Hoorn biedt meer!

OB MB-BB-BBS

Luister en kijk eens naar dit lied van Kzing over Hoorn. Het gaat over de Nederlandse stad Hoorn en haar geschiedenis. Leerlingen van de onderbouw kunnen het refrein meezingen. ieronder staat een karaoke versie, maar wel met een ander arrangement. Dit arrangement komt uit de musical “Stadsbeeld”. Een aantal plekken hebben al veranderingen ondergaan (het ziekenhuis heet tegenwoordig bijvoorbeeld Het Dijklander), maar zo gaat dat in steden. Er is steeds ontwikkeling. Toch kun je het lied wel meezingen met de karaoke-versie, denken we. 

De ingezongen versie
De karaoke versie
Ander arrangement

1.
Kijk niet alleen naar vroeger,
hoe Hoorn toen nog was:
de Waegh, De Roode Steen,
wat havens aan een waterplas,
de stad van Coen.

Het V.O.C. verleden dat is iedereen bekend.
Veel mensen zien de stad dus als een prachtig monument.
Moet je niet doen!

Refrein: 
Hoorn biedt meer! (Hoorn beat)
Hoorn biedt meer! (Hoorn beat)
Hoorn is toekomst aan het Markermeer!

2.
Mijn stad heeft een verleden, maar is geen geschiedenis.
Zeg,
kijk maar om je heen wat hier aan mooie dingen is.
Dat is echt waar! (herhaal)
Er zijn moderne wijken en
gelukkig heel veel groen;
een speeltuin en een ijsbaan.
Je kunt hier van alles doen
en met elkaar. (herhaal)

Het refrein

3.
Ach Coen, je moest eens weten
hoeveel beter het nu is.
Hoeveel culturen samenleven
en jouw erfenis wordt hier gedeeld. (herhaal)
Ik heb een ander beeld,
daar naast dat oude beeld van Coen,
een beeld dat goed laat zien
dat wij het nu heel anders doen.
Een beter beeld! (herhaal)

Het refrein, herhaal

Acteeropdracht: Tableau vivant

We maken groepjes. Elk groepje maakt twee tableaux vivants over de 17e eeuw of de V.O.C. Je beeldt als groep zwijgend twee foto’s uit die gaan over die tijd. Bijvoorbeeld over het werken op de schepen, de rijkdom, de slavernij, etc.

Voor de bovenbouwers

Hoorn is een gemeente die aan het Hoornse Hop en dus ook aan het Markermeer ligt. Blokker en Zwaag horen ook bij de gemeente Hoorn. Er wonen tegenwoordig ruim 71.000 inwoners. De stad staat bekend om de vele monumenten uit de 17e eeuw. De binnenstad van Hoorn is vol geschiedenis.

Kun je de plekken die je in het filmpje ziet, herkennen? Hoe heet de meneer van wie er een standbeeld is gemaakt?

Midden in de binnenstad van Hoorn, op de Roode Steen staat een standbeeld. Dat is het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Al heel lang zijn er in Hoorn zijn mensen het niet met elkaar eens of dat beeld daar mag blijven staan.

Ook vrijdag 19 juni 2020, waren er twee protesten die gingen over het beeld van Coen. Eén groep mensen demonstreerde vóór het blijven van het beeld van Coen en een andere groep demonstreerde tégen het beeld van Coen. Dit was op andere plekken in Hoorn. Na afloop van de twee protesten was er een groepje relschoppers dat naar het beeld van Coen ging. Zij vertoonden agressief gedrag. Ze gooiden met stoelen en stenen. De M.E. en de politie te paard hebben ervoor gezorgd dat dit ophield.

Om te snappen waarom dit gebeurde, moeten we eerst uitleggen wie Jan Pieterszoon Coen was.

Wie was Jan Pieterszoon Coen?

Jan Pieterszoon Coen (1587-1627) was een Nederlandse koopman, die in de 17e eeuw carrière gemaakt heeft bij de “Vereenigde Oostindische Compagnie,”(dat schreef je toen met twee e’s.)

De Nederlanders, die altijd al echte koopmannen waren, gingen in de 17e eeuw met grote schepen naar verre landen en haalden daar spullen waarmee ze konden handelen en geld verdienen.

Ze gaven de bevolking in die gebieden niet altijd eerlijke prijzen voor hun spullen of zorgden ervoor dat de mensen daar hun producten niet aan andere partijen konden verkopen. Het was toch mooi dat ze er rijk van werden? Niemand vond dat gek in die tijd. Dat deden immers alle landen!

Nederland werd in die tijd een rijk en welvarend land. Niet alleen door zich oneerlijk te gedragen bij de handel in sommige verre gebieden. Ook binnen Europa werd veel onderling gehandeld.

De 17e eeuw, een Gouden Eeuw of niet?

De 17e eeuw wordt ook wel de “Gouden Eeuw” genoemd. Men noemde die tijd “goud” omdat het een rijke tijd was op het gebied van kunst en cultuur in Nederland. Er werd veel geld verdiend, dus men kon veel investeren in kunst en het versieren en inrichten van hun huizen en er waren veel meer luxe producten.

Voor de mensen van wie hun producten tegen lage prijzen verkocht werden en die tegengewerkt werden om een betere prijs voor hun producten te krijgen, voor de mensen die tot slaaf gemaakt werden en voor de mensen van wie het land als kolonie ingepikt werden, was de 17e eeuw natuurlijk een Vreselijke Eeuw en helemaal geen Gouden Eeuw.

Sommige mensen van nu vinden het daarom niet respectvol om de 17e eeuw zo te noemen. Andere mensen vinden dat onzin.

Coen en de V.O.C.

De V.O.C. was de allereerste grote multinational. Een multinational is een groot handelsbedrijf dat in veel landen handel drijft.

Coen was een slimme man. Hij werd in Hoorn geboren. Hij ging in Rome studeren om een goede koopman te worden. Hij sprak verschillende buitenlandse talen, waaronder Italiaans. Maar mogelijk ook Spaans en Portugees.

In 1606 begon Coen te werken bij de V.O.C. Tenslotte werd hij in 1617 Gouverneur-generaal van de Vereenigde (ja met 2 e’s in die tijd) Oost-Indische Compagnie, oftewel de V.O.C. Hij was zeg maar de grote baas van Nederland over alle bezittingen die de V.O.C. had buiten de Republiek der Zeven Verenigde nederlanden.

In 1614 schreef Coen een slim plan hoe de V.O.C. veel geld kon verdienen. Dat stuk heette “Discours”. Dat plan is ook uitgevoerd.

Wat deed de V.O.C.?

1 Men kocht met zilver uit Japan, textiel en kleden in India.

2 Die kleden werden verkocht in de Indische archipel. Daar betaalden ze met specerijen en hout.

3 Die specerijen en hout werden weer naar China gebracht en verkocht.

4 Daar haalde de V.O.C. lakwerk en porselein (voor Nederland) en Chinese zijde.

5 Die zijde werd weer in Japan verkocht voor het zilver. En zo was het kringetje rond. Ze hadden veel verhandeld en konden hun terugreis naar Nederland betalen. Daar konden ze ook weer dingen verkopen. Slim toch?

Er zaten ook nare kanten aan al die slimheid. De geschiedenis van Coen heeft te maken met kolonisatie en met slavernij.

Omdat de V.O.C. zo groot werd, hadden de bestuurders forten en pakhuizen nodig. De mensen van de V.O.C besloten tot slaaf gemaakte mensen te gebruiken om die te bouwen. Nederland heeft ongeveer een half miljoen mensen tot slaaf gemaakt. Er gingen zo’n 275.000 tot slaaf gemaakte mensen naar Suriname en ook nog heel veel naar de Antillen. Dat was in die tijd gebruikelijk, maar met de kennis van vandaag, vinden wij dat dat heel erg verkeerd is.

De V.O.C. pakte ook heel veel land van andere volkeren en voegde dat bij Nederland. Ze noemden die gebieden “koloniën van Nederland.” Soms moesten ze daarvoor vechten. Natuurlijk met de bewoners zelf, maar ook met andere landen die die gebieden ook wilden hebben om er rijk van te worden. De V.O.C. had koloniën in:


Amboina en de Banda-eilanden (dat zijn de Molukken in Indonesië),

  • Batavia en Java,
  • Bengalen (nu Bangladesh),
  • Ceylon (nu Sri Lanka),
  • Kaapkolonie (nu Zuid-Afrika),
  • De kust van Coromandel (ligt in Inda),
  • Nederlands Celebes (Sulawesie in Indonesië),
  • Nederlands Formosa (West Taiwan),
  • Nederlands Malabar (in India in Malabar),
  • Nederlands Malakka (tegenwoordig Maleisië),
  • Suratte (in India),
  • Westkust Sumatra in Padang (in Indonesië)
  • (Later, in de tijd van de West-Indische Compagnie had Nederland nog meer kolonies.)

Coen werd een belangrijk man

Door zijn slimme plannen werd Coen een belangrijk man bij de V.O.C. Hij vocht met de volkeren overzee en wist er zo voor te zorgen dat de V.O.C. geld verdiende. Daar heeft iedereen in Nederland van geprofiteerd. Eigenlijk hebben wij daar nu nog steeds voordeel van. Nederland heeft op die manier ook kennis gemaakt met producten en culturen die anders waren dan de eigen producten en cultuur. Op die manier stond Coen ook aan het begin van een samenleving waarin culturen met elkaar kennis maakten.

Je zou zo denken dat die man een standbeeld waard is. Maar zo simpel is het nou net niet. Eigenlijk is er altijd discussie geweest over de vraag of Coen een goeierik of een slechterik was.

Wat vond men van Coen in zijn eigen tijd ?

Jan Pieterszoon Coen leefde in een tijd waarin de mensenrechten nog niet zo belangrijk gevonden werden, maar ook in zijn eigen tijd gold Coen al bij veel mensen als een wrede man.

Hij heeft mensen van oorspronkelijke bevolkingen om het leven gebracht, omdat ze in zijn ogen niet mee wilden werken. Die mensen verzetten zich tegen wat Nederland van hen af wilde pakken. Ze lokten de manschappen van Coen dan in hinderlagen en brachten hen om het leven. Coen trad hier altijd streng tegen op. Hij bracht veel van die mensen om het leven. Als je door Coen zijn bril kijkt, snap je dat wel. Coen probeerde monopolies op producten te krijgen. Dat wil zeggen dat hij ervoor wilde zorgen dat die producten alleen aan de V.O.C. verkocht werden. Dan was de V.O.C. het enige bedrijf dat zoiets verkocht en zo kon men hogere prijzen vragen en dus meer winst maken.

Maar dat was natuurlijk niet in het belang van de oorspronkelijke bevolking. Op het eiland Banda wilden de mensen daar niet aan mee werken. Zij wilden hun nootmuskaat ook aan anderen verkopen. Toen bracht Coen bijna een heel volk van zo’n 15.000 mensen om het leven.

Daarvoor werd Coen wel op het matje geroepen bij het bestuur van de V.O.C, de Heren 17. Maar stiekem waren ze blij met iemand die zo dat deed. Coen kreeg een preek, maar tegelijkertijd bleven ze hem steun en geld geven, want ze vonden hem een goede bestuurder en het kwam hen wel goed uit wat hij deed.

De 18e eeuw

In de 18e eeuw had Nederland nog koloniën. Mensen van kleur waren in Nederland zelf een uitzondering. Soms kwamen ze mee met de mensen die zich hun “meester” noemden. Dan werden ze raar aangekeken vanwege hun huidskleur, alsof ze een exotische bezienswaardigheid waren. Ze werden meestal niet gelijk behandeld. De Nederlanders en andere Westerse landen waren, als we door de bril van onze tijd kijken, tamelijk racistisch. Maar die houding was heel normaal in die tijd. Men vond het normaal, verstandig en goed dat Nederland rijkdommen weghaalde in andere landen.

19e eeuw

Ook in de 19e eeuw had men nog de koloniën. Men vroeg zich niet af hoe dit zo gekomen was en hoe dit voor de oorspronkelijke bevolkingen was.

Eind 19e eeuw had België zich losgemaakt van Nederland. Toen wilde men graag weer trots zijn op het eigen land. men wilde het beeld van Nederland als groots, zeevarend land onder de aandacht brengen en mensen trots maken op de eigen geschiedenis. Daarom wilde men standbeelden neerzetten voor de eigen helden.

In de 19e eeuw wilden sommige mensen een standbeeld voor Coen en andere bestuurders van de V.O.C. neerzetten. Het beeld van Coen is gemaakt door Ferdinand Leenhof en in 1893 op de Rode Steen geplaatst. Het is een rijksmonument. Dat is dus vele jaren nadat Coen leefde.

Maar ook in de tijd dat het standbeeld geplaatst werd waren er al mensen die vonden dat Jan Pieterszoon Coen geen standbeeld verdiende en veel mensen vonden dat Coen belachelijk stond op het beeld. Niemand ging zo staan, vond men. Niet iedereen kwam kijken toen het beeld onthuld werd.

Afschaffing slavernij en Keti Koti

Langzamerhand ging men wel anders denken over de slavernij. Men ging begrijpen dat het ongepast was om een ander tot slaaf te maken. In de loop van de tijd werd die op steeds meer plekken afgeschaft.

Honderdachtentwintig vrouwen richtten in 1840 het Rotterdam Dames anti slavernij comité op en toen kwamen er meer antislavernijverenigingen.

Op 1 juli 1863 werden de tot slaaf gemaakte mensen in Paramaribo vrije mensen. Dit wordt nog steeds op 1 juli gevierd. Dat feest heet Ketikoti. Dat betekent “De ketenen zijn verbroken”.

De Nederlandse regering betaalde per persoon driehonderd gulden. Maar echt vrij waren die mensen nog niet, want ze moesten nog 10 jaar verplicht op de plantages blijven werken. Ze kregen toen wel betaald.

De afschaffing van het tot slaaf maken van mensen was een lang proces. Trouwens… ook nu zijn er nog mensen die uitgebuit en vernederd worden door anderen.

De 20e eeuw

Je overgrootouders leerden ondertussen op school in de geschiedenisles vooral dat Nederland een grote zeevarende natie was. Ze leerden in liedjes en in het onderwijs dat Piet Heyn, Michiel de Ruyter, Jan Pieterszoon Coen, enz. helden waren. Het was ook best dapper om de zeeën te bevaren. Niet al deze zeehelden waren even wreed en ze deden ook niet allemaal mee met de slavenhandel, maar van Coen staat vast dat hij dat wel deed.

In de tijd van je overgrootouders had Nederland ook nog steeds koloniën. Veel mensen snapten niet wat het probleem daaraan was. Als iets in je eigen tijd een gewoonte is, denken mensen er vaak niet over na of dat oké is.

Na de Tweede Wereldoorlog werden steeds meer koloniën weer zelfstandig.

  • Nederlands Indië werd in 1949 Indonesië.
  • In 1954 werden Suriname en de Nederlandse Antillen zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
  • In 1963 werd Nederlands Nieuw Guinea onder druk van de VS en de VN overgedragen aan Indonesië.
  • In 1975 werd Suriname onafhankelijk.
  • In 1986 werd Aruba (een deel van de Nederlandse Antillen) een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
  • In 2010 hielden de Nederlandse Antillen op te bestaan. Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden als Caribisch Nederland bijzondere gemeenten van Nederland. Curacao.

Halverwege de 20e eeuw

Halverwege de 20e eeuw veranderde de mening over kolonisatie. De meeste koloniën werden ook vrije landen. Dat hebben je overgrootouders allemaal meegemaakt en je grootouders voor een deel. Door dit alles veranderde ook de manier waarop er naar de geschiedenis werd gekeken.

De mensen in Nederland maakten zich nog steeds niet druk over het feit dat ze naast dapper, ook oneerlijk waren geweest, in die bepaalde tijd van de geschiedenis. Behalve natuurlijk de nakomelingen van de mensen die slecht behandeld waren. Die hadden verhalen gehoord van oma’s en opa’s die verkocht waren alsof ze slaven waren. Een aantal van hen woonde inmiddels in Nederland. Daar kregen ze soms te maken met discriminatie. Mensen zeiden somsnare dingen zoals: “Ga terug naar je eigen land!”, maar Nederland was of is dus hun eigen land. In het begin vochten deze mensen niet meteen tegen die woorden en beelden. Zij waren nog bezig om een plek te krijgen in de samenleving. Ze probeerden zich zoveel mogelijk aan te passen.

De 21 e eeuw

In de 21e eeuw worden alle mensen mondiger. Sommige nakomelingen van mensen uit de landen die door Nederland gekoloniseerd waren, willen niet dat het land waar zij wonen standbeelden heeft van de mensen die hun voorouders zo behandeld hebben. Een standbeeld is toch een soort van eer? Zij willen niet dat de toenmalige overheersers van hun volk eer krijgen. Sommigen van hen vinden om die reden dat die beelden weg moeten en ze worden daar door sommige andere Nederlanders in gesteund. Maar andere mensen vinden dat dit veel te ver gaat.

Coen is al eens “weg” geweest

In 2011 werd het beeld van Coen per ongeluk van zijn sokkel gestoten. Meteen werd er druk gepraat of het beeld wel terug moest. Een groep mensen vond het tijd worden dat Coen verdween.

Maar er is ook een andere kant aan dat verhaal: veel bewoners van Hoorn zijn nogal aan het beeld gehecht. Niet perse omdat ze Coen vereren. Het is niet zo dat mensen bloemen leggen bij zijn standbeeld of iets dergelijks, maar ze vinden dat hij bij de Hoornse geschiedenis hoort en ze zijn aan het beeld gewend.

Het is ook handig dat het beeld reclame voor Hoorn als V.O.C. stad maakt, want daardoor komen er veel toeristen naar Hoorn en daar wordt geld aan verdiend.

Uiteindelijk is er besloten om een plaat onderop het standbeeld te doen met wat uitleg over de goede en slechte dingen van Coen. Er is ook een Qr code en als je die scant, krijg je meer info.

Je zou denken dat de kous daarmee af was, maar sommige mensen vinden dat er niet duidelijk genoeg staat dat Coen wandaden heeft gepleegd.

Vandaag de dag

En nu zijn we in het heden aangekomen. De beelden staan er nog. Coen staat er nog. Er zijn mensen die het beeld van Coen en die andere beelden willen houden en mensen die ze weg willen hebben.

Waarom is die plaquette volgens sommige mensen niet meer genoeg?

Door de dood van George Floyd in Amerika, ontstond er veel aandacht voor het gegeven dat sommige instanties in Amerika (zoals de politie) veel strenger optreden tegen mensen van kleur dan voor blanke/witte mensen. Als organisaties mensen buitensluiten (bijvoorbeeld niet aannemen bij banen, of juist één bepaalde groep veel sneller arresteren, of minder kansen geven) noemt men dat “institutioneel racisme”.

De volwassenen zijn het er niet over eens of dat in Nederland ook zo is. Sommige mensen vinden dat het hier erg meevalt met de discriminatie en ze vinden dat iedereen gelijke kansen heeft. Anderen zeggen dat dat toch niet helemaal waar is. De mensen die zeggen dat er in Nederland ook verborgen racisme is, willen alle zaken die racistisch uitgelegd kunnen worden, weghebben. Daarom is er de Pietendiscussie en de beeldendiscussie.

We zitten in Nederland erg in ons maag met de hele situatie. Wat moeten we doen?

Het lastige punt bij het beantwoorden van die vraag is dat de mensen in verschillende tijdsperiodes anders denken over dingen. Wat men in de tijd van Coen, of in de tijd van je overgrootouders normaal vond, vindt men tegenwoordig niet altijd meer fatsoenlijk.

Dat geldt straks ook voor wat er in onze tijd gebeurt. Meningen en gebruiken die wij vandaag de dag hebben, kunnen over een aantal jaren als heel fout beoordeeld worden.

De echte vraag is dus:

Hoe moet je dingen die vroeger gebeurd zijn beoordelen? Door welke bril kijk je naar de geschiedenis?

De bril van toen of de bril van nu?

De bril van de “overwinnaar” of de bril van de “verliezer?”

Het moeilijke van geschiedenis is dat je altijd met door de bril van je eigen tijd kijkt naar een tijd waarin mensen héél anders dachten. En het hangt ook nog eens af van je eigen ervaringen en van wat je familie en voorouders hebben meegemaakt.

Bij veel mensen van kleur roept alles wat er nu gebeurt opnieuw boosheid op over de tijd van slavernij en van kolonisatie. En daarom willen ze dat nu die beelden echt weg gaan. Sommige witte/blanke mensen staan achter hen. Ook zij vinden dat oneerlijk.

Sommige mensen van kleur vinden dat het wel meevalt. Ze geven aan dat zij wel een goede plek in de samenleving hebben gevonden.

Weer andere mensen vinden dat het te ver gaat om al die beelden weg te halen. “Je haalt toch ook de piramides niet weg.” zeggen ze. ” Die zijn ook door mensen die tot slaaf gemaakt waren gebouwd.” Ze vinden dat je de geschiedenis niet kan en niet moet willen uitwissen.

Maar ja, Coen heeft wel heel veel mensen om het leven gebracht. Verdient zo iemand wel een standbeeld?

Mag het beeld blijven, want moeten we bedenken dat hij in die tijd als een held werd gezien?

Is het juist belangrijk dat het blijft, omdat we mensen dan kunnen leren dat we die dingen niet meer moeten doen?

Of moet het juist blijven, omdat mensen van de geschiedenis kunnen leren?

Hoort het dan op het plein, of moet het naar het museum?

Het is nog niet duidelijk wat de goede manier is.

Wat moeten we met de twee gezichten van Coen? Moeten we hem vooral zien als een zeevarende, dappere held en bestuurder die Nederland rijk heeft gemaakt, waardoor we nu met veel culturen samen kunnen leven? Dat is tenslotte waar. Betekent dat dan dat het beeld moet blijven?

Of moeten we hem vooral zien als een wrede volkerenmoordenaar, die ook nog eens meedeed aan slavernijpraktijken? Dat is per slot van rekening ook waar. Betekent dat dan automatisch dat het beeld weg moet? of moet je het juist laten staan om mensen over die tijd te leren? En moet het dan op de Roode Steen blijven, of moet het in een museum komen te staan?

En als we toegeven dat er twee kanten aan de zaak zaten, wat moeten we dan met het beeld doen?

Iedereen moet daar zijn/haar eigen antwoord op vinden. Ook jullie mogen je eigen antwoord vinden op de vragen van onze tijd. Het helpt om goed te luisteren naar alle meningen die erover zijn en veel te lezen over de geschiedenis en wat er nu gebeurt in de maatschappij. Dan kan je een betere keuze maken.

Je mag in Nederland van mening verschillen

Je hoeft het in Nederland niet met elkaar eens te zijn. Mensen denken heel verschillend over politiek, over de geschiedenis, over de plek van Coen en over het standbeeld. Dat mag in Nederland. We zijn een democratie. Dat betekent dat het volk rechten heeft. Onder andere het recht op vrije meningsuiting.

Je mag dus over alles van mening verschillen en dat ook zeggen of opschrijven. Je hebt in Nederland ook het recht om te protesteren om je eigen standpunt duidelijk te maken. Zelfs schreeuwen mag. Je mag alleen geen relletjes trappen en dingen stuk maken en je mag ook niet oproepen tot haat van andere mensen.

Bij Kzing vinden we het belangrijk dat je respect voor iemand anders’ mening laat zien. Onze persoonlijke mening is dat je er waarschijnlijk meer aan hebt als je naar elkaar luistert en met elkaar praat. En als je dan praat, kan je het beste goede argumenten gebruiken. Wij vinden persoonlijk ook dat het goed is om steeds over je eigen mening na te blijven denken.

Wat is jouw mening over dit alles? Luister vooral ook eens naar de mening van je ouders.

Iedereen verdient een Valentijn

OB-MB-BB-OBS-BBS-ML

Een liedje over Valentijnsdag. Iedereen verdient iemand die op die dag aan hem, haar, hen denkt. Het liedje is ingezongen door Stella Schaper.

De ingezongen versie.
Je hoort Stella Schaper zingen.
De karaoke versie

Iedereen verdient een Valentijn.
Zelfs de allergrootste chagrijn.
Je hoeft niet perse ongetrouwd
of mooi, of lief te zijn.
Iedereen verdient een Valentijn!

De muziekstijl waarin dit kleine, grappige liedje is gearrangeerd, heet “Cumbia”. Deze muziek- en dansstijl komt uit het Caraïbische gedeelte van Colombia.

Cumbiamuziek is een mix van inheemse Colombiaanse, Spaanse en Afrikaanse muziek. De Afrikaanse muziek werd meegenomen door mensen die tot slaaf gemaakt werden. Men vermoedt dat de dans die erbij hoort uit het Afrikaanse Guinee komt. Er wordt gezegd dat die dansstijl uitbeeldt dat een man een vrouw probeert te versieren. In het filmpje zie je dat terug. Maar het is wat ons betreft natuurlijk ook prima als meisjes jongens vragen, of meisjes meisjes, of jongens jongens etc. En je kan iemand trouwens ook prima een Valentijnsgroet sturen als je gewoon vrienden bent, want dat was de originele betekenis van het Valentijnsfeest.

Oorspronkelijk werd het alleen maar zang en ritme-instrumenten gespeeld en werd erbij gedanst. Daarom kan je dit lied rustig gewoon zingend, met instrumenten door de gangen zingen. Tegenwoordig worden er ook blaasinstrumenten in de muziekstijl gebruikt.

Je kan de opvallende ritmes meespelen :

Kijk hier eens hoe een paar samen een Colombiaanse Cumbia danst.

Soms lees je ook andere (minder fijne) verklaringen voor de danspasjes. Namelijk dat de pasjes van de mannen uitbeelden hoe mensen die tot slaaf gemaakt waren, proberen te dansen met ketens om hun enkels. Dat is natuurlijk wel heel erg.

Rond 1940 verspreidde deze muziek zich van het platteland naar de stad. Daar onderging het de invloed van andere muziek en dans. Zoals bijvoorbeeld de samba. In de jaren 50 was de muziek super populair. Later werd het ook een hit in Mexico en Peru. Daar vind je zelfs speciale Cumbia bands, zoals bijvoorbeeld Corazón Serrano. Er is zelfs een radiostation dat alleen maar Cumbia muziek uitzendt. Die zender heet: Radio Karibeña.

Ook in Suriname kent met de Cumbia als dans.

De muziek en dans van de Cumbia zijn eigenlijk over de hele wereld populair geworden en soms ook wat “moderner” gemaakt. Kijk hier maar eens naar kinderen die Cumbia dansen. Misschien kan je meedoen? Waar komen deze kinderen vandaan?

Bij Kzing proberen we niet te doen alsof het onze eigen muziekstijl is. We gebruiken de stijl in een liedje om bekendheid te geven aan allerlei muzikale stijlen. Daarmee willen we de originele makers eren en aangeven dat wij blij zijn met de multiculturele invloeden in de muziek. Muziek en dans verenigen ons!

De freedomtrain… Oh, freedom !

BB-ML

De Freedomtrain was een route waarlangs tot slaaf gemaakte mensen konden vluchten naar het vrije Noorden.

Hoe belangrijk die vrijheid was en hoe hard die vrijheid bevochten moe(s)t worden, kun je hier horen in de volgende song, die ook al gezongen werd ten tijde van de strijd voor gelijke burgerrechten tussen mensen van kleur en witte/blanke mensen.

Oh Freedom

De musical Hairspray gaat ook over het thema inclusiviteit.

Waar gaat de musical Hairspray over?Plot Hairspray. Het verhaal speelt zich af in Baltimore in het begin van de jaren zestig. Tracy Turnblad is wat mollig. Daardoor wordt ze wel eens uitgelachen en buitengesloten. Ze weet dus wat het betekent als mensen niet inclusief zijn. Het slaat ook nergens op. Tracy kan supergoed dansen. Ze komt door de audities heen van een populaire dansshow op televisie. Maar mogen haar vrienden van kleur ook meedoen? En als zij dat niet mogen, wil Tracy dan nog wel? Welke kant kiest zij als het erop aankomt? En jij? Welke kant kies jij, als het erop aankomt?

I know where I “ve been

Oh, freedom!
Oh, freedom!
Oh, freedom over me!
And before I’d be a slave
I’ll be buried in my grave
And go home to my Lord and be free

No more moanin’
No more moanin’
No more moanin’ over me
And before I’d be a slave
I’ll be buried in my grave
And go home to my Lord and be free

There’ll be singin’
There’ll be singin’
There’ll be singin’ over me
And before I’d be a slave
I’ll be buried in my grave
And go home to my Lord and be free

There’ll be shoutin’
There’ll be shoutin’
There’ll be shoutin’ over me
And before I’d be a slave
I’ll be buried in my grave
And go home to my Lord and be free

Oh, freedom!
Oh, freedom!
Oh, freedom over me!
And before I’d be a slave
I’ll be buried in my grave
And go home to my Lord and be free

Tussen 1861 en 1865 waren het zuiden en het noorden van Amerika met elkaar in een burgeroorlog. Ze hadden ruzie over allerlei zaken. Eén van de belangrijkste dingen waar ze ruzie over hadden was de vraag of je mensen als slaven mocht houden. Wij kunnen ons vandaag de dag misschien niet meer voorstellen dat dit een serieuze vraag was, maar in het zuiden van Amerika vond men dat dit prima kon.

De mensen die uit het werelddeel Afrika geroofd werden, kregen geen menselijke behandeling. Ze werden gebrandmerkt en op hele nare wijze bij elkaar gepropt in schepen die hen naar hun nieuwe plek brachten. Daar stierven er velen. Deze mensen werden op markten verkocht, nogmaals gebrandmerkt en moesten werken op de plantages. Dat waren landbouwgronden in gebieden die de rijken ook nog eens hadden geroofd.

Het ergste was dat men net deed alsof het in orde was dat deze mensen geen zelfbeschikkingsrecht hadden. Iemand anders deed alsof het terecht was dat hij de baas over een ander mens speelde.

Wij keuren slavernij natuurlijk af, maar veel rijke plantage eigenaren in het zuiden van Amerika dachten daar in de tijd van de burgeroorlog heel anders over. Ze vonden het wel fijn dat ze mensen konden kopen om die gratis op hun katoen- en tabaksplantages te laten werken. Zij vonden dat die mensen hun eigendom waren, omdat ze voor hen betaald hadden. Tot slaaf gemaakte mensen, waren vooral mensen van kleur, die voorouders hadden in verschillende landen in Afrika.

Deze mensen moesten hard werken op de plantages van de voornamelijk blanke, rijke mensen. Ze werden vernederd, geslagen, in ketens geslagen en behandeld en verkocht alsof ze geen mensen waren, maar het bezit van andere mensen. Ze mochten zelf geen bezit hebben en niet trouwen. Als een man en een vrouw een gezin vormden, sprongen ze daarom samen over een bezemsteel.

Vanaf 1808 mocht men geen nieuwe mensen uit Afrika kidnappen. De plantage-eigenaren vonden dit maar lastig. Ze mochten de mensen die tot slaaf gemaakt waren, nog wel verkopen in hun eigen land. Ze dwongen de vrouwen daarom om veel kinderen te krijgen, zodat ze toch nog mensen zonder geld op hun land konden laten werken. Soms misbruikte de eigenaar de vrouwen zelf, waardoor ze ongewenst in verwachting raakten van hun baas.

Mensen die tot slaaf waren gemaakt, vluchtten vaak in het donker, over de rivieren. Soms wadend, soms per boot. Ze moesten honderden kilometers lopen om in vrije staten te komen. Vaak lukte het niet en werden ze door premiejagers vermoord.

De mensen in het noorden waren steeds meer tegen de slavernij, maar de wet zei helaas dat zij mensen die tot slaaf gemaakt waren, terug moesten sturen naar het zuiden en dat zij premiejagers die op die mensen jaagden, moesten toelaten op hun land.

Een groep gelovige mensen, de Quakers, vond door hun geloof dat mensen geen andere mensen tot slaaf mochten maken. Ze zetten de Underground Railroad op. Dat was een geheime vluchtroute van het zuiden naar de vrije noordelijke staten. De Quakers mensen hielpen mensen die wegliepen omdat ze tot slaaf gemaakt waren. Ze gebruikten een codetaal, die woorden gebruikte uit de spoorwegen. Een “conducteur” was een helper en een “station” betekende een veilige plaats.

Er was nog een andere codetaal die de mensen die vluchtten gebruikten: de taal van muziek. De mensen van de Underground Railroad, gebruikten liedjes om verstopte boodschappen, richting aanwijzingen en timingsmomenten, te geven. Niet zo maar liedjes.. nee, de muziek van de tot slaaf gemaakte mensen: de spirituals.

Spirituals zijn godsdienstige liederen die deze mensen met elkaar zongen om de moed erin te houden. Stiekem verstopten ze ook wel eens kritiek op de plantage eigenaren in die liedjes.

Het lied “Canaans land”, gaf bijvoorbeeld richting aanwijzingen naar Canada, waar de mensen vrij zouden zijn en het lied “Follow the drinking gourd” dat hierboven onder een linkje is te beluisteren was ook zo’n lied. Ze bedoelden: volg de Poolster. Drinking gourd, was een ander woord voor de Poolster. Mensen moesten in die richting reizen, dan kwamen ze in het vrije Noorden. Ook vandaag de dag worden mensen nog geïnspireerd door die liederen. Dat hoor je onder het tweede linkje.

“Wade in the water”, oftewel “waad in het water”, wees mensen erop dat ze dan door een rivier moesten reizen. Zo konden de honden hen niet ruiken.

Er zijn veel helden geweest die geholpen hebben bij de Underground railroad. Harriet Tubman (1823-1913) was één van hen. Ze was zelf een in slavernij geboren Afro-Amerikaanse vrouw. Ze hielp minstens 70 tot slaaf gemaakte mensen ontsnappen naar het noorden of Canada via de Underground Railroad. Lees meer over haar onder het eerste linkje dat hieronder staat. Haar verhaal is verfilmd. Ze inspireert ook vandaag de dag nog veel mensen.

Deze muziek inspireert nog heel veel mensen ook vandaag de dag. Niet alleen mensen van kleur, maar iedereen die het gevoel heeft dat hij of zij niet meetelt. Luister naar een prachtige versie van the drinking gourd uit 2013.

Het derde fragment komt uit de film en musical Showboat, van Jerome Kern en Oscar Hammerstein.

De musical gaat over het leven van artiesten en arbeiders die bij de showboat Cotton blossem werken. Die boot vaart over de rivier de Missisipi in het zuiden. (1887-1927). Het verhaal gaat over liefde, maar ook over rassenvooroordelen. Het was voor het eerst dat er in een musical aandacht besteed werd aan zo’n ernstig thema. Daarna is dat nog veel vaker gedaan.

Het nummer “ol man river” wordt gezongen door een personage dat wel vrij was, maar alsnog voor een karig loontje heel hard werk moest verrichten, alsof hij nog steeds als een slaaf behandeld werd: Joe. Hij zingt dat al die ellende de rivier de Missisipi niet kan schelen. Die gaat gewoon lekker door met stromen.

Het nummer is door verschillende artiesten gezongen. Deze vertolking is door Paul Robeson. Deze man was briljant. Hij was als man van kleur toch naar de universiteit geweest, kon 20 talen spreken en wist heel erg veel. Hij was ook nog eens acteur. Maar doordat de mensen van kleur geen kansen kregen in die tijd in Amerika, richtte hij zich op een politieke stroming die men niet goedkeurde. Toen wilde Amerika niets meer van hem weten. Daardoor is heel lang niet gezien wat hij gedaan heeft voor de mensen van kleur.

Na een heel bloedige burgeroorlog, heeft het leger van de mensen die voor slavernij waren, zich eindelijk overgegeven. Als je er meer over wil weten, moet je maar eens op zoek gaan, in boeken en op Wikipedia.

Meer luisteren naar muziek die hoort bij de strijd tegen racisme? Kijk dan op deze pagina.

Over slavernij

Helaas deed ook Nederland mee aan het tot slaaf maken van mensen. In de 18e eeuw en een deel van de 19e eeuw werden mensen uit verschillende landen in Afrika geroofd en tot slaaf gemaakt. Nederlanders, Engelsen, Fransen, Portugezen en Amerikanen vonden het heel normaal en best wel kunnen dat ze stukken land van andere volkeren innamen. Zij vonden het heel gewoon om rijkdom te vergaren, door andere mensen te gebruiken.

De Nederlanders hadden zich bijvoorbeeld Indonesië en Suriname en de Nederlandse Antillen toegeëigend. Kijk hiervoor bijvoorbeeld eens naar de les over Keti koti.

Keti koti

BB

Pas op 1 juli 1863 werd de slavernij in Nederland afgeschaft. Slavernij is een situatie waarbij mensen vinden dat zij andere mensen als hun eigendom mogen beschouwen. Die mensen zijn dan niet hun eigen baas, maar moeten doen wat een ander mens wil. Die gebruikt dan rustig geweld en dwang om de baas te kunnen blijven spelen en andere mensen uit te buiten. Slavernij is zo oud als de geschiedenis. Het kwam al voor in het oude Egypte, Griekenland en bij de Romeinen, maar ook in bepaalde gebieden in de continenten Afrika, Amerika en Azië. Er zijn dus inderdaad ook mensen uit westerse landen tot slaaf gemaakt, maar het gebruik van het tot slaaf maken van mensen heeft vooral veel impact gehad op de de nakomelingen van mensen van kleur. Veel mensen van kleur hebben een overgrootouder die geen vrij mens mocht zijn.

Nederland was een van de laatste Westerse landen waar slavernij werd afgeschaft. Voor de mensen in Suriname is 1 juli dus natuurlijk een feestdag: Ketikoti. Dat betekent: de ketenen zijn gebroken. Het woord komt uit de taal Sranantongo. Ketikoti is dus een bevrijdingsfeest.

Suriname was nog niet meteen helemaal een vrij land. De Nederlanders bleven er nog lange tijd. In het jaar 1954 werd Suriname een apart land, maar wel nog binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Pas in 1975 werd het een onafhankelijk land. Het heet nu: de Republiek Suriname.

Helaas hebben in het verleden ook de mensen uit ons land, Nederland, bewoners van andere landen misbruikt en tot slaven gemaakt.

In dit geluidsfragment, hoor je hoe kinderliedjes uit Suriname hun oorsprong vinden in de tijd dat mensen tot slaaf gemaakt werden.

Hier zie je hoe ver Nederland en Suriname uit elkaar liggen

Britten, Fransen en Portugezen en ook Nederlanders hebben ongeveer 10 miljoen mensen geroofd uit het werelddeel Afrika. Dit gebeurde tussen 1492, toen Columbus voet aan wal zette in Amerika en 1866. Veel mensen overleefden de zware tocht niet. Ze stierven al op de schepen, of stierven aan het brandmerken of aan het harde werk op de plantages (landbouwgronden), of de zoutmijnen, of ze stierven door het misbruik. Ook een groot deel van de mensen werd gedood tijdens vluchtpogingen.

De Staat der Nederlanden heeft ongeveer een half miljoen mensen tot slaaf gemaakt. Er gingen zo’n 275.000 tot slaaf gemaakte mensen naar Suriname en ook nog heel veel naar de Antillen.

Nederlandse ondernemers hadden Suriname overgenomen van de Britten. Dat is natuurlijk op zich al heel raar. Het land was niet van de Britten en ook niet van de Nederlanders. Ze hadden het afgepikt van de mensen die er eigenlijk woonden. Dit was in die tijd een normale zaak, maar als je erover nadenkt, snap je niet waarom.

De Nederlanders verbouwden toen in Suriname eerst suikerriet en later koffie, katoen en cacao. Dit deden zij op plantages. Ze lieten er mensen werken die ze tot slaaf maakten. De mensen moesten er heel hard werken. Als de “meester” vond dat ze niet hard genoeg werkten, gebruikten ze de zweep. De mensen werden vaak ziek en veel van hen stierven.

De mensen werden tot 1828 !!!!!! niet als mens gezien, maar als “ding” dat je kon verkopen. Ze hadden geen rechten en mochten zelf niets bezitten. Ze mochten ook niet trouwen. Na 1828 waren ze officieel vrij, maar de “meester” deed alsof het domme kinderen waren. Hij mocht als een soort “vader” alsnog voor hen beslissen. Dat zo iemand zich de “meester” of “de vader” noemde, zegt natuurlijk dat hij vond dat hij boven de anderen stond.

Alle landen deden dat, maar vanuit ons hedendaagse standpunt is dit natuurlijk verkeerd. Niemand heeft immers het recht een ander mens tot slaaf te maken. Daarom is het in de hele wereld verboden sinds de 20e eeuw. Al in 1926 werd dit verbod op papier gezet. In 1948 werd het opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In 1982 is het in het laatste land officieel afgeschaft. Het staat ook in de verklaring van de rechten van de mens:

Artikel 4 – Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in iedere vorm zijn verboden. 

Artikel 5 – Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.

In die tijden vond men slavernij gewoon, maar dat vinden we nu natuurlijk niet meer. De minister president heeft al excuses gemaakt voor de dingen die we in het verleden hebben gedaan, maar veel mensen vinden dat nog niet genoeg. Zij vinden dat de koning ook sorry moet zeggen. Die heeft opdracht gegeven om te onderzoeken wat zijn familieleden in die tijd gedaan hebben. De koning heeft in ieder geval al wel laten weten dat hij het heel erg vindt dat de voorouders van sommige mensen zo geleden hebben onder het gebruik van slavernij. Sommige mensen vinden ook dat er smartengeld betaald moet worden. Geld om te vergoeden wat er afgepakt is van de mensen.

Helaas worden ook vandaag de dag nog mensen tot slaaf gemaakt. Het schijnt dat er in 2016 nog meer dan 40 miljoen mensen gebukt gingen onder moderne slavernij.

Harriet Tubman

BB-M:

Hier zie je een moderne dans op muziek uit de film over Harriet Tubman. Zij is een heldin. Ze bevrijdde veel tot slaaf gemaakte mensen in het zuiden van de Verenigde Staten. Zij hielp hen te vluchten naar het Noorden of Canada, omdat ze daar vrije mensen konden zijn. Ze was dus een strijdster tegen de slavernij en kwam op voor de emancipatie van mensen van kleur.

Harriet Tubman heeft vele mensen die tot slaaf gemaakt waren naar vrijheid geleid. Hier zie je hoe een dansgroep danst op de muziek uit de film over haar leven

Er waren mensen die de vluchtelingen hielpen en onderduikadressen boden. De mensen die wegliepen konden opgepakt worden en dan werden ze teruggestuurd naar de mensen die vonden dat ze hun eigenaren waren. Meestal werden ze dan vermoord, als voorbeeld voor de anderen.

De mensen die wilden ontsnappen, werden geholpen door mensen die tegen de slavernij waren. Om te zorgen dat de “bazen” van de tot slaaf gemaakte mensen niet achter de ontsnappingspogingen kwamen, gebruikte iedereen  woorden die met treinen te maken hadden, als ze het over ontsnappen hadden. Helpers waren conducteurs. De Underground Railroad was de vrijheidstrein enz. 

De conducteurs/helpers waren vaak Quakers. Zij vonden vanuit hun geloof dat mensen andere mensen niet tot slaaf mochten maken. Maar ook veel mensen die zelf tot slaaf gemaakt waren en ontsnapt waren, hielpen lotgenoten. 

Harriet Tubman (1823-1913) was één van hen. Ze was heel belangrijk! Ze was zelf een in slavernij geboren Afro-Amerikaanse vrouw. Ze hielp minstens 70 tot slaaf gemaakte mensen ontsnappen naar het noorden of Canada via de Underground Railroad en waarschijnlijk meer.

Ze werkte voor the Union Army, eerst als verpleegster en kok, maar later ook als gewapende verkenner en spion. Ze hielp haar ouders ook vluchten.

Later heeft ze zich ingezet voor het vrouwenkiesrecht. Ter ere van haar is er een postzegel uitgebracht met haar gezicht erop. Men wilde in 2016 haar beeltenis op het biljet van 20 dollar zetten, maar de regering van President Trump remt dit proces af. 

Er is een film over haar leven gemaakt. Als je gauw bang wordt van geweld in films, kun je er beter niet naar kijken. Als je denkt dat je het aankan, kun je uit deze film echt leren hoe dat ging in de tijd van de slavernij op de plantages in het zuiden van Amerika.

Onder de link bij het plaatje hoor je een nummer uit die film. De beelden zijn niet uit de film. Je ziet in dit filmpje hoe jonge mensen van kleur door het nummer geïnspireerd zijn en er zelf een dans op maakten.

Veel mensen van kleur ervaren ook tegenwoordig nog racisme. Ze worden soms niet aangenomen voor banen, of ze worden eerder door de politie aangehouden of uitgescholden. 

Als ze hun naam opschrijven, schrijven ze vaak de naam van de “eigenaar” van één van hun voorouders op. Het was namelijk gebruikelijk dat die de naam droegen van de man die hen gekocht had. Vaak kennen de mensen niet hun échte achtergrond. Ze weten niets over hun verre voorouders. Dat voelt niet goed voor hen. 

Sommige van hen voelen zich daardoor nog steeds erg verbonden met de strijd die hun voorouders gestreden hebben.

Ook in Nederland leeft dit gevoel bij mensen van wie de voorouders uit gebieden komen die door Nederland zijn gekolonialiseerd. Veel Surinaamse mensen in Nederland vieren Keti Koti. Dat is een jaarlijks terugkerende feestdag waarop men viert dat Nederland de slavernij afschafte in de toenmalige koloniën Suriname en in het Nederlands Caribisch gebied. Keti Koti betekent: de ketenen gebroken, in de Surinaamse taal Srnantongo.