De traditie van het rijmpje

BB-ML-BBS

In Nederland is het een traditie om elkaar op 5 december, de sterfdag van de heilige Nicolaas, cadeautjes te geven. Daar hoort ook een klein gedichtje bij. We noemen dat Sinterklaasgedichtje ook wel “een rijmpje”. Het woord “rijmpje” zegt al veel. Het is een klein gedichtje, waarin rijmwoorden gebruikt worden aan het einde van de zin.

Er wordt ook een verkleinwoord (rijmpje) gebruikt, om aan te geven dat het geen heel belangrijk gedicht is. Het is geen zware poëzie. De tekst is meestal grappig en een beetje “oppervlakkig”. Daarmee wordt bedoeld dat het in een Sinterklaasrijmpje niet gaat om diepe emoties. Vaak zit er een grapje in een Sinterklaasgedichtje.

Het rijmpje wordt vaak geschreven vanuit Sint of Piet. En het vertelt iets grappigs over de persoon die het pakje krijgt. Soms kan je een ander een beetje plagen, maar het rijmpje mag niet gemeen worden, want iedereen verdient een leuk Sinterklaasfeest.

Een voorbeeld:

Sinterklaas die oude vent,
Is beslist wel wat gewend.
Maar jouw lijstje maakt hem bang,
Geloof de Sint, die is te lang.
Dat doet Sint en Piet verdriet,
Zo gaan zij misschien failliet.
Schrap de helft van wat jij vroeg.
Eén cadeau vindt Sint genoeg!

Er zijn in het Nederlands een aantal bekende zinnetjes die je op weg kunnen helpen bij het maken van een rijm voor bij je cadeautje:

Sint zat te denken,

wat hij ….. zou schenken

of:

Sint is benieuwd wat je er van vindt.

Lieve groetjes van de Sint.

Als je er helemaal niet uitkomt, kan je er altijd nog een rijmwoordenboek bij pakken, of rijmwoorden opzoeken op je computer.

Opdracht:

Maak zelf een Sinterklaasgedichtje. Je kunt het gedichtje hierboven als voorbeeld nemen.

Als je meer wil weten over gedichten kan je de les over poëzie bekijken!