Rivieren

MB-BB-BBS

Een traditioneel lied van de oorspronkelijke bewoners van Amerika: “The rivers are flowing”. We hebben er nieuwe woorden en een nieuw arrangement op hebben gemaakt. Er hoort ook een dans bij.

Deze mensen gebruikten de klank “heya” regelmatig in hun muziek. Het woord “Indiaan” is niet respectvol. Dat is een naam die is ontstaan naar aanleiding van het feit dat Columbus dacht dat hij in India terecht was gekomen. Deze mensen waren gewoon de eerste Amerikanen, voordat de kolonisten hen hun land afnamen. Het was ook niet één volk, maar het waren veel verschillende volkeren. En al die volkeren hadden al een eigen naam.

Deze eerste bewoners leefden en leven in harmonie met de natuur en zijn trots op hun tradities. Eigenlijk is het niet één traditie. Er zijn veel verschillende volkeren, die allemaal hun eigen tradities hebben, maar zij vinden het allemaal belangrijk om in harmonie met de natuur te leven.

In het filmpje zie je tekeningen. Dat zijn symbolen die sommige van deze volkeren hadden. Je ziet het teken van gebied waar water is. Je ziet ook het teken van broer en van zuster. En je ziet het teken van in balans leven. Dat laatste vinden zij heel belangrijk. Je ziet ook foto’s van een aantal rivieren. Dat zijn geen rivieren uit Amerika. Maar alle rivieren van de wereld zijn wel belangrijk voor mensen. Weet je waar alle rivieren liggen? Weet je waarom rivieren zo belangrijk zijn?

Het liedje wordt voorgezongen
De karaoke versie van het liedje

1. Rivieren die groeien en rivieren die vloeien

2. en rivieren die stromen vanzelf naar de zee.

3. Dat ik leef, maakt mij zo blij.

4. Moeder aarde zorgt voor mij.

5. Iedereen die hoort erbij.

6. Doe maar met ons mee.

Dans

Vorm twee cirkels. Een binnencirkel en een buitencirkel. Iedereen staat hand in hand.

Regel 1: Armen vloeiend heen en weer bewegen. De ene cirkel draait rechtsom, de andere linksom. .

Regel 2: Hetzelfde, maar nu draaien de cirkels de andere kant op

Regel 3 en 4 : De cirkels staan stil. Tenminste… iedereen doet stap en tik eerst de ene kant op, dan de andere kant op. Bij de tik, klap je ook in de handen.

Regel 5: Iedereen pakt de handen vast en iedereen loopt naar het middelpunt toe.

Regel 5: Iedereen loopt weer terug.

Oorsprong van het lied

Waar dit lied vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Op het internet circuleren verschillende verhalen. Waarschijnlijk is het gemaakt door Vincent LaDuke (1929-1992). Hij is een auteur en geestelijk leider, geboren in een van de grootste reservaten voor de oorspronkelijke bevolking van Amerika. Zijn naam bij zijn eigen volk was: Sun Bear, oftewel Zonnebeer. Hij is de vader van Winona La Duke, die milieu activist, auteur en lid van een milieupartij was in Amerika.

Historie

Veel mensen houden van verhalen over de oorspronkelijke bewoners van Amerika. En ja, Hiawatha, Geronimo en Pocahontas hebben echt bestaan. Pocahontas is ook echt getrouwd met een Engelsman, al is het verhaal van de film wel een beetje romantischer gemaakt dan de werkelijkheid.

Je mag de oorspronkelijke Amerikanen niet alleen geen “indiaan” noemen, maar ook absoluut geen “roodhuid”, hoewel het woord bij de bevolking zelf vandaan komt. Toen de kolonisten kwamen, wilden alle stammen een woord waarmee zij zichzelf konden omschrijven, in tegenstelling tot de veelal witte kolonisten. Daar komt het woord “roodhuid” vandaan. Maar de kolonisten gingen dit woord in de 19e eeuw op een beledigende manier gebruiken, waardoor het een fout woord is geworden.

Daarbij kwam dat deze mensen als slechteriken werden afgeschilderd in cowboyfilms. Veel van hen wilden best in harmonie met de kolonisten samenleven. Zij geloofden dat je land niet kon verkopen. Je moest er in harmonie mee samenleven. Ze begrepen het vaak niet eens als kolonisten het “kochten”. Land kon je niet verkopen… dat was van iedereen. De kolonisten verjoegen de mensen uit hun eigen land. Best logisch dat deze mensen kwaad werden.

Er worden allerlei wilde verhalen (wij zeggen wel eens “cowboyverhalen” als we wilde verhalen bedoelen) over de Indianen verteld. Zo deed men alsof Indianen elkaar groette met het woord “ugh”. Eigenlijk was dat een woord dat maar bij één stam gebruikt werd. Het was ook geen groet, maar een woordje aan het begin van een zin. Zoiets als “nou.”

Zo ontstonden er veel ruzies, waarbij aan beide kanten slachtoffers vielen. In 1830 wilden kolonisten in de staten Georgia, Tennesse, Alabama, North Caroline en Florida katoen verbouwen, maar de 125.00 oorspronkelijke bewoners die daar woonden zaten hen danig in de weg. Toen werd er ook nog goud gevonden in Georgia. President Andrew Jackson ondertekende toen de Indian Removal Act. Dat was een wet die ermee instemde dat er regelmatig mensen zomaar weggevoerd mochten worden uit hun land. Die tocht staat bekend als de Trail of Tears, de Tranentocht.

De Cherokee, één van de volkeren, ging naar de rechter. Ze wonnen, maar dat hielp. De mensen werden als beesten bijeengedreven en naar een reservaat gebracht. Onderweg vielen er veel slachtoffers.

De cultuur van de “native Americans” oftewel de oorspronkelijke bewoners van Amerika, is heel erg rijk. Dieren namen een belangrijke plaats in, in veel van hun culturen. Het konden een soort gidsen zijn voor de levende mensen. De adelaar was voor de Indianen een heel belangrijke vogel. Ze meenden dat hij het hoogste vloog en dus het dichtste bij God kon komen. Luister het volgende filmpje tot ongeveer 2.32.

Veel van de volkeren van de oorspronkelijke Amerikanen leefden in vrede samen, maar een aantal voerde samen strijd. Maar zij hadden wel met elkaar gemeen dat zij in harmonie met de natuur wilden leven. Het is dus niet zo gek dat Winona milieuactiviste werd. Dit lied gaat eigenlijk ook over goed samenleven met de natuur.

Deze informatie komt bij Historianet vandaan. Kijk daar voor meer info. 

Meer over de oorspronkelijke bewoners van Amerika

De oorspronkelijke bewoners van Amerika  werden uitgedund, maar de volkeren zijn niet uitgestorven.  Nog 2 procent van de Amerikaanse bevolking is native-American. Maar 20 procent van hen kan een gesprek voeren in de oorspronkelijke taal van hun stam. Zij wonen verspreid over 325 reservaten. Dat zijn zelfstandige gebieden, waar de stammen hun eigen wetten bepalen.

Veel van wat ik over hun cultuur vertel, is van de cultuur zoals hij vroeger was. Ook de cultuur van de oorspronkelijke Amerikanen heeft zich natuurlijk ontwikkeld. Wij lopen ook niet allemaal op klompen. We zouden moeten lachen als mensen uit andere landen dat dachten. Zo moeten deze mensen lachen als wij denken dat zij nog precies hetzelfde leven als in de verleden tijd.

Leven in stammen 

Deze volkeren leefden en leven in stammen samen. Er waren en zijn veel verschillende stammen : Apache, Navajo, Pueblo, Creek, Cherokee, Siminole, Sioux, Cheyenne, Blackfoot, Irokezen, Huron, Powhatan, Pomo, Nez Perce, Shoshone, Chinook, Cayuse, Salish, Chipewyan, Cree en Naskapi.

Elke stam had en heeft een opperhoofd. Op Jenaplanscholen zijn de groepen ook een soort van stammen. Daarom heet het: stamgroep. De leerkracht is een “stamgroepleider.”

Namen 

Als deze mensen volwassen waren, veranderden ze vaak van naam. Ook als ze iets speciaals hadden gedaan, kregen ze een nieuwe naam. Zo was er een opperhoofd dat eerst Springende Das heette. Maar hij was zo moedig in de strijd, dat zijn vader hem Zittende Stier noemde, oftewel: Sitting bull, oftewel Totanka Yotanka. Hij is een geweldig opperhoofd geworden. Een andere man heette eerst “Hij die gaapt”. Later werd hij de beroemde dappere “Geronimo.” Een andere bekende naam is “Crazy Horse”, die eerst “Tussen de Bomen” heette.

Leven in harmonie met de natuur

De eerste Amerikanen leefden van wat er in hun omgeving bloeide, groeide en leefde. Amerika is een groot land, met veel verschillende landschappen. Het hing er maar net van af waar je woonde, dus. Sommige mensen woonden in huizen, maar andere waren nomaden. (Die trokken rond.)

Voor veel oorspronkelijke bewoners was de Mustang erg belangrijk. Dat is een paardensoort. Paarden werden door de Spaanse kolonisten in de 16e eeuw naar Amerika gebracht. Spaanse paarden ontsnapten in Mexico. Soms kochten of stalen de Indianen de paarden. Daardoor veranderde vooral het leven van de bewoners van de prairie. Ze konden nu in veel grotere gebieden jagen.

In koudere gebieden leefde men van het rendier, die voedsel en kleding opleverde. In andere gebieden jaagde men op bizons, vooral op de prairies. Daar at men in de koudste tijd ook Pemmikan: gedroogd vlees met vet en bessen. Rond meren stonden vogels, wild en vis op het menu. Sommige volkeren konden goede visnetten maken. Andere volkeren die in dorpen met akkers eromheen leefden, aten mais. In warmere gebieden werd dat aangevuld met meloenen, courgettes, yams, vlees en vis. Bepaalde stammen waren voor een deel afhankelijk van wat ze van andere stammen roofden.

Rituelen  Zoals gezegd, leefden deze mensen in verbondenheid met de natuur. Veel van hun rituelen (dat zijn gebruiken die steeds terugkomen) hadden dus ook te maken met de natuur.

Totempalen

Veel van deze volkeren hadden inderdaad totempalen. Die hoorden bij hun manier van leven. Er stonden symbolen op. Elk symbool had zijn eigen betekenis. Het waren vaak familietotems. Op de paal stond de geschiedenis van een familie. Het klopt niet dat de oorspronkelijke bewoners van Amerika mensen aan de palen vastbonden.

Rooksignalen

Sommige volkeren gebruikten inderdaad rooksignalen. Dat was een makkelijke manier om korte boodschappen over grote afstanden te versturen. Er werd gewaarschuwd voor vijanden, of verteld dat er een goede prooi was. Het was wel een nadeel dat de afzender aangaf waar hij zat. Dat kon hem de kop kosten.

Strijdbijlen 

Als wij lang ruzie gemaakt hebben, zeggen we wel eens: “Nou, zullen we de strijdbijl maar begraven?” De strijdbijl was heel belangrijk voor sommige volkeren. Ze gebruikten hem bijna nooit om schedels in te slaan. Hij werd meestal gebruikt als symbool van een vredesafspraak. Ons spreekwoord ontstond waarschijnlijk rond 1600 toen twee opperhoofden (Deganawida en Hiawatha) alle Irokezen verenigden. Ze begroeven een witte bijl. Wit was de kleur van de vrede. Andere verhalen zeggen dat het spreekwoord rond 1849 ontstond, toen het volk van de Apache vrede sloten met de Spanjaarden door een bijl te begraven.

Pijpen 

De strijdbijl was heel vaak hol en diende ook als pijp. Er waren ook pijpen van steen, of aardewerk. Er werd vaak een pijp gerookt. Niet alleen de vredespijp. Er werd ook gerookt als de oorlog werd verklaard. Roken gaf het evenwicht tussen aarde, hemel en het heelal aan. Er werd ook tijdens het bidden en mediteren gerookt.

Oorlogskleuren

In films zie je dat sommige native Americans hun gezicht met oorlogskleuren beschilderden. Bij sommige volkeren gebeurde dat inderdaad. Zelf noemden ze dat “medicijnbeschilderingen”, want ze dachten dat de kleuren en patronen hen bescherming gaven. Ook gaven ze aan van welke stam je was.

Verentooi 

Veren waren erg belangrijk voor de prairie bewoners. Elke vogel had zijn eigen kenmerken: Kraaien: evenwichtigheid, ergens goed in zijn, vooruitziende blik

Kolibrie: liefde, intelligentie, schoonheid

Valk: Snelheid, beweging

Lijster: vreugde, tevredenheid

raaf: creativiteit en kennis

Kalkoen: vruchtbaarhied

Die eigenschappen konden door de veren op mensen worden overgedragen. Arenden waren krachtig en dicht bij de geesten, dus arend-veren wilde men graag hebben.

Veren waren soms ook een soort medailles, als beloning voor een heldendaad. Je kon ze niet zomaar oprapen en in je haar doen. Je moest eerst uitgebreid over je heldendaad vertellen. Als de rest vond dat je hem verdiende, was je verplicht om hen te dragen waar iedereen hem kon zien. Zo kon een dappere krijger in de loop van zijn leven een prachtige tooi opbouwen.

Dansen

Veel volkeren dansten graag.  Ze dansten om een geslaagde jacht te vieren, of om een goede afloop te vragen voor een oorlog, om geluk te vragen voor een bruidspaar of genezing van een ziekte

De zonnedans was een jaarlijks ritueel dat de band tussen natuur, dier en mens moest versterken. De stammen dansten uren en uren. Het ging dagenlang door. Ze dansten in een heilige cirkel rond een paal. Ze hadden ook een ritueel waarbij ze zichzelf pijn deden.