familie? Wat is er bijzonder aan het thuis van dat kind. Zorg dat je verhaal een kop en een staart heeft.