Vlucht van de hommel/Flight of the bumblebee

OB-MB-BB-OBS-BBS-SG-ML

De vlucht van de hommel is een muziekstuk van Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908) . Het is rond 1899/1900 geschreven. Eigenlijk was het bedoeld als een tussenmuziekje in de opera “De geschiedenis van Tsaar Saltan”. Het wordt gespeeld als de prins, die de hoofdpersoon in het verhaal is, verandert in een hommel, omdat een magische zwaan hem heeft opgedragen om in een insect te veranderen. Dan kan hij namelijk wegvliegen om zijn vader te bezoeken. Die vader weet niet dat hij nog leeft.

Eigenlijk wordt die opera niet meer zo vaak uitgevoerd, maar dat is wel anders met dit muziekstukje. Het is programmamuziek. Dat wil zeggen: muziek met een verhaaltje. Je hoort als het ware de zoemgeluiden van de hommel. Dat komt doordat er chromatiek gebruikt wordt. Chromatiek is muziek maken met halve tonen. Op toetsen speel je alle toetsen na elkaar. Zwarte en witte. Dat geeft zo’n zoemend geluid.

Over bijen en hommels

In het filmpje dat wij vonden, zie je trouwens geen hommel, maar een bij. Hommels zijn een soort grote bijen, maar ze hebben een soort wollig oranjegeel vachtje. Hun oogjes liggen precies op één lijn. Ze doen niet veel kwaad. Ze zoemen wat rond en verzamelen stuifmeel.

In tegenstelling tot bijen hebben ze geen voorraadje honing en bouwen ze geen raten. Ze bewaren maar een klein beetje nectar, dat ze op slechte dagen kunnen eten. Hommels maken dus geen honing.

Meer over Rimski-Korsakov

Rimski-Korsakov kwam uit Rusland. Hij was van adel en kreeg muzieklessen. Hij werd zeekadet. Dat is een soldaat op zee. Hij leerde de componist Balakirev kennen en die haalde hem over om muziek te gaan studeren. Rimski-Korsakov ging componeren. Hij heeft wel vijftien opera’s geschreven. Hij liet zich beïnvloeden door de Russiche sprookjes en volksverhalen.

Hij kreeg mooie banen. Hij had een paar componistenvrienden. Samen hadden ze een club die “Het machtige hoopje” heette. Hij gaf aan veel beroemde Russische componisten les, bijvoorbeeld aan Prokofjev. Hij bleef altijd studeren en daardoor bleef hij zich ontwikkelen. Rimski-Korsakov kon vooral heel goed de instrumenten kiezen die bij een muziekstuk pasten. Dat noem je “de orkestratie”.