Ritme: hoe tel je?

MB-BB-ML

Als je een boek leest, lees je letters. Die vertellen je welke klank je moet uitspreken. Dat kan je hardop doen, of in je hoofd.

Als je een ritme leest, lees je noten. Die vertellen je hoe lang een klank duurt. Dat tellen kan je hardop doen en als je het goed snapt, kan je dat ook stil, in je hoofd doen.

Door elkaar heen klappen of spelen

Als je met meer mensen bent, kun je verschillende ritmes door elkaar klappen, of spelen.

Persoon 1 speelt telkens klanken die 4 tellen duren: hele noten.

Persoon 2 speelt telkens klanken die 2 telen duren: de halve noten. Als nummer 1 er één speelt, speelt deze persoon er dus 2.

Persoon 3 speelt telkens klanken die 1 tel duren: de kwartnoten. Als persoon 1 er één speelt en persoon 2 er twee speelt, speelt deze persoon er dus 4.

Persoon 4 speelt telkens klanken van een halve tel. Die noten moeten de tel dus samen delen. Daarom wordt de tel in twee lettergrepen verdeeld. Je zegt: e-ne twee-je drie-je vie-re. Elke achtste noot krijgt een lettergreep.