Breekbaar porselein

BB

Als je verdrietig bent, omdat iemand overleden is, ben je aan het rouwen. Je bent “in de rouw.” Dan voel je je droevig. Soms moet je even huilen. Soms denk je ook met veel liefde en plezier aan iemand terug en herinner je je de goede dingen.

2 november is het Allerzielen. Dat is een kerkelijke feestdag, waarbij we denken aan alle mensen van wie we houden die overleden zijn.

Zijn er mensen overleden die voor jou heel belangrijk waren? Waarom waren ze zo belangrijk voor jou? Denk je nog vaak aan hen?

Dit liedje gaat over iemand missen die overleden is. In het liedje wordt een metafoor gebruikt. Een metafoor is een vorm van beeldspraak. Je gebruikt een beeld. Maar het gaat eigenlijk niet over dat wat er letterlijk gezegd wordt, maar om wat er uitgebeeld wordt.

Als je bijvoorbeeld zegt: “Wat een zwijnenstal is het hier !” , vind je niet echt dat het huis een zwijnenstal is, natuurlijk. Je vindt dat het huis net zo vies is als een zwijnenstal.

Als je zegt: “Karel ging er als een haas vandoor. ” bedoel je niet dat Karel een haas werd. Je bedoelt dat Karel net zo snel wegging als hazen lopen.

De tekst in dit liedje lijkt dus een beetje op een gedicht. Je zegt dan: het is poëtisch taalgebruik.

Om welke metaforen gaat het in het volgende liedje?

Het ingezongen liedje
De karaoke versie van porselein

Van alle huizen waar ik ben geweest
is het mooiste dat ik ken,
het huis waar de oma van mama nu woont
en wanneer ik bij haar ben,
dan laat zij mij haar schatten zien, waar zij zoveel van houdt:
het grote bord van Delfts blauw en haar lepeltjes van goud.

Het mooiste is een kleine danseres,
die mijn opa mijn oma ooit gaf.
Per ongeluk viel ze een keer op de grond
en toen brak er een armpje af.
Toch is zij mooi en haar tutu is van roze porselein.
Wat jammer toch dat zoiets moois zo gauw kapot kan zijn.

Maar oma zegt: mijn allergrootste schat,
die staat niet in deze kast.
Dan pakt ze de foto waar opa op staat
en ze houdt hem even vast.
Ze zegt: “Jij hebt hem niet gekend,
maar hij had een hart van goud.

In het liedje is opa niet echt een “schat”. Hij is net zo belangrijk als een schat voor oma.

Het hart van opa is natuurlijk niet echt van goud. Maar iemand met een gouden hart, is iemand die heel lief is.

Maar de belangrijkste vergelijking die er in het liedje gemaakt wordt, is de vergelijking tussen het porseleinen danseresje dat gebroken is… en het leven dat breekbaar is… Kun je die metafoor begrijpen?

Ken je zelf nog meer metaforen?