Een van de meest oude archeologische vondsten van muziekinstrumenten is een fluit gemaakt uit het gebeente van een holenbeer. Dit artefact werd gevonden in een grot in Slovenië, waar allerlei overblijfselen van Neanderthalers werden gevonden.
Neanderthalers waren een ondersoort van het mensenras dat inmiddels is uitgestorven. Zij leefden al zo’n 750.000 jaar geleden! Uit het DNA van sommige mensen die nu leven, is gebleken dat zij heeeeeeeeel lang geleden Neanderthaler voorouders hadden .
De wetenschappers waren meteen in het voorwerp geïnteresseerd. En hoe zoiets dan gaat…. ze verschilden er meteen van mening over. Toen ze het bot met de gaatjes vonden, wisten ze niet meteen zeker dat het ook echt een door mensen gemaakt instrument was. De vraag was of de menssoort “Neanderthaler” dit al kon. Waren het niet gewoon de tandafdrukken van een ander dier?
Maar de gaatjes zitten precies zover uit elkaar dat er muziek op gemaakt kan worden. Een wetenschapper draaide het instrument om en blies er toen op. Het bleek dat er meerdere toonladders en vibrato op gespeeld kon worden.
De Neanderthalers hadden een zelfde strottenhoofd als wij moderne mensen. Ze zouden fysiek dus hebben kunnen spreken en elkaar boodschappen hebben kunnen geven. Dat is ook één van de oudste functies van muziek. Misschien zijn er met de fluit wel dierengeluiden nagebootst, tijdens de jacht… Of zouden ze er feest mee hebben gevierd?
