De pianoforte

De piano is een heel bijzonder instrument. Het is zowel een snaarinstrument (chordofoon), als een toetsinstrument, als een slaginstrument. Je kan er heel hoge klanken, maar ook heel lage klanken mee maken.

Onder andere daardoor is het een populair instrument. Het instrument wordt ook vandaag de dag nog in veel muziekstijlen gebruikt, van klassieke muziek tot popmuziek. Het wordt als solo instrument gebruikt, maar ook wel als begeleidingsinstrument.

Een piano is een soort houten kist, die rond een klankbord is gebouwd. In de kist zitten metalen snaren. Tegenwoordig zijn die op een metalen frame gespannen. Soms moeten die snaren gestemd worden. Dat doen de pianisten meestal niet zelf. Ze laten een pianostemmer komen, die daarvoor geleerd heeft. Die draait aan de stemknoppen en zorgt ervoor dat alle snaren zuiver genoeg klinken en bij elkaar passen.

Je hebt staande en liggende piano’s. De liggende noem je vleugels. De staande heten buffetpiano’s.

Je speelt op een piano door op de toetsen van een toetsenbord te drukken. Dat zijn een rij witte en zwarte indruk-dingen. De witte toetsen waren vroeger van ivoor en de zwarte van ebbenhout. Maar tegenwoordig zijn de toetsen meestal van kunststof. Je speelt er op met alle vingers van je handen.

Die toetsen brengen hamertjes in beweging. De hamerkopjes slaan tegen snaren. Sommige hamers slaan tegen 1 snaar, sommige tegen 2 en sommige tegen een snarenkoor van 3 snaren. Tegenwoordig zijn er ook elektrische piano’s. Dat zijn eigenlijk een soort computers. De makers hebben ervoor gezorgd dat er een opname klinkt van een pianoklank, als je op een toets drukt. Deze piano’s hebben dus geen snaren en hamers.

De vleugel, de liggende piano, is tussen 1698 en 1709 uitgevonden. Waarschijnlijk door Bartolomeo Cristofori, die in Florence woonde. Hij noemde zijn instrument eigenlijk pianoforte. In die tijd waren er alleen klavecimbels. Die konden maar 1 toonsterkte laten horen. De piano kon sterk (hard) en zacht. Cristofori wilde meer dynamiek en verzon een instrument dat zachter en sterker kon spelen. Daarom noemde Cristofori het instrument: pianoforte.

De snaren worden hard, of zacht… (dat ligt eraan hoe hard je op de toetsen drukt) geraakt door houten hamers. Die zijn bekleed met een zacht materiaal. Tegenwoordig is dat wolvilt.

Een piano heeft ook pedalen. Een sustain pedaal, waarmee je het geluid een beetje kan dempen en een sostenuto pedaal, waarmee de klanken blijven doorklinken.

Een vleugel is een liggende piano. De snaren staan niet rechtop. Tegenwoordig staan de snaren van een piano trouwens ook niet rechtop. Ze zijn schuin over elkaar heen gekruist.

In de tijd van Mozart (tussen 1790 en 1860) veranderde het instrument steeds.

Aan de binnenkant van een p

Eind 19e eeuw ontstonden er ook automatisch spelende piano’s; de pianola.

Instrument

Het verticale binnenwerk van de buffetpiano werd in 1826 in Londen, Engeland uitgevonden door Robert Wornum en de staande modellen werden het meest populaire pianomodel. De buffetpiano was voor de mensen die de ruimte of het geld er niet hadden voor een vleugel.Toetsen, met blauw de middelste C en geel de middelste A.

De meeste moderne piano’s hebben een rij van 88 zwarte en witte toetsen, 52 witte toetsen voor de noten van de C majeur toonladder (C, D, E, F, G, A en B) en 36 kortere zwarte toetsen, die boven de witte toetsen en verder terug op het toetsenbord.

Gebruik

Piano’s kom je ook tegen in bars en kroegen (zoals in een Western film). Tegenwoordig staan ze ook op de grotere treinstations, waarop men gratis mag spelen. De soms wat vals klinkende piano’s in bijvoorbeeld saloons worden ook wel honky-tonk piano’s genoemd.

MB-BB-ML-BBS

Iets meer over de piano

Bij de piano slaat een hamer tegen een snaar. Piano is eigenlijk maar de helft van de naam van het instrument. Een piano heet eigenlijk een piano-forte. Dat woord bestaat uit twee Italiaanse woorden: piano… dat betekent zacht en forte, dat betekent sterk.

Wist je trouwens dat we iets in de muziek niet hard noemen, maar sterk? Dus in de muziek is het tegenovergestelde van zacht, sterk… Het is gewoon een ander woord voor hard, maar het is nu eenmaal zo afgesproken. Een piano heet in het Nederlands dus een zacht-sterk. Dat lijkt een gekke naam, maar de piano was het eerste toetseninstrument waarop mensen zachter en sterker konden spelen.

Dynamiek

Het verschil tussen zacht en sterk noem je de dynamiek van muziek. Hier vind je een oefening met dynamiek

Iets meer over de piano

Bij de piano slaat een hamer tegen een snaar. Piano is eigenlijk maar de helft van de naam van het instrument. Een piano heet eigenlijk een piano-forte. Dat woord bestaat uit twee Italiaanse woorden: piano… dat betekent zacht en forte, dat betekent sterk.

Wist je trouwens dat we iets in de muziek niet hard noemen, maar sterk? Dus in de muziek is het tegenovergestelde van zacht, sterk… Het is gewoon een ander woord voor hard, maar het is nu eenmaal zo afgesproken. Een piano heet in het Nederlands dus een zacht-sterk. Dat lijkt een gekke naam, maar de piano was het eerste toetseninstrument waarop mensen zachter en sterker konden spelen.

Dynamiek

Het verschil tussen zacht en sterk noem je de dynamiek van muziek. Hier vind je een oefening met dynamiek