Noten lezen: ritme 2

MB-BB

We gaan nog even door met het leren noteren van ritme.

Leerlingen uit de hoogste groepen van de middenbouw en uit de bovenbouw kijken en luisteren eerst naar Ritme noteren 1 en maken daar alle opdrachten van.

Daarna luisteren en kijken zij naar dit filmpje. Daarin leren zij meer noten en hun waarde/duur. Ze leren ook nog iets over breuken!

Bij het spelen van ritmes moet je goed tellen. Maar… let goed op: een tel is niet hetzelfde als een seconde! Een seconde duurt namelijk best heel erg lang. Je spreekt van te voren af hoe snel je telt. Probeer alles maar mee te doen met meester Evan.

Maak daarna het werkblad. Je kan het blad afdrukken.

Je kan ook gewoon een wit blaadje pakken en daar zelf strepen op trekken, zodat er hokjes ontstaan waarin je 4 tellen moet zetten.

Je kan de opdracht ook met een hele groep samen doen.

Klap je zelf gemaakte ritmes.

Misschien zijn er mensen die de informatie graag lezen. Die kunnen het stuk hieronder lezen. Het is niet perse nodig, want meester Evan heeft alles in de film al uitgelegd.

Ritme is wat er overblijft van een liedje als je de melodie (dus hoog en laag) weghaalt. Zeg Vader Jacob eens gewoon op, in plaats van het te zingen. Dán hoor je het ritme. Als je met lepels op de pan slaat, hoor je een ritme. Op een drumstel hoor je ritmes.

Bij Vader Jacob hoor je : slaapt gij noooooggg.. Het laatste woord duurt twee keer zo lang als de twee eerste woordjes. De twee eerste woordjes duren één tel. Het laatste woord 2 tellen.

Ritme gaat over hoe lang een klank klinkt (of hoe kort 😉 ).

Hoe schrijf je zo’n ritme nou op, zodat je het onthouden kan? Daar heb je tekentjes voor. Die tekens heten

noten.

Sommige mensen vergissen zich wel eens. Die denken dat die witte en zwarte indrukdingen op de piano noten zijn. Nee… dát zijn

toetsen.

Andere mensen denken dat je noten hoort. Dat is ook niet waar. De klanken die hoort zijn

tonen.

Noten zijn dus tekens die je vertellen wat je moet doen. Precies zoals letters je vertellen welke klank je moet uitspreken.

Vorm

Aan de vorm van een letter kun je zien welke klank je moet uitspreken en aan de vorm van een noot kun je zien hoe lang je een klank moet laten klinken.

Als je gewerkt hebt met de kleurenlijn van Kzing, heb je al met ritme gewerkt. Het waren toen bolletjes en ovaaltjes. Aan die tekentjes kon je zien hoe lang je een klank moest indrukken.

De notenpiramide

Nu gaan we de tekens leren die door iedereen gebruikt worden om ritme te noteren. In ieder land gebruikt men dit.

In alle vakjes zie je 4 tellen. Als dat zo is geldt het volgende:

De eenzame noot in het bovenste vakje heet: hele noot. Hij zegt je (al is dat iets versimpeld) : hou mij 4 tellen ingedrukt. Eén noot is genoeg om het hele vakje te vullen.

De twee noten daaronder heten halve noten. Zij zeggen; hou mij 2 tellen ingedrukt. Er zijn dus 2 noten nodig om het vakje te vullen.

Daaronder zie je een halve noot met een puntje. Die noot duurt 3 tellen. In het vakje ernaast past dus nog maar een noot van 1 tel, een kwartnoot.

De vier noten daaronder heten kwartnoten. Zij zeggen: hou mij 1 tel ingedrukt. Er zijn dus 4 noten nodig om het vakje te vullen.

De acht nootjes met een vlaggetje in het onderste vakje heten achtste noten. Zij zeggen: hou mij een halve tel ingedrukt. er zijn dus 8 noten nodig om het vakje te vullen

Daarboven zie je dat ze vaak met z’n tweetjes aan een streepje staan.

Je kunt niet aan de noot zelf of aan zijn vorm zien hoe hoog of laag hij moet klinken. Daar heb je een notenbalk voor nodig, waar je de noten hoger en lager op kan tekenen.

Als je de melodie van een lied wil noteren, heb je dus een notenbalk nodig.

Lijnen leren lezen

OB-MB-BB-ML

Wie goed wil leren muziek maken, moet goed kunnen luisteren.

1. Je moet horen of lezen of iets omhoog of omlaag gaat.

2. Je moet horen of lezen of dit in stapjes of in sprongetjes gebeurt.

3. Als het in sprongetjes gaat, moet je kunnen horen, of lezen, hoe groot die sprongetjes zijn.

Als je de stickers en namen op je toetsen hebt geplakt en alle oefeningen uit deel 1 doet, leer je dit vanzelf!

Heel veel succes!

Muziek kan je opschrijven

MB-BB

Op deze website kun je veel leren over manieren om muziek op te schrijven.

Melodie

Je kunt leren hoe je een melodie noteert, oftewel de toonhoogte. Bij de begin oefeningen en in pianoboek 1 leren we je de Kzing-manier en als je die snapt, leren we je ook melodie te lezen met moeilijkere letterliedjes en met noten. Ook laten we je kennismaken met wat synthesia.

Ritme

Je kunt leren hoe je een ritme noteert, oftewel de toonduur. Eerst leer je de Kzing-manier en als je daar alles van snapt, leren we je echt noten lezen en laten we je zien hoe je ritme kan lezen bij synthesia.

Maat

Je kunt ook leren om de hoeveel tellen er een accent klinkt. Dat heet “de maat” van de muziek. Een accent is een sterkere (zeg maar: hardere) klank. Daardoor ontstaat er een cadans in de muziek. Er klinkt bijvoorbeeld steeds om de 4 een sterkere klank: Een twee drie vier; een, twee drie vier; een, twee drie vier… Of juist om de drie tellen …. of om de twee tellen. Dat geeft aan hoeveel tellen er in de maat zitten.

Dynamiek

Je kunt leren hoe sterk of zacht een klank moet klinken, oftewel de dynamiek.

Maar voordat we je muziek leren lezen, willen we je vertellen waarom we muziek opschrijven.

Muziek is een taal

Eigenlijk is muziek een soort taal. Een taal zonder woorden, maar wel met klanken. Als je kijkt naar jonge kindjes, hoor je al dat die geluiden maken die in hoogte en lengte verschillen. Zo laten ze horen wat ze voelen en willen. Eigenlijk spreken zij een soort “muziektaal” zonder woorden.

Geluidjes die baby’s maken

Muziek en taal bestaan uit klanken

Taal en muziek bestaan allebei uit klanken. Klanken zijn trillingen van de lucht, die onze oren horen.

Muziek en taal kun je opschrijven en lezen.

Toen er nog geen internet was, was het veel moeilijker om muziek te horen en om performances mee te maken. Door het internet, YouTube, Spotify en allerlei andere moderne media en technologie, is het veel gemakkelijker geworden om muziek en taal echt te horen.

Vroeger was dat niet zo. Als muziek gespeeld was, dan was het voorbij. Maar de mensen wilden het zich graag herinneren, omdat ze de muziek dan nog een keer konden maken.

Daarom wilden ze de klanken kunnen opschrijven. Een ander woord hiervoor is noteren. Bij taal heb je kleine tekentjes om klanken op te schrijven. Die heten “letters” en “leestekens.” Muziek kan je op veel verschillende manieren noteren.

Al heel vroeg in de geschiedenis bedachten mensen manieren om muziek op te schrijven. Ze gebruikten daar ook al snel tekentjes voor. Van die muziekstukken is niet heel veel bewaard gebleven. Maar hier is een heel oud voorbeeld

Een eerste vorm van muzieknotatie bij de Hurrieten in Mesopotamië

In de Middeleeuwen gebruikten ze tekens die op noten leken. Die tekens heetten neumen. Dat spreek je uit als noimen.

Neumen

Wat verder in de geschiedenis kwamen er goede afspraken over hoe die tekens eruit moesten zien. Het werden echte “noten”, die op een notenbalk stonden. Die gebruiken we nu nog.

Noten

Noten zijn die zwarte en doorzichtige bolletjes die op een notenbalk staan. Het zijn tekens die je vertellen welke klank je moet maken, hoe hoog die klank moet zijn en hoe lang hij moet duren. Een noot heeft een lijf en soms een stok.

Heel soms zit er nog een vlaggetje aan. Met noten kan je melodietjes lezen en ritmes lezen.

Notenbalken

Notenbalken zijn 5 lijnen boven elkaar, waar je de noten op kan tekenen. Bij het lezen van noten voor toetsinstrumenten heb je wel 2 notenbalken boven elkaar nodig. Je leest ze tegelijk.

Vergissingen

Soms vergissen mensen zich. Dan wijzen ze op de toetsen van een piano en noemen ze dat noten. Of ze horen tonen (klanken) en noemen dat noten.

Tonen

Een toon is een geluid dat een vaste hoogte heeft. Een toon heeft een bepaald aantal trillingen per seconde.

Tonen ontstaan als je op een instrument speelt, of als je een liedje zingt. Wat je hoort zijn de tonen.

Toetsen

Toetsen zijn die witte en zwarte indrukdingetjes op een keyboard of piano. De namen van de toetsen zijn letters. Je gebruikt: a, b,c,d,e,f en g. Dan begin je weer opnieuw bij a.

Noten

Noten zijn de tekens die je vertellen welke klank je moet maken, hoe hoog die klank moet zijn en hoe lang hij moet duren.

Een noot is eigenlijk net zoiets als een letter. Een letter geeft je een opdracht om een klank uit te spreken.

Ook noten geven je een opdracht. De noot g, zegt je bijvoorbeeld dat je toets g moet indrukken, of toon g moet blazen op je fluit, of de g- boomwhacker moet laten horen.

Notenbalken

Soms worden er ook andere manieren gebruikt om muziek op te schrijven dan noten op een notenbalk schrijven. Mensen kunnen bijvoorbeeld letters gebruiken om de melodie of de begeleidingsakkoorden aan te geven.

Tabulaturen

Soms schrijven mensen de grepen op die op een instrument gespeeld moeten worden. Dat heet werken met tabulaturen.

Synthesia

Een mooi voorbeeld van een andere manier van noteren zijn de synthesia, die je op YouTube veel ziet.

Een voorbeeld van een synthesia op YouTube

?

1. Melodie=hoger en lager

In het vorige Weetjesboek zag je dat je hogere en lagere tonen met elkaar kan afwisselen. Tot nu toe hebben we laten zien hoe het eruitziet als je omhoog of omlaag gaat. Nu zetten we de noten naast elkaar. De tonen zijn wel hoger of lager. (Of het is dezelfde… want dat kan ook, natuurlijk!)

Zo ontstaat er een melodie. Een melodie bestaat uit hogere, lagere en even hoge/lage tonen.

Let op: tonen (die klinken), niet noten. Noten zijn de tekens op papier die je vertellen wat je moet spelen.

Als je alle namen van de toetsen/tonen kent, kan je een melodie spelen. Dat is al de helft van een liedje. Als je ritme aan de melodie toevoegt, kan je echt een liedje spelen.

Klaar met de oefeningen?
Goed gedaan,
ga dan naar boek 4!

Dyslexie

MB-BB

Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Dit woord komt uit het Grieks. Als iemand dyslexie heeft, heeft hij/zij langdurige problemen met leren lezen en het kunnen toepassen van lezen en soms ook spellen.

Dyslexie is een beperking. Dat betekent dat het iets is dat iemand een beetje tegen kan houden om iets te laten lukken. In dit geval gaat het om lezen en taaldingen. Het verdient respect als iemand met dyslexie blijft doorzetten om tóch te leren lezen.

Weet je hoe het voelt om een weg te moeten hakken,

in een jungle vol gevaren, diep verstopt in elk verhaal?

Zoveel wilde letters, die zich overal verstoppen,

die je kunnen grijpen in het oerwoud van de taal.

Weet je hoe het voelt als een boek is als een oorlog?

Elke wirwarwoordenwereld is vijandelijk gebied.

Letters zijn de vijand, willen niet begrepen worden,

dansen voor je ogen.. roepen:

“Pak me dan, als je kan… Het lukt je lekker niet!

Het refrein

En ik ben het zat”! Lees het mij maar voor,

want al die letters spannen samen tegen mij en ik draai door.

En ik ben het zat, dat ik het niet zie.

Ik heb het helemaal gehad, helemaal gehad,

met al die piep piep, piep piep, piep piep dyslexie.

Weet je hoe het voelt als je duizend dagen oefent?

Maar net als je denkt: “Ik snap het! Ik weet dat ik lezen kan.”

lijkt je hoofd opeens wel blanco; kan je weer opnieuw beginnen,

lachen alle letters roepen:

“Pak me dan, als je kan.. Het lukt je lekker niet!

Het refrein wordt herhaald en daarna, aangepast, nog eens.

Als iemand dyslexie heeft, betekent dat niet dat die persoon niet intelligent is. Ook heel slimme mensen kunnen dyslexie hebben. Als je iemand het verhaal voorleest, snapt die persoon de inhoud meestal wel. Het is heel gemeen om iemand met dyslexie te plagen. Je plaagt iemand ook niet als hij doof of blind is.

Dyslexie is vooral een probleem voor het technisch lezen.. het echt “kunnen lezen”, zeg maar. Iemand leert heel moeilijk dat de s klinkt als sssss, of iemand kan het verschil niet zien tussen een b en een d… Of iemand ziet het verschil niet tussen ie en ei…. Met dat soort problemen heeft iemand met dyslexie te maken.

Dyslexie hoeft op zich geen probleem te zijn voor begrijpend lezen. Als iemand met dyslexie uiteindelijk leert lezen, snapt hij of zij de tekst best wel. Maar doordat iemand met dyslexie ook vaak wat trager blijft lezen, raakt hij of zij vaak wat sneller afgeleid van de tekst. Iemand die hier last van heeft, merkt vaak toch ook problemen met begrijpend lezen.

Het is lastig om op school moeite te hebben met lezen. Ook verhaaltjessommen zijn dan moeilijk en ook het lezen van informatie voor wereldoriëntatievakken is zwaarder voor een persoon met dyslexie.

Als docenten op school merken dat een leerling veel meer moeite heeft met lezen dan andere leerlingen, zorgt hij of zij er vaak samen met de ouders voor dat de leerling een onderzoek krijgt om uit te vinden waar dat aan ligt. Het kan immers veel oorzaken hebben. Het zou bijvoorbeeld ook zo kunnen zijn dat iemand slechter ziet.

Vaak krijgt iemand met dyslexie remedial teaching. Dat betekent dat hij of zij extra hulp bij het lezen krijgt, vaak bij een speciale docent. Soms krijgt zo’n leerling een speciale leesmethode. Het is vaak zo dat de leerling thuis dan ook extra moet oefenen met zijn of haar ouders. Er zijn ook online middelen die iemand die moeilijk leest kunnen helpen. Sommige leerboeken zijn bijvoorbeeld ingesproken.

Als je denkt dat jouw leesproblemen misschien door dyslexie komen, bespreek dit dan met je ouders en je leerkracht.

Hieronder vind je de karaokeversie van het liedje

Over ADHD

MB-BB

ADHD is een liedje over mensen die ADHD hebben. Iemand die ADHD heeft, wordt daardoor vaak een beetje tegengehouden. Meestal krijgt hij of zij goede hulp van de docent, maar iemand met ADHD heeft ook begrip nodig van de groepsgenoten.

Ied’re dag weer hetzelfde lied: “Doe eens rustig!” Dat kan ik niet!
Altijd gaat er weer iets verkeerd. De reacties zijn geïrriteerd:
ADHD o,o, ADHD, o o o.
Ik kan het niet stoppen en dat is nou eenmaal zo.
Je moest eens weten wat dat met je doet, je hebt echt geen idee.
Maar ik doe het niet expres ik heb ADHD, ADHD, ADHD
Mensen vragen: “Word jij nooit moe?” als ik weer te uitbundig doe.
Wat ze zeggen doet mij verdriet, maar mezelf (mezelluf) stoppen kan ik niet.
ADHD o,o, ADHD, o o o.
Ik kan het niet stoppen en dat is nu eenmaal zo.
Je moest eens weten wat dat met je doet, je hebt echt geen idee.
Maar ik doe het niet expres ik heb nou eenmaal…
ADHD o,o, ADHD, o o o.
Ik kan het niet stoppen en dat is nu eenmaal zo.
Je moest eens weten wat dat met je doet, je hebt echt geen idee.
Maar ik doe het niet expres ik heb ADHD, ADHD, ADHD

Hieronder vind je de karaoke versie.

“Beperking” lijkt een naar woord, maar het betekent eigenlijk niets meer dan “die persoon kan iets iets minder goed, doordat hij last heeft van een klacht.” Als iemand een beperking heeft, ga je hem dus niet plagen.

Misschien heb je daar wel eens wat over gehoord, heb je iemand in je groep die ADHD heeft , of… misschien heb je het zelf wel…

In het filmpje krijg je heel veel informatie tegelijk: plaatjes, woorden, er wordt gezongen. Het is een druk filmpje. Dat geeft je een beetje een idee hoe mensen met ADHD informatie tot zich moeten nemen.

Als je meer wil weten over ADHD, kun je eens kijken naar de grappige strips van ADHD alien. Die zijn heel herkenbaar en er staan goede tips en veel uitleg in.

Leuke strips van Pina over ADHD alien. Iemand die zich een soort alien voelt in de wereld, doordat ze ADHD heeft. Hier lees je hoe ADHD écht is.

Mensen zeggen wel eens voor de grap dat ADHD “Alle Dagen Heel Druk” betekent. Dat is natuurlijk niet de echte betekenis van die letters. Als je ADHD hebt kan je prikkels niet goed verwerken en filteren in zijn hersenen. ADD betekent attention deficit disorder. Beperking door aandachtsgebrek. Bij ADHD heb je moeite om je op de juiste dingen te concentreren.

Eigenlijk is het juist een aandachtsteveel, want mensen met ADHD nemen alle prikkels tegelijk waar en kunnen die niet filteren. Stel je voor dat jij tv kijkt, met lego aan het bouwen bent, tegelijk de radio luistert en dan ondertussen de uitleg van je juf moet begrijpen. Je snapt dat het dan lastig is om je te concentreren op wat belangrijk is.

Sommige mensen hebben daar nog hyperactiviteit (dat is een mooi woord voor super actief zijn, oftewel wat drukker zijn.) bij. Dan komt de H van hyperactiviteit erbij en heeft iemand ADHD. Dan moeten mensen bewegen (wiebelen, friemelen, “druk doen”, etc..) , om ervoor te zorgen dat ze zich kunnen concentreren. Dat bewegen helpt hen om zich beter te concentreren.

Deze aandoening zorgt ervoor dat mensen met ADHD vaak moeite hebben om taken goed te plannen of af te ronden. Soms hebben ze een slecht inzicht in tijd en daardoor zijn ze dikwijls niet op tijd klaar.

ADHD is geen scheldwoord. Scheld dus niemand uit voor ADHD’er. Als iemand van nature een beetje drukker is, kan je niet meteen zeggen dat die persoon wel ADHD zal hebben. Of dat zo is, moet worden vastgesteld door een dokter.

Als je het hebt, kan je daar zelf niks aan doen. Natuurlijk moet iemand met ADHD zelf naar manieren zoeken om om te gaan met deze aandoening, maar het helpt als andere mensen er begrip voor opbrengen.

Dat gebeurt niet altijd, want de omgeving heeft vaak last van het gedrag van iemand met ADHD. Mensen reageren daardoor vaak heel geïrriteerd. Ze denken “Hou gewoon op” of “Doe gewoon wat je moet doen..” Maar dat lukt die persoon dus juist niet.

Als ADHD’er word je daardoor heel veel afgewezen. Mensen doen vaak boos en geirriteerd tegen je. Kinderen met ADHD hebben daardoor vaak het gevoel dat ze “het altijd gedaan hebben.” Dat kan ervoor zorgen dat je een slecht zelfbeeld krijgt. Soms zorgt het ervoor dat mensen uitvluchten zoeken, om maar geen straf te krijgen.

Als je serieus denkt dat je zelf misschien ADHD hebt, bespreek dat dan met je ouders of verzorgers. Sommige mensen hebben er iets aan als ze medicijnen krijgen om zich te concentreren. Maar dat is niet voor iedereen goed. Andere mensen kunnen geholpen worden bij het plannen van hun taken. Het helpt in ieder geval niet om er in je eentje over te blijven piekeren.

Maar het is trouwens niet alleen maar kommer en kwel voor mensen met ADHD. Omdat alles hen opvalt, hebben ze vaak een creatieve geest. Vaak zijn ze juist goed in zaken als sport, tekenen, muziek maken, dansen, of associëren. Het heet een beperking, maar kan ingezet worden als talent.

Rekenen

MB-BB

Niet voor iedereen is het gemakkelijk om sommen op te lossen. De ene mens heeft er meer moeite mee dan de andere. Sommen zijn net puzzels. Als de ene manier van uitrekenen niet werkt, kan je een andere manier proberen. Het werkblad onder het liedje kan je daar bij helpen.

Voor sommige mensen is het haast onmogelijk, omdat ze dyscalculie hebben. Dat is net zoiets als dyslexie, maar dan voor sommen. Daar moet je natuurlijk niet om lachen.

We zijn collega’s. We helpen elkaar.

Sommen kan je op verschillende manieren uitrekenen. Je moet de goede strategie volgen. Als de ene manier niet werkt, kun je een andere manier proberen.

Als je van Vragenland naar Antwoordenland wil komen, moet je durven te switchen.

Vertaling van het Handelingsmodel voor kinderen. Evan Castenmiller 2014.

De som als som, betekent, dat je de berekening kan doen zonder je er iets bij voor te stellen.

Verbeeld je de som, betekent dat je een schematische tekening maakt.

Teken de som betekent dat je het geld tekent, of groepjes dropjes tekent.

Doe de som betekent dat je er hulpmiddelen bij zoekt. Nepgeld, om een geldsom uit te rekenen, bijvoorbeeld. Of dropjes, om te snappen wat keersommen zijn.

Al deze manieren van berekenen zijn goede manieren. Soms doe je het een, soms doe je het ander.

Rekenen, een lied voor mensen die rekenen moeilijk vinden

MB-BB

Hier vind je een liedje gezongen vanuit het standpunt van iemand die moeite heeft met rekenen. Misschien heeft deze leerling wel dyscalculie, dat is een beperking waarbij je heel veel moeite hebt om te rekenen. De leerling in het lied is niet blij met zijn/haar docent.

Hoe is dat bij jullie in de klas? Helpen jullie elkaar, als goede collega’s? Het verdient respect als iemand met dyscalculie zijn/haar best blijft doen om te leren rekenen. Respect voor zoveel doorzettingsvermogen.

Ik weet niet wat dat is met mij, soms voel ik me zo dom,

want rekenen dat kan ik niet. Ik snap geen enkele som.

Doe elke keer opnieuw mijn best, maar oh, wat een verdriet…

Die sommen zijn een puzzel maar het antwoord vind ik niet.

Juffrouw, help me…zeg niet altijd:

“Vraag het and’ren in je groepje…”

Meer dan honderd is te veel juf;

dan wordt in m’n hoofd een soepje!

“Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Afkomen”

zegt de juf er dreigend bij.

Echt geen idee, juf. Ik doe toch mee, juf.

Reken zelf maar, maar niet op mij. 2 x

Ik weet niet wat dat is met mij, ’t Is niet dat ik niet wil.

Ik krijg geen cijfer op papier. Oh, was de rest maar stil.

Wanneer de klas aan ’t kletsen is, krijg ik mijn werk niet af.

Ik kan dan niet meer nadenken en dan krijg ik soms straf.

Juffrouw, help me…zeg niet altijd:

“Vraag het and’ren in je groepje…”

Meer dan honderd is te veel juf;

dan wordt in m’n hoofd een soepje!

“Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Afkomen”

zegt de juf er dreigend bij.

Echt geen idee, juf. Ik doe toch mee juf.  

Reken zelf maar, maar niet op mij. 2 x

Dit is de karaoke versie

Dyscalculie is een beperking waardoor je heel veel moeite hebt om te leren rekenen. Nou kan je niet zomaar van iemand zeggen dat hij of zij dyscalculie heeft, als hij of zij rekenen moeilijk vindt. Moeite hebben met rekenen kan veel oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld ook komen door een probleem met je concentreren. Het kan ook zijn dat je faalangstig bent, of te hoge eisen aan jezelf stelt.

Het is slim om hulp te vragen als je merkt dat het rekenen jou moeilijker lijkt af te gaan dan je groepsgenoten. Docenten kunnen dan kijken of ze iets beter kunnen uitleggen… of dat jij misschien iets meer hulp nodig hebt, of misschien alles iets langzamer mag leren. Soms kiezen ze, in overleg met ouders, ervoor om te onderzoeken wat de oorzaak is van het feit dat je moeilijk rekent.

Wat vind jij van rekenen? Ben jij juist heel goed in rekenen? Of heb jij juist een super goede leerkracht, die jou verder kan helpen? Vind je het een leuk vak?

Sommige mensen hebben moeite met rekenen. Dat is vervelend voor hen, maar ze hoeven niet te wanhopen. Natuurlijk is de ene persoon er misschien beter in dan de andere, maar de meeste mensen leren uiteindelijk goed genoeg rekenen om in het dagelijks leven alles te begrijpen.

Een goede leerkracht kan de meeste kinderen wel verder helpen. Soms hebben kinderen er genoeg aan als iemand anders uit hun groepje hen een beetje op weg helpt. Soms helpt een beetje extra uitleg van de leerkracht en soms helpt het om thuis extra sommen te maken. Af en toe mag iemand wat langer over de rekenstapjes doen.

Maar soms loopt iemand, ondanks alle hulp, toch vast met het rekenwerk. Dan wordt daar onderzoek naar gedaan. De leerling krijgt testen om te kijken of er een andere oorzaak is voor het feit dat die persoon moeite heeft met sommen. Een mens kan namelijk ook dyscalculie hebben. Dan heb je heel veel problemen bij het aanleren en automatiseren van de basisvaardigheden van rekenen en wiskunde. 

Dyscalculie is een beperking, die komt doordat je hersenen anders werken. Bij rekenen gebruikt een mens namelijk meer hersengebieden. Je hebt inzicht in cijfers nodig, maar je moet ook je taalcentrum gebruiken.

Zo iemand is dus niet dom. Trouwens dat is sowieso niet zo’n aardig woord, want iedereen heeft eigen talenten. Iemand die een beperking in het gezichtsvermogen heeft, of die niet lopen kan, scheld je toch ook niet uit?

Wat vind jij van rekenen?

Lukt het je meestal wel?

Help je zelf wel eens kinderen met hun sommen?

Krijg je genoeg hulp van je juf of meester?

2. Instrumenten en je speelapparaat

Er zijn veel verschillende instrumenten die de kleuren van de boomwhackers hebben en die je dus kan gebruiken om de liedjes van Kzing te spelen. Ieder instrument bespeel je op een bepaalde manier. Je maakt gebruik van je speelapparaat. Dat is bij elk instrument anders.

Boomwhackers houd je bijvoorbeeld in één hand vast en je slaat ermee op je andere hand. Je kan ze ook tegen de zijkant van je lijf aanslaan.

Bij andere instrumenten gaat het erom om een stokje losjes vast te houden en op een houten (xylofoon) of metalen ( klankstaven of metallofoon) plankje te slaan.

Soms druk je op een knop, zoals bij de tafelbellen.

Klankstaven

metallofoon
Tafelbellen

Bij instrumenten met toetsen kan je de stickers gebruiken, die je ook op deze site kan vinden. Je kan die bijvoorbeeld op de toetsen van een melodica plakken.

Een melodica, oftewel: blaaspiano.

Als je op een piano of keyboard speelt, is het heel belangrijk om meteen je best te doen om ontspannen te spelen. Je speelt niet alleen met je vingers piano, maar met je hele lijf.

Het meisje heeft een mooie rechte rug.
Haar schouders zijn niet opgetrokken.
Haar armen vormen een rechte lijn.
Haar billen zitten niet te ver boven haar knieën.

Alle onderdelen van je lijf die je nodig hebt om piano te spelen, noem je samen het “speelapparaat”. Je speelapparaat bestaat uit je:

  • vingers
  • handen
  • onderarmen
  • bovenarmen
  • de schouder

Als één onderdeel te gespannen is, lukt spelen niet zo goed. Daarom moet je leren vanaf het begin af aan ontspannen te spelen.

Hoe moet je zitten?

  • Ga lekker op je kruk zitten.
  • Zorg dat je voeten plat op de grond staan.
  • Je knieën zijn ongeveer in een rechte hoek gebogen. Ga niet te hoog zitten. Zorg dat je billen niet te hoog boven je knieën zijn.

Hoe moeten je handen staan?

Hier zie je hoe de handen eruitzien als ze ontspannen zijn. Je ziet ook dat het meisje op de toppen van haar vingers speelt.
  • Laat je handen lekker los langs je lijf bungelen.
  • Til ze op en breng ze zo op de piano.
  • Ze staan dan een beetje gekromd.
  • Dus je strekt ze niet. Alsof er een klein mandarijntje onder je vingers zou kunnen passen.

6. Vingerzetting

Als je op toetsen speelt, gebruik je je linkerhand én je rechterhand.

Daar zijn afkortingen voor:

L.H.  = linkerhand

R.H.  = rechterhand

Je L.H.

Vingers hebben  een nummer. Je duim is nummer 1, je wijsvinger nummer 2 enz.

Die nummers staan boven letters of noten. Dat is de vingerzetting. Met die vinger druk je de toets in.

Je R.H.  

Vingers hebben  een nummer. Je duim is nummer 1, je wijsvinger nummer 2 enz.

Die nummers staan boven letters of noten. Dan weet je met welke vinger je die moet spelen. Dat heet de vingerzetting. Met die vinger druk je de toets in.


Countrydans

OB-MB-BB-ML

Dit is een country/folk nummer. Er wordt vaak op gedanst.

Op deze pagina vind je het als speelstukje voor mensen die toetsen kunnen bespelen. Luister eerst hoe het liedje klinkt, in het filmpje. Je leest noten op de notenbalk; de begeleiding is met doedels. Je kunt ook nog naar een dans kijken, die erbij gedanst kan worden.

Skip to me Lou (vliegen in de karnemelk) is een populair Amerikaans volksliedje. Het klinkt heel erg als country muziek. Je denkt meteen aan cowboys die dansen en dat is ook niet zo gek, want het wordt vaak gezongen bij barndances (dansfeestjes is een schuur) en bij line-dance lessen.

Er staan verschillende versies van de tekst, onderaan deze pagina.

Vliegen in de karnemelk, just dance 2014

Hieronder zie je het speelstukje

Met de rechterhand speel je de melodie.

Met de linkerhand speel je doedels of akkoorden.

De vingerzetting staat erboven.

Hier zie je verschillende versies van de tekst:

Vliegen in de karnemelk. Twee aan twee.

Vliegen in de karnemelk. Twee aan twee.

Vliegen in de karnemelk. Twee aan twee.

Dans met een ander, schatje. 

Nu is ze weg. Draai in het rond.

Nu is ze weg. Draai in het rond.

Nu is ze weg. Draai in het rond.

Dans met een ander, schatje.

Flies in the buttermilk, two by two. 3 x Skip to my Lou, my darling.

She’s gone again, skip to my Lou 3 x Skip to my Lou , my darling.

I cannot dance, I lost my shoe. 3 x Skip to my Lou, my darling.

She’s gone again, skip to my Lou 3 x Skip to my Lou , my darling.

I lost my partner. What shall I do? 3x Skip to my Lou, my darling.

She’s gone again, skip to my Lou 3 x Skip to my Lou , my darling.

I’ll find another one, better than you. 3x. Skip to my Lou, my darling.

She’s gone again, skip to my Lou 3 x Skip to my Lou , my darling. Skip to my Lou , my darling. Skip to my Lou , my darling.

Andere versies:

Flies in the buttermilk, two by two.

Flies in the buttermilk, shoo, fly, shoo.

I lost my partner, what’ll I do?

I’ll get another, as pretty as you.

I’ll find another one, better than you.

Found my partner, love is true.

Little red wagon, paint it blue.

Off to Texas, two by two.

Rond 1826, in de tijd dat Abraham Lincoln jong was, was het een woordspelletje uit zuid Indiana en Kentucky. Er werden allemaal grappige regeltjes verzonnen. In het vroege Amerika vonden mensen het niet netjes als kinderen en jongeren samen dansten en de viool vonden ze een instrument van de duivel, want dat liet mensen dansen.

Maar de jongeren wilden toch dansen. Daarom gingen ze zingen en erbij klappen. Daar kon dan een dansspelletje op gedaan worden. Toen mensen meer naar het westen trokken, werd square dansen en barn-dancing wel toegestaan.

Skip to my Lou werd toen een soort dans rond 1840, waarbij iemands danspartner “gestolen” werd. Eerst sprongen koppels van twee dansers rond in een kring. Een eenzame jongen in het midden zingt: “Verloor mijn partner, wat moet ik doen?”, terwijl de meisjes langs hem dansen. Hij kiest er één uit en dan moest de overgebleven jongen in het midden zitten.

Zo konden jongens en meisjes elkaar toch een beetje leren kennen. De dans is steeds veranderd en de woorden veranderen ook nogal eens. Er wordt gezegd dat “Lou” komt, van het Schotse woord “loo” dat Love, oftewel liefde betekent.

7. Binden=legato

Binden betekent de klanken aan elkaar plakken. Niet los van elkaar spelen. Het is net een wip. Pas als de andere toets omlaag gaat, gaat de vorige toets omhoog. De klanken overlappen elkaar een beetje.

Een mooi woord voor binden is legato spelen. Probeer te oefenen met binden.

Speel de vingeroefeningen hieronder met je l.h. en met je r.h.

Op en neer  1    2

1       2       1         2

Op    en    neer    en

1        2       1        2

Heen en    weer   en

1        2       1        2

nog    een  keer   daar

1         2      1

gaat   ie     weer!

Op en neer  2    3

2        3        2       3       

Op    en    neer    en

2        3        2        3

Heen en    weer   en

2        3        2        3    

nog    een  keer   daar

2        3        2

gaat   ie     weer!

Op en neer  3   4

3        4       3        4

Op    en    neer    en

3        4       3        4

Heen en    weer   en

3        4       3        4

nog    een  keer   daar

3         4      3

gaat   ie     weer!

Assepoester

OB-MB-OBS

Juf Ellis vertelt het sprookje van Assepoester. Dat was vroeger haar lievelingssprookje. Ze heeft al haar sprookjesboeken erbij gehaald om de mooiste plaatjes voor jullie te vinden. Wat is jouw lievelingssprookje? Kan je dat navertellen? Als je heel goed luistert, kan je achteraf de vragen van de quiz beantwoorden.

Vinden jullie het eerlijk dat Assepoester het vuil van iedereen moet opruimen? Hoe gaat dat bij jullie in de groep? Heeft iedereen een taak in de klas? En bij jou thuis? Help jij je ouders?

Misschien vind je het ook wel leuk om mee te doen aan de nationale (dat betekent landelijke) Opschoondag. In 2023 valt die op 18 maart. Meer informatie vind je onder deze link.

Hieronder staat een kleine quiz. Kijk maar eens hoe goed je hebt opgelet!

8
Aangemaakt op Door admin

Assepoester

1 / 7

Wat zijn “lompen”?

2 / 7

Welk beroep had de vader van Assepoester?

3 / 7

Wat betekent “een beeldige japon” ?

4 / 7

Wie vertelde Assepoester als eerste dat het goed zou komen?

5 / 7

Waarom waren alle meisjes op het feest jaloers?

6 / 7

Waarom dacht de stiefmoeder dat de prins niet met Assepoester zou willen trouwen?

7 / 7

Wat gebeurde er op het moment dat het muiltje Assepoester paste?

Uw score is

De gemiddelde score is 44%

0%

Twee blokken

MB-BB-BB-ML

Als je naar het toetsenbord kijkt, wat valt je dan op?

Kijk eens naar de zwarte toetsen. Zie je dat ze in groepjes liggen?

Je ziet twee blokken.

Een blok van 3 witte toetsen

en een blok van 4 witte toetsen.

Hieronder zie je een blok van 3 witte toetsen.

Ze liggen rondom twee zwarte toetsen.

2 zwarte toetsen en 3 witte

Hieronder zie je een blok van 4 witte toetsen.

Ze liggen rondom 3 zwarte toetsen.

3 zwarte toetsen en 4 witte

Meer liedjes met c d e

Dit zijn de namen uit het blok van 3.

Speel de volgende liedjes ermee:

Liedje 1: De kraan   

2

c           c         c

Drup,   drup,   drup

c            c         c

Drupt   de       kraan

c            c          c         c

Wie      liet      dat       ding

c              c           c

O-         pen      staan?

l.h.  met 3

l.h.  met 4

r.h. met 3

l.h. met 4

l.h.  en r.h. samen

Laat rechts doordruppen.

Laat ze om beurten druppen.

Liedje 2: Rocken

d        c    c     c    d       c      c      c

Ik     ben dol  op  rock-mu-ziek  dus

c       d   d    d       c     d      d        d

mep  ik op   de   toet-sen   man, het

d     c     c          c    d     c     c       c

is  mis-schien  wel knet-ter-hard  maar

d        c     d   c      d   c         c

jij    hoort dat ik   rocken      kan!

l.h.  met 1

l.h.  met 2

r.h. met 2

l.h. met  3

l.h.  en r.h. samen

Liedje 3: Mieke heeft een lammetje

Zet namen van de toetsen boven de woordjes.

e

3      2     1     2           3      3    3

Mie-ke heeft een        lam-me-tje    …

2      2     2                  3     3     3

lam-me-tje     …         lam-me-tje   …

3      2     1     2           3      3    3   1

Mie-ke  heeft een       lam-me-tje zijn

2     2     3      2           1 

vacht-je is     van        wol  … … …

r.h. 3 2 1   4 3 2     5 4 3   en l.h  1 2 3    2 3 4    3 4 5  

l.h.  en r.h. samen

Liedje 4: Ga je mee

d            d                 e

Ga         je               mee  ?

d             d                e 

Naar      de              zee   ?

c         d    e     c       e      c    e    d

Gaan we sa- men    poot-je   ba-den,

d            e                   c

Kom      maar          mee!

d              e                 c

Goed       i-              dee!

r.h. 3 2 1   4 3 2     5 4 3

l.h  1 2 3    2 3 4    3 4 5  

l.h.  en r.h. samen


Liedje 5: Lisa heeft een nieuwe auto gekocht.

c     c   c      c     d     d   e  e    e    e         

Li- sa heeft een nieuwe auto gekocht.

d       d      d       e  e   d    e  

Toet toet toet.   Auto gekocht.

c     c   c      c     d     d   e  e    e    e                   

Li- sa heeft een nieuwe auto gekocht.

d       d      d     e    c           cluster

O    wat   gaat hij hard!      TOET!

Nu kun je ook met de andere toetsen gaan spelen. Klik op deze link.

11 c Schud c d e f g a

MB-BB-ML

Een liedje over een appelboom spelen op de toetsen.

Zet je 5e vinger op de g

Bij de derde regel heb je een vinger tekort. Schuif dan je hand op en zet de 5 op a.

Halverwege de regel, bij “schud, schud, de appelboom” ga je weer terug en zet je de 5 weer op g.

Ga verder met de volgende oefening

Sinterklaas Kapoentje

Dit is misschien wel het meest bekende Sinterklaasliedje dat er ooit geschreven is. Je kan het spelen op toetsen, klankstaven of boomwhackers.Je gebruikt 6 verschillende tonen: c d e f g en a. Je speelt het dus bijvoorbeeld op 6 toetsen, of 6 boomwhackers. Als je het op toetsen speelt, kom je een vinger tekort. Je zet dan aan het einde van het liedje je wijsvinger over je duim heen.

Dit liedje is in de 19e eeuw geschreven. Ook in dit liedje zit weer een ouderwets woord: “Kapoentje.” Niemand weet zeker waarom dit woord toen gebruikt is. Het kan te maken hebben met een kapoen, een haan die gecastreerd was. Die kon geen kinderen krijgen. Sinterklaas was een bisschop en die mocht ook geen kinderen krijgen. Maar het woord “kapoentje” betekende ook “boef”, “schurk”. Dat woord werd ook wel eens als liefkooswoordje gebruikt.

Op spotprenten uit de 19e eeuw kwam Klaas Kapoen voor. Die man was een slecht mens. Hij begon met te spijbelen op school, werd weggestuurd bij zijn baas. Later ging hij stelen en nog ergere dingen doen. Hij werd terechtgesteld.

Een centsprent over Klaas Kapoen

Niet iemand aan wie je denkt bij Sinterklaas, maar misschien hadden de mensen die twee namen zo vaak achter elkaar gehoord (Klaas Kapoen), dat ze er vanzelf Sinterklaas kapoen van maakten.

Van ongeveer de 15e tot de 20e eeuw werden er prenten verkocht, voor een paar centen. Soms waren het een soort kranten, maar vaak waren het ook een soort stripboeken. Als je geen geld had voor boeken, kon je voor een cent in ieder geval een prent kopen bij een marskramer, een venter of in een winkeltje.

Je leerde er spreekwoorden van, verhalen uit de literatuur, of uit de bijbel, dingen over aardrijkskunde, geschiedenis, vreemde volkeren, voertuigen, beroemde personen etc. , maar ze werden ook gebruikt om kinderen op te voeden. Ze werden gelezen, maar ook voorgelezen en naverteld aan de hand van de plaatjes. Het is niet zeker of ze alleen voor kinderen zijn gemaakt.

Nog een andere uitleg voor het woord “kapoentje”: in sommige streken werd het woord “kapoentje” w gebruikt voor een rode jurk. Omdat Sinterklaas ook een rode jurk draagt, is het woord misschien om die reden in het liedje gekomen.

We weten dus niet zeker waarom dit gekke woord in het liedje staat. Misschien wel gewoon omdat het rijmt op “schoentje..”

Voice over

ML

Deze film is voor de meeste basisschoolleerlingen te heftig. In de basisschoolsituatie kan deze film hooguit gebruikt worden als een groep te maken heeft gehad met het verlies van een klasgenoot door zware depressies. Dan nog raden wij aan om bepaalde stukjes uit te zoeken.

De voorstelling gaat over de stem van zelfkritiek die mensen soms in hun hoofd hebben. De stem die hen vertelt dat ze niet goed genoeg zijn.

De jongeren hebben zelf personages bedacht die elk hun eigen redenen hebben om zich “niet goed genoeg” te voelen.

De stem wordt ook door iemand uitgebeeld. Het is als het ware het spiegelbeeld dat tot leven is gekomen.

Pizza of patat

  • Een liedje op c d en e. In een 4-telsmaat. Als je het liedje rechts speelt, kan je 3 op e zetten, 2 op d en 1 op c. Als je het links speelt, kan je 3 op c zetten, 2 op d en 1 op c.
  • Als je allebei de handen apart hebt geoefend, kan je ook eens kijken of je twee handen dat tegelijk kunnen doen.
  • Je kan het liedje natuurlijk ook in spiegelbeeld spelen. Dan zet je allebei je duimen op de middelste c. Dat noemen we de centrale c.

Vriendjes zijn?

OB-OBS-SG-ML

Het liedje dat we zingen heet: wil jij wel mijn vriendje zijn. Het heeft dezelfde melodie en hetzelfde ritme als Mieke heeft een lammetje.

Acteren, zingen en spelen met c d e, 4-telsmaat

We gaan samen een liedje zingen over vriendschap. Maar we kunnen het lied ook spelen op melodica’s, ritme instrumenten of boomwhackers. Ook kunnen we het hebben over hoog en laag en hoger en lager.

Rustige ingezongen versie met filmbeelden
Iets snellere karaoke

Hieronder zie je hoe het liedje opgeschreven staat met kleuren en vormen.

Zullen we een spel doen met hoog en laag? Eén iemand maakt geluid. Als het een hoog geluid is, strekken we ons uit. Als het een laag geluid is, gaan we op onze hurken lopen.

Nu gaan we het liedje met boomwhackers spelen. Sommige klanken zijn 1 tel, andere 2. En de allerlaatste klank is zelfs 4 tellen.

Nu proberen we het lied te spelen.

Je leest van links naar rechts, regel voor regel.

Als je kleur aan de beurt is, bespeel je de boomwhacker.

We gaan eerst het ritme spelen, op een ritme-instrumentje.

Daarna kunnen we het op een melodie-instrument spelen.

Hoe is dat met de boomwhackers? Klinken de lange pijpen hoger of lager?

Privé muziekleerling inschrijven schooljaar 2023-2024

Lees alstublieft eerst alle informatie op deze pagina, voordat u een leerling inschrijft.

 

Op deze pagina kunnen mensen die in het schooljaar 2023-2024 privé muziekles willen volgen, zich inschrijven en de betaling voor hun privé muziekles regelen. Dat gebeurt via deze site, omdat de leerlingen dan meteen een account krijgen, waarmee zij toegang hebben tot deze website. Dat is voor hen dus gratis.

N.B.

De betaling wordt normaal gesproken in 12 gelijke termijnen afgeschreven. De eerste termijn direct bij inschrijving, de volgende 11 termijnen maandelijks. We merkten echter dat tamelijk veel leerlingen nog niet ingeschreven waren. Om ervoor te zorgen dat de betalingen toch afgerond zijn aan het einde van dit schooljaar en niet de betalingen van volgend schooljaar zullen overlappen, betaalt u het jaarbedrag dit keer in 10 termijnen. De eerste betaalt u meteen, de anderen worden maandelijks automatisch afgeschreven.

Neemt u, voordat u een leerling inschrijft, alstublieft kennis van de bindende overeenkomst die wij samen aangaan. Deze bindende afspraken kunt u vinden onder deze link .

U stemt bij inschrijving ook toe in de manier waarop wij met uw privacy omgaan. De manier waarop wij dat afspreken kunt u vinden onder deze link .

Als u op de blauwe knop bovenaan of onderaan de pagina drukt, krijgt u de keuze uit:

 
  • privéles 30 minuten
  • privéles 45 minuten
  • koppel-les 22,5 minuten ; dit kan alleen als leerlingen een koppelpartner hebben

Wanneer leerlingen in de loop van het schooljaar instromen (en dus niet alle lessen volgen en betalen), kunnen zij een mailtje sturen naar administratie@kzing.nl. Er wordt dan een betalingsformulier voor hen klaargezet met de juiste bedragen.

Poppen

OB-MB-BB

Acteren is doen alsof. Mensen kunnen op veel manieren acteren. Spelen met poppen is er daar één van.

Meester Evan is een grote fan van twee poppen die jullie allemaal kennen uit Sesamstraat: Bert en Ernie.

Er zijn twee Nederlandse stemacteurs die voor de stemmen zorgen:

De stemmen van Bert en Ernie

Een poppenspeler is eigenlijk een acteur, die als beroep een pop bespeelt. Soms beweegt de ene persoon het lijf en de handen van de pop en een ander doet de stem. Vaak doet de acteur dat allebei.

Soms zit de acteur zelfs in de pop. Denk maar aan Pino, of aan de Teletubbies. Dan zitten er mensen in een pak, die stemmetjes doen.

Heel veel poppenspelers werken in een poppentheater en sommige van hen werken op straat.

Soms bespeelt de poppenspeler de pop met de handen. Die poppen heten handpoppen Een voorbeeld van handpoppen zijn de poppen van de poppenkast. De bekendste zijn Jan Klaassen en Katrijn.

Soms is het letterlijk een handpop, zoals bij Lejo

Maar er zijn ook marionetten. Dat zijn poppen die met behulp van touwtjes of stokjes bespeeld worden.

Hiernaast zie je een pop die met touwtjes wordt bewogen.

Een ander voorbeeld zijn de Wajangpoppen, die in Indonesië gebruikt worden. Ze bewegen door middel van stokjes. Het woord Wayang betekent in het Javaans schim, of schaduw.

Buiksprekers zijn ook poppenspelers. Ze kunnen de woorden zo zeggen, dat mensen hun lippen niet zien bewegen. Dat is erg knap. Hier zie je een meisje dat buikspreker is. Ze kan zelfs zingen zonder haar lippen te bewegen.

Je hoeft geen dure pop te kopen om poppenspeler te worden. Je kunt ook gewoon een sok aan je hand doen. Het is leuk als je er oogjes opnaait, van vilt, of kraaltjes… maar het is niet per se nodig. Als je een sok aan je hand doet en een mond maakt, heb je eigenlijk al een hoofd met een mond. Als je dan tegen je kleine zusje of broertje praat, gaat die ook meestal terugpraten. De sok is gaan “leven.”

Zelfs als je niet goed kan buikspreken, maar je lippen beweegt, is dit leuk. Je kan dan experimenteren met verschillende stemmetjes. We zeggen steeds dezelfde zin, maar met een andere stem.

De zin is: “Ben je nou helemaal betoeterd!”

Zeg hem eens zoals je vader het zou doen.

Zeg de zin zoals de koningin het zou doen.

Zeg het eens zoals je kleine zusje het zou doen.

Zeg het eens zoals een politieagent het zou doen.

Zeg hem eens zoals Ernie het zou doen.

Zeg hem eens zoals Bert het zou doen.

Zeg de zin eens in jabbertalk.

Wie kan er nog meer personages met een speciale stem verzinnen?

Pak een sok en doe hem aan je hand. Dat is jouw personage. Beantwoord de volgende vragen op een blad:

Hoe heet je pop?

Hoe oud is je pop?

Waar woont je pop?

Waar is je pop het liefste mee bezig?

Wat is het grootste talent van jouw pop?

Wat voelt jouw pop? Welke emotie heeft hij/zij?

Wat vind je pop het lekkerste eten? En wat vindt je pop juist vies?

Wat vind jouw pop van naar school toe gaan?

Waar wil je pop iets over vertellen?

Is jouw pop dan de baas in het gesprek, of juist niet?

Welke stem heeft jouw pop?

Verzin samen met een vriend of een vriendin een gesprek tussen jullie poppen. Laat het personage van jouw pop (alles wat je hebt opgeschreven) goed uitkomen!

2. Letters afdrukken

Je kan kant en klare stickervellen kopen, onder andere onder deze link. Als je dat niet wil, heb je ook onze toestemming om het onderstaande vel op stickerpapier af te drukken.

Ook de letters hebben de kleuren van de boomwhackers. Je kunt de letters daarna op de goede toetsen plakken. Zo kun je werken met de methode van Kzing.

Hier een voorbeeld van de plek waar de letters op toetsen moeten worden geplakt.

  • Je kunt dit natuurlijk ook doen bij melodica’s, orgels of metallofoons.
  • Meestal staat de naam van de toon van de boomwhacker er al op en bovendien heeft de boomwhacker zelf de kleur, maar anders kan je natuurlijk ook stickers op de boomwhackers plakken.

Een eerbetoon aan Wilfried de Hert

Wilfried de Hert

geboren: 10 juni 1945, in Beveren-Waas, België

overleden: 16 oktober 2020, in Obdam, Nederland

Voor Wilfried, Michelle, Edouard, kleinkinderen en verdere familie, als steun van Patrick en Ellis.

Lieve Wilfried,

Wij vinden het erg naar dat je zo ziek bent. Om je te laten weten dat wij aan je denken en met je meeleven, delen we wat liedjes, ter bemoediging.

We weten dat muziek jou altijd goed doet en dat jij veel kracht vindt in je geloof. We zullen een kaarsje voor je aansteken.

Heel veel liefs en sterkte van Patrick en Ellis en de kinderen.

Je vindt altijd kracht in je geloof…
Een liedje over de liefde die blijft…
Wat wij wensen….
Slaapliedje voor wie bang is.
Een liedje over de schoonheid van de natuur…

Sint Maartenrap

OB-MB-BB-BBS-ML

Meester Evan heeft een rap geschreven. Je kan die met Sint Maarten rappen als je langs de deuren gaat.Een Sint Maartenrap is weer eens wat anders en de mensen leren er ook nog eens iets van over de geschiedenis van Sint Maarten! Rappen is een soort zingen zonder melodie. Je gebruikt het ritme van de woorden. Je zegt de woorden ritmisch op. Je kan beginnen met de gemakkelijke en korte versie van de rap. Als dat lukt, kan je de hele rap leren.

We hopen dat je er veel succes mee hebt!

Als je al wat beter kan rappen, kun je de hele Sint Maartenrap instuderen:

Sint Maarten op de foto

MB hoogste groep- BB

Het is bijna Sint Maarten. Dat is een mooie gelegenheid om dit verhaal te gaan naspelen. We gaan 3 foto’s maken over het verhaal van Sint Maarten.

Als je meer informatie over het verhaal wil hebben, kijk dan eens op de pagina waar de afbeelding hiernaast naartoe linkt.

We gaan niet echt foto’s maken… we gaan doen alsof, oftewel acteren. Deze manier van acteren met “foto’s” heet: tableau vivant. Hè? In de tijd van Sint Maarten waren er toch nog geen foto’s? Nee, maar we doen net alsof. Dat doe je immers bij acteren!

Letterlijk betekent “Tableau vivant” trouwens “levend schilderij.” Die vorm van acteren is namelijk ontstaan in de tijd dat er nog geen foto’s waren. In de 18e en 19e eeuw deden mensen dat vaak bij feestavondjes en politieke bijeenkomsten. De mensen trokken mooie kostuums aan en gingen mooi opgesteld in een decor staan. Ze stonden dus stil en praatten niet, maar door hun opstelling en houding vertelden ze een verhaal. Als iedereen goed stond, ging het gordijn open. Dan kon het publiek een paar minuutjes kijken.

Bij een tableau vivant gaat het er dus om dat andere mensen op het schilderij goed kunnen zien wat er verteld wordt. Daarom moeten de spelers op een bepaalde manier liggen, staan, zitten, kijken etc. De spieren van de mensen moeten goed aangespannen staan, de lichaamstaal moet goed zijn en de mimiek ook; anders ziet zo’n tableau er rommelig uit.

Voordat we de “foto’s” gaan maken, moet je weten wat het verhaal van Sint Maarten is. Daarom is het handig om eerst informatie te zoeken op de pagina waar we bovenaan naar toe linkten.

Foto’s maken van Sint Maarten

Er worden groepjes gemaakt door de leerkracht.

Elk groepje maakt (beeldt uit) 3 foto’s, oftewel “tableaux” . Elke foto beeldt een stuk uit het Sint Maartenverhaal uit. Als de leerkracht: fffffffffffffffflitss… roept, komt de volgende foto. Jullie moeten je foto’s natuurlijk in een logische volgorde laten zien.

  • De eerste foto: bijvoorbeeld, Sint Maarten rijdt als soldaat op zijn paard.
  • De tweede foto: De bedelaar zit bij de poort en Sint Maarten geeft hem een halve mantel.
  • De derde foto: Kinderen lopen langs de deuren.

Maar het mogen natuurlijk ook drie andere stukken uit het verhaal zijn. Laat je fantasie de vrije loop. Veel plezier!

Wie is de baas?

MB hoogste groep-BB

In een scène van een verhaal heeft een bepaalde speler een bepaalde status, oftewel een bepaalde “belangrijkheid.” Kijk eens naar de volgende sketch. Wie is hier de baas?

De sketch wordt gespeeld door André van Duin en Frans van Dusschoten.

André van Duin speelt een typetje.

Eigenlijk bestaan er geen hoofdrolspelers. Elke speler is van groot belang! Als de acteurs en actrices er niet allemaal zijn, kan het stuk niet gespeeld worden. Ook als je niet veel zinnen hebt, moet je toneelspelen zo gauw je op het podium staat. Je gebruikt dan stil spel. Je reageert zonder te praten op alles wat er gebeurt.

Maar er is dus wel statusverschil tussen de personages. Een goede acteur gebruikt de status van zijn/haar personage en beeldt dat goed uit.

Soms veranderen spelers van status, doordat er iets in de scène gebeurt. Dat kan heel grappig zijn. Soms worden de rollen zelfs helemaal omgedraaid. Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand een kind speelt dat niks mag terugzeggen tegen zijn moeder. Dan komt oma langs en die behandelt de moeder als een kind, waardoor de moeder niks mag zeggen en het (klein)kind wel. 

Er zijn twee soorten van status:

  1. Wie heeft er in het echte leven meer te vertellen? (De sociale status) De koning heeft meer te vertellen dan zijn lakeien. De honkbaltrainer heeft meer te vertellen dan de kinderen die honkbal spelen.
  2. Wie heeft er in de scène meer te vertellen? (De echte status in de scène). Je moet dan goed nadenken over de relatie tussen de mensen in de scène. Wie heeft het echt voor het zeggen?

Als je de verschillen tussen de statussen goed laat zien, terwijl je speelt, wordt de scène duidelijker en grappiger. Daarom moet je goed nadenken hoe je je status (de status van de rol die je speelt) goed uitbeeldt. Hoe meer je opgaat in je rol en hoe meer je laat zien wie je speelt, hoe leuker het wordt.

Samen met je medespelers moet je het verschil in relatie laten zien aan je publiek. Je moet dus goed samenwerken. Als je weet dat er een statusverandering is en jouw personage is eerst belangrijk, maar later niet, moet je daar wel in meegaan en dat goed laten zien. Je moet natuurlijk niet tegenwerken en toch de baas proberen te blijven spelen.

Hoe kun je status laten zien? Kijk nu nog eens naar deze sketch van André van Duin en Frans van Dusschoten. Wie is de baas in het begin? En in het midden? En aan het eind? Hoe weet je dat?

Je kan status laten zien door:

  • lichaamstaal: trots, borst vooruit of met gebogen hoofd of weg kijkend. Mensen met een lagere status kunnen ook terugdeinzen voor mensen met een hogere status.
  • mimiek: hoe kijk je? Bang, arrogant etc.
  • dictie: hoe je iets zegt: luid en duidelijk of zachtjes, hakkelend.

Als je met een grote groep bent, kunnen jullie je verdelen in groepjes van drie personen.

Ieder groepje krijgt een kaartje met daarop de drie rollen. Die moeten jullie zelf verdelen.

Bedenk daarna een scène waarin de status duidelijk wordt.

In het verhaal moet dan iets gebeuren, waardoor de rollen omgedraaid worden en de status verandert.

Je kan de opdracht extra moeilijk maken door af te spreken dat je in “jabbertalk” gesproken moet worden. Dat is geen echte taal, maar klanken zoals de Zweedse kok uit de Muppetshow. Verzinklanken.  Dan moet je nog meer gebruik maken van lichaamstaal en mimiek.

Ideetjes voor de kaartjes:

  1. Marktkoopman die gewoon verkoopt
  2. Marktkoopman die bijna niks verkoopt
  3. Marktkoopman die veel verkoopt
  1. Klant
  2. Baas van het restaurant
  3. Ober
  1. Deftige dame
  2. Marktkoopman
  3. Niet zo deftige dame
  1. Agent
  2. Iemand van wie iets gestolen wordt
  3. Een zwerver
  1. Slager
  2. Slagersvrouw
  3. Slagerskind
  1. Baby poes (kitten)
  2. Stoere poes
  3. Bange poes
  1. Iemand die geweldig goed kan zingen
  2. Jurylid bij The Voice
  3. Iemand die vals zingt
  1. Hele goede skater
  2. Minder goede skater
  3. Iemand die niet kan skaten
  1. Filmster
  2. Beroemde journalist die een interview wil afnemen
  3. Niet zo beroemde journalist, die een interview wil afnemen
  1. Orgelman
  2. Iemand die orgelmuziek prachtig vindt
  3. Iemand die orgelmuziek niet mooi vindt
  1. Directeur
  2. Werknemer
  3. Stagiaire
  1. Jarige
  2. Beste vriendin van de jarige
  3. Zus van de jarige
  1. Bazigste kind van de buurt
  2. Kind dat niet bazig is, maar ook niet bang
  3. Bang kind
  1. Moeder
  2. Lieve dokter
  3. Bang kind
  1. Leraar
  2. Slimme leerling
  3. Leerling die het niet snapt
  1. Wielrenner die altijd wint
  2. Verslaggever die interviewt
  3. Wielrenner die altijd verliest

Kzing op verzoek

OB-MB-BB

Kzing 
Bij kzing vinden we het leuk om materiaal op verzoek te maken voor bepaalde (les)situaties.

Heeft u, naast het aanbod dat u op deze site vindt, behoefte aan een speciaal lied, gedicht of aan een mini-musical? Wil u een eigen schoollied? Of heeft u zelf een leuk idee waarbij u graag de hulp van het team van Kzing zou willen? Neem dan gerust contact met ons op! info@kzing.nl
 
 

Getoetst in het primair onderwijs

Kzing op basisscholen
Kzing is sinds 2015 ook werkzaam op basisscholen, in reguliere lessen en in keuzecursussen. We maken en werken met thematisch materiaal aan de hand waarvan we leuke dramalessen, danslessen, muzieklessen of thematische lessen geven.

Dit wordt voor kinderen en jongeren geschreven en in de praktijk getoetst.

Drama L

Zingen, dansen, musiceren en acteren

Ook bij u op school 
Ook uw school kan gebruik maken van ons materiaal.

Het is voor een leerkracht eenvoudig en kost haast geen voorbereidingstijd of moeite. Daardoor is het kort (10 minuten) in te zetten en vaker in te zetten. Het is in hoge mate vakoverstijgend en heeft ook een brede muzische en maatschappelijke insteek.

 

kzingtv

Kzing.tv, eigentijds muzisch materiaal

Kzing.tv
Dit materiaal is nu ook voor uw school beschikbaar. U kunt een abonnement nemen op deze site: Kzing.tv.

Wanneer je regelmatig met het materiaal van Kzing werkt, voldoe je als leerkracht ruimschoots aan de eisen die gesteld worden bij de leerlijnen voor de groepen en aan de gestelde kerndoelen.

Je werkt nooit aan één geïsoleerd aspect.
 
 
PinguinsVakoverstijgend
Dit komt, zoals we al aangaven, doordat het materiaal bovenal vakoverstijgend is en vaak uitnodigt tot reflecteren. Je werkt  niet alleen aan een ritme-oefening, maar aan een ritme-oefening die ook over Afrika en het nut van regen gaat, waarbij je het kan hebben over de klimaatverandering. Je leert een gedichtje over de lente en vlinders, maar bent meteen bezig met rijmschema’s, ritme en bodypercussie.
 
 
Je werkt niet alleen aan het aanleren van een leuk lied of het doen van een teacher in role spel; je werkt tegelijkertijd ook  aan het thema weerbaar zijn.

Je luistert niet alleen naar de muziek van Debussy, maar je hebt het ook over impressionisme in de schilderkunst.
 
 

Veel van ons materiaal is maatschappij betrokken.  Denk aan een les over vrede en vrijheid in Nederland, over de ontdekking van Kaap Hoorn,  over pesten, over blij zijn met jezelf, over de seizoenen, over dyslexie hebben, over boos zijn, over hobby’s, over slavernij, over Sinterklaas, over armoede en rijkdom, over sorry zeggen, over landschappen etc. En als u iets mist op onze site, heeft u de mogelijkheid om direct aan ons te vragen of we er materiaal voor hebben of willen maken. Er ligt nog heel veel op de plank, bij Ellis en ze vindt het ook leuk om iets te maken.

Deze brede insteek heeft niet alleen te maken met het feit dat Ellis al meer dan 37 jaar muziekles aan kinderen heeft gegeven en al 16 jaar lang geëngageerd theater met kinderen maakt, met haar eigen materiaal. Evan is hier al 9 jaar bij betrokken en is als docent in het primair onderwijs goed op de hoogte van de interesse en vaardigheden van elke leeftijdsgroep. Tel daar bij op hun maatschappelijke betrokkenheid en je krijgt het materiaal van Kzing.

Keyboardles op basisscholen
Ook zijn we  bij Kzing inmiddels twee jaar bezig met het ontwikkelen van een methode  waarbij het keyboard in alle bouwen kan worden ingezet.

De leerlingen werken zelfstandig met het materiaal. Deze methode is ook op Kzing.tv. te vinden.
 
 
Geïnteresseerde leerlingen kunnen aan het einde van het jaar al heel wat leuke liedjes spelen en de overgang naar de muzieklessen op de middelbare school verloopt soepel.

We merken  dat de leerlingen door de Kzing-lessen meer algemene muzikale kennis hebben, meer gewend zijn aan verschillende soorten muziek, beter kunnen luisteren, vaker kiezen om op muziekles, dansles of theaterles te gaan en meer een eigen smaak ontwikkelen en leren om die onder woorden te brengen.

Contact

Bent u enthousiast geworden? Neem gerust contact met ons op.

Of neem een abonnement op Kzing.tv.

Vraag gerust om info: info@kzing.nl

 

Zelfstandig musiceren in de klas!

Het team van Kzing!

 

Dieren spelen

OB-MB-BB

Twee acteeropdrachten rondom het thema dieren, bijvoorbeeld voor dierendag.

Acteeropdracht: dierengevoelens

Welke dieren kennen jullie? Kies een dier.

Heeft dat dier gevoelens? Laat het dier die ook zien?

Doe eens een bange hond na.

Kunnen we verzinnen waarom de hond bang is? Doe de opdracht dan nog eens.

Doe eens een boze hond na. Waarom is de hond boos?

Doe eens een blije hond na. Waarom is de hond blij?

Doe eens een verdrietige hond na. Waarom is de hond verdrietig?

Doe eens een chagrijnige hond na. Waarom is de hond chagrijnig?

Je kan dit ook met andere dieren doen, natuurlijk.

Nog een acteeropdracht: de baas van de dierenwinkel

Iemand speelt de baas van de dierenwinkel. Op school kan dat de juf of meester zijn en thuis misschien je vader of moeder. Maar het kan ook één van de kinderen zijn.

De andere mensen die er zijn, spelen de dieren. Eén persoon mag de klant spelen.

De klant komt binnen. De baas zegt: “Welkom in mijn dierenwinkel. Ik heb veel lieve dieren. Pas als u bij een dier blijft stilstaan, gaat dat dier bewegen.”

De klant mag bij 3 dieren stilstaan. De “dieren” bij wie hij stilstaat, gaan bewegen zoals dat dier. De klant mag na afloop één van de drie dieren kiezen. Natuurlijk moet de klant wel uitleggen waarom hij voor dát dier kiest.

Dan vraagt de baas: “Hoe neemt u het dier mee? ” (In een doos, aan een riem, dragen enzovoort.)  Dat stuk verhaal spelen jullie ook af.

Daarna is er een nieuwe “baas” en een nieuwe “klant” en kiest de klant natuurlijk 3 “dieren” die nog niet aan de beurt zijn geweest.

Meer Kzing

Kzing is een veelzijdig bedrijf, met een verschillend aanbod. Wij bieden theaterlessen, privé muzieklessen, lessen kunstzinnige vorming op basisscholen en we maken muzisch materiaal voor het onderwijs.

Voor elk van deze activiteiten is een aparte website. Op deze site vindt u informatie over onze theateractiviteiten.

Hieronder vindt u linkjes naar deze andere sites. Daar vindt u de informatie over onze andere activiteiten.

Wij hopen dat u op deze site de informatie vindt waar u naar op zoek bent. Stuur ons anders gerust een mail.

Piccolo en Saxo

MB-BB-ML

Meneer Cruys Voorbergh vertelt het muzikale verhaal van André Popp, over de families van de muziekinstrumenten.

Een hoorspel is een verhaal waar je naar kan luisteren.

Piccolo en Saxo zijn een kleine fluit en een kleine saxofoon. Zij gaan met hun familie op een ontdekkingsreis. Zijn er nog andere instrumentenfamilies?

De ontdekkingsreis van Piccolo en Saxo
Muziek en verhaal André Popp,
verteld door Crus Voorbergh

Naar dit verhaal heeft juf Ellis veel geluisterd in de jaren 60/70, toen zij een kind was. Je hoort dat de meneer die het verhaal vertelt een heel goede dictie heeft. Dat wil zeggen: hij spreekt de woorden héél duidelijk uit.

De woorden zijn soms ook wat ouderwets. Maar het verhaal is dat zeker niet. Het gaat over de kleine Piccolo, die samen met zijn familie, andere muziekinstrumenten van het symfonieorkest ontmoet.

Het verhaal duurt ongeveer 30 minuten.

Schrijf, terwijl je luistert, alle namen van de verschillende muzikale families op.

Deze uitvoering is, voor zover wij weten, niet meer te verkrijgen. Andere versies van dit verhaal zijn nog wel op cd te krijgen. Mochten wij met het verwijzen naar dit materiaal op YouTube rechten schenden, neem dan contact met ons op. Dan zullen wij deze link verwijderen. 

De poppenfee

OB-MB-BB-ML

Ga je mee een pop kopen? Maar dit is wel een bijzondere poppenwinkel. De poppen hebben een mechaniekje en daardoor kunnen ze dansen. Het lijkt wel alsof ze echt leven. Maar…. als het middernacht is…..

Je kan het hele ballet bekijken, maar dat is best lang. Als je vanaf 6 minuten kijkt naar 3 verschillende poppen, kan je goed zien dat het hier om poppen met een mechaniekje gaat. Je kan ook één stukje uitkiezen. Het stukje van de babypop is dan grappig. Dat begint ongeveer bij 9.20.

Een ballet uit de Romantiek

De meeste muziek van het ballet “De poppenfee” is gecomponeerd door de Oostenrijkse componist en dirigent van het Oostenrijks ballet in Wenen, Josef Bayer. (6 maart 1852- december 1913) Bayer was goede vrienden met de bekende Oostenrijkse componist Johann Strauss. Als je die muziek kent, kan je dat misschien wel aan de muziek horen.

Hoor je hoe de pop mamma en pappa kan zeggen?

Hoe kan je zien dat sommige dansers poppen voorstellen?

Probeer zelf ook eens om te bewegen als een pop.

Wat vind je van de muziek?

Wat vind je van de kostuums?

Wat vind je van het decor?

Dit is dus klassieke muziek die uit de tijd van de Romantiek komt. De periode van de Romantiek beslaat ongeveer de 19e eeuw.

Bayer heeft muziek geschreven bij een verhaal dat gedanst wordt. Zo’n muziekstuk heet “een ballet.” 

De Poppenfee heette trouwens eerst “Im Puppenladen.” wat betekent: in de poppenwinkel. Het is één van de eerste balletten waarin het thema van de levende poppen werd gebruikt. (Denk bijvoorbeeld ook aan de Notenkraker) Er hoort een verhaal bij deze muziek. Als dat zo is, zeggen we: “dat is programmamuziek.”

Het verhaal  

Ergens is een poppenwinkel. Daar worden dansende poppen verkocht. Er komen mensen binnen die poppen willen uitzoeken. Er komt onder andere een boerenfamilie, maar ook een rijke Engelse Lord en zijn familie. De winkeleigenaar laat al zijn mechanisch dansende poppen zien. Hij heeft Chinese poppen, een Japanse pop, een harlekijk, een Oostenrijkse dame, een baby pop (die tijdens het dansen papa-mama zegt), een Morenpopje, een Spaanse pop, een Hongaarse pop, een dichter (die niet mechanish is) en een Feeën popje. Dat laatste popje is het duurste.

De Engelse Lord koopt de feeënpop. Hij geeft de winkeleigenaar er zijn hele portemonnee voor. De boer koopt de harlekijn en de Oostenrijkse pop. De winkeleigenaar belooft dat hij de poppen zal inpakken en naar de families zal toesturen. Dan gaat de winkel dicht.

De Feeënpop stapt uit haar doosje en roept de andere poppen op om dat ook te doen. Ze dansen samen met ander speelgoed dat tot leven is gekomen. Schaakstukken bijvoorbeeld, een hamer, kegeltjes etc. Om één uur stappen ze allemaal terug in hun doosjes, maar de winkeleigenaar heeft een geluidje gehoord. Hij komt de kamer binnen met een lichtje.

De doos van de Feeënpop licht op en ze stapt eruit om hem te vertellen wat ze er van vindt. Al de lichten gaan aan. De winkeleigenaar is omringd door poppen.

Dan valt het doek.

Welk gezelschap danst het ballet?

Op dit filmpje van YouTube wordt dit ballet uitgevoerd door de Vaganova balletacademie uit Rusland. Rusland is een land dat bekend staat om de hele goede balletdansers die er vandaan komen. De opleiding van de jonge dansers begint al op heel erg jonge leeftijd. Dit ballet wordt ook gedanst door mensen die in opleiding zijn.

Het werd voor het eerst uitgevoerd in 1888, in Wenen. Het libretto (de verwerking van het verhaal) en de choreografie (de danspassen, zeg maar) werden in eerste instantie waarschijnlijk bedacht door meneer Joseph Hassreiter. Hij was een Oostenrijks danser, balletmeester en choreograaf.

Elfjes

OB-MB-SO

We gaan samen naar Wonderland. Daar kan je dansen met de elfjes. Ken jij dit land?

Luister eens naar dit liedje. Misschien zijn de woorden een beetje moeilijk, maar -net als de elfjes- kan je er heel goed op dansen. Hoe zou je daar op dansen? Dans maar precies zoals jij zelf wil!

Elfjes dansen op het mos. Lange gouden haren los.

Kom maar op visite. Drink een kopje thee.

Niemand hoeft vandaag naar school. Kleine fee speelt zacht viool.

Dat wordt echt genieten. Speel maar met me mee.

En de prins die ligt te slapen. En de reus die danst hand in hand.

Een kabouter zingt een liedje. Het is feest in Sprookjesland.

Zadel zilverwitte paarden. Kom, dan gaan wij ernaartoe.

Op de vleugels van je dromen. Ben jij nog niet moe?

En de heks die is niet boos meer. Ze doet eventjes niet gemeen.

En een vlinder maakt een grapje en dan lacht echt iedereen.

Doe je ogen dicht en luister ook al ben je nog niet moe.

Op de klanken van een liedje, kan je ernaartoe.  

Doe je ogen dicht en luister ook al ben je nog niet moe,.

Op de klanken van een liedje, kan je ernaartoe.

Je eigen fantasie gebruiken

Vertellen je ouders, of je opa en oma je wel eens over dat land? Of verzin je er zelf wel eens verhaaltjes over?

Het is heel leuk om over Wonderland te fantaseren als je in bed ligt, of als je op school een rustmomentje hebt. Misschien wil je leerkracht dit verhaal wel voorlezen, terwijl jij lekker rustig zit te luisteren en in je hoofd alle plaatjes erbij maakt.

Doe je ogen maar eens dicht en gebruik je fantasie. Stel je alles wat ik je vertel, zo goed mogelijk voor.

We staan in je tuin. Het is lekker warm. Voel je de zon? Wat voor kleren draag je?

Plotseling komt er een paard naar je toe galopperen. Welke kleur heeft jouw paard? Is het zilverwit, of prachtig diepzwart? Of heeft het gouden manen?

Het paard heeft niet alleen vleugels, maar ook benen. Aan de teugels zitten zilveren en gouden belletjes, die vrolijk klingelen.

Jij kent dat paard wel. Jij hebt er al eens eerder op gereden. Jij weet hoe het paard heet. Hoe heet je paard?

Je klimt op de rug van het paard. Het begint te lopen. Steeds sneller, sneller… Je gaat zo snel als de wind.

Plotseling begint je paardje met de vleugels te wapperen en je voelt dat je vliegt.

Je ziet de stad onder je verdwijnen en je vliegt door de witte en blauwe wolken. Dat is een fijn gevoel.

Na een tijdje voel je dat je gaat dalen.

Je paardje gaat rustig in een groene weide zitten.

Er is een gouden poort. Daar ga je doorheen.

Plotseling ben je in Wonderland. Om je heen zie je grote paddenstoelen, kleine huisjes, prachtige bloemen en hoge bomen, waarin heel veel lichtjes hangen.

Dit is het land waar de elfen wonen. Hoe ziet het eruit?

Wat ga jij doen in Sprookjesland?

Misschien wel naar de kermis, of misschien ga je wel dansen met de elfjes.

Plotseling komt er een sprookjesfiguur op je af lopen. Wie is dat?

Je krijgt een cadeautje van hem of haar. Wat krijg je?

Hij heeft ook nog iets aan je te vertellen. Wat wil hij of zij je vertellen?

Hij of zij neemt je mee naar de elfenkoning en de elfenkoningin. Daar drink je een lekker glaasje nectar, uit het dopje van een eikeltje.

Plotseling komt je paardje weer aan galopperen. Het is tijd om naar huis te vliegen.

Je stapt op de rug van je paardje. Je vliegt weer door de wolken.

Het paardje brengt je terug in je eigen tuin.

 
 

  •  

Nieuwe herfstmuziek

BB-BBS

Er bestaat veel mooie herfstmuziek. Van Vivaldi, tot The brothers four en Blof toe. Heel veel van die herfstmuziek is een beetje droevig van toon.

Kzing maakt andere herfstmuziek.

We hebben nog geen ingezongen versie van dit lied. Als je wil dat we die maken, stuur dan even een mail naar info@kzing.nl

Waarom zijn alle liedjes in de herfst toch zo treurig?
Waarom zo in mineur en waarom zo melancholiek?
Het licht lijkt wel op honing en de bladeren zijn kleurig.
We moeten niet zo zeuren…
Tijd voor nieuwe herfstmuziek.

Kijk dit blad dat was eerst groen… en nu…
is het oranje, dan kan je wel doen,
of dit heel erg droevig is,
maar dan heb je het mis!

Dus zing een vrolijk liedje als het regent in de straten.
De wind verjaagd wat oud is. De herfst is echt uniek.
Geniet van de kastanjes. Laat anderen maar praten
en zie wat er van goud is.
Tijd voor nieuwe herfstmuziek!

Word je melancholiek van de herfst, of niet?

Eigenlijk is droevig niet het goede woord. De muziek is melancholiek. Je voelt je dan vaag droevig, je verlang naar iets, maar je weet niet precies wat. Soms herinner je je iets waar je met heimwee aan terugdenkt. Kennen jullie dit gevoel? Waarom zou veel herfstmuziek dat gevoel oproepen, denk je?

Is het jullie wel eens opgevallen dat veel herfstmuziek wat melancholiek van toon is? Een beetje nadenkend, een beetje droevig.. alsof je ergens heimwee naar hebt. Waarom zou dat zo zijn, denk je?

Als je niet precies snapt wat we bedoelen, zou je eens kunnen luisteren naar het nummer Oktober, van de band Blof.

En zij zijn niet de enigen die dit zo voelen. Ook de Brothers four ervaren de herfst zo. Luister maar eens naar hun lied over September.

Hier vind je de versie dat ze jong zijn.

Onder deze link hoor je het hen zingen in de herfst van hun leven 

Hoor je verschil? Welke versie vind je mooier en waarom? Vind je dat vrolijke herfstmuziek kan bestaan? 

Je zou ook juist heel blij kunnen worden van de herfst. Niet voor niets spreken we wel eens van het oogstseizoen.

Vivaldi, een componist in de barok, heeft voor zijn stuk “De vier jaargetijden” wél vrolijke herfstmuziek geschreven.

De herfst, uit de vier jaargetijden, van Antonio Vivaldi. Een componist uit de Barok. 

Het regent

OB-MB
Hier vind je een liedje dat je opa en oma ook zongen, toen ze klein waren. Je kan er ook op dansen. Er zit een stukje muziek in uit een ouderwetse musicalfilm (Singing in the rain), waarin Gene Kelly danst. Daar kan je ook even naar kijken.

Zo’n liedje dat iedereen kent, noemen we een volksliedje. Het hele volk kent het. Je opa en oma leerden het aan je vader en moeder en die hebben het weer aan jou geleerd.

Zo werd het liedje doorgegeven. Maar…. wat gebeurt er als je in een kring een woordje door fluistert? Doe dat maar eens.

Heb je gemerkt dat de woorden dan vaak een beetje veranderen? Dat gebeurt ook met die doorgeefliedjes. Die noem je volksliedjes, omdat het hele volk het zingt. Daardoor zingen sommige mensen het liedje net een beetje anders dan bij jullie in de familie wordt gedaan.

Het regent, het regent, de straten worden nat.
De bomen en de bloemetjes, die gaan vandaag in bad.
Het regent, het regent, maar ik blijf lekker droog.
Ik heb een parapluutje en dat hou ik mooi omhoog!

Het regent, het regent, de straten worden nat.
De bomen en de bloemetjes, die gaan vandaag in bad.
Het regent, het regent, maar ik blijf lekker droog.
Ik heb een parapluutje en dat hou ik mooi omhoog!

Bij Kzing hebben we er expres wat woordjes bijgemaakt.

Ook hebben we er een tussenstukje met alleen muziek aan toegevoegd. Dat muziekje komt uit een musicalfilm die “Singing in the rain” heet. Dat betekent: “Zingen in de regen.” Je ziet een meneer die zo erg verliefd is dat hij het niet erg vindt dat het regent. Hij zingt een liedje in de regen.

Die meneer wordt gespeeld door Gene Kelly. Dat is een musicalster van vroeger die heel erg goed kon zingen en dansen.

Kijk maar eens naar een stukje uit die musicalfilm. Begin iets verder in de film, bij 0.37.

I’m singing in the rain

Dan gaan we nu het liedje leren. Luister maar of je het muziekje uit de film erin kan horen.

Het is leuk om in dat tussenstukje een dansje te verzinnen met kleine parapluutjes. Je kan er op leunen, je kan hem als een stok heen en weer bewegen, omhoog en omlaag doen. Verzin simpele pasjes, maar let op dat je niemand zeer doet.

Je doet alsof je met je laarzen aan in de plassen springt. Je kan ook doen alsof je een paraplu hebt.

Ook al heb je geen echt parapluutje, toch kan je doen alsof je er één in je handen hebt. Je doet hem zogenaamd open en dicht. Je houdt hem omhoog en omlaag.

Doen alsof, is toneelspelen. Een mooi woord daarvoor is “acteren.”

Je kan ook het geluid van de regen nadoen in het tussenstukje. Dat doe je met je lijf:

Eerst met de vingers tikken op de handpalm, daarna harder tikken, wrijven over de handpalmen en tenslotten stampen voor het onweer. Daarna kun je alle geluiden omgekeerd laten terugkomen. Dan houdt de regen op.  

 
 

Barcarolle/ Gondellied

MB-BB-BBS-ML

Vandaag gaan we naar de kanalen van Venetië, een stad in Italië, waar je met boten doorheen kan varen.

We hebben een nieuwe tekst gemaakt op de muziek van meneer Offenbach. We hebben een versie gemaakt die tweestemmig gezongen kan worden in een groep. De stemmen kunnen apart geoefend worden.

Verder op deze pagina kan je de echte muziek horen en alles over deze muziek leren.

De ingezongen tweestemmige versie

De karaoke versie

Wil je door Venetië varen?
Ga met een gondel mee.
In de morgen, middag of avond.
’t Is echt een goed idee.

Bruggen, kerken en paleizen vol geschiedenis.
Iedereen kan zien hoe mooi Venetië wel is.
Jij kijkt om je heen, naar het moois dat je ziet.
En de gondelier, zingt een prachtig mooi lied.

Wil je door Venetië varen?
Ga met een gondel mee.
In de morgen, middag of avond.
’t Is echt een goed idee.

De eerste stem alleen
De tweede stem alleen

Hier vind je de originele Franse woorden en daarnaast een ruwe vertaling. Die kan trouwens niet op de melodie worden meegezongen.

Belle nuit, ô nuit d’amour
Souris à nos ivresses
Nuit plus douce que le jour
Ô,belle nuit d’amour!

Le temps fuit et sans retour
Emporte nos tendresses
Loin de cet heureux séjour
Le temps fuit sans retour

Zéphyrs embrasés
Versez-nous vos caresses
Zéphyrs embrasés
Donnez-nous vos baisers!
Vos baisers! Vos baisers! Ah!

Belle nuit, ô, nuit d’amour
souris à nos ivresses
Nuit plus douce que le jour,
Ô, belle nuit d’amour!

Ah! souris à nos ivresses!
Nuit d’amour, ô, nuit d’amour!
Ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah!

Mooie nacht, oh, nacht van liefde,
glimlach om onze vreugde!
Nacht, veel zoeter dan de dag
Oh, prachtige nacht van de liefde!

De tijd vliegt voorbij en draagt altijd onze liefkozingen
En ver van deze gelukkige tijd,
Vliegt de tijd zonder terug te keren.

Brandende bries,
Omhels ons met je strelingen,
brandende bries,
geef ons je zoenen.
Je zoenen! Je zoenen! Oh!

Mooie nacht, oh, nacht van liefde,
glimlach om onze vreugde!
Nacht, veel zoeter dan de dag
Oh, prachtige nacht van de liefde!

Glimlach om onze dronken vreugde!
Nacht van liefde, oh, nacht van liefde!
Ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah! ah!

Over de componist

Jacques, eigenlijk Jakob, was van Duitse afkomst. Hij was een componist, cellist en dirigent, maar leefde en werkte in Frankrijk en daarom noemt men hem een Franse componist. Hij componeerde veel grappige opera’s. Een opera is een stuk waarbij alles gezongen wordt. Later werden dat operettes. Een operette is eigenlijk de voorloper van de musical. De scènes worden gesproken, maar tussendoor worden er liederen gezongen. Die liederen heten aria’s.

Venetië

In Italië is een stad waar er tussen de huizen water is. Je loopt er natuurlijk ook wel kleine stukjes, maar veel straten bestaan uit water. Mensen verplaatsen er zich per boot. Tegenwoordig zijn er best ook moderne boten, maar vroeger waren het vooral prachtige gondels, die bestuurd werden door een gondelier; die roeide de boot voort. Als mensen verliefd waren, gingen ze graag in de avond in zo’n bootje zitten om door het mooie Venetië te varen. Dat kan nu nog. Veel toeristen doen dat ook.

Gondeliers zongen dan soms mooie liedjes, vaak in een driekwartsmaat. Dat is een “barcarolle”; een bootliedje dus. Denk nu niet dat alle gondeliers tegenwoordig zingen, terwijl ze mensen op maandagochtend naar hun werk vervoeren. Het is immers ook niet zo dat alle Nederlanders klompen dragen, toch? Maar soms doen ze het toch nog wel eens voor de toeristen.

Hier vind je bladmuziek van de Barcarolle van Offenbachhttps://www.stretta-music.nl/offenbach-barcarolle-nr-608776.html

Over het stuk

Later gingen componisten muziek maken in de stijl van zo’n gondellied. En dat heeft Hoffmann ook gedaan. Offenbach gebruikte het verhaal van meneer Hoffmann, een Duits schrijver en componist. Het gaat over meneer Hoffmann die verschillende ongelukkige liefdes heeft. Hij komt zelf als personage voor in de opera.

Offenbach heeft niet meer meegemaakt dat zijn opera werd uitgevoerd, maar voor zijn dood waren de repetities wel al begonnen.

Er zijn meerdere componisten die barcarolles hebben geschreven.

Herfstverhaal

Hogere groepen MB- BB

Verzin in groepjes van vier een toneelstukje over de herfst.

We gaan onze fantasie gebruiken om zelf een herfstverhaal te verzinnen waarin ook planten voorkomen. Dat verhaal gaan we acteren… oftewel… we gaan zelf een toneelstuk verzinnen.

Er zijn een paar regels:

  1. Het verhaal speelt zich af in het bos
  2. In het verhaal moeten deze vier zinnen voorkomen:
  • Het bos, natuurlijk!
  • Maar waarom dan?
  • Lust jij geen appeltaart?
  • Draag dan ook laarzen!
Het bos natuurlijk!
Lust jij geen appeltaart?
Maar waarom dan?
Draag dan ook laarzen !

Hoe pak je dit aan?

  • Verzin welke personages jullie zijn.
  • Verzin waar het verhaal zich afspeelt.
  • Verzin of het zich afspeelt in het verleden, het heden of de toekomst.
  • Zorg dat jullie toneelstuk een begin, een midden en een eind heeft.
  • Spreek luid en duidelijk, zodat je publiek je kan horen.
  • Zorg ervoor dat het publiek je kan zien.
  • Gebruik lichaamstaal en mimiek.

3. Stickers plakken

Hierboven zie je een stukje toetsenbord. Er zijn witte en zwarte toetsen.

  • Elke toets heeft de naam van een letter.
  • Die hoort bij de toon die klinkt.
  • We hebben elke toets een eigen kleurtje gegeven.
  • We gebruiken voor de boomwhackers dezelfde kleuren en namen.
  • Links op het toetsenbord is laag.
  • Rechts op het toetsenbord is hoog.
  • Als je steeds een toets naar rechts gaat, worden de tonen die klinken hoger.
  • Ga je steeds een toets naar links, worden de tonen die klinken lager.
  • Als je twee keer dezelfde toets indrukt, klinkt er twee keer dezelfde toon.

Doe een spelletje met iemand. Jij doet je ogen dicht. De ander slaat 2 toetsen aan. Is de tweede klank hoger of lager dan de eerste? Wissel dan om. Je kunt ook de quiz maken, die op deze pagina staat.

2
Aangemaakt op Door admin

Over het toetsenbord 1

1 / 6

Is een toets hetzelfde als een toon?

2 / 6

Waar of niet waar. Er zijn alleen maar witte toetsen.

3 / 6

Waar of niet waar. Als je twee keer dezelfde toets indrukt, klinkt de tweede toon hoger.

4 / 6

Ik druk een toets in die helemaal aan de rechterkant van het toetsenbord ligt. Klinkt er een hele hoge toon, of een hele lage?

5 / 6

Ik druk een toets in. Daarna druk ik een toets in die twee stapjes meer naar links ligt. Klinkt er een hogere of een lagere toon?

6 / 6

Ik druk een toets in. Daarna druk ik een toets in die rechts van de vorige ligt. Ga ik omhoog of omlaag?

Uw score is

De gemiddelde score is 67%

0%

Je kunt stickers in deze kleuren op je toetsenbord van je keyboard, piano, accordeon of melodica plakken.

Onder deze link vind je rondjesstickers.

Onder deze link vind je letterstickers.

De kleuren zijn hetzelfde als de kleuren van boomwhackers. Er zijn kleurstickers, maar er zijn ook letterstickers. Je vindt ze op de site.

Vraag om regen

-MB-OBS-BBS

Op deze pagina leer je een (meerstemmig) lied waarin mensen vragen om regen. De verschillende partijen kunnen door elkaar heen gezongen worden.

Bij het maken van dit lied werd juf Ellis geïnspireerd door het prachtige lied “Rain, beautiful rain”, van de groep Ladysmith black Mambazo.

Je kunt ook op dit lied dansen. Het is een soort regendans dus.

Je kan bij dit lied ook een bodypercussie doen.

Voor de middenbouw is het lied erg moeilijk, maar zij kunnen wel het stukje van owee, owee (stukje 4) leren zingen.

ingezongen versie
Karaoke versie

Stukje 1
Regen, vruchtbare regen.
De aarde is zo droog en zegt: “Ik kan er niet meer tegen!”
Regen, vruchtbare regen.
Kom, druppel naar beneden, want de aarde heeft zo’n dorst.

Stukje 2
Regen, regen, o vruchtbare regen,
Kom druppel op de mensen neer en doe niet zo verlegen.
Regen, regen, o vruchtbare regen.
Kom, druppel naar beneden, want de aarde heeft zo’n dorst.

Stukje 3
Regen, vruchtbare regen,
Ik heb zo’n zin in modder en in water op de wegen.
Regen, vruchtbare regen,
Kom, druppel naar beneden, want de aarde heeft zo’n dorst.

Stukje 4
Owee, Owee…. Owee, owee.
Owee, Owee…. Owee, owee.
Owee, Owee…. Owee, owee.
Owee, Owee…. Owee, owee.

Stukje 5
Kom, o, kom… Kom, o, kom…
Kom, o, kom… Kom, o, kom…
Kom, o, kom… Kom, o, kom…
Kom, o, kom… Kom, o, kom…

Meerstemmigheid

Het liedje begint ermee dat alle 5 de partijen apart gezongen worden. Als je er goed naar luistert, kun je ze goed leren. Voor de onderbouw is het genoeg om alleen het eerste stukje te leren.

Uiteindelijk kan je deze 5 partijen ook door elkaar zingen. Dat heet “meerstemmigheid.”

Dan zingen de groepen door elkaar. Er komt steeds een groep bij.

Je zingt verschillende ritmes door elkaar. Dat past bij het Afrikaanse karakter van dit lied. In de Afrikaanse muziek is ritme heel belangrijk. Het is leuk om ook ritme instrumenten te gebruiken bij dit lied.

Doe een bodypercussie na het zingen van dit lied:

Leer hier meer over een bodypercussie die je bij deze les kan doen

Perpetuum Jazzile is een muziekgroep uit Slovenia. Zij zijn bekend geworden via YouTube, door hun vertolking van het nummer “Africa” van de band Toto. Ze laten hierbij een bodypercussie horen.

Over het lied praten

Waar gaat het lied over? Kijk ook goed naar de plaatjes. Wat hebben zij met regen te maken?

Vroeger deden de mensen in warme landen soms een regendans om de goden om regen te smeken. Dat gebeurde vroeger bijvoorbeeld in bepaalde Afrikaanse landen. In het werelddeel Afrika snakte men op sommige plekken vaak naar regen, omdat regen de grond vruchtbaar maakt. T

Tegenwoordig kennen wij ook periodes van enorme droogte en van ontzettende regen. De natuur lijkt wel een beetje in de war. Soms is het extreem droog en soms valt er ineens heel veel regen. Op sommige momenten hopen wij ook op regen. Dan kunnen we dit lied zingen.

Hieronder staat meer regenmuziek. Welke emotie hoort er bij de muziek die je luistert?

True colours C: Holifeest

MB-BB

Hindoeïsme

Het Holi-feest, oftewel het Holi Phagwa feest van de Hindoes wordt rond maart gevierd met zang en dans, lekkere hapjes, parfum, gekleurd water en strooien met gekleurd poeder, in alle kleuren van de regeboog. Dat laatste zie je in het filmpje van het One voice children’s choir.

Het Holi-feest is een feest uit het Hindoeïsme, dat eind februari/begin maart gevierd wordt. Het is een voorjaarsfeest, gecombineerd met een nieuwjaarsfeest. Het nieuwe jaar begint voor Hindoes namelijk in maart.

Het Hindoeïsme is waarschijnlijk de oudste wereldreligie. Sommige mensen zeggen dat het meer een levensovertuiging dan een godsdienst is, omdat het heel veel te maken heeft met de manier waarop Hindoes leven, dan waar ze in geloven. Gebruiken en gewoonten zijn erg belangrijk.

Het Hindoeïsme is ontstaan in het oude India, wel 1500 jaar voor Christus. Het woord komt van het woord “Sindu”, dat uitgesproken werd als Hindoe. Het woord betekende rivier.

Tegenwoordig zijn er ongeveer 80 miljoen Hindoes in Inda en ook nog heel veel in andere landen.  Het geloof is niet gebaseerd op één heilig boek, of één heilige profeet. Er zijn heel veel belangrijke boeken. De belangrijkste zijn de Veda’s, de Upanishads en de Bhagavad Gita.

Hindoes geloven dat je door goed te leven verlichting bereikt. Hindoes geloven in reïncarnatie. Dat wil zeggen: na je dood word je telkens opnieuw geboren. In elk leven leer je nieuwe lessen, tot je volmaakt, oftewel verlicht, bent. Dan hoef je niet meer opnieuw geboren te worden. In het Hindoeïsme kent men vele Goden. Onder andere: Shiva, Vishnu, Ganesha, Maar er wordt ook wel gezegd dat het eigenlijk allemaal één god is.

Het Holi Phagwa feest

Niet alleen in India, maar over de hele wereld verspreid, vieren Hindoes rond de maand maart, rond de lente dus,  het Holi Phagwa feest. Het combineert een feest van de lente met een feest van de overwinning van het goede op het kwade en met een Nieuwjaarsfeest. De Hindoes hebben een andere jaartelling dan wij. Hun nieuwe jaar begint rond maart.

De rituelen zijn belangrijk

Er wordt een stekje van de Ricinus/de wonderboom geplant op een vaste plek. Die plek noemen ze de Holka.  De Pandit (priester) bidt hierbij. Dat is in de tijd dat er gezaaid wordt. De hele maand wordt er droog, brandbaar plantaardig materiaal verzameld voor de Holka.

Als het bijna Holi is, verbranden ze symbolisch het kwade. Ze branden de Holka helemaal plat. De dag daarna is het Nieuwjaar. Als de as van de Holka is afgekoeld, bidt de Pandit weer. Hij wenst de gemeenschap geluk en welzijn. Hij zet een eerste stip op het voorhoofd met de as van de holka. Die as heet vibhutti. Die as is heilig, omdat er geen kwaad meer in zit.

Dan start het gekleurde voorjaarsfeest. Er wordt gegeten, gedronken en gezongen met vrienden, familie en kennissen. Men besprenkelt elkaar met parfum en reukwater, giet allerlei kleurtjes water over elkaar heen en bepoedert elkaar met gekleurd poeder. Dan zeg je; “Subh Holi”, dat betekent “Gelukkig Nieuwjaar.”

De verhalen die bij het feest horen

Er horen veel verhalen bij het feest. Onder andere een verhaal over rechtvaardigheid.

De demonenkoning Hiranyakashipu dacht dat hij de grote baas was van de wereld. Hij vereerde de god Brahma en vroeg hem om hem onsterfelijk te maken. Shiva, de God van de vernietiging, zei: “Je wens gaat in vervulling. Je zal op geen enkele dag, door geen enkel wapen, door geen enkel mens of dier gedood worden.” Hiranyakashipu was tevreden, want hij voelde zich nu veilig. Hij zei tegen alle mensen dat ze nu hém moesten aanbidden, anders zou hij hen doden.

Zijn zoon, Prahalad, weigerde zijn vader te aanbidden, hij vond dat hij daarmee zijn god beledigde. De koning werd boos en zei dat hij zijn zoonzou doden. Maar die zei dat Vishnu hem zou beschermen. De koning probeerde zijn zoon meerdere keren te doden, maar dat mislukte telkens, op wonderbaarlijke wijze.

De zus van de koning, Holika, kende veel toverkunsten. Ze had een boos plan om ervoor te zorgen dat haar broer zijn kind toch kon doden. Ze wilde de zoon wijsmaken dat zij ook Vishnu vereerde en samen met hem op een brandstapel ter ere van Vishnu klimmen. Zelf zou ze dan een onbrandbaar kleed aandoen. Zo zou alleen Prahalad verbranden. “Dan heb ik bewezen dat jij god bent, lieve broer.” zei ze. De koning stemde toe.

De brandstapel werd aangestoken en enkele ogenblikken later laaiden de vlammen op. Maar het was juist Holika die omkwam. En Prahalad bleef ongedeerd. Vishnu kwam vanuit een pilaar in de gedaante van de half leeuw/half mens Narasimha. Hij verscheurde de boze koning. Het klopte: hij was niet overdag en niet door een mens of dier gedood.

Zo had het rechtvaardige van het onrechtvaardige gewonnen.

Er zijn meer verhalen rondom Holi. Krishna klaagde bij zijn moeder Jasoda over het feit dat zijn huidskleur blauw was. En zijn geliefde Radha was mooi bruin. Toen kleurde Jasoda, Radha’s en Krishna’s huid met dezelfde kleur. Dat is het symbool voor: “ware liefde kent maar één kleur.”

Dat alle mensen verschillend van kleur zijn, wordt ook op een andere manier bedoeld. Met dit verhaal kunnen we dus ook nog naar deze volgende pagina op de site kijken:

Kus de regen, Yiruma

OB- MB-BB-OBS-BBS ML

Luister naar een muziekstuk van de Koreaanse componist Yiruma. Kent iemand dit stuk?

Op welk instrument wordt deze muziek gespeeld?

Waar gaat het over denk je? Heb je al meer van Yiruma gehoord?

Welke woorden zouden jullie voor deze muziek gebruiken? Kun je een tekening, of een gedicht maken bij deze muziek?

Het stuk heet Kiss the rain. Waarom zou het zo heten?

Kiss the rain is een eigentijdse compositie (dat betekent muziekstuk uit onze eigen tijd) van de Koreaanse componist en pianist Lee Ru-Ma. Zijn artiestennaam is Yiruma. Yiruma is beroemd over de hele wereld. Mensen vinden zijn muziek vaak rustgevend en romantisch. Luister er zelf maar eens naar en bedenk dan maar of je het met die omschrijving eens bent.

Toen Yiruma jong was, leerde hij in Korea pianospelen. In 1988 verhuisde hij naar Engeland. Deze componist leeft en componeert nog steeds. Veel piano- en keyboardleerlingen spelen zijn muziek graag. Soms leren ze dat via een synthesia.

Kijk maar eens op YouTube naar een tutorial (oefenvideo), bijvoorbeeld van een ander bekend stuk van hem: 

River flows in you. Dit is een voorbeeld van een simpele tutorial.  

Luister naar beide muziekstukken. Welk stuk vind je het mooist en waarom? Zou je deze muziek zelf thuis ook luisteren? Schrijf op waarom wel, of waarom niet. Luister ookRiver flows in you 

Zou je er tegen kunnen als deze muziek als achtergrondmuziek zou klinken?

Hier kan je luisteren naar een ander stuk: Nocturne 1 in c, zomernachtnocturne

Toonladder c

OB-mMB-BB

Begin op één van de c’s op je toetsenbord. Er zijn er meer.

Ga eerst steeds een toets meer naar rechts.

Je gaat door tot de volgende c. Je gaat omhoog. Je hebt de toonladder van c omhoog gespeeld.

Je speelt de c maar 1 keer, want hij staat er maar 1 keer.

Daarna ga je meteen een stapje lager. Je hebt nu de toonladder van c omlaag gespeeld.

Gedicht over pesten

MB-BB

Op deze pagina vind je een gedicht over pesten. Daaronder vind je een aantal vragen waar je in je groep over kan praten. Na afloop maak je zelf ook een gedicht over dit onderwerp.

Echt gebeurd

In iedere groep, kijk gerust om je heen,
daar sluiten ze buiten, al is het gemeen.

Soms ben je te anders; ze móeten je niet.
Ze geven je namen. Ze doen je verdriet.

Soms breken ze je met een woord of gebaar.
Soms lachen ze om je, hardop, met elkaar.

Je wordt nooit gekozen, alleen maar gepest.
De laatste die staan blijft, hoort nooit bij de rest.

En soms durven pesters nog verder te gaan.
Ze knijpen en bijten. Ze spugen en slaan.

Ze beuken je hoofd, met een klap, op de grond.
Soms stoppen ze modder, of troep in je mond.

Ze sluiten je op, in een vieze w.c.
Ze spelen; maar jij mag niet meedoen… o nee…

Ze stoken de anderen tegen je op.
Ze gaan steeds maar door, ook al smeek je hen: “Stop!”

Ze doen al die dingen, als niemand het ziet.
“Heb jij dat gedaan?” “Nee, natuurlijk.. ik niet!”

Je ziel wordt vertrapt en ze breken je hart.
“Ik ben vast niets waard.”, denk je, bang en verward.

In iedere groep, waar ik heenga en kom,
daar word ik gemarteld. Ik snap niet waarom.

In iedere groep, kijk gerust om je heen,
daar pesten ze iemand, al is het gemeen.

Copyright Ellis Castenmiller niet gebruiken, verspreiden, kopiëren of embedden zonder haar toestemming.

Pesten is iets anders dan plagen. Zolang iemand er nog wel een beetje om kan lachen is het plagen, maar als iemand verdriet heeft van wat er gebeurt en wil dat het ophoudt, is het pesten. Pesten is gemeen. Je toont geen respect voor de ander.

Het bovenstaande gedicht is geschreven voor een voorstelling, om het verhaal te vertellen van een persoon die op de basisschool heel erg gepest werd. De dingen die erin staan, zijn dus echt gebeurd. De persoon die gepest werd, heeft geestelijke schade opgelopen, maar ook lichamelijk.

Toen die persoon dit vertelde bij Kzing, waren er heel veel kinderen die vertelden dat zij ook gepest werden. Dat is de reden dat Ellis dit gedicht schreef. Ze wilde dat deze kinderen hun verhaal durfden te delen.

Het gedicht is tijdens een voorstelling opgezegd door al die kinderen die wel eens gepest waren. Veel van deze kinderen konden de regels bijna niet opzeggen, omdat ze terug moesten denken aan de keren dat ze gepest waren en ze bijna moesten huilen.

De persoon die zo erg gepest was, wilde persé de zinnen opzeggen, om af te rekenen met het verleden. Deze persoon werd ondersteund door iemand uit de groep. Ze gingen samen naar voren en op momenten dat deze persoon moest huilen, nam deze vriend het over.

Het publiek was helemaal stil. Veel mensen in het publiek lieten een traantje. Heel veel grote mensen kwamen na afloop van de voorstelling naar juf Ellis toe om te vertellen dat zij vroeger ook gepest waren op school en wat dat met hen had gedaan.

Kun jij zelf ook een gedichtje maken over pesten? Het hoeft niet per se te rijmen. Het belangrijkste is dat je je gevoelens over pesten op papier kan zetten. Wat vind jij ervan?

Vind je dat er in jullie groep ruimte is om jezelf te zijn?

Helpt “Stop, hou op!” in jullie groep?

Wordt er in jullie groep gepest? Als dat zo is, wat doet dat dan met die persoon?

Pest jij zelf wel eens?

Durf jij het voor iemand op te nemen, in jouw groep?

Wat kan je het beste doen als je gepest wordt?

Zoek je liedjes over pesten? Kijk hier eens naar:

Liedje over Stop hou op!

Liedje: Vertel me waarom jij mij pest…

Liedje: De Rapman, over opkomen voor iemand die gepest wordt

11. omlaag-omhoog-sprong

  • Begin op een b. Ga dan naar de g. Speel daarna de e en dan de c. Je gaat omlaag.
  • Het is wel gek. Je leest van links naar rechts, maar je speelt van rechts naar links!
  • Sla de c maar 1 keer aan, want hij staat er maar 1 keer.
  • Ga meteen weer naar e. Je leest nog steeds van links naar rechts, maar nu gaat je hand naar rechts. Je gaat omhoog.
  • Je gaat viaia g weer naar b.

2. Naast elkaar lezen

Naast elkaar lezen.

Hierboven zie je de toonladder van c, maar nu staan de namen van de tonen gewoon naast elkaar.

Tot nu toe lieten we het toetsenbord zien. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Je kan een melodie ook met boomwhackers, of op een metallofoon spelen. Je hebt genoeg aan de stippen en de letters om te zien welke toon je moet laten klinken.

5. grote sprongen: streep

  • Je kan omhoog springen en omlaag springen.
  • Je kan steeds 1 toets overslaan, maar je kunt ook meer toetsen overslaan.
  • Ook op andere instrumenten kun je verschillende sprongen maken. Bij de boomwhackers kan je twee verschillende boomwhackers na elkaar laten horen.
  • Soms weet je niet of de volgende toon hoger of lager moet. Dan zetten we er een streepje boven, als je omhoog moet gaan en een streepje onder als je omlaag moet gaan.

Klankdichten (Ozewiezewoze)

MB-BB

Ken je het liedje Ozewiezewoze? Het is een soort klankdicht. Waar gaat dat volgens jou over?

Dat is een lastige vraag, hè? Dat komt omdat ozewiezewoze een klankdicht is.

Een klankdicht is een gedicht waar de dichter niet zijn best doet om te zorgen dat iedereen het snapt. Het gaat alleen om de klank. Je noemt dat wel atonale poëzie.

Je zou denken dat dit pas in deze eeuw bedacht is, maar al in het begin van de 16e eeuw beschreef de dichter Francois Rabelais hoe zeeziekte voelde in klankdicht:

In Nederland schreef de dichter Jan Hanlo het gedicht “De mus.

De mus

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp

Tjielp
etc.

Toen juf Ellis op de kleuterschool zat, vond ze Ozewiezewoze een stom liedje, omdat het niets betekende. Nu heeft ze daar een gedichtje over gemaakt. Maar dat gedichtje is géén klankdicht. Want de woorden in dit gedichtje betekenen wat. Daarom heeft ze de woorden erbij gezet.

Schooladvies

MB-BB

Gedichten hebben een vorm en een ritme. Een haiku bijvoorbeeld heeft 1 regel met 5, 1 regel met 7 en weer in met 5 lettergrepen. Je telt dus eigenlijk lettergrepen.

Juf Ellis gebruikt 7-5-7 lettergrepen. Ze heeft dus eigenlijk een omgekeerde haiku bedacht Luister maar:

Een haiku is een is een vorm van een gedicht in de Japanse dichtkunst. Een haiku bestaat meestal uit drie regels. Deze dichtvorm is ontstaan in Japan in de 17e eeuw. Verschillende grote dichters hielden zich ermee bezig.

In Nederland is de haiku bekend geworden door de boeken die dhr. Bertus Aafjes schreef over Rechter Ooka. Daarin kwamen haiku’s voor.

Het ritme van een gedicht heeft te maken met lettergrepen en ook met welke lettergrepen nadruk krijgen en welke niet.

Zeg je naam maar eens. Waar valt de nadruk op?

“Meester Evan” heeft 4 lettergrepen en er klinkt: lang, kort, lang, kort. De lange klanken hebben een accent.

“Juf Ellis” heeft 3 lettergrepen en er klinkt: kort, kort, kort. En de middelste klank heeft een accent.

Bij haiku’s gaat het vooral om het aantal lettergrepen. Een originele haiku heeft 5 lettergrepen. De tweede heeft 7 lettergrepen. De derde regel heeft er weer 5. Soms wordt er afgeweken van deze vorm.

Vaak gaan de klassieke haiku’s over de natuur, maar ze mogen natuurlijk ook over de stad, of andere dingen gaan.

Het is de bedoeling dat de haiku een ervaring uitdrukt die je op een bepaald moment hebt. Als je in je Haiku niet alleen vertelt wat je ziet, maar ook wat je hoort, ruikt, of voelde, komt je haiku beter over bij het publiek.

De grote dichter Matsuo Basho (1644-1694) is waarschijnlijk de bekendste Japanse haiku dichter. Hij heeft ook in andere dichtvormen geschreven. Zijn bekendste haiku is:

O, oude vijver!
een kikvors springt van de kant,
geluid van water

Om een goede haikudichter te worden, hoef je niet per se hele dure woorden te gebruiken. Het beste is het om in gewone woorden iets zo weer te geven, dat de lezer of luisteraar precies snapt wat je mee hebt gemaakt.

Een haiku van juf Ellis en meester Evan :

De boom heeft het koud
maar: eigen schuld, dikke bult
Hou je jas dan aan!

Kun je zelf ook een haiku schrijven? Tel de lettergrepen goed! Probeer om

Je kunt er ook voor kiezen om een ander aantal lettergrepen te gebruiken. Dan is je gedicht natuurlijk geen klassieke haiku meer, maar het kan nog steeds een goed gedicht zijn!

Meester zei: “Havo wil niet.”
Hoe komt hij erbij?
Meester wil niet! Havo wel!

Kun je zelf een lettergrepenschema bedenken en er daarna een gedicht bij schrijven?

Zomeracteren

OB-MB-OBS-BB-BBS-SG

De zomer is een fijn seizoen. Vooral als de zon lekker schijnt. Of hou jij daar niet van? Welk seizoen vind jij het fijnste? Wat doe jij eigenlijk allemaal in de zomer?Misschien kan je daar een tekening over maken, of…. zelf een toneelstukje over maken.

In de onderbouw kunnen we samen doen alsof het zomer is.  De leerkracht vertelt het blauwe verhaal hieronder en dan doen we ondertussen allemaal wat er gezegd wordt. (teacher in role)

We gaan kamperen en zetten een tentje neer. Sla de haringen maar in de grond.

We trekken onze warme kleren uit en doen onze zwemkleren aan.

We gaan naar het strand fietsen.

Zet je fiets maar op slot. Waar stop je je sleuteltje nou?

Wat is het warm!

We kopen een ijsje en eten het op.

We smeren ons in met zonnebrandcrème.

We gaan zwemmen in de zee.

Eerst gaan we pootjebaden. Is het water warm of koud?

Er komt een grote golf.

We hebben een netje, daar gaan we visjes in vangen. Wat heb jij gevangen?

Dan lopen we naar de speeltuin. Daar gaan we op de wip wap.

Daarna gaan we klimmen op het klimrek.

We gaan voetballen.

We gaan tafeltennissen.

Dan zijn we zo moe, dat we naar de camping gaan.

Daar kan je kersen plukken.

Er is een feestje.

We gaan dansen op het feestje.

We eten  kersen met slagroom.

Daarna maken we een vuurtje.

We gaan marshmallows roosteren in een vuurtje.

Opeens merken we dat we gapen.

We gaan lekker koud douchen.

We zijn verbrand en smeren aftersun op.

We gaan slapen, maar er is een mug.

We vallen in slaap, maar het dekbed is te warm.

Welterusten, wat was het een fijne zomerdag!

In de middenbouw kunnen de leerlingen in groepjes van 3 een toneelstukje bedenken over een groepje kinderen dat samen gaat kamperen. Let op: het verhaal moet een begin, een midden en een eind hebben. Als je toneelspeelt, moet je duidelijk praten en niet met je billen naar het publiek gaan staan. Je krijgt 5 minuutjes om het verhaaltje samen te bedenken en te oefenen. Daarna laat je het aan je collega’s zien. 

In de bovenbouw kunnen de leerlingen in groepjes van 4 zelf een klein toneelstukje maken over een perfecte vakantiedag, die helemaal in het honderd loopt. Let op: het verhaal moet een begin, een midden en een eind hebben. Als je toneelspeelt, moet je duidelijk praten en niet met je billen naar het publiek gaan staan. Je krijgt 5 minuutjes om het verhaaltje samen te bedenken en te oefenen. Daarna laat je het aan je collega’s zien.

De namen van de octaafgebieden

BB-ML

Hier vind je een indeling van het toetsenbord en de “achternamen” die de toetsen krijgen.

Op een toetsenbord liggen meerdere c’s, d’s, e’s, f-fen, g’s, a’s en b’s. Hoe kan je nou weten over welke iemand praat?

Per octaaf hebben ze allemaal een “achternaam”. Dan weet je precies over welke c, d,e,f, g, a of b iemand het heeft.

Er worden tegenwoordig ook andere namen gebruikt voor de computer. Dat zijn de witte aanwijzingen.

Alle doedels

MB-BB

Met doedels kan je een liedje begeleiden. Een doedel is een tweeklank, bijvoorbeeld c en g. Hier vind je alle doedels zoals je ze op de toetsen kan vinden. Maar natuurlijk kan je ook een doedel spelen op klankstaven, of met twee boomwhackers.

Een liedje staat in C (majeur) Dan gebruik je:

Doedel van g
Doedel van f

Een liedje staat in G majeur. Dan gebruik je:

De doedel van g
De doedel van d
De doedel van c

Een liedje staat in D (Majeur) Dan gebruik je:

Doedel van d
Doedel van a
Doedel van g

Een liedje staat in A (Majeur) Dan gebruik je:

Doedel van A
Doedel van e
Doedel van d

Een liedje staat in E (Majeur) Dan gebruik je:

Doedel van e
Doedel van b
Doedel van a

Een goed gesprek.

MB-BB

Hier vind je 2 drama oefening waarbij kan oefenen met het voeren van een gesprek.

Voor allebei de oefeningen heb je veel fantasie nodig.

Eerst gaan we praten met jabbertalk. Dat kunnen leerlingen uit de middenbouw heel goed doen!

Daarna gaan we improviseren. Dat betekent, zelf dingen verzinnen, terwijl je speelt.

Wat is eigenlijk een goed gesprek? 

Waar bestaat een gesprek uit?

Kun je alles zeggen?

Kun je alles tegen iedereen zeggen?

Kun je altijd alles zeggen?

Is een gesprek alleen goed als je er een goed gevoel aan overhoudt?

Ken je de woorden “dialoog” en “discussie”. Is een dialoog hetzelfde als een discussie?

Er zijn veel soorten gesprekken. Eén ervan is bijvoorbeeld de dialoog. Dit woord komt van de 2 Griekse woorden dia (dwars door) en logos (woord, taal, rede)

Dialoog

Een dialoog is een gesprek tussen 2 of meer mensen die samen proberen over iets na te denken en bijvoorbeeld een antwoord op een vraag te vinden. Dwars door de woorden, zoeken ze samen naar een oplossing op een vraag. Het gaat bij een dialoog om samenwerken en het is dus belangrijk dat elke spreker gelijkwaardig is aan de ander.

Discussie

Een discussie is een ander soort gesprek. Discussiëren komt van het Latijnse woord discutere, dat uit de weg ruimen betekende. Later gebruikten de Romeinen het ook als bespreken.

Een discussie is een gesprek waarbij 2 of meer mensen hun mening of standpunt geven. Ze geven daarbij hun argumenten en proberen iemand anders te overtuigen.

We gaan jabbertalk gebruiken.

Dat betekent dat we geen woorden gebruiken, maar een fantasietaal spreken. De klankkleur, toonhoogte en de nadruk waarmee we zinnen zeggen is belangrijk, net als onze lichaamstaal.

Let op dat je om de beurt “praat” in je fantasietaal.

Het is ook belangrijk dat je goed luistert naar de ander en dat de sprekers niet door elkaar praten.

De mensen die luisteren moeten er een soort gesprek in kunnen horen. Je moet dus goed opletten dat je gebruikt wat de ander zegt en daar op doorgaat.

Een inprovisatie spel over een gesprek:

De regels:

De improvisatie opdracht hieronder kun je doen als je met 2 of 3 kinderen bent.

Bovenaan elke scène staat waar de scène zich afspeelt.

Je verdeelt de zinnen.

Je zegt de zinnen en gaat samen verder spelen hoe het gesprek verder loopt.

Als jullie het moeilijk vinden om te improviseren, kunnen jullie het gesprekje ook samen afspreken en dan spelen. Neem in dat geval 3 minuten de tijd om het gesprek voor te bereiden, de zinnen te verdelen en te leren. Daarna moet er geïmproviseerd worden.

Denk aan het volgende:

De gekleurde zinnen moeten in ieder geval gezegd worden.

Er moet een gesprek ontstaan dat ergens op slaat en dat een echt einde heeft.

De scène mag niet te lang duren. Het duurt te lang als je publiek het saai gaat vinden.

Iedereen moet evenveel vertellen in het gesprek.

Let er op dat je mensen niet steeds afkapt. Dan loopt de scène niet verder.

Het gesprek moet goed verstaanbaar zijn.

Bij een gesprek mogen mensen niet steeds door elkaar spreken. Je moet dus goed opletten wanneer je spreken en wanneer je luisteren moet.

1. In het park

Kunt u mij helpen?

Wat is er aan de hand?

Mijn kriebelspiebel is weggevlogen!

Hoe ziet hij eruit?

2. In een pretpark

Ben je al in het spookhuis geweest?

Nee, ik nog niet.

Het is er zo eng!

Echt waar? Hoezo?

3. In de klas

Waarom ben je zo blij?

Ik heb een nieuwe broek.

Heb je die nu aan?

Ja, hoezo?

4. Voor de bioscoop

Hai

Lekker op tijd…

Staan jullie al lang te wachten dan?

Ja, waar bleef jij nou?

5. Op een bankje in het park

Goedemorgen!

Dat zegt u, dat het een goede morgen is.

Wat is er mis met deze morgen?

Nou… ik vind….

6. Thuis

Wat is er met jou?

Ik heb zo’n honger.

Zal ik wat te eten halen?

Weet je waar ik nou eens trek in zou hebben?

7. In een restaurant

Ober?

Kan ik u helpen?

Mag ik een tjiepietjoepiehatseflats?

Pardon, wat zegt u?

8. In de dierentuin

Ik ben dol op de dierentuin.

O ja?

Welk dier vind jij het leukste?

Nou, ik moet zeggen…

9.In het bejaardentehuis

Ken jij meneer van Zanten?

Is dat die man van nummer negentien?

Dat vind ik nou helemaal geen aardige man?

En waarom dan wel niet?

10. Op een verjaardagsfeestje

Ik hou niet van verjaardagen.

Wat zeg jij nou?

Dat hoor je toch… dat ik niet van verjaardagen hou.

Waarom in ’s hemelsnaam niet?

11. In een winkel

Mijn oma is honderd geworden.

Hartelijk gefeliciteerd.

Gaat u er vandaag naartoe?

Nee, want…

Harriet Tubman

BB-M:

Hier zie je een moderne dans op muziek uit de film over Harriet Tubman. Zij is een heldin. Ze bevrijdde veel tot slaaf gemaakte mensen in het zuiden van de Verenigde Staten. Zij hielp hen te vluchten naar het Noorden of Canada, omdat ze daar vrije mensen konden zijn. Ze was dus een strijdster tegen de slavernij en kwam op voor de emancipatie van mensen van kleur.

Harriet Tubman heeft vele mensen die tot slaaf gemaakt waren naar vrijheid geleid. Hier zie je hoe een dansgroep danst op de muziek uit de film over haar leven

Er waren mensen die de vluchtelingen hielpen en onderduikadressen boden. De mensen die wegliepen konden opgepakt worden en dan werden ze teruggestuurd naar de mensen die vonden dat ze hun eigenaren waren. Meestal werden ze dan vermoord, als voorbeeld voor de anderen.

De mensen die wilden ontsnappen, werden geholpen door mensen die tegen de slavernij waren. Om te zorgen dat de “bazen” van de tot slaaf gemaakte mensen niet achter de ontsnappingspogingen kwamen, gebruikte iedereen  woorden die met treinen te maken hadden, als ze het over ontsnappen hadden. Helpers waren conducteurs. De Underground Railroad was de vrijheidstrein enz. 

De conducteurs/helpers waren vaak Quakers. Zij vonden vanuit hun geloof dat mensen andere mensen niet tot slaaf mochten maken. Maar ook veel mensen die zelf tot slaaf gemaakt waren en ontsnapt waren, hielpen lotgenoten. 

Harriet Tubman (1823-1913) was één van hen. Ze was heel belangrijk! Ze was zelf een in slavernij geboren Afro-Amerikaanse vrouw. Ze hielp minstens 70 tot slaaf gemaakte mensen ontsnappen naar het noorden of Canada via de Underground Railroad en waarschijnlijk meer.

Ze werkte voor the Union Army, eerst als verpleegster en kok, maar later ook als gewapende verkenner en spion. Ze hielp haar ouders ook vluchten.

Later heeft ze zich ingezet voor het vrouwenkiesrecht. Ter ere van haar is er een postzegel uitgebracht met haar gezicht erop. Men wilde in 2016 haar beeltenis op het biljet van 20 dollar zetten, maar de regering van President Trump remt dit proces af. 

Er is een film over haar leven gemaakt. Als je gauw bang wordt van geweld in films, kun je er beter niet naar kijken. Als je denkt dat je het aankan, kun je uit deze film echt leren hoe dat ging in de tijd van de slavernij op de plantages in het zuiden van Amerika.

Onder de link bij het plaatje hoor je een nummer uit die film. De beelden zijn niet uit de film. Je ziet in dit filmpje hoe jonge mensen van kleur door het nummer geïnspireerd zijn en er zelf een dans op maakten.

Veel mensen van kleur ervaren ook tegenwoordig nog racisme. Ze worden soms niet aangenomen voor banen, of ze worden eerder door de politie aangehouden of uitgescholden. 

Als ze hun naam opschrijven, schrijven ze vaak de naam van de “eigenaar” van één van hun voorouders op. Het was namelijk gebruikelijk dat die de naam droegen van de man die hen gekocht had. Vaak kennen de mensen niet hun échte achtergrond. Ze weten niets over hun verre voorouders. Dat voelt niet goed voor hen. 

Sommige van hen voelen zich daardoor nog steeds erg verbonden met de strijd die hun voorouders gestreden hebben.

Ook in Nederland leeft dit gevoel bij mensen van wie de voorouders uit gebieden komen die door Nederland zijn gekolonialiseerd. Veel Surinaamse mensen in Nederland vieren Keti Koti. Dat is een jaarlijks terugkerende feestdag waarop men viert dat Nederland de slavernij afschafte in de toenmalige koloniën Suriname en in het Nederlands Caribisch gebied. Keti Koti betekent: de ketenen gebroken, in de Surinaamse taal Srnantongo.

 

Verzin een verhaal

OB-MB-BB

Als je goed wil acteren, is het handig om goed te kunnen fantaseren. Wie dat kan, kan zich goed inleven. Dat betekent, dat hij/zij zich goed kan voorstellen hoe iemand anders zou reageren.

Je kan fantaseren oefenen, door zelf een verhaal te bedenken. Misschien vind je het nog een beetje moeilijk om zelf iets te verzinnen. Daarom staan er hieronder heel veel plaatjes. Maak hier eens een mooi verhaal mee. Misschien over de zomervakantie?

Zit je in de onderbouw? Kies dan 1 plaatje uit en vertel er iets bij.

Zit je in de middenbouw? Kies 1 plaatje uit en schrijf daar een kort verhaaltje bij. Dat is minstens 5 regels lang.

Ben je een bovenbouwer? Kies dan 2 plaatjes uit. Verzin een verhaaltje, waarin allebei de plaatjes voorkomen. Dat verhaal is minstens een half a4tje lang. Je kan in plaats van een verhaal ook een gedicht, of tekening maken.

Zorg dat je verhaaltje een begin, een midden en een duidelijk einde heeft.

Je kunt er ook een script van maken. Je kiest dan personen uit. Je schrijft steeds de naam van de persoon die iets zegt en zet er een dubbele punt achter. Daarachter zet je wat die persoon zou zeggen. Kijk naar het voorbeeld hieronder.

Jan: Er zouden hier toch geen spinnen zijn?

Tineke: Hou op, engerd…. ik moet er niet aan denken!

Daarna kan je het verhaal ook met een groepje samen instuderen. Dan maak je er een toneelstukje van.

Als je het leuk vindt en heel goed wil worden in fantaseren, kun je bij hetzelfde plaatje ook nog een ander verhaaltje verzinnen.

Als je bij ieder plaatje je creativiteit de vrije loop kan laten, heb je je fantasie goed getraind!

Als je verhaal of gedicht goed gelukt is, stuur het dan naar King. Wie weet plaatsen we het wel in het Kzing-museum.

Welk beroep heb jij?

MB-BB

Nog niet zo lang geleden had je beroepen voor mannen en beroepen voor vrouwen. Tegenwoordig kunnen alle mensen (mannen, vrouwen, non binaire personen etc.) hetzelfde beroep uitoefenen als ze er geschikt voor zijn en er de juiste opleiding voor hebben.

Vanuit de traditie laten we vaak nog horen of een beroep door een man of door een vrouw wordt uitgevoerd (koning/koningin, verpleger/verpleegster, directeur/directrice). Dat gebruik verdwijnt steeds meer. We spreken bijvoorbeeld over: auteur, tandarts, dierenarts enz.

Wat vind jij daarvan? Vind je dat we het eigenlijk over “zee-persoon” of “zee-mens” moeten hebben? Kan een fietsenmaker ook een vrouw zijn? Of moeten we die een fietsenmaakster noemen?

Acteren

We gaan acteren. We doen een mime-oefening aan de hand van kaartjes, of we gebruiken de kaartjes om een spel te doen.

Druk de afbeeldingen af. Knip de kaartjes uit en doe ze in een schaal. Iedereen pakt een kaartje en beeldt voor de anderen uit wat voor beroep er op zijn/haar kaartje staat.

Vrouwen en mannen kunnen beroepen allebei uitvoeren.

Je kan natuurlijk ook gewoon een beroep vanaf het beeldscherm kiezen.

Je kunt afspreken dat je geen woorden gebruikt bij het uitbeelden. Dan heet dat: mime of pantomime. Dat is een vorm van kijk-theater (visueel theater).

Acteurs beelden een verhaal uit. Ze drukken emoties, acties, mensen, karakters, of een situatie uit met gebaren, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.

Je kunt de kaartjes ook als raadspel gebruiken. Iemand heeft één van de beroepen in zijn hoofd.

De ander mag 10 of 12 vragen stellen om er achter te komen welk beroep het is.

Naar het heelal als astronaut

OB-OBS

Juf Ellis vertelt een verhaal over iemand die naar de ruimte gaat. Je kan er naar luisteren, terwijl je aan een tafel zit, maar je kan het ook spelen, terwijl er verteld wordt. Dan speel je dat je zogenaamd Nautje bent. Je doet alsof. Dan ben je aan het acteren. Acteren is een mooi woord voor doen alsof. En spelen dat vinden we allemaal leuk. Later kan je het verhaal misschien nog eens naspelen. Maar dan wil je misschien dingen veranderen aan het verhaal. Dat mag. Dan gebruik je je fantasie.

De astronaut naar de toekomst

OB-MB-MBS-BBS

We reizen naar de toekomst, door in een tijdmachine te stappen. We gaan in een kring staan en draaien rond, terwijl we dit gedicht opzeggen:

Stap maar in de tijdmachine! Houd elkaar maar vast.
Stap maar in de tijdmachine! Denk wel dat het past.
Wat zullen we zien?
Wat zullen we zien?
Tel maar mee/terug we gaan tot/ begin bij 10

We kijken onze ogen uit, als we uit de tijdmachine stappen. Hoe ziet de wereld er uit, in de toekomst? Hoe zien de mensen eruit? En de voertuigen? Misschien wonen mensen niet eens meer alleen op de aarde en heeft iedereen wel raketten, om naar andere planeten de reizen. Hoe zou zo’n planeet er dan uitzien? En de mensen van de toekomst… hoe zullen die eruitzien? Misschien gaan we wel op robots lijken.

The Planets is gecomponeerd door de Engesle componist Gustav Holst. Hij heeft bij elke planeet uit ons zonnestelsel dat men toen kende, een muziekstuk gemaakt. Alleen de aarde is hij vergeten. Het stuk is geschreven tussen 1914 en 1916

Een teacher in role spel:

  1. Ik kom vanuit de toekomst. Ik stap in een raket.
  2. We trekken ons ruimtepak aan.
  3. We tellen af.
  4. We stijgen op.
  5. We vliegen.
  6. We landen

Als je een astronaut in de ruimte was, had je helemaal geen last van de zwaartekracht. Beweeg maar eens mee! Hoe zou je dan bewegen? Beweeg eerst mee met het filmpje van Cooking Class op YouTube. Het is ook goed als bewegingstussendoortje.

  1. Cooking class
  2. Slowmotion/zwaartekrachtlaarzen aanzetten
  3. Voorzichtig op avontuur (wat zien we?)
  4. Hoe ziet de planeet er uit?
  5. Hoe zien de mensen er uit?
  6. Wat eten ze?
  7. Komen we ruimterobots tegen
  8. Door de zaal lopen als robots in rechte lijnen.
  9. Ze nodigen ons uit voor een feest
  10. Ik kom vanuit de toekomst zingen.
  1. Wie is de baas van die planeet? Hij/ zij/hen komt eraan en brengt ons terug naar de tijdmachine.
  2. We stappen weer in de tijdmachine en gaan weer terug naar onze eigen tijd.
De muziek van het lied Ik kom vanuit de toekomst.

Ik kom vanuit de toekomst.
Dat kan je vast wel zien.
Ik dans net als een robot.
Kan jij dat ook misschien?

En hoe dansen robots dan?
Ik denk dat jij dat wel kan.
Dansen maakt je altijd blij.
Doe maar even mee met mij.

Ik kom vanuit de toekomst.
Dat kan je vast wel zien.
Ik dans net als een robot.
Kan jij dat ook misschien?

Ik kom vanuit de toekomst.
Dat kan je vast wel zien.
Ik dans net als een robot.
Kan jij dat ook misschien?

Kwartet van muziekinstrumenten

MB-BB-ML

Hier vind je een kwartet van muziekinstrumenten. Kopieer, knip uit en lekker kwartetten! Ondertussen leer je ook nog iets.

Er waren kinderen die aan meester Evan vroegen of hij ervoor wilde zorgen dat er een muziekkwarten op de website kwam. Dat vonden we een leuk idee. Laten jullie even horen wat jullie ervan vonden?

Hier zien jullie 4 vellen

Druk ze af

Knip de kaartjes uit

Plastificeer ze, of doe er karton achter voor de stevigheid.

Er zijn nog veel meer instrumenten. Mis je iets? Er zijn 4 kaartjes over. Teken daar 4 instrumenten op. Je kunt die groep bijvoorbeeld: mijn favorieten noemen.

Kwartetten maar!


Bang om te slapen

OB-MB-BB-

Een slaapliedje van Kzing, voor iedereen die zich zorgen maakt en niet prettig voelt.

Maak je geen zorgen voor morgen.

Doe nu je ogen maar dicht.

Nu is het tijd om te rusten.

Morgen is alles weer licht.

**************************************

Zoek naar een plek in je dromen,

waar wat naar is, allang is geweest.

Als wij daar allebei komen,

vieren we samen een feest.

**************************************

Ga maar gewoon lekker slapen.

Denk maar niet meer aan wat moet.

En zelfs wanneer het niet goedkomt,

ach, komt het gewoon tóch weer goed!

**************************************

Doe nu je ogen maar dicht.

Maak je geen zorgen voor morgen.

Nu is het tijd om te rusten.

orgen is alles weer licht.

**************************************

 

De karaoke versie:

Slaapliedje

Slaapliedjes zijn er heus niet alleen voor kleine kinderen, hoor. Ook pubers en volwassenen luisteren graag naar ontspannende muziek voor het slapengaan. Iedereen heeft immers wel eens zo’n nacht waarin hij of zij niet in slaap kan vallen, omdat hij/zij piekert. Heb jij dat ook wel eens? Waar maak jij je dan zorgen over?

Kan jij een mooie tekening maken van iets waar je altijd heel blij van wordt, wanneer je eraan denkt? Aan fijne dingen denken, helpt je om goed in slaap te vallen.

Kun je een tekening maken van de mooie dingen waar jij aan denkt als slapen niet lukt? 

Muziek van Chopin

BB-BBS-ML

Muziekgeschiedenis is een heel leuk vak. Elke tijd, elk land, elk gebied, elke groep mensen heeft zijn eigen soort muziek. Je kunt ook zeggen: er zijn heel veel stijlen muziek. De muziek is in de loop van de geschiedenis ook erg veranderd. Hier kunnen jullie muziek horen van Frédéric Chopin, die in de tijd van de Romantiek leefde. Deze stijlperiode uit de muziekgeschiedenis besslaat ongeveer de 19e eeuw. aat ongeveer de 19e eeuw.

Frédéric Chopin was een wonderkind op de piano. Hij was niet alleen een virtuoos pianist, maar ook een groot componist van pianomuziek. die muziek was heel moeilijk om te spelen, oftewel: technisch moeilijk. Luister maar hoe Pollini een oefenstuk van hem speelt.

Chopin werd in 1810 geboren in Polen als zoon van een Poolse moeder en Franse vader. Hij had een sterke band met zijn vaderland Polen. In die tijd waren veel mensen erg nationalistisch. Ze vonden hun eigen land het beste. Dat Frédéric dol was op Polen, merk je aan zijn muziek doordat er veel Poolse melodieën in zitten. Hij schreef bijvoorbeeld een aantal Polonaises. Dat waren in die tijd geen hoempapastukken, waarbij je in optocht achter elkaar door de zaal stampte, maar mooie Poolse melodieën. Hij schreef niet alleen Polonaises, natuurlijk. Hij schreef veel ballades, scherzo’s, walsen, nocturnes, etudes, impromptu’s en preludes.

Chopin schreef prachtige muziek. Luister maar eens naar deze nocturne. Een nocturne is een nachtmuziekje. Hier wordt deze muziek gespeeld door de pianist Pollini, een groot Chopin vertolker.

In 1830 vertrok hij naar Parijs. Hij ging optreden en lesgeven. Hij woonde samen met de Franse schrijfster George Sand. De muziek die hij in zijn Parijse tijd schreef, was vrolijker. Hij heeft heel veel walsen geschreven. Een wals is een dans waarbij je telkens telt: één, twee drie… één, twee, drie enz. Hier wordt de grote schitterende wals gespeeld door een groot pianist uit onze tijd: Lang Lang. Kun je horen hoe snel er tot drie wordt geteld? 

Hoewel Chopin Frans staatsburger is geworden, bleef hij altijd heel veel heimwee houden naar Polen, maar hij zou zijn land niet levend terugzien. Hij had een slechte gezondheid en al in 1849 overleed hij in Parijs aan tuberculose.

Zelfs zijn allerlaatste muziekstuk was nog een Poolse dans, een mazurka. Je kunt hem beluisteren, gespeeld door Arthur Rubinstein. Ook hij was één van de grote Chopin vertolkers.

Covidrap

MB-BB

Luisteren naar een rap en kijken naar acteren

Juf Ellis heeft een rap geschreven in de tijd dat we met elkaar binnen moesten blijven, vanwege de maatregelen tegen Covid. Dat heet een “lockdown”. Alles zit dan “op slot”. Later is deze rap gebruikt in de film “Op afstand…” Die versie vind je hier:

Meer zien van de film “Op afstand?” Klik op deze link.

Hieronder staat de originele versie van de Covid rap. Die heette: hastag de lockdownkids.

# De Lockdownkids

In Nederland mocht je trouwens sommige dingen nog wel. Je mocht nog wel een rondje om bijvoorbeeld. Je moest en moet er zelf op letten dat je 1 1/2 meter afstand houdt. Je moest en moet zelf slim zijn om te zorgen dat het virus zich niet verspreidt. Daarom heette dat een “intelligente lockdown.” Mensen moesten zelf slim genoeg zijn om zelf te bedenken dat ze voorzichtig moesten zijn.

Dit was de karaoke versie van het lied:

De situatie is nu natuurlijk veranderd. De basisschool leerlingen mogen weer naar school toe. Juf Ellis en meester Evan hebben de tekst dus aangepast. Je kan dus ook de volgende woorden rappen op de muziek:

Hastag Hoeranaarschool

Iedereen gaat weer naar school. We moeten weer beginnen.

Eerst leerde ik vanuit mijn huis en ik bleef binnen,

want we moesten met z’n allen rustig en verstandig blijven.

We konden hooguit appen of elkaar een mailtje schrijven.

**********************************************

Als weggaan niet echt nodig was, dan bleef je thuis.

Mijn moeder was de juf; ik leerde in mijn huis.

Wie had nou kunnen denken, dat ik school nog eens zou missen.

Nou ik niet… en jij niet… of ik moet me vergissen.

**********************************************

Ik baalde er ontzettend van. Ik zat me te vervelen.

Soms mocht ik wel naar buiten toe.. maar kon niet lekker spelen.

En tjonge wat een regels zeg…best wel raar…zoals

was maar goed je handen en hou afstand van elkaar.

**********************************************

Ook nu zijn er nog regels. Ik moet het er mee doen.

Aan oma die nu niemand ziet, geef ik een dikke zoen!

En tegen wie ik niet kan zien, wil ik nog even zeggen:

“Ik mis je echt verschrikkelijk.. het is niet uit te leggen

**********************************************

Maar uit respect voor anderen doe ik gewoon wat moet.

Nog effe samen volhouden, dan komt het goed!

Zo zorg jij voor m…….ij en ik voor jou…

Hashtag hoeranaarschool… de mazzel en tot gauw!”

**********************************************

Copyright Ellis Castenmiller info@kzing.nl

Dit lied en de karaokeversie mag door alle kinderen gebruikt worden, met vermelding van Kzing. Er mogen alleen geen commerciële activiteiten mee ondernomen worden zonder toestemming.

Als jullie het leuk vinden, kun je de rap leren en met de karaoke-versie mee rappen. Stuur dat filmpje, of die geluidsopname (als mp3) naar info@kzing.

De originele tekst:

Zie je alle bloemen bloeien? Lente gaat beginnen.

Ik zou zo graag naar buiten gaan, maar ik blijf binnen,

want we moeten met z’n allen nu gewoon verstandig blijven.

We kunnen nog wel appen of elkaar een mailtje schrijven.

**********************************************

Als weggaan niet echt nodig is: BLIJF DAN THUIS!

Naar school toe gaan dat wordt hem niet.. je leert in huis.

Wie had nou kunnen denken, dat ik school nog eens zou missen.

Nou ik niet… en jij niet… of ik moet me vergissen.

**********************************************

Ik baal er echt ontzettend van. Ik zit me te vervelen.

Soms mag ik wel naar buiten toe.. maar niet echt buiten spelen,

want er zijn echt zoveel regels… best wel raar…zoals

was maar goed je handen en hou afstand van elkaar.

**********************************************

Het is even niet anders. Ik moet het er mee doen.

Zeg  oma als je mij nu hoort: je krijgt een dikke zoen!

En tegen al mijn vrienden wil ik graag nog even zeggen:

“Ik mis jullie verschrikkelijk.. het is niet uit te leggen

**********************************************

Maar uit respect voor anderen doe ik gewoon wat moet.

Nog effe samen volhouden, dan komt het goed!

Zo zorg jij voor mij en ik voor jou…

Hashtag de Lockdown-kids… de mazzel en tot gauw!”

**********************************************

Copyright Ellis Castenmiller info@kzing.nl

Dit lied en de karaokeversie mag door alle kinderen gebruikt worden, met vermelding van Kzing. Er mogen alleen geen commerciële activiteiten mee ondernomen worden zonder toestemming.

De kleine zeemeermin

OB-MB-OBS-SG

Sommige sprookjes zijn volksverhalen die mensen eeuwenlang aan elkaar hebben doorverteld. Het verhaal van de kleine zeemeermin is niet zo’n verhaal. Het is bedacht door de Deense schrijver Hans Christian Andersen. In 1837 is het voor de eerste keer als boek uitgegeven. De 19e eeuw was in de kunst de tijd van de Romantiek. In die tijd schreven meer schrijvers sprookjes.

Het verhaal gaat over een kleine zeemeermin die heel gelukkig is bij haar vader de koning, haar oma en haar 4 oudere zussen, diep in de zeewereld. Haar grote zussen mogen op hun 15e naar de mensenwereld, maar zij is de jongste en moet wachten tot ze 15 is. Dan is het eindelijk zo ver. Ze zwemt naar de oppervlakte en ziet een mooie prins op een schip. Ze wordt verliefd op hem. Hij komt bijna om in een storm. De kleine zeemeermin redt hem en brengt hem naar een strand.

Ze kan hem niet uit haar hoofd zetten en droomt ervan om als een mens te leven. ze vraagt de zeeheks hulp. Die geeft haar een toverdrank die haar benen geeft. Ze moet wel haar mooie stem inleveren. Als de prins van haar zal gaan houden, zal een ziel krijgen en net zijn als de mensen. Anders zal ze sterven en schuim op de zee worden als de prins een andere vrouw trouwt.

Helaas gebeurt dat laatste. Tenminste… in het echte verhaal wel. Niet in de Disney versie. Haar zussen willen haar redden en kopen met hun mooie haar een mes van de zeeheks. Als de kleine zeemeermin haar prins zal doden, zal zij blijven leven. Maar dat kan ze natuurlijk niet. helaas verandert ze in schuim. Maar toch gaat ze niet dood. Ze wordt een luchtdochter… onzichtbaar voor de mensen. Als ze driehonder jaar lang goede daden heeft gedaan, mag ze naar de hemel. Voor ieder goed kind dat ze ziet gaat er een jaar af van de driehonder jaar, maar ieder stout kind zorgt dat het haar een jaar langer duurt.

Het verhaal is vaak gebruikt in andere kunstvormen, zoals opera (Rusalka van Antonin Dvorak) ballet, musicals en tekenfilms. Soms passen de mensen het einde van het sprookje een beetje aan. Disney bijvoorbeeld, die er in 1989 een tekenfilm van maakte die heel anders afliep. Ook de Japanse Fuji maakte een tekenfilmserie over dit thema.

Het verhaal van Andersen is zo beroemd en de Deense mensen zijn zo trots op Hans Christian dat ze in de haven van Kopenhagen (de hoofdstad van Denemarken) een beeldje van de kleine zeemeermin hebben geplaatst. Ze zit daar op een steen. Het beeld is gemaakt door Edward Eriksen.

Charades

BB

Kijken naar acteren en zelf charades spelen.

Tegenwoordig zijn er andere beroepen dan in de vorige eeuw. Toiletjuffrouw is daar een voorbeeld van.

Nog niet zo lang geleden zat er bij de toiletten in openbare gebouwen vaak een mevrouw. Die maakte de toiletten schoon, hing het wc papier op en zorgde dat alles netjes was. Je deed als klant na toiletbezoek een kwartje op een schoteltje. Hier speelt een leerling van Kzing een toiletjuffrouw rond 1920, in de musical Revue.

Vrouwen werkten vaak maar tot ze gingen trouwen en dan vaak in beroepend die men passend vond, zoals onderwijzeres, dienstmeisje, verpleegster, etc. Lange tijd was het tamelijk onbehoorlijk als je nog werkte als je getrouwd was en zeker als kinderen had. Men vond dat je “de plaats van een man innam.” En je kon dan ook nooit een goede moeder zijn.

Vrouwen kregen ook veel minder vaak langere scholing dan mannen. Daardoor kregen ze lager betaalde banen.

Hoe is het Ken jij nog meer beroepen die er vroeger waren en die je nu eigenlijk niet meer ziet?

En ken je ook beroepen die er vroeger niet waren, maar nu wel?

Misschien kunnen je met je vrienden Charades/Hints spelen. Onder de link zie je de spelregels. Je beeldt een beroep uit.

In het onderstaande filmpje zie je hoe iemand met veel humor haar personage neerzet. Ze maakt er een “typetje” van. Dat wil zeggen dat iedereen denkt “O… zo iemand ken ik ook…”

Ik ben toiletjuffrouw. Zo kom ik aan mijn centen. 
Een eerbaar baantje binnen. Ik hoef niet te venten.
Al maakt de chique clientèle van de potten soms een zooi
de mensen zijn me wel genegen, iedereen geeft mij een fooi.
Hier kun je alles van het leven leren.
De lui die delen lief en leed met jou.
Hier poepen armoedzaaiers, heren, soms per dag meerdere keren.
Ik weet alles als toiletjuffrouw.
************************************************************************
Ik poets de brillen en de kranen en de deuren.
Ik poets de potten tot ze naar viooltjes geuren.
De dokter, olieman, de schooljuf… echt ze doen het allemaal,
Ze hebben meer dan één behoefte; iedereen doet z’n verhaal.
Hier kun je alles van het leven leren.
De lui die delen lief en leed met jou.
En aangezien ik van m’n eigen,  goed kan luisteren en zwijgen,
weet ik alles, als toiletjuffrouw.
************************************************************************

De musical Revue speelt zich af in een theater in de jaren 20 van de vorige eeuw.

Het zijn moeilijke tijden voor de werknemers van het theater Het Park in Hoorn.

De toiletjuffrouw van het Park vertrouwt de eigenaar voor geen cent. En ze vindt dat zij het kan weten, want zij zegt dat ze “krentenkakkers” van een afstand kan ruiken, omdat ze toiletjuffrouw is.

In die tijd waren er andere uitdrukkingen en woorden dan nu. Er waren ook andere beroepen. En natuurlijk waren er ook andere ideeën.

We hebben wat vragen voor jullie over de tekst van het lied. Misschien kunnen jullie wat antwoorden vinden op het internet, of het via de app aan je opa of oma vragen.

Wat doet een toiletjuffrouw voor werk?
Zoek op wat “eerbaar” is.
Zoek in het woordenboek op wat een “krentenkakker” is.
Wat is een “armoedzaaier”?
Wat deed een olieman?
Zoek op wat “venten” is.
Wat betekent: “De mensen zijn me wel genegen.”

De chirurgijn

MB-BB

Even een beetje geschiedenis: in de 17e eeuw had je hele andere beroepen dan tegenwoordig. Chirurgijn was er daar één van. In de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie, de V.O.C., gingen sommige mensen op een schip naar een ver land. Ze kochten spullen om in ons land te verkopen. Als een zeeman ziek werd, ging hij aan boord naar de chirurgijn. Maar de geneeskunst was nog niet zover als nu en die dokter had niet altijd een goed medicijn! Ze hadden soms rare oplossingen voor kwaaltjes. Scheurbuik was een kwaal die kwam door te weinig vers voedsel aan boord.

Hieronder vind je een liedje uit de musical “Naar Toen en Verweggistan”.

De ingezongen versie
karoke versie

Heb je een autje of hevige pijn?
Ga dan maar gauw naar de chirurgijn,
want hij heeft een drankje, dat helpt altijd.
Zo raak je zeker je pijn wel weer kwijt.

Hij drukt op je buik. Hij blaast in je oor.
Maar pech, als je scheurbuik hebt; daar heeft hij niets voor!

Dus: Heb je een autje of hevige pijn?
Ga dan maar gauw naar de chirurgijn,
want hij heeft een drankje, dat helpt altijd.
Zo raak je zeker je pijn wel weer kwijt.

Een stevig verband. Een klap voor je kop.
Misschien wel een bloedzuiger. Daar knap je van op…

Dus: Heb je een autje of hevige pijn?
Ga dan maar gauw naar de chirurgijn,
want hij heeft een drankje, dat helpt altijd.
Zo raak je zeker je pijn wel weer kwijt.

In de tijd van de V.O.C. (ongeveer de hele 17e eeuw) heetten de dokters “chirurgijnen”. Daar komt ons woord “chirurg” vandaan. Meestal waren het mannen. Maar er is sprake van in ieder geval één vroege vrouwelijke chirurgijn in Amsterdam: Trijn Jacobs. (Zij was dus eigenlijk al arts, voordat Aletta Jacobs dat was, die hierom bekend staat.) Een heel geëmancipeerde vrouw, eigenlijk. Onder deze link kun je meer over haar lezen.

Ben jij niet blij dat jij nu leeft?

In die tijd hadden ze natuurlijk nog niet zoveel kennis van het menselijk lichaam en van medicijnen. Ze hadden dan soms ook hele rare behandelingen. Zo plaatsten ze bloedzuigers op het menselijk lichaam, om mensen beter te maken.

Zo’n reis duurde lang. Mensen hadden dan geen verse groenten aan boord. Ze kregen dan een ziekte die “scheurbuik” heette. Het duurde heel lang voor de dokters wisten dat dit door een gebrek aan vitamine C kwam.

Gelukkig maar dat wij nu leven en goede dokters hebben!

Welk instrument is het?

MB-BB-ML

Laten we het eens hebben over muziekinstrumenten.

Welke muziekinstrumenten ken je?

Speel je zelf ook een instrument?

Hieronder vind je een filmpje van Youtube waar jij kunt raden welk instrument je hoort. Het is best een lang filmpje, dus je kan de opdracht ook in een paar keer doen.

Dit filmpje is gemaakt door een leerkracht van het VMBO in Twente. Je krijgt steeds 6 seconden een muziekinstrument te horen en even te zien.

Het antwoord komt meteen daarna in beeld.

Kun jij raden welke muziekinstrumenten je in het luisterfragment hoort?

Raad het instrument

Kijk naar de vissen

OB-MB

Dit liedje komt uit de musical “Vissen”, waar de Trompetvis zingt dat iedereen zijn eigen muziek mag maken. Dat is een mooie manier om te zeggen, dat iedereen zijn eigen geluid mag laten horen, oftewel zichzelf mag zijn. Het lied gaat erover dat er veel vissen in de zee zwemmen en dat die allemaal anders zijn. Dat is bij mensen ook zo. Eigenlijk gaat het lied dus over respect hebben voor elkaar en elkaar niet pesten. Maar het gaat vooral over jezelf durven zijn en weerbaar zijn. dat betekent dat je voor jezelf kan opkomen. Gewoon lekker je eigen ding doen.

De karaoke versie

Kijk naar de vissen hier in de zee.
Allemaal anders. Zit er niet mee.
Zoek naar je sound, joh. Neurie of zing.
Laat je maar horen. En doe je ding.

We jammen als we zwemmen.
We jazzen door de zee.
Verstop je niet. En zing je lied.
Doe lekker met ons mee.

Kijk naar de vissen hier in de zee.
Allemaal anders. Zit er niet mee.
Zoek naar je sound, joh. Neurie of zing.
Laat je maar horen. En doe je ding.

Ken je deze dieren?

Welke zeedieren kennen jullie?

Kennen jullie de zeedieren uit dit filmpje ook?

Welke zeedieren ken je?

De online blues

MB-BB-BBS-ML

De blues is een muziekstijl die ontstaan is bij tot slaaf gemaakte mensen. Lees eronder het liedje meer over. Je bent dan bezig met muziekgeschiedenis. Deze blues komt uit de musical “Snap Face”. Hij gaat over altijd maar online zijn. Deze leerling speelt een opa die droevig is, omdat zijn vrouw alleen nog maar op haar mobieltje kijkt.

Ik zing de blues. Want ik ben blue.
Ik heb een vrouw, waarmee ik niks gezelligs doe.
Ze heeft een minnaar, zijn scherm is blauw.
En tegen mij zegt zij echt nooit meer,
schat ik hou zoveel van jou.
Als ik een scherm had, dan was ik blij.
Dan keek mijn vrouw twenty four seven graag naar mij.

Ik zing de blues. Want ik ben blue.
Ik heb een vrouw, waarmee ik niks gezelligs doe.
Ik loop een blauwtje, mijn hart doet pijn.
Mijn vrouw die leeft het allerliefste
virtueel en is online.
Voor mij geen liefde. Geen romantiek.
Wie kan het winnen van computers en techniek?

De blues is muziek die van oorsprong komt van de mensen uit verschillende Afrikaanse landen die tot slaaf gemaakt werden. Zij werden uit hun landen ontvoerd en moesten hard werken op de plantages van mensen uit het Westen die zich als hun eigenaren beschouwden. Ze mixten de klanken van hun eigen muziek met de muziek van het Westen.

Ze zongen droevige liedjes. Ze klonken droevig, oftewel: blauw… Daarom heet die muziek “blues”. En als je droevig bent, kan je zeggen: “Ik heb de blues”

Je herkent bluesmuziek meteen. Soms komt dat door de akkoordenreeksen die ze gebruiken. Soms komt het door de instrumenten.

De blues is altijd “in” gebleven. Ook nu worden er nog veel blues gemaakt.

1. Analyse

BB+-ML(V)

Wat is analyse?

Wat is het analyseren van muziek eigenlijk? Waar ben je dan mee bezig?

Dit is een stappenplan van een aantal lessen om meer te snappen van de structuur die muziek heeft.

Het woord analyse komt van het Griekse woord analuein. Dat betekent ontrafelen, ontleden. En dat is precies wat we met muziek doen bij het vak muziekanalyse. We proberen de muziek te “ontrafelen”.

Muziek bestaat, net als taal, uit klanken. Mensen die spreken of muziek componeren, ordenen de klanken op een bepaalde manier, om “verstaan” en “begrepen” te worden. Zowel in taal als in muziek zit daardoor een structuur die je kunt ontrafelen.

Je kijkt bij muziekanalyse naar deze structuur en naar alle anderen dingen die je opvallen. Dit wordt al sinds de Middeleeuwen gedaan, maar rond 1750 bloeide deze activiteit op. Vandaag de dag is muziekanalyse een verplicht vak op het conservatorium.

Je hóeft muziek natuurlijk niet per se te ontrafelen. Je kan er uiteraard ook alleen maar van genieten, of het “gewoon” maken. Maar zelfs dan ervaar je, al is het misschien onbewust of minder bewust, de ordening. En wie meer muziek gehoord heeft en meer muziek gemaakt heeft, pikt die ordening sneller op.

Bovendien leer je, al luisterend of muziek makend, wat je prettige ordeningen vindt en welke ordeningen je minder fijn vindt. Je ontwikkelt al luisterend en makend een eigen smaak.

Heb jij een duidelijke voorkeur voor een bepaalde muzieksoort? Heb je een artiest, muziekstijl, muzikale periode of componist die voor jou met stip op 1 staat? Heeft dit met de ordening van die muziek te maken, denk je? Kun je dat beredeneren?

Hieronder staan twee versies van de Dans van de Suikerwerkfee van Tchaikovsky. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten?

Welke versie spreekt je meer aan en waarom?

sugarplumfairy Het ballet op de Suger Plum fairy uit de Notenkraker sugarplumfairy De Sugar Plum fairy uitgevoerd door Pentatonix

Ga verder met analyseren deel 2

2. Analyse

BB+- ML (V)

Muziek en taal

De overeenkomsten tussen muziek en taal.

In dit hoofdstuk over analyse gaan we in op de overeenkomsten tussen spreektaal en muziektaal. Eigenlijk is muziek ook een taal. Iemand kan zich erin uitdrukken. Als je muziek maakt, hoop je dat de ander “verstaat” wat jij communiceert.

Misschien was muziek wel de allereerste taal van de mens… Zelfs als kinderen te jong zijn om te spreken, maken ze al geluidjes die in toonhoogte verschillen om uiting te geven aan hun emoties.

Muziek en taal zijn auditief

Taal en muziek draaien beiden om geluid en klanken. Ze bestaan dus allebei uit trillingen van de lucht die onze oren waarnemen. Taal en muziek zijn beiden auditieve (gehoor) kunsten.

Muziek en taal kunnen genoteerd en gelezen worden

Er zijn al redelijk vroeg in de geschiedenis manieren gevonden om de door ons gekozen geluiden te noteren, zodat wij ze ons kunnen herinneren en opnieuw kunnen maken.

Een eerste vorm van muzieknotatie bij de Hurrieten in Mesopotamië

Zowel taal als muziek kun je lezen (innerlijk beleven) en noteren, maar die notatie is niet de muziek of de taal zelf. Notatie bestaat uit symbolen. Dat kunnen noten zijn, of greep-notaties (tabulaturen).

Muziek en taal zijn tijdskunsten

Bij beeldende kunst is dat anders. Dat is juist een visuele kunst. Je hebt ruimte nodig om die kunst te beleven. Bij muziek heb je tijd nodig. Klanken verstrijken in de tijd. En taal en muziek komen klinkend tot leven.

Toen er nog geen internet was, was het veel moeilijker om muziek te horen en om performances mee te maken. Door YouTube en andere technologische middelen is het veel gemakkelijker geworden om muziek en taal ook echt als auditieve kunst te beleven.

Muziek en taal zijn gebaseerd op de ordening van klank

Muziek en taal gaan over geluid, maar niet elk geluid is muziek. Niet elke klank vormt een woord. Als je zomaar wat geluiden na elkaar zet, heeft dat op zich geen betekenis. Zelfs niet als het op zichzelf “mooie” geluiden zijn. Taal en muziek zijn allebei gebaseerd op de ordening van klanken.

Mensen die spreken of een gedicht maken etc. of die muziek componeren, brengen structuur aan in de klanken, om “verstaan” en “begrepen” te worden. Ze ordenen de klanken op een bepaalde manier.

Er zijn ook grote overeenkomsten tussen taal en muziek wat betreft het aanbrengen van structuur. Taal krijgt vorm in woorden, zinnen en soms vormen. Denk maar eens aan een gedicht, of aan een toneelstuk in actes. Muziek krijgt vorm in tonen, motieven (kleine groepjes tonen), frases (muzikale zinnen) en vormen.

Luister maar eens naar een slam poetry gedicht: shake the dust. Kun je de tekst volgen? Wat is de structuur in het gedicht? Worden er zinnen herhaald? Wat betekenen die zinnen? Waar komt die zin vandaan? Waarom staan ze op die plek in het gedicht? Waar gaat het gedicht verder over? etc. Wat is de overeenkomst met muziek?

Shake the dust

Bij muziekanalyse spoor je structuren op

Zowel in taal als in muziek zit dus een ordening en daardoor een structuur die je kunt ontrafelen en dat is heel leuk om te doen. Muziekanalyse is een soort tekstverklaring. Als je muziek analyseert, begrijp je vaak beter wat de componist wil “zeggen”, je snapt de ordening van de klanken beter, of je herkent een bepaalde stijl in de klanken.

Waarom zou je muziek analyseren?

Voegt analyse nou iets toe aan de muziek?

Persoonlijk vind ik het erg leuk om me in te leven en na te denken over een kunstwerk, dus ook over een muziekstuk. Het hoeft niet tegelijkertijd met het luisteren als beleving. Luisteren en analyseren zijn twee verschillende activiteiten. Om muziek te analyseren moet je op een heel andere manier luisteren. Om muziek te analyseren heb je inlevingsvermogen en intellect nodig. Je gaat sommige of alle aspecten van een muziekstuk eens nader beschouwen.

Het is ook leuk en voedend om er met andere mensen over te praten. Dit onderzoeken, eventueel overleggen en conclusies trekken, noem je analyseren. Uiteraard is het op conservatoria een verplicht vak.

Door te analyseren word je een betere luisteraar. Dat leidt er weer toe dat je ook andere kunstwerken uit die stijlperiode of die muziekstijl beter kunt begrijpen. En hoe meer je gehoord hebt, hoe beter je muziek kunt vergelijken.

Soms is het jammer als je muziek analyseert

Aan de andere kant gaat er soms ook iets van de “magie” weg, als je dingen gaat “snappen.” Voor een leerkracht is dat wel eens lastig. Je haalt de betovering weg, maar je helpt een leerling ook om meer “uit de muziek te halen” doordat je het gehoor traint. Bepaalde zaken vallen hen dan op, die ze anders niet hadden waargenomen. Daardoor kan muziek juist meer voor hen gaan leven en hun smaak wordt volwassener.

Is analyse per se nodig?

Is analyse noodzakelijk om een goede luisteraar te zijn? Nee. Je kan het houden bij het beleven van muziek, of bij het zelf maken of reproduceren van muziek.

De ordening in de muziek ervaar je vaak al onbewust en hoe meer ervaring je hebt in spelen en luisteren, hoe meer je in staat bent om heel bewust een eigen smaak te ontwikkelen. Je leert al doende (makend of luisterend) wat je prettig vindt of niet.

Maar als je zelf muziek maakt, ontkom je er eigenlijk niet aan om analytisch te zijn. Als je weet hoe een muziekstuk in elkaar zit, scheelt het je namelijk oefentijd en weet je beter hoe iets in de periode dat het gemaakt is, of in de stijl dat het gemaakt is uitgevoerd moet worden. Vaak kan je er dan ook meer van genieten. Voor mensen die zelf musiceren is het dus altijd lonend om een beetje te analyseren. Hoe ver je daar mee wil gaan, hangt van jezelf af.

Muziekanalyse is geen exacte wetenschap

Muziekanalyse is geen exacte wetenschap. In elke analyse zit een subjectief element. Je interpreteert en weet heel vaak niet zeker. Muziekanalisten spreken elkaar daarom ook vaak tegen.

Vind jij het anlyseren van muziek nuttig? Leg je standpunt uit.

Probeer je van nature om muziek te analyseren? Kun jij aangeven waar jij bij muziek altijd op let? Om een voorbeeld te geven: sommige mensen beluisteren altijd de basloop, terwijl anderen alleen de melodie beluisteren. Sommige mensen zetten bij voorkeur muziek in mineur op, etc.

Als jij nieuwe bladmuziek krijgt, gebruik je dan je vermogen om te analyseren? Welke vragen stel jij jezelf aan het begin van een nieuw muziekstuk?

Als jij muziek hoort, analyseer je dan auditief, of haal je veel uit geschreven bronnen? Op welke aspecten let jij dan?

Soms worden de twee talen (muziek en spreektaal) met elkaar verbonden, in vocale muziek: liederen. Vind jij dat (in zijn algemeenheid gesproken) de zeggingskracht van de muziek dan groter wordt? Of heb je liever instrumentale muziek? Als je geen idee hebt, vergelijk dan de twee onderstaande versies van een muziekstuk over de lente van Johann Strauss.

?

3. Analyse

BB+- ML

Verschillen tussen muziek en taal.

In dit hoofdstuk over analyse gaan we in op het feit dat er niet alleen overeenkomsten zijn tussen de taal muziek en de spreektalen, maar ook verschillen.

Muziek is een tijdskunst

Er is één groot verschil tussen muziek en taal. Dat zit hem in het element “tijd”.

Hoewel je in taal ook een ritme vindt (sommige klanken houd je langer aan dan andere), is de duur van een klank bij muziek veel preciezer bepaald. We spreken de duur van een toon echt af en noteren die zelfs. Je weet het tempo doorgaans en je kent de ritmische verhouding van de noten die gebruikt worden, dus je weet hoe klanken zich verhouden in de tijd. Bij taal noteren we dat niet.

Muziek gaat voorbij, dat is jammer

Soms is het jammer dat muziek een “tijdskunst” is. Een muziekstuk “verstrijkt”, net als tijd. Het gaat voorbij. Een schilderij is altijd aanwezig. Een muziekstuk is er feitelijk alleen even op het moment dat het klinkt. Verder bestaat het als klank- en emotie-herinnering. Zelfs als het is vastgelegd, heb je tijd nodig om het opnieuw te beluisteren. We spreken erover alsof dat niet zo is. “De Mattheus van Bach is prachtig.” Welke Mattheus? De uitvoering van de studentenvereniging of die van het oratoriumgezelschap?

Muziek gaat voorbij, dat is prettig

Soms is het ook heel prettig dat muziek een “tijdskunst” is. Fouten gaan voorbij. Muziek is lief en verdraagzaam en eist geen perfectie.

Je streeft als musicus natuurlijk wel naar perfectie, maar je kan en zal er mee moeten leven dat het er niet is. Er komt een volgende keer dat het klinkt en dan ga je het nog beter laten klinken. Je kunt aan het kunstwerk blijven schaven.

Als je ouder wordt, groeit je interpretatie. Dan zal het muziekstuk anders klinken dan in je jeugd. En dat is, naar mijn idee (Ellis) een extra waarde van muziek.

En niet jij alleen, als componist, maar ook andere mensen die het na-beleven. Muziek is een kunst die ge- re-creëerd wordt.

Muziek is dan ook een prima kunstrichting voor extreme perfectionisten. Ze leren dat het volmaakte niet haalbaar is, maar kunnen bezig blijven met het streven ernaar.

Mensen die naar een beeldhouwwerk kijken, beleven niet exact dát beeldhouwwerk. Mensen die muziek van anderen spelen, beleven veel meer wat de componist beleefde.

Muziek heeft meer orkestraties

Nog een verschil met spreektaal is, dat je bij muziek veel meer instrumenten tot je beschikking hebt om de klanken te laten klinken dan de stem alleen. Er zijn zoveel verschillende instrumenten! En één muziekstuk, kan je op verschillende manieren orkestreren, of arrangeren.

Het ballet van de uit het ei komende kuikentjes, is het 9e muziekstuk uit de Schilderijententoonstelling. Dit is een stuk dat gecomponeerd is door Modest Moesorgski 1839-1881.

In het eerste filmpje hoor je het ballet van de uit het ei komende kuikentjes gespeeld op een piano en in het tweede filmpje hoor je er een orkestratie van.

Modest Moessorgski (ook wel Moussorgski) was een Russische componist die in de periode van de Romantiek leefde. De Romantiek is ongeveer de 19e eeuw.

Modest ging in 1874 naar een tentoonstelling van het werk van zijn overleden vriend, de schilder Viktor Hartmann. Hij schreef bij elk schilderij een muziekstuk voor de piano. Bij dit schilderij schreef hij de muziek die je hoort.

Een andere componist (Ravel) maakte er in de 20e eeuw een orkeststuk van. Ook andere componisten deden dit, maar de versie van Ravel is het meest bekend.

Welke versie van de muziek vind je het mooiste?

Welke instrumenten hoor je in de georkestreerde versie?

Wat vind je van het schilderij?

5. Analyse

BB + – ML

Inzoomen

Wat analyseer je nu bij die verschillende vormen van analyse, oftewel: waar zoom je op in?

1. Materiaal analyse

a. Tijdselementen, zoals maat, metrum en ritme, maar ook tempo en duur

b. Ruimtelijke elementen, zoals tonaliteit (melodisch of harmonisch) en zinsbouw (motief, klemtoon, versvoet, voorzin, nazin, functie van frases, etc.)

Zo gauw je een muziekstuk van een ander gaat spelen, moet je je hier wel in verdiepen!

2. Vorm analyse

a. Vrije vorm

b. Een vorm die een stramien volgt (zoals bijvoorbeeld de liedvorm, of de sonatevorm, of het rondo, of een fuga etc.)

3. Harmonische analyse

a. Tonaliteit en de functies van akkoorden. En natuurlijk akkoordprogressies.

b. Modaliteit

c. Atonaliteit.

d. Polytonaliteit

4. Beschrijvende analyse

a. Subjectieve analyse (Wat “doet” en muziekwerk jou?)

b. Objectieve analyse (Hoe zit dat muziekwerk in elkaar/)

5. Vergelijkende analyse

a. Het werk wordt vergeleken met andere werken uit dezelfde stijlperiode.

b. Het werk wordt vergeleken met andere werken van dezelfde componist.

c. Het werk wordt vergeleken met soortgelijke werken, dat kan zijn uit dezelfde stijlperiode, maar ook uit een andere stijlperiode etc.

Maak een materiaalanalyse van een nieuw stuk dat je wil gaan spelen. Zet al je bevindingen op papier.

4. Analyse

BB-ML

Soorten analyses

Op deze pagina vind je verschillende manieren om muziek te analyseren. Je kan naar verschillende dingen luisteren.

Er staat ook een voorbeeld van een kleuranalyse van de 3e fuga in cis groot, van J.S. Bach.

Als je muziek analyseert, kun je naar verschillende criteria kijken.

Als je naar structuren zoekt, kijk je bijvoorbeeld vaak naar tonen, intervallen, relaties, motieven, stijlen en inhoud. Er wordt naar parallellen of juist contrasten gezocht.

Ook wordt een muziekwerk of muziekmateriaal vaak vergeleken met andere werken van dezelfde componist, werk van andere componisten, bijvoorbeeld tijdgenoten, of juist componisten uit de hedendaagse tijd. Soms wordt de muziek vergeleken met andere historische zaken die plaatsvonden in de tijd dat het kunstwerk gemaakt werd, of met andere kunst uit die tijd.

Ook wordt vaak benoemd hoe iets ervaren wordt. Dat is dus een volkomen subjectief element.

Het gaat natuurlijk ver om bij de analyse van een muziekstuk op al deze aspecten te letten. Vaak leg je de nadruk op één bepaald aspect van de muziek.

We onderscheiden onder andere:

1. Materiaal analyses

2. Vorm analyses

3. Harmonische analyses

4. Beschrijvende analyses

5. Vergelijkende analyses

Vaak beschrijf je je analyse. Dat kun je in woorden (taal), in grafieken, in kleuren of in luistervoorbeelden doen. Op die manier maak je dingen soms inzichtelijker, meer meetbaar en het maakt dat je er met anderen over kunt communiceren.

Er zijn bepaalde afspraken over de manier waarop je dingen beschrijft. Er is een speciaal muziek jargon. Je hebt bijvoorbeeld gebruikelijke dynamische tekens, manieren waarom je de vorm van muziek indeelt, stijlperiodes of stijlaspecten die algemeen erkend worden.

Hieronder zie je een vormanalyse. Ik heb een kleuranalyse gemaakt van de 3e fuga van J.S. Bach uit het eerste deel van Das Wohltemperiertes klavier, in cis majeur.

Let op: ik heb toentertijd paars gebruikt voor de tweede keer dat het thema voorkwam, om het onderscheid te maken met de 3e keer dat het thema voorkwam.

Als je op de link hieronder klikt, kun je de muziek horen. Hij wordt gespeeld door de Bach specialist Glenn Gould. Kijk of je mijn kleurkeuze begrijpt.

FUGA

In een volgend stuk gaan we in op de manieren waarop je muziek kan analyseren.

Vertel mij waarom jij mij pest

MB-BB-BBS

Bij Kzing zijn wij tegen pesten, want het beschadigt mensen voor hun hele leven. Een beetje plagen, moet kunnen. Maar dan hebben we het over een grapje waar de persoon zelf ook om kan lachen. Pesten is een vorm van geweld. Andere mensen worden in hun gevoel van vrijheid aangetast. Pesters hebben geen respect voor de grenzen van andere mensen en luisteren niet naar “Stop, hou op!” Een van onze leerlingen zong er een liedje over. Het liedje laat je nadenken over het verdriet van mensen die gepest worden.

Karaoke met plaatjes
Gezongen tijdens een voorstelling

Vertel me waarom…..

Vertel me waarom jij mij pest.
Ben ik dan minder dan de rest?
Ben ik soms niet van vlees en bloed
en voel ik niet wat jij hier doet?

Vertel me, waarom kies jij mij?
Ben ik dan minder waard dan jij?
Laat mij met rust. Doe mij geen pijn.
Ik ben een mens. Ik mag er zijn.

Wie heeft jou gezegd:
“Je pest, dat is terecht!”

Jij greep de macht en wat ik wou,
is niet meer bang zijn. Niet voor jou!
Vertel me waarom jij mij pest.
Ben ik dan minder dan de rest?

Hier zie je hoe het liedje in één van de shows van Kzing gezongen werd:

 

Tegen pesten zeg ik: Stop!!!!!!!

Niet ieder mens wordt gemakkelijk geaccepteerd. Mensen hebben snel een mening en zelfs een vooroordeel over andere mensen. Het lijkt of er allerlei ongeschreven regeltjes zijn. Meisjes mogen niet… Jongens kunnen niet…..

Als mens wil je er graag bij horen, dus veel mensen doen hun best om zoveel mogelijk “normaal” te zijn. Als iedereen vindt dat je een merkbroek moet dragen om erbij te horen, gaan heel veel mensen zo’n broek dragen. Niet alleen omdat ze dat een mooie broek vinden (wat natuurlijk vaak best zo is), maar soms ook om niet op te vallen en om niet door de groep buitengesloten te worden.

Soms besluiten mensen of groepen dat “iemand er niet bij hoort.” En soms gaan mensen en groepen nog verder. Dan gaan ze iemand buitensluiten, of zelfs pesten. Dat richt heel veel schade aan bij de mensen die gepest worden. Gepest worden zorgt voor een groot trauma, waar je je hele leven last van kan blijven hebben.

Diep in hun hart willen de meeste mensen bij de groep horen. Eigenlijk wil iedereen natuurlijk gewoon aanvaard worden zoals hij is.

Flamenco

OB-MB-BB-ML

Spanje is een land waar niet alleen Sinterklaas, maar ook veel prachtige muziek vandaan komt. Luister en kijk maar eens naar het filmpje dat je onder het linkje vindt. Het zijn verschillende voorbeelden van Flamenco muziek. Je kan het hele filmpje bekijken, of er doorheen scrollen.

Als je in groep 1.2. 3 of 4 zit, hoef je heus niet het hele filmpje af te kijken en het verhaal dat hieronder staat, is dan nog wat moeilijk. Maar even naar de muziek luisteren, is altijd interessant. Wat vind je ervan? Hogere groepen van de basisschool vinden het misschien leuk om iets over deze muziekstijl te leren.

In het zuiden van Spanje, bijvoorbeeld in Andalusië, is prachtige volksmuziek te horen: de Flamenco. (Raak maar niet in de war met het woord voor die roze vogels: flamingo).

Ook in andere gebieden is de Flamenco populair geworden. Flamenco is het belangrijkste culturele exportproduct van Spanje. Dus andere landen kennen vooral deze muziek als Spaanse muziek. In 2010 werd het zelfs op de lijst van het wereld erfgoed geplaatst!

We weten niet hoe oud Flamenco is. In de 19e eeuw vond men het wel heel hip. Vaak denken mensen dat het muziek is van de Roma. Vroeger noemde men deze mensen “zigeuners”, maar dat vinden de mensen van de Roma zelf een naar woord, dus dat doen we niet meer.

Sommige volksmuziek is niet echt hip, maar Flamenco is altijd blijven bestaan en heeft zich steeds ontwikkeld. Net zoals alle volksmuziek wordt het vooral doorgegeven via de overlevering en niet via het notenschrift. Ouders leren het hun kinderen. De kinderen verzinnen er weer iets bij. Zo blijft het modern. De muziekstijl is springlevend.

Er is dus ook moderne Flamenco muziek. Luister maar eens naar het tweede linkje… Het heeft iets pop-achtigs.

De Flamenco muziek bestaat eigenlijk uit zang (de Cante Flamenco). Die klinkt een beetje Arabisch. Dat hoor je ook in de muziek bij het tweede linkje. Je hoort allerlei versieringen. Dat is logisch, omdat de Moorse cultuur lang in Spanje aanwezig was. De liederen zijn vaak klaagliederen en protestliederen. Het gaat vaak over armoede, ziekte, het verliezen van liefde en andere droevige onderwerpen.

De zang wordt meestal begeleid door ritmische, kloppende geluiden. Die maakt men door bijvoorbeeld op de tafel te kloppen, door op de grond te tikken met een stok, door in de vingers te knippen, met de handen boven het hoofd te klappen (dat heet palmas) en soms gebruikt men castagnetten. Het is een twaalftelsritme.

Maar er kunnen ook andere instrumenten bij worden gebruikt. De gitaar komt het meeste voor. Er zijn natuurlijk ook prachtige Spaanse gitaren.

Er is niet alleen muziek te horen… vaak kan je ook kijken naar de baile flamenco. Dat is een dansstijl die heel gracieus is. Er worden ingewikkelde handbewegingen en voetenbewegingen bij gemaakt.

De lente van Vivaldi

OB-MB-BB-ML-SO

Dit muziekstuk heet “De lente”en het komt uit een serie van vier stukken die samen “De vier jaargetijden” heten. De muziek is gecomponeerd door Antonio Lucio Vivaldi. (1687-1741) Deze muziek komt uit de periode van de Barok en is geschreven bij een gedicht, een sonnet.

Vivaldi had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom tegenwoordig nog zo populair. Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen.

De vier jaargetijden is een cyclus van vier vioolconcerten: De Zomer, de Herfst, de Winter en de Lente. Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen. In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen.

De vier jaargetijden is één van de eerste muziekwerken met een verhaaltje. Dat noem je programmatische werken, of programmamuziek.

Vivaldi maakte voor elk jaargetijde een stuk dat uit drie delen bestond. In het totaal dus 12 stukken.

Hij deed dit bij vier sonnetten. Sonnetten zijn gedichten. Voor elk jaargetijde één. Men denkt dat hij de gedichten zelf schreef.

De lente

Het sonnet van de lente zegt:


De lente komt eraan.
De vogels vieren haar terugkomst met feestelijk gezang,
murmelende beekjes stromen
onder een zacht aaiend briesje.


Donderstormen, die de lente aankondigen,
bedekken de lucht met hun donkere mantel.
Als ze zwijgen klinkt opnieuw
de betoverende zang van de vogels.


Op de met bloemen overdekte weide slaapt de geitenhoeder
onder de zacht ritselende bladertakken,
zijn trouwe hond naast hem.


Aangespoord door het feestelijk geluid van de doedelzakken
dansen de nymphen en de herders lichtvoetig
terwijl de lentehemel schitterend verschijnt.

Vivaldi

Antonio Vivaldi werd op 4 maart 1678 geboren geboren in Venetië (Italië). Hij stierf in juli 1741.

Antolnio was de zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Vivaldi werd violist, priester en componist. Hij heeft veel muziek geschreven. Hij schreef ongeveer 220 vioolconcerten.

Hij is vooral bekend om zijn compositie: de vier jaargetijden. (Quattro stagioni). Het  werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven. Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één. Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Als jongeman ging Vivaldi in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook leraar viool in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Daarom hadden sommige mensen er moeite mee. Maar in zijn eigen tijd werd hij niet zo gewaardeerd. Hij stierf arm, in Wenen (Oostenrijk).

Pas in de jaren dertig van de 20e eeuw was er een Amerikaans echtpaar (de schrijver Ezra Pound en de violiste Olga Rudge) dat aandacht vroeg voor Vivaldi. Ze organiseerden in 1939 het eerste Vivaldi-festival. Dat was in Siena. Na de oorlog bleef de belangstelling voor Vivaldi groot. Iedereen hield opeens van zijn muziek.

Vier vioolconcerten

In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi virtuositeit van de solist toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden. Je hoort een klein groepje strijkers en een strijkorkest, ondersteund door een klavecimbel.

De zomer van Vivaldi

OB-MB-BB-ML

Hier vind je één van de vier delen van het muziekstuk “De vier jaargetijden” van Antonio Vivaldi. (1678-1741). Vivaldi is een belangrijke componist uit de stijlperiode van de Barok.

In 1718 wist iedereen wie Vivaldi was. Hij krijgt zelfs een baan aangeboden aan het hof in Mantua, in Noord Italië. Vanaf 1721 begint het met het schrijven van zijn vier vioolconcerten die allemaal één jaargetijde uitbeelden. Hij schrijft er sonnetten bij.

Elk seizoen bestaat uit drie delen, een vlug, een langzamer en weer een vlug werk. “De zomer” is ook zo opgebouwd.

De vier jaargetijden was meteen een razend populair stuk. Dat kwam doordat Vivaldi één van de eerste componisten was die muziek schreef die een verhaal uitbeeldde: programmamuziek. Hij schreef zelfs precies voor hóe de muzikanten de muziek moesten spelen. Dat was in die tijd nog niet gebruikelijk.

Het publiek vond het veel makkelijker om naar zijn muziek te luisteren dan naar het werk van Bach. Vivaldi had catchy melodietjes. De Fransen waren ook enthousiast, dus in Parijs werd de muziek ook veel gespeeld. Zelfs aan het hof van Louis de vijftiende.

Het eerste deel

Het eerste stuk begint heel loom. Mensen willen niet bewegen. Het sonnet zegt:

“Onder de drukkende hitte van de felle zon
verwelken mens en kudde,
de pijnboom verzengt.

Je hoort een vioolsolo als een vogel boven alles uitklinken:

We horen de koekkoek,
zachte liedjes van de tortel en distelvink.
Een lieflijk briesje beroert de lucht…”

Maar aan het einde van de dag lijkt er een onweer aan te komen:

“Maar plotseling steekt de noordenwind op.
De kudde siddert
voor de storm en zijn lot.

Het tweede deel

Het tweede deel is een kort en langzaam stuk. Het is de stilte voor de storm. Een vioolsolo beeldt een herder uit, die graag rust wil. De andere instrumenten beelden het gezoem van insecten uit. Aan het eind hoor je de dreigende donder.

De vrees voor bliksem en donder
berooft de herder van zijn rust,
vliegen en horzels zwermen woedend rond.

Het derde deel

Net als je denkt dat je in slaap bent gevallen, begint een zomeravondstorm. Gelukkig keert aan het einde van dit deel de rust weer terug.

Ach, zijn angst blijkt gegrond…
De hemel dondert en bliksemt, hagel
verwoest de korenaren en het andere graan.”

Wat is een vioolconcert

Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen.

In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen. In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi daar de virtuositeit van de solist aan toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden.

Wie was Vivaldi precies?

Antonio Vivaldi werd geboren in Venetië als zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Als jongeman ging Antonio in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook vioolleraar in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

Antonio heeft veel muziek geschreven. Hij schreef ook ongeveer 220 vioolconcerten. De vier jaargetijden (Quattro stagioni)  is er daar één van. Het werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven.

Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één.  Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Hij had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom wel zo populair.

Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen. Ook wordt het vaak bewerkt naar moderne versies. 

Vivaldi in de herfst

OB-MB-BB-ML

Luister naar “De herfst” uit “De vier jaargetijden” van Antonio Lucio Vivaldi. (1687-1741)

Vivaldi werd geboren in Venetië, Italië. Hij maakte voor elk jaargetijde een stuk dat uit drie delen bestond. In het totaal dus 12 stukken.

Hij deed dit bij vier sonnetten. Sonnetten zijn gedichten. Voor elk jaargetijde één. Men denkt dat hij de gedichten zelf schreef.

Dit is de herfst, uit het muziekstuk “De vier jaargetijden”. Dat is één van de eerste muziekwerken met een verhaaltje. Dat noem je programmatische werken, of programmamuziek.

De muziek is gecomponeerd door Antonio Lucio Vivaldi. Deze muziek komt uit de periode van de Barok en is geschreven bij een gedicht, een sonnet.

Programmamuziek

Vivaldi heeft nog veel meer muziek gecomponeerd. Niet alle muziek beeldt iets uit. De vier jaargetijden wel. Zulke muziek heet programmamuziek. Dat wil zeggen dat de componist een verhaaltje of een gedachte gebruikte voor zijn compositie.

De herfst

De herfst staat in F majeur. Dat is een vrolijke toonsoort. Vivaldi werd blijkbaar niet erg droevig van de herfst. Het warmste en het koudste seizoen staan wel in mineur. De herfst bestaat zelf ook weer uit drie delen:

  1. Dit muziekstukt begint met een opgewekt allegro. (Een vlug deel) Vivaldi vond de herfst dus waarschijnlijk wel een leuk jaargetijde. Het warmste seizoen (de zomer) en het koudste seizoen (de winter) staan in mineur. Dat klinkt wat “droeviger”. Het sonnet van de herfst zegt:

Met zang en dans viert de boer het geluk van de overvloedige oogst. Het vocht van Bacchus (dat betekent wijn) vloeit rijkelijk en velen eindigen in een diepe slaap.

  • 2. Daarna komt er een Adagio molto. Een zeer rustig en gedragen stuk. Gedragen is rustig en plechtig… een soort van ‘deftig”, zeg maar.

De milde lucht geeft plezier en doet ieder zang, dans en zijn zorgen vergeten. Het jaargetijde nodigt iedereen uit tot het genieten van een zoete slaap.

  • 3. Tot slot een stuk dat “La caccia” heet, oftewel “De jacht.”

Met de nieuwe dageraad komen de jagers. Ze gaan op jacht met honden, hoorns en geweren. Het wild vlucht en ze volgen het spoor. Geschrokken en doodsbang door al het lawaai van musketten en geweren, dreigt het gewonde dier te ontsnappen, maar het sterft uitgeput tijdens de achtervolging.

Vivaldi

Verwerking:

Kies bij welk gedeelte je een herfsttekening wil maken.

Vivaldi (4 maart 1678-28 juli 1741) was een Italiaanse violist, priester en componist, die veel muziek heeft geschreven.

Hij schreef ongeveer 220 vioolconcerten. Hij is vooral bekend om zijn compositie: de vier jaargetijden. (Quattro stagioni). Het  werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven. Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één. Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Vivaldi werd geboren in Venetië als zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Als jongeman ging Vivaldi in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook leraar viool in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

In zijn eigen tijd werd hij niet zo gewaardeerd. Hij stierf arm, in Wenen (Oostenrijk).

Pas in de jaren dertig van de 20e eeuw was er een Amerikaans echtpaar (de schrijver Ezra Pound en de violiste Olga Rudge) dat aandacht vroeg voor Vivaldi. Ze organiseerden in 1939 het eerste Vivaldi-festival. Dat was in Siena. Na de oorlog bleef de belangstelling voor Vivaldi groot. Iedereen hield opeens van zijn muziek.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Daarom hadden sommige mensen er moeite mee.

Vivaldi had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom tegenwoordig nog zo populair.

Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen.

Vier vioolconcerten

De vier jaargetijden is dus een cyclus van vier vioolconcerten: De Zomer, de Herfst, de Winter en de Lente. Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen. In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen.

In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi virtuositeit van de solist toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden. Je hoort een klein groepje strijkers en een strijkorkest, ondersteund door een klavecimbel.

2. Vorm = klankduur

Ritmes kun je maken door kortere en langere klanken achter elkaar te zetten. Bij de methode van Kzing kan je aan de vorm van het teken zien hoe lang een klank moet duren. Tel hardop mee.

Als je klapt of trommelt, moet je zo lang wachten voordat de volgende klank komt. Bij een toetsinstrument is dat de tijd dat je de toets ingedrukt moet houden.

Ook als je een ritme opschrijft, laat je aan de vorm van een teken zien hoe lang de klank moet duren.

Ritme gaat dus over de duur van een klank. Bij ritme horen woorden als lang, kort, langer en korter.

  • Een stip is 1 tel.
  • Een ovaaltje is 2 tellen.
  • Een ovaaltje met stip is 3 tellen.
  • Een langer ovaaltje betekent dat de klank 4 tellen moet duren.

3. Ritmes: 1 en 2 tellen.

Als je ritmes speelt, kan je aan het vormpje zien hoe lang de klank moet duren. Bij deze oefeningen duurt een stip 1 tel en een ovaaltje 2 tellen.

  • Kies een instrument waarop je een ritme kan spelen, of klap de ritmes.
  • Je kan er ook een bodypercussie van maken. Dan maak je de klanken op je eigen lijf, bijvoorbeeld: stampen, met je vingers knippen, plopgeluidjes maken etc.
  • Speel deze ritmes een samen met een klasgenoot. Kies allebei een ander instrument, of kies een andere toets op jullie toetseninstrument.
  • Je kan de ritmes ook om de beurt spelen. Als je met een hele groep werkt, kan de groep in tweeën gedeeld worden.
  • Je kan ook verschillende ritmes door elkaar heen spelen
  • Je kan ook met je voeten het ene ritme stampen (bijvoorbeeld 4 x 1 tel) en dan met je handen een ander ritme klappen. Dit is best moeilijk.

Dode bladeren

MB-BB-BBS-ML

In 1945 schreef de Franse dichter Jacques Prévert een prachtig gedicht dat “les feuilles mortes” heette. Het werd op muziek gezet door Joseph Kosma.

De eerste versie die hier staat, is gemaakt toen ze de originele muziek terugvonden. Daarna kan je luisteren naar Yves Montand, die hem ook in de film zong. De derde versie is een free jazz versie (waarbij de zangers lekker los gaan). Deze versie is a capella. Dat betekent dat er geen muziek bij is.

Feuilles mortes betekent; de dode bladeren. Dat was een metafoor. Een metafoor is een vergelijking. Je vergelijkt iets, hier de dode bladeren, met iets anders. Waar vergelijkt de dichter het hier mee?

Over de componist en dichter

Joseph Kosma werd in Boedapest geboren en begon al jong met muziekles. Hij werd componist. Tussen 1926 en 1928 werkte hij bij de Hongaarse Opera. Toen kreeg hij een beurs en mocht verder studeren aan de Duitse staatsopera. Hij kwam in Berlijn en sloot zich aan bij het toneelgezelschap van Bertold Brecht. De beroemde comonisten Eisler en Kurt Weill werden vrienden. In 1933 verhuisde hij naar Parijs. Hij werd vrienden met de dichter Jcaues Prévert en kwam in aanraking met allerlei kunstenaars, schrijvers en regisseurs. In de tweede wereldoorlog moest hij onderduiken. Toch lukte het hem om filmmuziek te maken bij gedichten die Prévert voor films schreef.

Dit lied werd gezongen in de film “De kinderen die van elkaar hielden…” en het lied werd gezongen door Yves Montand. De film werd in 1946 een flop. Maar in 1949 w

erd het lied plotseling toch een succes.

Nu is het één van de bekendste liefdesliederen van de wereld. Het wordt door heel veel artiesten gecoverd.

Welke versie vind jij het mooiste?

Oh, je voudrais tant que tu te souviennes
des jours heureux où nous étions amis.
En ce temps-là la vie était plus belle
et le soleil plus brûlant qu’aujourd’hui.

Les feuilles mortes se ramassent à la pelle.
Tu vois, je n’ai pas oublié.
Les feuilles mortes se ramassent à la pelle,
les souvenirs et les regrets aussi.

Et le vent du Nord les emporte
dans la nuit froide de l’oubli.
Tu vois, je n’ai pas oublié
la chanson que tu me chantais.

C’est une chanson qui nous ressemble
toi tu m’aimais, et je t’aimais.
Et nous vivions tous deux ensemble
Toi qui m’aimais, moi qui t’aimais

Mais la vie sépare ceux qui s’aiment
Tout doucement, sans faire de bruit
Et la mer efface sur le sable
Les pas des amants désunis

Les feuilles mortes se ramassent à la pelle.
les souvenirs et les regrets aussi.
Et mon amour si les infidèles,
Sourit toujours en remercie la vie.

Je táimait tant, tu etais si jolie.
Comment veux tu que je tóublie?
Moi sais tu la, la vi est si belle.
Et le soloei plus brillant qáujourd’hui.

Tu étais ma plus douce amie.
Mais je n’ai que pas des regrets.
Et la chanson que tu chantie
toujours je l’entendrais.

C’est une chanson qui nous ressemble
toi tu m’aimais, et je t’aimais.
Et nous vivions tous deux ensemble
Toi qui m’aimais,moi qui t’aimais

Mais la vie sépare ceux qui s’aiment
Tout doucement, sans faire de bruit
Et la mer efface sur le sable
Les pas des amants désunis

O ik zou willen dat je ze zou herinneren,
die gelukkige dagen dat wij verliefd waren,
in de tijd dat het leven zoveel mooier was
en de zon feller brandde dan vandaag.

Gevallen bladeren bijeen gebracht met een schep,
zie je, ik ben ze niet vergeten.
Gevallen bladeren bijeen gebracht met een schep,
de herinneringen en ook spijt

en de noordenwind voert ze mee
in de koude nacht van het vergeten.
Zie je, ik ben het niet vergeten
dat liedje dat je voor mij zong…

Dit is een liedje dat bij ons hoort
Jij hield van mij en ik hield van jou
En we zouden samen leven
Jij, die van mij hield en ik die van jou hield.

Maar het leven scheidt de geliefden
heel langzaam, zonder geluid
En de zee wist op het zand
de stappen uit van de verloren verliefden.

Gevallen bladeren bijeen gebracht met een schep
de herinneringen en ook spijt.
Maar mijn stille en trouwe liefde
glimlacht nog steeds en dankt het leven.

Ik hield zoveel van je, je was zo mooi.
Hoe wil je dat ik je vergeet,
in de tijd dat het leven zoveel mooier was
en de zon feller brandde dan vandaag.

Jij was mijn zoetste liefde
Maar ik heb er geen verdriet van
en het liedje dat je voor me zong
ik zal het altijd, altijd blijven horen…..

Dit is een liedje dat bij ons hoort
Jij hield van mij en ik hield van jou
En we zouden samen leven
Jij, die van mij hield en ik die van jou hield

Maar het leven scheidt de geliefden
heel langzaam, zonder geluid
En de zee wist op het zand
de stappen uit van de verloren verliefden.

4. Ritmes: 1, 2, 4 tellen

Speel deze ritmes. Je kan ze klappen, op trommels spelen, op de tafel tikken, stampen, blazen, op één toets van een toetseninstrument spelen of je kan er een bodypercussie van maken. Bij ritme gaat het niet om hoger en lager, maar alleen om korter of langer.

De ritmes zijn opgebouwd uit 1, 2 en 4 tellen. Je hebt klanken van 1, 2 en 4 tellen.

  • Kies een instrument waarop je een ritme kan spelen, of klap de ritmes.
  • Je kan er ook een bodypercussie van maken. Dan maak je de klanken op je eigen lijf, bijvoorbeeld: stampen, met je vingers knippen, plopgeluidjes maken etc.
  • Speel deze ritmes een samen met een klasgenoot. Kies allebei een ander instrument, of kies een andere toets op jullie toetseninstrument.
  • Je kan de ritmes ook om de beurt spelen. Als je met een hele groep werkt, kan de groep in tweeën gedeeld worden.
  • Je kan ook verschillende ritmes door elkaar heen spelen.e kan ook met je voeten het ene ritme stampen (bijvoorbeeld 4 x 1 tel) en dan met je handen een ander ritme klappen. Dit is best moeilijk.

De doedel op c

OB-MB-BB-ML

Hier leer je de doedel van c. Doedels zijn samenklanken. Ze bestaan uit 2 tonen.

Je gebruikt dus ook 2 toetsen, of je speelt de doedel met 2 boomwhackers, of op de metallofoon.

Bij een toetsinstrument druk je de toetsen vaak tegelijk in. Dan hoor je een klank die lijkt op de klank van een doedelzak. Daarom noem je zo’n samenklank een doedel.

Een chique woord voor doedel is “bourdon”. Zo’n samenklank wordt daarom ook wel eens een bourdonkwint genoemd.

Het woord “kwint” betekent: 5. Dat komt omdat er 1 vinger op een toets staat en de andere precies op de vijfde toets daarna.

Je kunt de tonen van een doedel ook ná elkaar laten horen. Je drukt de toetsen dan om de beurt in, of je slaat om de beurt op het metalen plankje van de metallofoon, of je gebruikt de boomwhacker van c en g om de beurt.

1. Speel een doedel van c met je rechterhand. Druk de c en g tegelijk in.

2. Speel een doedel van c met je linkerhand. Druk de c en g tegelijk in.

3. Speel je rechterhand en je linkerhand om de beurt. Eerst speelt rechts de doedel van c, daarna links.

4. Speel alleen met de rechterhand. Speel de c en g om de beurt. Je hoort: c,g,c,g,c,g enz.

5. Doe hetzelfde met je linkerhand. Je hoort: c,g,c,g,c,g enz.

6. Doe dit met twee handen tegelijk.

7. Doe het met beide handen omgekeerd. Dus als rechts de c speelt, speelt links de g.

Mug

OB-MB-BB -SO

Een mug is een kriebelbeestje. Wat vind jij van muggen? In de zomer kunnen ze je flink plagen!Soms zit je onder de muggenbulten. Toch hebben we een lied voor hen gemaakt.

De ingezongen versie
Een karaoke versie voor de onderbouw, waar juf Ellis de coupletjes zingt en de groep de refreinen kan zingen
De karaoke versie

Er zit een mug in deze kamer. Dat vind ik dus niet zo leuk.

Muggen houden veel van zoemen. Als ze prikken heb je jeuk.

Ik probeer het niet te horen, maar dat lukt niet, is dat gek?

Hij zoemt echt heel hoog in mijn oren. Straks dan prikt ie me nog lek.

Van bizziebizz…. van bizziebizzz…. van bizziebizzz… van bizziebizz..

Van bizziebizzz…van bizziebizz…

Van bizziebizz… bizzie, bizzie, bizzie, bizzz…

Er zit een mug in deze kamer; dat vind ik dus niet zo leuk.

Muggen houden veel van zoemen. Als ze prikken krijg je jeuk.

“Hou nou eens op!” zal ik hem vragen, dan is het z’n eigen schuld,

als hij mij gemeen blijft plagen, heeft ie straks een mensenbult.

Van bizziebizz…. enzovoort.

Als je in de bovenbouw zit en wat meer wil weten over muggen, kijk dan naar dit filmpje van NPO, behalve als je nogal gauw griezelt. In het filmpje wordt niet duidelijk gemaakt dat de Nederlandse mug over het algemeen niet levensgevaarlijk is.

5. Ritmes:1, 2, 3, 4 tellen

Als je ritmes speelt, kan je aan het vormpje zien hoe lang de klank moet duren. Een stip is 1 tel. Een kort ovaaltje 2 tellen. Een ovaaltje met stip 3 tellen en een lang ovaaltje duurt 4 tellen.

  • Speel deze ritmes met 1,2,3 en 4 tellen. Kies een instrument waarop je een ritme kan spelen, klap de ritmes of maak er een bodypercussie van.
  • Speel deze ritmes eens samen met een vriend of vriendin. Kies allebei een ander ritme instrument. Of kies allebei een andere toets op een toetseninstrument.
  • Je kan de ritmes ook om de beurt spelen. Als je het met een groep doet, kan je de groep in tweeën verdelen.
  • Je kan ook verschillende ritmes door elkaar heen spelen.
  • Je kan ook met je voeten het ene ritme stampen (bijvoorbeeld 4 keer 1 tel) en dan met je handen een ander ritme klappen. Dit is best al moeilijk!

Vivaldi thema lente, ook een muziekpraatplaat

OB-SG-MB-BB-BBS-ML

Op deze pagina vind je een les over de lentemuziek van Antonio Vivaldi; eén van de 4 thema’s uit de
Vier Jaargetijden, gespeeld door juf Ellis. We hebben er filmbeelden onder gezet. Het is eigenlijk een bewegende praatplaat die al voor de jongste groepen te gebruiken is.

filmbeelden rechten liggen bij Envato

  • Jonge dieren
  • De natuur die ontwaakt
  • Kinderen die buitenactiviteiten doen
  • En tenslotte: Pasen

Op deze pagina ga je aan de slag met de lentemuziek van Vivaldi. Als je meer over deze muziek of de componist wil weten, kan je op deze link klikken

Belevingsverhaal (teacher in role)

Er staat ook een belevingsverhaal op deze pagina. Dat kan als teacher in role spel uitgespeeld worden. Oudere groepen kunnen in kleine groepjes zelf een verhaal bedenken en uitspelen waarin de verandering van winter naar lente centraal staat. De leerlingen beginnen zittend op de hurken (indien mogelijk) helemaal in elkaar gedoken.

• We zijn allemaal een piepklein zaadje.
• We liggen in de grond te slapen, want het is winter
• Plotseling voelen we dat de lentezon de grond om ons heen wat warmer maakt
• We worden een beetje wakker en groeien een klein beetje
• Ons hoofdje steekt al boven de grond uit… We blijven groeien, groeien (uitstrekken)
• En kijk…. er komt aan één kant een klein takje… met wat blaadjes…
• Hoera… aan de andere kant komen ook blaadjes
• De wind ritselt door onze blaadjes…. dat voelt leuk (wiebelen)
• Ons bloemetje gaat open…
• We kijken verbaasd om ons heen naar de mooie lentewereld.
• Wat zien we?
• En wat zijn we eigenlijk voor bloemetjes? (Lentebloemen meenemen, of op Kzing.t.v kijken bij:

Musiceren

Je kan ook musiceren in deze les.

Jongere groepen kunnen simpele ritmes meetikken met de muziek, om zo de muziek nog meer te beleven.

Voor oudere groepen en muziekleerlingen staat er onderaan de pagina de muziek, genoteerd in boomwhacker kleuren. Meester Evan heeft er een meespeel-filmpje van gemaakt. Dit is de moeilijkste opdracht.

Meetikken

Wanneer je met de muziek mee tikt, let er dan wel op dat deze muziek een opmaat heeft. Dat betekent dat je pas vanaf tel 2 mee kan tikken. Je kan klappen, tikken, ritme instrumenten gebruiken, of een bodypercussie maken. Kies voor simpele ritmes, zoals deze drie ritmes:

Als je luistert naar het thema, hoor je dat ieder stukje twee keer voorkomt. Juf Ellis heeft ze ongeveer even sterk (hard) gespeeld. In de tijd van Vivaldi werd het de eerste keer door een grote groep gespeeld en daarna kwam er een echo van een klein groepje orkestleden. Misschien kunnen jullie dat ook eens proberen. Of je speelt het thema de eerste keer sterk (hard) en de tweede keer zacht.

Musiceren op toetsen of boomwhackers (gevorderd)

Meester Evan heeft speciaal voor jullie een meeleesfilmpje gemaakt! Ook hier kan je proberen het verschil in dynamiek (verschil tussen sterk en zacht) te laten horen.

Jingle bells, eenvoudig

OB-MB-BB-ML-BBS

c d e f g

Dit is een klein stukje van het kerstliedje Jingle bells. Dit kan je natuurlijk met kerstmis spelen op toetsen of met boomwhackers.

Jingle bells is een Amerikaans liedje, dus we hebben echte Amerikaanse uitvoeringen voor jullie gezocht, waar jullie naar kunnen luisteren, voordat jullie het zelf gaan spelen. Een Disney versie, een versie waar Frank Sinatra croont. Croonen betekent “kreunen, kermen, klagen”. Een crooner is een zanger (meestal een man) die heel ontspannen en lief zingt. Hij zingt met een zachte, lage stem en probeert een sentimenteel sfeertje op te roepen. En tenslotte een versie van Pentatonix.

Het Zwanenmeer

OB-MB-BB-ML

Je hoeft niet altijd perse een boek te lezen voor een verhaal. Ook in films, balletvoorstelling, theaterstukken, musicals zit een verhaal verstopt dat door iemand is geschreven. Vandaag kijken we naar een ballet van Pjotr Iljitsch Tchaikovsky (1840-1893) Het komt uit de periode van de Romantiek. Dat is een periode in de muziekgeschiedenis.

Luister naar alle versies. Kies er één uit die je het mooiste vindt en één die je het minst mooi vindt. Vertel over de verschillen en waarom je de een leuker vindt dan de ander.

Uit het Zwanenmeer: Binnenkomst van de kleine zwaantjes

Het zwanenmeer is een ballet in vier bedrijven (zeg maar 4 stukken) op muziek van Tsjaikovski. Tsjaikovski leefde in de tijd die in de geschiedenis “De Romantiek” wordt genoemd. Het gaat om ongeveer de hele 19e eeuw. In de muziek lieten componisten in die tijd veel van hun gevoel horen.

Het ballet werd op 4 maart 1877 voor het eerst op de planken gebracht in het Bolsjojtheater in Moskou. De choreografie werd toen bedacht door Julius Reisinger.

Een ballet heeft vaak een verhaal. Dat heet het “libretto.”  Wie dit libretto gemaakt heeft, is niet zeker. Het verhaal lijkt op sommige sprookjes uit Duitsland en Rusland. Eerst was het ballet niet zo’n succes. Pas toen andere mensen een choreografie hadden bedacht (Petipa en Ivanov) wilde elk gezelschap het wel dansen.

Eerste bedrijf:

Prins Siegfried is jarig en net volwassen. Hij is heel uitgelaten. Zijn moeder waarschuwt hem dat hij op het volgende bal een bruid moet uitzoeken.

Tweede bedrijf:

De prins gaat met zijn gevolg jagen. Ze komen aan bij een meer met zwanen. Odette, de koningin van de zwanen legt aan de prins uit dat ze betoverde zwanen zijn. Ze zijn eigenlijk jonge vrouwen die door de boze tovenaar Von Rothbart betoverd zijn. Maar in de nacht worden ze weer vrouwen. De pins is meteen verliefd op Odette. Ze dansen samen een pas de deux. Dat is een dans van twee mensen. De prins vraagt Odette naar zijn bal te komen en belooft haar te trouwen. Odette zegt dat de betovering dat verbroken moet zijn. Dan wordt ze weer zwaan en moet terug naar het meer.

Derde bedrijf:

Siegfried is terug op het kasteel. Zijn moeder en hij ontvangen zes meisjes die met hem willen trouwen. Gasten uit allerlei landen komen en dansen dansen uit hun eigen land. Dan verschijnt de boze tovenaar Von Rothbart met zijn dochter Odile. Hij heeft haar betoverd en daarom lijkt ze op Odette. Odile danst een tweede pas de deux met de prins. Soms heeft Odette een zwart kostuum, om het verschil tussen goed en kwaad te laten zien. De prins zegt dat hij van haar houdt. Buiten is Odette wanhopig, omdat ze zich verlaten voelt. De tovenaar en Odile zijn heel triomfantelijk.

Vierde bedrijf:

Odette en de andere zwanen zijn droevig. Als siegfried komt, wil Odette niets met hem te maken hebben. Maar Siegfried kan het uitleggen. De tovenaar is zo boos dat hij een storm tevoorschijn tovert. De twee geliefden hebben elkaar gevonden, maar dan verdrinken ze samen in het meer.

Kun je zelf ook een dans bedenken op deze muziek?

Over de componist.

Tsjaikovski was eerst ambtenaar in Rusland. Later ging hij muziek studeren aan het conservatorium. Dat is een muziekschool. Hij werd toen leraar aan een ander conservatorium, in Moskou. In 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven. Er was een gravin, gravin von Meck, die hem geld gaf om te leven. Zo kon hij zich met componeren bezighouden. Tsjaikovsky heeft zijn weldoenster nooit ontmoet. In 1890 stopte ze met hem geld te geven. Waarom is niet zeker.

Tsjaikovski reisde veel, maar was toch een eenzaam mens. Hij overleed aan cholera. Hij was pas 53 jaar. Hij had veel muziekstukken geschreven, onder ander voor piano. Maar hij schreef ook liederen, symfonieën en vioolmuziek. Zijn balletmuziek “De notenkraker” is misschien wel het meest bekende stuk. Hij kon de instrumenten heel mooi gebruiken.

De zwaan

OB-MB-BB-ML

Het carnaval der dieren gaat over verschillende dieren. Het is een muziekstuk van Camille Saint Saens. (1835-1921)

Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw. Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Pas in 1922 werd het voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair.

Luister maar eens naar de zwaan. Dit wordt gespeeld door YoYoMa en hij wordt begeleid door de pianiste Kathryn Stott. Op welk instrument speelt Yo Yo Ma?

De zwaan

De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit.  Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist.

De zwaan is het 13e deel.

Waaraan kun je horen dat dit muziekstuk over een zwaan gaat? Welk instrument hoor je?

Dit stuk werd gebruikt voor ballet in het ballet “De Stervende zwaan”voor ballerina Anna Pavlova. Hiervan kun je historische opnames zien in het tweede YouTube fragment. De stervende zwaan is de meest gedanste balletsolo ooit.

Uitvoering stervende zwaan door Anna Pavlova. Begin met kijken op 0.59

Blijkbaar is de zwaan een dier dat je goed dansend kunt uitbeelden. Luister maar eens naar een fragment van de muziek van een andere componist uit de romantiek: Tsjaikovski: Het zwanenmeer. 

Pas de deux uit het Zwanenmeer van Tchaikovsky

Welke muziek spreekt je meer aan?

De andere delen van het Carnaval des Animaux:

De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano.

Kippen en hanen.

Muilezels of snelle dieren. (heel snel)

Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.

Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.

Kangoeroes.

Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)

Personages met lange oren.

De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.

de volière. Je herkent meteen de vogeltjes.

Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.

Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.

De zwaan.

Finale

Schildpadden

OB-MB-BB-ML

Het carnaval der dieren gaat over verschillende dieren. Het is een muziekstuk van Camille Saint Saens. (1835-1921)

Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw. Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Pas in 1922 werd het voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair.

Luister maar eens naar de schildpadden.

Schildpadden

De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit.  Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist.

Luister naar de schildpadden. Het is het 13e deel.

Waaraan kun je horen dat dit muziekstuk over schildpadden gaat? Over welke parameter hebben we het dan?

Dit is natuurlijk een langzaam stuk. De parameter waar het over gaat is “het tempo” van het stuk.

Het filmpje laat een schildpad zien die een hardloopwedstrijd met een haas houdt. De haas haalt hem in, maar de schildpad houdt vol. Hij droomt van optreden in Parijs als Cancandanseres Echte cancandanseressen dansen een beetje ondeugend, want ze laten hun onderbroek zien. Daarom laten we daar geen filmpje van zien. De schildpad denkt ook aan heel veel spruitjes. Aan het eind zie je dat de haas het voor de finish heeft opgegeven, de schildpad komt wél over de finish en krijgt dan héél veel kolen. Dus: ook al is iets moeilijk: hou vol!

De componist haalt trouwens een grapje uit met de luisteraar. Hij gebruikt in dit stuk een ander bekend stuk. Dat is van Offenbach. Tegenwoordig staat dat stuk bekend als de Can-Can. Dat is een dans waarbij vrouwen hun rokken optillen. Het is een grappig idee dat de schildpadden dat héél langzaam doen.

De andere delen:

De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano.

Kippen en hanen.

Muilezels of snelle dieren. (heel snel)

Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.

Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.

Kangoeroes.

Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)

Personages met lange oren.

De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.

De volière. Je herkent meteen de vogeltjes.

Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.

Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.

De zwaan.

Finale

Kangoeroes

OB-MB-BB-ML

Het carnaval der dieren gaat over verschillende dieren. Het is een muziekstuk van Camille Saint Saens. (1835-1921)

Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw.

Kangoeroes

Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Saint Saens heeft voor heel veel verschillende dieren een eigen muziekstuk gecomponeerd.

Pas in 1922 werd het voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair.De kangoeroes zijn het 6e deel.

De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit.  Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist.

Luister naar de kangoeroes.

Welk instrument wordt er in dit deel gebruikt? Springt de kangoeroe eerst omhoog of eerst omlaag? Hoe weet je dat? 

De andere delen:

De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano.

Kippen en hanen.

Muilezels of snelle dieren. (heel snel)

Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.

Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.

Kangoeroes.

Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)

Personages met lange oren.

De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.

de volière. Je herkent meteen de vogeltjes.

Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.

Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.

De zwaan.

Finale

De leeuw!

OB-MB-BB-ML

Het carnaval der dieren is een muziekstuk dat is gecomponeerd door Camille Saint Saens. (1835-1921)

Het is muziek met een verhaaltje. Dat noemen we programmamuziek.

Saint Saens is een componist uit de periode van de Romantiek. Zeg maar, de negentiende eeuw.

Hij schreef dit muziekstuk in 1866. Dat deed hij voor de grap. Eigenlijk heet het: Le Carnaval des Animaux-Grande Fantaisie Zoölogique. Dat betekent: het carnaval van de dieren; een geweldige dierenfantasie.

Hij heeft voor heel veel verschillende dieren een eigen muziekstuk gecomponeerd. Hieronder hoor je “De leeuw.”

De leeuw, uit het carnaval der dieren. Bekijk deze leuke animatie en luister naar de muziek.

Het Carnaval der dieren bestaat uit 14 delen en wordt uitgevoerd door een kleine groep musici. Je kunt in dit filmpje zien welke instrumenten meespelen in dit deel. Ken je ze allemaal?

De componist beeldt in veel van die delen de eigenschappen van dieren uit.  Het stuk is tijdens zijn leven maar één keer uitgevoerd, voor zijn vrienden. Hij vond het stuk niet passen voor een serieuze componist. Pas in 1922 werd het voor het eerst uitgegeven. Het werd ontzettend populair.

De leeuw is het eerste deel. Herken je eigenschappen van leeuwen in de muziek? 

De andere delen zijn:

  1. De introductie en de koninklijke mars van de leeuw. ( tremolo’s (trillers) en glissando’s (over alle toetsen glijden) van de piano
  2. Kippen en hanen.
  3. Muilezels of snelle dieren. (heel snel)
  4. Schildpadden. Dit is natuurlijk een langzaam stuk. Het haalt een grapje uit met een ander bekend stuk van Offenbach, dat tegenwoordig bekend is als de Can-Can.
  5. Olifant. Het is pompeus, log en vrolijk. Ook hier gebruikt hij het werk van een andere componist: Berlioz.
  6. Kangoeroes.
  7. Aquarium. Mysterieus. Hierin kun je een glasharmonica horen. (Hoewel ook van een celesta gebruikt wordt.)
  8. Personages met lange oren.
  9. De koekoek in het diepst van het woud. Droevig en schertsend. Je hoort steeds de koekoek.
  10. de volière. Je herkent meteen de vogeltjes.
  11. Pianisten. Hij beschouwt pianisten dus ook als een soort dieren. Je hoort beginnersoefeningen van pianisten, die nog niet zo goed kunnen spelen. Het wordt steeds beter.
  12. Fossielen. Alle instrumenten spelen mee. Hij verwijst naar een ander stuk van hemzelf: de Danse Macabre. De klanken op de xylofoon beelden spelen op botten uit. Er zitten ook kinderliedjes in verstopt.
  13. De zwaan.
  14. Finale

Maandselectie

Deze functie is nog in ontwikkeling

Deze zoekfunctie maakt een selectie voor u van materiaal dat in een bepaalde maand relevant is. Ook de rest van het materiaal hebben we verdeeld over de maanden. Die indeling hoort bij onze jaarplanner.

Filter eerst op de maand van het jaar. U krijgt dan een selectie van materiaal dat in die specifieke maand relevant kan zijn.

Filter daarna op doelgroep. U krijgt dan al het relevante materiaal voor die maand, voor uw specifieke doelgroep.

Maand











Filter op onderwerp
Muzikale onderwerpen
Filter op doelgroep

Verantwoording

De verhouding van de leerling tot alles om zich heen is de insteek bij ons aanbod.

De kern van ons onderwijs ligt bij het aansluiten van wat er leeft in de wereld van de leerlingen. Het materiaal wordt daardoor interessant en in hoge mate vakoverstijgend.

Het is de bedoeling dat cultuur een ondersteunende pijler wordt bij wereldoriëntatie. Als het cultuuraanbod van kwaliteit is, sla je als docent twee vliegen in één klap.

De docent kan zonder veel voorbereiding regelmatig korte periodes (10 minuten) bezig zijn met kant- en klaar materiaal. Dit kan naast het aanbod van een vakleerkracht, maar als die niet aanwezig is, ook ter vervanging van het aanbod van een vakleerkracht. Ook vakleerkrachten kunnen dit materiaal gebruiken, ter ondersteuning van hun lessen.

Als er een jaar met Kzing gewerkt is, zijn alle leerdoelen behaald.

Na acht schooljaren is het uitstroomniveau hoog

Wanneer u met Kzing werkt, groeien in de loop van de schooljaren niet alleen de vaardigheden op elk gebied stap voor stap, maar leerlingen raken er aan gewend om te luisteren, zingen, dansen, bewegen, acteren, zich een mening te vormen, de ruimte te gebruiken, elkaar te helpen, zich te verdiepen in de eigen cultuur en andere culturen en zich te presenteren.

Er is een stijgende lijn in moeilijkheidsgraad per bouw.

In de loop van een schooljaar komen alle aspecten van muzisch onderwijs aan bod

Wanneer u iedere maand met Kzing werkt, komen in de loop van het (school)jaar alle aspecten van cultuuronderwijs aan bod: zingen/rappen, bewegen, dansen, acteren, musiceren, luisteren, leren, andere culturen, de eigen cultuur, etc.

Voor zover mogelijk is er ook een opbouw per maand, maar ervaring leert dat het niet erg is als er af en toe iets uitdagends wordt aangeboden.

Resultaat

Het allerbelangrijkste element van deze vorm van onderwijs is, dat leerlingen vertrouwd raken met kunst en cultuur, door plezierige activiteiten.

Kzingmuseum

Kunstwerken inleveren, kan je doen via: brievenbus@kzing.tv. Vergeet niet je naam te vermelden! Veel succes!

Kzing heeft 3 taarten verloot onder de inzenders van zelfgemaakte tekeningen, foto’s, gedichten, lego-bouwwerken etc. die moesten gaan over West-Friesland, de regio waarin wij wonen. Iedere leerling of vrijwilliger mocht minimaal 1 en maximaal 3 inzendingen sturen. Een aantal van die mooie werken, zijn gebruikt voor een filmpje bij het traditionele West-Friezenlied. Dat is ingezongen door Lara en juf Ellis.

Bekijk de kunstwerken in het filmpje.

De West-Frieslandzaal

Inzending Elin Winterstein. “Ze heeft de tulpenvelden getekend die ze zo mooi vond….en ze heeft zin in taart!”
Inzending Elin Winterstein
Inzending Victor
Inzending Victor/Richard
Inzending van Hebe. De vlag van West-Friesland en de W van West-Friesland in guldens.
Inzending Cas Schoots
Inzending Cas Schoots
Erwin Leetink: “Eén van de mooiste West-Friese stolpboerderijen in West-Friesland die ik ken.”
Erwin Leetink: “Wat is er nou West-Frieser dan het West-Fries museum? In de 80-jarige oorlog was het de vergader locatie van de Gecommitteerde Raden van West-Friesland.”
Erwin Leetink: “De meest biologische manier van grasmaaien in de wijk: schapen. Vrij uniek in Nederland.”
Inzending van Lotte van Wilsum
Inzending van Lotte van Wilsum.
Inzending van Lotte van Wilsum.
Simone Bothe: Hoornse Haven. Als grote havenstad van West-Friesland mag de Hoornse haven natuurlijk niet ontbreken.
Simone Bothe: Molens gezien door het riet. West-Friesland was ooit allemaal zee. Door middel van de molens kunnen we nu in dit gebied wonen.
Simone Bothe: Hoornse haven vanaf het Julianapark. Dit was afgelopen winter toen het zo had gevroren. Ik zag voor me hoe groepen mensen hier geschaatst moeten hebben in niet-corona tijd. Met een gezellige koek en zopiekraam.

Inzending Amanda Leetink
Inzending Amanda Leetink
Inzending Amanda Leetink

De Kzingzaal

De winterzaal

De Tagzaal

De vlaggenzaal met vlaggen voor de vrede De

V.O.C. zaal

Ritme: vorm van de noten

MB-BB-ML

Hier kun je van alles lezen over ritme.

Als je liever naar een filmpje kijkt, kun je ook de onderstaande linkjes volgen:

Lezen over ritme

Hoe schrijf je een ritme in noten op? Ritme is wat er overblijft van een liedje als je het klapt.

Bij ritme gaat het om hoe lang de verschillende klanken duren. Je vergelijkt ze met elkaar. De ene klank hou je langer aan dan de andere.

Er zijn tekentjes die aangeven hoe lang een klank moet duren. Je moet dan natuurlijk wel heel regelmatig tellen.

Die tekentjes hebben een naam (hele noot, halve noot, kwartnoot, achtste noot). Elk tekentje zegt je hoelang je een klank moet laten duren.

Hieronder zie je die tekens staan. Je kunt precies zien dat je vier noten van 1 tel, in één noot van 4 tellen kan stoppen.

Ritme: hoe tel je?

MB-BB-ML

Als je een boek leest, lees je letters. Die vertellen je welke klank je moet uitspreken. Dat kan je hardop doen, of in je hoofd.

Als je een ritme leest, lees je noten. Die vertellen je hoe lang een klank duurt. Dat tellen kan je hardop doen en als je het goed snapt, kan je dat ook stil, in je hoofd doen.

Door elkaar heen klappen of spelen

Als je met meer mensen bent, kun je verschillende ritmes door elkaar klappen, of spelen.

Persoon 1 speelt telkens klanken die 4 tellen duren: hele noten.

Persoon 2 speelt telkens klanken die 2 telen duren: de halve noten. Als nummer 1 er één speelt, speelt deze persoon er dus 2.

Persoon 3 speelt telkens klanken die 1 tel duren: de kwartnoten. Als persoon 1 er één speelt en persoon 2 er twee speelt, speelt deze persoon er dus 4.

Persoon 4 speelt telkens klanken van een halve tel. Die noten moeten de tel dus samen delen. Daarom wordt de tel in twee lettergrepen verdeeld. Je zegt: e-ne twee-je drie-je vie-re. Elke achtste noot krijgt een lettergreep.

Simpel ritme in de maat

MB-BB-ML
Als je een ritme ziet staan, kun je klappen wat er staat. Doe je mee? Je kan natuurlijk steeds alleen de noot tellen, maar meestal tellen we in maten.

Je luistert om de hoeveel tellen je een hardere toon hoort. Soms hoor je dat er steeds 4 tellen zijn en dan weer een hardere klap. Dan tel je steeds tot 4.

De 4 tellen die bij elkaar horen, zijn samen een maat. In elke maat zitten dan dus 4 tellen. Hier zie je vier maten. Elke maat heeft een eigen hokje gekregen.

Kun je deze maten en de ritmes die erin staan, klappen? Je kunt die ritmes natuurlijk ook op een toets van een keyboard spelen, of op een fluit blazen, of met een pollepel op een pan slaan.

Zoek zelf uit

MB-BB-ML

Je gebruikt de c d e f g a b c

Dit bekende kerstliedje kan je als het kerstmis is, spelen op toetsen of metallofoons. Op boomwhackers is dit liedje wat lastiger te spelen.

Het is leuk om zelf uit te zoeken welk liedje het is. We verklappen vast dat het een traditioneel Engels kerstliedje is. Zo’n liedje heet een christmas carol. In Engeland zijn er veel kersttradities. Zoek dat maar eens op op het internet!

Je ziet dat je twee verschillende f’fen nodig hebt. Een lage en een hoge. Het verschil hiertussen noem je: een octaaf. Als je die laagste f niet hebt, kun je in plaats daarvan ook een a spelen.

Je gebruikt niet alleen maar klanken die 1 tel duren. Er zijn ook klanken van een een halve tel bij. Die klinken korter. Ze delen de tel samen. Dit liedje heeft dus een lastiger ritme. Maar je weet hoe het klinkt, dus daar heb je veel steun aan.

In dit stukje zitten er steeds 3 tellen in een maat. De eerste tel van een maat is altijd sterker. Alleen in het begin is er een maat die niet vol is. Zo’n maat heet een opmaat. Tel nummer 1 en 2 vergeet je en je begint op tel 3. De c op tel 1 van de volgende maat is sterker.

Hoeveel tellen staan er in de laatste maat? Hoe kan dat?

2. Ritme in kleur

Compositie

Een muziekstuk (bijvoorbeeld een lied, of een symfonie, of een sonate) bestaat uit tonen. Die hebben een bepaalde hoogte en een bepaalde duur. Een chique woord voor muziekstuk is compositie. Als iemand muziek bedenkt, heet dat componeren. Eigenlijk betekent dat “samenzetten.” Een componist is een “samenzetter” van klanken. De componist zet de klanken in de gewenste volgorde.

Melodie

  • De kleurtjes zeggen welke klank je moet laten horen. (De toonhoogte)
  • Door verschillende toonhoogtes te gebruiken, ontstaat er een melodie.

Ritme

  • De vormpjes zeggen hoe lang die klank moet blijven klinken. (De klankduur)
  • Door verschillende toonduren te gebruiken, ontstaat er een ritme.

Pas de deux

BB-ML

Op deze pagina hebben we het over de “Pas de deux”. Een pas de deux is een dans voor twee personen. Je zegt ook wel “een choreografie” voor twee personen. Het is vaak een bijzonder dansmoment waarin twee hele goede dansers samen schitteren op het podium. De dansers moeten heel goed samenwerken. De pas de deux komt uit het ballet, maar komt ook voor in moderne dans.

De dans beeldde vaak de liefde en een romantische scène uit tussen de partners en in die tijd ging men er vanuit dat dat tussen een man en een vrouw was. De man was dan de sterke persoon, die de vrouw optilde, ronddraaide, hielp enz. Dat was de rolverhouding die men in die tijd normaal vond.

Kijk maar eens naar onderstaande balletten. De onderstaande scènes zijn best lang. Sommige mensen moeten een beetje wennen aan ballet. Je hoeft niet perse het hele stuk af te kijken. Blijf kijken zolang als het je boeit.

Aan het begin van de 18e eeuw gingen mensen vaak naar de opera. Men liet dan zo’n dans zien, voordat de opera begon. In die tijd dansten de dansers vaak dezelfde passen.

In de 19e eeuw, de periode van de Romantiek, was het de taak van de mannelijke dansen om de ballerina te ondersteunen. Die maakte allerlei bijzondere passen, zoals pirouettes (rondje draaien), arabesques, attitudes en lifts. Ze noemden de balletdansers ook wel eens spottend “het derde been van de danseres.”

Pas laat in de 19e eeuw werd de Pas de deux een heel uitgebreide dansvorm. De hele pas de deux bestond uit

– een entree, waarin de dansers zich presenteerden

– een adagio, een langzaam stuk voor de dame

– een variatie voor de man

– een variatie voor de vrouw en

– een coda. Dat was het eindstuk, waarin het verhaal werd afgerond.

Vaak bedachten ze lange, trage, sierlijke bewegingen voor de ballerina.

Vanaf deze tijd worden er ook andere emoties uitgebeeld in een pas de deux, bijvoorbeeld ruzie, of een conflict. Dat zie je in de dans van de vuurvogel.

Die balletten blijven natuurlijk prachtig, net als de muziek! Maar het is wel fijn dat er in nieuwe balletten ook aandacht is voor het leven zoals het in onze tijd is. Mannen en vrouwen worden gelijkwaardiger, dus ook in de dans.

Mannen dansten in die oude balletten bijvoorbeeld nooit op spitzen (schoenen met harde punten, waardoor mensen op hun tenen kunnen dansen). Het waren de vrouwen die schitterden, terwijl ze op hun tenen dansten. Het gebeurt nog steeds niet veel, maar nu gaan choreografen en dansers daar wel mee experimenteren. Soms laten ze vrouwen juist niet op spitzen dansen, omdat het best heel belastend is voor de enkels. Veel dansers werken keihard om dit soort dingen normaal te maken. Dat noem je emancipatie.

Ballerina’s hoeven niet steeds popperige, tere vrouwtjes te zijn, in de nieuwe balletten. Ook vrouwen die er sterk uitzien, kunnen dansers worden.

Mannen hoeven toch niet altijd de sterke figuren te zijn die de vrouwen beschermen, ronddraaien en optillen? Dat laatste heet “liften”. In het echte leven zijn er heel veel sterke, zelfstandige vrouwen.

Een jonge choreograaf als Daniel Robert Silva maakt prachtige eigentijdse dansen. De bewegingen zijn gelijkwaardiger en mannen hebben ook hun “mooie” momenten. Kijk naar het voorbeeld onder de link.

Tegenwoordig zie je steeds vaker een pas de deux voor twee vrouwen, of twee mannen bijvoorbeeld. Kijk onder de link en zie hoe twee mannen een prachtige pas de deux dansen in een wedstrijd.

Ook mensen die zichzelf niet presenteren als typisch mannelijk of vrouwelijk werken keihard om ervoor te zorgen dat het ballet ook een wereld wordt waarin we kijken naar alle mensen die willen dansen, oftewel: inclusiviteit.

3. De 3-telsmaat

In de 3-tels-maat, tel je steeds tot 3. Sterk-zacht- zacht, sterk- zacht-zacht, sterk-zacht- zacht en zo gaat het door. Dit is zoals mensen walsen (in de rondte dansen) en zoals de toeters spelen: hoem-pa-pa, hoem-pa-pa.

  • Speel het ritme. Laat goed het sterk van tel 1 horen en het zacht van tel 2 en 3.
  • Let op dat je niet stiekem tóch een tel 4 speelt.

2. De 4-tels-maat

In een 4 maat, kan je steeds 4 tellen stoppen. Tel 1 heeft een groot accent en tel 3 heeft ook stiekem nog een accent. Maar dat is wel ietsje zachter. Je telt: sterk-zacht-klein beetje sterker-zacht, sterk-zacht-klein beetje sterker-zacht. De 4-tels-maat gebruiken ze vaak bij rock en pop. Vader Jacob staat ook in een 4-tels-maat.

Winter van Vivaldi

OB-MB-BB-ML

Hier vind je één van de vier delen van het muziekstuk “De vier jaargetijden” van Antonio Vivaldi. (1678-1741). Hij is een belangrijke componist uit de stijlperiode van de Barok.

Dit keer gaat het om “De Winter”. Ieder seizoen bestaat uit drie delen. “De Winter” dus ook.

Het eerste deel is allegro(vlug) non molto (maar niet té zeer.) Je hoort er de storm en de kou in.

Het tweede deel is een Largo. Dat betekent een breed, traag stuk. De regen druppelt, maar binnen is het gezellig.

Het derde deel is een echt allegro. Dat beeldt het vallen en opstaan op het ijs uit, maar ook het verlangen naar het voorjaar.

Welke instrumenten hoor je?

De winter, van Antonio Vivaldi versie 1

Niet alle muziek beeldt iets uit. De vier jaargetijden wel. Zulke muziek heet programmamuziek. Dat wil zeggen dat de componist een verhaaltje of een gedachte gebruikte voor zijn compositie. Het is zelfs één van de eerste programmatische werken.

Antonio Vivaldi werd geboren in Venetië als zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Die stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren.

Als jongeman ging Antonio in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

Hij werd ook vioolleraar in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

Antonio heeft veel muziek geschreven. Hij schreef ook ongeveer 220 vioolconcerten. De vier jaargetijden (Quattro stagioni)  is er daar één van. Het werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven.

Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één.  Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Hij had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom wel zo populair.

Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen. Ook wordt het vaak bewerkt naar moderne versies. 

Een Trance versie van de winter

Luister naar alle versies van dit muziekstuk en kies er één uit die je het mooiste vindt en één die je het minst mooi vindt. vertel wat de verschillen zijn en waarom je de leuker, of minder leuk vindt dan de ander.

Je hoort in deze muziek een klein groepje strijkers en een strijkorkest, ondersteund door een klavecimbel.     

Wat is een vioolconcert

Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen.

In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen. In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.

In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi daar de virtuositeit van de solist aan toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden.

  1.  
  • Luistertip: Het jaargetijde “De Winter” van Antonio Vivaldi.  (het tweede seizoen) 

    Antonio Vivaldi leefde van 1678 tot 1741. Hij is een belangrijke componist uit de stijlperiode van de Barok.

    Hij werd geboren in Venetië als zoon van een kapper die van vioolspelen hield. Hij stimuleerde zijn zoon, die ook heel goed kan vioolspelen, om te componeren. Als jongeman ging hij in de leer bij de kapel van de San Marco. In die tijd was de kerk een goede plek om het vak van musicus te leren. Vivaldi werd toen hij 25 was ook priester. Hij had rood haar en werd “Il Prete Rosso” genoemd, wat betekent: de rode priester.

    Hij werd ook leraar viool in een meisjesweeshuis in Venetië. De ouderloze meisjes werden zelfs in het buitenland beroemd door hun vioolspel. Meisjes mochten eigenlijk niet musiceren voor publiek, daarom gaven zij concerten van achter een doek. Vivaldi schreef veel van zijn vioolconcerten voor hen.

    Vivaldi heeft veel muziek geschreven. Hij schreef ook ongeveer 220 vioolconcerten. De vier jaargetijden (Quattro stagioni)  is  er daar één van. Het werd in 1725 in Amsterdam (!) uitgegeven. Het is een cyclus van vier vioolconcerten, voor elk seizoen één.  Elk seizoen bestaat uit 3 delen. Het is één van de meest populaire klassieke stukken en het stuk dat het meeste opgenomen schijnt te zijn op geluidsdragers (plaat, cd etc.) van alle klassieke muziekstukken. Het staat ook al jaren in de top tien van de klassieke top honderd.

    Ook in zijn eigen tijd was zijn muziek al hip en vernieuwend. Hij had pakkende melodietjes en wilde niet alleen maar rijke mensen aanspreken, maar alle mensen. Zijn muziek is ook heel vrolijk en misschien daarom wel zo populair.

    Vivaldi’s muziek wordt vandaag de dag nog vaak gebruikt voor bijvoorbeeld dansvoorstellingen. Ook wordt het vaak bewerkt naar moderne versies.  Dit is een link naar een trance versie. 

    1. Het eerste deel is allegro(vlug) non molto (maar niet té zeer.) Je hoort er de storm en de kou in.
    2. Het tweede deel is een Largo. Dat betekent een breed, traag stuk. De regen druppelt, maar binnen is het gezellig.
    3. Het derde deel is een echt allegro. Dat beeldt het vallen en opstaan op het ijs uit, maar ook het verlangen naar het voorjaar.

    Niet alle muziek beeldt iets uit. De vier jaargetijden wel. Zulke muziek heet programmamuziek. Dat wil zeggen dat de componist een verhaaltje of een gedachte gebruikte voor zijn compositie. Het is zelfs één van de eerste programmatische werken. Dat betekent: één van de eerste werken die een soort verhaal in muziek was.

    Een vioolconcert is een compositie (dat betekent stuk) voor een (solo)viool en orkest.  Het bestaat vaak uit 3 delen. In de 16e eeuw betekende het woord concertare: samen spelen.
    In de 17e eeuw betekende concertare: wedijveren. Eén of meer solisten speelde een thema, de hele groep “antwoordde” daar dan op. Alsof ze samen een wedstrijdje hadden.
    In het begin van de 18e eeuw, voegde Antonio Vivaldi virtuositeit van de solist toe. Dat betekent: technisch héél goed en vlug kunnen spelen. Dat kan je goed horen in de 4 jaargetijden.
    Je hoort een klein groepje strijkers en een strijkorkest, ondersteund door een klavecimbel. 

     

When winter comes

OB-MB-BB-BBS-ML

Sir Paul Mc Cartney zingt wat er gebeurt als de winter komt. Er is een mooie animatie bij, die ook voor de onderbouw en middenbouw leuk is om te bekijken. De bovenbouw kan Google translate, of een Engels woordenboek gebruiken om een vertaling te maken.

Paul Mc Cartney heeft dit lied in 2020 opgenomen in zijn thuisstudio in Sussex, tijdens de Covid 19 lockdown. Maar eigenlijk had hij het lied al in 1992 gemaakt en het al eens opgenomen. Maar nu heeft hij het helemaal vernieuwd om toe te voegen aan zijn album Mc Cartney 3.

Het lied beschrijft een soort gelukkig bestaan op een boerderij. Lekker bomen planten, hekken maken en goed leven. Daar houdt hij van.

De kunstenaar Geoff Dunbarr, die tekeningen voor kinderen maakt, heeft de mooie animatie tekeningen erbij gemaakt.

Een filmpje en lied van Sir Paul Mc Cartney over de winter
When winter comes, Paul Mc Cartney;
let op het echte nummer begint pas bij 0.31

Over Paul Mc Cartney

Toen Paul Mc Cartney op de middelbare school zat in Liverpool, wilde hij graag in het kerkkoor meedoen, samen met zijn vrienden. Maar hij werd daar twee keer voor afgewezen. Men vond hem niet goed genoeg.

Later richtte hij met zijn vrienden een bandje op “The Quarrymen”.

Later vormde Paul met John Lennon, George Harrison en Ringo Starr een band die ze “The Beatles” noemden. Deze band moet je echt onthouden, want die heeft de popmuziek veranderd. De Beatles is de band van wie de muziek het allermeeste verkocht is. De meeste muziek werd gemaakt door Lennon en Mc Cartney.

De band was succesvol tussen 1960 en 1970. Ze werden heel populair met het nummer “Love me do”. De meisjes gilden en vielen flauw als ze de jongens zagen. De Beatles zijn ook in Blokker geweest. Daar hebben ze nu een standbeeld. Hun muziek paste goed bij de hippietijd.

De Beatles hadden heel veel invloed op de popmuziek. Ze bewerkten hun muziek ook heel goed in geluidsstudio’s.

Bekende nummers van hen zijn:

  • I want to hold your hand
  • Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Het album dat ook zo heet, beschouwt men als het hoogtepunt van de popgeschiedenis.
  • She loves you
  • Yesterday
  • Yellow Submanrine
  • Penny Lane
  • Strawberry Fields forever

Paul Mc Cartney is nu een meneer van bijna 80. Hij heeft zoveel gedaan voor de Engelse popmuziek dat de koningin van Engeland hem een lintje heeft gegeven. Hij is dus geridderd en mag zich “Sir” noemen. Zo zie je maar dat je altijd in jezelf moet blijven geloven. Paul is trouwens ook een heel goede beeldende kunstenaar geworden. Hij heeft heel veel schilderijen gemaakt.

Schaatslied

MB-BB

Schaatsen is een mooie sport! Zowel schaatsen op natuurijs, als schaatsen op de ijsbaan.

Sommige mensen doen wedstrijden wie het hardste kan schaatsen, andere mensen dansen op het ijs. Daar zijn ook wedstrijden in.

Van dit lied uit een musical van Kzing krijg je een echt wintergevoel. De tekst staat niet bij de ingezongen versie, maar wel eronder. Dit hebben we gedaan zodat jullie goed kunnen kijken hoe die meneer en mevrouw dansen. Dit heet stijldansen. Ook kinderen kunnen al stijldanslessen volgen. Veel kinderen doen dat, met veel plezier. Dat stijldansen lijkt wel een beetje op het dansen op ijs.

Misschien vinden Middenbouwers de tekst lastig; dan kunnen zij de refreinen meezingen.

Bij de karaoke-versie is de tekst wel toegevoegd.

Er ligt ijs, het grote meer, dat herken je nu niet meer.
Ik zie mensen zich verplaatsen op hun sleeën en hun schaatsen.
En de lucht is helderblauw. Ach, ik voel niets van de kou,
want in de verte klinkt een wals en ik rijd hand in hand met jou.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Als ik jou op schaatsen zie, slaat mijn hart, van 1 2 3.
Dus ik grijp heel snel mijn kans en vraag of jij met mij wil dansen.
Heel dit winterwonderland is zo wonderlijk charmant.
Alles vervaagt; de tijd vertraagt. Wij smelten samen, hand in hand.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Ach, bevroor de tijd als water. Werd het nu maar nooit meer later.
En je straalt en je wervelt, je ogen vol glans, bij die wals die ik hier met je dans.

Hieronder vind je de karaokeversie met de teksten

Midwinter

MB-BB

In het midden van de winter is een liedje met bewegingen over Midwinter. Kerstmis valt ongeveer samen met het feest van Midwinter. Gek genoeg valt Midwinter niet in het midden van de winter, maar aan het begin van de winter. In dit liedje is niet alles letterlijk bedoeld. Er zijn metaforen gebruikt. Daardoor lijkt het wel een gedicht op muziek. Luister er maar eens naar. Welke metafoor komt er in dit liedje voor?

Het midden van de winter is een heel bijzondere tijd. Midwinter was een groot feest, zelfs al bij de Germanen. Later, toen de Christenen in Nederland kwamen, wilden zij graag dat het Kerstfeest gevierd werd. Ze hebben de datum toen in het midden van de winter gelegd, zodat het mooi aansloot bij de feesten die de menen in die tijd tóch al vierden.

Ingezongen versie
Karaoke versie

In het midden van de winter, wacht de aarde, zacht en stil,
want de tijd is aangebroken dat zij dolgraag trouwen wil.

Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.
Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.

Als je luistert naar de aarde, hoor je dat ze zachtjes klaagt.
Zij wil bloeien, zij wil groeien, tot ze zoete vruchten draagt.

Aarde is koud en eenzaam. Niemand kijkt naar haar om.
Aarde zal een mooie bruid zijn, maar wie is de bruidegom?

Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.

Kijk, hoe de vlokken vallen, ver van de zomerzon.
Winter weeft de witte stof voor Moeder Aarde’s bruidsjapon.

Metaforen

In het midden van de winter is de aarde druk bezig om haar bloei voor te bereiden. Ze wil eigenlijk bloeien en groeien. Daarvoor is een metafoor gekozen. Als je twee dingen met elkaar vergelijkt, die op het eerste gezicht niks met elkaar te maken lijken te hebben, maar die tóch een soort van overeenkomst hebben, gebruik je een metafoor. Aristoteles zei: “Als je een metafoor gebruikt, geef je iets een naam die eigenlijk bij iets anders hoort.”

Karel is de beste voetballer in ons team. Daar kun je een metafoor voor gebruiken. Je zegt dan: Jan is de ster uit ons team. Je kiest dus een woord dat mooi en schitterend is. Als je een kop vieze thee drinkt, kun je zeggen: “Ik drink slootwater…” Je kiest dus iets anders dat even vies is.

Kunnen jullie ook metaforen bedenken?

In dit liedje maken we van de aarde een mooie vrouw (Moeder Aarde), die graag wil trouwen. Ze krijgt al een bruidsjurk (de sneeuw), maar wie zal de bruidegom dan zijn?

Wie denken jullie dat de bruidegom is, als Moeder Aarde de bruid is? Je kunt in het filmpje zien wat de schrijfster/componist in gedachten had.

Tom Waits en de herfst

BB-ML

The last leaf on the tree
Tom Waits

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest
but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree.

When the autumn wind blows,
they’re already gone.
They flutter to the ground
‘cause they can’t hang on.
There’s nothing in the world
that I ain’t seen
I greet all the new ones that are coming in green.

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest but they won’t take me
I’m the last leaf on the tree.

They say I got staying power here on the tree,
but I’ve been here since Eisenhower
and I’ve out lived even he…

I’m the last leaf on the tree.
The autumn took the rest but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree ..

I  fight off the snow
I fight off the hail
Nothing makes me go
I’m like some vestigial tail.
I’ll be here through eternity.
If you want to know how long.
If they cut down this tree
I’ll show up in a song.

I’m the last leaf on the tree
The autumn took the rest but they won’t take me.
I’m the last leaf on the tree.
I’m the last leaf on the tree.
I’m the last leaf on the tree.

Luister naar een lied van Tom Waits over de herfst… tenminste… Gaat het daar wel over, of gaat het eigenlijk over iets anders?

Mensen zeggen wel eens: “Smaken verschillen.” Wat de ene mens mooi vindt, vindt de ander niet mooi. En dat is prima.

Trouwens, “mooi” is niet altijd perse belangrijk bij kunst. Vaak vind je iets mooi, als het je raakt. Als je denkt: “Dat komt echt uit iemands hart…”

Als het een gevoel bij je oproept. Iets dat je herkent, of dat je juist niet kent, maar interessant vindt.

Luister eens naar dit lied. Kan je het vertalen? Kun je het voordragen?

Gaat dit lied echt over een laatste blad aan een boom?

Het lied is eigenlijk een soort gedicht, waarin hij een oud persoon, van wie alle mensen die hij/zij vroeger kende zijn overleden, vergelijkt met een allerlaatste blad aan een boom. Zo’n vergelijking heet een metafoor.

Wat vind je van de stem van Tom Waits? Hou je van die klank?

Over de singer/sonwriter

Thomas Alan Waits is een Amerikaans zanger, die in 1949 geboren is. Zijn stem is laag, rauw. Hij lijkt soms zelfs te grommen en hees. Misschien heeft hij geen “mooie” stem, maar het is wel een stem die iets met je doet.

Zijn muziek lijkt op rockmuziek, maar hij is een cultartiest. Hij maakt gewoon de muziek die hij zelf leuk vindt en het boeit hem niet of hij in één stijl blijft. Hij speelt ook jazz, rock… hij zingt door een megafoon… hij maakt muziek voor films (hij schreef met zijn vrouw zelfs een concert film!) … hij voegt gesproken stukken toe… Hij experimenteert er op los. Hij is ook een heel theatraal iemand. Dit lied heeft een heel erg bluesy feel.

Hij komt uit het nachtclub circuit. Hij wordt nooit door grote groepen omarmd. Hij heeft met veel grote artiesten een lied samen gedaan en veel artiesten voeren nummers van hem uit.

Carnaval in Venetië

MB-BB-BBS

De componist

Niccolò Paganini (1782-1840) hij componeerde in de periode van de Romantiek.

Paganini werd in Genua geboren. Hij was een Italiaanse musicus. Hij kon supergoed en supersnel viool spelen. Sommige mensen zeiden dat hij een afspraakje met de duivel had gemaakt en zijn ziel had verkocht om zo snel te kunnen spelen. Hij was ook een componist van virtuoze (dat wil zeggen: moeilijk te spelen door dat het snel en lastig is) muziek.

Paganini leed aan allerlei ziektes. Als je meer over hem wilt weten, kan je op het plaatje hiernaast klikken.

Het muziekstuk

Niccolo Paganini was een graag geziene gast in Venetië als er carnaval was, omdat hij zo ontzettend snel kon spelen. Hij was bijna een soort popartiest uit die tijd.

Hij schreef een variatievorm met 20 variaties om uit te voeren in Venetië. Een variatievorm is een muziekstuk dat begint met een thema. Daarna gaat hij een beetje improviseren en zo ontstaan er variaties op dat thema. Het thema dat paganini gekozen heeft, is een Napolitaans volksliedje. Het heet: o mamma, mamma cara, oftewel: o lieve, lieve mama.

De versie van Paganini werd zo populair dat iedereen het deuntje zong. In bijna alle landen werden er wel grappige teksten op dit melodietje gemaakt. In Nederland zingen we wel: Mijn hoed die had drie veren. Drie veren had mijn hoed. En had ie niet drie veren. Dan was het niet mijn hoed. Maar er zijn ook veel ondeugende teksten op gemaakt, die we hier helaas voor jullie niet zullen delen. 😉

Ook serieuze componisten werden door de melodie geïnspireerd. Je ziet dat de mensen in die tijd ook covers maakten.

Het carnaval in Venetië

Ergens rond de eerste week van februari begint erin Venetië, Italië een feest van twee weken: het Carnaval van Venetië. Het is een van de beroemdste carnavalsfeesten ter wereld.

Er wordt gezegd dat het sinds ongeveer 1296 gevierd wordt. Eerst was het een feestdag voor Venetianen, die voorafging aan de vastentijd. Die vastentijd was de periode voor carnaval. Burgers verkleedden zich en spraken af dat je status, je gender, je geloof etc. allemaal niet meetelde. Iedereen trof elkaar op het plein om het feest samen te vieren. En de rijke mensen vierden het ook nog eens met privéfeestjes in de bombastische kastelen.

Men bleef het feest altijd vieren en hield de tradities in stand. Je kan dan veel kleurig verklede mensen zien en shows. Een van de hoogtepunten is de “Vlucht van de engel”. Dan is er een acrobaat die aan een metalen kabel van de klokkentoren van de San Marco glijdt, naar het Dogenpaleis.

Je snapt dat het carnaval van Venetië altijd veel toeristen trekt.


Tjonge, wat een kou!

OB-MB-BB

Dit is eigenlijk een soort volksdans. Het is heel simpel en iedereen kan meedoen. Soms denken mensen dat ze er te groot voor zijn, maar als ze zien hoeveel plezier iedereen heeft met deze dans, doen ze altijd graag mee, van jong tot oud. Eigenlijk is het een lied, een klapspel en een dans ineen.

Tjonge, jonge, wat een kou… Ik pak de slee en ik vraag aan jou:

Wil jij bij mij op de slee? Stap maar op en glij maar met mee.

Met z’n tweeën lekker sleeën, ‘k hou me vast aan jou.

Als je valt zijn je billen lekker blauw.

Met z’n tweeën lekker sleeën, ‘k hou me vast aan jou.

Als je valt zijn je billen lekker blauw.

Hieronder staat de karaoke versie van het lied

De dans:

De kinderen staan in twee rijen en kijken elkaar aan. Er ontstaat een lange dubbele sliert met kinderen, die twee aan twee tegenover elkaar staan.

Bij de coupletten klappen de leerlingen tegen elkaars handen, net zoals bij “Papegaaitje leef je nog. De leerlingen kunnen kruislings klappen, maar ook recht.

Bij het stukje “Met z’n tweeën, lekker sleeën..”  doen alle kinderen in de rij een stap naar achter. Zo ontstaat er een soort lange “poort.”

Het achterste tweetal pakt elkaar bij de handen en danst door die “poort”. De andere kinderen klappen ondertussen in hun handen.

Uiteindelijk sluit het dansende koppel aan de andere kant weer aan in de dubbele rij. De andere kinderen doen bij het nieuwe couplet weer een stap naar elkaar toe.

Het spel kan opnieuw beginnen.

Wintersporten

OB-MB-BB

We gaan acteren. Er zijn verschillende manieren om te acteren. In de onderbouw gebruiken we teacher in role. Dat betekent dat de juf of meester vertelt en dan samen met de leerlingen uitbeeldt wat er gezegd wordt. In de middenbouw en bovenbouw is één van de kinderen verteller in het verteltheater.

Alle andere spelers (behalve de verteller) gebruiken pantomime; dat is toneelspelen zonder woorden te gebruiken. Je gebruikt je lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen.

We beelden de volgende sporten uit:

  • schaatsen
  • bobsleeën
  • langlaufen
  • skischansspringen
  • ijsdansen voor paren
  • snowboarden

In de onderbouw:

Juf of meester kan de rol van verslaggever spelen en vertellen welke sport de leerlingen moeten uitbeelden. Wat de leerkracht vertelt, moeten de kinderen uitbeelden.

In de middenbouw en bovenbouw:

  • Maak van te voren kaartjes met daarop de sporten
  • Maak groepjes van 3
  • Ieder groepje trekt een kaartje
  • De groepjes krijgen even de tijd om een pantomime te bedenken over een wintersportwedstrijd. De leerlingen beelden dat verhaaltje dus uit.
  • Eén leerling van het groepje is de verslaggever. Die mag wél praten en vertelt wat er uitgebeeld wordt.
  • Eén mooi moment in de wedstrijd laat hij/zij in slow motion terugkomen.
  • De mensen die kijken, mogen na elk toneelstukje tips geven (vertellen wat er verbeterd kan worden) en tops geven (wat al heel erg goed ging.
  • Als er tijd genoeg is, kan ieder groepje het stukje ook nog eens spelen, terwijl ze gebruik maken van wat ze geleerd hebben in de tips en tops.

Doe toch gewoon!

MB-BB

Soms zeggen mensen tegen je: “Doe eens normaal!” Je hoort ook wel eens: “Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg!” Maar wat is “normaal” nou eigenlijk?

Met normaal bedoelen mensen dat wat de meeste mensen doen, of dat wat de meeste mensen accepteren. Dat noem je wel “de norm”. Groepen mensen kunnen soms boos houden, als je anders doet dan wat de rest van de mensen als normaal beschouwt. Luister maar eens naar het volgende liedje:

Doe toch gewoon.

Doe eens normaal.

Pas je eens aan en doe hetzelfde,

net als wij allemaal.

Waarom vraag jij altijd om aandacht?

Iedereen heeft een verhaal.

Doe toch gewoon.

Doe eens normaal.

Doe toch gewoon.

Val niet zo uit de toon.

4 x en daarna komt het couplet weer terug

Normen zijn regels; gedragsregels. Het komt van het Latijnse woord “norma”. Het woord “norm” gebruikt men vaak samen met een ander woord: “normen en waarden.” Je zou kunnen zeggen “gedragsregels” en “afspraken over wat wij belangrijk vinden”.

Het gaat bij “normen” ook vaak om dingen die mensen als gewoonte hebben, omdat men ze belangrijk vindt. Het is “normaal” om iemand te groeten als je binnenkomt, bijvoorbeeld. Dat is een gewoonte. Dat is “normaal” gedrag; gedrag dat iedereen goed vindt. Andere woorden voor normaal zijn: gewoon en gangbaar.

Vaak heeft “normaal” dus te maken met “je houden aan de regels”. Soms is het duidelijk wat de regels precies zijn, maar soms moet je het een beetje raden, of leer je wat de regels zijn door naar andere mensen te kijken. Als je je gedraagt zoals anderen dat doen, is het meestal wel goed.

Maar… wat men op de ene plek op de wereld “normaal” vindt, kan men op een andere plek wel afkeuren.

  • Wat in één land “dag zwaaien” betekent, kan in een andere cultuur wel een vies woord betekenen.
  • Bij sommige families mag er worden gevloekt, andere families vinden dit geen normaal gedrag.
  • In sommige culturen geven mannen en vrouwen elkaar een hand; in andere culturen vindt men dat niet netjes.

Wat mensen ergens normaal vinden, heeft dus vaak ook met hun eigen cultuur te maken. Cultuur is eigenlijk een soort pakketje van gebruiken, afspraken, meningen dat een groep mensen samen ontwikkeld heeft.

Als mensen afwijken van wat de meeste mensen vinden, wordt dat door sommige groepen niet erg gewaardeerd. Soms krijgen mensen dan met veel afkeuring te maken. Sommige mensen voelen het als kritiek op de afspraken. Andere mensen worden er bang van, als mensen anders doen of zijn. Het is ook niet leuk als iemand gewoon slaat of steelt. Er staat ook duidelijk in de wet dat dat niet mag.

Maar soms kan je er niks aan doen dat je afwijkt van wat het meeste voorkomt, oftewel van wat “normaal” lijkt. Soms worden mensen buitengesloten omdat ze wat zwaarder, lichter, roodharig zijn, gay zijn, een bepaalde huidskleur of een beperking hebben. Dat zijn allemaal dingen waar je niks aan kan doen. Het staat in de wet dat mensen daar niet op beoordeeld mogen worden, want daar kan je allemaal niks aan doen. Dat is discrimineren.

Het is niet zo aardig om tegen iemand te zeggen “Doe eens normaal”, ook al doen we dat bijna allemaal wel eens. Het is soms best lastig als andere mensen afwijken van de regels.

Je zou er ook anders naar kunnen kijken. Je zou ook kunnen denken “wat interessant”, die doet dat anders dan ik. Het is toch ook leuk dat we niet allemaal hetzelfde zijn?

Als je je aan iemand ergert omdat die persoon “niet normaal” doet, zou je ook eens kunnen vragen waarom iemand dat zo doet.

Word jij wel eens boos als iemand van de norm afwijkt? Wanneer?

Welke normen en waarden krijg jij van huis uit mee? Wat vinden jouw ouders belangrijk, als het gaat over je gedrag?

Wat wordt in jouw klas als “normaal gedrag” beschouwd? Is het voor jou makkelijk om “normaal” te zijn en te doen?

De karaokeversie van het liedje

Sneeuwvlokken

OB-MB-BB

Hier vind je 4 verschillende versies van de Wals van de sneeuwvlokken uit de Notenkraker, van Pjotr Iljitsj Tschaikovsky. (1840-1893) Het is heel leuk om dit met kerstmis te beluisteren en bekijken, maar het past ook wel in het thema “winter.”

De mensen die het ballet vorm geven, hebben allemaal hun eigen “interpretatie”, dat betekent hun eigen opvatting, hun eigen mening, over hoe je deze muziek het beste kan laten dansen.

Bekijk en beluister deze verschillende uitvoeringen eens en vergelijk ze met elkaar. Wat is hetzelfde? Wat is er anders?

Welke uitvoering spreekt jou het meeste aan? En waarom? Probeer goede argumenten te gebruiken. Dat wil zeggen: geef goede redenen voor wat jij zo mooi vindt aan de muziek, of wat je er niet mooi aan vindt.

Dingen waar je op kan letten:

. uitvoering van de muziek (tempo, instrumenten, klank, opname etc. )
. kostumering
. decor
. dans zelf
. personages die meedoen
. kleurgebruik

Pjotr Iljitsj Tschaikovsky schreef deze balletmuziek speciaal voor een mooi kerstballet. De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland. Het stuk speelt rond de kerstboom en kerstgeschenken. De notenkraker wordt daarom vaak tegenwoordig ook nog rond kerstmis uitgevoerd. Dat kan in een heleboel verschillende stijlen gebeuren, zoals je in één van de filmpjes kunt zien.

Het libretto (de verhaallijn) is geschreven door Marius Petipa en Ivan Vsevolosjki. Ze gebruikten een bewerking van Dumas van het verhaal dat eigenlijk door Ernst Hoffmann was bedacht. Dat heette: “De notenkraker.” De première was in 1892 in St. Petersburg, in Rusland.

Ook wordt de muziek van de Notenkraker vaak zonder ballet uitgevoerd tijdens concerten. Dit heet: De Notenkraker-suite. Het orkest kiest dan welke delen uit de muziek ze spelen.

Personages: 
Clara Stahlbaum
Fritz Stahlbaum, haar broer
Dr. Stahlbaum, haar vader
Louise Stahlbaum, haar moeder
Heer Drosselmeyer
De Notenkraker
De Suikerboonfee
De Muizenkoning (antagonist. Zeg maar de slechterik waardoor het verhaal op gang komt.)

Het eerste bedrijf

1e scène: Een mooi kerstfeest bij de familie Stahlbau. Familie en vrienden versieren de kerstboom. Als de boom af is, worden de kinderen, Clara en Fritz Stahlbaum, geroepen. Ze vinden de boom mooi. De kinderen krijgen cadeautjes. Als de klok acht slaat, komt een geheimzinnig persoon de kamer binnen, meneer Drosselmeyer, Clara’s peetom. Hij is goochelaar en speelgoedmaker. Hij brengt vier hele echte poppen mee. De poppen dansen en worden daarna veilig weggezet. De kinderen zijn teleurgesteld, maar Drosselmeyer heeft nog een cadeautje. Een houten notenkrakerpop. Iedereen vindt hem lelijk, alleen Clara niet. Die vindt de pop geweldig. Fritz maakt hem dan met opzet stuk. Clara is droevig.

’s Nachts kan Clara niet slapen. Ze gaan naar beneden om de notenkraker te zoeken. De klok slaat twaalf uur. Drosselmeyer zit bovenop de klok. De hele kamer stroomt vol muizen. De kerstboom wordt heel groot en ook de notenkrakerpop wordt zo groot als een mens. Opeens is er een gevecht tussen soldaatjes van koek en de muizen. De muizenkoning voert zijn leger aan en de muizen eten de soldaten op. De notenkraker stuurt er tinnen soldaten en poppen op af. Dan wil de muizenkoning de Notenkraker grijpen, maar Clara gooit haar slipper naar hem toe. Zo kan de Notenkraker de Muizenkoning neersteken. De muizen trekken zich terug.

2e scène

Deze scène speelt zich af in een naaldbos, in de sneeuw. De Notenkraker is opeens veranderd in een knappe prins, die Clara mee neemt naar het woud, waar de sneeuwvlokken om hen heen dansen. Dat is de muziek die je op deze filmpjes hoort. De sneeuwvlokken wenken hen naar het koninkrijk van de prins.

Het tweede bedrijf

In het tweede bedrijf reizen Clara en de prins naar Snoepgoedland. Daar regeert de Suikerboonfee. Ze wacht al op de prins. De prins vertelt hoe Clara hem redden van de Muizenkoning. Ter ere van Clara vieren de lekkernijen van over de hele wereld feest. Chocola uit Spanje, koffie uit Arabië, thee uit China, zuurstokken uit Rusland. Ze dansen dan dansen uit hun eigen land.

Ook Deense schapenhoedsters, de gembermama met haar kindjes en walsende bloemen komen op het feest.

Tenslotte dansen de Suikerboonfee en haar page een pas de deux. Dat is een dans voor twee. Alle snoepgoed danst een laatste wals. De prins buigt voor Clara en de fee kust Clara vaarwel. Clara en de prins vertrekken met de slee en zwaaien naar al hun onderdanen, die terugzwaaien.

Over de componist.

Tsjaikovski was eerst ambtenaar in Rusland. Later ging hij muziek studeren aan het conservatorium. Dat is een muziekschool. Hij werd toen leraar aan een ander conservatorium, in Moskou. In 1867 had hij zijn eerste pianostukken geschreven. Er was een gravin, gravin von Meck, die hem geld gaf om te leven. Zo kon hij zich met componeren bezighouden. Tsjaikovsky heeft zijn weldoenster nooit ontmoet. In 1890 stopte ze met hem geld te geven. Waarom is niet zeker.

Tsjaikovski reisde veel, maar was toch een eenzaam mens. Hij overleed aan cholera. Hij was pas 53 jaar. Hij had veel muziekstukken geschreven, onder ander voor piano. Maar hij schreef ook liederen, symfonieën en vioolmuziek. Zijn balletmuziek “De notenkraker” is misschien wel het meest bekende stuk. Hij kon de instrumenten heel mooi gebruiken.

Sneeuw

OB-MB-BB-ML

c d e f g

Het liedje sneeuw staat in een 3-telsmaat. Je telt steeds: 1 2 3 , 1 2 3, 1, 2 3…..

Je begint steeds met een toon van 2 tellen en dan een van 1 tel. Dus: lang- kort, lang- kort, lang- kort, lang- kort…

Sneeuwpreludes

BB-ML

Op deze plek kan je luisteren naar twee preludes van Einaudi. Oorspronkelijk was een prelude een instrumentale compositie zonder een vaste vorm.

Zo’n prelude liet men lang geleden op een concert horen voordat men het echte werk ging spelen. Zo liet iemand zien hoe goed hij/zij het instrument kon bespelen. Sommige componisten gebruikten die stukken later ook als zelfstandig stuk. Bach schreef bijvoorbeeld steeds een prelude en een fuga. In de romantiek werd het vaak als zelfstandig, op zichzelf staand, stuk gecomponeerd.

Deze muzikale vorm wordt nog steeds gebruikt. Einaudi is een tijdgenoot van ons.

Ludovico Einaudi werd in 1955 geboren in Italië. Hij is een eigentijds pianist en componist van pianomuziek en filmmuziek. Na zijn conservatoriumstudie componeerde hij allerlei soorten muziek. Halverwege de tachtiger jaren zocht hij een eigen stijl. Veel van zijn muziek wordt gebruikt in films.

  • Kun je de sneeuw er in horen?
  • Vergelijk beide stukken eens met elkaar. Waarin lijken ze op elkaar en waarin verschillen ze van elkaar? 
  • Of: vergelijk prélude 15 eens met het stuk van Debussy: de sneeuw danst
  • Je kan ook een tekening maken over sneeuw, terwijl je luistert.
  • Kun je thema’s herkennen? 
  • Wat vind je van de muziek van Einaudi? 

Hij maakte de muziek voor de film Les intouchables.  Hij heeft veel prijzen gewonnen. Zijn stijl is eigentijds klassiek. Soms noemt men zijn stijl “minimalistisch”, dat wil zeggen dat hij kleine thema’tjes heel lang gebruikt en steeds een klein beetje verandert.

Die herhaling van thema’s kun je goed horen in de compositie “De nacht” Hier heeft Einaudi weer heel andere muziek gemaakt. Hij gebruikt ook synthesizer.

Ik verlang naar een brief

MB-BB-ML

Heb jij wel eens een brief gekregen, of een ansichtkaart? En heb je wel eens een brief geschreven, of een kaart naar iemand gestuurd? Spoekie wil heel graag een brief krijgen van zijn vriendin Divisia. Vooral op Valentijnsdag natuurlijk. Luister maar eens naar het leidje. Hij wil een liefdesbrief… Heb jij wel eens een liefdesbrief gehad?

Ik verlang naar een brief. Gedachten op een blad,
die jij hebt opgeschreven. Iets dat jij hebt vastgehad.
Ik wil geheime woorden als: “Ik hou van jou, mijn schat!”
Ik wil een brief met postzegel, die neerploft op mijn mat.

Een ouderwetse liefdesbrief. Een brief voor mij alleen!
Een brief die ik bewaren kan… een strikje er om heen.

Ik verlang naar een brief. Of vraag ik nu te veel?
Jij zegt: “Ik zal je appen, of ik stuur je wel een mail.”
Maar zelfs als jij me belt en zegt: “Jij bent mijn liefste lief!”,
kan dat het nog niet halen bij een échte liefdesbrief.

Vind je het een mooi lied en wil je het zelf ook zingen? Dan kan je hier kijken:

Ingezongen versie met tekst erbij
De karaoke versie van het lied

Laten we een brief schrijven, of een mooie tekening maken. Dan kunnen we die versturen. Weet je hoe je een brief moet posten? Dit kan je zien in het filmpje hiernaast. Het is wel een Vlaams filmpje. In Nederland staan er ook nog letters bij de postcode.

Wintermuziek

BB-ML

Klik op het plaatje om te luisteren naar het muziekstuk “De winter” van Litvinovsky.

De winter van Alexander Litvinovsky

Als je op de link hierboven klikt, hoor je muziek van Alexander Litvinovsky.

Hij werd in 1967 geboren in Minsk, Belarus en leeft nog steeds. Hij is dus een componist uit deze tijd.

Hij schrijft in verschillende stijlen, maar veel van zijn muziek lijkt erg op de “ouderwetse” klassieke muziek. Je kan het daarom eigentijdse klassieke muziek noemen.

Deze compositie (dit muziekstuk) van Litvinovski hoort bij een toneelstuk over een boek van Agota Kristof, dat “Het grote schrift” heet. Zo heet het hele muziekstuk ook.

“Het grote schrift” is een boek over 2 jongens in Hongarije die een hele akelige tijd beleven tijdens de tweede wereldoorlog. Het verhaal is niet bepaald een kinderverhaal. Het is een grimmig en naar verhaal.

Kun je horen aan de muziek dat het een grimmig verhaal is ? Als je niet weet wat “grimmig” betekent, zoek dat dan op.

Dit deel van het muziekstuk heet: “winter”.

Kun je horen dat het over de winter gaat?

Deze muziek is haast filmmuziek. Welke film, tekening, verhaal, of gedicht komt er in jouw hoofd op?

Sinterklaas, heeft u..

OB-MB-MBS-BBS

Een Sinterklaasliedje dat gaat over dankbaar zijn voor wat je krijgt. Heb je een lijstje gemaakt? Wat staat daar op? Denk je dat je het allemaal krijgt? Wat gebeurt er als je je hartewens niet krijgt? Ben je dan boos op Sinterklaas of blij met wat je wél hebt gekregen.

Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben niet hebberig.
Ik ben niet hebberig.
Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben met alle dingen blij.

Is het groen?
Is het geel?
Is het weinig?
Is het veel?

Is het blauw?
Is het rood?
Is het klein of is het groot?

Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben niet hebberig.
Ik ben niet hebberig.
Sinterklaas heeft u ook iets voor mij?
Ik ben met alle dingen blij.

Dank u wel, Sinterklaas !

BB-ML

Dit is een snel en best lastig lied. Niet alleen om te zingen, maar ook om te doen waar het over gaat: dankbaar zijn met wat je krijgt. Ken je de uitdrukking: “Een gegeven paard mag men niet in de bek kijken?” Weet je wat daar mee bedoeld wordt? Ben jij van nature een dankbaar persoon? Of moet je wel altijd een beetje je best doen om op te letten dat je niet ondankbaar reageert als een cadeautje niet precies is wat jij had gehoopt?

Ik krijg een cadeau van Sinterklaas.
Het is een heel klein pakje. ‘k Ben benieuwd wat het zal zijn.
Meestal is de Sint ontzettend gul…en de beste pakjes die zijn klein!

Rits, rats…Het papier eraf.
Dat kan ik echt heel snel.
Het is een mooie…

Pepernoot???????????

Pepernoot!

Nou , dank u wel! Dank u wel! En ik glimlach beleefd.
Echt precies wat ik wou hebben, Dat u dát nou aan mij geeft!

Ik krijg een cadeau van Sinterklaas.
Het is een heel groot pak. Dit is beslist geen pepernoot!
Nee, dit is een giga goed geschenk… …en de beste pakjes die zijn groot!

Rits, rats, het papier eraf.
Dat kan ik echt heel snel.
Het is een nieuwe

Winterjas?????

Winterjas !!!!!!!!!!!

Nou , dank u wel, dank u wel. En ik glimlach beleefd.
Echt precies wat ik wou hebben, dat u dát nou aan mij geeft.

Nou , dank u wel, dank u wel, jok ik tegen de Sint.
Echt geen mens zal aan mij merken, wat ik van dit pakje vind!

1 1 2

OB-MB-OSO-BBS

We zijn natuurlijk heel dankbaar voor het werk van de mensen van de hulpdiensten: de politie, de brandweer en de ambulance. Zij helpen ons in noodsituaties. Daarom moeten we natuurlijk heel vriendelijk doen tegen hen en hun werk niet moeilijker maken.

Is er gevaar? Gaat er iets mis?
Bel 1 1 2 wanneer dat nodig is!
De brandweer en politie, die beschermen iedereen.
En ook de ambulance die komt als het moet meteen.

Hiep, hiep hoera! Wij zijn blij met onze helden,
want die helpen ons in nood…
Hiep, hiep, hoera, echt je hoeft het maar te melden.
Hiep, hiep, hoera. Onze dankbaarheid is groot.

……………

Laten we samen oefenen wat we moeten doen in een noodsituatie. Welk nummer bel je?

Je kan ook samen muziek maken met een liedje over de brandweer:

Schoollied Flierefluiter

OB-MB-BB

Het schoollied van Montessorischool De Flierefluiter die in Hoorn staat. Het is een heel gezellige en goede school.

Flieh, flah, Flierefluiter. Onze school is fijn.
We leren hier dat veren best verschillend mogen zijn.

Flieh, flah, Flierefluiter. Onze school is fijn.
We leren hier dat veren best verschillend mogen zijn.

Ik weet dit. Jij weet dat.
Iedereen die weet wel wat.
Ik help jou. Jij helpt mij.
Iedereen die hoort erbij
op De Flierefluiter.
Op De Flierefluiter.

Flieh, flah, Flierefluiter. Lekker aan het werk.
Je hoeft het niet alleen te doen, want samen staan we sterk.

Flieh, flah, Flierefluiter. Lekker aan het werk.
Je hoeft het niet alleen te doen, want samen staan we sterk.

Ik kan dit. Jij kan dat.
Iedereen die kan wel wat.
Ik help jou. Jij helpt mij.
Iedereen die hoort erbij
op De Flierefluiter.
Op De Flierefluiter.
Op De Flierefluiter.
Op De Flierefluiter.

Verboden te kopiëren of te embedden

Copyright Ellis Castenmiller

Schoollied Tandem

OB-MB-BB

Dit is het schoollied van Jenaplanschool De Tandem. Dat is een heel gezellige en goede school in Hoorn.

Verboden te embedden en kopiëren

Een school dat is een plek om iets te leren.
Je krijgt genoeg bagage voor het einde van de rit.
Maar mijn school is de aller- aller- leukste!
Je leert het allermeeste als je op een tandem zit.

Ik…. zit op de Tandem.
Ik…. fiets niet alleen.
Samen met mijn vrienden op de Tandem.
Waar gaat de Tandem nou weer heen?

We fietsen met z’n allen door de leerstof.
En gaat de Tandem af en toe voor jou een beetje snel,
dan is er vast wel iemand die wil duwen.
Je mag je eigen tempo rijden. Trek maar aan de bel!

Ik…. zit op de Tandem.
Ik…. fiets niet alleen.
Samen met mijn vrienden op de Tandem.
Waar gaat de Tandem nou weer heen?

Ik…. zit op de Tandem.
Ik…. fiets niet alleen.
Samen met mijn vrienden op de Tandem.
Waar gaat de Tandem nou weer heen?

Copyright Ellis Castenmiller info@kzing.nl

Verboden te embedden en te kopiëren

Schoollied voor het IKEC

OBS-BBS

In Hoorn staan een aantal prachtige locaties van het IKEC. Leuke leerlingen en heel betrokken docenten. We hebben als cadeautje een lied voor hen gemaakt.

De ingezongen versie

De karaoke versie

Plek voor iedereen!
Niemand staat alleen.
Jij en jij en jij..
… en ik horen erbij.

IKEC herhalen.

Maakt niet uit hoe snel.
Echt, ik kom er wel.
Trots zijn op je werk.
Samen staan we sterk!

I-K-E-C
IKEC IKEC
DOE JE MEE?
IKEC herhalen.

Ja, ja, ja, ja.

I-K-E-C
IKEC
IKEC
DOE JE MEE?
IKEC herhalen.

Kzingalongsong

OB-MB-BB-ML

De Kzingalongsong, ook wel bekend als “Het Kzinglied” is het lied van alle leerlingen, vrijwilligers, leerkrachten en fans van Kzing. Als we lessen geven op basisscholen, zingen we het ook graag. Soms zingen we daar de korte versie, die onderaan de pagina staat. De beelden zijn uit de theatergroepen. Van de basisscholen mogen we in verband met privacy geen beelden plaatsen. Maar… iedereen die graag liedjes van Kzing zingt, mag het meezingen, want bij Kzing hoort iedereen erbij!

Kzingalongsong

Kzing, gooi de deuren maar open!

Kzing, overal is muziek.

Wie wil zingen, dansen en acteren,

luisteren en musiceren,

dit is je echt ding!

Welkom bij Kzing!

******************************************************

Muziek woont in een huis met duizend deuren,

die opengaan als jij de sleutel vindt.

Kom jij hier op visite, mag jij van klank genieten.

Er is een sleutel voor haast ieder kind.

******************************************************

Muziek vraagt jou of jij wil komen spelen.

Gebruik muziek voor alles wat je wil.

Dus open vlug je oren dan kun je alles horen.

En af en toe dan blijft het “zellufs” stil.

******************************************************

Kzing, gooi de deuren maar open!

Kzing, overal is muziek.

Wie wil zingen, dansen en acteren,

luisteren en musiceren,

dit is echt je ding!

Welkom bij Kzing!

Als we het lied zingen, mag iedereen die dat wil er altijd bijkomen op het podium, want Kzing wil bereiken dat iedereen zich durft te presenteren op een podium naar eigen keuze!

Welk talent van jou zou je graag aan de wereld laten zien? Het hoeft niet per se iets te zijn uit de kunsthoek. Misschien ben jij wel heel goed in mensen verzorgen, of bouwen en is dat jouw talent voor de wereld…. Wat is jouw grote talent dat je in de wereld kan gebruiken?

Als je het moeilijk vindt om zoveel woorden te onthouden, kun je ook alleen het eerste stukje zingen. Hieronder staat daar een karaoke-versie van.

Kzing, gooi die deuren maar open.

Kzing overal is muziek.

Wie wil zingen, dansen en acteren,

luisteren en musiceren,

dít is echt je ding.

Welkom bij Kzing!

Juni, zomermaand

Juni: zomermaand

Juni is de maand waarin het zomer wordt. Lekker: zon, zee, strand ! Maar het is ook het seizoen van de kriebelbeestjes. 19 juni is een dag om aandacht te besteden aan alle vaders en andere verzorgers in het leven.

FF sociaal allemaal juni

Muziekgeschiedenis

De week van de zomer

Kriebelbeestjes

In de zomer ontmoeten we veel kriebelbeestjes. Hoewel je het je soms moeilijk kan voorstellen, zijn al die beestjes belangrijk voor ons. Ze maken deel uit van de voedselketen.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

19 juni: een dag voor vaders en alle andere lieve verzorgers in ons leven.

In onze tijd is het niet vanzelfsprekend dat de meeste kinderen één vader en één moeder hebben. Maar de meeste leerlingen hebben vast wel een verzorger die op deze dag een extraatje verdient. Kinderen kunnen zelf bepalen wie dat is.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

De zomer is in het land !

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Kinderboekenweek!

Uitgelicht: Kinderboekenweek

Van 5 tot en met 16 oktober 2023 is het Kinderboekenweek.Dit jaar is het thema: bij mij thuis.

Overal in de huizen wonen mensen. Soms wonen ze samen met familie. In ieder huis en bij iedere familie gaat het er anders aan toe.

Bij sommige mensen worden de kinderen voor het slapengaan voorgelezen. Bij sommige kinderen thuis kun je vanuit een flat hoog boven de daken uitkijken.
Bij sommige kinderen wordt er Kerst, Suikerfeest, Purim of Holifeest gevierd.
Sommige kinderen hebben twee moeders of vaders. Sommige kinderen hebben bonusouders. 
Bij sommige kinderen thuis is gezond eten heel belangrijk.
In sommige gezinnen zijn er mensen die te maken hebben met een beperking, zoals ADHD, of Dyslexie.

Hoe is het bij jou thuis? 

Kilk voor meer info over het thema maar eens op deze link. Je komt dan in een nieuw tabblad op de site van www.hebban.nl.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Traditionele kinderliedjes

Er zijn volksliedjes voor kinderen die al ontzettend lang gezongen worden. Soms nog wel langer dan honderd jaar! Het oudste kinderliedje komt waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Dat liedje zingen we nu niet meer. Maar er zijn veel liedjes die we nog steeds zingen. De liedjes worden doorgegeven via de grootouders aan de ouders en zo leren kinderen die liedjes weer.

Doordat sommige kinderliedjes steeds uit het eigen geheugen aan anderen geleerd worden, veranderen de teksten en melodieën soms. In bepaalde streken van het land zingen ze soms andere woorden of andere melodietjes. Maar iedereen weet over welk liedje of versje het gaat.

De inhoud van de liedjes verandert ook vaak mee.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het Nederlandse kinderlied

Om heel eerlijk te zijn, is het vaak zo dat de woorden eerst voor grote mensen waren en de woorden waren ook niet altijd netjes. Maar de woorden werden zo aangepast, dat kinderen ze ook konden zingen.

Vroeger waren er veel liedjes op godsdienst gericht en zat er een “moraal” in elk liedje. Hieronymus van Alphen schreef in 1778 een gedichtenbundel voor kinderen. Uit ieder versje kon een kind leren hoe het het goede moest doen. Dat wordt beschouwd als het begin van de kinderliteratuur in Nederland. Hier komt het gedicht “Jantje zag eens pruimen hangen” uit. Later werden die versjes op muziek gezet en waren de kinderliedjes ontstaan.

Jan Pieter Heije schreef in 1843 het liedboek Kinderliederen. Daar stonden liedjes in zoals “Er zaten zeven kikkertjs” en “Tussen Keulen en Parijs”. Ook “Zie de maan schijnt”, stond erin. Langzamerhand werden de liedjes iets minder moralistisch.

In 1871 bracht Johannes van Vloten een boekje uit. Hij noteerde welke kinderliedjes er gezongen werden. In dit boekje stond onder andere “In Den Haag daar woont een graaf”, “KLap eens in je handjes”, “Klein, klein kleutertje”, “Schuitje varen, theetje drinken”, “Slaap, kindje slaap”, “Twee emmertjes water halen en het liedje “Witte zwanen, zwarte zwanen” in.

Ook later werden kinderliedjes genoteerd die gezongen werden: “Iene miene mutte” en “Berend Botje”. En: “Naar bed, naar bed, zei Duimelot”.

In later tijd zijn er ook veel speciale kindercomponisten geweest: Catharina van Renesse, Herman Broekhuizen voor “Kleutertje luister”. Hij schreef bijvoorbeeld “Opa Bakkebaard” en “Elsje Fiederelsje”, “Een treintje ging uit rijden”, “Helikopter”.

De informatie op deze pagina komt van de site Liedje met een naam . Daar kan je nog veel meer info vinden over traditionele kinderliedjes.

Oude culturen tot 500 na Christus

OB-MB-BB-ML-D

Bekende oude culturen

Op deze pagina vind je muziek uit de oude culturen: Mesopotamiërs, Egyptenaren, Grieken, Romeinen. Onder de zoekopdracht vind je informatie over deze culturen.

Mesopotamië

Natuurlijk was er voor de tijd van deze volkeren ook al muziek, maar daar hebben we niet echt bronnen van.

De geschiedenis van de Westerse Kunstmuziek begint in het Midden Oosten. Hier begint de muziekgeschiedenis van de Westerse kunstmuziek. Dat is muziek die echt gecomponeerd is. Soms is de muziek die we laten horen een weergave van directe bronnen, maar soms hebben muziekdeskundigen onderzocht hoe die muziek waarschijnlijk geklonken zal hebben.

Grieken

Er zijn geen echte stukken Griekse muziek bewaard gebleven, maar geschiedkundigen konden uit geschriften wel achterhalen hoe de muziek geklonken moet hebben. Een belangrijke componist was Mesomedes van Kreta, die in de eerste eeuw na Christus leefde.

Romeinen

Er is nog minder bewaard gebleven van de Romeinse muziek. Er is maar één echte aanwijzing te vinden in een toneelstuk. Deze lesstof komt ook al aan bod rond 11 november: Sint Maarten, die immers Romeins soldaat was.

De oude culturen brachten ons ook de muziektheorie. Ook ontstond de toonladder. Eerst waren er 3 tonen, toen 5 (pentatoniek), daarna 7 (diatoniek) en tenslotte 12 halve tonen (chromatiek).

Stil zijn en zo

MB-BB-BBS

Uitgelicht: stilte

Overal is drukte. Soms raak je er overprikkeld van. Daarom lichten we graag de stilte uit. Wat vind jij van stilte? Hebben mensen stilte nodig? Heb jij stilte nodig? Is er genoeg stilte in jouw leven? Vind jij dat stiltes op school belangrijk zijn?

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

31 oktober is het de dag van de stilte. Dat betekent niet dat het de hele dag overal stil moet zijn, natuurlijk. Die dag kan je aandacht besteden aan wat stilte voor jou betekent. Maar je kan natuurlijk ook in een andere week de lessen op deze pagina doen.

Als je Christelijk bent kan je bijvoorbeeld aandacht besteden aan stilte in de Goede, oftewel de Stille week. Dat is bij Christenen de naam voor de week vanaf palmzondag tot en met Stille Zaterdag, de laatste dagen van de vastentijd. Een andere naam voor vastentijd is “Veertigdagentijd”. In deze week vallen Witte Donderdag en Goede Vrijdag. In deze periode klonken de kerkklokken niet. Christelijke mensen zijn stil bij de gedachte dat hun profeet Jezus Christus in zijn graf ligt. Met Pasen werd Jezus weer levend. Daarom klinken dan alle klokken heel blij.

Ook de Advent, de vier weken voordat het Kerstmis is, is een periode om even rustig te worden na de drukte van St. Nicolaas. Christenen wachten dan op de komst van het kindje Jezus. Profeten voorspelden dat uit de familie van koning David een nieuwe, bijzondere koning voort zou komen. Een vredeskoning. “Adventus” is het Latijnse woord voor ‘komst’. Met Advent begint het kerkelijk jaar.

Maar misschien willen jullie deze week wel doen in de periode rondom cito toetsen, om tussendoor lekker te ontspannen. Kijk zelf maar wanneer het uitkomt.

Verwerking

Stelopdracht

Schrijf in je eigen woorden op wat het woord “stilte” voor jou betekent. Vind jij dat bidden en mediteren met stilte te maken hebben? Doe jij dat wel eens? Dat kan je allemaal vertellen. Je mag delen wat verstandig is en wat je wil delen. Je kan er natuurlijk een tekening bij maken. Je mag het altijd naar ons toe sturen. Klik dan op de brievenbus.

Geleide meditatie

Jullie kunnen eens een geleide meditatie doen. Een geleide meditatie is een soort verhaaltje dat iemand aan je vertelt. Je kan erdoor tot rust komen. Vaak is er muziek bij. Sommige mensen vinden het heel fijn om iedere dag zo’n rustmomentje in te lassen. Ze ontspannen erdoor en daardoor voelen ze zich de hele dag door fijner. Mediteren doe je als je wakker bent, maar soms gebruiken mensen geleide meditaties om erbij in slaap te vallen. Dat kan natuurlijk helemaal geen kwaad!

Rustgevende geluiden

Het hoeft niet altijd helemaal stil te zijn, om toch rust te ervaren. Sommige mensen komen tot rust in de natuur. Daar horen ze vogels fluiten en mooie natuurlijke geluiden, zoals de wind. Blaadjes die knisperen onder hun voeten. Een watervalletje of een beekje dat kabbelt.

Je kan dat rustige gevoel ook oproepen door naar rustige muziek te luisteren. Of door te kijken naar plaatjes van de natuur.

Mensen die adhd hebben, kunnen vaak beter de rust om te werken vinden, als ze rustige muziek opzetten. En ook sommige mensen die dat niet hebben, werken graag met een rustig muziekje. Anderen hebben juist volkomen stilte nodig om te kunnen werken. Hoe is dat bij jou?

Probeer eens met je groep of deze muziek jullie helpt om je op je werk te concentreren.

Hoe is de stilte je deze week bevallen? Misschien wel heel goed. Dan hebben we nog een les voor je. Daar wordt wat herhaald en er staan wat nieuwe dingen in, zoals een yoga-les.

Zingen

Heb je zin om te zingen? Op dit moment staan er 220 liedjes over verschillende onderwerpen op onze site. Als je gericht wil zoeken naar liedmateriaal, typ dan een zoekterm in het zoekveld hieronder en klik.

Filter op onderwerp
Filter op doelgroep

Je kan het zoekresultaat nog verder filteren door onderstaande zoekfuncties te gebruiken.

Via het menu “thematisch zoeken”, vind je materiaal dat bij het seizoen past. Hieronder vind je een aantal van onze liedjes, willekeurig gerangschikt.

Musiceren

Zin om samen muziek te maken?

Dat kan bij Kzing op verschillende manieren:

Musiceren door te doen

Hierbij gaat het vaak om luisteren en voor- en nadoen. Het nadoen gebeurt soms met bodypercussie, soms door bewegingen en soms met behulp van instrumenten. Ook het gebruik van synthesia valt hieronder. We verwijzen daarom soms naar YouTube tutorials.

Muziek spelen, door kleuren (en/of letters) en vormen te lezen

Bij Kzing hebben we een notatiesysteem bedacht, waarmee leerlingen zelfstandig op toetsen kunnen gaan spelen. Omdat we hierbij de kleuren van de boomwhackers hanteren, is al dit materiaal ook in groepen te gebruiken. Er zijn ook tafelbellen, ukeleles, metallofoons en xylofoons met deze kleuren. En ook een melodica is snel aan te passen, zodat dat instrument inzetbaar is.

Een aantal liedjes uit de kleurmethode, voor mensen die het principe snel doorhebben

Muziek lezen en spelen volgens het traditionele notatiesysteem

In 2024 zullen wij ook met een notenlijn komen, waarmee we de traditionele notatie methodisch (noten op notenbalken) zullen aanleren.

Vanaf januari 2024

Tips om met de groep te musiceren

Acteren

Acteren is toneel spelen, doen alsof… doen alsof je “zogenaamd” iemand of iets anders bent. Je beeld een persoon uit. Dat is dan “je personage”. Je kan ook een voorwerp uitbeelden, of een gevoel. Mensen die dit voor hun beroep doen noem je acteurs en actrices. Een acteur of actrice is iemand die een personage uitbeeld in een verhaal. Dit kan op televisie of in een film, maar wist je dat je tegenwoordig ook kan acteren in videogames? Acteur zijn is een boberoep. Je kan het ook leren op scholen. Dat kan op MBO- niveau en ookop HBO-niveau. Je kan er daarna zelfs een master-opleiding voor doen. Je kan acteren natuurlijk ook als hobby beoefenen.

Lees onder het materiaal meer over acteren.

Verschillende spelvormen en vaardigheden:

Al het materiaal ongesorteerd

Filter op onderwerp
Filter op doelgroep

Je kan op een podium in een theater acteren, maar ook in een film. Je kan zelfs meespelen in een videogame. Je kan dit als beroep hebben. Er zijn ook opleidingen voor, zowel MBO als HBO opleidingen. Er is zelfs een middelbare school waar je heel veel aandacht besteedt aan acteren. Er zijn ook heel veel mensen die acteren als hobby hebben. Je noemt hen wel “amateurs”. Dat betekent eigenlijk: liefhebbers. Ze houden dus van toneelspelen. Veel mensen die willen acteren

Bij acteren gebruik je lichaamstaal, mimiek, dictie. Je gebruikt de ruimte goed en houdt rekening met het publiek. Als je goed wil acteren moet je als het ware een ander persoon worden. Je kan dat op verschillende manieren aanpakken. Je kan je eigen ervaringen en gevoelens opnieuw oproepen en dat in je spel gebruiken. Dat heet method acting. Je kan ook nadenken hoe een persoon op een bepaalde situatie zou kunnen reageren.

Luisteren

Heb je zin om te luisteren? bij Kzing vind je ongeveer 180 luisteropdrachten. Natuurlijk hoort samen van gedachte wisselen over alles wat je beluisterd hebt er ook bij. Zo ontwikkel je een eigen smaak. Je kan zoeken bij het thematische materiaal, maar als je gericht wil zoeken naar luistermateriaal, kan dat op twee manieren:.

I. Zoek je een podcast of lesfilm, of wil je luisteren naar muziek uit een bepaalde stijlperiode of met een bepaalde vorm? Klik dan op het juiste incoontje hieronder en maak op die pagina een keuze.

II. Filter het luistermateriaal hieronder.

Hieronder staat ons luistermateriaal. Je kan dit gericht filteren door de zoekfuncties te gebruiken.

Filter op onderwerp
Filter op doelgroep

Bewegen

Heb je zin om te kijken naar dans, zelf te bewegen of te dansen? Hieronder vind je er materiaal voor. Je kan het materiaal nog verder filteren in de zoekbalken. De onderste filters kun je ook apart gebruiken.

Filter op onderwerp
Filter op doelgroep

Muziekpraatplaat: circusparade

OB-MB-BB-SO

Ga je mee naar circus Kzing? Leerlingen van Kzing hebben twee keer een verhaal over een circus gespeeld. In dit filmpje zie je daar beelden van. Maar je ziet ook beelden uit een echt circus.

Ben je wel eens in een echt circus geweest? Wat heb je daar allemaal gezien? Heb je ook het terrein gezien waar de wagens van de artiesten stonden?

Het woord circus wordt gebruikt voor rondreizende artiesten die in een tent hun kunsten laten zien. Maar het wordt ook gebruikt voor de tent zelf. Het woord komt uit het Latijn. Dat is de taal van de Romeinen. Zij gebruikten dat woord voor de renbanen waar zij wagenrennen hielden. Die renbanen waren in de vorm van een cirkel. Dat woord lijkt dan ook op het woord circus. Mensen gebruiken het woord ook wel eens om aan te geven dat ze vinden dat er teveel drukte wordt gemaakt van iets. “Het was een heel circus!”

Vroeger was er geen televisie en er is zelfs een tijd geweest dat er geen film was. In die tijd was het heel bijzonder als er een circus in de stad kwam. Vaak liepen de artiesten en hun dieren dan in een optocht door de stad. Dat noemde men de circusparade. Een parade is een feestelijke optocht, waarbij je laat zien wat er allemaal is. Dit nummer is een bedoeld om een Circusparade op te houden.

Misschien kun je met je groep wel circusje spelen. Iedereen verzint in groepjes “acts”. Een act is een kleine voorstelling. Bijvoorbeeld een klein stukje waarin clowns optreden, een klein stukje met een goochelaar, een klein stukje met een slangenbezweerder, een klein stukje met acrobaten, een klein stukje met iemand die jongleert… Je kan allerlei acts bedenken.

Eén persoon is de spreekstalmeester. Dat is de meneer of mevrouw die alle artiesten aankondigt. Natuurlijk ga je ook posters maken, om je voorstelling aan te kondigen.

Misschien kan iemand kaartjes maken. Er kan ook iemand aan de kassa zitten die de kaartjes knipt. Als alle acts klaar zijn, kan je een voorstelling houden.

Wie weet, laten alle artiesten zich eerst wel in een optocht aan het publiek zien! Dan kan je dit muziekje gebruiken!

Het is super leuk om circusje te spelen!

Een bewegingstussendoortje over Clowns

Muziekpraatplaat: Vriendschap

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG

Op deze pagina vind je een praatplaat over het thema “vriendschap”. Wat is vriendschap eigenlijk? Moet je met klasgenoten en collega’s vrienden zijn? Ben je vrienden met iedereen tegen wie je vriendelijk bent? Wat doen vrienden samen? Wie zijn jouw vrienden? Doe je iets speciaals met hen? Wanneer is iemand een echte vriend?

De onderbouw kan een tekening maken over wat vriendschap voor hen betekent. Er kan bijvoorbeeld een groot muurschilderij gemaakt worden. Of er kan per groepje een groot blad gevuld worden met dingen die bij vriendschap horen.

De middenbouw en bovenbouw kunnen naar aanleiding van de beelden een verhaaltje of gedicht schrijven.

Als je het liedje mee wil zingen, kan je de onderstaande tekst gebruiken:

Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Op ’n prachtige warme dag
In september.

Waarover spraken zij,
die drie daar op dathek?
Boven op dat hek!
Waarover spraken zij,
die drie daar op dat hek.
Op die prachtige warme dag
in september?

’t Was over krekeltjes
en korenbloemen blauw,
korenbloemen blauw!
’t Was over krekeltjes
en korenbloemen blauw,
Op die prachtige warme dag
in september!

’t Was over vrienden zijn
en spelen in de zon.
Spelen in de zon.
’t Was over vrienden zijn
en spelen in de zon.
Op die prachtige warme dag
in september!

Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleutertjes
die zaten op ’n hek.
Op ’n prachtige warme dag
In september.

Het originele plaatje van Kate Greenway. Dit plaatje mag gebruikt worden, omdat de artieste al meer dan 100 jaar geleden is overleden.

De tekst is eigenlijk een versje van Kate Greenway uit Engeland. Zij schreef gedichtjes voor kinderen. Het boek waar dit versje in stond, werd een groot succes. Er werden poppen gemaakt en serviesjes met daarop de tekeningen uit het boek.

Een zangpedagoge en componiste uit Utrecht (Catharina van Reness, (1858-1940)) vertaalde de gedichtjes en maakte er muziek bij. Zij was eigenlijk een soort juf Ellis uit die tijd. Ze noemde dit gedichtje”Een babbeltje”, maar iedereen noemde het “Drie kleine kleuterkes”. Het werd jarenlang op scholen gezongen.

Als je luistert, hoor je het couplet meer dan de drie keer die bij de drie coupletjes van het liedje “Drie kleine kleuterkes”. Dat heeft juf Ellis gedaan om veel beelden te kunnen laten zien die bij het thema “Vriendschap” horen. Ze heeft er één tekstcoupletje aan toegevoegd en één coupletje herhaald. Het ritme van het liedje heeft ze ook een beetje veranderd.

De originele Engelse versie van het versje. Je kan het niet zingen op de melodie, omdat het versje een ander metrum heeft, dan de Nederlandse vertaling van Catharina van Reness.

Three little girls were sitting on a rail,
Sitting on a rail,
Sitting on a rail;
Three little girls were sitting on a rail,
On a fine hot day in September.

What did they talk about that fine day,
That fine day,
That fine day?
What did they talk about that fine day,—
That fine hot day in September?

The crows and the corn they talked about,
Talked about,
Talked about;
But nobody knows what was said by the crows,
On that fine hot day in September.

De Nederlandse vertaling van Catharina van Reness:

Hier hoor je hoe het liedje eigenlijk gezongen wordt.

Drie kleine kleuterkes
Die zaten op ’n hek.
Boven op ’n hek!
Drie kleine kleuterkes,
Die zaten op ’n hek,
Op ’n wonderwarme’ dag
In September.

Wel, waarvan praatten zij,
Die drie daar op het hek?
Boven op dat hek!
Wel, waarvan praatten zij,
Die drie daar op dat hek.
Op die wonderwarme’ dag
In September?

’t Was over krekeltjes
En kore’bloemen blauw,
kore’bloemen blauw!
’t Was over krekeltjes
En kore’bloemen blauw,
Op die wonderwarme’ dag
In September!

Vlucht van de hommel/Flight of the bumblebee

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG-ML

De vlucht van de hommel is een muziekstuk van Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908) . Het is rond 1899/1900 geschreven. Eigenlijk was het bedoeld als een tussenmuziekje in de opera “De geschiedenis van Tsaar Saltan”. Het wordt gespeeld als de prins, die de hoofdpersoon in het verhaal is, verandert in een hommel, omdat een magische zwaan hem heeft opgedragen om in een insect te veranderen. Dan kan hij namelijk wegvliegen om zijn vader te bezoeken. Die vader weet niet dat hij nog leeft.

Eigenlijk wordt die opera niet meer zo vaak uitgevoerd, maar dat is wel anders met dit muziekstukje. Het is programmamuziek. Dat wil zeggen: muziek met een verhaaltje. Je hoort als het ware de zoemgeluiden van de hommel. Dat komt doordat er chromatiek gebruikt wordt. Chromatiek is muziek maken met halve tonen. Op toetsen speel je alle toetsen na elkaar. Zwarte en witte. Dat geeft zo’n zoemend geluid.

Over bijen en hommels

In het filmpje dat wij vonden, zie je trouwens geen hommel, maar een bij. Hommels zijn een soort grote bijen, maar ze hebben een soort wollig oranjegeel vachtje. Hun oogjes liggen precies op één lijn. Ze doen niet veel kwaad. Ze zoemen wat rond en verzamelen stuifmeel.

In tegenstelling tot bijen hebben ze geen voorraadje honing en bouwen ze geen raten. Ze bewaren maar een klein beetje nectar, dat ze op slechte dagen kunnen eten. Hommels maken dus geen honing.

Meer over Rimski-Korsakov

Rimski-Korsakov kwam uit Rusland. Hij was van adel en kreeg muzieklessen. Hij werd zeekadet. Dat is een soldaat op zee. Hij leerde de componist Balakirev kennen en die haalde hem over om muziek te gaan studeren. Rimski-Korsakov ging componeren. Hij heeft wel vijftien opera’s geschreven. Hij liet zich beïnvloeden door de Russiche sprookjes en volksverhalen.

Hij kreeg mooie banen. Hij had een paar componistenvrienden. Samen hadden ze een club die “Het machtige hoopje” heette. Hij gaf aan veel beroemde Russische componisten les, bijvoorbeeld aan Prokofjev. Hij bleef altijd studeren en daardoor bleef hij zich ontwikkelen. Rimski-Korsakov kon vooral heel goed de instrumenten kiezen die bij een muziekstuk pasten. Dat noem je “de orkestratie”.

Middeleeuwen

OB-MB-BB-ML

Op deze pagina vind je muziek uit de Middeleeuwen, of materiaal dat ermee te maken heeft

Misschien vind je het wel leuk om een werkstuk te maken over een bepaald muziekstuk, of over middeleeuwse muziek. Zorg dat je het vragenmachientje gebruikt bij het kiezen van je onderzoeksvraag.

Vroege Middeleeuwen:

  • Muziek in kerken: kerktoonsoorten monniken.
  • Muziek in kastelen: koningen en ridders, troubadours en minnezangers
  • Muziek op straat: drinkliedjes, draailier

Laat Middeleeuwen:

  • Polyfonie ontstaat. Toonladder. Terts belangrijk.
  • Gregoriaans door Paus Gregorius.
  • 1027 Guido van Arezzo vindt het notenschrift uit.
  • Het beroep componist ontstaat.
  • Contrapunt.

Stijlen:

  • Organum (11e eeuw)
  • Ars antiqua (ca 1100-1300), 
  • Ars nova (ca 1300-1450), 
  • Trecento (Italiaanse muziek uit de 14e eeuw)
  • Ars subtilior (ca 1425-1450).

Renaissance 1450-1600

OB-MB-BB-ML

Muziek in de Renaissance

In de Renaissance ontstond er meer wereldlijke muziek en meer instrumentale muziek. De regels over wat “goed klonk” (consonantie) en “lelijk klonk” (dissonatie, werden veel strenger.

De muziekdrukkunst ontstond. Daardoor werd de muziek meer verspreid.

Vooral componisten uit “De Lage Landen”, dat wilde in die tijd zeggen “België en Noord-Frankrijk) waren belangrijk.

Dufay,

Ockeghem,

Obrecht

Clemens non Papa

Willaert

Orlando di Lasso

Josquin des Prez

de laatste grote: Palestrina

Rococo 1720-1775

OB-MB-BB-ML

De Rococo is een stijlperiode in de beeldende kunst, de bouwkunst en de muziek die aan het einde van de Barok valt in Europa. Begin 18e eeuw. Daarom is er ook een beetje “overlapping”. Het was een stijl met heel veel versieringen, zoals krullen en goud. Ook de muziek is druk en versierd. Veel van de Rococomuziek is kamermuziek. Dat is muziek voor een klein gezelschap. Klavecimbelmuziek was ook erg in. Ook de eerste piano’s ontstonden in deze tijd.

De Barokperiode was nogal streng geweest. Aan het einde van die Barokperiode hadden de burgers behoefte aan een sierlijke, elegante, luchtige, grappige stijl. Opvallend zijn de krullen en schelpvormen en het gebruik van pastelkleuren.

Veel rijke mensen bestelden spullen in deze stijl. Sommige mensen vonden de stijl een beetje protserig en kitch. Alsof rijke mensen met hun spullen pronkten. Daarom noemden ze de stijl spottend: Rococo, van het woord Rocaille. Later ging iedereen dit woord gebruiken.

Er waren overdreven versierde paleizen in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Rusland. Ook de tuinen waren vaak heel erg elegant. De meubels, klokken, serviezen en de zilveren spullen uit die tijd zijn ook super versierd.

Domenico Scarlatti

Carl Philipp Emanuel Bach

Jean-Philippe Rameau.

Wolfgang Amadeus Mozart luisterde naar deze muziek. Maar met hem begon het classicisme.

De Romantiek 1815-1910

OB-MB-BB-ML

Hier vind je muziek uit de periode van de Romantiek. Dat is, als we het een beetje simpel maken: het einde van de 18e en de hele 19e eeuw.

Belangrijke componisten:

Vroeg Romantiek (verschillende bronnen, geven een verschillende tijdsindeling)

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Gioachino Rossini (1792-1868)

Gaetano Donizetti (1797-1848)

Franz Schubert (1797-1828)

Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)

Hoog Romantiek

Frédéric Chopin (1810-1849)

Robert Schumann (1810-1856)

Franz Liszt (1811-1886)

Anton Bruckner (1824-1896)

Johannes Brahms (1833-1897)

Leo Delibes (1836- 1891)

Georg Bizet (1838-1875)

Gustav Mahler (1860-1911)

Hector Berlioz (1803-1869)

Puccini

Wagner (1813-1883)

Giuseppe Verdi (1813-1901).

Charles Gounod (1818-1893)

Jacques Offienbach (1819-1880)

Cesar Franck (1822-1890)

Bedrich Smetana (1824-1884)

Johann Strauss jr. (1825-1899)

Modest Moessorgski

Nikolai Rimski Korsakov

Borodin

Johannes Brahms (1833-1897)

Camille Saent-Saens (1835-1921)

Tsjaikovski (1840-1893)

Balletmuziek

Antonin Dvorak (1841-1904

Edvard Grieg (1843-1907)

Joseph Bayer (1852-1913)

R. Leoncavallo (1858-1919)

G. Puccini (1858-1924)

P. Mascagni (1863-1954)

Sergej Rachmaninov (1873-1943)

Zelfs in de 20e eeuw waren er nog romantische componisten

Hugo Wolf (1860-1903)

Richard Strauss

Jean Sibelius

Carl Nielsen

Muzikale elementen van de Romantische Symfonie:

De Romantische Symfonie is typisch voor de romantiek doordat het veel modulaties bevat, lange melodische lijnen en een sterke climaxwerking heeft, veel dynamische uitersten bevat, complexe harmonische structuren heeft. Ook door het rubatospel (vrij in tempo) en tempowisselingen wordt de Romantische Symfonie gekenmerkt.

Het was een stroming in de Westerse kunst. Het was niet alleen een muzikale stroming. Je had ook dichtkunst, schrijfkunst en beeldende kunst uit de Romantiek.

Er ontstond een muziek die héél anders was dan de muziek uit de 18e eeuw. De nieuwe muziek was geen muziek die je moest snappen… maar die je kon voelen. Iemands eigen gevoel en verbeelding waren belangrijk. Mensen droomden over het verleden, of over verre landen.

Tegelijkertijd vond men in de tweede helft van de 19e eeuw ook het eigen verleden heel interessant. Er ontstond een trots nationalistisch gevoel. Sommige componisten lieten zich inspireren door hun eigen volksmuziek, hun eigen geschiedenis, of het mooie natuurschoon van hun eigen land.

De orkestbezetting werd uitgebreid.

Symfonieën duren langer

De eerste violen hebben niet perse de melodie.

Andere instrumenten kunnen soleren.

en werden uitgebreider en de muziek werd ingewikkelder. Met meer dissonanten en kleuren. (Berlioz, Wagner)

In deze tijd gingen mensen hun instrumenten veel beter bespelen. Ze werden “virtuoos.” (Paganini, Liszt)

Eigentijdse “klassieke” muziek

OB-MB-BB-ML

Op deze pagina vind je muziek uit onze eigen tijd. In onze eigen tijd vind je muziek die voortborduurt op de klassieke muziek, maar ook veel muziek die uit de volksmuziek, blues, jazz, pop en rock komt. Die zullen een eigen kopje krijgen. Hier vind je dus de eigentijdse “klassieke” muziek.

Eigentijdse klassieke muziek