De Transferrator

OB-MB-BB-BBS

Zou het niet leuk zijn om een machine te hebben, waarmee je in een mum van tijd naar verschillende plekken kan reizen en dan ook nog het liefste door de tijd kan reizen? De tijd die achter ons ligt, noemen we “geschiedenis”. Dat is de verleden tijd. De tijd die voor ons ligt, noemen we de “toekomst”. Dat is wat nog gaat gebeuren. Op die manier kan je allerlei verschillende culturen en geschiedenisperiodes leren kennen. Sterker nog… je beleeft ze! Als je je voorstelt dat je zelf op zo’n plek leeft, snap je veel beter waarom de mensen in die tijd deden wat ze deden. We kunnen natuurlijk ook in de toekomst reizen!

Daarom hebben we bij Kzing een Verplaatsmachine bedacht. Die noemen we de “Transferrator”. Dat betekent letterlijk: verplaatser. Met die machine gaan we vandaag een acteeropdracht doen. We beginnen met het leren van het volgende gedicht. Dat doen we samen in de kring:

Stap maar in de Transferrator ! Houd elkaar maar vast.
Stap maar in deTransferrator ! Denk wel dat het past.
We kiezen voor de toekomst of voor de geschiedenis.
Dan zullen we ervaren hoe het leven daar dan is.
We gaan het zien.
We gaan het zien.
Tel maar mee/terug we gaan tot/ begin bij 10.

Daarna gaan we erbij acteren.

Onder- en middenbouw:

We sluiten aan bij een periode in de geschiedenis die behandeld wordt (bijvoorbeeld de IJstijd) en verzinnen samen een verhaal We beginnen met teacher in role spel. In een museum staat een tijdmachine. De docent denkt dat iedereen erin mag stappen en één kind draait per ongeluk aan de knoppen. Dan draait de hele groep rond en zegt het gedicht op.

We zijn aangekomen in de geschiedenistijd van onze keuze, of…. in de toekomst… Wat gebeurt er dan? Verzin met de hele groep samen een verhaal en speel het uit.

Aan het einde van het verhaal zeggen we het gedicht nog eens op, maar de kring draait de andere kant op. Zo komen we weer terug in het hier en nu.

Bovenbouw:

De docent deelt de groep op in kleine groepjes. Elk groepje krijgt of kiest een jaartal. De leerlingen moeten samen uitzoeken welke periode van de geschiedenis dat is en wat kenmerkend is voor die tijd. Hier kan een zoekopdracht aan verbonden zijn, met encyclopedieën of geschiedenisboeken. Ook de zoekmachine van een computer kan eventueel gebruikt worden. Het groepje verzint een toneelstuk dat moet beginnen en eindigen met het gedicht dat boven staat te lezen.

Over de IJstijd

(KIjk bij de muziekgeschiedenisperiodes voor andere geschiedenisperiodes en hun muziek)

VVind je dit een leuke thematiek? Klik dan op deze link voor boeksuggesties.

Denk ook eens aan:

Kruistocht in spijkerbroek. Van Thea Beckman. (12 jaar en ouder en meer begaafde jongere kinderen)

Het malle ding van bobbistiek. Van Leonie Kooiker. (8 tot 10 jaar)