Het West-Friese Volkslied, of toch niet?

MB-BB-BBS-ML

Je bent een West-Fries als je binnen de omringdijk geboren bent. Hoe schrijf je West-Friesland nou eigenlijk, Westfries of West-Fries? Volgens de officiële spelling heet de regio West-Friesland, de mensen die er wonen West-Friezen en is het bijvoeglijk naamwoord West-Fries. Dat is pas in 1996 de officiële spelling geworden. Daardoor zijn er nog steeds woorden in gebruik die anders gespeld zijn. Zoals: de Westfriese Omringdijk en het Westfries Genootschap.

In Corona-tijd hebben we bij Kzing een fotowedstrijd uitgeschreven. Wie de mooiste foto van Westfriesland maakte, kreeg een taart. Zo probeerden we mensen aan te moedigen lekker naar buiten te gaan, want dat mocht toen wel weer. Uiteindelijk kregen alle deelnemers een taart. Die mooie foto’s hebben we onder het lied gezet. Het lied wordt gezongen door juf Ellis en door Lara. Ze zongen het allebei thuis is, omdat de Covid maatregelen golden. Ellis heeft het thuis gemixt en het filmpje gemaakt. Herken je plekken?

Meerstemmig
Alleen de melodie beluisteren
De karaoke versie



Waar de golfjes kabb’len langs het IJsselmeer
hurken achter dijken vele dorpjes neer.
Daar ligt ons West-Friesland, ’t land van veld en wei,
waar de bollen groeien in een bonte rij.
Ja, daar wil ik wonen, land van sloot en riet.
Dat is ons West-Friesland, dat vergeet ik niet!

Waar de leeuwerik zijn schoonste zangen zingt,
waar des avonds zacht en teer het Ang’lus klinkt.
Dat is ons West-Friesland met zijn bonte vee,
waar de bollen bloeien als een lentefee.
Hier en daar een molen als een wachter staat.
Dat is ons West-Friesland, dat ik nooit verlaat!

Waar de winter alles hult in witte sneeuw,
waarin wiekend zacht en teer een zilvermeeuw.
Waar langs gladde banen jong West-Friesland zwiert
langs de kale (ook wel: dode) akker waar geen plant (ook wel: bloem) meer tiert.
In het schone schijnsel, mooier nog dan ooit.
Dat is ons West-Friesland, dat vergeet ik nooit!

Als men West-Friese mensen als groep beschrijft, wordt er gezegd dat ze er trots op zijn echt West-Fries te zijn. Je bent een West-Fries als je binnen de omringdijk geboren bent. Men beweert dat West-Friezen erg gesteld zijn op hun zelfstandigheid. Ze laten zich niks zeggen. Men zegt dat ze nuchter zijn, een klein beetje stug en niet erg praterig. Maar als ze je eenmaal mogen, zijn ze trouw en gezellig en kan je met hen lachen. Er valt natuurlijk veel te vertellen over de West-Friese volksaard… Herken jij deze eigenschappen bij West-Friese mensen?

Verwerkingsopdracht

Maak een foto, verhaal, gedicht of tekening over iets dat jij heel erg West-Fries vindt.

Info over de herkomst van het lied

Sommige mensen noemen dit lied wel “Het West-Friese volkslied”, maar er zijn meer liederen waar dat van beweerd wordt. Het is wel duidelijk dat het een lied is dat veel (oudere) West-Friezen kennen. Het werd veel gezongen op bruiloften bijvoorbeeld. Het lied is een loflied op West-Friesland. Dat betekent dat het vertelt hoe mooi West-Friesland is. En dat is natuurlijk ook zo 🙂

Eigenlijk is het een gedicht van de Duitse schrijfster Marthe Müller- Grählert, uit Zingst. Het ging niet over het Ijsselmeer maar over de Oostzee. Ze schreef van jongs af aan gedichten. Ze werd juf. In 1898 verhuisde ze naar Berlijn en werkte er bij een krant. Ze had heimwee naar haar thuisplaats. Daarom schreef ze dit gedicht. In 1911 verhuisde ze met haar man naar Japan. Na de Eerste Wereldoorlog keerde ze terug. Ze scheidde en werd arm. In 1924 verhuisde ze terug naar Zingst. Ze gaf poëzieavondjes en hield leesavonden. Maar rijk werd ze er niet van. Ze slaagde er steeds maar niet in om de auteursrechten voor haar gedicht te krijgen.

In Zúrich was er een dirigent die het op muziek zette als het Nordseewellenlied, of het Frisenlied. Het werd een wereldhit. In veel gebieden paste men de tekst aan: de Friezen, de Nederlanders en de Vlamingen zingen over de golven van de Noordzee, de Oost-Pruisen zingen over de golven van Haffes. In de Fassa-vallei, zingen ze het over welanden die met bloemen bedekt zijn.

In 1936 was het dan eindelijk zover. Marta en Simon ontvingen de rechten van het lied en de muziek. Maar Marta heeft er niet veel meer aan gehad.


Ons land, over volksliederen en zo

OB-MB-BB-OBS-BBS

Elk land heeft een heleboel liedjes die door het volk gezongen worden. Dat noem je volksliedjes. Maar ieder land heeft één super belangrijk lied. Dat is een lied dat gekozen is als het belangrijkste lied van dat land: HET volkslied. In andere talen heet het wel: anthem.

In een volkslied bezingen mensen hun liefde voor hun eigen land. Vaak wordt er iets verteld over de eigen volksaard en wordt de schoonheid van het land bezongen. Meestal is de muziek een beetje deftig en gedragen. Dat betekent: langzaam en slepend. Een hele grote groep mensen moet het immers tegelijk kunnen zingen en zo’n grote groep gaat niet zo snel.

Misschien doen jullie op school wel een project waarbij je je eigen land mag ontwerpen. Daar hoort natuurlijk ook een eigen volkslied bij. Daarom heeft juf Ellis zelf een volkslied gecomponeerd.

Dit is de korte versie van het lied:

karaoke versie

Ons land, ons Waterland
dat groen is, ruim en vrij.
Waar rust en vrede heerst.
Daar wonen en werken wij.
Zolang het water zachtjes zingt,
telt iedereen hier mee.
Omdat ons lied in vrijheid klinkt:
Hoezee, hoezee!

De filmbeelden komen uit Nederland, maar als jullie mooie tekeningen van je eigen land maken, wil juf Ellis die ook wel boven de muziek zetten. Stuur ons dan maar een mailtje.

Informatie over volksliederen van verschillende landen

Je mag nooit meezingen met het volkslied van een ander land. In sommige landen houden mensen hun hand op hun hart bij het zingen van het volkslied. In Nederland doen we dat niet. Nederland heeft “Het Wilhelmus”. Frankrijk “Allons enfants de la patrie”, Amerika “The star spangled banner”, Engeland heeft “God save the king”, België de Brabançonne. Hieronder vind je een aantal volksliederen uit verschillende landen.

Het Wilhelmus

MB-BB-BBS-ML

Leer dit lied spelen en zingen.

Zing het eerste couplet van het Nederlandse volkslied

Wilhelmus van Nassouwe ben ik van Duitsen bloed.

Den vaderland getrouwe, blijf ik tot in den doet. (dood)

Een Prinse van Oranje blijf ik, vrij onverveerd.

Den koning van Hispanje, heb ik altijd geëerd.

Sinds 1932 is het Wilhelmus officieel het Nederlandse volkslied, maar het werd daarvoor ook al gezongen. Het is eigenlijk een echt geuzenlied, dat stamt uit de tijd van de 80-jarige oorlog.

Men denkt dat het één van de oudste volksliederen van de wereld is. (Het volkslied van Japan is ouder.)

Soms was het lied populair en soms niet. Vaak vonden mensen die niet zo koningsgezind waren het niet zo’n fijn lied. Het werd meestal door mensen gezongen die fan waren van het koningshuis.

Wie is die Wilhelmus nou?

Wilhelmus van Nassouwe, is Willem van Oranje, ook wel de Prins van Oranje, Willem de Zwijger of de Vader des Vaderlands genoemd. Hij was natuurlijk niet écht ieders vader, maar men voelde zich zo verbonden met de koning als met een vader.

Willem van Nassau is inderdaad die man die bekend is van de 80 jarige oorlog. Hij is een voorvader van Koning Willem Alexander. Het Wilhelmus heeft wel 15 coupletten. Alle eerste letters vormen samen de naam Willem van Nassov. Zoiets heet een acrostichon. oftewel een naamdicht.

Je komt zijn naam tegen geschreven met een o en met een a. De u aan het eind werd soms als v geschreven. Dat komt doordat ze heel vroeger de Romeinse v schreven in plaats van een u. En de coupletten die met s beginnen, beginnen nu met een z. )

Juf Ellis heeft een makkelijke speelversie voor jullie gemaakt. Hieronder zie je de namen van de tonen staan. Er staat ook een vingerzetting bij, als je het graag op toetsen zou willen spelen. Eronder staan de akkoorden.

Het eerste couplet zie je bij de muziek staan. Het woordje “dood” wordt soms uitgesproken als “doed”, omdat dat rijmt op bloed en omdat dat heel lang geleden ook wel zo werd uitgesproken. De meeste mensen zingen tegewoordig “dood”.

Je kan niet met de melodie boven meespelen, omdat het daar in een andere toonsoort staat. Hier begint het lied op een lage g en daarna komt de centrale c.

Hoe zing je het volkslied?

In Nederland hoef je niet je hand op je hart te houden als je het volkslied zingt. Je staat wel op en staat dan gewoon netjes stil. Gekheid maken en giebelen, wordt niet gewaardeerd. Het is wel de bedoeling dat je als Nederlander meezingt. Het wordt meestal niet netjes gevonden om het volkslied van een ander land mee te zingen. Dus als het volkslied van Frankrijk klinkt en je kent de woorden toevallig, zing je niet mee.

Waarom is dit lied nou het volkslied geworden?

De melodie

De melodie is gepikt van een spotliedje: o la folle entreprise du prince de Condé. Dat zongen de hugenoten al in 1568 en het werd in 1574 al opgeschreven. Dit eenvoudige melodietje werd in de 17e eeuw met een soort add-lips versierd. De melodie van het Wilhelmus klinkt niet erg modern. Melodieën van volksliederen zijn vaak erg “gedragen”, dat betekent langzaam en deftig. Zo kan een hele grote groep het samen zingen. Tegenwoordig wordt het arrangement ook wel eens wat moderner gemaakt.

Het volkslied past wel een beetje bij het karakter dat veel Nederlandse mensen hebben. We houden vaak nogal van onze vrijheid en houden er niet van als andere mensen de baas spelen.

Wat betekenen die woorden nou?

Als je de woorden van Het Wilhelmus zingt, klinken de woorden ook ouderwets. Het lijkt haast wel een andere taal. Dat komt doordat het oud Nederlands is. De taal is natuurlijk in die tijd wel veranderd. In sommige periodes kwamen er Franse leenwoorden bij. Tegenwoordig komen er bijvoorbeeld veel Engelse leenwoorden bij.

Het lied wordt als het ware door Willem gezongen. Hij zegt: Wilhelmus van Nassou ben ik, van Duitsen bloed. Ik blijf altijd mijn vaderland (Nederland) trouw, totdat ik dood ga. Als prins van Oranje blijf ik vrij en zonder angst. De koning van Spanje (Hispanje) heb ik altijd gerespecteerd.

Willem van Oranje was eerst stadhouder. Dat betekende: plaatsvervanger voor de echte regeerder. Eerst was dat de Duitse keizer Karel de vijfde. Toen die overleed, kreeg Philips van Spanje zijn baan. Toen was Philips dus de baas van Willem van Oranje. Ze konden het over sommige dingen niet eens worden.

In Nederland was in die tijd al Godsdienstvrijheid. Karel vond dat goed, maar Philips wilde dat iedereen katholiek werd. In Nederland waren toen veel mensen protestant. Ook ging het om geld. De staten van Nederland mochten zelf hun wetten maken en belasting heffen. Dat vond Philips ook niet meer goed. Zo ontstond de 80 jarige oorlog.

Je hoort aan het lied dat Willem ermee worstelt dat hij Koning Philips moet dienen. Hij voelt zichzelf vooral een gelovige Nederlander. Het lied is dus een soort geuzenlied. De mensen die “voor de prins” waren, zongen het graag. De mensen die voor Philips waren, liever niet. In volgende coupletten geeft hij aan dat geloven in God belangrijk voor hem is.

Maar in de tweede wereldoorlog kreeg het lied dus een heel ander gevoel. Iedereen zong het, om aan te geven dat ze samen tegen de toenmalige bezetter waren. Het gaf de mensen een gevoel van -wij samen tegen de bezetter- en dat steunde de mensen.

Wij gebruiken het tegenwoordig ook op plekken waar we een gevoel van – wij Nederlanders samen- willen hebben.

Behalve het eerste couplet, werd vroeger ook vaak het zesde couplet gezongen. Als je op het plaatje van Willem van Oranje klikt, iets verder naar onder, kun je dat horen.

Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Maar dat gebeurt tegenwoordig juist weer niet als er op de bijeenkomst mensen zijn die niet gelovig zijn. Het volkslied moet verbroederen en niet juist voor ruzie zorgen.

Zelfs de Nederlanders die liever geen koningshuis meer zouden zien, hebben vaak een positief gevoel bij de kleur oranje. Denk maar aan het Nederlands elftal en de hoeden en kleren die we met Koningsdag dragen etc. Daarom zingen we dus bij bijzondere gebeurtenissen meestal samen het volkslied. Het is een soort “weeksluitinglied”… een lied dat aangeeft dat je bij elkaar hoort.

Op Koningsdag 2020 (27 april 2020) konden we bijvoorbeeld geen feest vieren met elkaar, door Covid. Toch klonk het volkslied! Het Concertgebouworkest had namelijk een goed plan. De musici stelden voor om 10.00 in de ochtend samen het Nederlandse Volkslied te zingen en te spelen vanuit ramen, balkons en tuinen. Ze hoopten dat dat een gevoel van verbondenheid geeft, in deze tijden.

Als je meer van Geuzenliederen wil weten, kijk dan eens hier:

Geuzenliederen

Goedenavond speelman

OB-OBS-ML

Hier vind je het gezongen liedje, een karaokeversie en je vindt het liedje opgeschreven voor boomwhackers of toetsen.

Dit liedje is een kinderliedje. Dat is een volksliedje voor kinderen. In de tijd van je opa’s en oma’s werd er vaak voor en met kinderen gezongen. Kinderen hadden wel een radio, maar geen mobieltjes en tablets. Muziek maken, moest je zelf doen. Deze liedjes leerden ouders aan hun kinderen… die leerden het weer aan hun kinderen en zo voort. Daardoor veranderde het liedje wel eens, net zoals bij woordje doorfluisteren. Alle versies van zo’n liedje zijn goed. We weten dat het liedje in ieder geval in de 19e eeuw bekend was.

Ingezongen tweestemmig
Ingezongen eerste stem
Ingezongen tweede stem
Karaokeversie

La la

Sint Maarten, traditioneel

MB-BB-BBS

Dit is een traditioneel Sint Maartenliedje. In het lied wordt het verhaal van Sint Maarten bezongen.

Sint Maarten, Sint Maarten,
Sint Maarten reed door weer en wind,
Zijn vurig paard droeg hem gezwind.
Sint Maarten reed me-het volle moed.
Zijn mantel dekt’ hem, warm en goed.

Een oude, een oude,
een oude man stond aan de baan.
Hij keek de ridder smekend aan.
“Och, help mij, help mij uit de nood,
Ik vind in deze kou de dood.”

Sint Maarten, Sint Maarten,
Sint Maarten was zeer aangedaan.
Hij bleef voor de arme bedelaar staan.
Hij trok zijn slagzwaard uit de schee
En sneed zijn mantel vlug in twee.

Eigenlijk hoort er nog een vierde couplet bij. Sint Maarten is immers een heilige. Dat is iemand die heel veel goed deed en in de Rooms Katholieke kerk als heel bijzonder wordt geëerd en van wie gezegd wordt dat hij wonderen kan doen. Zo iemand noemt men heilig. Het vierde couplet vertelt dat Maarten die nacht ging slapen en dat hij droomde dat de bedelaar bij hem kwam en vertelde dat hij eigenlijk Jezus, de zoon van God was. Omdat niet alle scholen die dit lied zingen, gelovig zijn, hebben wij dit couplet weggelaten.

De oude, de oude,
De oude man kwam ’s nachts weerom.
Hij had de halve mantel om.
Hij sprak tot maarten zonder spot
En zei: “Ik ben de lieve God!”

Traditionele kinderliedjes

Er zijn volksliedjes voor kinderen die al ontzettend lang gezongen worden. Soms nog wel langer dan honderd jaar! Het oudste kinderliedje komt waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Dat liedje zingen we nu niet meer. Maar er zijn veel liedjes die we nog steeds zingen. De liedjes worden doorgegeven via de grootouders aan de ouders en zo leren kinderen die liedjes weer.

Doordat sommige kinderliedjes steeds uit het eigen geheugen aan anderen geleerd worden, veranderen de teksten en melodieën soms. In bepaalde streken van het land zingen ze soms andere woorden of andere melodietjes. Maar iedereen weet over welk liedje of versje het gaat.

De inhoud van de liedjes verandert ook vaak mee.

Filter op doelgroep
Filter op activiteit

Het Nederlandse kinderlied

Om heel eerlijk te zijn, is het vaak zo dat de woorden eerst voor grote mensen waren en de woorden waren ook niet altijd netjes. Maar de woorden werden zo aangepast, dat kinderen ze ook konden zingen.

Vroeger waren er veel liedjes op godsdienst gericht en zat er een “moraal” in elk liedje. Hieronymus van Alphen schreef in 1778 een gedichtenbundel voor kinderen. Uit ieder versje kon een kind leren hoe het het goede moest doen. Dat wordt beschouwd als het begin van de kinderliteratuur in Nederland. Hier komt het gedicht “Jantje zag eens pruimen hangen” uit. Later werden die versjes op muziek gezet en waren de kinderliedjes ontstaan.

Jan Pieter Heije schreef in 1843 het liedboek Kinderliederen. Daar stonden liedjes in zoals “Er zaten zeven kikkertjs” en “Tussen Keulen en Parijs”. Ook “Zie de maan schijnt”, stond erin. Langzamerhand werden de liedjes iets minder moralistisch.

In 1871 bracht Johannes van Vloten een boekje uit. Hij noteerde welke kinderliedjes er gezongen werden. In dit boekje stond onder andere “In Den Haag daar woont een graaf”, “KLap eens in je handjes”, “Klein, klein kleutertje”, “Schuitje varen, theetje drinken”, “Slaap, kindje slaap”, “Twee emmertjes water halen en het liedje “Witte zwanen, zwarte zwanen” in.

Ook later werden kinderliedjes genoteerd die gezongen werden: “Iene miene mutte” en “Berend Botje”. En: “Naar bed, naar bed, zei Duimelot”.

In later tijd zijn er ook veel speciale kindercomponisten geweest: Catharina van Renesse, Herman Broekhuizen voor “Kleutertje luister”. Hij schreef bijvoorbeeld “Opa Bakkebaard” en “Elsje Fiederelsje”, “Een treintje ging uit rijden”, “Helikopter”.

De informatie op deze pagina komt van de site Liedje met een naam . Daar kan je nog veel meer info vinden over traditionele kinderliedjes.