5. Analyse

BB + – ML

Inzoomen

Wat analyseer je nu bij die verschillende vormen van analyse, oftewel: waar zoom je op in?

1. Materiaal analyse

a. Tijdselementen, zoals maat, metrum en ritme, maar ook tempo en duur

b. Ruimtelijke elementen, zoals tonaliteit (melodisch of harmonisch) en zinsbouw (motief, klemtoon, versvoet, voorzin, nazin, functie van frases, etc.)

Zo gauw je een muziekstuk van een ander gaat spelen, moet je je hier wel in verdiepen!

2. Vorm analyse

a. Vrije vorm

b. Een vorm die een stramien volgt (zoals bijvoorbeeld de liedvorm, of de sonatevorm, of het rondo, of een fuga etc.)

3. Harmonische analyse

a. Tonaliteit en de functies van akkoorden. En natuurlijk akkoordprogressies.

b. Modaliteit

c. Atonaliteit.

d. Polytonaliteit

4. Beschrijvende analyse

a. Subjectieve analyse (Wat “doet” en muziekwerk jou?)

b. Objectieve analyse (Hoe zit dat muziekwerk in elkaar/)

5. Vergelijkende analyse

a. Het werk wordt vergeleken met andere werken uit dezelfde stijlperiode.

b. Het werk wordt vergeleken met andere werken van dezelfde componist.

c. Het werk wordt vergeleken met soortgelijke werken, dat kan zijn uit dezelfde stijlperiode, maar ook uit een andere stijlperiode etc.

Maak een materiaalanalyse van een nieuw stuk dat je wil gaan spelen. Zet al je bevindingen op papier.