Zingen in klanken

MB-BB-ML

Zingen in klanken, of nepwoorden, gebeurt niet alleen in de jazzmuziek. Er zijn naast scatten, nog hele andere manieren om klanken te gebruiken. Dat heeft veel namen. In Ierland, Schotland en op het Eiland Mann noemen ze het vaak lilting. Soms noemt men het: mondmuziek.

In Oostenrijk heet het jodelen.

Al deze manieren van klanken gebruiken, hebben overeenkomsten met scatten: je gebruikt je mond als een soort muziekinstrument en er worden vaak nep-woorden gebruikt.

Luister maar eens:

De oorspronkelijke inwoners van Amerika (die wij vroeger Indianen noemden), gebruikten de letter h, heel veel. Heya, hey, ho enzovoort.. Het zijn klanken die mensen in een trance kunnen brengen. Luister maar eens naar dit lied dat zij zingen om de ziel te genezen.

Niet alleen in Oostenrijk, maar ook in China, Spanje, Zweden, Roemenië, Italië en Polen werd er veel gejodeld. Altijd bij bergvolkeren. Jodelen is een manier waarop er van bergwei naar bergwei iets verteld kon worden. Je kon er grote afstanden mee overbruggen. Het was aanvankelijk dus een communicatiemiddel.

Jiddische Klezmer muziek, luister vanaf 0.40

De muziekstijl is redelijk hetzelfde gebleven, maar groeide wel mee met de mensen. Vaak wordt er in het Jiddisch gezongen. Dat lijkt een beetje op Duits. Soms deed men met de stem instrumenten na.

Klezmer muziek is jiddische muziek. Rond 70 na Christus werden de Joodse mensen verdreven na de verwoesting van hun tempel. Zij verspreidden zich over veel landen. Ze namen veel elementen van de muziek van al die volkeren over, maar gezongen muziek bleef altijd heel belangrijk voor hen.

Ook familie en tradities waren erg belangrijk. Bruiloften werden groots gevierd. Al rond 1600 na Chr. waren er Klezmer muzikanten, die op die bruiloften speelden.

In Ierland en Schotland wordt het maken van die mondmuziek soms diddelen genoemd. Vaak klinkt het dan “rond”, dus niet zoals tik-ke, tak-ke… maar als diedeldie, diedeldie, diedeldie, dom…

Bij deze manieren van zingen, gebruiken mensen vaak “reduplicatie”: doedoedoe, dadada, nanana, noenoenoe… lalala, of wawawa of diediedie… “Reduplicatie” is een chique woord voor “herhaling”. Er wordt namelijk een deel van het woord herhaald. Soms is het alleen de klank die herhaald wordt.

Herhaling komt in heel veel talen voor. Kleine kindjes beginnen zelfs te praten met klanken zoals “nananananana” of “mamamamamama” of “papapapapapa”. Daarom heten je ouders ook “mamma” en “pappa”.

In bijna alle talen zijn er nog meer echte woorden, waar dit in zit. Denk maar aan bon-bon, cous-cous, taai-taai, kris-kras, mik-mak, ram-bam, bye-bye, doei doei… enzovoort.

Ken jij nog meer van zulke woorden?

Je hoort het ook bij woorden die klanken nabootsen. Zo’n woord heet een onomatopee. Voorbeelden hiervan zijn : tiktak, koekoek, zigzag, tjoek-tjoek…

Voor scatten en diddelen, zijn woorden zonder betekenis van belang: ba-be-ri-bop…. dibbedie, doedoedoe, ti-tit-ti… Die gebruik je op een ritmische manier.